SUPERIEUR IN KWALITEIT EN
SMAAK EN DE BESTE SIGARET
VOOR UW GEZONDHEID!
10 VOOR 17
ALKMAARSCHE COURANT
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
Hel leven van Jnhn Dillinger.
JMtnnieuws
No. 140
ZATERDAG 16 JUNI 1934
IN DE KEUKEN.
\Xaarom zou ik niet mogen beginnen met
een huishoudelijk praatje?
Dikwijls is in het leven datgene, wat men
niet ziet, belangrijker dan wat men ziet. En
daarom zij mijn intree-rede een onthulling
overde keuken van het parlement.
Ik bedoel dit letterlijk. Niet figuurlijk ais
de politieke keuken, waar de spijzen
worden bereid, maar de cantine, het buffeE
de k o f f i e - k a m e r. Misschien hebt u wel
eens gelezen, dat buitenlandsche parlemen
ten een voortreffelijk-voorziene keuken heb
ben, waar de afgevaardigden kunnen dejeu-
neeren en dineeren en soupeeren. Hoe nu
staat het daarmee bij ons, eenvoudige, sobere
Hollanders?
Kan een communist zich vergasten aan
een fijn bordje koninginnensoep, een vurige
anti-militarist aan huzarensla en een fel-
protestant aan Roomsche boontjes?
II.
die
O, die keuken van de Tweede Kamer,
is waarlijk allervoortreffelijkst.
Laat ik u uit den droom helpen, er is geen
keuken. Er is geen buffet, waard om dien
weidschen naam te dragen. De parlementaiie
disch is de soberheid zelve.
Ik wist het. Ik heb het ten overvloede nog
eens gevraagd aan een afgevaardigde, dien
ik goed ken en die voor mij geen geheimen
heeft.
„Heb je al eens iets warms gehad ifi de
Kamer, ik bedoel natuurlijk buiten het de
bat?"
„Nooit!" zei hij, met een heimwee in zijn
stem naar lekker eten.
„Nooit eens een biefstukje? Een bruin-ge
braden karbonaadje?"
„Nooit!" (Snik.)
„Een kreeften mayonnaise? Een gebakken
tongetje?"
„Kerel
,,'n Balletje kalfsgehakt? Een weelderige
moot kabeljauw?"
Lippengesmak.
„Het eenige warms", stamelde hij einde
lijk, „dat ik ooit in de koffiekamer heb ge
zien, is een bordje erwtensoep!"
Ja, dat wist ik ook. Snert. Die is er 's
winters te krijgen. Echte Hollandsche erw
tensoep. Goeje. Het critische oordeel: „Die
snert lijkt wel snert", is er nooit vernomen
en wanneer men uit den mond van een afge
vaardigde soms de opmerking hoorde: ,,'t
Lijkt wel snert!", dan sloeg dat nooit op wat
de keuken, maar altijd op wat het debat pro
duceerde.
Zoo beperkt zich de capaciteit van het par
lementaire buffet tot warme erwtensoep -n
koude kadetjes. Deze laatste kunt u er te
kust en te keur krijgen. Broodjes zijn er in
derdaad in rijken voorraad aanwezig: haid
en zacht, langwerpig en rond, klein en groot
en u kunt ze met verschillende dingen stof-
feeren.
En hoe is de buffet-capaciteit ten aanzien
van de dranken?
Even schoon.
„Amice", vroeg ik, „heb je er al eens een
Schaepmannetje gedronken?"
Lach.
„Een glas roode of witte port, een glas
madera?"
Snik.
„Een glaasje Rijnwijn of Bourgogne, of in
avondzittingen een slaapmutsje?"
Gereutel.
„Maar beste kerel, waar kunnen jullie dan
je 5000 aan kwijt?"
Hij keek schichtig om zich heen, of nie
mand het hoorde en zei:
„Thee!"
Hij keek achter zich en fluisterde met een
rilling:
„Melk!"
Hoofdstuk I.
Kennismaking met de onderwereld.
Reeds als kind bandiet.
