IÉ 4 ggp «p AL. f§P jj^-jj|* SS! ii ft§ u ■n* mi De nieuwe Belgische regeering. tfchaakcuAciek m $eui£letm Haar avonturier. 3)xuuuéeiek 1 JÉ 9 üi H fisüL. l|y IÉS iH lil pjl lÉf iÉS lÉH HI het financieele vraagstuk op den voorgrond. WOk 1 1 '//MS, 'm m b Ww "WW s muf/,, mm. Buitenland. 'v/d' m. leid heeft tot een sterke vermeerdering van het aantal Dieselmotoren, is van groote be- teekenis voor het verbruik van petroleum- producten. Zoo vormen de spoorwegen een geheel nieuwe categorie van afnemers van Dieselolie, waardoor een belangrijke stijging van het verbruik wordt verwacht. Het jaarverslag vgn de Handelsver. „Am sterdam" werd met gemengde gevoelens ont vangen. Eenerzijds zijn de financieele resul taten nog betrekkelijk bevredigend, dank zij het feit, dat het verlies op suiker ad 641000 gulden werd gecompenseerd door een winst op diverse cultures van 2.43 millioen. De H.V.A. zat echter eind 1933 met een suiker- voorraad van ruim 400.000 ton, die aanmer kelijk boven de tegenwoordige marktwaarde te boek staat, zoodat hiertegenover een re serve is gecreëerd van 4 millioen. Terwijl jaren achtereen 5 millioen ten gunste van het loopende boekjaar kon worden gereser veerd, is de reserve ten gunste van 1934 thans gereduceerd tot 2.25 millioen, een verzwakking der positie, die, wanneer de toe stand der suikercultuur niet verbetert, wel eens in het dividend over het loopende jaar tot uiting zou kunnen komen. In rubberaandeelen is bij vrijwel onver anderde koersen weinig omgegaan; tabaks aandeel en waren verdeeld; de grondtoon was echter, dank zij het resultaat der tot dus verre gehouden inschrijvingen, niet ongun stig. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Philips 216%, 2213/4, 216, 207, 209; Unilever 73 3/4, 71 1/4, 69, 70; Aku 36 3/4, 39^, 38^; Kon. Petroleum 15314, 159 3/4; Handelsver. „Amsterdam" 172 1/4, 174, 168'A, 175, 173; Amsterdam Rubber 1071/4, 104 3/4; Oost Java Rubber 104, 10934, 1041/4, 105; Deli Batavia Mij. 136H, 138 3/4; Deli Mij 12214 130, 128; Senembah 135, 13134, 13534, 133; 234 pCt. N.W.S. 74 3/4, 75 9/16; 3 pCt. Nederland 88 3/8, 88 3/4; 414 pCt. Amsterdam 99, 99/4, 99 3/8. Oplossing tweezet 496. 1. L©7. Oplossing eindspel 770. 1. Dd5! Ld5. 2. Pe7t Kh8 3. Pg6f f6. 4. Ld8. Td8 5. ed5 en wint. Oplossing eindspel 769. 1. Pf6. Df6 2. Te8 Kg7 3. Dc4 en wint. Probleem 497. Dr. H. von Gotschall. abcdefgh Tweezet. Stand der stukken: Wit: Kg8 D©4 Le5 Ld7 Pc5 Tdl p. a6 en g6 8. Zwart: Kd8 Lb8 p. a7 d6 g7 5. Eindspel 772. Zwart: Dr. Rey-Ardid. m abcdefgh Wit: A. Liliënthal. Wit speelt en wint. Stand der stukken: Wit: Khl Dg2 Tdl Tfl p. a2 e3 f4 en h4 8. Zwart: Kh7 Dc5 Ta8 Tf8 p. a7 b6, e6, g6 8. Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 15). „We gaan dus rechts, u ziet, de man wist meer dan wij". Het werd een lange tocht; ze liepen achter elkander langs den rechtermuur. Saxon de lantaarn voor zich houdend. Daar zag hij aan de linkerzijde een diepe, breede geul. De linkerwand scheen ingestort en er bleef maar een smal pad over. Hij hield Marion's pols stevig vast en zijdelings gingen ze er voor bij, den rug bijna tegen den zijkant. Saxon zag in een donkere leegte. „Kijk niet", waarschuwde hij haar. Doch Marion staarde in den afgrond; eerst zag ze niets, maar toen was het of ze heel diep tal van kleine sterren zag glinste ren. „Ratten" dacht ze. Het duizelde haar, ze wankelde, gleed