ALKMAARSCHE COURANT
Haar avonturier.
DE HERBOUWVAN DE ABDIJ VAN EGMOND.
Seutfieton
JUouinciaai Tlieuws
No- 148 DINSDAG 26 JUNI 1934
In Auqustus zal met den herbouw worden begonnen.
Voorloopig wordt een priorij gesticht.
KOEDIJK.
Woensdag 27 Juni.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 9 Klein VARA-
Ensemble olv. F. Bakels. 9.30 „On
ze keuken", door P. J. Kers. 10.
VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor
Arb. in de Continubedr Klein
VAR A-Ensemble o. 1. v F. Bakels,
Hetty Beek, deel. en Mr. L. A.
Donker, lezing. 12.De Noten
krakers olv. D. Wins en gr.pl. 2.
Zenderverz. 2.15 Kniples. 3.Voor
de kinderen. 5.30 VARA-orkest olv.
H. de Groot. 6.30 RVU. J. E. v.
Tijen: Het luchtschip. 7.Sport-
uitz. 7.15 Zang door Fientje de la
Mar, a. d. vleugel H. Beuker. 7.45
Rep. uit het Werkloozenkamp der
A.J.C te Vierhouten. 8.15 „Fi
delio", opera van Beethoven, mmv.
het Utr. Sted. Orkest, Toonkunst
koor en solisten. Leiding: H. van
Goudoever. 9.15 W. Vliegen: De
mocratie en dictatuur. 9.35 Vervolg
opera-uitz. 10.35 Vaz Dias en
VARA-Varia. 10.45 De Fliereflui
ters, olv. J. v. d. Horst, mmv. Cor
Steyn, orgel en Mia Dorel, zang.
11.15—12.— Gr.pl.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing en meditatie.
8 159.30 Gr.pl. 10 30 Morgen
dienst olv. ds. J. A. Schep. 11.
Orgelspel R. Parker. 12.15 Gr.pl.
I.Ensemble v. d. Horst. 3.
Chr. Lectuur. 3303.45 Gr.pl.
4.Zang door E. de Haas, so
praan, a. d. vleugel H. Laguna-del
Valle. 5.Kinderuur. 6.Gr.pl.
6.30 Afgestaan. 7.Ned. Chr.
Persbureau. 7.15 Causerie ds. K.
H. Wallien. 7.30 Landbouwhalf-
uur. 8.Arnhemsche Orkestver.
olv. H. J. Manks. 9.Mr. E. J. E.
G. Vonkenberg: Vooruitzichten v. d.
jurist. 9.30 Verv. concert. In de
pauze om 10.10 Vaz Dias. 10.30
12.Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 12.20 Orgelspel Q.
MacLean. 1.05 Western Studio
orkest olv. F. Thomas, mmv. H.
Wendon, tenor. 2.20 Het Trocadero
Cinema Orkest olv. A. van Dam.
3.20 Pianorecital C. Dixon. 3.35
Het Sted. Orkest en koor van Fol
kestone olv. E. Newman, mmv. R.
Garbousova, cello. 5.05 Gr.pl. 5.35
Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Handel's
Triosonate op. 2, nr. 5, in g kl.t.
7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen. 8.20
„The Kentucky Minstrels", revue-
progr. 9.20 Ber. en causerie. 9.55
„Lost Horizon", spel van Hilton en
Burnham. 10-55 Voordracht. 11.
12.20 Roy Fox er. zijn Band.
PARIJS, (RADIC-PARIS) 1648 M
7 20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest
concert. 12.35 Golay-orkest. 8.20
Schmitt-concert.
KALUNDBORO. 1261 M. 12.20
2.20 Concert uit rest. Wivex. 3 20
Gr.pl. 3.50—5.50 L. Preil's Orkest.
8.20 Symphonieccncert mmv. solis
ten, koren en orkest olv. Emil Ree-
sen. 10.— Vioolrecital E. Bloch
10.35 Operettemuziek olv. Reesen.
11.20—12.50 Dansmuziek d. orkest
en pianotrio.
