SUPERIEUR IN KWALITEIT EN SMAAK EN DE BESTE SIGARET VOOR UW GEZONDHEID! 10 VOOR 17 ALKMAARSCHE COURANT UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. Hel leven van Jnhn Dillinger. JMtnnieuws No. 140 ZATERDAG 16 JUNI 1934 IN DE KEUKEN. \Xaarom zou ik niet mogen beginnen met een huishoudelijk praatje? Dikwijls is in het leven datgene, wat men niet ziet, belangrijker dan wat men ziet. En daarom zij mijn intree-rede een onthulling overde keuken van het parlement. Ik bedoel dit letterlijk. Niet figuurlijk ais de politieke keuken, waar de spijzen worden bereid, maar de cantine, het buffeE de k o f f i e - k a m e r. Misschien hebt u wel eens gelezen, dat buitenlandsche parlemen ten een voortreffelijk-voorziene keuken heb ben, waar de afgevaardigden kunnen dejeu- neeren en dineeren en soupeeren. Hoe nu staat het daarmee bij ons, eenvoudige, sobere Hollanders? Kan een communist zich vergasten aan een fijn bordje koninginnensoep, een vurige anti-militarist aan huzarensla en een fel- protestant aan Roomsche boontjes? II. die O, die keuken van de Tweede Kamer, is waarlijk allervoortreffelijkst. Laat ik u uit den droom helpen, er is geen keuken. Er is geen buffet, waard om dien weidschen naam te dragen. De parlementaiie disch is de soberheid zelve. Ik wist het. Ik heb het ten overvloede nog eens gevraagd aan een afgevaardigde, dien ik goed ken en die voor mij geen geheimen heeft. „Heb je al eens iets warms gehad ifi de Kamer, ik bedoel natuurlijk buiten het de bat?" „Nooit!" zei hij, met een heimwee in zijn stem naar lekker eten. „Nooit eens een biefstukje? Een bruin-ge braden karbonaadje?" „Nooit!" (Snik.) „Een kreeften mayonnaise? Een gebakken tongetje?" „Kerel ,,'n Balletje kalfsgehakt? Een weelderige moot kabeljauw?" Lippengesmak. „Het eenige warms", stamelde hij einde lijk, „dat ik ooit in de koffiekamer heb ge zien, is een bordje erwtensoep!" Ja, dat wist ik ook. Snert. Die is er 's winters te krijgen. Echte Hollandsche erw tensoep. Goeje. Het critische oordeel: „Die snert lijkt wel snert", is er nooit vernomen en wanneer men uit den mond van een afge vaardigde soms de opmerking hoorde: ,,'t Lijkt wel snert!", dan sloeg dat nooit op wat de keuken, maar altijd op wat het debat pro duceerde. Zoo beperkt zich de capaciteit van het par lementaire buffet tot warme erwtensoep -n koude kadetjes. Deze laatste kunt u er te kust en te keur krijgen. Broodjes zijn er in derdaad in rijken voorraad aanwezig: haid en zacht, langwerpig en rond, klein en groot en u kunt ze met verschillende dingen stof- feeren. En hoe is de buffet-capaciteit ten aanzien van de dranken? Even schoon. „Amice", vroeg ik, „heb je er al eens een Schaepmannetje gedronken?" Lach. „Een glas roode of witte port, een glas madera?" Snik. „Een glaasje Rijnwijn of Bourgogne, of in avondzittingen een slaapmutsje?" Gereutel. „Maar beste kerel, waar kunnen jullie dan je 5000 aan kwijt?" Hij keek schichtig om zich heen, of nie mand het hoorde en zei: „Thee!" Hij keek achter zich en fluisterde met een rilling: „Melk!" Hoofdstuk I. Kennismaking met de onderwereld. Reeds als kind bandiet. John Dillinger is de zoon van een kleinen cantinepachter in een plaatsje in den staat Indiana. Reeds als jongen was hij berucht om zijn zeldzame streken. Maar zijn vader hield dolveel van hem. „De jongen is goed, alleen een beetje wild", zegt hij steeds weer, als er van alle kanten klachten over zijn zoon binnenko men. John is een vlot kind en zijn vader ver went hem buitengewoon. Het liefst speelt de jongen „bende'tje". Hij is dan steeds aan voerder der bende en verstaat het, geraffi neerde kleine diefstallen te plegen. Zijn eerzucht is enorm, evenals zijn machts honger. Maar ziekelijk sterk is in hem reeds de zucht naar wraak en wedervergelding. Een jongen der „bende", die niet langer aan de diefstallen wil deelnemen, wordt „afval lig" verklaard en door John Dillinger met het hoofd naar beneden