DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA. 55iunenCand den - opwekkenden Kt- pepermunlsmaak De Nijenrode-zaak. DE STERRENHEMEL VAN 25 APRIL—2 MEI 1934, 21 h MT. C> EERSTE ©VOIIEMAAN 3 ujtsrre kvmïiier ZUIP worden uitgeoefend, alles te wenschen over gelaten en is ter zitting van de rechtbank ook het beleid van den toenmaligen directeur, den heer Claassen, ter sprake geweest, even als in den gemeenteraad. iJ^i S€tuigenverhoor luidde de eisch tegen elk der verdachten een jaar gevangenisstraf ue verdediger, mr. de Vrieze, pleitte vrij- spraak. Te ruim half elf werd met de behandeling een aanvang gemaakt. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 24 April. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. EEN EGMONDSCHE REVOLVER- HELD. Schietpartij in de duinen. De Egmonder visscher Jan D., een lid uit het gezin, waarvan de mannelijke leden bekend staan als de „kneutjes'', is een broeder van den jongen man, die in een November nacht van 1932, gedurende een strooptocht in de duinen, in een conflict met een jacht opziener Joop v. d. Berg, werd neerge schoten. Ook Jan D. is een hartstochtelijke strooper, 'n hartstocht, die door den treu- rigen toestand van het visschersbedrijf nog wordt aangewakkerd en hij is dan ook een habitueelen klant van den kantonrechter. Ook in den nacht van 8 Februari bevond Jan zich met zijn broer Kees op het strooperspad in de Berger duinen en toen werden de heeren door den rijksveldwachter v. d. Leeghte en zijn collega W. Mol betrapt en nagezeten Onder deze achtervolging loste Jan D. een revolverschot, waardoor den politiehond van Mol, die ook aan de achtervolging deelnam aan zijn poot werd getroffen. Aanvankelijk werd vermoed, dat de kneut het op de veld wachters had voorzien en werd hij gearres teerd en in voorarrest gesteld. Jan beweerde evenwel te hebben geschoten om zich tegen de aanvallen van den hond te verdedigen en hij werd na eenigen tijd te hebben gebromd, uit het voorarrest ontslagen. Hedenmorgen stond hij terecht en was de revolver als stuk van overtuiging aanwezig. Aan Jan D. was bij dagvaarding telasie gelegd, dat hij op 8 Februari met honden op konijnen stroopende, geen aandacht had ge schonken aan het bevel van v. d Leeghte, om te blijven staan en voorts dat hij den hond van W. Mol een schot uit een met scherp ge laden browning lostte, waardoor de hond werd verwond. v. d. Leeghte had onder de achtervolging duidelijk opgemerkt, dat verdachte zich om draaide en op den hond schoot, ook schoot Jan D. later op den hond van zijn collega Mol, met gevolg, dat het dier in de linker- voorpoot werd gewond, aan welke verwon ding deze hond later is gestorven. Deze hond was geen gedresseerde rijkspolitiehond en had lang niet zooveel waarde als de hond van v. d. Leeghte, die f 80 van aankoop kostte, waarbij nog kwam de onkosten van africhting. Door Jan D. werd beweerd, dat hij het bevel om te blijven staan niet had gehoord1. Hij had op een zwarte hond geschoten, omdat deze hem aanviel. Door v. d- Leeghte werd getoond het door een schot getroffen linkerpootvoorbeen van den gestorven hond. v. d. Leeghte had de persoonlijke meening, dat het laatste schot eigenlijk was bestemd voor de veldwachters. Dat is hem niet ten laste gelegd, vermeende president mr Ledeboer. In ieder geval was den aanval van den Ihond niet zoodanig dat het schot gewettigd was, zeide v d- Leeghte. De verdachte toonde een rooden halsdoek, waarvan een reep was afgescheurd, zoo hij beweerde, door den zwarten hond die hem aanviel. Hij had niet de bedoeling de hond te raken, meer om hem af te schrikken. Mr. Judell, de