uit en viel. Een gil ze verdween in de diepte Maar Saxon hield haar pols setvig omslooten, zette de lantaarn neer, reikte haar ook zijn andere hand. De spieren van zijn breede, gewelfde borst spanden zich Met gestrekte armen hief hij haar omhoog en zette haar naast zich op Eindspel 771. Zwart: Quatter. t d e f g h Wit: Dr. Reinle. Zwart speelt en wint. Stand der stukken: Wit: Kcl Dg2 Te2 Lel p. a2 b2 c3 d4 h2 9. Zwart: Kh8 Df5 Tf3 Lh6 p. a7 b7 dó e3 hó 9. Hier plaatsen wij van de verzameling van Dr. Reinle in de W. S. omtrent „Merkwaardigheden uit de schaakwe reld een tweetal, dat de aandacht over waard is. In blindpartij speelde Dr. Aljechine met zwart het volgende slot eener partij. Stand der stukken: Wit: Kbl Df2 Tdl Tel Lc2 Pf3 Pd2 p. a2 b3 d3 g2 en h2 12. Zwart: Kh8 Dd8 Ta8 Te8 Le8 Pc6 Pf6 Lb2 p. a3, d4 b7 f7 g7 h7 14. Zwart speelde 1Pdó (dreigend 2. Pc3 mat) 2. Te8f De8 3. Pe4 De4! 4. Ld2 De3ü 5. Tel Lfóü 6. Te3 de3 7. Dfl ed2 8. Ldl Pcb4 9. onverschillig Pc3 mat. Van schoonheid in 't schaken gesproken! In een tournooi te Parijs in 1900 uit de partij MiesesJanowski ontstond de volgende stand: Wit: Kcl Dg6 Tfl Th8 Ld2 Pc3 Pg3. p. b2 b3 c2 d3 e4 h6 13. Zwart: Kb8 Db6 Tg8 Th8 Lcó Lb7 Ph7 p. a7 bó c6 d6 eó 12. Wit vervolgde met 1. Dg7! (Neemt zwart dan volgt 2. hg7 Tg8 3. Th7 drei gend Tf8f) Lc8 2. (Pfó! Lf5 3. Tfó! Lb4 4. Kbl! Lc3 5. bc3 Pf8 6. Tfl Pg6 7. Dd7 Td8 8. De6 Pf4 9 Lf4 ef4 10. Tf4 Dcó 11. Tf7 Dgó 12. Tf8 en 13. De7 waarop zwart opgaf. Terecht werd deze partij de schoonheidsprijs toegezegd! In het tournooi van New Orleans in 1920 bracht Adams met wit tegen Torre met zwart de volgende stelling op zeer sublieme wijze tot winst. 't Gaat steeds om de zwarte dame van de verdediging van Te8 af te doen zien. Daartoe biedt wit op verschillende wijze zijn dame als offer aan totdat zwart niet langer op de lijn a4e8 blijven kan. Wit: Kgl Dd4 Tel Te2 Pf3 p. a2 b2 dó f2 g2 h2 11. Zwart: Kg8 Dd7 Tc8 Te8 Lf6 p. aó b7 d6 f7 g7 h7 11. 1. Dg4! (Zwart kan niet nemen wegens 2 Te8 Te8 en 3. Te8 mat) 1Dbó 2. Dc4! (Zwart kan noch met T. noch met dame nemen op c4 wegens mat, terwijl 2Te2 faalt op 3. Dbó Telf Pel) 2Dd7 3. Dc7ü (noch de T. noch de dame kunnen nemen). 3Dbó 4. a4! Da4 5. Te4.! Dbó 6. Db7! en nu moet zwart óf nemen öf van de diagonaal a4—e8 af waarna mat volgt op e8. 't Is buitengewoon (gewone stervelin gen zien zoo iets toch maar niet). Tot de zeldzaamheden behoort dit in een partij met de rochadezet mat wordt gegeven. Morphy en Eduard Lasker hebben beiden dit kunen verwezenlijken in de volgende partijen: Wit: Morphy. Zw.: N. N. tournooi te New Orlweans 18ó8 (met voorgift van Tal) 1. e4 eó Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pgó dó edó Pdó 6. Pf7 Kf7 7. Df3f Ke6 8 Pc3 Pd4 9. Ldóf Kd6 10. Df7 Le6 11. Le6 Pe6 12. Pe4f Kdó 13. c4f Ke4 14. De6 Dd4 ló. Dg4f Kd3 16. De2f Kc2 17. d3f Kcl 18. 00 mat. Wit: Ed. Lasker (niet Dr. Emanuel Lasker). Zwart: Sir Thomas. Londen 1912. 1. d4 e6 2. Pf3 fó 3. Pc3 Pf6 4. Lgó Le7 5. Lf6 Lf6 6. e4! fe4 7. Pe4 b6 8. Peó 0—0 9. Ld3 Lb7 10. Dhó De7? 11. Dh7 Kh7 12. Pf6f Kh6 13. Peg4f Kgó 14. h4f Kf4 '5. g3f Kf3 16. Le2f Kg2 17. Th2f Kgl 18. 000 mat. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter op'ossing probleem 1333. Stand. Zw. 12 sch. op: 3, 6/10, 14, 18, 20, 2ó, 30, 36. W. 12 sch. op: 6, 17, 26, 28, 29, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 47 Oplossing. 