aan een boom opge hangen. Zijn schreien en smeeken hebben geen resultaat. Cynisch glimlachend en met n zekere woeste vreugde ziet John Dillinger het lijden aan van den jongen, die tenslotte het bewustzijn verliest. John en zijn bende verlaten dan de plaats van de wandaad, zonder het slachtoffer te helpen. Een uur later wordt de jongen bewuste loos gevonden. In het dorp ontstaat een enorme opwinding. Het scheelt niet veel of de jonge Dillinger wordt gelyncht. Maar thans blijkt het, hoe ongehoord brutaal de jongen is. Hij verschijnt voor zijn aanklagers. Rustig en koelbloedig ontkent hij alles. Het slacht offer beschuldigt hij van gemeene leugens en laster. Hij noemt de beschuldiging een daad van wraak van den ander en roept de leden van zijn bende als getuigen op. Natuurlijk verklaren deze wat hij wil. Zij durven niet Hji verzamelde zijn laatste kicu„.en en zei kokhalzend: „Sjokola!" Dit alles is geen fantasie, maar bloedige ernst. Het buffet, de keuken van onze Volks vertegenwoordiging, is van een schier angst wekkende soberheid, die toch wel scherp af steekt bij wat men in buitenlandsche parle menten kan nuttigen. Erwtensoep met sjo- j kolaiMaar och, misschien is het wei goed. Mijn vriend en afgevaardigde, dien ik met mijn vragen de wanhoop nabij bracht, belde mij later op en zei mij, dat hij op een gedenkwaardigen dag iemand eens een glas bier in de koffiekamer had zien gebruiken Oorzaak onbekend. Mijn nasporingen daar omtrent hebben tot dusver echter nog niet tol eenig concreet resultaat geleid. Het spreekt vanzelf, dat in de zaal heele- maal niets gedronken mag worden, behalve het edele natuurproduct water. Slechts in één opzicht wordt met dit dogma een slip pertje gemaakt. Af en toe, bij voorkeur a avond-vergaderingen, komt de opperbode der tweede Kamer schier geruischlcos aanslui pen en brengt den voorzitter een glas, m:t een zeker bruin vocht, waar de heete damp nog afslaat. Wat is dat? Water. U zegt? Water. Er mag in de zaal immers niets anders gedron ken worden. Eigenlijk is het thee, maar om dat er geen thee mag worden binnenge bracht, schenkt de priesteres van het buffet de thee (alleen voor den voorzitter bestemd) in een glas, en dan is het natuurlijk water Heet water, met suiker en melk. Ziet u, en dit is nu het springlevend sym bool van heel de politiek, zal een cynicus zeggen Ik heb mij wel eens laten influisteren, dat het met de erwtensoep in de koffiekamer net zoo gaat als met het presidiale water in de zaal, en dat een bord snert niets anders is dan de camouflage voor een fijn bord;e cocktail, maar ik weiger dit te gelooven, of schoon het geenszins onmogelijk zou zijn, gezien het antecedent van het theewater des achtbaren voorzitters. En, nu heb ik warempel nog 't voornaam ste product, dat aan het buffet te krijgen is, vergeten. Taartjes, fijne, zalige taartjes. Zeker zegt u zeker sinds er vrou wen in de Kamer zijn? Mis! Twintig jaar ge leden al bestelde ik, als ik in het Kamerge bouw bleef koffiedrinken, bij mijn kadetje een taartje. Ik heb schilderachtige beschrij vingen gehoord omtrent beroemde staatslie den, die na een imposante rede, waarvan de zaal nog zat te rillen en te beven, in een amandelgebakje beten. Het moet onvergete lijk zijn geweest, Abraham den Geweldige of Pieter Jelles Troelstra na een daverend-- speech vol vurige beeldspraak, een roomsoes te zien verorberen, maar mij is ook een vrou welijk afgevaardigde bekend, die in een groote vereering voor een mannelijken colle ga was ontstoken, maar die plotseling uit den zevenden hemel op de modderige aarde terugstortte, toen zij vijf minuten na een vlammende speech, die hij gehouden had, en die haar de tranen in de oogen had gebracht, in de koffiekamer slagroom in zijn baard zag zitten Zoo heeft alles hier op aarde zijn keer zijde, hoe tragisch dat ook is! D HANS. CHIEFWHIP anders, want Dillinger heeft reeds zijn eigen veempolitie onder de jongens en