Alkmaarsche Courant
Oorlog en Darwinisme.
Haar avonturier.
Dit sierlijke
model
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
VRIJDAG 15 JUNI
SeuiMetan
Qemeeniecaden
SCHERMERHORN.
No. 139 1934
Steeds weer leest en hoort men dat de
oorlog een natuurlijk uitvloeisel is van de
wet van Darwin; dat er steeds oorlog is
geweest en steeds oorlog zal zijn.
Dit is de simplistische redeneering, het
gemakkelijk zegje, waarmee zoovelen, ook
verantwoordelijke staatslieden en militairen
zich van het probleem en de verantwoorde
lijkheid afmaken.
Deze opvatting omtrent den oorlog is een
bedenkelijk erfstuk uit de vorige eeuw. Prof.
Nicolai heeft dit indertijd in zijn belangrijk
werk „Die Biologie des Krieges" duidelijk
in het licht gesteld.
Toen Darwin zijn leer van de „struggle
for life" en de „survival of the fittest" ver
kondigd had werd deze leer veelal verkeerd
begrepen en derhalve verkeerd en overhaast
toegepast op allerlei gebieden die door de
wetenschap werden betreden.
Wat beteekent „Survival of the fittest?"
Overleven van de meest geschikten; d.i. van
die soorten en individuen die het meest ge
schikt zijn zich aan te passen aan nieuwe of
moeilijke levensomstandigheden, welke het
voortbestaan bedreigen. Deze geschiktheid
nu hangt niet in de eerste plaats en nog
minder in alle gevallen af van de kracht en
de gevechtswaarde van soort of individu.
Zeker zijn er diersoorten, b.v. vele roof
dieren, voor welke de gevechtswaarde een
beslissende factor is in den strijd om het
bestaan, maar dit geldt toch niet voor alle
soorten. Zoo zullen b.v. in moeilijke om
standigheden de giraffen met de langste
halzen, de egels met de sterkste stekels, de
konijnen met de meest beschermende kleur,
de hazen met de sterkste pooten en de schild
padden met de dikste schilden de beste
voortbestaanskansen hebben. In moeilijke
omstandigheden zijn het eigenschappen, die
veelal met de gevechtswaarde niets te dom
hebben, welke voor de soorten hun mate
van geschiktheid voor den strijd om het be
staan bepalen.
Waar het vooral op aankomt is dat die
soorten en die individuen die voldoende aan
passingsvermogen hebben'aan veranderde
en gevaarlijke omstandigheden, de strijd o;n
het bestaan met het meeste succes kunnen
voeren.
Wanneer men uitgaat van Darwins leer
dan zou ook het lot van de menschheid be
paald worden door haar mate van aanpas
singsvermogen welke niet afhangt van haar
mate van strijdbaarheid en militaire kracht,
doch veeleer van geheel andere factoren zoo-
als het sociale instinct, de collectieve zucht
tot zelfbehoud en het werkelijkheidsbesef.
In den oorlog spelen oude oerinstincten
een geduchte, hoewel veelal verborgen rol.
Daar is allereerst het strijdinstinct, dat de
mensch in zich heeft als erfdeel van zijn
wilde voorouders die met holenbeer en mam-
mouth vochten.
Prof. Nicolai merkt op hoe deze oude in
stincten, evenals alles wat oud is, omdat
ze oud zijn, de bijzondere sympathie genie
ten ook nog van den modernen mensch en
door hem als onontkoombaar en in wezen
nuttig worden beschouwd. Maar daar tegen
over stelt hij het feit dat een instinct schade
lijk kan worden voor zijn bezitter, wanneer
het zich niet kan aanpassen aan en vervor
men naar veranderde omstandigheden.
Immers, een instinct is blind en voert tot
automatische en domme handelingen wan
neer het niet door andere instincten of door
de rede wordt gecorrigeerd en geremd. Zoo
vindt de vlinder, die instinctief het licht
zoekt, den dood tegen het gloeiende lampe
glas.
Het menschdom, dat door zijn agressieve
instincten en verouderde ideologieën naar
den oorlog gedreven wordt, heeft nog weinig
besef van de totaal veranderde condities van
den krijg. Het strijdinstinct, dat zich in na
tuurtoestand kon botvieren met nagels, knot
sen of speren, bedient zich in den modernen
oorlog van electriciteit, motoren en gassen
en zal blijken een doodelijk bezit te worden
voor het menschdom, wanneer dit zich nkt
voldoende blijkt te kunnen aanpassen aan
de nieuwe door de techniek geschapen om
standigheden en niet genoeg werkelijkheids
zin blijkt te bezitten om het groote gevaar
te beseffen.
