Alkmaarsche Courant woensdag 6 juni Haar avonturier. HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor IOcL Jladiopcogtamma (Rechtszaken feuilleton Honderd Zes en Dertigste Jaargang. Donderdag 7 Juni. HILVERSUM,- 301 M. (AVRO- uitz.) 8 Gr.pl. 10.— Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Kamermu ziek door het Hofstadt-kwartet. 11.Knipcursus kinderkleeding. 11.30 Vervolg Kamermuziek. 12. Concert door „De Minstreels". 2.15 Mevr. Lucy M. Pierson: Japansche Thee-ceremonie. 2.45 Grpl. 3. Knipcursus. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 5.— Voor de kindéren. 5 30 Kovacs La- jos en zijn orkest. 7-Kamermu ziek door het Boedapester Trio. 7.30 H. H. Felderhof: Een voetreis door de Dolomiten. 8.Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest olv. N. Gerharz. 9. Koos Speenhoff zingt. 9 20 Om roeporkest olv. N. Gerharz, mmv. Julie de Stuers, alt-mezzo. 10-15 Gr.pl. 10.30 Omroeporkest olv. N. Gerharz. 11 Vaz Dias. 11.10 12.Kovacs Laos en zijn orkest. HUIZEN, 1875 M. (8.—9.15 en 11.2.KRO, de NCRV van 10.11.en 2.—11.45). 8.—9.15 en 10— Gr.pl. 10.15 Morgendienst olv. ds. W. Meynhout. 10.45 Grpl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.15 Or kestconcert en gr.pl. 2.Hand- werkcursus. 3.Pianorecital B. v d. Maaren. 4— Bijbellezing door Dr. J. H. Gunning JHzn., mmv. bariton en orgel. 5.Cursus Han denarbeid v. d. jeugd. 5.30 Concert. A. Hermes, alt. G. Beths, viool en P. Halsema, piano. 7.Gr.pl. 7 15 Ds. J. Smelik: Vrijheid en Bloed. 7.50 Journ. weekoverzicht. 8 Dubbel Gem. Kwartet „Onder Ons" o. 1. v. J. Barneveld. 9 Ouderuurtje. 9.30 Orgelspel L Blaauw, mmv. twee violisten. Ca. 10.— Vaz Dias. 10.45—11.45 Gra- mofoonplaten. DAVENTRY, 1500 M. 10 35 Mor genwijding. 11.05 Causerie. 12.20 Rutland Square New Victoria- orkest olv. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Duitsche les. 4.25 Schotsch Studio-orkest olv. G. Daines, mmv- A. Simpson, tenor. 5 35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Roemeensche volksmuziek. 7.10 Spaansche cause rie. 7.50 Lezing. Hierna: Orgelspel J H Peasgood. 3.50 1ste Acte van Puccini's „La Bohème". 9-30 Ber. 9 50 Causerie. 10.05 Concert. J. Coxon, sopraan en J. Smeterlin, piano. 10.50 Korte Dienst. 11.05 11 20 BBC-dansorkest o. I. v. B. Hall. PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.p'. 12.50 Pascal, orkest. 5.20 Radiotooneel. 8.20 Nat. Orkest olv. Inghelbrecht. 1050 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 —2.20 Concert uit het Bellevue- Stiandhotel. 3.— Zang en piano. 3 20—5.05 Concert uit rest. Wivex. 8 50 Feest-progr. IC .20 Cabaret- programma. 11.1012.50 Dans muziek door orkest en Pianotrio. LANGENBERG, 456 M. 6.25 Gr.pl. 7.20 Blaasconcert. 12.20 Gr pl. 1.20—2.05 Orkestconcert o. l.v. Fliegner. 4.20 Orkestconcert o.l.v. Eschrich. 5.50 Radiokoor o. 1. v. Breuer. 7.20 Schrammelconcert. 8.35 Uit Berlijn: Omroeporkest o. 1. v Frickhoeffer. 9.40 Grpl. 11.20 12.20 Omroeporkest olv. Kühn. ROME, 421 M. 9.05 Gevar. con cert olv. Montanari. Hierna gr.pl. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30 Salonorkest olv. Walpot. 5.20 Symphonieconcert o. I. v. Kumps. 8.20 Omroeporkest. 10.30-11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Salonorkest. 1.30 Gr.pl. 5.20 Om roeporkest. 6.35 Salonorkest. 8.20 Symphonieconcert olv. Kumps. 8.50 Cabaret. 9.35 Verv. concert. 10.30 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.20 Bernspreuk en berichten. 8.35 Berlijnsch Omroeporkest olv. Frickhoeffer mmv. W. Backhaus, piano. 9.20 Dansmuziek. 1020 Ac- tueele causerie. 10.40 en 11.05 Ber. II.20 Causerie. 11.3512.20 Dans muziek uit Breslau. