Staviskycharmeur, bandiet en oplichter. ZBUwetdand Ds. Warners Ds. Baar Buitenland Sasja's waarachtige liefde. WEDUWE VAN WALUSCH VEROORDEELD. GEEN NIEUWE BRITSCHE VOOR STELLEN MEER TE VERWACHTEN? Inzake ontwapening. HET PROCES TE BOEKAREST. Het vonnis tegen de samen zweerders. DE BANDIET DILLINGER SCHIET 3 POLITIE-BEAMBTEN NEER. Hij weet weer te ontkomen. TROTZKI MAG NIET IN AMERIKA KOMEN. STAKING IN AMERIKAANSCHE BRUINKOOL-INDUSTRIE GEËINDIGD. WEDDEN. DE NIEUWE SPELLINGSVOOR SCHRIFTEN. Een onlogische oplossing. Oordeel van directeur Kweek school te Amsterdam. Bezwaren bij het leeren van vreemde talen. Verontwaardiging van „De Nieuwe Gazet" te Antwerpen. zei spr te hopen, dat de verschillen in godsdienstige opvattingen niet op de spits zullen worden gedreven Dat zij wel over verschil kunnen heenetappen, achtte spr. bewezen door hun tegen woordigheid en hij was hen iaar dank baar voor. Het is begrijpelijk, doch te betreuren w— zoo zei spr. tot ds. Warners dat onze samenwerking niet zal zijn zooals die was tusschen U en mijn voorganger, maar zonder elkaar afbreuk te doen, zul len wij toch kunnen werken in de ge meente, die aan onze zorgen is toever trouwd, opdat mede door onzen arbeid Gods Koninkrijk kome. Den notabelen wenschte spr. vooral in deze tijden toe, dat God de harten der menschen zal openstellen voor Zijn dienst; dan volgt de gave, het offer, van zelf- Bij de collega's in den ring beval spr. zich in welwillendheid en vriendschap verschillen geen afbreuk zullen doen aan, de hoop uitsprekend, dat meenings- aan persoonlijke waardeering. Spr. zegde voorts den burgemeester a's hoofd der stedelijke regeering dank voor zijn aanwezigheid, waarin hij een bewijs van belangstelling zag ook voor de kerk en hij wenschte hem toe de teugels van het bewind te mogen voeren zoodanig dat orde en rust gehandhaafd blijven. Voor de aanstaande catechisanten hoopte spr. een vriend te mogen wor den hij was vol verlangen om hen met raad en daad ter zijde te staan. Ook bij de kerkelijke functionnarissen, voorlezers, organisten en kosters beval spr. zich aan, hij hoopte op prettige sa menwerking en had groote waardeering voor hun ambt. Na nog familie en vrienden van elders gedankt te hebben voor hun belangstel ling, richtte spr. zich tot de heele ge meente, wie hij de verzekering gaf te willen zijn en te zullen doen wat hij kan, maar concessies op godsdienstig terrein moest men van hem niet verlan gen. De zekerheid, dat God Zijn aange zicht ook over de gemeente zal willen lichten, gaf spr. kracht om Zijn dienaar te zijn. Hij vroeg voor hem te willen bidden, zooals hij het doet voor de ge meente. sprak de hoop uit, dat het verlangen van ds. Terlouw in vervulling zal gaan „en wij elkaar in elk geval niet zullen tegenwerken en de verschillen niet zul len zoeken. Naar mijn overtuiging zijn er tusschen ons méér punten van over eenstemming dan gij vermoedt, omdat wij allen vasthouden aan denzelfden God." wenschte als voorzitter van den kerke- raad den nieuwen leeraar geluk met zijn bevestiging en intrede en verzeker de dat in dit college altijd een goede toon van samenwerking beerscht, on danks verschillen in godsdienstig in zicht. Wij hebben, zoo zei spr., vooral in den tegenwoordigen tijd niet het recht te zoeken naar wat verdeelt, daarentegen moeten wij zoeken naar afzijdigen op de velden daarbuiten en als wij daarbij be zield zijn door een geest zooal i in Uw preek tot uiting kwam, zullen wij zeker kunnen samenwerken tot opbouw van het Koninkrijk Gods. Ook namens de ring-collega's sprak ds. Baar een woord van welkom. In den ring, waarin naast "vrijzinnigen ook or thodoxe predikanten zijn, is samenwer king zonder wrijving steeds mogelijk geweest, en dat zal ook in de toekomst, naar spr. hoopte, zoo