KEULEN, 456 M. 6.25 Gr pl.
7 20 Kurorkest olv. Folkerts. 12.20
Gr.pl. 1.20 NS-Volkskoororkest olv.
Gassmann. 4.20 Königsb. Opera
orkest olv. Brückr.er. 5.30 Concert.
7 20 Weragkamerorkest olv. Kühn.
8.50 Kwintetconcert. 9.20 Voordr.
11 12.20 Dansmuziek d. h. Emdé
orkest.
ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 9.05
„Norma", opera van Bellini Lei
ding: Votto. Koorleiding: Casolari.
BRUSSEL, 322 en 484 M.322M-:
12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 M. Alexys'
orkest. 5.20 Orkestconcert. 6.20 en
6 50 Gr.pl 8.20 Omroeporkest olv.
André. 10.30-11.20 Gr.pl. 484
M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 1.30
Zangvoordracht. 1.452.20 Gr.pl.
5.20 Dansmuziek. 6-35 Vioolrecital,
7.05 Gr.pl. 7.20 Zangvoordracht.
7.35 en 8.20 Gr.pl. 8.25 Hubert
Krains-herdenking. 9.10 Gr.pl
10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.30 Causerie over het Saarge-
bied. 8.50 „Des Meeres und des
Aethers Wellen". 9.20 „Der Ka-
nal", hoorspel van J. M. Bauer.
10 20 Ber. 10.50 Radiopraatje.
11.05 Weerber. 11.20—12.50 Dans
muziek uit Leipzig.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35
10.50, Daventry 10.50—11.20,
Lond. Reg. 12.20—15.20, Daventry
15.20—17.35, Lond. Nat. 17.35
19.20, Kalundborg 19.2024.
Lijn 4: Keulen 10.3516.20,
Koningsbergen 16.20—17.20, Keu
len 17.20—19.20, Hamburg 19.20
—20.30, Frankfort 20.30—20.50,
Hamburg 20.5024.—.
Ter gelegenheid van de St. Adalbertsvie-
ring werd heden te Egmond Binnen ter eere
van de ingebruikneming van een houten
hulpkapel op het terrein, waar de kapel van
de Egmonder Abdij had gestaan, een plech
tige Hoogmis opgedragen door Mgr. Dr
P. J. M. Gils uit Roermond, waaronder
predicatie door Pastoor Hooyman uit
Amersfoort.
Uit alle oorden van het land waren de
„Vrienden van Egmond" bijeen gekomen
In zijn predicatie zette Pastoor Hooyman
uiteen, hoe St. Adalbert in het begin van de
7de eeuw met St. Willebrordus en 15 andere
Benedictijner monniken uit Engeland naar
ons land was gekomen en hoe God in hem
den geloofsheld heeft gekweekt. In zijn ziel
was het machtige verlangen ontvlamd voor
de bekeering van ons vaderland. In 701^
kwam hij in deze gewesten en door zijn pre
diking zijn wij nader tot God gekomen en
danken wij aan hem, aldus spr., ons geloof
en onzen strijd. Hij moest een geloof over
winnen, dat klonk in de zangen der barden
en dat uitgeoefend werd in de heilige bos-
schen in een geheimzinnig werkende sfeer.
Hij predikte een godsdienst van liefde tegen
over menschen, die de wraak kenden. Hij
leerde nederigheid als een deugd aan men
schen, die hoogmoed als een deugd be
schouwden. Geweldig is zijn strijd geweest
Tegenover hem stond de kampioen van het
heidendom, Radbout, de koning der Friezen,
een geweldenaar. Maar dank zij den machti
gen beschermer Pepijn de Korte is in Ken-
nemerland de overwinning aan St. Adalbert
gebleven. Pepijn de Korte begreep, dat hij
zichzelf nooit beter kon beschermen dan dooi
den godsdienst te steunen.
