Staviskycharmeur, bandiet en oplichter.
ZBUwetdand
Ds. Warners
Ds. Baar
Buitenland
Sasja's waarachtige liefde.
WEDUWE VAN WALUSCH
VEROORDEELD.
GEEN NIEUWE BRITSCHE VOOR
STELLEN MEER TE VERWACHTEN?
Inzake ontwapening.
HET PROCES TE BOEKAREST.
Het vonnis tegen de samen
zweerders.
DE BANDIET DILLINGER SCHIET
3 POLITIE-BEAMBTEN NEER.
Hij weet weer te ontkomen.
TROTZKI MAG NIET IN AMERIKA
KOMEN.
STAKING IN AMERIKAANSCHE
BRUINKOOL-INDUSTRIE
GEËINDIGD.
WEDDEN.
DE NIEUWE SPELLINGSVOOR
SCHRIFTEN.
Een onlogische oplossing.
Oordeel van directeur Kweek
school te Amsterdam.
Bezwaren bij het leeren van
vreemde talen.
Verontwaardiging van „De
Nieuwe Gazet" te Antwerpen.
zei spr te hopen, dat de verschillen in
godsdienstige opvattingen niet op de
spits zullen worden gedreven Dat zij
wel over verschil kunnen heenetappen,
achtte spr. bewezen door hun tegen
woordigheid en hij was hen iaar dank
baar voor.
Het is begrijpelijk, doch te betreuren
w— zoo zei spr. tot ds. Warners dat
onze samenwerking niet zal zijn zooals
die was tusschen U en mijn voorganger,
maar zonder elkaar afbreuk te doen, zul
len wij toch kunnen werken in de ge
meente, die aan onze zorgen is toever
trouwd, opdat mede door onzen arbeid
Gods Koninkrijk kome.
Den notabelen wenschte spr. vooral in
deze tijden toe, dat God de harten der
menschen zal openstellen voor Zijn
dienst; dan volgt de gave, het offer, van
zelf-
Bij de collega's in den ring beval spr.
zich in welwillendheid en vriendschap
verschillen geen afbreuk zullen doen
aan, de hoop uitsprekend, dat meenings-
aan persoonlijke waardeering.
Spr. zegde voorts den burgemeester
a's hoofd der stedelijke regeering dank
voor zijn aanwezigheid, waarin hij een
bewijs van belangstelling zag ook voor
de kerk en hij wenschte hem toe de
teugels van het bewind te mogen voeren
zoodanig dat orde en rust gehandhaafd
blijven.
Voor de aanstaande catechisanten
hoopte spr. een vriend te mogen wor
den hij was vol verlangen om hen met
raad en daad ter zijde te staan.
Ook bij de kerkelijke functionnarissen,
voorlezers, organisten en kosters beval
spr. zich aan, hij hoopte op prettige sa
menwerking en had groote waardeering
voor hun ambt.
Na nog familie en vrienden van elders
gedankt te hebben voor hun belangstel
ling, richtte spr. zich tot de heele ge
meente, wie hij de verzekering gaf te
willen zijn en te zullen doen wat hij
kan, maar concessies op godsdienstig
terrein moest men van hem niet verlan
gen. De zekerheid, dat God Zijn aange
zicht ook over de gemeente zal willen
lichten, gaf spr. kracht om Zijn dienaar
te zijn. Hij vroeg voor hem te willen
bidden, zooals hij het doet voor de ge
meente.
sprak de hoop uit, dat het verlangen
van ds. Terlouw in vervulling zal gaan
„en wij elkaar in elk geval niet zullen
tegenwerken en de verschillen niet zul
len zoeken. Naar mijn overtuiging zijn
er tusschen ons méér punten van over
eenstemming dan gij vermoedt, omdat
wij allen vasthouden aan denzelfden
God."
wenschte als voorzitter van den kerke-
raad den nieuwen leeraar geluk met
zijn bevestiging en intrede en verzeker
de dat in dit college altijd een goede
toon van samenwerking beerscht, on
danks verschillen in godsdienstig in
zicht. Wij hebben, zoo zei spr., vooral in
den tegenwoordigen tijd niet het recht
te zoeken naar wat verdeelt, daarentegen
moeten wij zoeken naar afzijdigen op de
velden daarbuiten en als wij daarbij be
zield zijn door een geest zooal i in Uw
preek tot uiting kwam, zullen wij zeker
kunnen samenwerken tot opbouw van
het Koninkrijk Gods.