raadsman en verdediger van verdachte richtte met betrekking tot het schieten dpor zijn cliënt eenige vragen aan getuige v. d. Leeghte en informeerde ook naar den kogel, die echter niet is gevonden. De doodgeschoten hond was een fouk Bou vier. De rijksveldwachte Mol, als tweede ge tuige geïnterpelleerd, onderschreef de ver klaringen van zijn collega, die op een af stand van 25 a 30 Meter duidelijk had ge sommeerd. Getuige had niet gezien, dat Jan D. op zijn hond had geschoten. Later be merkte getuige, die de schoten wel had ge hoord, dat' zijn hond gewond was. De hond -viel niet aan, omdat hij daartoe niet het be- Vel „vast" had gekregen, wel sprong hij om Jan D. heen. De veldwachter reclameerde voorts 80 voor den hond en 25 voor geneeskundige behandeling, schadevergoeding. Verdachte verklaarde dat het voor hem geen kunst zou geweest zijn, om den hond dood te schieten. De prijs voor den hond vond verdachte zeer hoog. Pleiter betwijfel de of verdachte, een werklooz'e visscher, 'n dergelijk bedrag wel zou kunnen opbren- gen. De president bracht verdachte in herinne ring, dat hij door het Hof te Amsterdam was veroordeeld tot 14 dagen gevangenis straf wegens mishandeling van een ambte naar, het viel dus te betwijfelen, of hij aan een bevel van een ambtenaar om te blijven staan, zou voldoen. Verdachte repliceerde, dat geen_ enkele strooper aan 'n dergelijk bevel, op 25 of 30 Meter afstand gegeven, zal gehoorzamen, bovendien had verdachte dit bevel niet ge hoord. Ben je doof? vroeg de president. Nau, oewel 'n beetje, antwoordde Jan tot algemeene hilariteit der supporters in de Engelenbak. Requisitoir. De officier, requisitoir houdende, nam niet aan, dat verdachte, zooals hij ook had be weerd, de veldwachters voor andere stroo- pers hield en hij toen aan den haal zou zjjn gegaan. Zoo hard loopen stroopers niet weg voor collega's! Voorts besprak de officier de kwestie van het waarschuwingsschot, nota bene, een waarschuwingsschot door een strooper!. De rollen werden hier omgekeerd en wel door 'n man, die niet eens een revolver in zijn bezit mocht hebben! De officier zou trachten aan dergelijke practijken een einde te maken, dat zou aan het slot van zijn requisitoir wel blijken. Het was nog in het voordeel van ver dachte, dat de hond van Mol geen afgerichte politiehond was, want ware dit wel zoo ge weest, dan zou de daad van verdachte wor den aangemerkt als verzet tegen de politie zelf! Een jaar gevangenisstraf geëischt. De officier wenschte verdachte, die zich reeds vroeger tegen het wettig gezag keerde, met gestrengheid te behandelen en requi- reerde tegen verdachte ljaar gevan- genisstr a f. Het pleidooi. Mr. Judell wflde den officier de door hem uitgesproken illusie, dat hij de zaak zwak vond, direct ontnemen. Integendeel achtte pleiter zijn zaak zeer sterk. Door pleiter werd voorts aangevallen de dagvaarding en ver meende dat het geenszins vast stond, dat ver dachte zich schuldig had gemaakt aan stroo- perij of eenige andere jaebtwetovertreding. En daarom was er voor verdachte en zijn metgezellen geen motief om op een politie- bevel te blijven staan. Voorts trachtte pleiter aan te toonen, dat van op heeterdaad betrappen geen sprake was, tot welk einde door pleiter eenige des betreffende arresten van den Hoogen Raad werden geciteerd. Een en ander in verband met de toepassing van art. 84 Wetb. van Strafrecht. Dat de hond van Mol niet zou aanvallen, kon verdachte niet worden gegarandeerd, zooals pleiter illustreerde door een toepasse lijke aneodoie Ten slotte achtte pleiter beide feiten, Jan D. telaste gelegd, niet