deze zou in grijpen, als een hunner zijn leider verrieo De bordjes zijn nu verhangen. De meer derheid hecht geloof aan de verklaringen van John en zijn kornuiten. De aanklagm wordt tot aangeklaagde en hij krijgt een flinke afranseling. John slaat dat met een onbewogen gelaat gade. De bende van John Dillinger wordt steeds grooter. Wie niet vrijwillig toetreedt krijgt een pak slaag. Dillinger, brutaal, onbe vreesd en zonder geweten, heerscht over de jongens met een ongeloofelijk despotisme. Zij beven voor hem; zij doen alles wat h;j beveelt, want op verzet staan draconische straffen. Op school is hij gehaat, hoewel hij gemakkelijk leert. Zijn onderwijzers wen- schen elkaar geluk als hij de school verlaa' Zijn vader blijft trotsch op hem. „Is het niet een prachtjongen?" vraagt hij zijn ken nissen en hij is woedend, als niet ieder het met hem eens is. De „pracht-jongen" bezoekt dan de „high- school". Hij is nu een krachtige, vlotte jonge man. Niettemin vertoont zijn gezicht de ken teekenen van den erfelijk-belasten misdadi ger. Hij is ook geen goed student. Hij is lui en wordt gekweld door een voortdurende onrust, die hijzelf nog niet begrijpt. Hij be zoekt gangsterkroegen, sluit vriendschap me' misdadigers en zijn liefste lectuur vormen de krantenberichten over overvallen, moor den en rooverijen. Hij heeft maar weinig vrienden en die weinige vreezen hem. Hij 'S grillig en onberekenbaar en kan plotseling beheerscht zijn door een bijna dierlijke ruw heid. Voor vrouwen schijnt hij weinig belang stelling te hebben. Hij veracht ze en daar door is er een zeker soort vrouwen, die hem naloopen. Hij behandelt ze slecht en wordt door haar bewonderd. Dat straalt zijn ijdelheid. Grillig als hij is, onberekenbaar en zonder vaste plannen trouwt hij op 21-jarigen leef tijd. Het huwelijk is ongelukkig; er komen geldzorgen, want Dillinger houdt niet van CINEMA AMERICAIN. Eerste Liefde en Dieven aan Boord, twee boeiende hoofd nummers. De C. A. brer.gt deze week weer een afwis selend programma. Na het Fox-nieuws, vraagt al direct de film„Dieven aan Boord de aandacht. Dit is een boeiende en zeer sensationeele film, die zich afspeelt aan boord van een oceaanstoomer. En dame reis' met haar nichtjes, zij is in 't bezit van kost bare smaragden. Deze worden gestolen, maar een zeer respectabel mede-reiziger brengt ze weer aan de eigenares terug. De persoon, dien hij ontmaskerd heeft als de da der, blijkt zijn zoon te zijn. Doch hiermee zijn der verwikkelingen nog maar aan 't begin. Want een oplichtersbende aan boord zit ook achter de smaragden heen, en later, in New York, wordt de strijd voortgezet. Tal van spannende tafreelen wisselen elkaar af, maar het recht en het geluk van twee jonge men- schen zegevieren. De film wordt door Tho mas Meighan en Barbara Weeks (het jonge meisje) uitstekend gespeeld. „Eerste Liefde", een nieuwe Fox-film, is een prachtige speelfilm, die eenige prima krachten gelegenheid geeft tot buitengewoon spel. Ook de opname van balletten en nacht clubs zijn zeer interessant. Vickey is een danseresje in Parijs, dat in haar vriend Renkoll een toekoms, vol geluk ziet. Maar dan komt de ontgoocheling en gaat Vickey naar Zuid-Amerika. Daar leert zij 'n ingenieur kennen, die zich onderscheidt op het gebied van groote werken. Na een gelukkige periode scheiden hun wegen. Maar als de ingenieur hoort van haar succes in Parijs, kan hij aan den drang om daarheen te gaan geen weerstand bieden. Wij zien haar optreden in het groote ballet en een nieuw geluk breekt voor hen aan dat verstoord wordt door de terugkomst van Vickey's eer sten vriend. Er onstaat nu 'n strijd tusschen twee mannen om één vrouw. Maar wie de overwinning behaalt, dat moet gij zelf maar zien. Eüssa Landi, bekend o.a. uit Het Teeken des Kruises", geeft prachtig spel, in de rol van Vickey. Warner Baxter als de ingenieur en Victor Roxy als de eerste vriend doen niets voor elkaar