Ook namens de ring-collega's sprak
ds. Baar een woord van welkom. In den
ring, waarin naast "vrijzinnigen ook or
thodoxe predikanten zijn, is samenwer
king zonder wrijving steeds mogelijk
geweest, en dat zal ook in de toekomst,
naar spr. hoopte, zoo zijn. Ds. Terlouw
zal daar een broederkring vinden. Spr.
hoopte dat diens werk in Alkmaar ge
zegend zal zijn en dat Gods zegen ook
op diens gezin zal dalen.
Op spr.'s verzoek zong de gemeente
den jongen herder staande toe het vier
de couplet van Ps. 121.
Ds. Terlouw dankte voor dezen zang
en voor de vriendelijke woorden der
collega's. Hij verzekerde zooveel moge
lijk te zullen trachten in samenwerking
het heil van de gemeente te dienen. Hij
wilde geen predikant zijn alleen voor
een bepaalde groep, maar voor de heele
gemeente.
Met het zingen van Ps. 65 3 werd de
godsdienstoefening beëindigd.
VI
Den volgenden ochtend ontwaakt Stavisky
met een bonzende hoofdpijn. Tot zijn eigen
verbazing vindt hij zich nog steeds in zijn
fauteuil zitten.
Waarom ligt hij niet op bed?
Wat is er toch gebeurd?
Nog steeds is hij te versuft om zich alles
te herinneren. Het slaappoedertje van zijn
Delila werkt nog steeds„Lilo, Lilo, ik
heb een vreeselijken droom gehad ik
droomde, ik was al mijn geld kwijt en
Hij zwijgt waar is Lilo? Moeilijk staat
hij op en gaat naar de slaapkamer. De bed
den zijn niet beslapen. Wel verduiveld!
Hij kijkt naar de klok het is al tien uur
Hij dwingt zich om consequent door te blü-
ven denken. Op dat oogenblik wordt er op de
deur geklopt. Hij weet natuurlijk niet, dat er
den geheelen nacht een kellner voor de deur
op wacht stond, die orders had onmiddellijk
den directeur te waarschuwen,wanneer hij iets
in de vertrekken van „monsieur Alexandre"
hoorde. Ja, men moet zich haasten, wil men
nog iets van zijn geld zien
„Entrez", roept Stavisky.
De directer zelf komt binnen. Hij weet,
dat het niet makkelijk zijn zal, geld los x
krijgen. Eerst informeert hij beleefd, hoe mon
sieur den nacht heeft doorgebracht. Maar
Stavisky antwoordt niet, kijkt alleen naar de
rekening in de hand van den directeur.
E>e directeur vertelt dan van de groote be
talingen, die het hotel juist vandaag doen
moet. Hij zou monsieur buitengewoon dank
baar zijn, wanneer hij zoo goed zou zijn.
Besluiteloos kijkt Alexander hem aan.
•Dan gaat de directeur verder: „Hij zou
het niet wagen, monsieur met dit verzoek las
tig te vallen, maar monsieur is altijd zoo
vriendelijk, dat
De directer begint een beetje te stotteren,
maar dit hindert niets. Stavisky weet precies
waar hij aan toe is. „Loop naar den duivel",
brult hij woedend. Het gezicht van den direc
teur verstrakt. „Dat gaat op oplichterij lijken,
mijnheer!" Een oogenblik lijkt het, aisof Sta
visky handtastelijk wil worden, dan be-
heerscht hij zich volkomen. „Komt u over een
uur terug. Ik moet eerst even met madame
sprekenU krijgt uw geld".