John Dillinger is de zoon van een kleinen
cantinepachter in een plaatsje in den staat
Indiana. Reeds als jongen was hij berucht
om zijn zeldzame streken. Maar zijn vader
hield dolveel van hem.
„De jongen is goed, alleen een beetje
wild", zegt hij steeds weer, als er van alle
kanten klachten over zijn zoon binnenko
men.
John is een vlot kind en zijn vader ver
went hem buitengewoon. Het liefst speelt de
jongen „bende'tje". Hij is dan steeds aan
voerder der bende en verstaat het, geraffi
neerde kleine diefstallen te plegen.
Zijn eerzucht is enorm, evenals zijn machts
honger. Maar ziekelijk sterk is in hem reeds
de zucht naar wraak en wedervergelding.
Een jongen der „bende", die niet langer aan
de diefstallen wil deelnemen, wordt „afval
lig" verklaard en door John Dillinger met
het hoofd naar beneden aan een boom opge
hangen. Zijn schreien en smeeken hebben
geen resultaat. Cynisch glimlachend en met
n zekere woeste vreugde ziet John Dillinger
het lijden aan van den jongen, die tenslotte
het bewustzijn verliest. John en zijn bende
verlaten dan de plaats van de wandaad,
zonder het slachtoffer te helpen.
Een uur later wordt de jongen bewuste
loos gevonden. In het dorp ontstaat een
enorme opwinding. Het scheelt niet veel of
de jonge Dillinger wordt gelyncht. Maar
thans blijkt het, hoe ongehoord brutaal de
jongen is.
Hij verschijnt voor zijn aanklagers. Rustig
en koelbloedig ontkent hij alles. Het slacht
offer beschuldigt hij van gemeene leugens en
laster. Hij noemt de beschuldiging een daad
van wraak van den ander en roept de leden
van zijn bende als getuigen op. Natuurlijk
verklaren deze wat hij wil. Zij durven niet
Hji verzamelde zijn laatste kicu„.en en
zei kokhalzend:
„Sjokola!"
Dit alles is geen fantasie, maar bloedige
ernst. Het buffet, de keuken van onze Volks
vertegenwoordiging, is van een schier angst
wekkende soberheid, die toch wel scherp af
steekt bij wat men in buitenlandsche parle
menten kan nuttigen. Erwtensoep met sjo- j
kolaiMaar och, misschien is het wei
goed. Mijn vriend en afgevaardigde, dien ik
met mijn vragen de wanhoop nabij bracht,
belde mij later op en zei mij, dat hij op een
gedenkwaardigen dag iemand eens een glas
bier in de koffiekamer had zien gebruiken
Oorzaak onbekend. Mijn nasporingen daar
omtrent hebben tot dusver echter nog niet tol
eenig concreet resultaat geleid.
Het spreekt vanzelf, dat in de zaal heele-
maal niets gedronken mag worden, behalve
het edele natuurproduct water. Slechts in
één opzicht wordt met dit dogma een slip
pertje gemaakt. Af en toe, bij voorkeur a
avond-vergaderingen, komt de opperbode der
tweede Kamer schier geruischlcos aanslui
pen en brengt den voorzitter een glas, m:t
een zeker bruin vocht, waar de heete damp
nog afslaat.
Wat is dat? Water. U zegt? Water. Er
mag in de zaal immers niets anders gedron
ken worden. Eigenlijk is het thee, maar om
dat er geen thee mag worden binnenge
bracht, schenkt de priesteres van het buffet
de thee (alleen voor den voorzitter bestemd)
in een glas, en dan is het natuurlijk water
Heet water, met suiker en melk.
Ziet u, en dit is nu het springlevend sym
bool van heel de politiek, zal een cynicus
zeggen
Ik heb mij wel eens laten influisteren, dat
het met de erwtensoep in de koffiekamer net
zoo gaat als met het presidiale water in de
zaal, en dat een bord snert niets anders is
dan de camouflage voor een fijn bord;e
cocktail, maar ik weiger dit te gelooven, of
schoon het geenszins onmogelijk zou zijn,
gezien het antecedent van het theewater des
achtbaren voorzitters.
