Alkmaarsche Courant Oorlog en Darwinisme. Haar avonturier. Dit sierlijke model Honderd Zes en Dertigste Jaargang. VRIJDAG 15 JUNI SeuiMetan Qemeeniecaden SCHERMERHORN. No. 139 1934 Steeds weer leest en hoort men dat de oorlog een natuurlijk uitvloeisel is van de wet van Darwin; dat er steeds oorlog is geweest en steeds oorlog zal zijn. Dit is de simplistische redeneering, het gemakkelijk zegje, waarmee zoovelen, ook verantwoordelijke staatslieden en militairen zich van het probleem en de verantwoorde lijkheid afmaken. Deze opvatting omtrent den oorlog is een bedenkelijk erfstuk uit de vorige eeuw. Prof. Nicolai heeft dit indertijd in zijn belangrijk werk „Die Biologie des Krieges" duidelijk in het licht gesteld. Toen Darwin zijn leer van de „struggle for life" en de „survival of the fittest" ver kondigd had werd deze leer veelal verkeerd begrepen en derhalve verkeerd en overhaast toegepast op allerlei gebieden die door de wetenschap werden betreden. Wat beteekent „Survival of the fittest?" Overleven van de meest geschikten; d.i. van die soorten en individuen die het meest ge schikt zijn zich aan te passen aan nieuwe of moeilijke levensomstandigheden, welke het voortbestaan bedreigen. Deze geschiktheid nu hangt niet in de eerste plaats en nog minder in alle gevallen af van de kracht en de gevechtswaarde van soort of individu. Zeker zijn er diersoorten, b.v. vele roof dieren, voor welke de gevechtswaarde een beslissende factor is in den strijd om het bestaan, maar dit geldt toch niet voor alle soorten. Zoo zullen b.v. in moeilijke om standigheden de giraffen met de langste halzen, de egels met de sterkste stekels, de konijnen met de meest beschermende kleur, de hazen met de sterkste pooten en de schild padden met de dikste schilden de beste voortbestaanskansen hebben. In moeilijke omstandigheden zijn het eigenschappen, die veelal met de gevechtswaarde niets te dom hebben, welke voor de soorten hun mate van geschiktheid voor den strijd om het be staan bepalen. Waar het vooral op aankomt is dat die soorten en die individuen die voldoende aan passingsvermogen hebben'aan veranderde en gevaarlijke omstandigheden, de strijd o;n het bestaan met het meeste succes kunnen voeren. Wanneer men uitgaat van Darwins leer dan zou ook het lot van de menschheid be paald worden door haar mate van aanpas singsvermogen welke niet afhangt van haar mate van strijdbaarheid en militaire kracht, doch veeleer van geheel andere factoren zoo- als het sociale instinct, de collectieve zucht tot zelfbehoud en het werkelijkheidsbesef. In den oorlog spelen oude oerinstincten een geduchte, hoewel veelal verborgen rol. Daar is allereerst het strijdinstinct, dat de mensch in zich heeft als erfdeel van zijn wilde voorouders die met holenbeer en mam- mouth vochten. Prof. Nicolai merkt op hoe deze oude in stincten, evenals alles wat oud is, omdat ze oud zijn, de bijzondere sympathie genie ten ook nog van den modernen mensch en door hem als onontkoombaar en in wezen nuttig worden beschouwd. Maar daar tegen over stelt hij het feit dat een instinct schade lijk kan worden voor zijn bezitter, wanneer het zich niet kan aanpassen aan en vervor men naar veranderde omstandigheden. Immers, een instinct is blind en voert tot automatische en domme handelingen wan neer het niet door andere instincten of door de rede wordt gecorrigeerd en geremd. Zoo vindt de vlinder, die instinctief het licht zoekt, den dood tegen het gloeiende lampe glas. Het menschdom, dat door zijn agressieve instincten en verouderde ideologieën naar den oorlog gedreven wordt, heeft nog weinig besef van de totaal veranderde condities van den krijg. Het strijdinstinct, dat zich in na tuurtoestand kon botvieren met nagels, knot sen of