„Madame is uit Cannes vertrokken", ant
woordt de manager ijzig. De hoteldetective
heeft de ochtenduren reeds besteed om uit te
zoeken, waar madame gebleven is.
Het scheelt weinig of Alexander had het
luid uitgeschreeuwd. Dat kan toch niet
Lilo kan hem toch niet in dezen vreeselijken
toestand alleen gelaten hebben.
„U liegt", schreeuwt hij, want hij ziet tot
zijn opluchting de koffers staan, „een vrouw
laat toch geen koffers achter". Maar de di
recteur, die wel vaker zooiets beleefd heeft,
zegt kort: „Zoover ik weet, had madame al
haar juweelen aan toen zij het hotel ver
liet
En dit feit vernielt alle illusies, die Stavis
ky nog koesterde. Hij is een gebroken man,
die nu met de handen voor zijn gezicht, in
een fauteuil zit.
Deze slag is voor hem nog zwaarder dan
het verlies van zijn geld.
Nu heeft ook het geluk bij de vrouwen
hem verlaten
De heele bagage, Stavisky's kostbare eigen
juweelen, kortom alles blijft in het hotel als
pand achter.
De man, die Frankrijk wilde veroveren,
reist derde klas naar Parijs terug. Wanneer
hij Parijs binnen stoomt, heeft hij geen tien
stuivers meer.
De chique Alexander brengt den eersten
nacht in een asyl door
Gedurende geruimen tijd voert Alexander
nu het leven van een kleinen oplichter. Hij
geeft nietgedekte cheques uit, betaalt geen lo
gies, speelt met gemerkte kaarten in speel
holen van het minste allooi en verheugt zich,
wanneer hij weer honderd francs bij elkaar
gegapt heeft.
Maar voor hem, die met honderdduizenden
gesmeten heeft, is dit leventje een hel. Lang
duurt het voor eindelijk het geluk hem weer
toelacht.
Hij leert de beeldschoone tooneelspeelster
Jane Fanny Bloch kennen. Zij bezit een
eigen theatertje „Cadet Roussel", dat zij van
een harer vroegere minnaars cadeau gekregen
heeft.
Zij verlieft zich hartstochtelijk in Alexan
der Stavisky. En deze wordt door haar weei
eenigszins de oude „mooie Alexander", de
speler, de charmeur.
Jane is zoo onzelfzuchtig en ontroerend in
haar hevige liefde voor Sasja, dat zij hem
haar theater schenkt.
En nu, waar hij een ruggesteun heeft, komt
zijn oude zekerheid weer terug. Hij speelt niet
meer in obscure speelholen om honderd
FrancsNu zoekt hij weer de elegante clubs
op en speelt om duizenden FrancsHij
is weer mondain grootscheeps weer
„Alexander de Veroveraar".
Zijn geluk bij het spel keert weer terug.
Groote sommen stroomen in zijne zakken. LX?
vrouwen omzwermen hem weer en nu is
hij het die ondankbaar is.
Hij laat de vrouw, die hem zelfs een thea
ter schonk, in de steek wanneer hij een
mooiere en rijkere vrouw ontmoet
Madame P. was de geliefde van een Oos-
tersch tabakshandelaar. De millioenen van
dezen man worden via madame P. in de zak
ken van Stavisky overgeheveld.
En wanneer deze millioenen eenmaal zijn
eigendom zijn laat hij ook haar zitten.
Hij begint naam te maken, komt in aanra
king met de goede kringen. Hij heeft nu goe
de manieren gekregen, slechts zelden valt het
mondaine masker en komt de grove oplichter
te zien. Slechts zijn vrouwenziekte is hij niet
kwijt geraakt totook bij hem de „groote
liefde" haar intrede doet.
