ALKMAARSCHE
COURANT
Als gast bij minister Göring.
SeuMetw
Haar avonturier.
De toestand is wel veranderd.
No. 143
WOENSDAG 20 JUNI 1934
Buitenland
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Dezer dagen bereikte mij een uitnoodiging
om als gast van den Pruisischen minister
president Hermann Göring een „garderi-
party" bij te komen wonen in den tuin van
de ministerieele woning aan den Leipzig^r
Platz, het eiken Nederlander, die Berlijn wel
eens bezocht heeft, overbekende historische
middelpunt van de City, dat met den Pols-
dammerplatz één geheel vormt en daarvau
slechts door de nog gespaard gebleven beide
antieke wachthuisjes eenigszins gescheiden
wordt.
Het was de eerste maal, dat ik van deze
zeer bijzondere zijde een particuliere uitnoo
diging kreeg. Wij buitenlandsche journalis
ten in Berlijn zijn bij het Nieuwe Régime in
Duitschland niet bijzonder geliefd. Men zag
ons in de eerste weken, ja zelfs maanden na
de benoeming van Hitier tot rijkskanselier
en de daarop volgende diep-ingrijpende so
ciaal-politieke omwenteling (bij nader inzien
maar liever „revolutie" genaamd), als een
soort „lastige buitenlanders" aan; en was
er bijzonder boos over, dat onder ons onge
veer 150 vakgenooten zoovele joden, libera
len, vrijdenkers, socialisten, communisten,
royalisten voorkwamen. Wat echter moeilijk
te vermijden was, omdat nu eenmaal de pers
van alle meesprekende staten en de meeste
der politieke partijen in die staten in de
sinds 1918 zoo interessante Duitsche hoofd
stad hun werk moeten verrichten, en om
wentelingen in die staten meestal niet met
revolutionnaire veranderingen in Duitsch
land plegen samen te vallen.
De buitenlandsche pers.
Hoe het ook zij, men dacht niet al te veei
na, vond ons in hoofdzaak onsympathiek of
zelfs ongenietbaar, zette al dadelijk de meer
radicale elementen in ons gilde met meer of
minder zachten dwang over de Duitschv
grens, begon in het bijzonder een actie in die
richting tegen vele joodsche en marxistische
journalisten, en boycotteerde enze nogal in
vloedrijke en vooral door het corps diploma
tique zeer hooggeschatte beroepsvereeniging
Daar kwam nog bijzondere pech bij. Deze
„Vereeniging der Buitenlandsche Pers" te
Berlijn" namelijk had in haar jaarvergade
ring van half Januari 1933 volgens traditie
een nieuwen voorzitter gekozen (daar 25 en
meer staten in de Vereeniging vertegenwoor
digd zijn, pleegt men na elke 2 a 3 jaar een
leider van andere nationaliteit te kiezen), en
juist had onze landgenoot Max Blokzijl van
het „Algemeen Handelsblad" deze leiding
aan den Noord-Amerikaan Edgar A Mowrer
van de „Chicago Daily News" overgegeven,
of de nationaal-socialistische vloedgolf spoe:
de alles weg, wat tot nu toe aan verbindin
gen tusschen Duitschland en buitenland
sche publiciteit aangeknoopt was, waarbij
het Hitler-regime zich plotseling herinnerde,
dat Mowrer de auteur was van een weinige
maanden tevoren uitgekomen boekwerk
„Germany puts the clock back" (Duitschland
zet. de klok terug), waarin op uiterst onvrien
delijke wijze over de voormannen der „na
zi's" en hun theorieën en praktijken geschre
ven werd. Dit had ten gevolge, dat het nieu
we régime den buitenlandschen journalisten
ten en hun vereeniging een soort ultimatum
stelde: „Mowrer over boord, of boycot!"
Mowrer bleef, en de vereeniging werd in
den ban gedaan. De Duitsche regeering koos
zich enkele bevoorrechte Italiaansche, En-
gelsche, Amerikaansche en Zweedsche jour
nalisten uit (de Engelschen en de Amerika
nen hadden deze bevoorrechting te dank.n
aan de omstandigheid, dat zich 'de „buiten
landsche perschef der nationaal-socialisti
sche partij", dr. Hanfstaengl, uitsluitend
voor Angelsaksische menschen interesseert,
de Zweden aan het feit. dat Göring's gestor
ven echtgenoote Zweedsche was) en liet de
rest links liggen. Het was een wonderlijke
situatie en een bewijs van hulpelooze poli
tiek.