speren, bedient zich in den modernen oorlog van electriciteit, motoren en gassen en zal blijken een doodelijk bezit te worden voor het menschdom, wanneer dit zich nkt voldoende blijkt te kunnen aanpassen aan de nieuwe door de techniek geschapen om standigheden en niet genoeg werkelijkheids zin blijkt te bezitten om het groote gevaar te beseffen. Dit gevaar ligt in het feit, dat aggressieve Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 14). Zoo keuvelden ze, dat wil zeggen, Saxon voerde grootendeels het gesprek, alsof er geen zorgen bestonden. Zij wandelden de gang door, die hier tamelijk breed was en weinig s.heen geleden te hebben van den tijd, die ai- les vermolmt. Het was een lange, bochtige vervelende weg, maar ze behoefden niet te overleggen welke richting ze zouden inslaan er bestond maar één mogelijkheid en ze kwa men bij geen tweesprong. „Gemakkelijk", zei Saxon. „Geen verschil van meening, geen keuze rechts of links, geen kans om te verdwalen, volkomen over eenstemming tusschen alle reisgenooten. Ik heb nog nooit zoo'n gewillig, ja, zachtmoe dig gezelschap gehad". „En ik nooit een gids, die zoo nauwkeurig den weg wist", spotte ze terug. „In welke riching marcheeren we?" „Naar het noorden, naar de stadsmuren, in de richting van de Nieuwstad. Het is niet de kortste weg, dan zouden we meer oostelijk moeten nouden". Het was in 't geheel geen avontuurlijke tocht. Behalve dat ze af en toe moesten uit wijken voor een modderpoel, ontmoetten ze nies bijzonders, dan na ruim een half uur in een hooge diepe nis het beeld van den en toch kloek, heeft groo- ten opgang gemaakt en is altijd buitengewoon ge wild geweest. Het is een vinding van KAREL I en de nieuwe 6 cents sigaar Enorm heeft dezelfde mooie knakvorm als duur dere merken. of strijdzuchtige oerinstincten en oude ideo logieën zich bedienen van voortbrengselen van het meest gescherpte vernuft. Het is derhalve noodzakelijk, dat men gaat beseffen dat de oude oorlogsideologieën, de oude leuzen van eer en heldendom niet meer passen bij de moderne oorlogvoering, dat zelfs de oude oerinstincten onbevredigd zul len biijven, wanneer men door den onzicht- baren vijand met gas wordt verstikt of in een temperatuur van 3000 graden gecre meerd wortlt, of wanneer men dit anderen aandoet. (Wells, Shape of things to ccme) Men moet de verouderde en daarom scha delijke ideeën overboord werpen en de reali teit niet slechts met het verstand gaan besef fen maar ook met het gevoel gaan verwei ken. Dit is niet aangenaam, maar een gebie dende eisch voor het collectieve zelfbehoud. Als sprekend voorbeeld van absurde ooi- logsideologie noem ik de uitspraak dat de oorlog voor den man is, wat het moeder schap is voor de vrouw. Ongetwijfeld schuilt in deze leuze een groote demagogische kracht zoowel tegen over de mannelijke als de vrouwelijke jeugd en is zij geschikt een oorlogsbudget te doen aannemen en de zakken der wapenindustriee- len te vullen. Zij wordt dan ook met eenige variatie bij verschillende groote volken ver kondigd. Kolonel René Quinton zegt iets dergelijks in zijn boek „Maximes sur la querre", een boek dat klaarblijkelijk het product is van een man die lijdt aan moreele krankzinnig heid. Ook von Papen en nog onlangs Mussolini hebben dit giftige woord uitgesproken. Toe gepast op den modernen oorlog zou het be teekenen, dat het mannelijker is aandeel ie hebben in een technische en chemische uit moording dan om dien waanzin te bestrij den en zijn krachten in te spannen om vroi wen, kinderen en grijsaards daar voor ts behoeden. Een belangrijke vraag is, wat ouder is. het agressieve of het sociale instinct. Dr. v. d. Bij en andere anthropologen hebben door uitvoerige onderzoekingen aangetoond, dat het gemeenschapsinstinct