DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Göring afgetreden als minister
van binnenlandsche zaken.
21agdij&sch
^Buiteidxmd
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
No. 102
Directeur: C. KRAK.
Dinsdag I Mei 1934
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Ingesteld een nieuw rijksministerie voor weten
schapopvoeding en volksontwikkeling.
Nieuw-Duitschland.
OOSTENRIJKSCHE BONDSRAAD.
AANVAARDT GRONDWET.
Na protest van den Landbond.
1 MEI-OPROEP VAN HINDENBURG.
GERAFFINEERDE UITBUITING.
Duitsche meisjes de slachtoffers.
DUITSCHE MOLENS BUITEN
WERKING.
POSITIE DER BUITENLANDSCHE
JOURNALISTEN.
Weer een arrestatie.
DE INCIDENTEN TE MANTES.
Aanval op hotel van Sarret.
FRANSCHE REVOLUTÏONNAIRE
SAMENZWERING VERIJDELD?
Twee Nederlanders betrokken.
DE WERELDTENTOONSTELLING TE
BRUSSEL 1935.
WERELDZUIVELCONGRES
TE ROME.
Wat vandaag de
aandacht treht..n
VEERPONT IN BOTSING MET
STOOMSCHIP.
In Denemarken.
CHINEESCH STOOMSCHIP
GEZONKEN.
Bemanning van 31 koppen vermist.
NIEUWE WET IN JAPAN.
Tot bescherming van den handel.
ALKMAARSCHE COURANT.
Officieel wordt uit Berlijn medegedeeld:
De rijkspresident heeft een decreet uitge
vaardigd over de instelling van een rijks
ministerie voor wetenschap, opvoeding en
volksontwikkeling. Volgens dit decreet wordt
voor het geheele opvoedings-, ontwikkelings-
en onderwijsgebied van het rijk, alsmede
voor de wetenschapszorg een rijksministerie
ingesteld.
De rijkskanselier bepaalt de gedetailleer
de taak van den rijksminister van weten
schap, opvoeding en volksontwikkeling.
Hij bepaalt ook de bevoegdheden, die van
de bestaande rijksministeriën op het nieuwe
ministerie overgaan en wel ook dan, wan
neer daardoor de campetentie der betreffen
de ministeriën in het hart wordt geraakt.
Tot rijksminister voor wetenschap, opvoe
ding -en volksontwikkelink heeft de rijkspre
sident op voorstel van den rijkskanselier en
volksontwikkeling, Rust benoemd, die tot
nader order tevens zijn eerste functie blijft
bekleeden.
Goering staat binnenlandsche
zaken af.
Tegelijkertijd wordt een schrijven van den
Pruisischen minister-president Goering aan
Hitier gepubliceerd, gedateerd op 17 Maart,
waarin Goering den rijkskanselier voorstelt;
bij de benoeming van Rust den rijksminister
van binnenlandsche zaken, Dr. Frick, te be
lasten met de waarneming der zaken van
den Pruisischen minister van binnenland
sche zaken. Dit overnemen zal op 1 Mei ge
schieden.
Goering schrijft verder, dat hij zich nau
welijks een maatregel kan denken, die beter
geschikt is, om de reorganisatie van Pruisen
in het kader van het rijk te bewerken. Door
het toetreden van Frick tot de Pruisische re
geering word de volle overeenstemming tus-
schen rijks- en Pruisische regeering voor het
administratiegebied verzekerd op een wijze,
die ieder verchil van meening en iedere sto
ring in de werking van het staatsbestel zal
uitsluiten.