God werkte in St. Adalbert door heerlijke
wonderen. Toen St. Adalbert voor onbepaal-
den tijd naar Engeland terugkeerde, wierp
hij een appel in het vuur en zei, dat hij terug
zou keeren, zoodra de pitten uit den appel
waren opgeschoten tot een boom en ofschoon
de appel verbrandde mèt het huis, waarin
dit geschiedde, toch bleken de pitten hun
kiemkracht te hebben behouden en keerde St
Adalbert terug. Bij zijn sterven kon hij zeg
gen: „Zie, deze streek is heilig, gereinigd
van het heidendom."
God is blijven werken door St. Adalbert,
want toen zijn gebeente, dat in de kapel, die
hier gestaan heeft, op de plaats, waar zich
thans de St. Adalbertpunt bevindt, werd op
gegraven om naar de Abdij te worden over
gebracht, ontstond op de plek, waar zijn ge-
Een episode uit den Dertigenjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
23).
„Bewaar je kalmte, edele dief!" viel de
kurassier hem in de rede. „Ik heb grooten
lust je den nek te breken."
,Ga naar het kamp", stprak hij tot den ver
liezer. „Als je iets terug wilt hebben, is er
maar één weghem straks buiten opwachten
en vermoorden. Het zal niet zoo moeilijk
zijn".
„Wel allemachtig" riep de valsche speler.
Hij stond op, greetp een lange leeren hand
schoen, die naast hem op de bank lag, maar
de kurassier greep met ijzeren kracht den
arm van den speler, draaide dien een halven
slag om en eenige zware looden kogels rol
den over de tafel.
„De inleiding tot een' duel zou op deze
wijze het einde beteekenen", sprak de kuras
sier rustig. „En geducht wapen, listig ver
zonnen. In de punt van elke vinger een paar
dikke kogels, een goede slag op het hoofd en
je bent er geweest".
Uiterst bedaard legde hij zijn groote, vlak
ke hand boven op het hoofd van den speler
en drukte hem zonder eenige inspanning
neer op zijn stoel, de hand bleef op het hoofd
rusten.
beente begraven lag, een bron, welks water
velen het gezicht heeft weergegeven. Ook
duizenden zijn hier zedelijk weer ziende ge
maakt. Het water van deze wonderbare bron
heeft de aarde van Kennemerland vrucht
baar gemaakt.
Stormen zijn over Kennemerland gegaan.
De Noormannen hebben hier verwoest de
schoonste bloem, van de Roomsche stam, het
kloosterleven, maar zij konden niet vernieti
gen het Roomsche geloof. Ook de Hervor
ming slaagde niet, om dit geloof in Kenne
merland te vernietigen. Zes eeuwen hebben
de Benedictijnen monniken hier het Room
sche geloof verkondigd en sociale stoffelijke
en geestelijke nooden gelenigd.
Zij hebben begrepen, dat iedere menschen-
ziel hongerig is naar de Waarheid en dat
iedere menschenziel dorst naar de schoon
heid. Zij hebben de Roomsche cultuur ge
sticht als de eenige ware, die van God komt
en den mensch tot God terugvoert.
Het is de wil van de Vrienden van Eg
mond, dat de Kapel zal worden herbouwd,
omdat zij gevoelen, dat dit ook de wil is van
den heiligen St. Adalbert. De herrijzing van
de Kapel en de Abdij zal de glorie van Ken
nemerland zijn.
Pastoor W. Nolet uit Amsterdam gaf
hierna een historische toelichting, erop wij
zende, dat de opgravingen van Dr. Holwer
da onomstootelijk hebben vastgesteld, dat
men zich hier op de historische plaats be
vindt.
Daarna begaven de aanwezigen, waarvan
het grootste gedeelte reeds door regenbuien
was verdreven, zich naar de plaats, waar de
Egmonder Abdij heeft gestaan. Dom. A.