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.35 10.50, Daventry 10.50—11.20, Lond. Reg. 12.20-16.25, Scott. Reg. 16.25—17.35, Lond. Reg. 17.35—18.50, Midi. Reg. 18.50- 19.20, Daventry 19.20—24. Lijn 4: Langenberg 10.35 16.20, Breslau 16.20—17.20, Lan genberg 17201920, Hamburg 19.20—20.35, Berlijn 20.35—21.20, Hamburg 21.2024. No. 131 1934 POLITIEZITTING TE ALKMAAR op Maandag 4 Juni, HET KLEEFVINGERIGE KRUIDENIERS- KNECHTJE. Het proces van den kruideniers-assistent Joh. Wouter M., destijds werkende en wonende te Enkhuizen, welk jongmensch zich had vergal- loppeerd door het plegen van verschillende ver duisteringen ten nadeele van den patroon, was gesteld in handen van den heer J. H.Wiggers, die te dien aanzien den rechter weer onthaal de op zijn aan duidelijkheid niets te venschen overlatende rapport, ontleend aan door het L. des Heils verschafte gegevens, waarop het nog al slappe jonge mannetje werd veroordeeld tot 3 maanden gev, voorwaardelijk met 3 proef jaren. DE DRANK WAS ZIJN GROOTSTE VIJAND. De krachtige David v. d. P., 'n Alkmaarsch werkman, is een goeie kerel, maar hij heeft de ongelukkige gewoonte, zich steeds tegen zijn verkeerde tegenstander te verzetten. Als hij te veel aan Bacchus heeft geofferd, is hij weder- spannig tegen de politie, maar niet tegen den drank, die oorzaak was dat de politie zich met hem moest bemoeien. Onlangs stond hij dan te recht ter zake een heftig verzet contra inspec teur Marleveld en den agent de Vries, die hem wilden inrekenen, doch heel wat met den ster ken knaap hadden te stellen. Aangezien David echter blijk gaf het eens met geheelonthouding te willen probeeren, werd hem gelegenheid ge geven tot proefstoomen, onder leiding van den heer Wiggers, tot heden, en de zaak opnieuw aan de orde gesteld. Het experiment kon voor dit geval als geslaagd worden beschouwd en zfoo werd hij zoodanig gesteund, dat een voorw. straf werd opgelegd en wel 2 maanden gev, met 3 proefjaren, waarmede David content was. DE ROEKELOOZE KRUIMELDIEF. Een gehuwd ingezetene van Oudorp, de los arbeider Anth. D,, stond bereids terecht als verdacht van diefstal uit een vrachtwagen, waaruit hij een pakje met wol, afkomstig uit het magazijn van den heer Bulthuis, zich we derrechtelijk had toegeëigend. Een reclassee- ringsonderzoek werd den heer Wiggers opge dragen en het geval kwam heden opnieuw ter sprake. Niet onverdeeld tot lof van verdachte. Niettemin gold genade voor recht en werd Anth. D. voorw. veroordeeld tot 4 maanden gev. met 3 proefjaren. EEN DUITSCHE DIENSTMAAGD, NIET VRIJ VAN ONGEREGELDE BEGEERTEN. De 26-jarige dienstbode mej. Francisca Wil- helmina M. te Helder had zich destijds ten op zichte van haar werkgever H. de Vries niet strikt eerlijk gedragen en hem benadeeld voor een bedrag van 19.81. Voor dit feit stond het meisje terecht op 9 April en toen werd de zaak gesteld in handen van den heer Wiggers. Als resultaat van de heden voortgezette behande ling werd, na een krachtig pleidooi van den heeft Wiggers, besloten haar te veroordeelen voorwaardelijk tot 2 maanden gev. met 3 proef jaren. HET VRIJHEIDSBEROOVENDE ECHTPAAR. Met echtelijke eendracht stonden terecht de reeds bejaarde echtelieden Albertus Matth. B., kruidenier, en zijn vrouw Trijntje B. te Schager- brug, die op 8 Maart de voorbij fietsende mej. te Vouck, echtgenoote van den heer C. Zwarthof, die zij door tikken tegen de ruiten in hun woning hadden gelokt en daarop de deu ren hadden gesloten, van haar vrijheid om te kunnen vertrekken, hadden beroofd. Zij be schuldigden namelijk deze juffrouw van diefstal en wilden haar vasJthouden, teneinde de politie te waarschuwen. Na een worsteling met den ge- brekkigen