Wanneer ik aldus joering door dut
voorstel bereid verklaar, mijnerzijds de lei
ding van een der gewichtigste Pruisische res
sorts, uit handen te geven., dan geloof ik, dat
ik dat met het oog op het door mij nage
streefde doel kan verantwoorden. Daar komt
bij de overweging, dat de bijzondere taken
van het Pruisische binnenlandsche bestuur,
met de zorg waarvoor U mij bij het begin
der nat.-soc. revolutie hebt belast, intusschen
volbracht zijn. Tenslotte voel ik de nood
zakelijkheid, dat ik mij ontlast van de om
vangrijke werkzaamheden, die verbonden zijn
met het binnenlandsch bestuur van Pruisen,
opdat ik kan beantwoorden aan de groote
eischen, die U mij hebt gesteld op ander
•gebied, in het bijzonder bij het uitvoeren van
de rijksreorganisatie in Pruisen.
Waar rijksminister dr. Frick zich bereid
verklaard heeft, naast de leiding van het
rijksministerie van binnenlandsche zaken ook
die van het Pruisische ministerie van binnen
landsche zaken op zich te nemen en waar
ik mij mag verzekerd houden van Uw u^
stemming met mijn voorstel, zou ik bijzonder
dankbaar zijn, mijnheer de rijkskanselier, voor
een spoedige beslissing.
Daarop heeft rijkskanselier Adolf Hitier op
voorstel van den Pruisischen ministerpresi
dent den rijksminister van binnenlandsche
zaken, dr. Frick, belast met de waarneming
der zaken van den Pruisischen minister van
binnenlandsche zaken.
Aan Goering heeft de rijkskanselier het
volgende schrijven, gedateerd op 1 Mei,
gericht:
„Reeds op 17 Maart van dit jaar hebt U
mij voorgesteld, dr Frick te belasten met de
waarneming der zaken van den Pruisischen
minister van binnenlandsche zaken. Uzelf
•hebt daarbij, terwijl ge Uw eigen persoon
achterstelde in het belang van het groote
werk der rijksreorganisatie, den wensch ge
uit, ontheven te worden van Uw ambt als
Pruisisch staatsminister en minister van
binnenlandsche zaken. Deze wenschen heb ik
thans vervuld. Ik doe U hierbij toekomen de
oorkonde van het ontslag uit Uw ambt als
Pruisisch staatsminister en minister van bin
nenlandsche zaken. Ik voel mij hierbij ge
drongen. U mijn oprechten en hartelijken
dank uit te spreken voor alles, wat U in dit
ambt hebt gepresteerd. Terecht hebt U er
zelf op gewezen, dat de taken, met de zorg
waarvoor ik U heb belast bij het begin der
nat.-soc. revolutie, door U intusschen vol
bracht zijn. U hebt deze taken met bijzonder
veel eerzucht en energie tot een goed einde
gebracht. Indien U thans, terwijl ge Pruisisch
minister-president blijft, in overeenstemming
met Uw eigen wensch als Pruisisch minister
van binnenlandsche zaken aftreedt en Uw
plaats inruimt voor den rijksminister van bin
nenlandsche zaken, dr. Frick, ben ik er van
overtuigd, dat hierdoor, naar Uw eigen ver
langen, het groote doel der rijksreorganisatie
op bijzonder effectieve wijze wordt be
vorderd".
Levensloop van Rust.
De nieuwe rijksminister van wetenschap,
opvoeding en volksonderwijs, Bernard Rust,
is een der oudste voorvechters der nat-
socialistische beweging.
Als Pruisisch minister is hij een krachtige
persoonlijkheid gebleken.
Hij werd op 30 September 1883 te Hanno-
ver geboren, studeerde aan verschillende uni
versiteiten o.a. filisofie en filologie, werd
leeraar en ging bij het uitbreken van den
oorlog als reserve-luitenant naar het front.
Hij werd zwaar gewond en kreeg het ijzeren
kruis tweede en eerste klasse. Na den oorlog
werd hij weder leeraar. Hij sloot zich kort
daarna bij de Völkische beweging aan en
vervolgens bij de N.S.D.A.P.; in 1925 werd
hij tot gouwleider in Zuid-Hannover en
Brunswijk benoemd, in 1930 lid van den
rijksdag. Toen hij als fractieleider in den
landdag der provincie Hannover naar aan
leiding van het verbieden der Hitlerjeugd een
motie van wantrouwen indiende tegen den
socialistische opperpresident Noske, werd
hij van zijn functie van leeraar ontheven. Op
30 Januari 1933 werd hij bij het Pruisische
ministerie van binnenlandsche zaken benoemd
en kort daarna Pruisisch minister van weten
schap, kunst en volksonderwijs.