1. 17—11 1. 6 17 2. 29—23 2. 18 29 3. 28—22 3. 17 28 4. 16—11 4. 7 16 5. 26—21 5. 16 :27 6. 38—33 6. 29 :40 7. 39—33 7. 28:39 8. 37—32 8. 27 38 9 422! Uit de partij. Dat er in den volgenden stand nog zoo'n aardige combinatie zit, is bijna niet te begrijpen, n toch is het zoo. Zie maar: WA.. Zw. sch. op: 3, 10, ló, 20, dam op 2. W. 7 sch. op: 18, 23, 24, 30, 38, 43, 44. Wit speelt: 1. 23—19 1. 20 29 19—14 2. 2 49 18—12 3. 10 38—33 4. 49 33: 2! 19 8 In de volgende positie Zw. 8 sch. op: 3, 4, 8, 10, 11, 17, 21, 37. W. 8 sch. op: 22, 24, 28, 32, 35, 39, 40, 41. wint wit door: 1. 35—30 1. 37 :46 2. 28—23!! 2. 46 35 (drie sl.) 3. 23—19 3. 17 :28 4. 19—14 4. 10 :19 5. 24: 2 5. 35 6. 2 Ter oplossing voor deze week: Probleem 1334 van M. C. Kingma, Delft. Zw. 9 sch. cp: 7, 12, 13, 14, 17, 21, 22, 27, 28 en dam op 4. W. 9 sch. op: 29, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 47, 48 en dam op 15. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Zoo heeft dan België weer zijn nieuwe regeering de Broqueville sinds eenige dagen. De oplossing van de regeeringscrisis, dit was ontketend op het oogenblik, dat juist de verwezenlijking was aangekon digd van een deflatie-politiek, die het economisch leven van het land nieuwe kracht zou moeten geven, verwekt even veel verbazing als haar ontstaan zelf. Onze meening, dat de inflationisten hun heillooze verwachtingen zouden moeten opgeven, is bewaarheid. De voorspelling was niet moeilijk, want de openbare meening is zóó in het land, dat niemand onder de verantwoordelijke politici op het oogenblik de aanbeveling van een dergelijke politiek op zich zou willen nemen. Deze aanbeveling komt slechts van degenen, die bij wanorde en nieuwe moeilijkheden belang schijnen te heb ben. Streven naar een ministerspor tefeuille. Het zijn de liberalen, die, wat de sa menstelling van de regeering betreft, de meeste wijzigingen hebben ondergaan. Hei ongeduld van sommige liberale Kamerleden, om minister te worden, is eens te meer tot uiting gekomen en heeft er toe geleid, dat mannen als Lippens, Hymans en Janson uit de regeering zijn gestooten, om plaats te maken voor nieuwe elementen als Bovesse, het Waalsche Kamerlid voor Namen, Mais- triau, de burgemeester van Bergen, die maar pas enkele maanden geleden mi nister van Staat Masson heeft opge volgd, en Derckx, deze laatste senator en voorzitter van den liberalen landsraad. De hetze, welke tegen minister Janson achter de schermen was ontketend, vindt, het is nu voor iedereen duidelijk, haar oorzaak in de omstandigheid, dat hij als minister van Justitie het wets ontwerp op het gebruik van het Neder- landsch in rechtszaken heeft verdedigd. Wij zullen u over deze nu door de Ka mer aangeboden wet in een volgenden brief schrijven. De meeste Brusselsche liberale mandatarissen, die ook advo caat zijn, kunnen het den heer Janson niet vergeven, dat hij aan de Vlamingen enkele toegevingen heeft gedaan, en vooral niet, dat hij geen onverzoenlijke houding heeft aangenomen om de uit breiding van de Brusselsche olievlek mogelijk te maken tot Berchem, Gans horen en Evere. Misschien is dit slechts een voorwendsel geweest om hem te laten kelderen en met hem geheel de re geering, ten einde aldus de gelegenheid te scheppen den buit te verdeelen Dit geeft evenwel slechts een poover beeld van de parlementariërs, die 's lands instellingen meenen te moeten