IÉ
4
ggp «p AL. f§P
jj^-jj|*
SS! ii ft§
u
■n*
mi
De nieuwe Belgische regeering.
tfchaakcuAciek
m
$eui£letm
Haar avonturier.
3)xuuuéeiek
1
JÉ
9
üi H
fisüL. l|y
IÉS iH lil
pjl
lÉf iÉS lÉH
HI
het financieele vraagstuk op den voorgrond.
WOk 1 1
'//MS,
'm
m
b
Ww "WW s
muf/,, mm.
Buitenland.
'v/d' m.
leid heeft tot een sterke vermeerdering van
het aantal Dieselmotoren, is van groote be-
teekenis voor het verbruik van petroleum-
producten. Zoo vormen de spoorwegen een
geheel nieuwe categorie van afnemers van
Dieselolie, waardoor een belangrijke stijging
van het verbruik wordt verwacht.
Het jaarverslag vgn de Handelsver. „Am
sterdam" werd met gemengde gevoelens ont
vangen. Eenerzijds zijn de financieele resul
taten nog betrekkelijk bevredigend, dank zij
het feit, dat het verlies op suiker ad 641000
gulden werd gecompenseerd door een winst
op diverse cultures van 2.43 millioen. De
H.V.A. zat echter eind 1933 met een suiker-
voorraad van ruim 400.000 ton, die aanmer
kelijk boven de tegenwoordige marktwaarde
te boek staat, zoodat hiertegenover een re
serve is gecreëerd van 4 millioen. Terwijl
jaren achtereen 5 millioen ten gunste van
het loopende boekjaar kon worden gereser
veerd, is de reserve ten gunste van 1934
thans gereduceerd tot 2.25 millioen, een
verzwakking der positie, die, wanneer de toe
stand der suikercultuur niet verbetert, wel
eens in het dividend over het loopende jaar
tot uiting zou kunnen komen.
In rubberaandeelen is bij vrijwel onver
anderde koersen weinig omgegaan; tabaks
aandeel en waren verdeeld; de grondtoon
was echter, dank zij het resultaat der tot dus
verre gehouden inschrijvingen, niet ongun
stig.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
Philips 216%, 2213/4, 216, 207, 209;
Unilever 73 3/4, 71 1/4, 69, 70;
Aku 36 3/4, 39^, 38^;
Kon. Petroleum 15314, 159 3/4;
Handelsver. „Amsterdam" 172 1/4, 174,
168'A, 175, 173;
Amsterdam Rubber 1071/4, 104 3/4;
Oost Java Rubber 104, 10934, 1041/4,
105;
Deli Batavia Mij. 136H, 138 3/4;
Deli Mij 12214 130, 128;
Senembah 135, 13134, 13534, 133;
234 pCt. N.W.S. 74 3/4, 75 9/16;
3 pCt. Nederland 88 3/8, 88 3/4;
414 pCt. Amsterdam 99, 99/4, 99 3/8.
Oplossing tweezet 496.
1. L©7.
Oplossing eindspel 770.
1. Dd5! Ld5. 2. Pe7t Kh8 3. Pg6f f6. 4.
Ld8. Td8 5. ed5 en wint.
Oplossing eindspel 769.
1. Pf6. Df6 2. Te8 Kg7 3. Dc4 en wint.
Probleem 497.
Dr. H. von Gotschall.
abcdefgh
Tweezet.
Stand der stukken:
Wit: Kg8 D©4 Le5 Ld7 Pc5 Tdl p. a6
en g6 8.
Zwart: Kd8 Lb8 p. a7 d6 g7 5.
Eindspel 772.
Zwart: Dr. Rey-Ardid.
m
abcdefgh
Wit: A. Liliënthal.
Wit speelt en wint.
Stand der stukken:
Wit: Khl Dg2 Tdl Tfl p. a2 e3 f4 en
h4 8.
Zwart: Kh7 Dc5 Ta8 Tf8 p. a7 b6, e6,
g6 8.
Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
15).
„We gaan dus rechts, u ziet, de man wist
meer dan wij".
Het werd een lange tocht; ze liepen achter
elkander langs den rechtermuur. Saxon de
lantaarn voor zich houdend. Daar zag hij
aan de linkerzijde een diepe, breede geul. De
linkerwand scheen ingestort en er bleef maar
een smal pad over. Hij hield Marion's pols
stevig vast en zijdelings gingen ze er voor
bij, den rug bijna tegen den zijkant. Saxon
zag in een donkere leegte.