De toestand veranderd.
Thans, anderhalf jaar later, is de toestand
geheel anders.
De „Vereeniging" heeft andere leiding
(merkwaardig genoeg toch nog altijd 50 pO.
joodschis reeds lang weer tot haar vroe
gere machtspositie teruggekeerd, heeft ree is
tal van noenmalen gegeven, waar nationaal-
socialistische ministers aanwezig waren, eri
zal eindelijk, begin Juli, ook weer haar tra-
Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
18).
Hij zocht een geschikte gelegenheid om
zich uit te kleeden, vond een klein boschje
vlak aan den waterkant, bond een doek voor
neus en mond en liet zich in het water glij
den. Met forsche slagen, het hoofd zoover
mogelijk boven water, zwom hij naar de
boot, die voor anker reed op de golven. Het
was zwaar werk. Soms moest hij wachten
om een lijk te vermijden. Dan weer sleurde
de snelle stroom hem een eind mee. Maar
h'j gai geen kamp.
Eindelijk bereikte hij zijn doel. Doodver
moeid ging hij op den rug in de boot liggen.
Hevig ging zijn borst op en neer.
Voorzichtig roeide hij, zoo weinig mogelijk
geruisch makend, naar oen wal, trok de
schuit in het boschje, kleedde zich en haast
te zich naar de plek waar hij Marion had
achtergelaten. Zij sliep nog rustig, onkundig
van de groote opoffering van den avonturier
Hij trok den ruitermantel over haar heen,
ditioneele banket geven, waarbij wellicht
zelfs Adolf Hitier zal aanzitten, die dan
voor het eerst vele invloedrijke buitenland
sche journalisten de hand zal drukken, met
wie hij merkwaardig genoeg sinds
zijn benoeming tot kanselier, en ook vóói
dien tijd, nog nimmer tezamen gekomen is.
In tegenstelling met vice-kanselier Von Pa
pen, de ministers Göbbels, Seldte, Rhöm,
v. Neurath, Hess en andere, die geen gele
genheid laten voorbijgaan om met de inter
nationale pers in intiemen kring samen te
komen.
Naast Hitier is echter ook Göring nim
mer een vriend van de journalisten geweest
Zij hebben steeds de voorkeur gegeven aan
een andere afdeeling van het „Kunstenaars
volk", en wel de zangers, de tooneelspelers,
de filmsterren, de componisten, de schilders
en de beeldhouwers. Weinige weken na Hit-
ler's optreden als kanselier zag hij reeds het
artistenvolkje bij zich op de thee, en kon men
foto's bewonderen, waarop hij naast een
Willy Fritsch en 'n Claire Rommer, een Dol
ly Haas en een Harry Piel, een Hans Alberts
en 'n Lilian Harvey zichtbaar was; maar er
blijkbaar niet aan dacht, met een correspon
dent van de „Times", de „Echo de Paris" ot
„Politiken" nader contact te zoeken.
En wat Hitler's „trouwste Paladijn" Her
mann Göring betreft: die bepaalde er zich
toe, weinige weken na de omwenteling alle
buitenlandsche journalisten in het Paleis van
den president van den Rijksdag bij zich te
roepen om hun daar in de meer dan krachti
ge termen, welke in die eerste regeeringswe-
ken zijn bijzondere liefde hadden, de verze
kering te geven, dat ze Zich „fatsoenlijk ge
dragen moesten en anders de laan uitgin
gen"'.
Göring een merkwaardig man.
Nu is Hermann Göring, wel de merkwaar
digste man onder de nazi-élite, een vriende
lijk gastheer en tot zijn gasten behooren
zelfs enkele van die vroeger zoo gehate en
geminachte buitenlandsche journalisten. En
het moet al dadelijk gezegd worden: de „sol
daat Göring" heeft er slag van, zulke mon
daine feesten en ontvangsten te organisee-
ren. Men heeft van de nationale „socialis
ten", die tegenwoordig Duitschland regee-
ren, een volmaakt verkeerden indruk, indien
men meent, dat ze werkelijk „socialisten"
zijn, in dien zin, dat ze liefst zoo eenvoudig,
ja bijna sober, mogelijk leven en wonen, om
„den arbeider" te bewijzen, dat ze niet aileen
in proclamatie's en redevoeringen, maar in
de practijk „één zijn met het volk", welks
macht zij heeten te vertegenwoordigen.
