s ALKMAARSCHE COURANT UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. Financieel Overzicht. haar avonturier. No. 158 ZATERDAG 7 JULI 1934 CORT VAN DER LINDEN. v. Ja, een der mooiste, gaafste en sterkste figuren, die ik in mijn loopbaan als parle mentair journalist heb leeren kennen, blijft Cort van der Linden. Dezer dagen was het 65 jaar geleden, dat hij promoveerde. En nog steeds geeft deze oude staatsman zich aan zijn arbeid in den Raad van State, na een prachtige loopbaan, die hem op de eerste posten des lands bracht. Advocaat; commies-griffier van de Twee de Kamer; hoogleeraar in Groningen; hoog leeraar in Amsterdam; Raadsadviseur van Justitie; Minister van Justitie in het groo*e kabinet Pierson-Borgesiuslid van den Raad van State; Minister-president en Minister van Binnenlandsche Zaken in het Oorlogs kabinet, opnieuw lid van den Raad van Sta te, waarlijk, het is een staat van dienst, zoo als niet velen kunnen vertoonen. De „lauwe ren" waarop hij zou kunnen „rusten" zijn vele maar men kan hem, den 88-jarige, nog vrijwel iederen dag over het Binnenhof zien stappen, om zich naar de vergadering van den Raad van State te begeven. Rust kent deze hooge, sterke natuur niet. Het Nederlandsche volk zal altijd dank baar moeten blijven, dat in die gevaarlijke jaren van het werelddrama, een staatsman als Cort van der Linden aan het hoofd der regeering stond. Het is als een bestiering der Voorzienig heid geweest. Cort van der Linden was waarlijk groot en imposant in die dagen. Daar stond zijn patriarchale figuur, met den sneeuwwitten baard, achter de regee- rings-tafel. Onbewogen, kloek. Er lag iets van een verheven en tegelijk verheffende rust over hem. Zijn verschijning, zijn woord, zijn stem: alles kalmeerde. Als een ervaren kapi tein op de commandobrug, als een onver schrokken stuurman aan het rad: zoo stond hij. De eerste dagen van den oorlog, ze zijn nu bijna 20 jaar geleden, en we leven snel, maar wie vergeet Cort van der Linden, die hem zoo zag staan in dien tijd? „Wij zijn", zoo sprak hij op 3 Augustus 1914 te midden van een plechtige stilte, „wij zijn gereed en besloten onze onzijdigheid en ons volksbestaan, te handhaven met al onze krachten. Ons voegend naar Gods wii, wachten wij vastberaden en koelbloedig af". Vastberaden en koelbloedig deze woor den waren op 't Lands Stuurman toen volko men toepasselijk. Hij teekende toen, onbe wust, zich-zelf. Onwrikbaar heeft Cort van der Linden, wiens werk minder naar buiten kwam dan dat van andere ministers, maar die met sta len wil leiding gaf, in die jaren pal gestaan voor het beginsel van onze neutraliteit, w o. hij verstond „den vasten wil om ons zelf te zijn; den vasten wil, om die hoogere goede ren van vrijheid en verdraagzaamheid, die ons volk in een historie vol van strijden en lijden tot zijn goed heeft gemaakt, te hand haven en te behoeden tegenover iedereen Zoo drukte hij zich uit in 1915. En in 1917 heeft hij er op gewezen, dat deze neutraliteit, die ons land doorstond, ook daarom inter nationaal van zooveel beteekenis was, aan gezien zij poogde „de kern van het interna tionale recht te redden, door de belligeren- ten, die de rechten of belangen van ons volk schaden, te herinneren aan de regels, die de beste en meest verantwoordelijke rechtsken- ners ter wereld hebben geconfideerd". Inderdaad, zoo heeft Cort van der Linden in die jaren een historische rol gespeeld. Niet alleen heeft hij ons Vaderland uit den oorlog moeten houden ook op oogenblikken, dat de ziel van ons volk trilde van verontwaar diging om aangedaan onrecht maar hij heeft aan heel de wereld getoond, hoe het de hooge en heilige plicht der neutralen is, om het internationale recht te bewaren en gaaf te handhaven. Het is hem bovendien in die jaren nog ge lukt, ook wat den nationale, de binnenland sche staatkunde betreft, daden van blijvende beteekenis te verrichten. Hij bracht den on derwijs vrede (financieele gelijkstelling) en hij bracht den kiesrecht-vrede (algemeen kies recht voor mannen, en in beginsel voor vrou wen). Zoo reikt zijn hooge, onaantastbare figuur uit boven de troebel en droeve gebeur tenissen dier dagen. Cort van der Linden behoort ook afge zien van zijn beteekenis in de oorlogsjaren tot de staatslieden van het allereerste plan, die onze