„Kijk niet", waarschuwde hij haar.
Doch Marion staarde in den afgrond;
eerst zag ze niets, maar toen was het of ze
heel diep tal van kleine sterren zag glinste
ren. „Ratten" dacht ze. Het duizelde haar,
ze wankelde, gleed uit en viel. Een gil ze
verdween in de diepte Maar Saxon
hield haar pols setvig omslooten, zette de
lantaarn neer, reikte haar ook zijn andere
hand. De spieren van zijn breede, gewelfde
borst spanden zich Met gestrekte armen hief
hij haar omhoog en zette haar naast zich op
Eindspel 771.
Zwart: Quatter.
t d e f g h
Wit: Dr. Reinle.
Zwart speelt en wint.
Stand der stukken:
Wit: Kcl Dg2 Te2 Lel p. a2 b2 c3 d4
h2 9.
Zwart: Kh8 Df5 Tf3 Lh6 p. a7 b7 dó
e3 hó 9.
Hier plaatsen wij van de verzameling
van Dr. Reinle in de W. S. omtrent
„Merkwaardigheden uit de schaakwe
reld een tweetal, dat de aandacht over
waard is.
In blindpartij speelde Dr. Aljechine
met zwart het volgende slot eener partij.
Stand der stukken:
Wit: Kbl Df2 Tdl Tel Lc2 Pf3 Pd2
p. a2 b3 d3 g2 en h2 12.
Zwart: Kh8 Dd8 Ta8 Te8 Le8 Pc6 Pf6
Lb2 p. a3, d4 b7 f7 g7 h7 14.
Zwart speelde 1Pdó (dreigend 2.
Pc3 mat) 2. Te8f De8 3. Pe4 De4! 4. Ld2
De3ü 5. Tel Lfóü 6. Te3 de3 7. Dfl ed2
8. Ldl Pcb4 9. onverschillig Pc3 mat.
Van schoonheid in 't schaken gesproken!
In een tournooi te Parijs in 1900 uit
de partij MiesesJanowski ontstond de
volgende stand:
Wit: Kcl Dg6 Tfl Th8 Ld2 Pc3 Pg3.
p. b2 b3 c2 d3 e4 h6 13.
Zwart: Kb8 Db6 Tg8 Th8 Lcó Lb7 Ph7
p. a7 bó c6 d6 eó 12.
Wit vervolgde met 1. Dg7! (Neemt
zwart dan volgt 2. hg7 Tg8 3. Th7 drei
gend Tf8f) Lc8 2. (Pfó! Lf5 3. Tfó! Lb4
4. Kbl! Lc3 5. bc3 Pf8 6. Tfl Pg6 7. Dd7
Td8 8. De6 Pf4 9 Lf4 ef4 10. Tf4 Dcó 11.
Tf7 Dgó 12. Tf8 en 13. De7 waarop zwart
opgaf. Terecht werd deze partij de
schoonheidsprijs toegezegd!
In het tournooi van New Orleans in
1920 bracht Adams met wit tegen Torre
met zwart de volgende stelling op zeer
sublieme wijze tot winst.
't Gaat steeds om de zwarte dame van
de verdediging van Te8 af te doen zien.
Daartoe biedt wit op verschillende wijze
zijn dame als offer aan totdat zwart
niet langer op de lijn a4e8 blijven kan.
Wit: Kgl Dd4 Tel Te2 Pf3 p. a2 b2 dó
f2 g2 h2 11.
Zwart: Kg8 Dd7 Tc8 Te8 Lf6 p. aó b7
d6 f7 g7 h7 11.
1. Dg4! (Zwart kan niet nemen wegens
2 Te8 Te8 en 3. Te8 mat) 1Dbó 2.
Dc4! (Zwart kan noch met T. noch met
dame nemen op c4 wegens mat, terwijl
2Te2 faalt op 3. Dbó Telf Pel)
2Dd7 3. Dc7ü (noch de T. noch de
dame kunnen nemen).
3Dbó 4. a4! Da4 5. Te4.! Dbó 6.
Db7! en nu moet zwart óf nemen öf
van de diagonaal a4—e8 af waarna mat
volgt op e8.
't Is buitengewoon (gewone stervelin
gen zien zoo iets toch maar niet).