Beekman gaf op de vroegere Kloosterbrink
een uiteenzetting van de komst der monni
ken hier in ons land en van de vestiging der
monniken op deze historische plek. Hij deel
de mede, dat de missioneering van ons land
oorspronkelijk door reizende kloosters plaats
had, die in nauw contact stonden met het
Vaticaan en boven het individualisme de ge
meenschapsgedachte stelden. Zij predikten
den Koning Christus, die heerschte in liefde
over Zijn volk. Zij legden den nadruk op het
beginsel „de gemeenschap terug tot God" en
hebben daardoor het heidensche individua
lisme bestreden. Vast staat, dat de kunstwer
ken uit dien tijd door dien geest geïnspireerd
zijn geweest.
De vernietiging van de Benedictijner
Orde in ons land is dan ook een daad van
barbarisme geweest en de Gouden Eeuw was
De vrienden keken onrustig toe.
„Geef den jongen twintig daalders terug;
hij is totaal kaal geplukt". De hand drukte
iets zwaarder.
De valsche speler keek met nijdige oogen
„Au, schei uit", riep hij toen en schoof twin
tig daalders over de tafel.
De kurassier nam het geld met de linker
hand, reikte het den ruiter.
„Naar het kamp", herhaalde hij. „Speel
nooit weer met voetvolk".
De jongen wilde nog iets in het midden
brengen, maar luid klonk het bevel „Ga!"
De Kurassier keerde zich rustig af zon
der acht te slaan op den valschen blik van
den landsknecht en zette zich aan een le
dige tafel.
Het spel ging door alsof er niets gebeurd
was.
„Een pracht van een sieraad", riep de
landsknecht, een doekspeld op de tafel leg
gend, „gedragen door de vrouw van den bur
gemeester zaliger gedachtenis, een pracht
cadeau voor de vrouw uwer keuze. Schenk
haar dit juweel en zij zal uw liefde niet kun
nen weerstaan.
Veertig daalders. Het is onder vrienden
tweehonderd waard, een echte smaragd. Wie
zet er tien? Er moeten minstens vier spelers
zijn. De hoogste worp wint". „Valsch spe
len zeg je", dit tegen den derden speler van
straks. „We werpen met drie steenen. De
hoogste worp wint. Een, twee, drie, vier" de
liefhebbers tellende. „Geld op tafel. In or
de".
„Daar gaat ie: Alexander de Grootf heeft
den teerling geworpen. Vijftien oogen".
dan ook niet zoo blinkend als ons in de
schoolboeken wordt voorgespiegeld.
In tegenstelling met de latere vorsten heb
ben de vroegere vorsten volkomen de betee-
kenis van de kloosters voor een landstreek
begrepen. Zij begrepen, dat van de kloosters
een opvoeding uitging tot gehoorzaamheid
aan het wettelijk gezag en dat vandaar uit
de zedeleer werd verbreid en het barbarisme
werd bestreden. Ook de natuurlijke bescha
ving werd vandaar uit op een hooger peil
gebracht en vooral werden door de kloosters
kunsten en wetenschappen bevorderd. Dt
vorsten uit die dagen zagen ook in de stich
ting van en klooster op hun gebied een voor
deel voor hun eigen ziel.
Onze tijd, waarin men een nieuw heiden
dom ziet opkomen, heeft de kloosters niet
meer noodig.
Uitvoerig stond spr. stil bij het cultureele
werk, door de Abdij van Egmond verricht.
De Hollandsche Gravenhuizen schonken
daarom aan dit klooster rijke gaven en groot
is de invloed aan dit klooster op de bekeering
en beschaving van het volk geweest. Die
Graven van Holland begrepen, dat het
klooster moet zijn een van de wereld afge
scheiden maatschappij, waarin geen invloe
den van buitenaf konden doororingen. In
de kloosters konden de bezoekers kennis
maken met een Christelijk gezin.