En, nu heb ik warempel nog 't voornaam
ste product, dat aan het buffet te krijgen is,
vergeten. Taartjes, fijne, zalige taartjes.
Zeker zegt u zeker sinds er vrou
wen in de Kamer zijn? Mis! Twintig jaar ge
leden al bestelde ik, als ik in het Kamerge
bouw bleef koffiedrinken, bij mijn kadetje
een taartje. Ik heb schilderachtige beschrij
vingen gehoord omtrent beroemde staatslie
den, die na een imposante rede, waarvan de
zaal nog zat te rillen en te beven, in een
amandelgebakje beten. Het moet onvergete
lijk zijn geweest, Abraham den Geweldige of
Pieter Jelles Troelstra na een daverend--
speech vol vurige beeldspraak, een roomsoes
te zien verorberen, maar mij is ook een vrou
welijk afgevaardigde bekend, die in een
groote vereering voor een mannelijken colle
ga was ontstoken, maar die plotseling uit
den zevenden hemel op de modderige aarde
terugstortte, toen zij vijf minuten na een
vlammende speech, die hij gehouden had, en
die haar de tranen in de oogen had gebracht,
in de koffiekamer slagroom in zijn baard zag
zitten
Zoo heeft alles hier op aarde zijn keer
zijde, hoe tragisch dat ook is!
D HANS.
CHIEFWHIP
anders, want Dillinger heeft reeds zijn eigen
veempolitie onder de jongens en deze zou in
grijpen, als een hunner zijn leider verrieo
De bordjes zijn nu verhangen. De meer
derheid hecht geloof aan de verklaringen
van John en zijn kornuiten. De aanklagm
wordt tot aangeklaagde en hij krijgt een
flinke afranseling. John slaat dat met een
onbewogen gelaat gade.
De bende van John Dillinger wordt steeds
grooter. Wie niet vrijwillig toetreedt krijgt
een pak slaag. Dillinger, brutaal, onbe
vreesd en zonder geweten, heerscht over de
jongens met een ongeloofelijk despotisme.
Zij beven voor hem; zij doen alles wat h;j
beveelt, want op verzet staan draconische
straffen. Op school is hij gehaat, hoewel hij
gemakkelijk leert. Zijn onderwijzers wen-
schen elkaar geluk als hij de school verlaa'
Zijn vader blijft trotsch op hem. „Is het
niet een prachtjongen?" vraagt hij zijn ken
nissen en hij is woedend, als niet ieder het
met hem eens is.
De „pracht-jongen" bezoekt dan de „high-
school". Hij is nu een krachtige, vlotte jonge
man. Niettemin vertoont zijn gezicht de ken
teekenen van den erfelijk-belasten misdadi
ger. Hij is ook geen goed student. Hij is lui
en wordt gekweld door een voortdurende
onrust, die hijzelf nog niet begrijpt. Hij be
zoekt gangsterkroegen, sluit vriendschap me'
misdadigers en zijn liefste lectuur vormen
de krantenberichten over overvallen, moor
den en rooverijen. Hij heeft maar weinig
vrienden en die weinige vreezen hem. Hij 'S
grillig en onberekenbaar en kan plotseling
beheerscht zijn door een bijna dierlijke ruw
heid.
Voor vrouwen schijnt hij weinig belang
stelling te hebben. Hij veracht ze en daar
door is er een zeker soort vrouwen, die hem
naloopen. Hij behandelt ze slecht en
wordt door haar bewonderd. Dat straalt
zijn ijdelheid.
Grillig als hij is, onberekenbaar en zonder
vaste plannen trouwt hij op 21-jarigen leef
tijd. Het huwelijk is ongelukkig; er komen
geldzorgen, want Dillinger houdt niet van
CINEMA AMERICAIN.
Eerste Liefde en Dieven aan
Boord, twee boeiende hoofd
nummers.