Tot de zeldzaamheden behoort dit in
een partij met de rochadezet mat wordt
gegeven. Morphy en Eduard Lasker
hebben beiden dit kunen verwezenlijken
in de volgende partijen:
Wit: Morphy. Zw.: N. N. tournooi te
New Orlweans 18ó8 (met voorgift van
Tal)
1. e4 eó Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pgó dó
edó Pdó 6. Pf7 Kf7 7. Df3f Ke6 8 Pc3
Pd4 9. Ldóf Kd6 10. Df7 Le6 11. Le6 Pe6
12. Pe4f Kdó 13. c4f Ke4 14. De6 Dd4 ló.
Dg4f Kd3 16. De2f Kc2 17. d3f Kcl 18.
00 mat.
Wit: Ed. Lasker (niet Dr. Emanuel
Lasker).
Zwart: Sir Thomas.
Londen 1912.
1. d4 e6 2. Pf3 fó 3. Pc3 Pf6 4. Lgó Le7
5. Lf6 Lf6 6. e4! fe4 7. Pe4 b6 8. Peó 0—0
9. Ld3 Lb7 10. Dhó De7? 11. Dh7 Kh7 12.
Pf6f Kh6 13. Peg4f Kgó 14. h4f Kf4 '5.
g3f Kf3 16. Le2f Kg2 17. Th2f Kgl 18.
000 mat.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
op'ossing probleem 1333.
Stand.
Zw. 12 sch. op: 3, 6/10, 14, 18, 20, 2ó, 30,
36.
W. 12 sch. op: 6, 17, 26, 28, 29, 37, 38,
39, 42, 43, 44, 47
Oplossing.
1. 17—11
1.
6 17
2. 29—23
2.
18 29
3. 28—22
3.
17 28
4. 16—11
4.
7 16
5. 26—21
5.
16 :27
6. 38—33
6.
29 :40
7. 39—33
7.
28:39
8. 37—32
8.
27 38
9 422!
Uit de partij.
Dat er in den volgenden stand nog
zoo'n aardige combinatie zit, is bijna niet
te begrijpen, n toch is het zoo. Zie maar:
WA..
Zw. sch. op: 3, 10, ló, 20, dam op 2.
W. 7 sch. op: 18, 23, 24, 30, 38, 43, 44.
Wit speelt:
1. 23—19 1. 20 29
19—14 2. 2 49
18—12 3. 10
38—33 4. 49
33: 2!
19
8
In de volgende positie
Zw. 8 sch. op: 3, 4, 8, 10, 11, 17, 21, 37.
W. 8 sch. op: 22, 24, 28, 32, 35, 39, 40, 41.
wint wit door:
1. 35—30
1.
37 :46
2. 28—23!!
2.
46 35 (drie sl.)
3. 23—19
3.
17 :28
4. 19—14
4.
10 :19
5. 24: 2
5.
35
6. 2
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1334 van M. C. Kingma,
Delft.
Zw. 9 sch. cp: 7, 12, 13, 14, 17, 21, 22,
27, 28 en dam op 4.
W. 9 sch. op: 29, 37, 38, 39, 42, 43, 44,
47, 48 en dam op 15.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Zoo heeft dan België weer zijn nieuwe
regeering de Broqueville sinds eenige
dagen.
De oplossing van de regeeringscrisis,
dit was ontketend op het oogenblik, dat
juist de verwezenlijking was aangekon
digd van een deflatie-politiek, die het
economisch leven van het land nieuwe
kracht zou moeten geven, verwekt even
veel verbazing als haar ontstaan zelf.
Onze meening, dat de inflationisten hun
heillooze verwachtingen zouden moeten
opgeven, is bewaarheid. De voorspelling
was niet moeilijk, want de openbare
meening is zóó in het land, dat niemand
onder de verantwoordelijke politici op
het oogenblik de aanbeveling van een
dergelijke politiek op zich zou willen
nemen. Deze aanbeveling komt slechts
van degenen, die bij wanorde en nieuwe
moeilijkheden belang schijnen te heb
ben.
Streven naar een ministerspor
tefeuille.
Het zijn de liberalen, die, wat de sa
menstelling van de regeering betreft, de
meeste wijzigingen hebben ondergaan.
Hei ongeduld van sommige liberale
Kamerleden, om minister te worden, is
eens te meer tot uiting gekomen en heeft
er toe geleid, dat mannen als Lippens,
Hymans en Janson uit de regeering zijn
gestooten, om plaats te maken voor
nieuwe elementen als Bovesse, het
Waalsche Kamerlid voor Namen, Mais-
triau, de burgemeester van Bergen, die
maar pas enkele maanden geleden mi
nister van Staat Masson heeft opge
volgd, en Derckx, deze laatste senator en
voorzitter van den liberalen landsraad.