Met zijn laatste vriendinnetje stapt hij een
van de chiqueste modehuizen binnen aan de
Champs Elysée, om voor haar een passende
kleedij te zoeken.
Mannequins toonen de fraaiste toiletten
Plotseling schrikt Alexander op.
Een mannequin paradeert nu voor hem, die
hem een geheel nieuwe sensatie doet onder
gaan.
Zij is ongemeen mooi maar mooie vrou
wen kent Alexander voldoende.
Schoonheid alleen is niet voldoende, om
hem in vuur en vlam te zetten.
Hij weet het zelf niet, waarom hij bij hel
zien van deze jonge vrouw zoo in de war
raakt. Voor het eerst in zijn leven durft hij
een vrouw niet brutaal te fixeeren. Voor het
eerst in zijn leven gevoelt hij respect voor een
vrouw.
„Wat is er met haar?" vraagt hij zich af.
Waarom is zij zoo heel anders dan de andere
vrouwen, die hij tot nu toe heeft leeren ken
nen en die van hem slechts hartstocht eisch-
ten en dit voor liefde accepteerden.
Wanneer hij haar nu voorzichtig aankijkt,
welt langzaam in hem het besef op waardoor
deze vrouw hem zoo opvalt.
Een fluidum van reinheid en zuiverheid
gaat van haar uit. Hier ontmoet hij voor het
eerst een reine en onschuldige vrouw, die
daarbij nog een eigen bekoring heeft.
Zulke vrouwen vindt men niet vaak. Hij
ziet, dat is geen moerasbloempje. Een derge
lijke vrouw heeft hij nog nooit gehad.
Haastig en achter den rug van zijn vrien
din schrijft hij een briefje. Hij verzoekt daar
in de mannequin Arlette is haar naam
om een rendez-vous. Terwijl hij dichter naar
Arlette toegaat, als wilde hij de japon beter
bekijken, laat hij het briefje in haar hand
glijden. Maar hij schijnt onhandig te zijn ge
weest. Het briefje valt op den grond en zij
stapt er met haar voet op.
Vlug kijkt Alexander om of niemand het
gezien heeft. Dan raapt hij het papiertje weer
op. Ten tweeden maal probeert hij het haar
te geven, maar nu merkt hij, dat Arlette de
hand tot een vuist gebald heeft
Hij ontmoet haar blik, zoo koel en vernieti
gend, dat hij bloost. Duivels, zoo een vrouw
heeft hij nooit ontmoet!
Hij koopt de japon, die zijn vriendin graag
wil hebben en verlaat opgewonden het mode
huis.
Hij neemt afscheid van zijn vriendin, die
pruilend heengaat.
De rest van den dag brengt Alexander
door in een cafétje tegenover het modehuis
Hij moet haar vandaag spreken.
Uren wacht hij.
Dan wordt de zaak gesloten. De employés
verlaten het gebouw. Arlette is een van de
laatsten, die uit de deur stapt. In het eerst
herkent hij haar bijna niet. Zoo bescheiden
en eenvoudig is zij gekleed. Maar aan dezen
soepelen loop, de trotsche houding van het
hoofd herkent hij haar toch.
Hij loopt achter haar aan. Voor het eerst
voelt hij een zekere beklemdheid.
Arlette wacht op een bus. Hij spreekt haar
aan, maar weer negeert zij hem. En Alexan
der begaat een fout. Hij, die zijn leven lang
met demi-mondaines omging, praat ook tegen
deze vrouw over juweelen en kleeren. Zij ant
woordt nog steeds niet. Pas wanneer hij over
geld gaat praten, vaart zij woedend uit „zul
ke menschen zijn voor u" en wijst naar een
voorbij slenterende prostitué. En voor hij
weet wat er gebeurt, springt zij op een voor
bijrijdende atobus en laat Alexander woest
achter.
„Zij is geraffineerd. Maar ik krijg haar
wel
Den volgenden dag stuurt Stavisky een de
tective achter haar aan. Hij is er nu van over
tuigd, dat zij zich een beetje interessant wil
de maken.