Dit gevaar ligt in het feit, dat aggressieve
Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
14).
Zoo keuvelden ze, dat wil zeggen, Saxon
voerde grootendeels het gesprek, alsof er geen
zorgen bestonden. Zij wandelden de gang
door, die hier tamelijk breed was en weinig
s.heen geleden te hebben van den tijd, die ai-
les vermolmt. Het was een lange, bochtige
vervelende weg, maar ze behoefden niet te
overleggen welke richting ze zouden inslaan
er bestond maar één mogelijkheid en ze kwa
men bij geen tweesprong.
„Gemakkelijk", zei Saxon. „Geen verschil
van meening, geen keuze rechts of links,
geen kans om te verdwalen, volkomen over
eenstemming tusschen alle reisgenooten. Ik
heb nog nooit zoo'n gewillig, ja, zachtmoe
dig gezelschap gehad".
„En ik nooit een gids, die zoo nauwkeurig
den weg wist", spotte ze terug. „In welke
riching marcheeren we?"
„Naar het noorden, naar de stadsmuren,
in de richting van de Nieuwstad. Het is niet
de kortste weg, dan zouden we meer oostelijk
moeten nouden".
Het was in 't geheel geen avontuurlijke
tocht. Behalve dat ze af en toe moesten uit
wijken voor een modderpoel, ontmoetten ze
nies bijzonders, dan na ruim een half uur
in een hooge diepe nis het beeld van den
en toch kloek, heeft groo-
ten opgang gemaakt en
is altijd buitengewoon ge
wild geweest. Het is een
vinding van KAREL I en
de nieuwe 6 cents sigaar
Enorm heeft dezelfde
mooie knakvorm als duur
dere merken.
of strijdzuchtige oerinstincten en oude ideo
logieën zich bedienen van voortbrengselen
van het meest gescherpte vernuft.
Het is derhalve noodzakelijk, dat men gaat
beseffen dat de oude oorlogsideologieën, de
oude leuzen van eer en heldendom niet meer
passen bij de moderne oorlogvoering, dat
zelfs de oude oerinstincten onbevredigd zul
len biijven, wanneer men door den onzicht-
baren vijand met gas wordt verstikt of in
een temperatuur van 3000 graden gecre
meerd wortlt, of wanneer men dit anderen
aandoet. (Wells, Shape of things to ccme)
Men moet de verouderde en daarom scha
delijke ideeën overboord werpen en de reali
teit niet slechts met het verstand gaan besef
fen maar ook met het gevoel gaan verwei
ken. Dit is niet aangenaam, maar een gebie
dende eisch voor het collectieve zelfbehoud.
Als sprekend voorbeeld van absurde ooi-
logsideologie noem ik de uitspraak dat de
oorlog voor den man is, wat het moeder
schap is voor de vrouw.
Ongetwijfeld schuilt in deze leuze een
groote demagogische kracht zoowel tegen
over de mannelijke als de vrouwelijke jeugd
en is zij geschikt een oorlogsbudget te doen
aannemen en de zakken der wapenindustriee-
len te vullen. Zij wordt dan ook met eenige
variatie bij verschillende groote volken ver
kondigd.
Kolonel René Quinton zegt iets dergelijks
in zijn boek „Maximes sur la querre", een
boek dat klaarblijkelijk het product is van
een man die lijdt aan moreele krankzinnig
heid.
Ook von Papen en nog onlangs Mussolini
hebben dit giftige woord uitgesproken. Toe
gepast op den modernen oorlog zou het be
teekenen, dat het mannelijker is aandeel ie
hebben in een technische en chemische uit
moording dan om dien waanzin te bestrij
den en zijn krachten in te spannen om vroi
wen, kinderen en grijsaards daar voor ts
behoeden.
Een belangrijke vraag is, wat ouder is.
het agressieve of het sociale instinct. Dr. v.
d. Bij en andere anthropologen hebben door
uitvoerige onderzoekingen aangetoond, dat
het gemeenschapsinstinct van den primitie
ven mensch minstens zoo oud is als het
strijdinstinct. Bij vele primitieve stammen
en volken vonden zij 'n sterk gemeenschaps
instinct en een afkeer van onderlinge strijd.