zijn. Ds. Terlouw zal daar een broederkring vinden. Spr. hoopte dat diens werk in Alkmaar ge zegend zal zijn en dat Gods zegen ook op diens gezin zal dalen. Op spr.'s verzoek zong de gemeente den jongen herder staande toe het vier de couplet van Ps. 121. Ds. Terlouw dankte voor dezen zang en voor de vriendelijke woorden der collega's. Hij verzekerde zooveel moge lijk te zullen trachten in samenwerking het heil van de gemeente te dienen. Hij wilde geen predikant zijn alleen voor een bepaalde groep, maar voor de heele gemeente. Met het zingen van Ps. 65 3 werd de godsdienstoefening beëindigd. VI Den volgenden ochtend ontwaakt Stavisky met een bonzende hoofdpijn. Tot zijn eigen verbazing vindt hij zich nog steeds in zijn fauteuil zitten. Waarom ligt hij niet op bed? Wat is er toch gebeurd? Nog steeds is hij te versuft om zich alles te herinneren. Het slaappoedertje van zijn Delila werkt nog steeds„Lilo, Lilo, ik heb een vreeselijken droom gehad ik droomde, ik was al mijn geld kwijt en Hij zwijgt waar is Lilo? Moeilijk staat hij op en gaat naar de slaapkamer. De bed den zijn niet beslapen. Wel verduiveld! Hij kijkt naar de klok het is al tien uur Hij dwingt zich om consequent door te blü- ven denken. Op dat oogenblik wordt er op de deur geklopt. Hij weet natuurlijk niet, dat er den geheelen nacht een kellner voor de deur op wacht stond, die orders had onmiddellijk den directeur te waarschuwen,wanneer hij iets in de vertrekken van „monsieur Alexandre" hoorde. Ja, men moet zich haasten, wil men nog iets van zijn geld zien „Entrez", roept Stavisky. De directer zelf komt binnen. Hij weet, dat het niet makkelijk zijn zal, geld los x krijgen. Eerst informeert hij beleefd, hoe mon sieur den nacht heeft doorgebracht. Maar Stavisky antwoordt niet, kijkt alleen naar de rekening in de hand van den directeur. E>e directeur vertelt dan van de groote be talingen, die het hotel juist vandaag doen moet. Hij zou monsieur buitengewoon dank baar zijn, wanneer hij zoo goed zou zijn. Besluiteloos kijkt Alexander hem aan. •Dan gaat de directeur verder: „Hij zou het niet wagen, monsieur met dit verzoek las tig te vallen, maar monsieur is altijd zoo vriendelijk, dat De directer begint een beetje te stotteren, maar dit hindert niets. Stavisky weet precies waar hij aan toe is. „Loop naar den duivel", brult hij woedend. Het gezicht van den direc teur verstrakt. „Dat gaat op oplichterij lijken, mijnheer!" Een oogenblik lijkt het, aisof Sta visky handtastelijk wil worden, dan be- heerscht hij zich volkomen. „Komt u over een uur terug. Ik moet eerst even met madame sprekenU krijgt uw geld". „Madame is uit Cannes vertrokken", ant woordt de manager ijzig. De hoteldetective heeft de ochtenduren reeds besteed om uit te zoeken, waar madame gebleven is. Het scheelt weinig of Alexander had het luid uitgeschreeuwd. Dat kan toch niet Lilo kan hem toch niet in dezen vreeselijken toestand alleen gelaten hebben. „U liegt", schreeuwt hij, want hij ziet tot zijn opluchting de koffers staan, „een vrouw laat toch geen koffers achter". Maar de di recteur, die wel vaker zooiets beleefd heeft, zegt kort: „Zoover ik weet, had madame al haar juweelen aan toen zij het hotel ver liet En dit feit vernielt alle illusies, die Stavis ky nog koesterde. Hij is een gebroken man, die nu met de handen voor zijn gezicht, in een fauteuil zit. Deze slag is voor hem nog zwaarder dan het verlies van zijn geld. Nu heeft ook het geluk bij de vrouwen hem verlaten De heele bagage, Stavisky's kostbare eigen juweelen, kortom alles blijft in het hotel als pand achter. De man, die Frankrijk wilde veroveren, reist derde klas naar Parijs terug. Wanneer hij Parijs binnen stoomt, heeft hij geen tien stuivers meer. De chique Alexander brengt den eersten nacht in een