EN OMSTREKEN.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR
Na den dood van Prins Hendrik
Nederlandsche persstemmen.
Buitenlandsche deelneming.
No. 156 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 5 Juli 1934
WOENSDAG A.S. DE
BIJZETTING.
Nederlandsche pers
stemmen.
Hoe het buitenland
reageerde.
Verdere bijzonderheden.
U'af vandaag de
aandacht trehi
COURANT.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENIIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang
ALKMAARSCHE
m
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Officieel wordt medegedeeld,
dat de bijzetting van het stoffe
lijk overschot van Z. K. H.
Prins Hendrik Woensdag 11 Juli
a.s. te Delft zal geschieden.
Reeds zijn de eerste voorberei
dende maatregelen in Delft daar
toe genomen.
Gisteren heeft jhr. H. J. Repelaer van
Driei, thesaurier van het Huis van H. M.
do Koningin, een bezoek gebracht aan de
Nieuwe kerk in Delft. Daar was men
bezig, de planken vloer in het koor, waar
de grafkelder ligt, op te breken teneinde
den kelder bloot te leggen. Tevens wor
den maatregelen getroffen, om het oak
van de kerk, dat gedeeltelijk gesloopt
is '•n verband met de herstelwerkzaam-
hecen aan de kerk. ^oor zoover noodig
van een tijdelijke bespanning van zeil
doek te voorzien.
De begrafenis in het wit.
Zooals wij reeds gisteren meldden,
zal overeenkomstig den wensch van den
prins bij de bijzetting worden afgeweken
van het gebruik van zwart en zullen de
lijkwagens en de paarden met wit over-
kieed zijn.
Het was eveneens de wensch van den
overledene, dat aan de gevoelens over
bet verscheiden van Z. K H geen uiting
zal worden gegeven door uiterlijke tee-
ker.en va nrouw.
Het stoffelijk overschot van Z. K. H
zal in de admiraals-uniform gekleed
worden.
Sluiting der bioscopen.
De Nederlandsche Bioscoopbond heeft
bepaald, dat de Nederlandsche biosco
pen op den dag der bijzetting zullen zijn
gesloten.
In dit verband wijzen wij er op, dat de
bioscopen onder de bioscoopwet vallen
en niet onder de gewone wet, die aan de
burgemeesters de bevoegdheid geeft,
sluiting zonder meer te gelasten. Slechts
kunnen de burgemeesters aan de exploi
tanten verzoeken, om hun inrichtingen
te sluiten. Dat verzoek is door verschil
lende burgemeesters gedaan, doch daar
aan is in vele gevallen geen gevolg ge
geven.
Deelneming in Indië.
Gistermiddag is een telegram binnen
gekomen van den gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, dat als volgt luidde:
„Diep getroffen door het groot verlies,
dt Uwe Majesteit, Hare Koninklijke
Hoosheid Prinses Juliana en de Neder
landsche natie lijden door het plotseling
verscheiden van Z. K H den Prins Ge
maal, betuig ik Uwe Majesteit en de
Prinses namens allen hier te lande eer
biedige en oprechte deelneming. Met
groote droefenis in het hart rouwen wij
over Hem die zooveel jaren aan Uw zijde
stond en lief en leed van het volk van
Nederland en Overzee deelde. Opnieuw
smeeken wij den Allerhoogsten Uwe
Majesteit en de Prinses in deze uren van
nieuwe en zware beproeving bij te staan
en Uw smarten te helpen dragen".
(w.g.) DE JONGE.
Ook.de voorzitter van den Volksraad
in Indië heeft een telegram aan H M. de
Koningin gezonden van den volgenden
inhoud:
„Diep getroffen door het verlies dat
Uwe Majesteit en Hare Koninlijke Doch
ter andermaal hebben geleden, betuigt
de Volksraad van Ned.-Indië Uwer Ma
jesteit namens het door hem vertegen
woordigde deel van het Koninkrijk der
Nederlanden zijn innige doelneming".