van den primitie ven mensch minstens zoo oud is als het strijdinstinct. Bij vele primitieve stammen en volken vonden zij 'n sterk gemeenschaps instinct en een afkeer van onderlinge strijd. Er is dus reden de schadelijke voorstel ling te laten varen dat de mensch van oor sprong een roofdierachtig wezen is zooals Spengler zonder bewijs verkondigt en men mag, in aanmerking nemend het sterke pn' mitieve sociale instinct van het menschdom, vertrouwen in een uiteindelijke overwinning van dit vreedzame instinct. Verder moest men op grond van boven staande feiten eindelijk eens breken met de verkeerde opvatting, dat de oorlog een on vermijdelijk uitvloeisel zou zijn van de leer van Darwin; in tegendeel, het ligt voor de hand om de overtuiging te aanvaarden, da- Verlosser en nu en dan zagen ze de kraal oogjes van een verschrikten rat. Eindelijk werd de gang breeder. Tot hun groote verwondering bemerkten ze heel in de verte een lichtstraal, maar het was geen dag licht. Het licht moest afkomstig zijn van een kaars en toch voelden ze versche lucht om hun hoofden waaien. „Wat zou dat beteckenen?" vroeg Marion zacht. „Afwachten, niet bang worden!" klonk het antwoord. Ze stonden stil. „Hier moeten luchtkokers wezen!" „Hoe zou dat kunnen?" „We moeten onder een kerk of een kerk hof zijn, anders zou men in al die jaren wel iets ontdekt hebben", luidde Saxon's oordeel „Daar konden de monniken een verbinding met de onderwereld maken!" „Laat mij nu vooruit gaan", fluisterde hij. Ze kwamen bij een gewelf, waarop 'blijk baar drie gangen uitkwamen. Het was ge bouwd in romaansche kruisbogen en steunde op een groote zuil met een vierkant kapiteel. „De Margaretha-kapel in Neurenberg" dacht Saxon. Aan den ingang stond op 'n steenen voetstuk een aquamanile, zooals de priesters gebruikten om de handen te reinigen, in den vorm van een vreemdsoortig paard. De staart diende tot zwengel; uit den bek kwam hef water. In het midden stond een groote eiken houten tafel, waarop een groote ijzeren kandelaar op drie pooten, versierd met men- schenhoofden, op de pin was een groote kaars gestoken. Eenige houten vouwstoelen ston den er om heen. Met één blik had Saxon dit alles in zich opgenomen, toen eerst zag hij, verscholen volgens Darwins leer van het voortbestaan der meest geschikten de afschaffing van den oorlog een logische en noodzakelijke maar regel is van aanpassing aan de veranderde omstandigheden, geschapen door de moder ne techniek. Wie de redevoeringen gelezen heeft, ge houden in het Engelsche Lagerhuis, waar o.a. Winstin Churchill en Baldwin de drei gende gevaren schel belichtten en de onmo gelijkheid betoogden om een wereldstad eenigszins afdoende te beschermen tegen mo derne luchtaanvallen, zal inzien hoe schade lijk het agressieve instinct, zich bedienend van de moderne techniek, zal worden voor het menschdom. wanneer niet aanpassings vermogen en gemeenschapsinstinct de over winning behalen en voeren tot afschaffing van den oorlog. Hij zal beseffen hoe veel overeenstemming er is tusschen een menschdom zich stortend in een modernen oorlog en een vlinder die door een instinct misleid, zijn vleugels ver brandt aan het gloeiende lampeglas. DR. J. ROORDA SCHQORL. De raad dezer gemeente vergaderde gis termorgen voltallig Bij den aanvang sprak de voorzitter, burgemeester von Fridagh, woorden van gelukwensch tot V. V. V. Noord-Ken nerner 1 a nd'den wensch uit sprekende, dat de verhouding tusschen V. V V. en de gemeente steeds aangenaam mocht blijven. Spr. bracht den dank van V. V. V. over voor de bloemenhulde van den raad. Van Ged. Staten waren diverse raadsbe sluiten goedgekeurd terugontvangen, o.a. die inzake kampcerverordening en verordening op de kleeding op 't strand. Van den heer