asyl door Gedurende geruimen tijd voert Alexander nu het leven van een kleinen oplichter. Hij geeft nietgedekte cheques uit, betaalt geen lo gies, speelt met gemerkte kaarten in speel holen van het minste allooi en verheugt zich, wanneer hij weer honderd francs bij elkaar gegapt heeft. Maar voor hem, die met honderdduizenden gesmeten heeft, is dit leventje een hel. Lang duurt het voor eindelijk het geluk hem weer toelacht. Hij leert de beeldschoone tooneelspeelster Jane Fanny Bloch kennen. Zij bezit een eigen theatertje „Cadet Roussel", dat zij van een harer vroegere minnaars cadeau gekregen heeft. Zij verlieft zich hartstochtelijk in Alexan der Stavisky. En deze wordt door haar weei eenigszins de oude „mooie Alexander", de speler, de charmeur. Jane is zoo onzelfzuchtig en ontroerend in haar hevige liefde voor Sasja, dat zij hem haar theater schenkt. En nu, waar hij een ruggesteun heeft, komt zijn oude zekerheid weer terug. Hij speelt niet meer in obscure speelholen om honderd FrancsNu zoekt hij weer de elegante clubs op en speelt om duizenden FrancsHij is weer mondain grootscheeps weer „Alexander de Veroveraar". Zijn geluk bij het spel keert weer terug. Groote sommen stroomen in zijne zakken. LX? vrouwen omzwermen hem weer en nu is hij het die ondankbaar is. Hij laat de vrouw, die hem zelfs een thea ter schonk, in de steek wanneer hij een mooiere en rijkere vrouw ontmoet Madame P. was de geliefde van een Oos- tersch tabakshandelaar. De millioenen van dezen man worden via madame P. in de zak ken van Stavisky overgeheveld. En wanneer deze millioenen eenmaal zijn eigendom zijn laat hij ook haar zitten. Hij begint naam te maken, komt in aanra king met de goede kringen. Hij heeft nu goe de manieren gekregen, slechts zelden valt het mondaine masker en komt de grove oplichter te zien. Slechts zijn vrouwenziekte is hij niet kwijt geraakt totook bij hem de „groote liefde" haar intrede doet. Met zijn laatste vriendinnetje stapt hij een van de chiqueste modehuizen binnen aan de Champs Elysée, om voor haar een passende kleedij te zoeken. Mannequins toonen de fraaiste toiletten Plotseling schrikt Alexander op. Een mannequin paradeert nu voor hem, die hem een geheel nieuwe sensatie doet onder gaan. Zij is ongemeen mooi maar mooie vrou wen kent Alexander voldoende. Schoonheid alleen is niet voldoende, om hem in vuur en vlam te zetten. Hij weet het zelf niet, waarom hij bij hel zien van deze jonge vrouw zoo in de war raakt. Voor het eerst in zijn leven durft hij een vrouw niet brutaal te fixeeren. Voor het eerst in zijn leven gevoelt hij respect voor een vrouw. „Wat is er met haar?" vraagt hij zich af. Waarom is zij zoo heel anders dan de andere vrouwen, die hij tot nu toe heeft leeren ken nen en die van hem slechts hartstocht eisch- ten en dit voor liefde accepteerden. Wanneer hij haar nu voorzichtig aankijkt, welt langzaam in hem het besef op waardoor deze vrouw hem zoo opvalt. Een fluidum van reinheid en zuiverheid gaat van haar uit. Hier ontmoet hij voor het eerst een reine en onschuldige vrouw, die daarbij nog een eigen bekoring heeft. Zulke vrouwen vindt men niet vaak. Hij ziet, dat is geen moerasbloempje. Een derge lijke vrouw heeft hij nog nooit gehad. Haastig en achter den rug van zijn vrien din schrijft hij een briefje. Hij verzoekt daar in de mannequin Arlette is haar naam om een rendez-vous. Terwijl hij dichter naar Arlette toegaat, als wilde hij de japon beter bekijken, laat hij het briefje in haar hand glijden. Maar hij schijnt onhandig te zijn ge weest. Het briefje valt op den grond en zij stapt er met haar voet op. Vlug kijkt Alexander om of niemand het gezien heeft. Dan raapt hij het papiertje weer op. Ten tweeden maal probeert hij het haar te geven, maar nu merkt hij, dat Arlette