Er is dus reden de schadelijke voorstel
ling te laten varen dat de mensch van oor
sprong een roofdierachtig wezen is zooals
Spengler zonder bewijs verkondigt en men
mag, in aanmerking nemend het sterke pn'
mitieve sociale instinct van het menschdom,
vertrouwen in een uiteindelijke overwinning
van dit vreedzame instinct.
Verder moest men op grond van boven
staande feiten eindelijk eens breken met de
verkeerde opvatting, dat de oorlog een on
vermijdelijk uitvloeisel zou zijn van de leer
van Darwin; in tegendeel, het ligt voor de
hand om de overtuiging te aanvaarden, da-
Verlosser en nu en dan zagen ze de kraal
oogjes van een verschrikten rat.
Eindelijk werd de gang breeder. Tot hun
groote verwondering bemerkten ze heel in de
verte een lichtstraal, maar het was geen dag
licht. Het licht moest afkomstig zijn van een
kaars en toch voelden ze versche lucht om
hun hoofden waaien.
„Wat zou dat beteckenen?" vroeg Marion
zacht.
„Afwachten, niet bang worden!" klonk
het antwoord. Ze stonden stil.
„Hier moeten luchtkokers wezen!"
„Hoe zou dat kunnen?"
„We moeten onder een kerk of een kerk
hof zijn, anders zou men in al die jaren wel
iets ontdekt hebben", luidde Saxon's oordeel
„Daar konden de monniken een verbinding
met de onderwereld maken!"
„Laat mij nu vooruit gaan", fluisterde hij.
Ze kwamen bij een gewelf, waarop 'blijk
baar drie gangen uitkwamen. Het was ge
bouwd in romaansche kruisbogen en steunde
op een groote zuil met een vierkant kapiteel.
„De Margaretha-kapel in Neurenberg" dacht
Saxon. Aan den ingang stond op 'n steenen
voetstuk een aquamanile, zooals de priesters
gebruikten om de handen te reinigen, in den
vorm van een vreemdsoortig paard. De staart
diende tot zwengel; uit den bek kwam hef
water. In het midden stond een groote eiken
houten tafel, waarop een groote ijzeren
kandelaar op drie pooten, versierd met men-
schenhoofden, op de pin was een groote kaars
gestoken. Eenige houten vouwstoelen ston
den er om heen.
Met één blik had Saxon dit alles in zich
opgenomen, toen eerst zag hij, verscholen
volgens Darwins leer van het voortbestaan
der meest geschikten de afschaffing van den
oorlog een logische en noodzakelijke maar
regel is van aanpassing aan de veranderde
omstandigheden, geschapen door de moder
ne techniek.
Wie de redevoeringen gelezen heeft, ge
houden in het Engelsche Lagerhuis, waar
o.a. Winstin Churchill en Baldwin de drei
gende gevaren schel belichtten en de onmo
gelijkheid betoogden om een wereldstad
eenigszins afdoende te beschermen tegen mo
derne luchtaanvallen, zal inzien hoe schade
lijk het agressieve instinct, zich bedienend
van de moderne techniek, zal worden voor
het menschdom. wanneer niet aanpassings
vermogen en gemeenschapsinstinct de over
winning behalen en voeren tot afschaffing
van den oorlog.
Hij zal beseffen hoe veel overeenstemming
er is tusschen een menschdom zich stortend
in een modernen oorlog en een vlinder die
door een instinct misleid, zijn vleugels ver
brandt aan het gloeiende lampeglas.
DR. J. ROORDA
SCHQORL.
De raad dezer gemeente vergaderde gis
termorgen voltallig Bij den aanvang sprak
de voorzitter, burgemeester von Fridagh,
woorden van gelukwensch tot V. V. V.
Noord-Ken nerner 1 a nd'den wensch uit
sprekende, dat de verhouding tusschen
V. V V. en de gemeente steeds aangenaam
mocht blijven. Spr. bracht den dank van
V. V. V. over voor de bloemenhulde van
den raad.
Van Ged. Staten waren diverse raadsbe
sluiten goedgekeurd terugontvangen, o.a. die
inzake kampcerverordening en verordening
op de kleeding op 't strand.
Van den heer W. Heman was een verzoek
ingekomen, om bouwterrein beschikbaar te
stellen te Aagtdorp. tusschen Postweg en
Duinweg, desnoods met aanleg van. een
openbaren weg naar de te bouwen per-
ceelen.