Beslist heeft ook zij haar vrienden, zooals
de meeste Parijsche manneqins Maar hij zal
haar dat „onschuldsmasker" wel afscheuren.
Maar de detective geeft andere berichten: Zij
heeft geen vriend, leeft van haar klein sala
ris, gaat niet naar cabarets en leest vreemde
talen. Bewonderaars heeft zij voldoende,
maar het is bekend, dat zij niemand aan
vaardt.
Deze vrouw is even deugdzaam als mooi,
Alexander geeft het niet op. Een onophoude
lijk bombardement begint hij op de schier
onneembare vesting en tenslotte wint hij
haar belangstelling. Maar haar zelf kan hij
slechts door een trouwbelofte winnen. En
zoo verliefd is hij, dat hij daarin toestemt.
SENSATIONEELE VERKLARING VAN
SAITO.
Geen verdragen van China met
derden zonder Japan's goedkeu
ring.
Nog steeds wijdt de Amerikaandsche pers
bijna dagelijks beschouwingen aan de Japan-
sche verklaringen over de Chineesche kwes
tie. Men begint den toestand in het Verre
Oosten, die zich sedert de erkenning van de
Sovjet-Unie eenerzijds en het begin van een
vriendleijke notawisseling anderzijds eenigs
zins scheen te ontspannen, opnieuw als bui
tengewoon ernstig te beschouwen. Tal van
bladen wijzen erop, dat terwijl de Vereenigde
Staten zich meer en meer uit Latijnsch Ame
rika terugtrekken, Japan een politiek procla
meert, die de Monroe-leer verre in de scha
duw stelt.
Terwijl eergisteren nog twijfel heerschte
over de beteekenis van de Japansche verkla
ring en vele Amerikanen deze in wezen als
niets nieuws en niet verontrustend beschouw
den, ziet men de zaak thans in een nieuw
licht door een verklaring van den Japanschen
ambassadeur te Washington Saito in een in
terview met de „Washington Star".
Saito verklaarde, dat Japan voortaan aan
spraak maakt op het recht om te protesteeren
indien China onderhandelingen met andere
staten voerde. Japan zou elke overeenkomst,
die een derde mogendheid tegen het protest
van Japan in met China zou sluiten, als een
onvriendelijk daad beschouwen, wat volgens
het diplomatieke spraakgebruik de laatste
stap voor het afbreken der betrekkingen be-
teekent. Japan eischt, voortaan bij alle on
derhandelingen van derde staten of vertegen
woordigers daarvan met de Chineesche regee
ring gehoord te worden, want de Chineesche
regeering is niet-in staat, haar eigen zaken te
regelen, zooals de chaotische toestanden in
China bewijzen.
Aanleiding tot de afkondiging van dit
Japansche protectoraat over China was vol
gens Saito o a. het plan van een groep Frab-
sche bankiers tot verstrekking van een lee
ning aan China, die naar de meening van
Japan niet de pacificatie van China, doch het
streven der Chineesche generaals ten goede
zou komen en den vrede in Oost-Azië bedrei
gen. Japan heeft niets tegen het leveren van
Amerikaansche tarwe en katoen aan China
hoewel het precies weet, dat de Chineesche
regeering goederenvoorraden, die zij op cre-
diet krijgt, verkoopt en de opbrengst voor den
aankoop van wapens en munitie zal gebruiken
Japan weet ook, dat de met Amerikaansche
hulp aangelegde vliegvelden en de uit Anie
rika betrokken vliegtuigen tegen Japan ge
bruikt zullen worden. In de toekomst zal
Japan in dergelijke gevallen China om reken
schap vragen.
De weduwe van den soc.-dem. leider
Koloman Wallisch, die na den opstand
van 12 Februari is opgehangen, heeft
Zaterdag terechtgestaan wegens hoog
verraad. De vrouw ,die indertijd aan de
zijde van haar man werd gearresteerd en
een zenuwschok en verlammingever
schijnselen kreeg, kwam strompele )d
en leunend op een stok de zaal binnen.