De C. A. brer.gt deze week weer een afwis
selend programma. Na het Fox-nieuws,
vraagt al direct de film„Dieven aan Boord
de aandacht. Dit is een boeiende en zeer
sensationeele film, die zich afspeelt aan
boord van een oceaanstoomer. En dame reis'
met haar nichtjes, zij is in 't bezit van kost
bare smaragden. Deze worden gestolen,
maar een zeer respectabel mede-reiziger
brengt ze weer aan de eigenares terug. De
persoon, dien hij ontmaskerd heeft als de da
der, blijkt zijn zoon te zijn. Doch hiermee zijn
der verwikkelingen nog maar aan 't begin.
Want een oplichtersbende aan boord zit ook
achter de smaragden heen, en later, in New
York, wordt de strijd voortgezet. Tal van
spannende tafreelen wisselen elkaar af, maar
het recht en het geluk van twee jonge men-
schen zegevieren. De film wordt door Tho
mas Meighan en Barbara Weeks (het jonge
meisje) uitstekend gespeeld.
„Eerste Liefde", een nieuwe Fox-film, is
een prachtige speelfilm, die eenige prima
krachten gelegenheid geeft tot buitengewoon
spel. Ook de opname van balletten en nacht
clubs zijn zeer interessant.
Vickey is een danseresje in Parijs, dat in
haar vriend Renkoll een toekoms, vol geluk
ziet. Maar dan komt de ontgoocheling en
gaat Vickey naar Zuid-Amerika. Daar leert
zij 'n ingenieur kennen, die zich onderscheidt
op het gebied van groote werken. Na een
gelukkige periode scheiden hun wegen. Maar
als de ingenieur hoort van haar succes in
Parijs, kan hij aan den drang om daarheen
te gaan geen weerstand bieden. Wij zien haar
optreden in het groote ballet en een nieuw
geluk breekt voor hen aan dat verstoord
wordt door de terugkomst van Vickey's eer
sten vriend. Er onstaat nu 'n strijd tusschen
twee mannen om één vrouw. Maar wie de
overwinning behaalt, dat moet gij zelf maar
zien.
Eüssa Landi, bekend o.a. uit Het Teeken
des Kruises", geeft prachtig spel, in de rol
van Vickey. Warner Baxter als de ingenieur
en Victor Roxy als de eerste vriend doen niets
voor elkaar onder. Opmerkelijk is ook de cre
atie van Miriaan Jordan als Cherie.
Men zal deze moderne film met groote
voldoening zien.
KANODUIVELS.
Bioscoop Harmonie.
Inderdaad een sportfilm, zooals men nog
zelden gezien zal hebben en waaraan ieder,
die in de komende vacantiedagen denkt te
gaan kampeeren, zijn hart kan ophalen. De
kampliederen klinken helder, al dan niet be
geleid door een harmonica, het muziekin
strument, dat meer en meer zijn oude plaats
herovert. Wij zien de jongelui 's morgens
spoedig na het ontwaken een bad nemen, we
zien en bewonderen hun gezonden eetlust
werken, maar hij is wel een groot verkwister
Op zekeren avond komt Dillinger terecht
in de gangsterkroeg van „Big BiilHet is
de stamkroeg van de bende van Jeff Delt,
die gelooft dat hij een monopolie heeft voor
den handel in verdoovende middelen. Er is
echter een andere bende, die hem dat mono
polie betwist. Sedert eenigen maanden con
curreert deze tweede bende zóó doodelijk,
dat Dell en zijn lieden aan den rand van den
afgrond staan. En wel weten zij, waar de
andere bende haar centrale heeft, maar zij
kennen den leider niet. Er wordt gefluisterd,
dat een vrouw aan het hoofd staat. „Roooe
Mary" wordt zij genoemd, maar niemand
weet, waar zij is, niemand heeft haar gezien,
nooit werkt zij in het openbaar. Men kent
slechts haar onderaanvoerders, die zwijgen
als het graf.