Wij laten hier verschillende persstem
men volgen uit Nederlandsche bladen:
De „Nieuwe Rotterdamsche
Courant" (lib.) wijst er op. dat wie
het voorrecht hadden den Prins per
soonlijk te kennen, ove~ hem met gene
genheid spraken. Het blad schrijft o m.:
Z K.H. was een in het volksleven, wij
mogen wel zeggen, bekende figuur. Hij
had zich de sympathie verworven van
velen, met wie hij in den loop der jaren
was in aanraking gekomen en met wie
hij op menig gebied naar beste weten
heeft samengewerkt. Wij denken hierbij
in de eerste plaats aan zijn arbeid voor
het Nederlandsche Roode Kruis, waar
aan zijn naam onafscheidelijk was ver-
bi nden.
Wij verhalen, wat wij het vorige jaar,
op 16 December schreven: „De geschie
denis van het Roode Kruis van al deze
jaren, is de geschiedenis van zijn vorste-
lijken voorzitter. Men kan zich het Ne
derlandsche Roode Kruis moeilijk meer
denken zonder hem.
Prins Hendrik was allerminst een
man, die de dingen deed om zich bemind
te maken. Hij deed ze uit innerlijkcn
drang. Dèdraan vooral dankte hij zijn
plaats in de harten der Nederlanders.
Men voelde, dat het Z. K. H. niet te doen
was om populariteit, maar dat bij hem
eenvoudig de wensch voorzat om voor
het volk iets te mogen zijn.
Aan de geschiedenis van de verschrikke
lijkste aller scheepsrampen, die ooit aan onze
kust zijn voorgekomen, zal mede de naam
van Prins Hendrik verbonden blijven als
van een man die door medeleven troost wist
te brengen in doffe ellende; als van een vriend
der menschen.
Het „Algemeen Handelsblad"
(lib.) schrijft o.m.: De. Prins genoot van hen,
die nader met hem in nauwere, persoonlijke
aanraking mochten komen, bijzondere sym
pathie. Hij was een humaan voelend mensch,
hartelijk, ongekunsteld en joviaal, waaraan
hij een gezond gevoel voor humor paarde,
waardoor hij velen voor zich innam
Het hart \an het Nederlandsche volk heeft
hij echter bovenal weten te veroveren door
zijn van persoonlijken moed en menschen-
liefde getuigend optreden bij de scheepsramp
van de „Berlin" in 1907, een daad, die als
geen andere sprak tot de natie, in welker lots
bestel de zee, de eeuwen door, en het trot-
seeren van de gevaren der zee, zulk een
groote rol hebben vervuld.
Prins Hendrik was het toen ook, die na die
ramp een vruchtbare belangstelling van niet
te onderschatten beteekenis voor het Red-
dipgswezen aar» den dag is blijven leggen.
Dit hing ten nauwste samen met een zijner
beste karaktereigenschappen, die van huiD-
vaardigheidszin, welke hem eveneens zoo ont
zaglijk veel en nuttig leidend werk ten be
hoeve van het Roode Kruis deed verrichten.
Niet in de laatste plaats zal men hem daar in
bijzondere mate missen.
Te vroeg is door het heengaan van Prins
Hendrik wederom over ons Staatshoofd en
over Haar Dochter groot leed gekomen. Leed,
waarin heel ons volk deelt, want waar
Oranje rouwt, daai rouwt heel Nederland,
dat aan ons Vorstenhuis met zoo onverbreke
lijke banden van gehechtheid is verbonden.
Vandaag gaan onze gevoelens van rouw
en deelneming in de eerste plaats uit naar de
Koningin en Haar Do:hter. In Haar beider
verlies deelt de gansche natie. Om de twee
achterin ij venden schaart ens volk zich vast
en eerbiedig.
„De Telegraaf" (neutraal) herinnert
aan den eerlijken eenvoud en de spontane
hartelijkheid van den Prins. Het blad wijst
erop dat ZKH. ons volk met vriendelijke en
hoffelijke belangstelling is tegemoet getreden.