W. Heman was een verzoek ingekomen, om bouwterrein beschikbaar te stellen te Aagtdorp. tusschen Postweg en Duinweg, desnoods met aanleg van. een openbaren weg naar de te bouwen per- ceelen. B. en W. stelden voor afwijzend te be schikken, om-dat het ingediende plan te wenschen overlaat. De heeren B ij 1 en Duin betoogden, dat het de bedoeling van Heman is, om wenken van B. en W. te krijgen. De lieer Schermer wilde niet direct de bepaling vastleggen, dat er een harde weg moet komen, waartegen de heer B ij 1 stel ling nam. De heer Kaag voelde heelemaal niet voor nieuwe wegen. De heer Gutter betoogde, dat behar- ding nooit kan uitblijven. Het verzoek van den lieer Heman werd ia handen van B. en W. gesteld ter nadere onderhandeling met adressant. Van den bond Heemschut was een verzoek achter den pilaar, een man zitten. Hij greep naar zijn pistool en zijn spade, maar "de an der stond kalm op en nu herkende hij den vreemdeling, die in de schuilplaats op de oude markt zoo onverwacht naast hem ge staan had. „Berg uw wapens maar rustig weg, ik ben geen vijand, misschien een vriend", sprak hij en zijn kalme toon stemde zelfs Marion gerust. „Dit is de derde keer, dat ik u ontmoet, hopman". „De derde keer?" vroeg Saxon verbaasd. „Den tweeden keer zag u mij niet Ik stond in de deuropening achter dien onderofficier der' Kroaten. Hij zag mij wel!" Vol verbazing keek Saxon in zijn mager gezicht, dat half verscholen ging onder de roode kap met de rechtopstaande punten. „Neem plaats. Angst behoeft u niet te hebben, schoone dame. U kijkt naar mijn muts. Mijn kleuren zijn anders zwhrt en geel", voegde hij er bij met een vreemd lach- je. „De mijne ook", liet Saxon zich ontvallen Marion keek hem verrast aan. „Hoe komt u hier en wie bent u?" vroeg Saxon. „Ik ook zou kunnen vragen hoe komt u hier? Maar uw nieuwsgierigheid zal niet bevredigd worden. Ik vraag ook niet naar uw geheimen of uw levensloop". Ofschoon Saxon weinig bijgeloovig was, maakte een vreemd, onzeker gevoel zich van hem meester, maar de man vervolgde be daard: „Mijn tijd is kostbaar. Luistert naar mijn raad. „Volgt dezen weg", en hij wees naai ingekomen, het Hargergat onbebouwd te laten. B. en W. zullen aan den bond berichten, dat zij het mogelijke daartoe zuilen doen. Besloten werd overeenkomstig den wensch van Gedi. Staten het pensioenverhaal van B. S. en O. en de gemeenteambtenaren te verhoogen tot het wettelijk maximum. De volontair ter secretarie, C. van Wijk, kreeg een toelage-verhooging van 300 tot 450, ingaande 1 April 1934, zulks om een pensioengrondslag vast te stellen. De meer dere uitgave komt niet voor rekening van de gemeente, daar de gemeentesecretaris, de heer J. H. Smits, die f 150 in de gemeentekas stort. B. en W. stelden voor afwijzend te be schikken op het verzoek van F. v. d. Aarde, om het op zijn erf staand bijgebouw, bij zijn woning. Laanweg, te verhuren aan ge zelschappen en clubjes. B. en W. vonden het in strijd met de kampeerverordeninger zijn onvoldoende voorzieningen t. a. v. orde en veiligheid. De heeren G u 11 e r, Schermer en Duin bepleitten het verzoek in te wil'igen. De heeren Kaag en Van Lienen waren tegen inwilliging om geen precedent te scheppen t. a. v. andere bijgebouwen en schuren. De voorzitter bleef een brandtrap en gescheiden slaapplaatsen voor jongens en meisjes noodig achten. Het rieten dak is ge vaarlijk, als er gerookt wordt. B. en W kun nen geen verantwoording op zich nemen voor eventueele gevolgen. De heer Schermer zei, dat aan de ver schillende voorwaarden voldaan wordt, be halve het rieten dak. De voorzitter zei, dat B. en W. dit nog niet wisten. Besloten weid behoudens enkele voorwaarden, de gevraagde toestem ming te gever Bij de ingekomen stukken was nog een