B. en W. stelden voor afwijzend te be
schikken, om-dat het ingediende plan te
wenschen overlaat.
De heeren B ij 1 en Duin betoogden, dat
het de bedoeling van Heman is, om wenken
van B. en W. te krijgen.
De lieer Schermer wilde niet direct de
bepaling vastleggen, dat er een harde weg
moet komen, waartegen de heer B ij 1 stel
ling nam.
De heer Kaag voelde heelemaal niet
voor nieuwe wegen.
De heer Gutter betoogde, dat behar-
ding nooit kan uitblijven.
Het verzoek van den lieer Heman werd
ia handen van B. en W. gesteld ter nadere
onderhandeling met adressant.
Van den bond Heemschut was een verzoek
achter den pilaar, een man zitten. Hij greep
naar zijn pistool en zijn spade, maar "de an
der stond kalm op en nu herkende hij den
vreemdeling, die in de schuilplaats op de
oude markt zoo onverwacht naast hem ge
staan had.
„Berg uw wapens maar rustig weg, ik
ben geen vijand, misschien een vriend",
sprak hij en zijn kalme toon stemde zelfs
Marion gerust.
„Dit is de derde keer, dat ik u ontmoet,
hopman".
„De derde keer?" vroeg Saxon verbaasd.
„Den tweeden keer zag u mij niet Ik stond
in de deuropening achter dien onderofficier
der' Kroaten. Hij zag mij wel!"
Vol verbazing keek Saxon in zijn mager
gezicht, dat half verscholen ging onder de
roode kap met de rechtopstaande punten.
„Neem plaats. Angst behoeft u niet te
hebben, schoone dame. U kijkt naar mijn
muts. Mijn kleuren zijn anders zwhrt en
geel", voegde hij er bij met een vreemd lach-
je.
„De mijne ook", liet Saxon zich ontvallen
Marion keek hem verrast aan.
„Hoe komt u hier en wie bent u?" vroeg
Saxon.
„Ik ook zou kunnen vragen hoe komt u
hier? Maar uw nieuwsgierigheid zal niet
bevredigd worden. Ik vraag ook niet naar
uw geheimen of uw levensloop".
Ofschoon Saxon weinig bijgeloovig was,
maakte een vreemd, onzeker gevoel zich van
hem meester, maar de man vervolgde be
daard:
„Mijn tijd is kostbaar. Luistert naar mijn
raad. „Volgt dezen weg", en hij wees naai
ingekomen, het Hargergat onbebouwd te
laten.
B. en W. zullen aan den bond berichten,
dat zij het mogelijke daartoe zuilen doen.
Besloten werd overeenkomstig den wensch
van Gedi. Staten het pensioenverhaal van
B. S. en O. en de gemeenteambtenaren te
verhoogen tot het wettelijk maximum.
De volontair ter secretarie, C. van Wijk,
kreeg een toelage-verhooging van 300 tot
450, ingaande 1 April 1934, zulks om een
pensioengrondslag vast te stellen. De meer
dere uitgave komt niet voor rekening van de
gemeente, daar de gemeentesecretaris, de
heer J. H. Smits, die f 150 in de gemeentekas
stort.
B. en W. stelden voor afwijzend te be
schikken op het verzoek van F. v. d. Aarde,
om het op zijn erf staand bijgebouw, bij
zijn woning. Laanweg, te verhuren aan ge
zelschappen en clubjes. B. en W. vonden het
in strijd met de kampeerverordeninger zijn
onvoldoende voorzieningen t. a. v. orde en
veiligheid.
De heeren G u 11 e r, Schermer en
Duin bepleitten het verzoek in te wil'igen.
De heeren Kaag en Van Lienen
waren tegen inwilliging om geen precedent
te scheppen t. a. v. andere bijgebouwen en
schuren.
De voorzitter bleef een brandtrap en
gescheiden slaapplaatsen voor jongens en
meisjes noodig achten. Het rieten dak is ge
vaarlijk, als er gerookt wordt. B. en W kun
nen geen verantwoording op zich nemen
voor eventueele gevolgen.
De heer Schermer zei, dat aan de ver
schillende voorwaarden voldaan wordt, be
halve het rieten dak.