De hetze, welke tegen minister Janson
achter de schermen was ontketend,
vindt, het is nu voor iedereen duidelijk,
haar oorzaak in de omstandigheid, dat
hij als minister van Justitie het wets
ontwerp op het gebruik van het Neder-
landsch in rechtszaken heeft verdedigd.
Wij zullen u over deze nu door de Ka
mer aangeboden wet in een volgenden
brief schrijven. De meeste Brusselsche
liberale mandatarissen, die ook advo
caat zijn, kunnen het den heer Janson
niet vergeven, dat hij aan de Vlamingen
enkele toegevingen heeft gedaan, en
vooral niet, dat hij geen onverzoenlijke
houding heeft aangenomen om de uit
breiding van de Brusselsche olievlek
mogelijk te maken tot Berchem, Gans
horen en Evere. Misschien is dit slechts
een voorwendsel geweest om hem te
laten kelderen en met hem geheel de re
geering, ten einde aldus de gelegenheid
te scheppen den buit te verdeelen
Dit geeft evenwel slechts een poover
beeld van de parlementariërs, die
's lands instellingen meenen te moeten
gebruiken om eigen ambitie te bevredi
gen in plaats van alleen het openbaar
belang op het oog te hebben. Intusschen
is de portefeuille van den heer Janson
in de nieuw© regeering toevertrouwd
geworden aan den heer Bovesse, een
advocaat te Namen en 100 percent Waal,
die de genoemde wet, welke hij als
minister in den Senaat zou moeten ver
dedigen, in de Kamer niet heeft goedge
keurd. Dit doet de vraag rijzen, welk lot
aan deze wet tenslotte zal worden be
schoren en of, wanneer zij in den Senaat
zal zijn behandeld, zij eerder nadeelig
dan voordeelig voor de Vlamingen zal
blijken te zijn.
Waarom ging Hymans heen?
Een andere vraag, die zich voordoet,
is de onbegrijpelijke en ongerechtvaar
digde verdwijning van minister Hy
mans, die plots wordt vervangen door
den heer Jaspar. Minister Hymans was
sedert jaren minister van Buitenland-
sche Zaken van België en men weet vol
doende in Nederland, dat hij steeds een
onafhankelijke politiek heeft voorge
staan, die België buiten de al te radicale
invloedssfeer moet houden van een
groote mogendheid. Men weet ook hoe
hij voorstander is van een pacifistische
politiek en het vredeswerk van Genève
mi' hart en ziel steunt. Hii heeft geloofd
aan Oslo en aan Ouchy. De stemming in
de Kamer, die tot het collectief ontslag
van de regeering heeft geleid, kon hem
niet raken. En toch heeft hij moeten
plaats maken voor Jaspar, die, men zou
het wel denken .overijld het ministerie
den vasten bodem neer. Ondanks den angst,
die haar geheele lichaam deed beven, be
wonderde zij zijn groote lichaamskracht.
Maar haar beenen weigerden verder te gaan
Zonder iets te vragen of te aarzelen, tilde
Saxon haar op en droeg haar verder. En
ondanks het groote gevaar ging er een ril
ling van zaligheid door hem heen. Hij voel
de haar meisjeslichaam tegen het zijne, haar
slanken, zachten arm om zijn hals, - haar
mooi hoofd raakte zijn wang. Hij hield haar
stevig omklemd en na eenige vlugge passen
bereikten ze een veilige plaats.
Zwijgend stonden ze tegenover elkander.
Toen zei ze zacht, hem de hand toeste
kend:
„Ik dank u. Vergeef mij dat ik gisteren
een oogenblik aan u getwijfeld heb. En
nu
„Maar u beloofde mij toch den geheelen
scnat", viel hij haar in de rede, „al3 ik u le
vend in het Zweedsche kamp bracht. Ik had
geen enkele reden, u te laten vallen".
Ze rilde..
Hij wist dat ze deze opmerking ruimschoots
verdiend had en toch had hij dadelijk spijt.
Mannen zijn vaak dom tegenover vrouwen
en vrouwen begrijpen dikwijls de edelmoedi
ge drijfveeren van een man zoo weinig.
