DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA.
55iunenCand
den
- opwekkenden
Kt- pepermunlsmaak
De Nijenrode-zaak.
DE STERRENHEMEL VAN 25 APRIL—2 MEI 1934, 21 h MT.
C> EERSTE
©VOIIEMAAN
3 ujtsrre kvmïiier
ZUIP
worden uitgeoefend, alles te wenschen over
gelaten en is ter zitting van de rechtbank
ook het beleid van den toenmaligen directeur,
den heer Claassen, ter sprake geweest, even
als in den gemeenteraad.
iJ^i S€tuigenverhoor luidde de eisch tegen
elk der verdachten een jaar gevangenisstraf
ue verdediger, mr. de Vrieze, pleitte vrij-
spraak.
Te ruim half elf werd met de behandeling
een aanvang gemaakt.
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 24 April.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
EEN EGMONDSCHE REVOLVER-
HELD.
Schietpartij in de duinen.
De Egmonder visscher Jan D., een lid
uit het gezin, waarvan de mannelijke leden
bekend staan als de „kneutjes'', is een broeder
van den jongen man, die in een November
nacht van 1932, gedurende een strooptocht in
de duinen, in een conflict met een jacht
opziener Joop v. d. Berg, werd neerge
schoten. Ook Jan D. is een hartstochtelijke
strooper, 'n hartstocht, die door den treu-
rigen toestand van het visschersbedrijf nog
wordt aangewakkerd en hij is dan ook een
habitueelen klant van den kantonrechter. Ook
in den nacht van 8 Februari bevond Jan zich
met zijn broer Kees op het strooperspad in
de Berger duinen en toen werden de heeren
door den rijksveldwachter v. d. Leeghte en
zijn collega W. Mol betrapt en nagezeten
Onder deze achtervolging loste Jan D. een
revolverschot, waardoor den politiehond van
Mol, die ook aan de achtervolging deelnam
aan zijn poot werd getroffen. Aanvankelijk
werd vermoed, dat de kneut het op de veld
wachters had voorzien en werd hij gearres
teerd en in voorarrest gesteld. Jan beweerde
evenwel te hebben geschoten om zich tegen
de aanvallen van den hond te verdedigen en
hij werd na eenigen tijd te hebben gebromd,
uit het voorarrest ontslagen. Hedenmorgen
stond hij terecht en was de revolver als stuk
van overtuiging aanwezig.
Aan Jan D. was bij dagvaarding telasie
gelegd, dat hij op 8 Februari met honden op
konijnen stroopende, geen aandacht had ge
schonken aan het bevel van v. d Leeghte, om
te blijven staan en voorts dat hij den hond
van W. Mol een schot uit een met scherp ge
laden browning lostte, waardoor de hond
werd verwond.
v. d. Leeghte had onder de achtervolging
duidelijk opgemerkt, dat verdachte zich om
draaide en op den hond schoot, ook schoot
Jan D. later op den hond van zijn collega
Mol, met gevolg, dat het dier in de linker-
voorpoot werd gewond, aan welke verwon
ding deze hond later is gestorven. Deze hond
was geen gedresseerde rijkspolitiehond en
had lang niet zooveel waarde als de hond
van v. d. Leeghte, die f 80 van aankoop
kostte, waarbij nog kwam de onkosten van
africhting.
Door Jan D. werd beweerd, dat hij het
bevel om te blijven staan niet had gehoord1.
Hij had op een zwarte hond geschoten, omdat
deze hem aanviel.
Door v. d- Leeghte werd getoond het door
een schot getroffen linkerpootvoorbeen van
den gestorven hond. v. d. Leeghte had de
persoonlijke meening, dat het laatste schot
eigenlijk was bestemd voor de veldwachters.
Dat is hem niet ten laste gelegd, vermeende
president mr Ledeboer.
In ieder geval was den aanval van den
Ihond niet zoodanig dat het schot gewettigd
was, zeide v d- Leeghte.
De verdachte toonde een rooden halsdoek,
waarvan een reep was afgescheurd, zoo hij
beweerde, door den zwarten hond die hem
aanviel. Hij had niet de bedoeling de hond
te raken, meer om hem af te schrikken.