ministerieel schrijven, dat aan het verlangen om een lagere huur voor de met rijkssteun gebouwde woningen zal worden gedaan Dit komt latei nog aan de orde. Medegedeeld werd. dat de heer Swaan in zijn vordering inzake oveipad over het Achterpad bij Bregtdcrp door de rechtbank te Haarlem in het ongelijk is gesteld: hij werd door de rechtbank gesignaleerd als een kwaad oppo sant Besloten werd een verordening vast te stellen, waarbij het mogelijk is de kosten van besmettelijke ziekten te verhalen naar gelang de financieele draagkracht der be trokkenen. B. en W. stelden voor afwiizend te beschik ken op het verzoek van de kustbrigade. om een terrein aan de Jaagkade, tei U'tgraving voor een zwembad. Aldus besloten. De heer Duin achtte de Noordsloot die 9 X 80 M2 is en zoet water heeft op een vasten kleibodem, heel geschikt om er zwem men te leeren. B. en W. zullen dezen wenk aan de kustbrigade overbrengen. de tegenovergestelde richting van waar ze gekomen waren, „doch weest voorzichtig Houdt tweemaal rechts en eenmaal links en let op den vierden steen van links, dus twee maar rechts en tweemaal links en houdt den rechtermuur". Hij stond op en leek veel langer dan Saxon gedacht had. „Mijn rust is kort. Er waren twee ko ningskinderen. Misschien is dit niet onze laatste ontmoeting. Vaarwel!" Zijn stem klonk plechtig. Voor Saxon kon antwoorden of Marion iets kon zeggen, was hij in de derde gang ver dwenen. Ze keken elkander aan als verlegen kinderen. „De duivel?" fluisterde Marion. „Neen", antwoordde Saxon zacht. „Hij heeft gewone voeten en geen staart, ook schijnt hij niet boosaardig, eerder vriendelijk, tenzij de duivel niet zoo slecht en zwart is, als de geeselijken vertellen Maar toch is er iets vreemds, iets heel vreemd aan die ver schijning". „Zullen we zijn raad opvolgen?" vroeg ze weer heel zachtjes „Zeker. In elk geval schijnt hij den weg te kennen, 't Is zonderling". „En wat zou hij bedoelen met zijn: „Er waren twee koningskinderen?" „Hij was blijkbaar in de war. Dat klopt heelemaal niet", sprak hij. „En de tweede regel al evenmin", ant woordde ze. „Misschien was de derde van toepassing: Zij konden niet 'bij elkaar komen", opperde Saxon. Hierna was aan de orde een voorstel om een verordening vast te stellen, ter bepaling van het aantal vergunningen en verloven en verdeeling daarvan over verschillende wijken. De voorzitter zei. dat het maximum aantal vergunningen nu 8 is en straks wordt. Een aanvraag van Swaan om ver gunning zal door B en W geweigerd wor den, daar het maximum reeds is over schreden. Bovendien zijn er nog drie an deren, n.1. v. d. Leeuw, Minkema en Louwe, die voorgaan, omdat ze eerder de aanvrage De verordening werd conform voorstel van B. en W. vastgesteld evenals een ver ordening op het agentschap der Arbeids bemiddeling. Bij de rondvraag gaf de heer G u 11 e r B. en W. in overweging pogingen ie doen in de duinen een natuurbad te laten maken door de werkloozen. De voorzitter zei, dat het Staats- boschbeheer zulks al overweegt. De heer Schermer meende, dat behar- ding van den Achterweg naar Kamperduin als werkverschaffing voorgaat bij een na tuurbad, waf hij overigens zou toejuichen. Naar aanleiding van een opmerking van den heer Duin, dat de IJsclub 7.50 moet betalen voor het opruimen van graszoden door werkloozen, zegde de voorzitter toe de IJsclub uit de gemeentekas een donatie van 10 te geven. De heer Kaag betoogde, dat de huurder van het land van de ijsclu'b schade heeft gehad, waarop de voorzitter de IJs club in overweging gaf, die 2.50 aan dien huurder te geven. Hierna sluiting. Maandagavond 11 Juni vergaderde de raad dezer gemeente onder voorzitterschap van burgemeester B. Meindersma. Van Ged. Staten een mededeeling, dat op de jaarwedden