onder. Opmerkelijk is ook de cre atie van Miriaan Jordan als Cherie. Men zal deze moderne film met groote voldoening zien. KANODUIVELS. Bioscoop Harmonie. Inderdaad een sportfilm, zooals men nog zelden gezien zal hebben en waaraan ieder, die in de komende vacantiedagen denkt te gaan kampeeren, zijn hart kan ophalen. De kampliederen klinken helder, al dan niet be geleid door een harmonica, het muziekin strument, dat meer en meer zijn oude plaats herovert. Wij zien de jongelui 's morgens spoedig na het ontwaken een bad nemen, we zien en bewonderen hun gezonden eetlust werken, maar hij is wel een groot verkwister Op zekeren avond komt Dillinger terecht in de gangsterkroeg van „Big BiilHet is de stamkroeg van de bende van Jeff Delt, die gelooft dat hij een monopolie heeft voor den handel in verdoovende middelen. Er is echter een andere bende, die hem dat mono polie betwist. Sedert eenigen maanden con curreert deze tweede bende zóó doodelijk, dat Dell en zijn lieden aan den rand van den afgrond staan. En wel weten zij, waar de andere bende haar centrale heeft, maar zij kennen den leider niet. Er wordt gefluisterd, dat een vrouw aan het hoofd staat. „Roooe Mary" wordt zij genoemd, maar niemand weet, waar zij is, niemand heeft haar gezien, nooit werkt zij in het openbaar. Men kent slechts haar onderaanvoerders, die zwijgen als het graf. Op dezen avond heerscht er groote bedrij vigheid in de salon van Big Bill. De bende van jeff Dell is au grand complet. De heeren zijn in avondtoilet en de dames dragen fraa v costumes. Een vreemdeling zou niet kunnen vermoeden, dat deze elegante persoonlijkhe den misdadigers zijn. Hij kan ook niet ver moeden, dat ieder in een of ander geheime zak een revolver draagt Die vreemdeling ziet slechts de drukte, de algemeene vroo lijkheid, de champagne (ondanks de prohibi tie!), dans en muziek. Big Bill's salon is een wonder van elegance en weelderige inrich ting; de gangsters hebben geld, veel gelu. Jeff Dell begeeft zich, in rok, naar de kleine loge, van waaruit Big Bill zijn zaak over ziet. „Goeie zaken vandaag, Bil!" Bill knikt. „Veel vreemden; ik begrijp niet, waar die allemaal vandaan komen". „Toch geen politie?" vraagt Jeff Dell, terwijl hij spiedend rondziet. Hij merkt opvallend veel heeren zondei dame aan de tafeltjes op. „Ze' steken tegen woordig de detectives vaak in rok om ons op het spoor te komen", zegt hij dan peinzend. „Och wat, politie!" antwoord Bill. ,Dan zou Mac Smithstone wat gezegd hebben Hij verdient een klein vermogen aan ons en hij en de oudere denkt met weemoed terug aan zijn jeugd, toen aan kampeeren nog niet ge dacht werd en toen men nog maar nauwe lijks de waarde van de sport erkende. Hoe kranig weten in deze film de jongens en de meisjes hun kano te besturen ook op onstui mige golven in één geval zelfs wordt het Kanaal overgestoken op een dag dat de vliegtuigen in de hangars bleven, omdat het te ontstuimig was! Ook fotografisch is deze film schitterend geslaagd. Hoe mooi zijn de tallooze opnamen van bosch en water en van de race, toen het er om ging een kind te redden, dat in een kano was afgedreven. Een romannetje is er tusschendoor ge weven, maar de sport blijft toch in alle op zichten in deze film no. één. Het voorprogramma geeft een niet nieuw meer zijnde film, waarin Charlie Chaplin een niet geheel vrijwillige reis maakt aan boord van een schip, waarvan de kapitein en de stuurman beulen en halve wilden zijn, ter wijl we in een opvolgend gedeelte der rol prent den bekenden komiek zien als schoon maker in een bankkantoor, waar hij als red der van de typiste en van des directeurs kapi taal optreedt. Voorts geeft het voorprogramma in het journaal o.a. de voetbalmatch BelgiëNe derland 24 en strandcostuums en badmode 1934, en ten slotte is er nog een vermake lijke teekenfilm met merkwaardige oorlogs- chirurgie. DE PSEUDO-BANDIET. A. B. T. Den bezoekers van het A. B. T. wordt deze week wel