bewezen of niet straf baar en concludeerde pleiter vrijspraak en ontslag van rechtsvervolging. De officier verdedigde hierop nog nader zijn dagvaarding en de daarmede verband houdende hooge eisch en werd vervolgens door pleiter beantwoord, waarop de behan deling werd gesloten en de uitspraak be paald op a.s. week. De verdediging aan het woord, In de middagzitting van gisteren zijn de pleidooien in de zaak-Nijenrode begonnen. Na heropening van de zitting ving dade lijk mr Muller Massis met zijn pleitrede aan. Het verheugde spr. dat het O.M. in het re quisitoir ook met enkele woorden het fu neste optreden van den detective Johanknegt heeft gehekeld, want deze is het geweest die vele overigens eerlijke menschen heeft verleid tot stappen, die zij anders zeker achterwege zouden hebben gelaten. Intusschen bleef het de groote grief van de verdediging, dat de verdachten in deze zaak tevens als getuigen tegen elkaar werden ge hoord Er heeft in deze zaak een zeer sterke sug gestie plaats gehad, een suggestie die zich kort na de arrestatie van den verdachte al openbaarde in couranten, die den verdachte onmiddellijk doodverfde als den dader. En 't komt pleiter voor, dat 't O.M. zelf ook min of meer onder den invloed is gekomen van zijn eigen suggestie. Want het is in deze zaak duidelijk gebleken, dat het O.M. „partij" is. In de dagvaarding wordt den verdachte ten laste gelegd dat met zijn medeweten en met zijn hulp kostbaarheden van Nijenrode zijn weggehaald en als bewijs heeft het O.M. aangevoerd het feit, dat Onnes na zijn ar restatie is blijven zwijgen over de chantage poging van Koning. Toch is dit feit psycholo gisch zeer goed verklaarbaar. Onnes heeft verklaard dat hij bevreesd was voor Koning en hem niet durfde verraden. Na zijn arrestatie heeft verdachte onmiddel lijk contact gezocht met zijn advocaat. Mr. Kappeijne was toen echter uitstedig en zoo kon het gebeuren, dat de politie den verdach te viermaal een verhoor afnam, vóórdat deze in staat was zijn advocaat te raadplegen. Na zijn eerste onderhoud met zijn advocaat is de verdachte onmiddellijk met zijn beschuldi ging aan het adres van Koning voor den dag gekomen Het requisitoir van het O.M. is voor het grootste gedeelte gebaseerd op verklaringen van Koning. Deze verklaringen zijn echter op tal van punten in strijd met hetgeen de an dere getuigen in deze zaak hebben beweerd. Koning heeft bijv. beweerd, dat hij reeds bij zijn eerste bezoek aan Niienrode van Onnes een compleet voorstel heeft gekregen om een inbraak te ensceneeren, en dat terwijl Onnes Koning beschouwde als een zeer fatsoenlijk mensch. Tegelijkertijd is het onaannemelijk, dat iemand aan een ander, dien hij kent als een eerlijk man, een dergelijk voorstel zou doen Visioenen van een gouden krui wagen. Koning zelf zegt, dat hij hoog tegen On nes opzag, iemand die over millioenen ging en reed in een grooten gouden kruiwagen. Zijn deze visioenen van een millioenendans en een gouden kruiwagen eigenlijk geen typi sche staaltjes van de pathologische affecten van den getuige Koning? Blijken die psychologische affecten ook niet uit de herhaaldelijk door Koning in het voor onderzoek geuite bedreigingen aan het adres van Onnes? De verdachte heeft den getuige Koning getart met zijn onthullingen voor den dag te komen, maar Koning heeft niets kun nen beweren en nog minder kunnen bewij zen. Eigenaardig is het ook, dat Koning in zijn beschuldigingen tegen Onnes steeds positie ver is geworden. Het was wel degelijk in Koning's voordeel om te verklaren, zooals hij gedaan heeft. Want als er een strafzaak-Nijenrode bestaar, dan