Heel goed herinner ik mij nog wijlen Her
mann Müller, in de dagen toen deze sociaal
democraat en ex-handelsreiziger in water
closets, nog rijkskanselier was, gezien te
hebben op het pleinije voor het Postaammer
Bahnhof in Berlijn, terugkomend var. een
reis naar Zuid Duitschland zonder eénig
gevolg, een handkoffertje dragend, en uit
ziend naar een tram, die hem naar den
Rijksdag zou brengen. Zooiets is tegenwoor
dig niet denkbaar meer. Rijkskanselier Hit-
Ier heeft een eigen, keurig geüniformeerde
lijfgarde, die ook werkelijk „Leibstandarte
Adolf Hitier" heet, zwaar gewapend is. en
den „Führer" bij elk uitstapje vergezelt. Be
zoekt Hitier een bioscoop, een schouwburg,
een concert, een tentoonstelling, dan is zijn
weg van zijn auto af tot aan zijn loge door
die zwarte „lange kerels" volkomen afgezet.
In zijn auto rijden gewapende adjudanten
mee, en in 't gedrang staat zelfs lijfgarde op
beide treeplanken. Men pleegt hier als ver
klaring te geven, dat Hitier niet tegen even-
tueele vijanden, maar tegen zijn al te vurige
bewonderaars beschermd moet worden
Maar in werkelijkheid slaat men twee vlie
gen met één klap, meent althans dit te moe
ten doen.
Officieel luxe-vertoon.
De nazi-leiders, van de ministers, de Rijks
stadhouders en de „Obergruppenführer" tot
de plaatselijke autoriteitjes, zijn niet afkee-
rig gebleken van een officieel luxe-vertoon,
dat in de kringen der armere S.A.-mannen
en der „proletarische" bevolking een abes
behalve gunstigen indruk maakt. Het heet
alweer, dat men daarmee het economisch le
ven nieuwe impulsen wil geven; maa' het
uiterlijk-zichtbaar worden in rijk met goud
en zilver beladen, opzichtig-kleurige unifor
men; dat zij allen rondrijden in de duurste
splinternieuwe auto's, wonen in ruime
pracht-villa's of gerestaureerde paleizen, er
niet zelden hun eigen lijfwachten op na hou
den, minstens een of meer „persoonlijke ad
judanten" met keurige tressen en andere on
derscheidingsteekenen hebben, aan mensche-
lijke zwakheden een even ruime plaats geven
als vroeger prinselijke en andere hooggebo
ren lady-killers, even hard aan protectie en
bonzendom doen als de door hen zoo verach
te vroeger régime's, en zich, alles te zamen
genomen, minstens even vol welbehagen in
het machtszonnetje koesteren als welke an
dere autoriteit in welk land ter wereld ook,
voor zoover zij er de kans toe kreeg.
Hermann Göring, volmaakt gastheer,
heeft zijn groote villa achter den Leipziger
Platz ingericht met een weelde en een ver
fijnden smaak, die men achter den „alleen
maar soldaat" niet zoeken zou. En hij om
ringt zich bij zijn keurige, in alle deelen ver
zorgde, garaen-parties met een keur van
jonge, levenslustige kunstmenschen, bij wie
een ballet van de Staatsopera, uitgevoerd
door beeldschoone door de zon gebruinde,
slanke beroepsdanseressen evenzeer past a's
een weelde van de allernieuwste toiletten,
gedragen door zangeressen en tooneelspeei
sters, die de fine fleur Van Berlijn's vrou
wenrijkdom vertegenwoordigen.
Nationaal-socialisme beteekent ook levens
vreugde, luxe-vertoon en indrukwekkende
gastvrijheid.
Maar of dit alles duurzaam is? Gaat het
Duitschland niet slecht? Of is dat alleen
maar een praatje, rondgestrooid door hen
die van kwaden wille zijn?
OPZIENBAREND INCIDENT IN
DEENSCHE KERK.
Een opvolgster van Thesère
Neumann?