man, vluchtte mej. Zwarthof naar boven, wist door een luik uit de woning te ko men en verder op haar fiets, die buiten stond, te vluchten. De vrouw had de deuren gesloten, om haar in het huis te houden, aangezien zij mej. Zwarthof verdachte vet en boter te heb ben ontvreemd. Mej. H. KlaverKeijzer was er bij tegen woordig, toen mej. Zwarthof werd binnengeroe pen en zij had gezien dat de kruidenier mej. Zwarthof beetpakte en haar werd belet het huis te verlaten, Mej. WittebolKlaver had ook het relletje gedeeltelijk bijgewoond. Aan mej. Zwarthof werd gevraagd of zij den diefstal had gepleegd, waarop zij ontkende. Mej. B. ging naar de politie na de deuren te hebben geslo ten, omdat juffr. Zwarthof weg wilde, beweerde deze verdachte. De wederrechtelijke vrijheidsberooving door het eigengerechtigde echtpaar werd door den officier wettig en overtuigend bewezen geacht en tegen ieder gevorderd 25 boete of 25 da Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 6) Het geheele gevecht met den ever speelde zich af in haar droomen. Onsteld, zonder zich veel van het droomsprookje te herinne ren, schrok ze wakker. Rauwe kreten drongen tot haar door. Zij haastte zich naar het venser, doch trad on middellijk terug. De Kroaten plunderden de huizen en een der soldaten keek naar haar venster. Hoe zou het haar ooit kunnen geluk ken deze hel te ontvluchten? Onwillekeurig staarde ze naar den in dringer, zag hem geregeld ademhalen, den slaap van een gezond mensch. Hij had blijkbaar niet veel hinder van zijn geweten en zijn wonde. Diep in haar hart, zonder dat zij het zelve eenigszins bevroedde, was een kleine ver andering ontstaan, die haar denken beïn vloedde. De band tusschen misdaad en slaper scheen losser geworden. Het was alsof ze door vrouwelijke inge ving gevoelde, dat de man, die daar sliep gen, waarop een veroordeeling volgde tot 15 boete of 10 dagen voor den man en 10 boete of 5 dagen voor de vrouw. DEZE ZAAK VIEL IN PUIN. De niet verschenen meneer Willem Corn. W. zou op 14 Maart te Beemster, althans te Scher- merhorn de 18-jarige W. C. Groot en N. de Lange het woord „moordenaars" hebben toege bruld. Aangezien echter bleek, dat de Officier door het ontbreken van een behoorlijke klacht zich niet ontvankelijk gevoelde, werd van de verdere behandeling afgezien. ONGEWENSCHTE KRITIEK. De heer Joh. Deen, burger van Bovenkarspel, gevoelde zich allerminst geflatteerd, toen hij \ernam dat zijn dorpsgenoot Jacobus L. hem op den len Kerstdag tegenover verschillende personen in 't openbaar een oplichter had ge noemd. Deen wist niet, waaraan hij die eer had te danken en deed aanklacht bij den burgemees ter, met het succesvolle resultaat, dat de niet verschenen loslippige heer Jacobus L. bij ver stek werd veroordeeld tot 15 boete of 10 dagen. DE DRIFTIGE MACHINIST. De 47-jarige machinist Hendr. Steph. P. te Helder compareerde in kwaliteit van verdachte op grond van het gewelddadige feit, dat hij op 14 Maart den heer J. J, Snel, eveneens machi nist te Huisduinen, een vuistslag had toege diend. De heer P. erkende het hem telaste ge legde ruiterlijk en beweerde reeds disciplinair te zijn gestraft. De heer Snel is de chef van ver dachte en had hem aanmerkingen gemaakt, waarop verdachte in drift ontstak en zijn supe rieur tegen den grond sloeg. Het bloed liep hem het oog uit en de heer Snel moest zich onder geneeskundige behandeling stellen. Verdachte en getuige waren vroeger collega's en kon P., volgens Snel, moeielijk verdragen door zijn voormaligen confrateur als chef te worden be handeld. Voorts heerschte tusschen deze vak broeder eenige politieke animositeit. Het was een ernstige mishandeling, zoowel