zouden Koning en Onnes naast elkaar behooren te zitten in de beklaagdenbank. Als er misdrijf is gepleegd, dan is dit misdrijf of wel gezamenlijk door Onnes en Koning be raamd, ofwel berust het op een imaginatie van Koning. Pleiter helde over tot deze laat ste meening en hij grondde die meening op de wijze waarop Koning gekomen is tot zijn bekentenis. De bewijzen stapelden zich op tegen Koning en deze voelde wel, dat hij ver loren was als er nog maar één bezwarende verklaring tegen hem zou worden geuit. En die eene bezwarende verklaring bleef niet uit, was integendeel afkomstig van den heer Onnes. Koning voelde toen, hoe de zoeklich ten der justitie op hem gericht waren. En toen, in uitersten nood, heeft hij zich als ver dachte met een handige tour-de-mam een plaats verzekerd in de tweede rij. En daarmee heeft hij een koloesaal succes gehad, want Koning, die anders misschien tot twee of drie jaar gevangenisstraf veroor deeld zou zijn, is na tien maanden preventie ve hechtenis weer op vrije voeten gesteld, zulks in schrijnende tegenstelling tot den verdachte Onnes, die zich nog steeds in pre ventieve hechtenis bevindt. Als Koning inderdaad slechts medeplichti ge was geweest van Onnes, zou zijn veront waardiging over de beschuldiging van chan tage zich hebben moeten uiten in een spon tane beschuldiging aan het adres van On nes. Bij Koning is deze normale reactie echter uitgebleven. Hij heeft verzocht zijn advocaat te mogen spreken en hij won zoodoende enkele uren tijd, welk tijdsverloop hij kon benutten om zijn bekentenis voor te bereiden Dat Koning op zich genomen zou hebben voor de in braak te zorgen, zonder daarvoor een vergoe ding te vragen of te ontvangen, moet even eens als onaannemelijk worden afgewezen. Stomme getuigen. De twee eenige stomme getuigen in deze heele zaak zijn feitelijk het schetsteekeninge- tje dat Onnes aan Koning zou hebben mee gegeven en het mes met den champagnehaak, waarmede de ruitjes uit het lood gelicht kon den worden. Deze twee stomme getuigen zijn verdwe nen. Uit de beschrijving die verschillende getui gen hebben gegeven van deze schetsteekening is één ding wel heel duidelijk gebleken: n.L dat Onnes niet de maker daarvan is geweest want wanneer de verhuizers den weg hadden gevolgd, op de schetsteekening aangegeven, zouden zij het kasteel nooit bereikt hebben. Is het inderdaad niet zeer waarschijnlijk dat Koning zelf de maker van de teekening en de eigenaar van het mes is geweest? De om standigheden wijzen wel in die richting. Het feit, dat Koning zooveel bijzonderhe den over de situatie op Nijenrode kende, wijst dus nog niet op medeplichtigheid van Onnes. Verhuizers of inbrekers? Ondanks Konings bewering, dat het slechts een verhuizing en geen inbraak was. staat het vast, dat het bezoek van de drie ver huizers aan Nijenrode in alle onderdeelen ge lijkenis vertoonde met een gewone inbraak. Dat de twee spoorloos verdwenen schilde rijen niet door de verhuizers zijn meegeno men, neemt het O.M. aan, alleen op grond van de verklaringen van deze menschen zelf. Het is nog nooit voorgekomen dat het O.M. zooveel waarde hecht aan beweringen van menschen, die er hun werk van maken om 's nachts binnen te dringen in andermans hui zen. Dat de poort van het kasteel in den nacht van de inbraak open heeft gestaan, moet op grond van de verschillende getuigenverkla ringen worden beschouwd als een zuiver toe val. In elk geval is wel zeker, dat de heer On nes niet debet is geweest aan het openstaan van de kasteelpoort. Pleiter brak om vijf uur zijn pleidooi af. De president schorste de zitting tot Donder dagmiddag. DE