In de Messiaskerk te Hellerup bij Kopen
hagen heeft zich, naar „Berlingske Tidende"
meldt, tijdens den dienst een opmerkelijk
voorval voorgedaan. Juist toen de predikant
den zegen wilde geven, klonk er plotseling
een onverstaanbaar gemompel in een vreem
de onbekende taal door een van de kerk
gangen. De predikant hield op en hij zoo
wel als de gemeente luisterde kalm naar de
vreemdsoortige uitspraak, die zonder exal
tatie in een zeer langzaam tempo uit haar
mond klonk. Toen zij klaar was, vertolkte zij
zelf den inhoud, die van profetischen aard
was en de spoedige terugkomst van Christus
betrof.
Het Deensche blad heeft zich tot de vrouw
mevrouw Bennevie te Charlottenlund, waar
zij met man en kinderen in een kleine villa
woont, gewend met de vraag hoe zij deze
gave had gekregen. Zij vertelde, dat zij in
haar jeugd voortdurend geplaagd was door
ziekten, waarvan zij vier jaar geleden door
gebed genezen was.
Haar familie haar vader is predikant
wilde niet aan haar genezing gelooven
en zij had daarom gebeden om een teeken.
Den 7en Februari, vier jaar geleden, wat zij
door God in den geest gedoopt. Zij zag,
evenals dat in den bijbel te lezen staat, een
vuurgloed in de Kamer, die zich als het ware
om haar hoofd heen legde en zij sprak drie
zinnen, waarvan zij onmiddellijk daarna
uitlegging kreeg.
Zij spreekt behalve E>eensch onder gewone
omstandigheden alleen een klein weinig
Duitsch en Engelsch.
Op de vradg tot welk doel naar zij meen
de deze onverstaanbare taal diende, ant
woordde zij bescheiden, dat zij niets meende.
Zij verwees echter naar I Kor. 14, waarin
alle antwoorden worden gegeven op vragen
over dit onderwrep.
Hoe kunt u, werd haar verder gevraagd,
naderhand de bedoeling uitleggen als u de
taal niet verstaat?
Paulus zegt, aldus haar antwoord: „Hij
die profeteert is meerder dan degeen, die
vreemde talen spreekt, tenzij hij het uitlegt,
opdat deg emeente er door gesticht wordt
Ik heb, aldus mevr. Bonnevie, de gave ge
kregen uit te leggen wat ik zeg. De vreemde
taal moet, evenals in Chirstus' tijd alleen
een getuigenis zijn voor de ongeloovigen
Dat is de eenige geestelijke gave aan de ge
meente gegeven na de hemelvaart. Alle an
dere geestelijke gaven waren er al in Israël:
genezingen, profetieën, enz.
De predikant, Hjerl-Hansen, een jong
predikant; die zich sterk interesseert voor de
Oxford beweging, deelde aan het blad mede.
dat het voorval hem niet geheel en al ver
rast. Op een vergadering der gemeente had
Donderdag 21 Juni.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij.
ding. 10-15 Gr.pl. 10.30 Pianoreci
tal Egb. Veen. 11 Knipcursus
Kinderkleeding. 11.30 Concert door
het Alkmaarsche „Collegium Musi-
cum" olv. Joh. Brands. 12.Ko-
vacs Lajos en zijn orkest en gr.pl.
2.15 Gr.pl 2.30 Zang door mevr.
A. Stroink. Aan den vleugel Egb.
Veen. 3.345 Knipcursus. 4.—
Voor zieken en ouden van dagen.
4.30 Gr pl. 5.30 Orgelconcert P.
Palla mmv. Boris Lensky, viool.
6.30 Sportpraatje H. Hollander.
7Gr.pl 7.30 Pianorecital door
F. Weiss. 8 Vaz Dias. 8.05 Om
roeporkest olv. N. Gerharz en zang
door „The Harmony Kings". 9.15
Gr.pl. 9 30 Verkorte uitz. van „Le
Caïd", opera van Thomas, mmv.
solisten, koor der Opera-Vereen, o
1. v. H. van Wielink en het Omroep
orkest olv. N. Gerharz. 10.30 Gr.
pl. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.—
Kovacs Lajos en zijn orkest.
HUIZEN, 1875 M. (8.—9.15 en
11—2.— KRO, de NCRV van
10.—11 en 2.—11.30 uur). 8 -
9.15 en 10.Gr.pl. 10 15 Morgen
dienst olv. ds. P. v. Vliet. 10.45
Gr.pl. 1130 Godsd. halfuur. 12.15
Orkestconcert en voordracht. 2.
Handwerkcursus. 3.3.45 Gr.pl.