Op dezen avond heerscht er groote bedrij
vigheid in de salon van Big Bill. De bende
van jeff Dell is au grand complet. De heeren
zijn in avondtoilet en de dames dragen fraa v
costumes. Een vreemdeling zou niet kunnen
vermoeden, dat deze elegante persoonlijkhe
den misdadigers zijn. Hij kan ook niet ver
moeden, dat ieder in een of ander geheime
zak een revolver draagt Die vreemdeling
ziet slechts de drukte, de algemeene vroo
lijkheid, de champagne (ondanks de prohibi
tie!), dans en muziek. Big Bill's salon is een
wonder van elegance en weelderige inrich
ting; de gangsters hebben geld, veel gelu.
Jeff Dell begeeft zich, in rok, naar de kleine
loge, van waaruit Big Bill zijn zaak over
ziet.
„Goeie zaken vandaag, Bil!"
Bill knikt. „Veel vreemden; ik begrijp niet,
waar die allemaal vandaan komen".
„Toch geen politie?" vraagt Jeff Dell,
terwijl hij spiedend rondziet.
Hij merkt opvallend veel heeren zondei
dame aan de tafeltjes op. „Ze' steken tegen
woordig de detectives vaak in rok om ons op
het spoor te komen", zegt hij dan peinzend.
„Och wat, politie!" antwoord Bill. ,Dan
zou Mac Smithstone wat gezegd hebben Hij
verdient een klein vermogen aan ons en hij
en de oudere denkt met weemoed terug aan
zijn jeugd, toen aan kampeeren nog niet ge
dacht werd en toen men nog maar nauwe
lijks de waarde van de sport erkende. Hoe
kranig weten in deze film de jongens en de
meisjes hun kano te besturen ook op onstui
mige golven in één geval zelfs wordt het
Kanaal overgestoken op een dag dat de
vliegtuigen in de hangars bleven, omdat het
te ontstuimig was! Ook fotografisch is deze
film schitterend geslaagd. Hoe mooi zijn de
tallooze opnamen van bosch en water en
van de race, toen het er om ging een kind
te redden, dat in een kano was afgedreven.
Een romannetje is er tusschendoor ge
weven, maar de sport blijft toch in alle op
zichten in deze film no. één.
Het voorprogramma geeft een niet nieuw
meer zijnde film, waarin Charlie Chaplin een
niet geheel vrijwillige reis maakt aan boord
van een schip, waarvan de kapitein en de
stuurman beulen en halve wilden zijn, ter
wijl we in een opvolgend gedeelte der rol
prent den bekenden komiek zien als schoon
maker in een bankkantoor, waar hij als red
der van de typiste en van des directeurs kapi
taal optreedt.
Voorts geeft het voorprogramma in het
journaal o.a. de voetbalmatch BelgiëNe
derland 24 en strandcostuums en badmode
1934, en ten slotte is er nog een vermake
lijke teekenfilm met merkwaardige oorlogs-
chirurgie.
DE PSEUDO-BANDIET.
A. B. T.
Den bezoekers van het A. B. T. wordt deze
week wel een rijk gevarieerd programma
voorgezet. Allereerst dan het Universal-
journal, dat uitmunt door actualiteit. Tal
rijke interessante kijkjes in het buitenland
worden voor ons gedraaid.
De teekenfilm „Spiegeleieren en ham" be
zorgt u door haar onwaarschijnlijkheid een
kwartiertje van ongekend plezier, evenals de
klucht „De Radiozanger". In vlot tempo
volgt daarna een leuke klucht in twee acten
De hoofdfilm is getiteld „De Pseudo-Ban
dief," in de hoofdrol de beroemde comboy-
acteur Ken Maynard met zijn intelligent
paard Tarzan.
Wanneer de film zich gaat ontrollen, be
vinden we ons ergens in Amerika in een
klein dorpje, waar juist de burgemeester,
mr. Kerriman, met groot huldebetoon wordt
ingehaald. Terwijl iedereen dus op het sta
tion in afwachting staat, kpmt stilletjes een
roover-bende binnen, om niét alleen de ge
meentestukken, maar ook den postzak te ont
vreemden. Dit gaat heel gemakkelijk, omdat
twee leden van de bende de goê-gemeente
met vioolspel bezig houden.