Nadat de Oostenrijksche Nationale Raad
de grondwet in eerste, tweede en derde lezing
had aangenomen (met de 80 stemmen van Je
christelijk-socialen, de terwh"
van de twee leden van den landbond, terwi]
alleen de Groot-Duitschers te^enstemden)
kwam de bondsraad bijeen ter bespreking
van deze wet en de eveneens door den Natio-
nalen Raad goedgekeurd noodverordeningen.
Kanselier Dollfus woonde de zitting bij.
De eenige spreker was de vertegenwoorai
ger van den landbond Felsinger, die zeide,
evenals de groot-Duitschers tegen de voor
stellen gekant te zijn. Hij las een brief voor
van zijn partij, welke om formeele redenen
niet in den Nationalen Raad voorgelezen kon
worden, waarin wordt gezegd, dat de legali
seering van de noodverordeningen en de
grondwet ingevolge de machtigingswet *mn
1917, als ongrondwettig wordt beschouwd
De landbond is van oordeel, dat het parle
ment in zijn huidige samenstelling niet over
eenkomstig den geest van de oude grondwet
is en evenmin overeenstemt met den wil der
bevolking. De leden van den bond zullen de
besluiten van den Nationalen Raad niet er
kennen. De brief eindigt met een beroep op
de regeering en den kanselier om met de ge
heele nationale oppositie mede te werken
voor den binnenlandschen vrede, den econo-
mischen opbouw en vriendschap met het
Duitsche broedervolk.
Na een slotwoord van den rapporteur wer
den de besluiten van den Nationalen Raad
ook door den Bondsraad goedgekeurd.
De Duitsche rijkspresident en de rijksre-
geering publiceeren voor den lsten Mei de
volgende gemeenschappelijke proclamatie:
„Voor de eerste maal in onze geschiedenis
is de binnenlandsche broedertwist beëindigd
en de eenheid van alle Duitschers bereikt.
Wat onze voorouders eeuwenlang hebben
verlangd, is daarmede tot werkelijkheid ge
worden. Op deze basis heeft het Duitsche
volk het laatste jaar groote dingen gepres
teerd. Met de wapenen van den vrede zijn
glorierijke veldslagen tegen nood en ellende,
tegen werklooshid en vertwijfeling geleverd.
De huidige generatie kan het trotsche gevoei
hebben, dat zij haar vollen plicht heeft ge
daan en daarmede voor het oordeel der
Duitsche geschiedenis gerechtvaardigd is
Onze dank geldt het geheele Duitsche volk
voor deze voor altijd voorbeeldige prestatie
De natie kan haar nationalen feestdag op
den eersten Mei met trots en inwendige vol
doening vieren".
De algemeene belangstelling die de moord
zaak te Waltershausen in Duitschland heeft
gaande gemaakt, is door een Berlijnschen
misdadiger op geraffineerde wijze uitgebuit.
Hij maakte op straat kennis met meisjes tus-
schen de 17 en 20 jaar en gaf zich uit voor
dr. Deeg, den advocaat van Liebig. Nadat hij
aldus het vertrouwen van zijn a.s. slachtof
fers had gewonnen, wist hij de meeste meis
jes in een paar dagen over te halen het ouder
lijk huis te ontvluchten om op zijn „kan
toor" als detective opgeleid te worden. De
meeste meisjes stalen thuis een zekere som
of leenden geld van bekenden, waardoor het
individu haar nog zekerder in zijn macht
kreeg. Thans heeft het eerste slachtoffer zich
tot de politie gewend, die meteen een alge
meene waarschuwing tegen de praktijken
van dezen man heeft laten geven.