4.Bijbellezing door ds A. Lu-
teyn, mmv, bariton en orgel. 5.
Cursus handenarbeic v d. jeugd.
5 30 Orgelconcert L\ P. Visser. 6.30
Gr.pl. 7.15 Gr.pl. 7.30 Journ
Weekoverzicht door C. A. Crayé
8.Gr.pl. 9.Mr. H. H. Stene-
ker: Maatschappelijke organisatie.
9.30 Het A'damsch Salonorkest olv.
Kiekens. In de pauze om 10.Vaz
Dias. 11.—11.30 Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 12.20 Het Rutland
Square en New Victoria Orkest o
I. v. Austin. 1.20 Gr.pi. 2.25 Voor
de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Duit
sche les. 4 25 Schotsch Studio Or
kest olv. G. Daines, mmv. M. Iver-
son, sopraan. 5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten. 6 50 Schumann-lie-
deren door M. Blyth, sopraan en A
Cranmer, bariton 7.10 en 7 50 Le
zing. 8.20 „Joy Fays", revue van
Weston Lee. 9.20 Berichten en
lezing. 9.55 Het London Select
Koor olv. A. Fultc-n, mmv. P. Her
mann, cello. 10-50 Korte dienst
II.0512.20 BBC-Dansorkest olv.
Henry Hall.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1648 M
7.20 en 8.20 Gr.pi. 12.50 Pascal-
orkest. 8.20 Zang en variété. 10.50
Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Concert uit rest. Wivex.
2.05—5.05 Omroeporkest o. 1. v.
Gröndahl mmv. pianosoliste. 8.30
Kamermuziek door strijkkwartet.
9.12.50 Gev. progr. mmv. L.
Preil's orkest en O. Willumsen,
piano.
KEULEN, 456 M. 6.25 Gr pl.
7.20 Stafmuziek SA-Standarte 389
olv. Nielsch. 12.20 Silez. Philh
Orkest olv. Hofmann. 1.20 Gr.pl
2.20—3.05 Kwintetconcert. 420
Orkestconcert olv. Merten, m. m. v
solisten. 5.35 Solistenconcert. 7.20
„Gott zu Ehr, dem Nachsten zu
Wehr". 8.35 „Sonnwendfeier", rijks
zending uit Stuttgart olv. R. Noeth-
lichs. 9 20 Weragorkest olv. Busch-
kötter, mmv. E. Erdmann, piano.
10.40—12.20 Concert door leden
van het Omroeporkest en het Radio
koor uit Berlijn olv. K. H. Weigel
ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 8 50
Ber. 9.05 Beethoven-concert. 10.20
Dansmuziek. 11.20 Berichten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Salonorkest. 1.30—2.20 Gr.
pl. 8.20 Symphonieconcert o. 1. v.
Meulemans. 10.3011.20 Gr.pl.
484 M.: 12.20 Gr.pl. 130—2.20
Salonorkest. 5.20 Omroeporkest.
6.35 Gr.pl. 8.20 Omroepoikest olv
André. 8-50 Cabaret. 9.35 Verv.
concert. 10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.35 Zonnewendefeest. De
Duitsche jeugd herdenkt F. Schil
ler. 9 20 Berli Philh. Orkest olv-
Lindner, mmv. Jan Dahmen, viool.
10.30 Ber. 10.50 Reportage, weer
bericht en reportage. 11 3512.20
Concert uit Koningsbergen olv. E.
Stieberitz.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.3510.50
Daventry 10.5011.20, Lond. Reg.
12.20^16.25, Scottish Reg. 16 25
17.35, Lond Reg. 17.35—19 20,
Kalundborg 19.20—24.
Lijn 4: Keulen 10.351620,
Frankfort 16.20—17.20, Keulen
17.20—19.20, Rome 19.20—24.—.
hij er al een voorbode van gehad. Er was
volgens hem zoo goed als geen twijfel aan,
dat mevrouw Bonnevie de oude, al lang uit
gestorven Arameasche taal sprak, die Jezus
zelf sprak. Twee woorden welke de vrouw
bezigde konde hij toevallig: „Kallonita", dat
bruid beteekent en „ve-rast", ik heb u vrijge
kocht. Bij de uitlegging kon hij controleeren
dat die diepte.
Als wij, zoo zeide hij verder nog, aan hef
nieuwe testament gelooven, moeten wij ook
aan dit taalwonder gelooven, dat een bewijs
is dat het „onmogelijke" voor God mogelijk
is. Hij stond er voor dat zij werkelijk een
oude taal had gesproken.