feitelijk als door de omstandigheden, vermeen de de officier en requireerde in casu 40 boete of 30 dagen hechtenis. De Officier vond het onaangenaam, dat de administratieve rechter in de bestraffing den officiëelen rechter vóór was geweest. Echter had die straf zich slechts bepaald tot een schriftelijke berisping. Verdachte merkte nog op, dat hij ook nog financiëel was gedegradeerd door overplaatsing naar de gem. gasfabriek. Uitspraak: 30 boete of 15 dagen. Veroor deelde nam genoegen. EEN ONHEBBELIJKE DUO- EN MOTORRIJDER. De niet verschenen heer Karei M. te Amster dam had op 25 Febr. j.1. op den Hoornschen weg te Zwaag niet voldaan aan het bevel tot stoppen gegeven door rijksveldwachter Boere- ma, maar het nummer van den motor met zijn pet bedekt, zoodat Boerema, belast met con trole op wegenbelasting, enz., werd verhinderd dit nummer waar te nemen. Eisch en vonnis 35 boete of 25 dagen, Eveneens had aan bovengemeld bevel niet voldaan de broeder van den vorige verdachte, de heer Nic. M., eveneens koopman te Amster dam, die zich in persoon verantwoordde. De Officier noemde het een kinderachtig op treden en eischte in d i t geval: 50 boete of 2" dagen. Vonnis 40 boete of 20 dagen. EEN MEESTERES OP DE KLOMP. De 31-jarige mej. Cornelis P., echtgenoote van den heer Quirinus Leonardus M. te H. H.- Waard, zou op 14 Maart haar dorpsgenoot en armenbestuurder A. A. Overtoom op een tik onder zijn kin met een klomp hebben getrac- teerd, tengevolge waarvan zij heden voor dit feit terecht stond. Verdachte, die zich bij den B. A. bestuurder in den Blauwen Reigerpolder vervoegde voor een bon voor brandstoffen, beweerde door de zen armmeester buitengewoon onhoffelijk te zijn behandeld en van hem een stomp tegen haar boezem te hebben ontvangen, waarop zij haar klomp had gebezigd ter noodzakelijke lijfsverdediging. De heer Overtoom sprak dit pertinent tegen. Zij verzocht geld, en de getuige zeide dat hij dit niet mocht afgeven, waarop de juffrouw met haar klomp van leer trok. De stokdoove heer J. Maij had de klomp- stomp niet gehoord, maar wel gezien. Eisch 1 maand voorwaardelijk met 2 proef jaren. Uitspraak conform. DE SCHROTENGEBREKLIJDER. De landarbeider Marinus Kn. te Texel had zichzelf de vrijheid vergund van den veehouder C. Maas, tevens strandvonder, van op het erf liggende strandgoederen zich wederrechtelijk eenige schroten toe te eigenen. Verdachte ontkende het opzet der weder rechtelijke toeëigening, hij had gerekend op toestemming van den heer Maas. met zijn regelmatig gelaat, niet die door trapte booswicht was, waarvoor ze hem had gehouden. Waarom? Ze wist geen ant woord te geven. Mannen handelen naar 't verstand, maar de vrouw naar het gevoel. Zou hij haar kunnen helpen? Moed had hij genoeg. Toen ze straks de deur geopend had, stond hij daar zonder eenige vrees tegen over al die woeste soldeniers en hoe beve lend had zijn stem geklonken. Alsof hij een regiment ruiters achetr zich had. Vrees ken de hij zeker niet. Zonder eenige aarzeling had hij den aanvoerder neergeschoten. Zou hij haar willen helpen? Maar dan voelde ze weer zijn handen, die haar polsen hadden gegrepen. Ze moest hier weg_vluchten uit dit huis, uit deze onge lukkige stad. Op de tenen sloop ze bij hem langs, de kamer uit. Den dolk in de hand daalde ze de trap af; ze schrok voor het lijk van den afzichtelijken Kroaat Toen ze ech ter in de voorhal de lichamen der bedienden zag liggen, vermoord en vermingt, werden verdriet en angst haar te machtig. Met tril lende handen grendelde ze de voordeur, deed de zware kettingen er voor en ijlde snikkend terug naar het vertrek, waar zij den slapen- den man had