de hand tot een vuist gebald heeft Hij ontmoet haar blik, zoo koel en vernieti gend, dat hij bloost. Duivels, zoo een vrouw heeft hij nooit ontmoet! Hij koopt de japon, die zijn vriendin graag wil hebben en verlaat opgewonden het mode huis. Hij neemt afscheid van zijn vriendin, die pruilend heengaat. De rest van den dag brengt Alexander door in een cafétje tegenover het modehuis Hij moet haar vandaag spreken. Uren wacht hij. Dan wordt de zaak gesloten. De employés verlaten het gebouw. Arlette is een van de laatsten, die uit de deur stapt. In het eerst herkent hij haar bijna niet. Zoo bescheiden en eenvoudig is zij gekleed. Maar aan dezen soepelen loop, de trotsche houding van het hoofd herkent hij haar toch. Hij loopt achter haar aan. Voor het eerst voelt hij een zekere beklemdheid. Arlette wacht op een bus. Hij spreekt haar aan, maar weer negeert zij hem. En Alexan der begaat een fout. Hij, die zijn leven lang met demi-mondaines omging, praat ook tegen deze vrouw over juweelen en kleeren. Zij ant woordt nog steeds niet. Pas wanneer hij over geld gaat praten, vaart zij woedend uit „zul ke menschen zijn voor u" en wijst naar een voorbij slenterende prostitué. En voor hij weet wat er gebeurt, springt zij op een voor bijrijdende atobus en laat Alexander woest achter. „Zij is geraffineerd. Maar ik krijg haar wel Den volgenden dag stuurt Stavisky een de tective achter haar aan. Hij is er nu van over tuigd, dat zij zich een beetje interessant wil de maken. Beslist heeft ook zij haar vrienden, zooals de meeste Parijsche manneqins Maar hij zal haar dat „onschuldsmasker" wel afscheuren. Maar de detective geeft andere berichten: Zij heeft geen vriend, leeft van haar klein sala ris, gaat niet naar cabarets en leest vreemde talen. Bewonderaars heeft zij voldoende, maar het is bekend, dat zij niemand aan vaardt. Deze vrouw is even deugdzaam als mooi, Alexander geeft het niet op. Een onophoude lijk bombardement begint hij op de schier onneembare vesting en tenslotte wint hij haar belangstelling. Maar haar zelf kan hij slechts door een trouwbelofte winnen. En zoo verliefd is hij, dat hij daarin toestemt. SENSATIONEELE VERKLARING VAN SAITO. Geen verdragen van China met derden zonder Japan's goedkeu ring. Nog steeds wijdt de Amerikaandsche pers bijna dagelijks beschouwingen aan de Japan- sche verklaringen over de Chineesche kwes tie. Men begint den toestand in het Verre Oosten, die zich sedert de erkenning van de Sovjet-Unie eenerzijds en het begin van een vriendleijke notawisseling anderzijds eenigs zins scheen te ontspannen, opnieuw als bui tengewoon ernstig te beschouwen. Tal van bladen wijzen erop, dat terwijl de Vereenigde Staten zich meer en meer uit Latijnsch Ame rika terugtrekken, Japan een politiek procla meert, die de Monroe-leer verre in de scha duw stelt. Terwijl eergisteren nog twijfel heerschte over de beteekenis van de Japansche verkla ring en vele Amerikanen deze in wezen als niets nieuws en niet verontrustend beschouw den, ziet men de zaak thans in een nieuw licht door een verklaring van den Japanschen ambassadeur te Washington Saito in een in terview met de „Washington Star". Saito verklaarde, dat Japan voortaan aan spraak maakt op het recht om te protesteeren indien China onderhandelingen met andere staten voerde. Japan zou elke overeenkomst, die een derde mogendheid tegen het protest van Japan in met China zou sluiten, als een onvriendelijk daad beschouwen, wat volgens het diplomatieke spraakgebruik de laatste stap voor het afbreken der betrekkingen be- teekent. Japan eischt, voortaan bij alle on derhandelingen van derde staten of vertegen woordigers daarvan met de Chineesche regee ring gehoord te worden, want de Chineesche regeering is niet-in staat, haar eigen zaken te