SPION VEROORDEELD.
In Denemaiken.
De Deensche mecanicien Heinrich Gartner,
die gearresteerd was wegens spionnage ten
behoeve van Duitschland hij had een
soldaat van de militairel uchtvaart bewogen
hem teekeningen van vliegtuigen te verschaf
fen is tot 6 maanden gevangenisstraf
veroordeeld met aftrek van 30 dagen pre
ventief. De soldaat, die van Gartner 5 kr
voor zijn moeite had gekregen, werd veroor
deeld tot 4 X 5 dagen op water en brood.
WAAR IS DE ZWARTE KOFFER?
Iedereen zoekt
De politie van drie steden Londen, New
York en Ljoebliana (Laibach" in Joegoslavië
is thans, naar de „Nèw Chronicle" vertel:,
aan zoeken naar een grooten zwarten kof
fer, die naar men gelooft wellicht den sleutel
bevat van het raadsel der verdwijning van
zoodat alleen haar noofd onbedekt bleef.
Eenige oogenblikken bewonderde hij het
lieve gelaat. Met een trotschen glimlach om
de lippen, zette hij zich neer op een boomwor
tel en was weldra in gedachten verzonken
over de „wisselingen der fortuin", zooals
zijn professor in Tübingen zich placht uit te
drukken.
De avond viel.
Saxon tikte haar op den schouder, maar
eerst na herhaalde waarschuwingen zijner
zijds sloeg ze de oogen op.
Verwonderd keek ze om zich heen en
vroeg:
„Waar ben ik?" Toen bemerkte ze Saxon,
die haar antwoordde:
„Buiten Maagdenburg in het woud aan de
Elbe. En al kan ik je het beloofde bed nog
niet verschaffen, toch geloof ik dat ja straks
behoorlijk verder zult kunnen slapen".
„Ik heb even gerust", zei ze. De tevreden
trek verdween echter dadelijk weer van
haar gezicht. De gebeurtenissen van den vo-
rigen dag stonden haar weer duidelijk voor
oogen.
Saxon vervolgde: „Ik heb een boot gevon
den. Als het straks donker is, zullen we de
Elbe oversteken en aan den anderen oever
onzen weg vervolgen. Met een beetje geluk
zullen we de legerplaats van den Zweed-
schen koning binnen eenige dagen bereiken.
En dan gaan we ieder weer een kant op",
voegde hij er droefgeestig bij.
Zwijgend knikte ze. Ze voelde zich nu weer
zoo moe en afgemat, dat ze nauwelijks kon
staan.
Saxon ondersteunde haar, zette haar op
den boomstronk, waar hij een geheelen tijd
gezeten had en sprak:
„Moed houden, Marion, het ergste is ge
leden. Spoedig ten je bij je familie en geloof
mij, dan zullen al deze avonturen nog slechts
een naren droom lijken. Een droom, die
langzaam verflauwt en niets dan een vage
herinnering zal er van overblijven".
„Ja", antwoordde ze met een zucht „En
ik 'moet me nog gelukkig achten. Hoevelen
van de bewoners van Maagdenburg zullen
cat beleven?"
„Laten we nu de boot opzoeken, 't is don-
ker".
Ze stonden op om naar de rivier te gaan.
Saxon was blij, dat het zoo duister was
en de sikkel van de maan schuil ging ach
ter zwarte wolken.
In het boschje gekomen, sneed hij een
grooten bundel groene twijgjes met blade
ren, vleide ze in de boot en spreidde zijn man
tel er over.
„Ziedaar!" zei hij. „Een zacht bed om te
liggen, ga daarop rusten, dan kan niemand
je zien".
Hij schoof de boot in het water, pakte de
riemen en roeide langzaam heel voorzichtig
in de richting der overzijde, zoodat de boot
met den stroom meedreef. Ongeveer midden
in de rivier zag hij plotseling een schip
naast zich in de duisternis opdoemen, maar
wist handig een aanvaring te vermijden.
Hij hoorde een vloek en toen duidelijk een
stem:
„In Hamburg zullen we een goeden prijs
maken voor onze lading".
En een andere:
„Geplunderd goed wordt altijd voor niets
weggesmeten. Deze lading vertegenwoordigt
een vermogen. De eerste aanvoer brengt het
meeste op".