Oorspronkelijk was de Abdij een nonnen
klooster, doch in 977 bracht Dirk I, Graaf
van Holland, die nonnen over naar Bene
broek, liet hij het houten gebouw afbreken
en vervangen door een steenen gebouw ten
behoeve van de Benedictijner monniken en
beschouwde hij deze Abdij als z ij n Abdij
Eeuwen is dit klooster een centrum van
Europeesche cultuur geweest. De Abdij, die
verschillende stormen doorstaan had, (ook
van de Heeren van Egmond Veeft ze aan
vallen te verduren gehad) werd vóór het be
leg van Alkmaar door de Spanjaarden ver
nietigd en dit vernietigingswerk werd door
Sonoy's troepen voltrokken, terwijl in 1820
de overblijfselen van de Abdij radicaal wer
den opgeruimd door de dochter van een
Pruisischen consul uit Amsterdam. Alleen
de hoogte, waar het protestantsche kerkje
staat, werd niet gelijk gemaakt en in die
hoogte werden nog de overblijfselen gevon
den van Floris I, die in 1061 overleed en
van diens vrouw en kind. Prof. Holwerda
heeft daar ook nog vóór enkele jaren een
leemen vloer gevonden met mozaïek.
Nauwkeurig heeft men thans kunnen vast
stellen, waar de fundamenten van de Abdij
zich hebben bevonden. Meer dan drie eeuwen
is de geloofszang hier verstomd geweest.
Thans zal de Abdij herbouwd worden en
reeds is de wal om de Abdijhof gereed ge
komen.
Mr. Dr. Kortenhorst betoogde, dat 360
jaar na de vernietiging, Nederland den her
bouw van de Abdij verwacht. Hij huldigde
Prof. Van Lennep, Charles Boissevain en
G. T. M. van den Bosch als pionniers voor
den herbouw en bracht Jhr. Ruvs de Beeren-
brouck dank voor alles, wat hij daarvoor
heeft gedaan. Dank bracht hij ook aan allen,
die in deze benarde tijden hiervoor een offer
hebben gebracht. Spr. wekte op tot een be
zoek aan de historische tentoonstelling, die
van 3 tot 27 September in het gemeente
museum in Den Haag zal worden gehouden,
welke tentoonstelling door den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
Marchant, zal worden geopend.
De eindstrijd tusschen het geloof en het
ongeloof schijnt aangebroken, doch de
wetenschap, dat wij zullen overwinnen, mag
onze strijdlust en paraatheid niet doen ver
flauwen. Voor spr. stond het vast, dat Kath.
Nederland niet in staat is geweest eerder de
daad van herbouw der Abdij te stellen. Eg
mond wordt ons niet geschonken uit de
doode hand, doch vindt zijn oorsprong in
ons brandend hart, omdat de nieuwe daad
aan de oude waarheid vorm moet geven
Spr. was thans in staat, de verheugende
mededeeling te doen, dat, hoewel het
totaalbedrag voor den begin-herbouw
nog niet bijeen is, een edelmoedig vriend
van Egmond zich garant heeft gesteld
voor het ontbrekende, zoodat reeds in
Augustus de eerste spade van den her
bouw in den grond zal worden gezet en
in het laatst van het volgend jaar de
priorij zal worden geopend.
Op spr. voorstel werd besloten, aan Jhr.
Ruys de Beerenbrouck een telegram te zen
den, waarin hem dank wordt gebracht voor
alles, wat hij voor Egmond heeft gedaan.
Hierna begaf men zich naar Egmond aan
den Hoef, waar een bezoek werd gebracht
aan de opgravingen van het Slot van de
Graven van Egmond, waarover door den
heer N. J. M. Dresch, gemeente-archivaris
te Alkmaar, verklaringen werden gegeven
en waar door Pastoor J. J. C. M. Looyaard
te Rinnegom een slotwoord werd gesproken.
En het spel ging door.
De groote ruimte was vol menschen. Sol
daten van allerlei landaard, van elk wapen,
vrouwen van eiken leeftijd, maar de meeste
jong.
In het midden der zaal werd gedanst op
de klagende melodie van een harmonica en
het helle tinkelen van een rinkelboom. Een,
twee, drie; een, twee, drie, een eenvoudige
maat, de mannen meest krijgsvolk de vrou
wen uit den tros, van allerlei soort, velen
verworven als buit, nu al gewoon aan het
kampleven.