Mr. Judell, de raadsman en verdediger
van verdachte richtte met betrekking tot het
schieten dpor zijn cliënt eenige vragen aan
getuige v. d. Leeghte en informeerde ook
naar den kogel, die echter niet is gevonden.
De doodgeschoten hond was een fouk Bou
vier.
De rijksveldwachte Mol, als tweede ge
tuige geïnterpelleerd, onderschreef de ver
klaringen van zijn collega, die op een af
stand van 25 a 30 Meter duidelijk had ge
sommeerd. Getuige had niet gezien, dat Jan
D. op zijn hond had geschoten. Later be
merkte getuige, die de schoten wel had ge
hoord, dat' zijn hond gewond was. De hond
-viel niet aan, omdat hij daartoe niet het be-
Vel „vast" had gekregen, wel sprong hij om
Jan D. heen.
De veldwachter reclameerde voorts 80
voor den hond en 25 voor geneeskundige
behandeling, schadevergoeding.
Verdachte verklaarde dat het voor hem
geen kunst zou geweest zijn, om den hond
dood te schieten. De prijs voor den hond
vond verdachte zeer hoog. Pleiter betwijfel
de of verdachte, een werklooz'e visscher, 'n
dergelijk bedrag wel zou kunnen opbren-
gen.
De president bracht verdachte in herinne
ring, dat hij door het Hof te Amsterdam
was veroordeeld tot 14 dagen gevangenis
straf wegens mishandeling van een ambte
naar, het viel dus te betwijfelen, of hij aan
een bevel van een ambtenaar om te blijven
staan, zou voldoen.
Verdachte repliceerde, dat geen_ enkele
strooper aan 'n dergelijk bevel, op 25 of 30
Meter afstand gegeven, zal gehoorzamen,
bovendien had verdachte dit bevel niet ge
hoord.
Ben je doof? vroeg de president.
Nau, oewel 'n beetje, antwoordde Jan tot
algemeene hilariteit der supporters in de
Engelenbak.
Requisitoir.
De officier, requisitoir houdende, nam niet
aan, dat verdachte, zooals hij ook had be
weerd, de veldwachters voor andere stroo-
pers hield en hij toen aan den haal zou zjjn
gegaan. Zoo hard loopen stroopers niet weg
voor collega's!
Voorts besprak de officier de kwestie van
het waarschuwingsschot, nota bene, een
waarschuwingsschot door een strooper!. De
rollen werden hier omgekeerd en wel door
'n man, die niet eens een revolver in zijn
bezit mocht hebben!
De officier zou trachten aan dergelijke
practijken een einde te maken, dat zou aan
het slot van zijn requisitoir wel blijken.
Het was nog in het voordeel van ver
dachte, dat de hond van Mol geen afgerichte
politiehond was, want ware dit wel zoo ge
weest, dan zou de daad van verdachte wor
den aangemerkt als verzet tegen de politie
zelf!
Een jaar gevangenisstraf geëischt.
De officier wenschte verdachte, die zich
reeds vroeger tegen het wettig gezag keerde,
met gestrengheid te behandelen en requi-
reerde tegen verdachte ljaar gevan-
genisstr a f.
Het pleidooi.
Mr. Judell wflde den officier de door hem
uitgesproken illusie, dat hij de zaak zwak
vond, direct ontnemen. Integendeel achtte
pleiter zijn zaak zeer sterk. Door pleiter werd
voorts aangevallen de dagvaarding en ver
meende dat het geenszins vast stond, dat ver
dachte zich schuldig had gemaakt aan stroo-
perij of eenige andere jaebtwetovertreding.
En daarom was er voor verdachte en zijn
metgezellen geen motief om op een politie-
bevel te blijven staan.
Voorts trachtte pleiter aan te toonen, dat
van op heeterdaad betrappen geen sprake
was, tot welk einde door pleiter eenige des
betreffende arresten van den Hoogen Raad
werden geciteerd. Een en ander in verband
met de toepassing van art. 84 Wetb. van
Strafrecht.
Dat de hond van Mol niet zou aanvallen,
kon verdachte niet worden gegarandeerd,
zooals pleiter illustreerde door een toepasse
lijke aneodoie
Ten slotte achtte pleiter beide feiten, Jan
D. telaste gelegd, niet bewezen of niet straf
baar en concludeerde pleiter vrijspraak en
ontslag van rechtsvervolging.