De meisjes werden door* den schurk in
moreelen en materieelen zin volkomen uit
gebuit, waarna hij ze op straat smeet, om
nieuwe slachtoffers te zoeken.
Ten einde de meelproductie in Duitsch
land aan het meelverruik aan te passen,
is besloten, dat het werk van alle Duit
sche molens gecontingenteerd wordt.
Zaterdag werd de correspondent te Mün-
chen van de „Daily Express", Ogelvie, te
Vitshofen twee uren in arrest gehouden, om
dat hij verdacht werd van illegale actie tegen
Duitschland.
Deze arrestatie is voor de „Times" aanlei
ding om aan de positie der buitenlandsche
journalisten eenige woorden te wijden.
Ogelvie is de vierde Britsche journalist,
die in het laatste half jaar in Beieren is ge
arresteerd. In geen dezer gevallen is door de
autoriteiten verontschuldiging of uitleg ge
geven, hoewel alle vier journalisten in vrij
heid moesten worden gesteld, wegens ge
brek aan bewijs voor een optreden in strijd
met de wettelijke voorschriften.
Op een persconferentie, welke in October
1933 werd gehouden moedigde de Beiersche
minister van economische zaken de buiten
landsche persvertegenwoordigers aan om al
les te onderzoeken, vrijuit met een ieder te
spreken, „omdat wij niets te verbergen heb
ben en alles willen toonen".
Verschillende correspondenten, die dezen
raad hebben opgevolgd zijn van een koude
kermis huis gekomen, schrijft de „Times".
De aansprakelijke autoriteiten verschuilen
zich als inlichtingen gevraagd worden, of
achter onwetendheid of geven een verkeerde
voorstelling van zaken, soms op zeer onwel
willende wijze.
Omtrent de incidenten te Mantes (Fr.) wor
den nog de volgende bijzonderheden gemeld:
De aanhangers van Bergery trokken tegen
acht uur 's avonds onder het zingen van de
„Internationale" door de straten. Ten slotte
probeerden zij het hotel, waar Sarret en
diens vrienden, o.w. ook het kamerlid
Franklin—Bouillon, hun hoofdkwartier had
den opgeslagen, te bestormen. Voor alle ze
kerheid evenwel had de hotelier de ijzeren
rolluiken neergelaten. De politie was tegen
over de demonstranten een oogenblik mach
teloos. De ruiten werden verbrijzeld en de
afrastering om de boomen verwijderd en in
stukken geslagen, om als projectielen tegen
de politie te worden gebruikt. Franklin-
Boullon en zijn vrienden verlieten ten slotte,
gevolgd door honderden hunner partijgenoo-
ten het hotel, en begaven zich naar het oor
logsmonument, waar zij een krans legden.
Aan den eenen kant stonden de aanhangers
van Bergery, die de Internationale zongen,
aan den anderen kant de vrienden van Sar
ret, die de Marseilaise aanhieven. Een sterke
politiemacht scheidde de vijandelijke par
tijen.
Tegen middernacht probeerden communis
ten met twee zware auto's een koffiehuis te
bestormen, waarin zich de politie-commissa-
ris en verscheidene aanhangers van Sarret
bevonden. De politie kon evenwel de beide
wagens nog op het laatste oogenblik tot
staan brengen. Tot laat in den nacht heersch-
te in de stad een soort van beleg. Pas toen de
politie versterking had ontvangen uit Ver-
sailles en Parijs, gelukte het de orde te her
stellen. Tal van arrestaties werden uitge
voerd.
De politieversterkingen arriveerden pas
nadat Franklin-Bouillon zich in zeer scher
pen vorm had gewend tot den prefect van het
departement en later tot het ministerie van
Binnenlandsche Zaken en gewezen had ep
den ernst van den toestand. Politiepatrouil
les trokken tot laat in den nacht door de
straten. Het auto-verkeer kon pas na 3 uur
weer worden toegestaan. Twintig politie
agenten werden door steenworpen min of
meer ernstig gewond.