gebruiken om eigen ambitie te bevredi gen in plaats van alleen het openbaar belang op het oog te hebben. Intusschen is de portefeuille van den heer Janson in de nieuw© regeering toevertrouwd geworden aan den heer Bovesse, een advocaat te Namen en 100 percent Waal, die de genoemde wet, welke hij als minister in den Senaat zou moeten ver dedigen, in de Kamer niet heeft goedge keurd. Dit doet de vraag rijzen, welk lot aan deze wet tenslotte zal worden be schoren en of, wanneer zij in den Senaat zal zijn behandeld, zij eerder nadeelig dan voordeelig voor de Vlamingen zal blijken te zijn. Waarom ging Hymans heen? Een andere vraag, die zich voordoet, is de onbegrijpelijke en ongerechtvaar digde verdwijning van minister Hy mans, die plots wordt vervangen door den heer Jaspar. Minister Hymans was sedert jaren minister van Buitenland- sche Zaken van België en men weet vol doende in Nederland, dat hij steeds een onafhankelijke politiek heeft voorge staan, die België buiten de al te radicale invloedssfeer moet houden van een groote mogendheid. Men weet ook hoe hij voorstander is van een pacifistische politiek en het vredeswerk van Genève mi' hart en ziel steunt. Hii heeft geloofd aan Oslo en aan Ouchy. De stemming in de Kamer, die tot het collectief ontslag van de regeering heeft geleid, kon hem niet raken. En toch heeft hij moeten plaats maken voor Jaspar, die, men zou het wel denken .overijld het ministerie den vasten bodem neer. Ondanks den angst, die haar geheele lichaam deed beven, be wonderde zij zijn groote lichaamskracht. Maar haar beenen weigerden verder te gaan Zonder iets te vragen of te aarzelen, tilde Saxon haar op en droeg haar verder. En ondanks het groote gevaar ging er een ril ling van zaligheid door hem heen. Hij voel de haar meisjeslichaam tegen het zijne, haar slanken, zachten arm om zijn hals, - haar mooi hoofd raakte zijn wang. Hij hield haar stevig omklemd en na eenige vlugge passen bereikten ze een veilige plaats. Zwijgend stonden ze tegenover elkander. Toen zei ze zacht, hem de hand toeste kend: „Ik dank u. Vergeef mij dat ik gisteren een oogenblik aan u getwijfeld heb. En nu „Maar u beloofde mij toch den geheelen scnat", viel hij haar in de rede, „al3 ik u le vend in het Zweedsche kamp bracht. Ik had geen enkele reden, u te laten vallen". Ze rilde.. Hij wist dat ze deze opmerking ruimschoots verdiend had en toch had hij dadelijk spijt. Mannen zijn vaak dom tegenover vrouwen en vrouwen begrijpen dikwijls de edelmoedi ge drijfveeren van een man zoo weinig. „Ik heb uw verwijt verdiend", antwoord de ze. „Ik zal niet weer aan u twijfelen, ik had gisteren ongelijk", Hij wist niet, dat deze bekentenis een over winning was oip haar grooten trots, maar er klonk een gevoelige toon in haar stem. Hij hief de lantaarn op naar haar gelaat, zag tranen glinsteren in haar mooie oogen en de donkere blik scheen heel zacht. Op dat oogenblik werd zijn hart zoo verteedera, dat al zijn verkropt misnoegen verdwenen was Hij vond haar zoo aanbiddelijk, dat hij moeite had haar niet in zijn armen te nemen en een zoen te drukken op haar volle roode, lippen. Maar dat mocht niet, dat zou misbruik van vertrouwen zijn, en, spotter in zijn hart, neuriede hij zachtjes: En den tweeden dag dat ik haar zag". „Wat zegt u?" vroeg ze. „Kom", weerde Saxon af. „Laat ons ver der gaan, het wordt tijd dat er een einde komt aan dezen onderaardschen