achtergelaten. Door het luide dichtslaan der deur was Saxon wakker geworden. Verwonderd staar de hij om zich heen. Waar was hij? Toen bleef zijn oog rusten op de wanho Geleuter, decreteerde mr. Ledeboer, Verdachte, reeds vroeger veroordeeld ter za ke kippendiefstal, werd veroordeeld tot 30 boete of 15 dagen, conform eisch. DE DAME MET DE LOSSE LIPJES. Mej. Marietje B., echtgenoote van Joh. K. te Den Helder, stond terecht omdat zij haar nicht, mej. RunnenbergNachbar op 12 Maart een zeer onaanzienlijk scheldwoord had toegevoegd, welk feit plaats vond in de Langestraat aldaar. Verdachte werd als raadsman en verdediger geassisteerd door mr. Buiskool van Schagen. Mej. Maretje ontkende het compromiteeren- de woord te hebben gelanceerd. De Officier schrok van de beneden alle cri- tiek staande scheldwaorden, waartoe vele Hel- dersche dames zich verlagen en vermeende dat door een flinke straf dit euvel maar eens be perkt moest worden. Gerequireerd werd 25 boete of 15 dagen. Mr. Buiskool deelde mede, dat op het gezin van verdachte niets valt aan te merken en ver zocht den politierechter een geringe straf op te leggen. De verdachte dame deelde nog mede, voort durend door de familie N. lastig te worden ge vallen. De politierechter deed uitspraak in een dezer Heldersche tafereelen, waarbij de laagste scheldwoorden werden uitgebracht en veroor deelde het slanke vrouwtje tot 15 boete of 10 dagen. DE RUSTIEKE RUITENTIKKER. De 18-jarige student in de practische aard rijkskunde, Pieter M. te Oudesluis, had op 15 Maart een glasruit verbrijzeld in het door den heer J. Buisman bewoond café. Hij stond heden terecht terzake vernieling, die volgens toelich ting van verdachte, het gevolg was van een weddenschap, en den kastelein een schade van 2.20 berokkende. Die schade is nog niet be taald. Eisch 20 boete of 10 dagen. Vonnis 15 boete of 5 dagen. ZOO, INBREKER! EN DAT TEGEN DEN WETHOUDER! De 31-jarige landbouwer Jan B. te Opperdoes gevoelde zich benadeeld door den wethouder Jan Vijn, had dezen heer zeer onvoorzichtiglijk het onbehoorlijke woord: zóó inbreker toege voegd, en stond nu te dier zake terecht. De heer Jan B. was nog lang niet gekal meerd en zei dat ze hem een mooie klad op zijn rug gegooid hadden. De burgemeester en de wethouder hadden ten huize van verdachte ge zocht naar gestolen kunstmest, vandaar zijn heftige verontwaardiging. De wethouder was echter ook niet lekker met de degradatie tot inbreker en deed een aanklacht. Eisch 10 boete of 5 dagen, vonnis 5 boete of 2 dagen. De politierechter achtte evenwel het optre den van den burgemeester in casu niet geheel zooals het behoorde. Men was een schuur van Jan binnengedrongen en waren alstoen poot- aardappelen vernield! MEINEED GEPLEEGD? Het wegbrengeni" van de Spaarne- stroom. Op 12 Juni j.1. is de „Spaarnestroom" in de Noordzee onder de Deensche kust gezon ken. Naar dit ongeval stelde de Raad voor de Scheepvaart op 26 Juli daaraan volgen de een onderzoek in. Het vermoeden rees toen, dat de schipper-mede-eigenaar H. D., en de machinist J. K. een valschen eed af legden. Deswege hebben zij zich op 23 April j.1. voor den politierechter moeten ver antwoorden. Tijdens de behandeling van deze mein eedzaken bekenden zij, dat de voorstelling, voor den Raad voor de Scheepvaart gege ven, onjuist was. Verdachte K. gaf toe, dat zijn onder eede afgelegde verklaringen on juist waren en dat de tweede machinist het schip tot zinken heeft gebracht. De schipp.r zou een ander schip koopen en om niet werkloos te worden heeft verdachte zijn valsche verklaringen afgelegd. De tweede verdachte, de schipper-eige- naar H. S„ gaf eveneens toe, dat zijn verkla ringen van a tot z onjuist waren. Na het verhoor der verdachten werd de behandeling op 23 April geschorst, teneinde inzage te kunnen krijgen van de stukken, die zich op het parket te Haarlem bevonden, en die betrekking hebben op het wegbrengen van de Spaarnestroom. Gister werd deze zaak voortgezet. Als eerste getuige werd de tweede machi nist van de „Spaarnestroom", B., gehoord, thans voor een ander feit gedetineerd in h.