Zij verklaarde ,dat zij zich niet schuldig
voelde Zij heeft slechts sigaretten en
levensmiddelen aan de opstandeMn^n
gegeven. Men kan haar als vrouw
niet kwalijk nemen, dat zij haar man
terzijde is gebleven.
Het schepengerecht verklaarde haar
schuldig en veroordeelde haar tot een
jaar tuchthuisstraf.
Van officiëele zijde wordt verklaard,
dat het onwaarschijnlijk is ,dat nieuwe
Britsche voorstellen in de kwestie der
Ontwapening zullen worden ingediend,
voor dat de algemeene commissie bijeen
komt, afgezien nog van de omstandigij
heid of voorstellen zullen worden inge
diend.
In het proces tegen de wegens de be
raming van een samenzwering tegen
den koning en de regeering aangeklaag
de personen heeft de krijgsraad vonnis
gewezen. Alle dertien beschuldigden
zijn ieder tot 10 jaren tuchthuisstraf
veroordeeld, terwijl de militairen voorts
zullen worden gedegradeerd.
De uit de gevangenis ontsnapte misdadi
ger John Dillinger, werd in den staat Wis-
consin, waar men zijn spoor had gevonden
door een afdeeling politie van 27 man achter
volgd Er ontstond een vuurgevecht, waarbij
drie politiebeambten werden neergeschoten.
Dillinger wist opnieuw te ontsnappen. Het
gevaar bestaat, dat hij opnieuw een bende
zal vormen.
Het Amerikaansche staatsdeparte-
ment, dat verwacht ,dat Trotzki een ver
blijfsvergunning zal vragen, heeft laten
doorschemeren, dat een dergelijk ver
zoek niet zol worden ingewilligd.
President Roosevelt heeft gisteren den sta-
kenden mijnwerkers in de bruinkoolindustrie
medegedeeld, dat zij hun werk dienen te her
vatten, aangezien de nieuwe loonregeling in
overeenstemming is met het schema van de
N.R.A. In het Zuiden worden door deze rege
ling de loonen eenigszins verlaagd.
Nu na 26 jaar verboden te zijn ge
weest het wedden in den staat New-
York weer is toegestaan, was de belas
ting voor de races op Lon Island heden
ontzaggelijk. In den loop van den mid
dag werden weddenschappen afgesloten
tot een totaalbedrag van omstreeks
500.000 dollar. Het gedrang rond den
bookmaker was bijwijlen zoo groot, dat
zeer velen zelfs geen gelegenheid kregen
hun weddenschap te plaatsen.
Het Hbld. heeft een enquete ingesteld
naar de meening van tot oordeelen bevoegden
over de voorstellen van de spellingscom
missie.
De bekende letterkundige dr. P. C. Bou
tens antwoordde o.a.: Van overheidswege
moet tot de onderwijzers worden gezegd:
„leert den kinderen de Nederlandsche taal
schrijven in de spelling van De Vries en Te
Winkel. Wilt ge echter moderniseeren, dan
zal ik, regeering, de grenzen aangeven".
Nu wordt voorgesteld, de buigingsuitgan
gen weg te laten, maar daardoor zullen wij
ons niet meer kunnen uitdrukken.
Wat beteekent in de toekomst een zin als
deze: „De koning heeft mijn vader niet ge
zien". Wil de schrijver daarmee zeggen, aat
de koning den vader van den schrijver niet
heeft gezien, of zou het niet de bedoeling
van den schrijver zijn geweest om te zeggen,
dat zijn vader den koning niet heeft gezien?
Laat men hier in dit geval den buigingsuit
gang weg, dan doet men de taal geweld
aan. Onze taal heeft een groote soepelheid
De voorgestelde wijziging kan ons volk dwin
gen tot veranderden zinsbouw, of tot den
passieven vorm. Op de voorgestelde manier
maakt men van onze taal confectie. Het moet
echter zóó worden, dat de Nederlanders niet
een boekje in hun jas hoeven mede te dragen,
dat zij elk oogenblik moeten raadplegen, of
zij de taal wel goed schrijven.