tocht", en zijn stem klonk ruwer dan hij bedoeld had. Al haar trots kwam weer boven. „Waarom gaat u dan niet alleen, u kunt heel gemakkelijk ontvluchten". Eerst zweeg Saxon en toen met een stil lachje: ,En de schat dan, de geheele schat". Ze sprak geen woord meer. Ze was belee digd; zij was gewoon met grooten eerbied van Financiën is ontvlucht, alsof hij er genoeg van had, en dit, we zeiden het reeds, op het oogenblik, dat hij met zijn deflatie-programma zou uitpakken. Dit geeft te denken, alhoewel het 6cdert lang bekend was. dat Jaspar aasde op de por tefeuille van Buitenlandsche Zaken. Wat niet belet, dat de houding, welke te genover den heer Hymans is aangeno men, een ondankbaarheid verraadt, die iemand als Hymans pijnlijk treffen moet. Men kan de vraag stellen of de aanwijzing van Jaspar voor zijn post niet het gevolg is van de campagne, die tegen Hymans was ontstaan, jui6t we gens zijn, naar het heette, al te onafhan kelijke politiek tegenover de Quai d'Or- say. Dit heeft men hem in den laatsten tijd herhaaldelijk verweten, en de critiek kwam juist uit den hoek, die nauwe economische aansluiting van België bij Frankrijk aanprijst als de eenige oplos sing, en die tevens voortdurend heeft geëischt, dat, na de intrede van Van Cauwelaert, den ouden Vlaamschen lei der in de afgetreden regeering, ook een versterking diende te gebeuren van het War.lsche element, waarvcor nu de heer Bovesse blijkbaar heeft moeten dienen. Zijn opvolger is wel de man, die van de conferentie in Den Haag een gouden vulpenhouder heeft meegebracht, maar hij is ook de man, die, met Frankrijk, en ondanks het Engelsche verzet, de Ruhr heeft bezet. Het is intusschen een feit, dat België bezwaarlijk een andere politiek voeren kan dan die van minis ter Hymans. De minister, die het land andere internationale wegen zou willen opsturen, wegen van avontuur, zou gauw een meerderheid tegenover zich vinden. Een Vlaamsch succes. Evenveel belangstelling gaat naar de oplossing, die is gegeven aan het beheer van de portefeuille van Financiën. Het is een Vlaamsch succes, dat, in de moei lijke omstandigheden van het oogenblik, deze portefeuille is toevertrouwd aan den heer Sap, een van de Vlaamsch© ministers. Hij is een expert op financieel gebied en heeft een energiek karakter, Er is een innovatie gebeurd door de toevoeging van twee ministers zonder portefeuille, den heer Ingenbleek, sena tor, eveneens specialist in financiën, en Van Zeeland, de eenige niet-parlementa- riër, vice-gouverneur van de Nationale Bank. Zij zullen als het ware een schat kistcomité vormen. De minister draagt de hooge verantwoordelijkheid voor zijn ministerie, maar hij zal worden bijge staan door de ministers zonder porte feuille, van wie de eerste zich speciaal zal bezig houden met de begrootingen, om na te gaan, welke bezuinigingen nog mogelijk zijn, en de tweede hoofdzake lijk financieele en economische proble men zal behandelen. Zij zullen eventueel samen met den premier over de te ne men maatregelen beraadslagen. Vooral deze oplossing toont aan, welk belang wordt gehecht aan het financieel pro bleem. De samenstelling van het drie manschap geeft ook alle waarborgen, dat van avonturen niets komen zal. Alle drie zijn de ministers overtuigd© voor standers van den gouden standaard, tegenstanders van elke devaluatie van den frank. Dit voor de belangrijkste departemen ten. En