-t Huis van bewaring te Haarlem. Er is ook rechtsingang tegen hem ver leend wegens het wegbrengen van de Spaarnestroom. Getuige gaf toe de inlaat-circulatie een halve slag open te hebben gezet. Een bankwerker, die aan boord van de Spaarnestroom heeft gewerkt, zeide van den pige gestalte, die daar voor hem stond en die al de doorgestane angsten scheen uit te huilen. Een groot medelijden welde in hem op. Hij besefte, hoe sterk haar alles moest heb ben aangegrepen, doch vond geen woorden om haar te troosten. Zachtjes trad hij op haar toe, klopte haar onhandig op den schouder. Het was of haar wantrouwen tegenover hem verdween. Hier was een mensch die haar troosten wilde. Met haar groote oogen, nat van tranen, keek ze hem aan. „Hoipman", zei ze, „wilt u mij redden? Er zal een groote losprijs voor mij worden be taald". Geruststellend lachte hij haar toe. „U redden? Als ik kan, zeker. Waarom niet? U heeft mij niet vermoord in mijn slaap. Vergeef mij dat ik in slaap ben ge vallen; ik was zoo vermoeid". Zijn hoffelijke toon verwonderde haar. Schertste hij of was hij inderdaad vergeten wat er tusschen hen was voorgevallen. Des te beter; haar vertrouwen in den man nam toe. „Wilt u mi] redden voor een losprijs? vroeg ze nog eens. „Mijn familie zal u ze ker beloonen. Noemt u zelf maar een be drag". Saxon dacht even na. Een bedrag noemen Waarom een getal te noemen, dat hij toch nooit zou krijgen? ondergang van het schip niets af te weten, hij kon slechts mededeelingen doen over den staat van het schip. Volgens getuige is het schip uitstekend in orde uitgevaren, anders zou het niet naar zee zijn vertrokken. Een matroos van de Spaarnestroom, die- de „schipbreuk" had meegemaakt, wist niet waaraan de ondergang te wijten was ge weest, Getuige erkende, dat hij den consul te Denemarken, waarheen de bemanning na de schipbreuk is gegaan, heeft verklaard, dat aan boord een explosie heeft plaats gehad. Requisitoir. De officier van justitie was van meening, dat de meineed door de bekentenis van de verdachten èn door de getuigenverklarin gen is bewezen. Het feit is zeer ernstig, doen er zijn in dit geval verzachtende omstandig heden. In verband hiermee requireerde spr. tegen beide verdachten een gevangenisstraf van drie maanden. De verdediger, mr. F. Kokosky, optreden de voor verd. H. D„ voerde in zijn pleidooi aan, dat bij de behandeling van een zaak voor den Raad voor de Scheepvaart geen wettelijk voorschrift het afleggen van den eed vordert. De schepenwet opent slechts de mogelijkheid. Volgens art. 207 Wetboek van Strafrecht is slechts meineed mogelijk, wan neer een onjuiste verklaring wordt afge legd in gevallen, waarin een wettelijk voor schrift een verklaring onder eede vordert. Op dezen grond meende pleiter, dat vrij spraak zal moeten volgen. Subs. pleitte mr Kokosky clementie, hierbij lichtte hij uitvoe rig de voorgeschiedenis van deze zaak toe. Om de juridische argumenten van mr. Kokosky nader te overwegen, werd de uit spraak aangehouden tot 18 Juni te half twee. „Wie is u eigenlijk?" vroeg; hij. „Een nichtje van de familie. Ik was het hoofd der bedienden". „Neen", zei hij eindelijk, „een losprijs vraag ik niet. Ik zal trachten u te redden. Maar denk er aan, waar we zijn. In een ver