De kwestie van de open klinkers schijnt
ook heel moeilijk te zijn en toch is zij zeeT
eenvoudig.
Duidelijk moet onderscheid worden ge
maakt tusschen de twee groepen van klin
kers. Met de a en de u heeft geen Neder!ao
der moeite. Maar waarom wordt de o, die tot
dezelfde groep klinkers behoort, niet in de
oplossing betrokken? Van nature staat de o
in de groep van de a en de u. Daarnevens
vormen de e en de i een aparte greep. De Ne
derlandshe taal wemelt van de stomme e's en
i's. De e en de i in open lettergrepen moete
verdubbeld worden, waar zu'ks noodig is en
niet, wanneer de e en de i door een klinker
worden gevolgd, maar met uitzondering
weer, waar ze den nadruk hebben.
Het voorstel met betrekking tot het wegla
ten van de ch is eveneens on'ogisch. zooa's
trouwens de geheele oplossing.
E>e directeur van de gemeentelijke kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeres
sen te Amsterdam, de heer Ch. L. van Balen,
vindt de veranderde spelling van het hoogste
belang. Dat de naamvals-n wordt afgeschaft,
zal de lagere school zéér ten goede komen.
De kweekschool-directeur kan zich met het
compromis-voorstel zeer wel vereenigen. Hij
wijst er op, dat wij in Nederland de geslach
ten volstrekt niet meer aanvoelen.
Over de kwestie van de aesthetica in de
zen, aldus zijne meening, moeten wij ons
heenzetten. wij moeten niet vergeten, dat die
zelfde kwestie is opgeworpen, toen onze hui
dige spelling werd ingevoerd en eveneens
oude, ingewortelde gebruiken moesten wor
den overwonnen.
De heer Van Balen voelt niet, dat een snel
le overgang eenig bezwaar kan opleveren.
Dr. Ch. E. H. Boissevain, eere-voorzitter
zoowel van de nationale als van de interna
tionale Vereeniging voor Handelsonderwijs,
zond het volgende antwoord:
In het wel zeker, dat het aanleeren van
vreemde talen op onze middelbare scholen
beter zal worden door het weglaten van den
naamvals-n? Zal het misschien niet moeilij
ker vallen om bijv Fransch en Duitsch met
de verbuigingen en de geslachten in die beide
talen te leeren, dan vroeger, toen in het Ne-
derlandsch ook strenge regels golden?
Ik heb wel eens hooren verluiden, dat in
den laatsten tijd juist deze slordigheden bij
het schrijven van de Nederlandsche taal, die
hoe langer hoe meer op de scholen werden
toegelaten, geleid hebben tot dezelfde slordig-
hden bij het aanleeren van vreemde talen.
Anderzijds, wordt het aanleeren van Ne-
derlandsch door buitenlanders gemakkelijker
door deze nieuwe spelling? Ik meen van
niet. Het lijkt mij twijfelachtig of deze vereen
voudigde spelling nu het onderwijs in
het Nederlandsch gemakkelijker maakt
en of het niet in hooge mate verwar
rend zal werken op de jongelui als zij de Ne
derlandsche literatuur bestudeeren, om eener
zijds geleerd te wórden, volgens de nieuwe
spelling te schrijven, terwijl anderzijds zij van
al onze groote dichters en schrijvers of de
oude spelling zullen leeren óf een foutieve
spelling (de Kolewijnsche, zooals door som
mige dichters en schrijvers werd gebruikt)
„De Nieuwe Gazet" (Antwerpen) is er ver
ontwaardigd over, dat de kwestie van de ver
eenvoudigde spelling en daarmee het lot van
onze taal geheel wordt overgelaten aan den
Onderwijsraad. „Dat wil zeggen", betoogt
het blad, „aan hen, die belast en betaald
zijn om de jeugd onze taal aan te leeren en
die meenen het zichzelve alzoo gemakkelijker
te maken. Wij zouden denken, aat hier vóór
alle anderen stem in het kapittel behooren te
hebben zij, die onze taal dagelijks gebruiken:
de letterkundigen en de journalisten.