Het is bekend dat zijn krachtige daad
vooral uitging naar reddingswezen in den
ruimsten zin: op dit gebied heeft hij zeer
veel tot stand gebracht; waar hier zijn daad
werkelijke hulp werd gevraagd, stond hij al
tijd gereed. Maar nog veel verder gingen zijn
bemoeiingen. Voor zoover het binnen zijn
bereik lag, heeft hij zijn belangstelling ge
toond voor velerlei uiting van ons geestelijk
leven. Het is bekend, dat hij fier ging op zijn
protectoraat van de Hollandsche Maatschap
pij van Wetenschappen; niet dan ongaarne
liet hij na de jaarvergadering te Haarlem bij
te wonen. Wie den Prins daar en ook elders
waarnam, kwam vanzelf onder den indruk
van zijn eerlijken eenvoud en zijn spontane
hartelijkheid
Deze vofst had de groote deugd der eerlijk
heid; hij trachtte nimmer een houding aan
te nemen, een rol te spelen; hij gaf zich niet
uit voor meer dan hij was; hij kwam, open en
oprecht, eenvoudig en eerlijk tot de menschen.
„De T ijd" (R.K.) herinnert aan het goede
en edele karakter van den Prins en aan den
eenvoud van zijn hart
Groote belangstelling toonde de Prins
steeds voor de familie-omstandigheden van
degenen, wien hij zijn vriendschap, niet zeer
spoedig gegeven maar eenmaal verworven
voor altijd verzekerd, gegeven had.
Zijn geheugen was immer bijzonder scherp
en nauwkeurig wist hij zich steeds de k'einste
bijzonderheden over voorbije ontmoetingen
te herinneren.
Een mensch was hij. Als Koninklijke Hoog
heid moest hij zijn menschelijke eigenschap
pen vaak, te vaak naar zijn gevoelens ver
borgen houden, maar werd hem de gelegen
heid geschonken zich als mensch te geven
dan deed hij dat met een rondborstigheid en
gulhartigheid, die allen, aan wien het genoe
gen geschonken werd daarmee kennis te ma
ken nog lang zullen bijblijven.
Hij zocht gezelligheid, omgang en vriend
schap, maar hij gaf ze ook ruim en breed
rond zich heen.
In de soc.-dem. Arbeiderspers lezen
wij O-a.
Ofschoon hij deel uitmaakte van den Raad
van State, in welk college hij een adviseerende
stem had, was aan den Prins geen wezenlijk
staatkundige taak toebedeeld. Zijn rol in het
openbare leven was van zuiver representa
tieven aard. Bij tallooze pubilea, maaltijden
of plechtige gelegenheden heeft hij het ko
ninklijk huis vertegenwoordigd. Zij, die hem
bij deze gelegenheden gadesloegen, hebben
de herinnering kunnen behouden aan een
wat schuchteren man. die zich niet gemakke
lijk in het openbaar bewoog en voor wien
het uitspreken van redevoeringen weinig min
der dan een kwelling moet zijn geweest.
Dat de Prins overigais zeer wel hei ijdel
vertoon doorzag van tal van zaken, waaraan
hjj zijn medewerking moest verleenen, bewijst
de redevoering, die hij in 1933 heeft gehou
den bij zijn zilveren jubileum als voorzitter
van het Roode Kruis. „Ik zou niet gaaine in
cijfers willen uitdrukken aldus de spreker
het aanta' jubilea, waaraan ik, sedert ik als
Prins der Nederlanden in uw midden ben op
genomen, heb deelgenomen. De functie van
jubilaris heb ik over het algemeen niet benijd:
thans zelf die functie te moeien bekleeden,
heeft mij wel eenigszins bezwaard". Deze
woorden laten voor een goeden verstaander
aan duidelijkheid niets te wenschen over.
Het leven van dep Prins heeft zich overi
gens niet door schokkende gebeurtenissen ge
kenmerkt. Een groot aantal anecdotes, waar
van sommige op een onmiskenbaren zin voor
humor en gemoedelijkheid wijzen, doen om
trent hem de ronde. In het voorzitterschap
van het Roode Kruis vond de Prins een
werkzaamheid, die klaarblijkelijk zijn diepere
belangstelling genoot, terw-jl hij zich blijk
baar ook gaarne óp het gebied van de pad
vinderij bewoog.
De Standaard (a.r.) schrijft o.m
Opnieuw is Nederland in rouw gedompeid.