De officier verdedigde hierop nog nader
zijn dagvaarding en de daarmede verband
houdende hooge eisch en werd vervolgens
door pleiter beantwoord, waarop de behan
deling werd gesloten en de uitspraak be
paald op a.s. week.
De verdediging aan het woord,
In de middagzitting van gisteren zijn de
pleidooien in de zaak-Nijenrode begonnen.
Na heropening van de zitting ving dade
lijk mr Muller Massis met zijn pleitrede aan.
Het verheugde spr. dat het O.M. in het re
quisitoir ook met enkele woorden het fu
neste optreden van den detective Johanknegt
heeft gehekeld, want deze is het geweest die
vele overigens eerlijke menschen heeft verleid
tot stappen, die zij anders zeker achterwege
zouden hebben gelaten.
Intusschen bleef het de groote grief van de
verdediging, dat de verdachten in deze zaak
tevens als getuigen tegen elkaar werden ge
hoord
Er heeft in deze zaak een zeer sterke sug
gestie plaats gehad, een suggestie die zich
kort na de arrestatie van den verdachte al
openbaarde in couranten, die den verdachte
onmiddellijk doodverfde als den dader. En
't komt pleiter voor, dat 't O.M. zelf ook min
of meer onder den invloed is gekomen van
zijn eigen suggestie. Want het is in deze zaak
duidelijk gebleken, dat het O.M. „partij" is.
In de dagvaarding wordt den verdachte ten
laste gelegd dat met zijn medeweten en met
zijn hulp kostbaarheden van Nijenrode zijn
weggehaald en als bewijs heeft het O.M.
aangevoerd het feit, dat Onnes na zijn ar
restatie is blijven zwijgen over de chantage
poging van Koning. Toch is dit feit psycholo
gisch zeer goed verklaarbaar.
Onnes heeft verklaard dat hij bevreesd was
voor Koning en hem niet durfde verraden.
Na zijn arrestatie heeft verdachte onmiddel
lijk contact gezocht met zijn advocaat. Mr.
Kappeijne was toen echter uitstedig en zoo
kon het gebeuren, dat de politie den verdach
te viermaal een verhoor afnam, vóórdat deze
in staat was zijn advocaat te raadplegen. Na
zijn eerste onderhoud met zijn advocaat is de
verdachte onmiddellijk met zijn beschuldi
ging aan het adres van Koning voor den dag
gekomen
Het requisitoir van het O.M. is voor het
grootste gedeelte gebaseerd op verklaringen
van Koning. Deze verklaringen zijn echter op
tal van punten in strijd met hetgeen de an
dere getuigen in deze zaak hebben beweerd.
Koning heeft bijv. beweerd, dat hij reeds bij
zijn eerste bezoek aan Niienrode van Onnes
een compleet voorstel heeft gekregen om een
inbraak te ensceneeren, en dat terwijl Onnes
Koning beschouwde als een zeer fatsoenlijk
mensch.
Tegelijkertijd is het onaannemelijk, dat
iemand aan een ander, dien hij kent als een
eerlijk man, een dergelijk voorstel zou doen
Visioenen van een gouden krui
wagen.
Koning zelf zegt, dat hij hoog tegen On
nes opzag, iemand die over millioenen ging
en reed in een grooten gouden kruiwagen.
Zijn deze visioenen van een millioenendans
en een gouden kruiwagen eigenlijk geen typi
sche staaltjes van de pathologische affecten
van den getuige Koning?
Blijken die psychologische affecten ook niet
uit de herhaaldelijk door Koning in het voor
onderzoek geuite bedreigingen aan het adres
van Onnes? De verdachte heeft den getuige
Koning getart met zijn onthullingen voor den
dag te komen, maar Koning heeft niets kun
nen beweren en nog minder kunnen bewij
zen.
Eigenaardig is het ook, dat Koning in zijn
beschuldigingen tegen Onnes steeds positie
ver is geworden.
Het was wel degelijk in Koning's voordeel
om te verklaren, zooals hij gedaan heeft.