MOORD TE WASPIK. Een verdachte gearresteerd. De justitie en politie hebben gister middag het onderzoek naar den moord te Waspik met kracht voortgezet. Ver schillende personen werden gehoord; een van hen, zekere P. v. O. uit Kapelle, die met den verslagene het laatst in het café „Middenhuis" heeft gezeten en met hem is vertrokken, is gearresteerd en naar Waalwijk overgebracht. Op zijn in beslag genomen kleeren is bloed gevon den, dat door dr. van Ledden Hulzebos uit Amsterdam nader zal worden onder zocht. Van O was gisteren te half zeven nog even naar de plaats van het gebeur- d gaan kijken. Er bestaa: ernstige aan wijzingen. Verdachte heeft nog niet he ken i. FAMILIE IN DE MODDER. Een 6pelend knaapje geraakte in de nabijheid van de woningen van het z.g Blauwe Zand, aan de overzijde van het IJ in een moddersloot. Op het geroep van het driejarig ventje kwam zijn S«r V* Stootte, «I Ster 2* groottt. Ster '/i I* gr. Melkweg Wettelijk I Bureau laduatrieeka Eigendom onder No* 043>4| 'NIEUVE RMN Sterretijd 11 h 13 min In drukletters vermeld zijn de namen van de sterrebeeiden; de eigennamen van een aantal der helderste sterren zijn in schrijfletters geteekend. Twee maantjes: 25 tusschen Leeuw en Maagd; 28 nabij Jupiter en Spica. VEHüS MJÜ2S<S> JUPITËBQ SftTUBM&Qj broertje, een jongetje van 12 jaar, te hulp. Doch ook dit knaapje zakte in de modder De moeder wilde daarop hulp bieden. Zij onderging het zelfde lot. Een bewoner van den Waddendijk was gelukkiger. Deze trok er de geheele fa milie uit. ONBEWAAKTE OVERWEG. Meisje overreden. Gistermiddag is te Apeldoorn op den onbewaakten overweg, nabij de Kayers- brug over het Apeldoornsch-Dierensche kanaal, de 17-jarige H. Hendriks uit Kiarenbeek door den trein, die om 15.21 uur uit Apeldoorn vertrekt, gegrepen en op slag gedood. HET MYSTERIE OP DE REEUWIJKSCHE PLASSEN. Stuk fiets en twee fleschjes gevonden. Naar de Tel. verneemt, zal aan den visscher Simon Koster te Reeuwijk, die in de Reeuwijksche Plassen het lijk van den vermisten Hagenaar Ebbinge Wub- ben vond, de door de familie uitgeloofde belooning van 100 worden toegekend. Bij het nagaan van de binnengekomen verklaringen, die op het drama betrek king kunnen hebben, is nog gekomen een verklaring van den visscher B. Bont, wonende aan den Laixdijk, die heeft me degedeeld in November of December van het vorig jaar op drie achtereenvolgende dagen in de morgenuren een jongeman in een regenjas te hebben gezien op het Groene Ree, dat is de scheidingswee tus schen de plassen Elfhoeven en 's Gra- venbroek, een heel eind van de plaats, waar het lijk gevonden is. De visscher had den onbekende slechts van achteren waargenomen. Toen hem een portret van het slachtoffer werd getoond, kon hij hem daardoor niet herkennen. Wel meende hij in het haar eenige overeen stemming te zien. Op een desbetreffende vraag zeide de visscher niet eerder te zijn gekomen, omdat hij geen kranten leest en geen radio bezit. Men had hem nu gezegd, dat hij wel goed deed zijn er varingen te vertellen. Zooals ook met andere mededeelingen het geval is, zijn 's mans verklaringen nogal vaag en daar hij bovendien ande re dingen vertelde, die niet juist bleken te zijn, hecht de burgemeester niet veel waarde aan z'n verhaal, al wordt ook dit niet verworpen. Intusschen is de heer Lucasse er nog steeds van overtuigd, dat hier misdaad in het spel is. Het onderzoek heeft zich ook uitge strekt tot een stuk fiets, dat op de Korte Groene Ree werd aangetroffen. Het bleek een oud frame te zijn, minstens twee jaar oud, dat op 29 October van het vorig jaar uit de plassen was opgehaald. Dit