Ze reikten elkander de hand of de man
had zijn arm om het middel der vrouw ge
slagen: een, twee, drie; de knieën werden
opgeheven en de voeten plompten zwaar op
den vloer, één, twee, drie; de vrouwen werden
rondgezwaaid in de lucht. Allen hadden
vuurroode gezichten van den drank en de
opwinding.
Een fantastisch schouwspel in het rossige
licht der kaarsen, op kandelaars, gestolen
uit de kerken van Maagdenburg. Het geheel
feleek een schilderij van Pieter Brüegel of
an Steen.
Het meubilair scheen door de verovering
een aanmerkelijke verbetering te hebben on
dergaan. Aan den zolder hing een groote
kaarsenkroon, die een sieraad in een raads
zaal kon zijn geweest» Tusschen de lompe
houten banken langs de wanden en de drie
voeten stonden voorname leuningstoelen, met
fluweel en gobelein bekleed. De planken op
schragen waren voor het grootste gec*>
door fraai gebeeldhouwde eiken tafels ver
ZUIDERZEE-MUSEUM TE
ENKHUIZEN.
In een dezer dagen te Enkhuizen ten stad-
huize gehouden vergadering is in het leven
geroepen de stichting „Zuiderzee Museum".
De vergadering werd geleid door den burge
meester van Enkhuizen, den heer D. Baron
Mackay, als voorz. van de commissie voor
het Waaggebouw Museum, en bijgewoond
door de heeren M. A. van Leeuwen, K D.
Baas Jr., D. Brouwer, W. Bloemendaal en
E. de Vries Gzn., allen leden van de Com
missie voor het Waaggebouw Museum, door
de wethouders G. P. de Vos en C. Stapel
Gzn., en door den heer D. Veenenbos, nota
ris te Enkhuizen.
De stichting is gevestigd te Enkhuizen.
Zij heeft ten doel het bijeenbrengen, uitbrei
den en instandhouden van een verzameling
voorwerpen, welke een beeld geven van en 'n
herinnering zijn aan de Zuiderzee, resp.
IJselmeer, de eilanden hierin en de kusten
en kustplaatsen er aan, en wel wat betreft
de topografie, de geschiedenis, de ambach
ten en bedrijven, en de zeden en gewoonten
uit alle tijden, een en ander uitsluitend voor
zoover het in direct verband staat tot de
Zuiderzee, resp. het IJselmeer zelf.
De belangstelling in de kennis van het
bovenvermelde zal worden bevorderd, tery/ijl
samenwerking met lichamen, die eveneens
genoemde doeleinden nastreven, zal worden
gezocht.
Het is de bedoeling het bestuur, dat be
staat uit de genoemde negen personen, uit te
vangen. Aan de wanden hingen schilderijen
en platen. Op den vloer lagen hier en daar
kostbare tapijten uit Vlaanderen en zelfs uit
het Oosten, over land aangevoerd door de
karavanen van Fugger en andere Duitsche
handelsvorsten.
Achter de groote tapkast stond de glui
perige, slanke waard, een breed litteeken
dwars over het voorhoofd; een echte boeren
tronie, een man, die tot veel slechts in staat
scheen. Toch was er ondanks zijn gemeen,
verloopen gezicht, iets in zijn uiterlijk, dat
wees op een goede afkomst.
De „geteekende" was een zeer bekend on
dernemer achter de legers, niet kieskeurig in
de middelen geld te verdienen. Nu had hij
een goudader aangeboord.
Hij overzag de zaal met een veldheersblik;
niets ontging hem.