„Ik heb uw verwijt verdiend", antwoord
de ze. „Ik zal niet weer aan u twijfelen, ik
had gisteren ongelijk",
Hij wist niet, dat deze bekentenis een over
winning was oip haar grooten trots, maar er
klonk een gevoelige toon in haar stem. Hij
hief de lantaarn op naar haar gelaat, zag
tranen glinsteren in haar mooie oogen en
de donkere blik scheen heel zacht. Op dat
oogenblik werd zijn hart zoo verteedera, dat
al zijn verkropt misnoegen verdwenen was
Hij vond haar zoo aanbiddelijk, dat hij
moeite had haar niet in zijn armen te nemen
en een zoen te drukken op haar volle roode,
lippen.
Maar dat mocht niet, dat zou misbruik
van vertrouwen zijn, en, spotter in zijn hart,
neuriede hij zachtjes:
En den tweeden dag
dat ik haar zag".
„Wat zegt u?" vroeg ze.
„Kom", weerde Saxon af. „Laat ons ver
der gaan, het wordt tijd dat er een einde komt
aan dezen onderaardschen tocht", en zijn
stem klonk ruwer dan hij bedoeld had.
Al haar trots kwam weer boven.
„Waarom gaat u dan niet alleen, u kunt
heel gemakkelijk ontvluchten".
Eerst zweeg Saxon en toen met een stil
lachje:
,En de schat dan, de geheele schat".
Ze sprak geen woord meer. Ze was belee
digd; zij was gewoon met grooten eerbied
van Financiën is ontvlucht, alsof hij er
genoeg van had, en dit, we zeiden het
reeds, op het oogenblik, dat hij met zijn
deflatie-programma zou uitpakken. Dit
geeft te denken, alhoewel het 6cdert lang
bekend was. dat Jaspar aasde op de por
tefeuille van Buitenlandsche Zaken.
Wat niet belet, dat de houding, welke te
genover den heer Hymans is aangeno
men, een ondankbaarheid verraadt, die
iemand als Hymans pijnlijk treffen
moet. Men kan de vraag stellen of de
aanwijzing van Jaspar voor zijn post
niet het gevolg is van de campagne, die
tegen Hymans was ontstaan, jui6t we
gens zijn, naar het heette, al te onafhan
kelijke politiek tegenover de Quai d'Or-
say. Dit heeft men hem in den laatsten
tijd herhaaldelijk verweten, en de critiek
kwam juist uit den hoek, die nauwe
economische aansluiting van België bij
Frankrijk aanprijst als de eenige oplos
sing, en die tevens voortdurend heeft
geëischt, dat, na de intrede van Van
Cauwelaert, den ouden Vlaamschen lei
der in de afgetreden regeering, ook een
versterking diende te gebeuren van het
War.lsche element, waarvcor nu de heer
Bovesse blijkbaar heeft moeten dienen.
Zijn opvolger is wel de man, die van de
conferentie in Den Haag een gouden
vulpenhouder heeft meegebracht, maar
hij is ook de man, die, met Frankrijk,
en ondanks het Engelsche verzet, de
Ruhr heeft bezet. Het is intusschen een
feit, dat België bezwaarlijk een andere
politiek voeren kan dan die van minis
ter Hymans. De minister, die het land
andere internationale wegen zou willen
opsturen, wegen van avontuur, zou
gauw een meerderheid tegenover zich
vinden.
Een Vlaamsch succes.
Evenveel belangstelling gaat naar de
oplossing, die is gegeven aan het beheer
van de portefeuille van Financiën. Het
is een Vlaamsch succes, dat, in de moei
lijke omstandigheden van het oogenblik,
deze portefeuille is toevertrouwd aan
den heer Sap, een van de Vlaamsch©
ministers. Hij is een expert op financieel
gebied en heeft een energiek karakter,
Er is een innovatie gebeurd door de
toevoeging van twee ministers zonder
portefeuille, den heer Ingenbleek, sena
tor, eveneens specialist in financiën, en
Van Zeeland, de eenige niet-parlementa-
riër, vice-gouverneur van de Nationale
Bank. Zij zullen als het ware een schat
kistcomité vormen. De minister draagt
de hooge verantwoordelijkheid voor zijn
ministerie, maar hij zal worden bijge
staan door de ministers zonder porte
feuille, van wie de eerste zich speciaal
zal bezig houden met de begrootingen,
om na te gaan, welke bezuinigingen nog
mogelijk zijn, en de tweede hoofdzake
lijk financieele en economische proble
men zal behandelen. Zij zullen eventueel
samen met den premier over de te ne
men maatregelen beraadslagen. Vooral
deze oplossing toont aan, welk belang
wordt gehecht aan het financieel pro
bleem. De samenstelling van het drie
manschap geeft ook alle waarborgen,
dat van avonturen niets komen zal. Alle
drie zijn de ministers overtuigd© voor
standers van den gouden standaard,
tegenstanders van elke devaluatie van
den frank.