kan dus onmogelijk met het gebeur de in verband staan. Wel is nog een andere vondst gedaan. Tusschen het riet langs de 's Gravekoop- sche Plas in de onmiddellijke nabijheid van de plaats, waar het met ijzer ver zwaard lijk is opgehaald, zijn 2 flesch jes gevonden en bij de politie gedepo neerd, één van wit en één van zwart glas, ongeveer 8 c.M. hoog. Een der fleschjes bleek afkomstig te zijn van een Haagsche firma. Beide waren gedeelte lijk met vloeistof gevuld. De inhoud is in Reeuwijk niet onderzocht. De flesch jes zijn in beslag genomen en in handen van de justitie te Rotterdam, het cen traal punt van het onderzoek, gesteld om den inhoud scheikundig te doen on derzoeken. v HERDENKING PRINS WILLEM I. Gisteren, ter gelegenheid van de geboorte dag van Willem den Zwijger, heeft het be stuur van de afd. 's-Gravenhage en omstre ken van het Alg. Ned. Verbond een krans gelegd op het standbeeld van den Vader dea Vaderlands op het Flein te 's-Gravenhage. Onmiddellijk daarna geschiedde een zelfde plechtigheid namens de afd. 's-Gravenhage van de vereeniging „De Princevlag". DRIE WETHOUDERS TE ZANDVOORT? Als middel om één wethouder uit te schakelen. De gemeenteraad van Zandvoort heeft eenige weken geleden besloten een derden wethouder te benoemen. De werkzaamheden dwongen daar niet toe, maar men achtte dat de beste manier om één der zittende wethou ders, wiens bemoeiingen niet in het belang van de gemeente worden geacht, uit te scha kelen. Ged. Staten hebben nog geen beslissing over het raadsbesluit genomen, maar_ zij hebben nu een brief aan B. en W. gericht, waarin wordt gevraagd een uitspraak te laten doen over de mogelijkheid, om bij de benoeming van een derden wethouder het salaris der wethouders te bepalen op 2/3 van het tegenwoordige. Een wethouder ont vangt nu 900 per jaar; dat zou dus 600 worden. Voor de gemeente zou daardoor de benoeming van een derden wethouder niet op hoogere uitgaven komen te staan. AANBESTEDING A.V.R.O.-STUDIO Onder architectuur van de heeren B. Mer- kelbach en Ch. J. F. Karsten is gister na mens de A v.r.o. aanbesteed het bouwen van een studio-gebouw op een terrein, gelegen aan den Hooge Naarderweg 1 te Hilversum. Ingekomen waren 102 biletten. Laagste inschrijfster was de N.V. Gebrs. van Heeswijk te Best met 323 500. Opvol gers Gebrs. de Vries te Purmerend met 323.600. Hoogste Gebrs. Smit, Hilversum, met 448 500. Tot de inschrijvers behoorde nog de heer P. Bot te Heerhugowaard met 363.000, EEN OPENINGSREDE PER RADIO. Gister is te Bussum de groote voorjaars tentoonstelling geopend, welke door de Ver. van Gooische Bloemisten-patroons is geor ganiseerd. De openingsrede werd uitgesproken door den burgemeester van Bussum, de heer de Bordes, hoewel deze zelf niet aanwezig was. Zijn rede was nl. op een gramofoonplaat op genomen en werd uitgezonden door de Bus- sumsche Radio Centrale. Dit is de eerste maal in Nederland, dat een openingsrede op een dergelijke wijze gegeven werd. 221. Zonder baard zijn we verloren. Hier, vlug, pak aan, en tegelijk schieten. De bestuurder en de vliegenier had den elk twee revolvers, die verdeelden ze en op een tee- ken stoven ze alle vier naar buiten en schoten in de lucht. De gevaarlijke bezoekers waren zoo verrast, dat ze hals overkop wegvluchtten. 222. De kluizenaar riep: Pak de baarden en volg vlug! Ze komen stellig met nog meer terug. Al hollende trachtten zen de baarden om te doen, maar Piet kon de zijne niet vastkrijgen en liep tenslotte met adt ding achter op zijn bol, terwijl de haren achter hem aan fladderden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7