wat nu? zal men vragen. Eerst de volgende week Dinsdag zal de nieuwe regeering met haar verklaring komen. Aan de tot nu toe gevolgde sociale poli tiek zal niet worden geraakt. De chris tendemocraten hebben, wat dat betreft, de noodige verzekering bekomen en hun vertegenwoordigers zijn in het ministe rie blijven zetelen. Wat wel in het voor uitzicht mag worden gesteld is de ver leening van 'n nieuwe volmacht aan de regeering om zekere maatregelen door te voeren, met het oog op de economi sche wederopleving van het land. Wel ke deze maatregelen zullen zijn is nog de vraag, maar de omzetting van be paalde leeningen tegen een lageren in- geren intrest, de instelling van het comptoir voor de regeling van de kolen- industrie, bestuurlijke hervormingen voor bezuiniging, zullen er wel toe be- hooren. Boven alles staat echter de zekerheid, dat de frank onaantastbaar uit deze, voor het overige nogal overbodig schij nende regeeringswijziging is gekomen. behandeld te worden. Zij was gewoon, dat voorname edellieden haar minste wenschen bevredigden. Zij was gewoon te bevelen zon der tegenspraak te verwachten en deze avon- urier behandelde haar als een kamenier, durfde haar te bespotten. Zij dacht er niet aan, dat hij van dit alles niets kon weten, maar het bleef een vraag, a 1 s hij het ge weten had, of het voor hem eenig verschil zou hebben gemaakt. En toen Saxon verder wilde gaan, bleef ze koppig staan. Hij keek verbaasd omen ze volgde hem. Weer kwam een gedeelte, waar de linker muur was verzakt; een afgrond dreigde en aan de rechterzijde bleef maar een heel smal paadje over. Hij wendde zich om en vroeg- lachend: „Zal ik je dragen, Marion?" Het was den eersten keer, dat hij haar met „je" aansprak. Het was onbewust ge beurd, nu hij zijn hart gelucht en al de ver borgen gehouden ergenis verdwenen was. Maar zij was inwendig boos. Zij begreep niets van zijn houding en antwoordde heel trots „Merci, Monsieur!" en, de tanden stijf opeen geklemd, liep ze langs de gapende diepte, de. oogen straf vooruit. Maar toen ze de plek genaderd was, waar het vaste breeder werd, wankelde ze en zou gevallen zijn, als hij haar niet had gegrepen. „Flink gedaan", zei Saxon vol bewonde ring. „Je bent een verbazend moedig meis je!" en ofschoon dit „je" haar niet beviel, kon ze niet verhinderen, dat haar wangen bloosden, maar gelukkig had de vrijpostige avonturier dat niet kunnen zien. „Het zou geen wonder zijn, als je dood moe was. Zal ik je weer dragen?" Zij schudde het hoofd en ze zetten hun weg voort. Na korten tijd echter zei ze: „Ik geloof toch, dat al die avonturen meer van me gevergd hebben dan ik kan ver dragen. Laten we even wachten. Wat heeft u toch een lastige kameraad in mij getrof- ten", voegde ze er aan toe met een flauw lachje. „Je houdt je uitstekend, meisje", zei Saxon zonder zich te storen aan haar „u". Dat was nu weer juist iets voor een vrouw, na zooveel avonturen toch nog uit de hoogte Het pad werd breeder; ze nam zijn arm. Hij voelde hoe zwaar ze er op leunde. Hij hief den lantaarn op, keek haar in het gezicht en kreeg diep mede'ijden met haar Ze zag er wit en vermoeid uit. Het was alsof ze jaren ouder geworaen was. Hij kreeg grooten eeribed voor haar wilskacht. „Marion zei hij. „Ik doe geen stap verder. Ik voel, dat we een zwaren loiht achter den rug hebben. We moeten ruften". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9