Dit voor de belangrijkste departemen
ten. En wat nu? zal men vragen. Eerst
de volgende week Dinsdag zal de nieuwe
regeering met haar verklaring komen.
Aan de tot nu toe gevolgde sociale poli
tiek zal niet worden geraakt. De chris
tendemocraten hebben, wat dat betreft,
de noodige verzekering bekomen en hun
vertegenwoordigers zijn in het ministe
rie blijven zetelen. Wat wel in het voor
uitzicht mag worden gesteld is de ver
leening van 'n nieuwe volmacht aan de
regeering om zekere maatregelen door
te voeren, met het oog op de economi
sche wederopleving van het land. Wel
ke deze maatregelen zullen zijn is nog
de vraag, maar de omzetting van be
paalde leeningen tegen een lageren in-
geren intrest, de instelling van het
comptoir voor de regeling van de kolen-
industrie, bestuurlijke hervormingen
voor bezuiniging, zullen er wel toe be-
hooren.
Boven alles staat echter de zekerheid,
dat de frank onaantastbaar uit deze,
voor het overige nogal overbodig schij
nende regeeringswijziging is gekomen.
behandeld te worden. Zij was gewoon, dat
voorname edellieden haar minste wenschen
bevredigden. Zij was gewoon te bevelen zon
der tegenspraak te verwachten en deze avon-
urier behandelde haar als een kamenier,
durfde haar te bespotten. Zij dacht er niet
aan, dat hij van dit alles niets kon weten,
maar het bleef een vraag, a 1 s hij het ge
weten had, of het voor hem eenig verschil
zou hebben gemaakt.
En toen Saxon verder wilde gaan, bleef ze
koppig staan.
Hij keek verbaasd omen ze volgde
hem.
Weer kwam een gedeelte, waar de linker
muur was verzakt; een afgrond dreigde en
aan de rechterzijde bleef maar een heel smal
paadje over.
Hij wendde zich om en vroeg- lachend:
„Zal ik je dragen, Marion?"
Het was den eersten keer, dat hij haar
met „je" aansprak. Het was onbewust ge
beurd, nu hij zijn hart gelucht en al de ver
borgen gehouden ergenis verdwenen was.
Maar zij was inwendig boos. Zij begreep
niets van zijn houding en antwoordde heel
trots
„Merci, Monsieur!" en, de tanden stijf
opeen geklemd, liep ze langs de gapende
diepte, de. oogen straf vooruit. Maar toen
ze de plek genaderd was, waar het vaste
breeder werd, wankelde ze en zou gevallen
zijn, als hij haar niet had gegrepen.
„Flink gedaan", zei Saxon vol bewonde
ring. „Je bent een verbazend moedig meis
je!" en ofschoon dit „je" haar niet beviel,
kon ze niet verhinderen, dat haar wangen
bloosden, maar gelukkig had de vrijpostige
avonturier dat niet kunnen zien.
„Het zou geen wonder zijn, als je dood
moe was. Zal ik je weer dragen?"
Zij schudde het hoofd en ze zetten hun
weg voort. Na korten tijd echter zei ze:
„Ik geloof toch, dat al die avonturen
meer van me gevergd hebben dan ik kan ver
dragen. Laten we even wachten. Wat heeft
u toch een lastige kameraad in mij getrof-
ten", voegde ze er aan toe met een flauw
lachje.
„Je houdt je uitstekend, meisje", zei Saxon
zonder zich te storen aan haar „u". Dat
was nu weer juist iets voor een vrouw, na
zooveel avonturen toch nog uit de hoogte
Het pad werd breeder; ze nam zijn arm.
Hij voelde hoe zwaar ze er op leunde.
Hij hief den lantaarn op, keek haar in het
gezicht en kreeg diep mede'ijden met haar
Ze zag er wit en vermoeid uit. Het was alsof
ze jaren ouder geworaen was. Hij kreeg
grooten eeribed voor haar wilskacht.
„Marion zei hij. „Ik doe geen stap verder.
Ik voel, dat we een zwaren loiht achter den
rug hebben. We moeten ruften".
Wordt vervolgd.