Maar niet zoodra wordt de diefstal be
kend of een wilde jacht ontstaat en in een
adembenemend tempo volgen paarden-ren
nen en schietpartijen op elkaar.
Alleen de dochter van den nieuwbenoem-
den burgemeester gelooft niet, dat de „fiede-
ler" een bandiet is en zelfs niet. als ze door
diezelfde bende ontvoerd wordt.
Hoe tenslotte alles toch nog tot een goed
eind wordt gebracht, verklappen we hiei
weet, wat er bij de politie gebeurt. Hij heeft
relaties
En weer laten zij peinzend hun blikken
over de zaal weiden.
Dan zegt Bill: „Dus vanavond gaan jullie
er op uit?"
„Ja, over een uur breken we op. De auto's
staan al voor de deur. En dan wordt de een
trale van de geheimzinnige Roode Mary op
geruimd. Onverbiddellijk. Pardon wordt niet
gegeven. Er moet een eind gemaakt worden
aan de concurrentie. Onze jongens weten
met hun revolvers om te gaan. 't Is te hopen,
dat we ook Roode Mary te pakken krijgen"
Big Bill lacht: „Als die zoo knap is als
die roode vrouw daarbovenHij wijst
naar een groote, slanke vrouw met rosgou
den haar, die met een cavalier in een der
loges zit.
Jeff Dell kijkt geïnteresseerd in de aange
geven richting.
„Hé, wie is dat?" vraagt hij, want de
schoonheid der vrouw trekt zijn aandacht.
Big Bill antwoordt: „Waarschijnlijk een
revuegirl".
„Ze ziet er niet uit als een revuegirl", zegt
Jeff.
Dan geschiedt er iets zeer onverwachts.
Het electrische licht dooft plotseling uit
en de ruimte wordt nog slechts verlicht door
een door accumulatoren gevoede noodlei-
ding.
Een waanzinnig tumult breekt los Scho
ten knallen en daar tusschen door hoort men
gevloek en geschreeuw. Jeff en Bill zien tot
hun onbeschrijflijke ontzetting, dat de vele
alleenzittende heeren hun tafeltjes hebben
omgeworpen en zich daarachter verschan
sen, terwijl zij een regen van schoten op de
leden van DeI's bende afvuren.
Het is merkwaardig, hoe precies zij die
leden kennen, want slechts op hen schieten
zij-
Toch ontstaat er onder de vreemdelingen
een enorme opschudding, ja, een paniek Al
les schreeuwt, brult, dringt op naar de uit
gangen, terwijl het vuurgevecht in de zaak-
steeds heviger wordt.
liever niet, om de zoozeer gewenschte span
ning niet te ontnemen. Maar een bezoek
kunnen we ten zeerste aanbevelen.
MISS FANE'S BABY IS ONTVOERD.
Victoria-Theater.
Nu Amerika niet langer „droog" is, zien
de gangsters, die kapitalen door dranksmok
kelen bijeen gebracht hebben, plotseling het
rijpe koren voor hun voeten weggemaaid.
Er is aan drank niets meer te verdienen en
aangezien de onderwereld nu eenmaal leven
moet van wetsovertreding, hebben de mis
dadige elementen in Amerika een ander
terrein van wekzaamheid moeten zoeken.
Zij hebben dat gevonden in het ontvoeren
van volwassenen en kinderen, wier familie
rijk genoeg is om voor de bevrijding een
enormen losprijs te betalen en zij verschillen
in hun misdadige actie dus niet met Chinee-
sche rooversbenden en ander gespuis, die
hun gevangenen in het vooruitzicht van een
losprijs dagenlang met zich meevoeren.
Drank smokkelen is een onrechtmatige
daad, maar buiten politie en justitie hebben
particulieren in Amerika zich daar nooit
bijzonder druk over gemaakt. Het zooge
naamde kidnappen, het ontvoeren van men-
schen en vooral van kinderen, heeft daaren
tegen in de Vereenigde Staten een storm van
verontwaardiging gewekt, een verontwaar
diging, welke zich allereerst tegen de politie
gericht heeft, omdat men verlangt, dat deze
een zoo sterke organisatie zal. bezitten, dat
zij dergelijke misdaden zal kunnen voor
komen en zoo de misdaad eenmaal ge
pleegd mocht zijn in staat zal blijken de
vermiste op te sporen en de daders te achter
halen.