Nog slechts enkele weken is het geleden, dat
ons land zijn Koningin-moeder ten grave
droeg, nog slechts enkele dagen is het gele
den, dat de hofrouw geëindigd is en opnieuw
dreunen de doodsklokken over onze woon
steden. Een Prins is van ons heengegaan,
die zich onder vele lagen der bevolking in
een hartelijke sympathie mocht verheugen
Nimmer heeft hij zich op den voorgrond
bewogen, steeds trad hij op de tweede, dik
wijls zelfs op de derde plaats. Een beschei
den figuur van groote allure was hij voor
zoover hij zich gegeven heeft aan de behar
tiging van de belangen van het Roode Kruis
en andere instellingen van menschlievend
hulpbetoon.
Zijn optreden tijdens de ramp van de Ber
lin heeft o.m. duidelijk bewezen, welke groo
te capaciteiten hij had. Heel Nederland zal
zijn arbeid op dit terrein dankbaar geden
ken.
Rouwbeklag te Weenen.
Het droeve nieuws van het overlijden van
onzen Prin-Gemaal is natuurlijk ook voor
ons hier in Weenen geheel onverwacht geko
men. De Weensche bladen brengen haast
alle eenzelfde In Memoriam waarin, na de
uitvoerige levensschets, bijzonder wordt ge
wezen op de populariteit van den ontslapene,
en op zijn verdiensten voor het reddingswe
zen en het Roode Kruis.
Enkele bladen herinneren aan de bezoeken
die Prins Hendrik bracht aan Boedapest,
waarbij hij ook even in Weenen verbleef, en
aan zijn langere verblijven te Bad Gastein,
waar hij zich, als overal slechts vrienden
maakte, en waar hij zoo graag in de bergen
aan zijn geliefde sport, het alpinisme, deed.
Namens den bondspresident Miklas,
bracht heden diens kabinetschef, Klastersky.
een bezoek van rouwbeklag op het Ned-.r-
landsch gezantschap, terwijl bondskanselier
Dollfuss den heer van Hoorn persoonlijk zijn
deelneming kwam betuigen. Daar reeds zee:
vele leden van diplomatieke corps, society en
Nederlandsche kolonie met vacantie zijn,
werd op de registers in het gezantschaps
gebouw heden minder druk geteekend, dan
bij het overlijden van wijlen de Koningm-
moeder.
In het Belgische parlement.
De Brusselsche Hbld.-correspondent tele
foneerde
Bij de opening van de Belgische Kamerzit
ting heeft de voorzitter de heer Poncelet, on
der eerbiedige stilte, hulde gebracht aan de
nagedachtenis van Prins Hendrik en de deel
neming van de Kamer en van den Belgischen
senaat betuigd met het zware verlies dat Ko
ningin Wilhelmina en het Nederlandsche
volk zoo kort na den dood van de Koningin-
moeder heeft getroffen.
Na den heer Poncelet nam minister Jaspar
het woord, om de gevoelens van innige deel
neming van de Belgische regeering te vertol
ken.
Zoowel de rouwhulde van den heer Pon
celet als de rede van minister Jaspar wer
den door de Kamer staande aangehoord
Naar wij vernemen zal ds. Ten Kate in de
godsdienstoefening van Zondagmorgen in
de Ned. herv. kerk te Brussel, die overigens
het karakter van een gewonen dienst zal
dragen, Z.K.H. Prins Hendrik herdenken
Evenals de Kamer heeft gistermiddag ook
de Belgische senaat een rouwhulde aan de
nagedachtenis van Prins Hendrik gebracht.
De ondervoorzitter van den senaat, de heer
Vinck, sprak, terwijl alle senatoren zich van
hun zetels verhieven, eerst in het Fransch
en vervolgens in het Nederlandsch eenigc
woorden van oprechte deelneming.
Minister-president de Brocqueville sloot
zich hierbij uit naam van de regeering aan
Hij betoogde, dat Prins Hendrik zich gedu
rende den oorlog een warm vriend van de
Belgische vluchtelingen had getoond. „De
Prins-Gemaal", aldus eindigde de heer de
Broqueville, „was een populair en goed
mensch, wij bieden H.M. Koningin Wilhel
mina ons diegevoeld rouwbeklag aan".
Leedwezen in Zwitserland.