overde stad vol plunderende troepen. Ik zal mijn best doen dat is alles wat ik u kan beloven. Misschien zal ik een losprijs noe men, als het mij ondanks alles toch gelukt u te redden. „Wist ik maar een middel", vervolgde hij even later. „Maar u bent toch hopman? U kunt als officier uw ze aarzelde even, „buit" toch in veiligheid brengen". De vreemde smalende toon, die ze nu weer aangeslagen had, ontging hem niet, maar zonder het te laten blijken zei hij: „Zeker, ik zou u naar veldmaarschalk Von Pappenheim kunnen brengen en u on der zijn hoede stellen. Uw leven is dan ten minste gered". Hij voegde er niet bij, dat hij in dit geval waarschijnlijk haar leven kocht met het zijne. „Maar", vervolgde hij, „ik weet niet of de straten veilig zijn. Ik vrees het ergste. Durft u hier een oogenblik alleen te zijn. Ik kom dadelijk terug". „Ja zeker", antwoordde ze ferm. „Goed! Maar ik heb één voorwaarde zonder dat die vervuld is, kan ik u niet hel GOUDSMIDSWINKEL BESTOLEN. Straf verhoogd. Het Amsterdamsche gerechtshof veroor deelde gister twee recidivisten wegens po ging tot inbraak in een goudsmidswinkel in de KLnkerstraat te Amsterdam ieder tot vier jaar gevangenisstraf. Zij waren in hooger. beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank, waarbij zij tot drie jaar waren veroordeeld. NA AANRIJDING DOORGEREDEN. Boete van 75 geèischt. Voor de vierde kamer der Amsterdamsche rechtbank heeft een 28-jarige chauffeur uit Oud-Loosdrecht terechtgestaan, verdacht van toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Op 3 Aug. van het vorige jaar was hij met een auto komen aanrijden over de Brinklaan te Bussum uit de richting Hilver sum. Op den hoek bij de Raadhuisstraat was plotseling een fietser te voorschijn geko men, die door den auto werd gegrepen en tegen den grond geslingerd. Terstond nadat het ongeval was geschied had verdachte meer gas gegeven en was hij er vandoor gegaan. Toevallig kwam van de tegenge stelde richting een andere auto aanrijden, die rechtsomkeert maakte en den vluchteling nazette. Het mocht hem echter niet gelukken dezen in te halen. Niettegenstaande deze eerste vruchtelooze poging slaagde de poli tie er in om denzelfden dag de identiteit van den rijder vast te stellen en hem te verbali seeren. De president bracht den verdachte het on behoorlijke van zijn handelwijze onder het oog. De officier van justitie wilde in aanmer king nemen, dat door den fietser ook fouten pen". Hij keek haar vlak in haar oogen aan. Blozend sprong ze op. „Welke?" vroeg ze alweer diep veront waardigd. Overmoedig wierp hij zijn hoofd achter over en barstte uit in een vroolijken lach. „Dat u mij eerst iets te eten geeft, een stuk brood met kaas of zoo! Ik sterf van honger". Zijn voorwaarde werd letterlijk vervuld en na haar eenige bemoedigende woorden te hebben toegeroepen, snelde hij weg door de groote zaal, voorbij den stalen ridder, de torentrap af naar den tuin, die nog altijd eenzaam en verlaten lag.. De zon was on dergegaan en de wind deed de boomen bui gen. Het weer was geheel veranderd. Wat scheen het reeds langen tijd geleden, sinds hij hier had vertoefd en gemijmerd op den steenen bank. Weg waren de mooie kleu ren der bloemen en heesters, weg met de bloeiende vruchtboomen en den gouden regen weg met de vroolijk fladderende vlinders, de volle voorjaarsfeestdos, de vredige, zon nige bloemenhof. De tuin leek nu vaal en kleurloos, somber en doodsch. Slechts de wind huilde door de boomen, alsof een leger booze geesten kwam aan stormen, die, waar ze verschenen, niets dan onheil en ellende brachten, niets dan mis daad en dood. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7