Een zestal stoere kerels en een groot aantal
jonge vrouwen, allen mooi, zorgden voor de
bediening der gasten. De meisjes waren
fraai uitgedost in laag uitgesneden kleurige,
fluweelen keurslijfsjes, korte rokjes en kou
sen in lichte tinten. Ze geleken het meest op
vroolijke, aardige tooneel-herderinnetjes. De
„geteekende" was zeer zorgvuldig in het
uitkiezen van zijn vrouwelijk personeel. En
kele van haar waren bezig de mannen in de
minder verlichte hoeken der zaal aan te moe
digen tot drinken. De omgansvormen schenen
tamelijk vrij. Aan andere tafels speelden de
soldeniers piket of lanskenet. De vrouwen
keken toe, en streken gaarne, als ze de kans
kregen, een gedeelte van de winst op.
Bij het buffe. aan een tafel zat een 'won
breiden met personen, zooveel mogelijk uit
alle plaatsen, gelegen aan de voormalige
Zuiderzee. Het bureau wordt gevormd door:
D. Baron Mackay, burgemeester van Enk
huizen, voorzitter, en M. A. van Leeuwen,
penningmeester.
Reeds in 1926 werden te Enkhuizen voor
bereidende maatregelen genomen om te gera
ken tot de instelling van een Zuiderzee Mu
seum. Met dank zien de oprichters van de
stichting „Zuiderzee Museum" terug op de
groote medewerking, die zij bij den arbeid
mochten ondervinden van den heer Jhr. H.
Teding van Berkhout, directeur van 's Rijks
Prentenkabinet te Amsterdam.
Zaterdag en Zondag werd op het sport
terrein door de Provinciale Samenwerking
op anti-militaristisch gebied in Noordhol
land een openbare meeting gehouden. Zater
dagavond werd een inleiding gehouden door
K. Verlinde met als onderwerp: Gevaren en
vooruitzichten der arbeidersbeweging. De
rede werd afgewisseld door declamatie.
Door den spreker werd een breede uiteen
zetting gegeven van de ontwikkeling en den
vooruitgang op technisch gebied. Hij toonde
met cijfers aan den vooruitgang in de ijzer
en staalindustrie, de onttrekking van stikstof
aan de lucht ten bate van den landbouw en
behandelde de medewerking die hier door de
techniek werd verleend. Mede werd behan
deld het crediet en bankwezen, hetwelk een
machtigen invloed heeft op het economische
leven. Verbetering in de samenleving kan
verkregen worden door samenwerking tus
schen werkgevers en werknemers.
Des Zondagsmorgens werd in besloten
derlijke persoonlijkheid. Hij kon een eeuwig
reizend student, een zwerver langs de groote
wegen, een afgedankte soldaat of een verloo
pen edelman zijn. Hij was gekleed in een
donker wambuis van onbepaalde kleur en een
nauwsluitende broek. Over zijn hoofd had
hij een zwarte kap getrokken, die den nek
verborg en alleen een ovaal van het gezicht
liet zien. Het meest opvallend waren zijn
zware, zwarte wenkbrauwen, zijn gele,
oostersche gelaatskleur en zijn zwarte snor!
Aan de zijde van zijn kap wapperde een
lange, geknakte haneveer.
Aan zijn gordel hingen een lang zwaard
met een gevest in den vorm van een kruis, en
een ponjaard. Hij zat met het eene been ge
kruist over het andere. Een groote luit hield
hij voor zijn borst. Aan zijn voeten lag een
groote vuile hond te slapen.
Zijn oogen keken nieuwsgierig in het rond.
Zijn aandacht viel oip den langen kurassier,
die zich vermaakte te kijken naar een reus-
achtigen, niet al te nuchteren hellebaardier-
die met den rechtere]leboog op de tafel steun
de, iedereen uitdagend zijn arm op de tafel
te drukken.
„Wie duft zijn kracht met mij te meten'
Om een beker wijn, dat ik de sterkste ben".
Een enkele soldaat waagde het, maar met
slecht gevolg. De onderarm van den man
was buitengewoon lang een niet tc onder
schatten voordeel.
De kurassier ving den blik van den man
de luit. Hij ging n..ar diens tafel.
(Wordt vervolgd)