Wat doen onze Vlaamsche letterkundigen,
wat doet onze Koninklijke Vlaamsche Acade
mie tegen het vernielingswerk, dat op onze
taal, op de gansche geestelijke productie, op
heel het literair patrimonium van ons volk
beraamd wordt door droogstoppels, die zelve
tot eenige schepping in onze taal volkomen
onbekwaam zijn?"
INBRAAK TE OSS.
Slaapkamer onderzocht.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft te Oss een inbraak plaats gehad in de
woning van den heer van den Heuvel, tim-
merfabrikant en caféhouder in de Verlengde
Torenstraat.
Ongenoode gasten hebben, na verschillen
de caféramen te hebben geforceerd, door een
achterraam het huis weten binnen te dringen
Zij kwamen eerst in de huiskamer. Alles
werd daar doorzocht tot zelfs in den kelder.
Doch hier werden slechts enkele guldens,
sigaren en sigaretten buit gemaakt. De in
brekers zijn, zonder den heer en mevrouw
van den Heuvel te storen, de slaapkamer bin
nengedrongen. Daar zagen zij kans uit een
nachtkastje een beurs met zilvergeld, inhou
dende ongeveer 100 en een revolver mede
te nemen. Onder het nachtkastje stond een
geldkistje met polissen en dergelijke papie
ren. Ook dit was van hun gading. Hun bru
taliteit ging nog verder. Zij poogden onder
het kussen van mevrouw van den Heuvel ook
nog iets te vinden, waardoor zij wakker werd
Zij zette onmiddellijk de daders na, doch de
ze verlieten ijlings het huis. Door het tumult
werd ook de heer des huizes wakker Hij be
gaf zich direct naar den burgemeester en
naar de politie. Onmiddellijk werd een onder
zoek ingesteld. Dank zij den speurzin van
den politiehond van den rijksveldwachter
Wens uit Heesch was het mogelijk reeds na
enkele uren drie verdachten te arresteeren.
Het zijn zekere Van G., Van R. en Van T.
Toen de politie Van G. thuis wilde arrestee
ren, wilde hij de deur niet opendoen. De po
litie heeft zich toen met geweld toegang tot
de woning verschaft. De andere arrestaties
gingen gemakkelijker.
Het onderzoek wordt voortgezet.
Na verhoor zijn allen drie personen weer
op vrije voeten gesteld.
GRIEVENDE PAMFLETTEN.
Maatregelen op til.
Op de vragen van het Tweede-Kamerlid
den heer Boon betreffende het nemen van
maatregelen van regeeringswege in verband
met de onlangs te Doetincnem plaats gehad
hebbende verspreiding van pamfletten door
in Duitschland wonende personen, leden van
de Nationaal-Socialistische Nederlandsche
Arbeiders Partij, heeft minister Van Schaik,
minister van justitie, geantwoord, dat is ge
bleken. dat van de verspreiders der pamflet
ten in totaal negen personen twee inge
zetenen van Doetinchem waren. Het waren
allen Nederlanders.
Aan de hand van de thans bestaande be
palingen kan tegen het gebeurde niet worden
opgetreden. Mochten soortgelijke gebeurte
nissen zich herhalen, wanneer het aanhan
gige wetsontwerp, houdende nadere voorzie
ningen ter bescherming van de openbare
orde. kracht van wet zal hebben verkregen,
dan zal niet worden nagelaten de noodige
maatregelen te nemen.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Gisteravond is de heer L. Kraayenbrink te
Terborg door een auto aangereden en op s'ag
gedood.