een rijk gevarieerd programma voorgezet. Allereerst dan het Universal- journal, dat uitmunt door actualiteit. Tal rijke interessante kijkjes in het buitenland worden voor ons gedraaid. De teekenfilm „Spiegeleieren en ham" be zorgt u door haar onwaarschijnlijkheid een kwartiertje van ongekend plezier, evenals de klucht „De Radiozanger". In vlot tempo volgt daarna een leuke klucht in twee acten De hoofdfilm is getiteld „De Pseudo-Ban dief," in de hoofdrol de beroemde comboy- acteur Ken Maynard met zijn intelligent paard Tarzan. Wanneer de film zich gaat ontrollen, be vinden we ons ergens in Amerika in een klein dorpje, waar juist de burgemeester, mr. Kerriman, met groot huldebetoon wordt ingehaald. Terwijl iedereen dus op het sta tion in afwachting staat, kpmt stilletjes een roover-bende binnen, om niét alleen de ge meentestukken, maar ook den postzak te ont vreemden. Dit gaat heel gemakkelijk, omdat twee leden van de bende de goê-gemeente met vioolspel bezig houden. Maar niet zoodra wordt de diefstal be kend of een wilde jacht ontstaat en in een adembenemend tempo volgen paarden-ren nen en schietpartijen op elkaar. Alleen de dochter van den nieuwbenoem- den burgemeester gelooft niet, dat de „fiede- ler" een bandiet is en zelfs niet. als ze door diezelfde bende ontvoerd wordt. Hoe tenslotte alles toch nog tot een goed eind wordt gebracht, verklappen we hiei weet, wat er bij de politie gebeurt. Hij heeft relaties En weer laten zij peinzend hun blikken over de zaal weiden. Dan zegt Bill: „Dus vanavond gaan jullie er op uit?" „Ja, over een uur breken we op. De auto's staan al voor de deur. En dan wordt de een trale van de geheimzinnige Roode Mary op geruimd. Onverbiddellijk. Pardon wordt niet gegeven. Er moet een eind gemaakt worden aan de concurrentie. Onze jongens weten met hun revolvers om te gaan. 't Is te hopen, dat we ook Roode Mary te pakken krijgen" Big Bill lacht: „Als die zoo knap is als die roode vrouw daarbovenHij wijst naar een groote, slanke vrouw met rosgou den haar, die met een cavalier in een der loges zit. Jeff Dell kijkt geïnteresseerd in de aange geven richting. „Hé, wie is dat?" vraagt hij, want de schoonheid der vrouw trekt zijn aandacht. Big Bill antwoordt: „Waarschijnlijk een revuegirl". „Ze ziet er niet uit als een revuegirl", zegt Jeff. Dan geschiedt er iets zeer onverwachts. Het electrische licht dooft plotseling uit en de ruimte wordt nog slechts verlicht door een door accumulatoren gevoede noodlei- ding. Een waanzinnig tumult breekt los Scho ten knallen en daar tusschen door hoort men gevloek en geschreeuw. Jeff en Bill zien tot hun onbeschrijflijke ontzetting, dat de vele alleenzittende heeren hun tafeltjes hebben omgeworpen en zich daarachter verschan sen, terwijl zij een regen van schoten op de leden van DeI's bende afvuren. Het is merkwaardig, hoe precies zij die leden kennen, want slechts op hen schieten zij- Toch ontstaat er onder de vreemdelingen een enorme opschudding, ja, een paniek Al les schreeuwt, brult, dringt op naar de uit gangen, terwijl het vuurgevecht in de zaak- steeds heviger wordt. liever niet, om de zoozeer gewenschte span ning niet te ontnemen. Maar een bezoek kunnen we ten zeerste aanbevelen. MISS FANE'S BABY IS ONTVOERD. Victoria-Theater. Nu Amerika niet langer „droog" is, zien de gangsters, die kapitalen door dranksmok kelen bijeen gebracht hebben, plotseling het rijpe koren voor hun voeten weggemaaid. Er is aan drank niets meer te verdienen en aangezien de onderwereld nu eenmaal leven moet van wetsovertreding, hebben de mis dadige elementen in Amerika een ander terrein van wekzaamheid moeten zoeken. Zij hebben dat gevonden in het ontvoeren van volwassenen en kinderen, wier familie rijk genoeg is om voor de bevrijding een enormen losprijs te betalen en zij verschillen in hun misdadige actie dus niet met Chinee- sche rooversbenden en ander gespuis, die hun gevangenen in het