van burgemeester, secretaris en ontvanger een pensioensbijdrage door hen moet worden betaald van BVi in gaande 1 April 1934. Van den heer K. Rodenburg te Apeldoorn een schrijven dat hij genoegen neemt met den verkoop van den grónd waarop het ge bouwtje staat op het oefenterrein voor de som van 150. Van B. en W. te Alkmaar was er een schrijven, dat zij geen genoegen nemen met het raadsbesluit, waarbij werd bepaald de helft van de bijdrage voor het Centraal Zie kenhuis te betalen, welke bijdrage in 1925 was toegezegd. Na bespreking werd z.h.s. goedgevonden de volle bijdrage te verleenen. Van den Dir. der Belastingen was er een mededeeling, dat een herschatting van de huurwaarde voor de Pers. Bel. dit jaar niet noodig wordt geoordeeld. Van het Burg. Armbestuur een schrijven, waarin verzocht wordt terug te komen op het raadsbesluit tot niet toetreding tot den Armenraad te Alkmaar. B. en W. adviseerden het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Oostwouder stelde toetreding voor, welk voorstel werd gesteund door den heer Plugboer, en in stemming gebracht, werd verworpen met 5 tegen 2 stemmen (Oostwouder en Plugboer). Verzoek van den heer C. Muntjewerff om ondersteuning van zijn 75-jarigen vader B. en W. adviseerden het verzoek, als be- hoorende bij het Burgerlijk Armbestuur, voor kennisgeving aan te nemen, waartoe z.h.s. werd besloten. Verzoek van de federatie N.-Holland van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer om een bijdrage voor 1935. Mede op advies van B. en W. voor ken nisgeving aangenomen. Van den Dir -Generaal van de Volksge zondheid een mededeeling, dat door rente verlaging de huur van de met Rijkssteun gebouwde woningen met 80 ct. per week kan worden verlaagd. Gevraagd zal worden met welken datum deze verlaging kan ingaan. Voorstel tot het niet aansluiten bij den schoolartsendienst Algemeen werd het groote nut van deze instelling erkend. Om financieele redenen werd evenwel z.h.s. besloten zich niet daar bij aan te sluiten. Voorstel af- en overschrijvingen en wijzi ging gemeentebegrooting en van het G.E.B. dienst 1933. Zh.s. werd besloten tot de overschrijvin gen en wijzigingen. Wijziging bouwverordening. Deze wijziging, die alleen van admi nistratieven aard was, werd z.h.s. goedge vonden. „Ja, dat is mogelijk, en de vierde: Het water was veel te diep", besloot Marion „Nu zijn we bezig, iets, wat zonder twijfel heel gewoon is, als iets bovennatuurlijks te beschouwen", zei hij. „De vreemdeling zal waarschijnlijk iemand zijn, die de gangen toevallig ontdekt heeft, 'n afgezette monnik, een zwerver, die hier zijn toevlucht zocht, een toovenaar, vervolgd door de inquisitie een astroloog of een alchimist!" Maar hij was er zelf niet zoo zeker van. „Doch wie hij ook zij, de raad was verstandig". „Waarom?" „Tweemaal naar rechts en dan naar links geeft ongeveer de richting waarin wij gingen Als hij driemaal naar rechts had gezegd, zouden we hier in den omtrek van het gewelf weer uitgekomen zijn. Er schijnen veel meer gangen te bestaan". „Een labyrinth, maar zonder draad" zuchtte ze. „Niet zoo mistroostig", vroolijkte hij haar op. „Kom, we zullen een versterking nemen", en hij schonk haar een beker wijn. „U moet drinken", vervolgde hij. „De wijn geeft nieuwen moed. Een jonge vrouw, een oud glas wijn, dat maakt het leven goed en dubbel zoet". Zij keek hem 'n beetje verwijtend aan, mis schien klonk de soldatenscherts van' den avonturier wat ruw in haar kuische ooren, maar ze dronk gretig den wijn. En nadat hij den beker geledigd had op hun behouden aankomst, gingen ze den weg, dien de vreemde'ing gewezen had. Na eenigen tijd splitste de gang zich werkelijk naar rechts en links Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5