regelen, zooals de chaotische toestanden in China bewijzen. Aanleiding tot de afkondiging van dit Japansche protectoraat over China was vol gens Saito o a. het plan van een groep Frab- sche bankiers tot verstrekking van een lee ning aan China, die naar de meening van Japan niet de pacificatie van China, doch het streven der Chineesche generaals ten goede zou komen en den vrede in Oost-Azië bedrei gen. Japan heeft niets tegen het leveren van Amerikaansche tarwe en katoen aan China hoewel het precies weet, dat de Chineesche regeering goederenvoorraden, die zij op cre- diet krijgt, verkoopt en de opbrengst voor den aankoop van wapens en munitie zal gebruiken Japan weet ook, dat de met Amerikaansche hulp aangelegde vliegvelden en de uit Anie rika betrokken vliegtuigen tegen Japan ge bruikt zullen worden. In de toekomst zal Japan in dergelijke gevallen China om reken schap vragen. De weduwe van den soc.-dem. leider Koloman Wallisch, die na den opstand van 12 Februari is opgehangen, heeft Zaterdag terechtgestaan wegens hoog verraad. De vrouw ,die indertijd aan de zijde van haar man werd gearresteerd en een zenuwschok en verlammingever schijnselen kreeg, kwam strompele )d en leunend op een stok de zaal binnen. Zij verklaarde ,dat zij zich niet schuldig voelde Zij heeft slechts sigaretten en levensmiddelen aan de opstandeMn^n gegeven. Men kan haar als vrouw niet kwalijk nemen, dat zij haar man terzijde is gebleven. Het schepengerecht verklaarde haar schuldig en veroordeelde haar tot een jaar tuchthuisstraf. Van officiëele zijde wordt verklaard, dat het onwaarschijnlijk is ,dat nieuwe Britsche voorstellen in de kwestie der Ontwapening zullen worden ingediend, voor dat de algemeene commissie bijeen komt, afgezien nog van de omstandigij heid of voorstellen zullen worden inge diend. In het proces tegen de wegens de be raming van een samenzwering tegen den koning en de regeering aangeklaag de personen heeft de krijgsraad vonnis gewezen. Alle dertien beschuldigden zijn ieder tot 10 jaren tuchthuisstraf veroordeeld, terwijl de militairen voorts zullen worden gedegradeerd. De uit de gevangenis ontsnapte misdadi ger John Dillinger, werd in den staat Wis- consin, waar men zijn spoor had gevonden door een afdeeling politie van 27 man achter volgd Er ontstond een vuurgevecht, waarbij drie politiebeambten werden neergeschoten. Dillinger wist opnieuw te ontsnappen. Het gevaar bestaat, dat hij opnieuw een bende zal vormen. Het Amerikaansche staatsdeparte- ment, dat verwacht ,dat Trotzki een ver blijfsvergunning zal vragen, heeft laten doorschemeren, dat een dergelijk ver zoek niet zol worden ingewilligd. President Roosevelt heeft gisteren den sta- kenden mijnwerkers in de bruinkoolindustrie medegedeeld, dat zij hun werk dienen te her vatten, aangezien de nieuwe loonregeling in overeenstemming is met het schema van de N.R.A. In het Zuiden worden door deze rege ling de loonen eenigszins verlaagd. Nu na 26 jaar verboden te zijn ge weest het wedden in den staat New- York weer is toegestaan, was de belas ting voor de races op Lon Island heden ontzaggelijk. In den loop van den mid dag werden weddenschappen afgesloten tot een totaalbedrag van omstreeks 500.000 dollar. Het gedrang rond den bookmaker was bijwijlen zoo groot, dat zeer velen zelfs geen gelegenheid kregen hun weddenschap te plaatsen. Het Hbld. heeft een enquete ingesteld naar de meening van tot oordeelen bevoegden over de voorstellen van de spellingscom missie. De bekende letterkundige dr. P. C. Bou tens antwoordde o.a.: Van overheidswege moet tot de onderwijzers worden gezegd: „leert den kinderen de Nederlandsche taal schrijven in de spelling van De Vries en Te Winkel. Wilt ge echter moderniseeren, dan zal ik, regeering, de grenzen aangeven". Nu wordt