vooruitzicht van een losprijs dagenlang met zich meevoeren. Drank smokkelen is een onrechtmatige daad, maar buiten politie en justitie hebben particulieren in Amerika zich daar nooit bijzonder druk over gemaakt. Het zooge naamde kidnappen, het ontvoeren van men- schen en vooral van kinderen, heeft daaren tegen in de Vereenigde Staten een storm van verontwaardiging gewekt, een verontwaar diging, welke zich allereerst tegen de politie gericht heeft, omdat men verlangt, dat deze een zoo sterke organisatie zal. bezitten, dat zij dergelijke misdaden zal kunnen voor komen en zoo de misdaad eenmaal ge pleegd mocht zijn in staat zal blijken de vermiste op te sporen en de daders te achter halen. Het kidnappen is dan ook een uiterst ge vaarlijk bedrijf geworden, waaraan alleen de stoutmoedigste misdadigers zich schuldig maken en het is te begrijpen, dat zij het laarbij voornamelijk op de meest bekende en kapitaalkrachtige persoonlijkheden gemunt hebben. De stoutmoedigheid waarmede zij optreden is voor vele bekende Amerikanen een reden geweest om maatregelen tot parti culiere bescherming te nemen. Bekende financiers en niet minder bekende filmsterren er anderen, die voor ontvoering in aanmer king komen, hebben de zorg voor hun veilig heid niet uitsluitend meer aan de politie overgelaten en een eigen lijfwacht in dienst genomen en zelfs de filmster May West, die werkelijk geen bakerkindje is, dat men op zijn arm zal wegdragen, waagt zich tegen woordig niet meer buiten zonder lijfwacht en gepantserde auto Het droeve voorbeeld van den kleinen Char les Lindberg, welke baby nimmer levend terug gevonden werd, heeft de Amerikanen doen begrijpen, dat een grootscheepsche reclame-actie noodig was om de bewoners der Vereenigde Staten de beteekenis van dit misdrijf te doen beseffen en om een gewel dige volksactie in het leven te roepen ten einde de misdadigers zoo af te schrikken, dat zij een ander terrein van werkzaamheden zullen zoel en. In geheel Amerika is deze film, waarin de ontvoerders ontdekt en streng bestraft wor den. vertoond en alleen uit propagandis- „uat zijn ue kere.s van Roode Mary. Die honden zijn ons vóór geweest", roept Jeif Dell wanhopig. Nadat de helft van de bendeleden van Jeff Del gedood of gewond is, hebben de anderen- zich gebarricadeerd en een moord dadig gangstersgevecht vindt plaats. Onophoudelijk knallen de schoten en over al flikkert het staal der revolvers. De vreem de bezoekers zijn uit de zaal gevlucht. Al leen op een verhooging staat een enkele man, die met een eigenaardige uitdrukking van vreugde op het gelaat het gevecht gadeslaat. Hij schijnt er niet in het minst bevreesd voor te zijn, dat een der kogels hem kan tref fen. Hij staat daar zonder dekking, onbewe gelijk, met een tevreden glimlach om den mond Deze man is John Dillinger. Hij gevoelt een ziekelijke vreugde in zich. Het is de lust om te dooden. De meeste leden van de bende van Dell zijn gedood of gewond en dan schieten de aan hangers van Roode Mary ook de noodverlich ting stuk. Het is nu geheel donker en onder de bescherming dezer duisternis verlaten de concurrenten de zaal. Als de politie arriveert, vindt zij slechts een verwoeste zaal en een menigte doode ol gewonde gangsters. „Ze roeien elkaar uit; des te beter!" zegt de politie. Al te veel moeite om de bende van Roode Mary te pakken te krijgen geeft zij zich niet. Officieel kent de politie geen „Roo de Mary". En als zelfs de bandieten haar ni"t kennen, wie zal haar dan wel kennen? Jeff Dell is zóó zwaar gewond, dat hij drie uur later in het ziekenhuis sterft Acht kogels in het lichaam zijn zelfs voor een reus als Dell te veel. Big Bill trekt zich uit het zakenleven te rug. Hij heeft genoeg „verdiend" om de rest van zijn levensdagen rustig te slijten De bende van Jeff Dell is ontbonden. Roode Mary, die niemand kent, heeft over wonnen. Over de geheele linie! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5