Het kidnappen is dan ook een uiterst ge
vaarlijk bedrijf geworden, waaraan alleen de
stoutmoedigste misdadigers zich schuldig
maken en het is te begrijpen, dat zij het
laarbij voornamelijk op de meest bekende en
kapitaalkrachtige persoonlijkheden gemunt
hebben. De stoutmoedigheid waarmede zij
optreden is voor vele bekende Amerikanen
een reden geweest om maatregelen tot parti
culiere bescherming te nemen. Bekende
financiers en niet minder bekende filmsterren
er anderen, die voor ontvoering in aanmer
king komen, hebben de zorg voor hun veilig
heid niet uitsluitend meer aan de politie
overgelaten en een eigen lijfwacht in dienst
genomen en zelfs de filmster May West, die
werkelijk geen bakerkindje is, dat men op
zijn arm zal wegdragen, waagt zich tegen
woordig niet meer buiten zonder lijfwacht
en gepantserde auto
Het droeve voorbeeld van den kleinen Char
les Lindberg, welke baby nimmer levend
terug gevonden werd, heeft de Amerikanen
doen begrijpen, dat een grootscheepsche
reclame-actie noodig was om de bewoners
der Vereenigde Staten de beteekenis van dit
misdrijf te doen beseffen en om een gewel
dige volksactie in het leven te roepen ten
einde de misdadigers zoo af te schrikken,
dat zij een ander terrein van werkzaamheden
zullen zoel en.
In geheel Amerika is deze film, waarin de
ontvoerders ontdekt en streng bestraft wor
den. vertoond en alleen uit propagandis-
„uat zijn ue kere.s van Roode Mary. Die
honden zijn ons vóór geweest", roept Jeif
Dell wanhopig.
Nadat de helft van de bendeleden van
Jeff Del gedood of gewond is, hebben de
anderen- zich gebarricadeerd en een moord
dadig gangstersgevecht vindt plaats.
Onophoudelijk knallen de schoten en over
al flikkert het staal der revolvers. De vreem
de bezoekers zijn uit de zaal gevlucht. Al
leen op een verhooging staat een enkele man,
die met een eigenaardige uitdrukking van
vreugde op het gelaat het gevecht gadeslaat.
Hij schijnt er niet in het minst bevreesd
voor te zijn, dat een der kogels hem kan tref
fen. Hij staat daar zonder dekking, onbewe
gelijk, met een tevreden glimlach om den
mond
Deze man is John Dillinger.
Hij gevoelt een ziekelijke vreugde in zich.
Het is de lust om te dooden.
De meeste leden van de bende van Dell zijn
gedood of gewond en dan schieten de aan
hangers van Roode Mary ook de noodverlich
ting stuk. Het is nu geheel donker en onder
de bescherming dezer duisternis verlaten de
concurrenten de zaal.
Als de politie arriveert, vindt zij slechts
een verwoeste zaal en een menigte doode ol
gewonde gangsters.
„Ze roeien elkaar uit; des te beter!" zegt
de politie. Al te veel moeite om de bende van
Roode Mary te pakken te krijgen geeft zij
zich niet. Officieel kent de politie geen „Roo
de Mary". En als zelfs de bandieten haar ni"t
kennen, wie zal haar dan wel kennen?
Jeff Dell is zóó zwaar gewond, dat hij
drie uur later in het ziekenhuis sterft Acht
kogels in het lichaam zijn zelfs voor een
reus als Dell te veel.
Big Bill trekt zich uit het zakenleven te
rug. Hij heeft genoeg „verdiend" om de rest
van zijn levensdagen rustig te slijten De
bende van Jeff Dell is ontbonden.
Roode Mary, die niemand kent, heeft over
wonnen. Over de geheele linie!
(Wordt vervolgd).