voorgesteld, de buigingsuitgan gen weg te laten, maar daardoor zullen wij ons niet meer kunnen uitdrukken. Wat beteekent in de toekomst een zin als deze: „De koning heeft mijn vader niet ge zien". Wil de schrijver daarmee zeggen, aat de koning den vader van den schrijver niet heeft gezien, of zou het niet de bedoeling van den schrijver zijn geweest om te zeggen, dat zijn vader den koning niet heeft gezien? Laat men hier in dit geval den buigingsuit gang weg, dan doet men de taal geweld aan. Onze taal heeft een groote soepelheid De voorgestelde wijziging kan ons volk dwin gen tot veranderden zinsbouw, of tot den passieven vorm. Op de voorgestelde manier maakt men van onze taal confectie. Het moet echter zóó worden, dat de Nederlanders niet een boekje in hun jas hoeven mede te dragen, dat zij elk oogenblik moeten raadplegen, of zij de taal wel goed schrijven. De kwestie van de open klinkers schijnt ook heel moeilijk te zijn en toch is zij zeeT eenvoudig. Duidelijk moet onderscheid worden ge maakt tusschen de twee groepen van klin kers. Met de a en de u heeft geen Neder!ao der moeite. Maar waarom wordt de o, die tot dezelfde groep klinkers behoort, niet in de oplossing betrokken? Van nature staat de o in de groep van de a en de u. Daarnevens vormen de e en de i een aparte greep. De Ne derlandshe taal wemelt van de stomme e's en i's. De e en de i in open lettergrepen moete verdubbeld worden, waar zu'ks noodig is en niet, wanneer de e en de i door een klinker worden gevolgd, maar met uitzondering weer, waar ze den nadruk hebben. Het voorstel met betrekking tot het wegla ten van de ch is eveneens on'ogisch. zooa's trouwens de geheele oplossing. E>e directeur van de gemeentelijke kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres sen te Amsterdam, de heer Ch. L. van Balen, vindt de veranderde spelling van het hoogste belang. Dat de naamvals-n wordt afgeschaft, zal de lagere school zéér ten goede komen. De kweekschool-directeur kan zich met het compromis-voorstel zeer wel vereenigen. Hij wijst er op, dat wij in Nederland de geslach ten volstrekt niet meer aanvoelen. Over de kwestie van de aesthetica in de zen, aldus zijne meening, moeten wij ons heenzetten. wij moeten niet vergeten, dat die zelfde kwestie is opgeworpen, toen onze hui dige spelling werd ingevoerd en eveneens oude, ingewortelde gebruiken moesten wor den overwonnen. De heer Van Balen voelt niet, dat een snel le overgang eenig bezwaar kan opleveren. Dr. Ch. E. H. Boissevain, eere-voorzitter zoowel van de nationale als van de interna tionale Vereeniging voor Handelsonderwijs, zond het volgende antwoord: In het wel zeker, dat het aanleeren van vreemde talen op onze middelbare scholen beter zal worden door het weglaten van den naamvals-n? Zal het misschien niet moeilij ker vallen om bijv Fransch en Duitsch met de verbuigingen en de geslachten in die beide talen te leeren, dan vroeger, toen in het Ne- derlandsch ook strenge regels golden? Ik heb wel eens hooren verluiden, dat in den laatsten tijd juist deze slordigheden bij het schrijven van de Nederlandsche taal, die hoe langer hoe meer op de scholen werden toegelaten, geleid hebben tot dezelfde slordig- hden bij het aanleeren van vreemde talen. Anderzijds, wordt het aanleeren van Ne- derlandsch door buitenlanders gemakkelijker door deze nieuwe spelling? Ik meen van niet. Het lijkt mij twijfelachtig of deze vereen voudigde spelling nu het onderwijs in het Nederlandsch gemakkelijker maakt en of het niet in hooge mate verwar rend zal werken op de jongelui als zij de Ne derlandsche literatuur bestudeeren, om eener zijds geleerd te wórden, volgens de nieuwe spelling te schrijven, terwijl anderzijds zij van al onze groote dichters en schrijvers of de oude spelling zullen leeren