Want als er een strafzaak-Nijenrode bestaar,
dan zouden Koning en Onnes naast elkaar
behooren te zitten in de beklaagdenbank. Als
er misdrijf is gepleegd, dan is dit misdrijf of
wel gezamenlijk door Onnes en Koning be
raamd, ofwel berust het op een imaginatie
van Koning. Pleiter helde over tot deze laat
ste meening en hij grondde die meening op
de wijze waarop Koning gekomen is tot zijn
bekentenis. De bewijzen stapelden zich op
tegen Koning en deze voelde wel, dat hij ver
loren was als er nog maar één bezwarende
verklaring tegen hem zou worden geuit. En
die eene bezwarende verklaring bleef niet
uit, was integendeel afkomstig van den heer
Onnes. Koning voelde toen, hoe de zoeklich
ten der justitie op hem gericht waren. En
toen, in uitersten nood, heeft hij zich als ver
dachte met een handige tour-de-mam een
plaats verzekerd in de tweede rij.
En daarmee heeft hij een koloesaal succes
gehad, want Koning, die anders misschien
tot twee of drie jaar gevangenisstraf veroor
deeld zou zijn, is na tien maanden preventie
ve hechtenis weer op vrije voeten gesteld,
zulks in schrijnende tegenstelling tot den
verdachte Onnes, die zich nog steeds in pre
ventieve hechtenis bevindt.
Als Koning inderdaad slechts medeplichti
ge was geweest van Onnes, zou zijn veront
waardiging over de beschuldiging van chan
tage zich hebben moeten uiten in een spon
tane beschuldiging aan het adres van On
nes. Bij Koning is deze normale reactie
echter uitgebleven.
Hij heeft verzocht zijn advocaat te mogen
spreken en hij won zoodoende enkele uren
tijd, welk tijdsverloop hij kon benutten om
zijn bekentenis voor te bereiden Dat Koning
op zich genomen zou hebben voor de in
braak te zorgen, zonder daarvoor een vergoe
ding te vragen of te ontvangen, moet even
eens als onaannemelijk worden afgewezen.
Stomme getuigen.
De twee eenige stomme getuigen in deze
heele zaak zijn feitelijk het schetsteekeninge-
tje dat Onnes aan Koning zou hebben mee
gegeven en het mes met den champagnehaak,
waarmede de ruitjes uit het lood gelicht kon
den worden.
Deze twee stomme getuigen zijn verdwe
nen.
Uit de beschrijving die verschillende getui
gen hebben gegeven van deze schetsteekening
is één ding wel heel duidelijk gebleken: n.L
dat Onnes niet de maker daarvan is geweest
want wanneer de verhuizers den weg hadden
gevolgd, op de schetsteekening aangegeven,
zouden zij het kasteel nooit bereikt hebben.
Is het inderdaad niet zeer waarschijnlijk
dat Koning zelf de maker van de teekening en
de eigenaar van het mes is geweest? De om
standigheden wijzen wel in die richting.
Het feit, dat Koning zooveel bijzonderhe
den over de situatie op Nijenrode kende,
wijst dus nog niet op medeplichtigheid van
Onnes.
Verhuizers of inbrekers?
Ondanks Konings bewering, dat het
slechts een verhuizing en geen inbraak was.
staat het vast, dat het bezoek van de drie ver
huizers aan Nijenrode in alle onderdeelen ge
lijkenis vertoonde met een gewone inbraak.
Dat de twee spoorloos verdwenen schilde
rijen niet door de verhuizers zijn meegeno
men, neemt het O.M. aan, alleen op grond
van de verklaringen van deze menschen zelf.
Het is nog nooit voorgekomen dat het O.M.
zooveel waarde hecht aan beweringen van
menschen, die er hun werk van maken om 's
nachts binnen te dringen in andermans hui
zen.
Dat de poort van het kasteel in den nacht
van de inbraak open heeft gestaan, moet op
grond van de verschillende getuigenverkla
ringen worden beschouwd als een zuiver toe
val.
In elk geval is wel zeker, dat de heer On
nes niet debet is geweest aan het openstaan
van de kasteelpoort.
Pleiter brak om vijf uur zijn pleidooi af.
De president schorste de zitting tot Donder
dagmiddag.
DE MOORD TE WASPIK.
Een verdachte gearresteerd.