De voorzitter zei, dat B. en W. dit
nog niet wisten. Besloten weid behoudens
enkele voorwaarden, de gevraagde toestem
ming te gever
Bij de ingekomen stukken was nog een
ministerieel schrijven, dat aan het verlangen
om een lagere huur voor de met rijkssteun
gebouwde woningen zal worden gedaan Dit
komt latei nog aan de orde. Medegedeeld
werd. dat de heer Swaan in zijn vordering
inzake oveipad over het Achterpad bij
Bregtdcrp door de rechtbank te Haarlem in
het ongelijk is gesteld: hij werd door de
rechtbank gesignaleerd als een kwaad oppo
sant
Besloten werd een verordening vast te
stellen, waarbij het mogelijk is de kosten
van besmettelijke ziekten te verhalen naar
gelang de financieele draagkracht der be
trokkenen.
B. en W. stelden voor afwiizend te beschik
ken op het verzoek van de kustbrigade. om
een terrein aan de Jaagkade, tei U'tgraving
voor een zwembad.
Aldus besloten.
De heer Duin achtte de Noordsloot die
9 X 80 M2 is en zoet water heeft op een
vasten kleibodem, heel geschikt om er zwem
men te leeren. B. en W. zullen dezen wenk
aan de kustbrigade overbrengen.
de tegenovergestelde richting van waar ze
gekomen waren, „doch weest voorzichtig
Houdt tweemaal rechts en eenmaal links en
let op den vierden steen van links, dus twee
maar rechts en tweemaal links en houdt
den rechtermuur".
Hij stond op en leek veel langer dan
Saxon gedacht had.
„Mijn rust is kort. Er waren twee ko
ningskinderen. Misschien is dit niet onze
laatste ontmoeting. Vaarwel!" Zijn stem
klonk plechtig.
Voor Saxon kon antwoorden of Marion
iets kon zeggen, was hij in de derde gang ver
dwenen. Ze keken elkander aan als verlegen
kinderen.
„De duivel?" fluisterde Marion.
„Neen", antwoordde Saxon zacht. „Hij
heeft gewone voeten en geen staart, ook
schijnt hij niet boosaardig, eerder vriendelijk,
tenzij de duivel niet zoo slecht en zwart is,
als de geeselijken vertellen Maar toch is er
iets vreemds, iets heel vreemd aan die ver
schijning".
„Zullen we zijn raad opvolgen?" vroeg
ze weer heel zachtjes
„Zeker. In elk geval schijnt hij den weg
te kennen, 't Is zonderling".
„En wat zou hij bedoelen met zijn: „Er
waren twee koningskinderen?"
„Hij was blijkbaar in de war. Dat klopt
heelemaal niet", sprak hij.
„En de tweede regel al evenmin", ant
woordde ze.
„Misschien was de derde van toepassing:
Zij konden niet 'bij elkaar komen", opperde
Saxon.
Hierna was aan de orde een voorstel om
een verordening vast te stellen, ter bepaling
van het aantal vergunningen en verloven en
verdeeling daarvan over verschillende wijken.
De voorzitter zei. dat het maximum
aantal vergunningen nu 8 is en straks
wordt. Een aanvraag van Swaan om ver
gunning zal door B en W geweigerd wor
den, daar het maximum reeds is over
schreden. Bovendien zijn er nog drie an
deren, n.1. v. d. Leeuw, Minkema en Louwe,
die voorgaan, omdat ze eerder de aanvrage
De verordening werd conform voorstel
van B. en W. vastgesteld evenals een ver
ordening op het agentschap der Arbeids
bemiddeling.
Bij de rondvraag gaf de heer G u 11 e r B.
en W. in overweging pogingen ie doen in
de duinen een natuurbad te laten maken
door de werkloozen.
De voorzitter zei, dat het Staats-
boschbeheer zulks al overweegt.
De heer Schermer meende, dat behar-
ding van den Achterweg naar Kamperduin
als werkverschaffing voorgaat bij een na
tuurbad, waf hij overigens zou toejuichen.
Naar aanleiding van een opmerking van
den heer Duin, dat de IJsclub 7.50 moet
betalen voor het opruimen van graszoden
door werkloozen, zegde de voorzitter
toe de IJsclub uit de gemeentekas een donatie
van 10 te geven.
De heer Kaag betoogde, dat de huurder
van het land van de ijsclu'b schade heeft
gehad, waarop de voorzitter de IJs
club in overweging gaf, die 2.50 aan dien
huurder te geven.
Hierna sluiting.
Maandagavond 11 Juni vergaderde de
raad dezer gemeente onder voorzitterschap
van burgemeester B. Meindersma.