In de hooge bergstreken van Zwitserland
is volgens het Hbld. het overlijden van
Prins Hendrik met oprecht leedwezen verno
men. Van zijn jeugd af was hij een liefheb
ber van bergsport, doch ook op lateren leef
tijd hield hij liefde voor de witte sneeuwtop
pen van Zwitserland Gedurende de jaren
19161921 deed Z.K.H. een aantal groote
toeren, steeds vergezeld van de bekende gid
sen Augustin Gentinetta en Aloys en JosJ
Binner van Zermatt. Hij beklom met hén den
Breithorn, de Monte Rosa, de Wellenkuppe
en de Pointe de Zinal uit Zermatt, de Jung-
frau en de Mönch uit Interlaken, den Mont-
blanc uit Chamonix, den Piz Palü en den
Piz Roseg uit Pontresina.
Zijn werkelijk eenvoudig optreden, zijn
natuurlijke gemoedelijkheid, zijn gemakkelijk
gebruik van het Schweizer Deutsch won hem
de harten van de gidsen, die op hun beuit
in Nederland soms zijn gasten waren en
hem dan op jacht vergezelden. In heel Zer
matt genoot hij een echte populariteit, ook
toen hij in latere jaren geen hooge toeren
meer deed, doch gaarne op de berghelling-.n
picnics organiseerde met zijn Zwitsersche
vrienden. Ook toen hij in het voorjaar van
1929 te Crans sur Sierre de hooge Alpen om
Zinal slechts kon aanschouwen, moesten de
Binners uit Zermatt enkele dagen zijn gast
zijn.
Verschillende verhalen over zijn genoege-
lijken eenvoud leven voort onder de Zermat
ter gidsen Zoo kwam hij na een langen
tocht in Airoio, waar de hotelier den ouden
Gentinetta voor den prins aanzag en dezer,
een mooie kamer aanwees, terwijl Prins
Hendrik met Binner een gidsenverblijf wetd
aangewezen, tot groot vermaak van Z.K.H
die eerst na eenigen tijd de vergissing be
kend maakte.
Een ander maal over den Col d'Hérens
gaande werd het gezelschap door sneeuw
stormen overvallen en bleef bijna 24 uur on
derweg De eigenaar van hotel Mont Cervio
dr. Seiler te Zermatt werd ongerust, doch
toen men hem telefoneerde uit de Schwart-
see, dat de Prins onderweg was, beval hij
direct de Nederlandsche vlag te hijsche.i
Men vergiste zich echter en toen Z.K.H. be
neden kwam moest hij ondanks zijn ver
moeidheid nog verzoeken niet voor hem de
Fransche vlag te doen wapperen.
De Zwitser is over het algemeen volstrekt
niet altijd gesteld op den vreemdeling, al
moet hij hem voorkomend ontvangen, maar
in Zermatt rouwt men oprecht om den heen
gegane, die een vriend van het Zwitsersch:
volk en zijn machtige bergen was, een figuur
zooals men daar gaarne ziet.
Rede in den indischen Volksraad.
Klokslag 9 uur opende mr. Spits de ver
gadering van den Volksraad en sprak een
kort woord uit waarin hij conform het ver
zoek van den gouverneur-generaal de Volks
raad in kennis stelde van het overlijden van
Prins Hendrik:
„Nog is versch en diep in het geheugen
gegrift, het via den aether opgewekte beeld
van den droeven stoet, die de Koningin-
moeder naar haar laatste rustplaats leidde,
of andermaal treedt de dood die geen erbar
ming of discreminatic kent, in ons Koninklijk
huis. Het milde hart van den man, die goed
was en menschlievend gemoedelijk en een
voudig, heeft opgehouden te kloppen. De
naam van onzen Prins zal nog langen tijd
met groote eere worden genoemd. Niet door
praal doch door medeleven wist wijlen de
Prins gemaal de genegenheid van het Ne
derlandsche volk te winnen. Dit getuigde
Na het overlijden van Prins
Hendrik.
De nieuwe toestand in Duitech-
land; of von Papen vice-kanselier
blijft, is onzeker. (Dag. Overzicht)
Het Brusselsche politie-schan-
daal.. (Buitenland.)
De gemeenteraadsverkiezing te
Enschedé. (Binnenland.)