De justitie en politie hebben gister
middag het onderzoek naar den moord
te Waspik met kracht voortgezet. Ver
schillende personen werden gehoord;
een van hen, zekere P. v. O. uit Kapelle,
die met den verslagene het laatst in het
café „Middenhuis" heeft gezeten en met
hem is vertrokken, is gearresteerd en
naar Waalwijk overgebracht. Op zijn in
beslag genomen kleeren is bloed gevon
den, dat door dr. van Ledden Hulzebos
uit Amsterdam nader zal worden onder
zocht. Van O was gisteren te half zeven
nog even naar de plaats van het gebeur-
d gaan kijken. Er bestaa: ernstige aan
wijzingen. Verdachte heeft nog niet he
ken i.
FAMILIE IN DE MODDER.
Een 6pelend knaapje geraakte in de
nabijheid van de woningen van het z.g
Blauwe Zand, aan de overzijde van het
IJ in een moddersloot. Op het geroep
van het driejarig ventje kwam zijn
S«r V* Stootte, «I
Ster 2* groottt.
Ster '/i I* gr.
Melkweg
Wettelijk I
Bureau laduatrieeka
Eigendom onder No*
043>4|
'NIEUVE RMN
Sterretijd
11 h 13 min
In drukletters vermeld zijn de namen
van de sterrebeeiden; de eigennamen
van een aantal der helderste sterren
zijn in schrijfletters geteekend.
Twee maantjes: 25 tusschen Leeuw en
Maagd; 28 nabij Jupiter en Spica.
VEHüS
MJÜ2S<S>
JUPITËBQ
SftTUBM&Qj
broertje, een jongetje van 12 jaar, te
hulp. Doch ook dit knaapje zakte in de
modder De moeder wilde daarop hulp
bieden. Zij onderging het zelfde lot.
Een bewoner van den Waddendijk was
gelukkiger. Deze trok er de geheele fa
milie uit.
ONBEWAAKTE OVERWEG.
Meisje overreden.
Gistermiddag is te Apeldoorn op den
onbewaakten overweg, nabij de Kayers-
brug over het Apeldoornsch-Dierensche
kanaal, de 17-jarige H. Hendriks uit
Kiarenbeek door den trein, die om 15.21
uur uit Apeldoorn vertrekt, gegrepen
en op slag gedood.
HET MYSTERIE OP DE
REEUWIJKSCHE PLASSEN.
Stuk fiets en twee fleschjes gevonden.
Naar de Tel. verneemt, zal aan den
visscher Simon Koster te Reeuwijk, die
in de Reeuwijksche Plassen het lijk van
den vermisten Hagenaar Ebbinge Wub-
ben vond, de door de familie uitgeloofde
belooning van 100 worden toegekend.
Bij het nagaan van de binnengekomen
verklaringen, die op het drama betrek
king kunnen hebben, is nog gekomen
een verklaring van den visscher B. Bont,
wonende aan den Laixdijk, die heeft me
degedeeld in November of December van
het vorig jaar op drie achtereenvolgende
dagen in de morgenuren een jongeman
in een regenjas te hebben gezien op het
Groene Ree, dat is de scheidingswee tus
schen de plassen Elfhoeven en 's Gra-
venbroek, een heel eind van de plaats,
waar het lijk gevonden is. De visscher
had den onbekende slechts van achteren
waargenomen. Toen hem een portret
van het slachtoffer werd getoond, kon
hij hem daardoor niet herkennen. Wel
meende hij in het haar eenige overeen
stemming te zien. Op een desbetreffende
vraag zeide de visscher niet eerder te
zijn gekomen, omdat hij geen kranten
leest en geen radio bezit. Men had hem
nu gezegd, dat hij wel goed deed zijn er
varingen te vertellen.
Zooals ook met andere mededeelingen
het geval is, zijn 's mans verklaringen
nogal vaag en daar hij bovendien ande
re dingen vertelde, die niet juist bleken
te zijn, hecht de burgemeester niet veel
waarde aan z'n verhaal, al wordt ook dit
niet verworpen.
Intusschen is de heer Lucasse er nog
steeds van overtuigd, dat hier misdaad
in het spel is.
Het onderzoek heeft zich ook uitge
strekt tot een stuk fiets, dat op de Korte
Groene Ree werd aangetroffen. Het
bleek een oud frame te zijn, minstens
twee jaar oud, dat op 29 October van het
vorig jaar uit de plassen was opgehaald.
Dit kan dus onmogelijk met het gebeur
de in verband staan.
Wel is nog een andere vondst gedaan.