Naar verluidt zou een wijdvertakte re-
volutionnaire samenzwering door geza
menlijk optreden van de Franscbe en
Belgische politie verijdeld zijn. De negen
leiders, een Zwitser, een Italiaan, een
Duitscher, twee Nederlanders,
twee Polen en twee Zuid-Slaven zijn in
arrest gesteld. Er zouden documenten
zijn gevonden met betrekkingen tot plan
nen voor een opstand op den eersten
Mei, waarbij uitvoerige plans de cam
pagne en een lijst van huizen, waar mu
nitie lag opgeslagen.
In verband met het bovenstaande,
waarvan nog geen officieele bevestiging
is gegeven, zijn 3000 man troepen naar
Parijs ontboden om de politie bijstand te
verleenen bij het handhaven van orde
en rust.
Ook te Sofia zouden in verband met
deze zaak voorbereidende maatregelen
zijn genomen. De Bulgaarsche minister
van binnenlandsche zaken heeft alle
betoogingen verboden en de arbeiders
leiders zijn gewaarschuwd, dat zij per
soonlijk verantwoordelijk worden ge
steld voor alle ongeregeldheden.
Rijksminister Dr. Goebbels heeft gis
teren in tegenwoordigheid van den Bel
gischen gezant Graaf de Kerkhove, den
commissaris-generaal voor de wereld
tentoonstelling Brussel 1935, graaf van
der Burch, alsmede den vicepresident
der tentoonstelling, Vaxelaire, ontvan
gen. Goebbels liet zich over verschillen
de kwesties op de hoogte stellen, terwijl
hij uiting gaf aan de bijzondere verlan
gens der Duitsche regeering.
Daarna heeft rijksminister Dr. Schmitt
de Belgische delegatie aan een lunch
genoodigd. Zoolang heben de Belgische
heeren een bezoek gebracht aan de groo
te scheepslift te Niederfinow, waarbij
ook de bijzondere Amerikaansche ge
zant Child aanwezig was.
in aanwezigheid van Mussolini is te
Rome het wereldzuivelcongres, waar
2000 gedelegeerde, die 47 landen verte
genwoordigen, aanwezig zijn, gisteroch
tend geopend. Onder de vertegenwoor
digde landen zijn behalve de Europee-
sche landen China, Japan, Australië en
diverse landen van Noord- en Zuid-
Amerika.
Het zuivelvraagstuk zal van alle zij-
der belicht worden.
Na de eerste zitting zijn de buiten
landsche gedelegeerden ontvangen door
den Paus, die veel belangstelling voor de
zuivelvraagstukken toonde.
DE SITUATIE IN HET VERRE
OOSTEN.
Verklaring van Simon.
Simon heeft gisteren in het Lagerhuis de
aangekondigde definitieve verklaring over
het standpunt van Engeland t.a.v. de Japan-
sche mededeeling betreffende haar politiek in
het Verre Oosten afgelegd.
Simon zeide, dat de Britsche nota, die 25
April den Japanschen minister van buiten
landsche zaken door den Engelschen ambas
sadeur te Tokio is overhandigd, er op wees,
dat de regel „gelijke rechten in China" uit
drukkelijk gegarandeerd is door het ook door
Japan onderteekende negenmogendhedenver-
drag van 1922 en dat de Engelsche regee
ring ook in het vervolg alle rechten in China
moet genieten, die zijn toegekend aan alle
onderteekenende staten.
De Britsche regeering kan Japan natuur
lijk niet het recht toekennen, allen te beslis
sen of eenigerlei actie, bij het toestaan van
technische en financieele steun aan China een
gevaar beteekent. Volgens de artikelen 1 en 7
van het negenmogendhedenverdrag heeft de
Japansche regeering het recht, de opmerk
zaamheid der andere onderteekenaars te
vestigen op iedere actie in China, die haar
veiligheid bedreigt. EHt recht beteekent een
bescherming voor Japan en de Britsche
regeering neemt daarom aan, dat de verkla
ring van Japan niet ten doel heeft, de rech
ten van andere mogendheden In China aan
te tasten of Japans eigen verdragsplichten
geweld aan te dr»"
Göring afgetreden als minister van
binnenlandsche zaken. (Dag. Over
zicht).