Verkoold lijk gevonden te Middel
burg. (Binnenland.)
Ernstige relletjes te Amsterdam.
(Binnenland.)
Margarine-vervalsching op groote
schaal. (Binnenland.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten).
van moed en zelfopoffering. Spr. toefde bij
de gedachten, die naar H. M. de Koningin
en H. K. H. Prinses Juliana uitgaan en
wie hij gisteren reeds namens den Volks
raad een telegram zond, welke de gevoelens
vertolkte. Mr. Spits eindigde met de woor
den, waarmede de gouverneur-generaal gis
teren ook het telegram van rouwoeklag heeft
besloten: Opnieuw smeeken wij den allerhoog
sten Uwe Majesteit en de Prinses in de
uren van nieuwe en zware beproeving bij te
staan en de nieuwe smart te helpen dragen".
De rede van den volksraad-voorzitter werd
beantwoord door den voorzitter van den
raad van departementshoofden, den direc
teur van financien, den heer B. J. de Leeuw.
- De lijkstoet.
Wij vernemen, dat de stoet op Woensdag
a.s. omstreeks 11 uur van het paleis Noord
einde naar Delft zal vertrekken. De weg,
welke de rouwstoet zal volgen, is Noord-
eindeHeulstraatKneuterdijkPlaats
BuitenhofHofwegSpuiPletterijkade
RijswijkschewegHaagweg in de ge
meente Rijswijk Hoornbrug en Nieuwe
rijksweg naar Delft. Het ceremonieel zal niet
veel verschillen van dat bij de plechtige ter
aardebestelling van H.M. de Koningin-moe
der.
De leiding van het militaire gedeelte is in
handen van den gouverneur der Koninklijke
residentie.
Ook ligt het in de bedoeling, dat H.M. de
Koningin, de Prinses en de dames van het
evolg zich na het vertrek van den stoet van
et paleis Noordeinde eveneens bij deze ge
legenheid per auto langs den Ouden Delft-
schen weg naar de Nieuwe kerk zullen be
geven, teneinde aldaar aanwezig te zijn voor
de aankomst van den stoet.
Rouwdiensten in den Haag.
Morgenavond te 8 uur zal in de Groote
kerk te Den Haag een rouwdienst plaats
hebben in verband met het overlijden van
Z.K.H. den Prins der Nederlanden.
Aan den vooravond van den dag der be
grafenis, Dinsdagavond 8 uur, zal in dezelf
de kerk een niet-officieele dienst worden ge
houden. De dienst van morgen zal per radio
worden uitgezonden door de N.C.R.V.
Een maand halve rouw aan het
Hof.
In overeenstemming met de wenschen
door Z.K.H. de Prins der Nederland te ken
nen gegeven zal in afwijking van vroeger in
acht genomen regelen omtrent den hofrouw,
deze aanmerkelijk beperkt worden Van oor
deel, dat met het verlangen van den overle
dene rekening dient te worden gehouden,
heeft H.M. de Koningin bepaald, dat met in
gang van 7 Juli a.s. door het Hof gedurende
een maand halve rouw zal worden gedra
gen.
De opper-ceremoniemeester van H.M. zal
morgen in de staatscourant de officieele be
kendmaking van den hofrouw doen opne
men.
Het verkeer tijdens de
begrafenis.
Hedenochtend heeft de commissaris der
Koningin in Zuidholland, jhr. mr. dr. H. A
v. Karnebeek, ten paleize een conferentie ge
had teneinde de verkeersregeling en de ver
dere bijzonderheden op den rouwstoet be
trekking hebbende, met de betrokken autori
teiten te bespreken.
In verband daarmee vernemen we, dat het
verkeer meer vrijheid zal worden toegestaan,
dan bij de begrafenis van wijlen de Konin
gin-moeder. Voorts zullen er meer wegen
worden opengehouden voor het aanbrengen
van bezoekers.
De inrichting in de Nieuwe
kerk te Delft.
Wat de inrichting van de Nieuwe kerk ie
Delft betreft, komt ons nog ter oore, dat het
aantal zitplaatsen voor deze gelegenheid
aanzienlijk vergroot is, mede in verband met
een groot aantal personen dat tot bijwoning