Van Ged. Staten een mededeeling, dat op
de jaarwedden van burgemeester, secretaris
en ontvanger een pensioensbijdrage door
hen moet worden betaald van BVi in
gaande 1 April 1934.
Van den heer K. Rodenburg te Apeldoorn
een schrijven dat hij genoegen neemt met
den verkoop van den grónd waarop het ge
bouwtje staat op het oefenterrein voor de
som van 150.
Van B. en W. te Alkmaar was er een
schrijven, dat zij geen genoegen nemen met
het raadsbesluit, waarbij werd bepaald de
helft van de bijdrage voor het Centraal Zie
kenhuis te betalen, welke bijdrage in 1925
was toegezegd.
Na bespreking werd z.h.s. goedgevonden
de volle bijdrage te verleenen.
Van den Dir. der Belastingen was er een
mededeeling, dat een herschatting van de
huurwaarde voor de Pers. Bel. dit jaar niet
noodig wordt geoordeeld.
Van het Burg. Armbestuur een schrijven,
waarin verzocht wordt terug te komen op
het raadsbesluit tot niet toetreding tot den
Armenraad te Alkmaar.
B. en W. adviseerden het schrijven voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Oostwouder stelde toetreding
voor, welk voorstel werd gesteund door den
heer Plugboer, en in stemming gebracht,
werd verworpen met 5 tegen 2 stemmen
(Oostwouder en Plugboer).
Verzoek van den heer C. Muntjewerff om
ondersteuning van zijn 75-jarigen vader
B. en W. adviseerden het verzoek, als be-
hoorende bij het Burgerlijk Armbestuur,
voor kennisgeving aan te nemen, waartoe
z.h.s. werd besloten.
Verzoek van de federatie N.-Holland van
de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer
om een bijdrage voor 1935.
Mede op advies van B. en W. voor ken
nisgeving aangenomen.
Van den Dir -Generaal van de Volksge
zondheid een mededeeling, dat door rente
verlaging de huur van de met Rijkssteun
gebouwde woningen met 80 ct. per week
kan worden verlaagd.
Gevraagd zal worden met welken datum
deze verlaging kan ingaan.
Voorstel tot het niet aansluiten bij den
schoolartsendienst
Algemeen werd het groote nut van deze
instelling erkend. Om financieele redenen
werd evenwel z.h.s. besloten zich niet daar
bij aan te sluiten.
Voorstel af- en overschrijvingen en wijzi
ging gemeentebegrooting en van het G.E.B.
dienst 1933.
Zh.s. werd besloten tot de overschrijvin
gen en wijzigingen.
Wijziging bouwverordening.
Deze wijziging, die alleen van admi
nistratieven aard was, werd z.h.s. goedge
vonden.
„Ja, dat is mogelijk, en de vierde: Het
water was veel te diep", besloot Marion
„Nu zijn we bezig, iets, wat zonder twijfel
heel gewoon is, als iets bovennatuurlijks te
beschouwen", zei hij. „De vreemdeling zal
waarschijnlijk iemand zijn, die de gangen
toevallig ontdekt heeft, 'n afgezette monnik,
een zwerver, die hier zijn toevlucht zocht,
een toovenaar, vervolgd door de inquisitie
een astroloog of een alchimist!" Maar hij
was er zelf niet zoo zeker van. „Doch wie
hij ook zij, de raad was verstandig".
„Waarom?"
„Tweemaal naar rechts en dan naar links
geeft ongeveer de richting waarin wij gingen
Als hij driemaal naar rechts had gezegd,
zouden we hier in den omtrek van het gewelf
weer uitgekomen zijn. Er schijnen veel meer
gangen te bestaan".
„Een labyrinth, maar zonder draad"
zuchtte ze.
„Niet zoo mistroostig", vroolijkte hij haar
op. „Kom, we zullen een versterking nemen",
en hij schonk haar een beker wijn.
„U moet drinken", vervolgde hij. „De
wijn geeft nieuwen moed. Een jonge vrouw,
een oud glas wijn, dat maakt het leven goed
en dubbel zoet".
Zij keek hem 'n beetje verwijtend aan, mis
schien klonk de soldatenscherts van' den
avonturier wat ruw in haar kuische ooren,
maar ze dronk gretig den wijn. En nadat hij
den beker geledigd had op hun behouden
aankomst, gingen ze den weg, dien de
vreemde'ing gewezen had. Na eenigen tijd
splitste de gang zich werkelijk naar rechts
en links
Wordt vervolgd.