Tusschen het riet langs de 's Gravekoop-
sche Plas in de onmiddellijke nabijheid
van de plaats, waar het met ijzer ver
zwaard lijk is opgehaald, zijn 2 flesch
jes gevonden en bij de politie gedepo
neerd, één van wit en één van zwart
glas, ongeveer 8 c.M. hoog. Een der
fleschjes bleek afkomstig te zijn van een
Haagsche firma. Beide waren gedeelte
lijk met vloeistof gevuld. De inhoud is
in Reeuwijk niet onderzocht. De flesch
jes zijn in beslag genomen en in handen
van de justitie te Rotterdam, het cen
traal punt van het onderzoek, gesteld
om den inhoud scheikundig te doen on
derzoeken. v
HERDENKING PRINS WILLEM I.
Gisteren, ter gelegenheid van de geboorte
dag van Willem den Zwijger, heeft het be
stuur van de afd. 's-Gravenhage en omstre
ken van het Alg. Ned. Verbond een krans
gelegd op het standbeeld van den Vader dea
Vaderlands op het Flein te 's-Gravenhage.
Onmiddellijk daarna geschiedde een zelfde
plechtigheid namens de afd. 's-Gravenhage
van de vereeniging „De Princevlag".
DRIE WETHOUDERS TE
ZANDVOORT?
Als middel om één wethouder
uit te schakelen.
De gemeenteraad van Zandvoort heeft
eenige weken geleden besloten een derden
wethouder te benoemen. De werkzaamheden
dwongen daar niet toe, maar men achtte dat
de beste manier om één der zittende wethou
ders, wiens bemoeiingen niet in het belang
van de gemeente worden geacht, uit te scha
kelen.
Ged. Staten hebben nog geen beslissing
over het raadsbesluit genomen, maar_ zij
hebben nu een brief aan B. en W. gericht,
waarin wordt gevraagd een uitspraak te
laten doen over de mogelijkheid, om bij de
benoeming van een derden wethouder het
salaris der wethouders te bepalen op 2/3
van het tegenwoordige. Een wethouder ont
vangt nu 900 per jaar; dat zou dus 600
worden. Voor de gemeente zou daardoor de
benoeming van een derden wethouder niet
op hoogere uitgaven komen te staan.
AANBESTEDING A.V.R.O.-STUDIO
Onder architectuur van de heeren B. Mer-
kelbach en Ch. J. F. Karsten is gister na
mens de A v.r.o. aanbesteed het bouwen van
een studio-gebouw op een terrein, gelegen
aan den Hooge Naarderweg 1 te Hilversum.
Ingekomen waren 102 biletten.
Laagste inschrijfster was de N.V. Gebrs.
van Heeswijk te Best met 323 500. Opvol
gers Gebrs. de Vries te Purmerend met
323.600. Hoogste Gebrs. Smit, Hilversum,
met 448 500.
Tot de inschrijvers behoorde nog de heer
P. Bot te Heerhugowaard met 363.000,
EEN OPENINGSREDE PER RADIO.
Gister is te Bussum de groote voorjaars
tentoonstelling geopend, welke door de Ver.
van Gooische Bloemisten-patroons is geor
ganiseerd.
De openingsrede werd uitgesproken door
den burgemeester van Bussum, de heer de
Bordes, hoewel deze zelf niet aanwezig was.
Zijn rede was nl. op een gramofoonplaat op
genomen en werd uitgezonden door de Bus-
sumsche Radio Centrale.
Dit is de eerste maal in Nederland, dat
een openingsrede op een dergelijke wijze
gegeven werd.
221. Zonder baard zijn we verloren. Hier, vlug, pak aan,
en tegelijk schieten. De bestuurder en de vliegenier had
den elk twee revolvers, die verdeelden ze en op een tee-
ken stoven ze alle vier naar buiten en schoten in de lucht.
De gevaarlijke bezoekers waren zoo verrast, dat ze hals
overkop wegvluchtten.
222. De kluizenaar riep: Pak de baarden en volg
vlug! Ze komen stellig met nog meer terug. Al hollende
trachtten zen de baarden om te doen, maar Piet kon de
zijne niet vastkrijgen en liep tenslotte met adt ding achter
op zijn bol, terwijl de haren achter hem aan fladderden.