Blijkbaar hadden ze hem toch ondtekt,
want de eerste stem schreeuwde:
„Hallo boot! Wie ben je?"
„Visschers!" antwoordde Saxon.
„Dan zul je vanavond een mooie vangst
hebben in de rivier!" brulde de opkooper.
„Ben je gek. Er is ic veel aas", lachte de
andere.
„En aasvogels", snauwde Saxon nijdig te
rug. Hij hield de riemen in. Zou hij enteren?
Maar het schip gleed hem vlug voorbij in
de richting van Hamburg. Éénmaal stiet hij
met de boot tegen iets aan. Zeker een lijk, en
met forsche slagen roeide hij naar de over
zijde. Hij legde aan; stapte uit.
Ofschoon het zeer bezwaarlijk was in het
duister, trok Saxon de boot een paar hon
derd meter de rivier op, meerde haar aan den
oever en keerde naar Marion terug, die zacht
zijn naam riep
„Zoo is het beter", vond Saxon. „Nu
een Amerikaansch vrouwelijk advocaat,
Agnes Tufverson. Zij verdween veertien
dagen na haar huwelijk met kapitein Ivar
Poderlay, een Tsjechoslowaak die thans te
Weenen in de gevangenis zit. De groote
zwarte koffer werd op 22 December van
verleden jaar door kapitein Poderjay meege
nomen aan boord van de „Olympicwaar
mee hij New York verliet. De koffer was af
komstig uit de woning van Agnes Tufverson
te New York; zij zou samen met hem gereisd
hebben, maar verscheen niet en is sedert niet
meer gezien.
Poderjay hield den koffer te zijn statiehur,
welke hij nimmer verliet, hoewel hij oogen-
schijnüjk zoo gezond als een visch was Bij
aankomst te Southampton werd hij opge
wacht door een vrouw, die niet op de ver
miste geleek.
De koffer zou bestemd zijn voor Ljoebliana
in Joegoslavië vandaar dat ook de politie
van deze stad in de zaak gemengd is.
De vermiste Agnes Tufverson is vroeger
secretaresse geweest van den Amerikaan-
schen ambassadeur te Parijs Myron Her-
rick.
Poderjay is iemand, die al heel wat huwe-
lijksavonturen heeft meegemaakt. In tal van
steden over de geheele wereld heeft hij
vrouwen, met wie hij zou trouwen, in den
steek gelaten.
Nadere bijzonderheden.
Thans heeft de politie ook andere res
ten gevonden van het vrouwenlijk, dat
in een koffer in het bagagedepot van
het centraal-station te Brighton is ont
dekt. Naar evenwel door de New York-
sche politie wordt medegedeeld, is net
niet waarschijnlijk, dat het gevonden
lijk dat is van de verdwenen Ameri
kaansche advocate mevrouw Agnes Tuf-
kunnen ze ons spoor niet zoo gemakkelijk
vinden, al geloof ik niet dat we gevolgd zul
len worden".
„En wat beveelt de prinses thans?" ver
volgde hij opgewekt.
„Jij bent de leider, jij moet beslissen",
gaf Marion ten antwoord. „Ik heb zelfs niet
het flauwste vermoeden, waar wij ons be
vinden.
„Een eind van hier zullen we een veilig
onderdak aantreffen, waar we kunnen uit
rusten!" opperde hij hoopvol. „Maar we
moeten eerst een schuilplaats zoeken. Tilly's
legers zijn nu meester van het geheele erf-
sticht en de omliggende streken! Zijn sol
daten kunnen overal rondzwerven Het beste
zal zijn dat we ons schuil houden tot den
morgen. We kunnen nu geen hand voor
oogen zien".
„Geen mensch zal ons hier kunnen vin
den".
„Neem mij maar bij den arm", antwoord
de hij. En met hun beiden, voetje voor voetje,
liepen ze tusschen de boomen door, die ze
nauwelijks konden onderscheiden. Na korten
afstand te hébben afgelegd en dieper in het
boschje te zijn doorgedrongen, boog Saxon
het dichte struikgewas terzijde en maakte een
kamp op een open plek zoo ver van den weg,
dat ze zelfs bij volle daglicht veilig waren.
„Laten we hier gaan zitten tot het dag
wordt. Niet bang zijn", voegde hij er bij.
„Hier zal ons niets overkomen".
(Wordt vervolgd).