óf een foutieve spelling (de Kolewijnsche, zooals door som mige dichters en schrijvers werd gebruikt) „De Nieuwe Gazet" (Antwerpen) is er ver ontwaardigd over, dat de kwestie van de ver eenvoudigde spelling en daarmee het lot van onze taal geheel wordt overgelaten aan den Onderwijsraad. „Dat wil zeggen", betoogt het blad, „aan hen, die belast en betaald zijn om de jeugd onze taal aan te leeren en die meenen het zichzelve alzoo gemakkelijker te maken. Wij zouden denken, aat hier vóór alle anderen stem in het kapittel behooren te hebben zij, die onze taal dagelijks gebruiken: de letterkundigen en de journalisten. Wat doen onze Vlaamsche letterkundigen, wat doet onze Koninklijke Vlaamsche Acade mie tegen het vernielingswerk, dat op onze taal, op de gansche geestelijke productie, op heel het literair patrimonium van ons volk beraamd wordt door droogstoppels, die zelve tot eenige schepping in onze taal volkomen onbekwaam zijn?" INBRAAK TE OSS. Slaapkamer onderzocht. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft te Oss een inbraak plaats gehad in de woning van den heer van den Heuvel, tim- merfabrikant en caféhouder in de Verlengde Torenstraat. Ongenoode gasten hebben, na verschillen de caféramen te hebben geforceerd, door een achterraam het huis weten binnen te dringen Zij kwamen eerst in de huiskamer. Alles werd daar doorzocht tot zelfs in den kelder. Doch hier werden slechts enkele guldens, sigaren en sigaretten buit gemaakt. De in brekers zijn, zonder den heer en mevrouw van den Heuvel te storen, de slaapkamer bin nengedrongen. Daar zagen zij kans uit een nachtkastje een beurs met zilvergeld, inhou dende ongeveer 100 en een revolver mede te nemen. Onder het nachtkastje stond een geldkistje met polissen en dergelijke papie ren. Ook dit was van hun gading. Hun bru taliteit ging nog verder. Zij poogden onder het kussen van mevrouw van den Heuvel ook nog iets te vinden, waardoor zij wakker werd Zij zette onmiddellijk de daders na, doch de ze verlieten ijlings het huis. Door het tumult werd ook de heer des huizes wakker Hij be gaf zich direct naar den burgemeester en naar de politie. Onmiddellijk werd een onder zoek ingesteld. Dank zij den speurzin van den politiehond van den rijksveldwachter Wens uit Heesch was het mogelijk reeds na enkele uren drie verdachten te arresteeren. Het zijn zekere Van G., Van R. en Van T. Toen de politie Van G. thuis wilde arrestee ren, wilde hij de deur niet opendoen. De po litie heeft zich toen met geweld toegang tot de woning verschaft. De andere arrestaties gingen gemakkelijker. Het onderzoek wordt voortgezet. Na verhoor zijn allen drie personen weer op vrije voeten gesteld. GRIEVENDE PAMFLETTEN. Maatregelen op til. Op de vragen van het Tweede-Kamerlid den heer Boon betreffende het nemen van maatregelen van regeeringswege in verband met de onlangs te Doetincnem plaats gehad hebbende verspreiding van pamfletten door in Duitschland wonende personen, leden van de Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiders Partij, heeft minister Van Schaik, minister van justitie, geantwoord, dat is ge bleken. dat van de verspreiders der pamflet ten in totaal negen personen twee inge zetenen van Doetinchem waren. Het waren allen Nederlanders. Aan de hand van de thans bestaande be palingen kan tegen het gebeurde niet worden opgetreden. Mochten soortgelijke gebeurte nissen zich herhalen, wanneer het aanhan gige wetsontwerp, houdende nadere voorzie ningen ter bescherming van de openbare orde. kracht van wet zal hebben verkregen, dan zal niet worden nagelaten de noodige maatregelen te nemen. DOODELIJKE AANRIJDING. Gisteravond is de heer L. Kraayenbrink te Terborg door een auto aangereden en op s'ag gedood.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7