De situatie in het Verre Oosten.
(Buitenland).
De Oostenrijksche bondsraad aan
vaardt de grondwet. (Buitenland).
1 Mei te New-York en Berlijn. (Bui
tenland).
Van de Dedemsvaartsche stoom
tram drie wagens losgeraakt en te
water gevallen; honderd meter rails
vernield, zoodat de dienst Dedems-
vaartZwolle stopgezet moest wor
den. (Binnenland.)
Moordaanslag te Kerkrade. (Bin
nenland.)
Beleediging van de heeren
Michels en Versteegen. (Rechtsza
ken.)
Knoeierijen door hofmeesters der
marine. (Rechtszaken.)
(Zie verdei» eventueel laatste
berichten).
In zijn antwoord heeft de Japansche mi
nister van buitenlandsche zaken Hirota ge
zegd, dat de onderstelling der Britsche regee
ring juist is. Hij heeft den Britschen ambas
sadeur de verzekering gegeven, dat Japan de
bepalingen van het negenmogendhedenver
drag in acht zal nemen en dat politiek der
Japansche regeering met die der Britsche
regeering t.a.v. dit verdrag overeenstemt.
Tenslotte heeft hij verklaard, dat Japan ook
in het vervolg de grootste waarde blijft hech
ten aan de politiek van „de open deur" in
China.
Simon voegde aan deze verklaring toe, dat
de Britsche regeering deze kwestie verder
laat rusten.
Gisteren is de veerpont van Helsing-
oer, de „Kroonprins Louise" met de wa
gons van den trein van Oslo aan boorl,
in aanvaring gekomen met een Brit»ch
stoomschip. De schok van de aanvaring
werd op beide oevers van den Oeresund
gehoord. De veerpont werd ernstig be
schadigd ,doch kon de reis naar Hel-
singoer voortzetten. Persoonlijke onge
lukken kwamen niet voor, een vrouwe
lijk passagier kreeg een zenuwschok.
In de nabijheid van Hakodate is een
Chineesch vrachtschip in een hevigen
storm geraakt. Van het schip en zijn be
manning van 31 koppen ontbreekt tot
dusverre ieder bericht, zoodat men het
ergste vreest
ije wet tot bescherming van den han
del wordt 1 Mei van kracht. De officieele
verklaring inzake deze wet zegt, dat de
afkondiging noodzakelijk geworden is,
aangezien er een groeiende tendentie be
staat in andere landen, het fundamen-
teele economische principe te miskennen
van het voldoen aan elkanders behoeften
en het bevorderen door samenwerking
en inspanning van den vooruitgang en
de welvaart van de menschheid, hetgeen
tot uiting komt in de pogingen om den
invoer van buitenlandsche goederen te
onderdrukken door midde' van hooge
tarieven, invoerbeperkingen, enz. en
vooral doordat een toenemend aantal
landen slagboomen schijnt op te richtm
tegen den Japanschen uitvoer.
De wet bepaalt o m., dat de regeering,
zoodra zij dit noodzakelijk acht, voor het
aanpassen van den handel of het be
schermen van den handel in beantwoor
ding van maatregelen, die genomen zijn
of zullen worden door andere landen, bij
keizerlijk decreet en met goedkeuring
van de commissie tot onderzoek van ta
rieven op bepaalde artikelen en voor be
oral de tijdperken boven de reeds voor
geschreven invoerrechten rechten mag
heffen, die in hun totaal niet de waarde
van dat artikel mogen te boven gaan,
dan wel bedoelde artikelen kan vrijstel
len van of doen genieten van een ver
minderd invoerrecht, terwijl zii ver Ier
gemachtigd is in- en uitvoer te beper
ken of wel geheel te verbieden.
De verklaring Lesluit met het uitspre
ken van de hoop dat het niet noodig zal
blijken de wet te doen uitvoeren.