parlementaire historie heeft opgele verd. Hij had een Thorbeckiaansche allure en alles wat hij deed en sprak, geschiedde in breeden stijl. Alle dingen zag hij groot en ruim. Maar van beginsel, overtuigd liberaai, stond hij oneindig ver boven alle kleine par tij-politiek en heeft hij in de nobelheid en in de zuiverheid van zijn figuur heel onze po litiek tot een hoogere standing geheven. Hij was daarbij een der weinige liberale staats lieden, voor wie politiek en philo«ofie onaf scheidelijk verbonden waren. Van Houten was wijsgeer, Cort van c:er Linden was het evenzeer. Zoo zag hij de be trekkelijkheid der partij-politiek en wist hij de oplossing van netelige vraagstukken op een hooger plan te brengen. Een scheppende geest in grooten stijl Maar, onvergetelijk blijft hij mij zooals hij in die moeilijke en gevaarvolle oorlogsjaren achter de regeeringstafel stond en zijn rusti ge klare stem door de dood-stille zaal ging. Vader des Vaderlands heeft men hem toen lichtelijk ironisch genoemd. Ja, maar in deze ironie lag een diepe, een ernstige waarheid verborgen, want hij heeft inderdaad in die jaren als des Vaderlands vader onschatbaren arbeid verricht. Don 't speak to the man at the wheel riep hij eenmaal uit De man aan het wiel, de stuurman, da* was hij. In zijn sterke, trouwe, gave, eerlijke handen lag vaak het lot des lands Vondel moge in een bekend vers geklaagd hebben over den ondank van „bet wispelturige volk", dat „genoten dienst vergeet", dat Cort van der Linden's werk in dramatische jaren altijd dankbaar zal worden erkend, staat bi] ons vast. Schenke de A'macht hem nog een aantal levensjaren, vereerd door zoovelen, die in hem een der allerbesten en allerhcog- sten uit onze parlementaire historie zien. D. HANS. Mislukking van het economische programma der Duitsche regee ring. Het buitenland moet de kosten betalen. Het transfermo ratorium als dwangmiddel tot ver grooting van den uitvoer. In zinking in het Amerikaansche be drijfsleven. Vaste stemming voor obligatiën; het VA rente type doet zijn intrede. Luste- looze houding der aandeelenmarkt. De handel ter keurze, die reeds weken achtereen uiterst ongeanimeerd is, is in de laatste acht dagen nog verder ingekrompen Natuurlijk zijn de politieke gebeurtenissen in Duitschland hieraan niet vreemd ge weest; vooral de vrees, dat deze eerst het begin vormen van de moeilijkheden, die zich in de ontwikkeling van den toestand zullen voordoen, heeft een deprimeerenden invloed op de stemming ter beurze uitgeoefend. Men gaat hierbij van het standpunt uit, dat de oorzaak der politieke spanning voornamelijk gelegen is in de mislukking van het door 5euieieton Een qpisode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 33). „Dat is lQuter lustig leven". Hij keek eens rond. Als hij zijn eerewoord niet had gege ven, zou ontvluchten volstrekt niet onmoge lijk geweest zijn. Om zich heen zag hij vele bekende gezich ten, Wallenstein's ruiters, en als hij naar de mannen keek, ving hij menigen blik van ge heime verstandhouding op. Melchior was in druk gesprek met Jörgen en de laatste scheen zijn ouden wachtmeester van iets te wil en overtuigen, maar Melchior schudde afwijzend het hoofd. Saxon kreeg de zekerheid dat indien hij met zijn stentorstem schreeuwde: „Met tweeën - rechts", het geheele esca- dron, behalve de luitenant en misschien een paar jonge ruiters met hem in het beuken woud zouden verdwijnen. En dat deed zijn oud soldatenhart goed. Wallenstein s rui ters mochten onder Von Pappenheim dienen, maar als hij den werftrommel liet roeren, zouden ze allen terugkomen. Hitier opgestelde programma, om de econo mische crisis te overwinnen. Deze oorzaak nu kan door een nog zoo krachtig optreden tegen links-radicale elmenten niet worden weggenomen; nog veel minder wordt zij uit den weg geruimd door het onderdrukken van critiek der meer bezonnen elementen Wanneer de Duitsche regeering er niet in slaagt, de economische moeilijkheden al thans in zooverre te boven te komen, dat de groote massa niet in steeds diepere ellende wordt gedompeld, zal de ontevredenheid moeten aangroeien; af te wachten blijft dan, in welke vormen zij zich ten slotte zal uiten. En juist op economisch gebied zijn de vooruitzichten al uiterst somter. De eco nomische ontwrichting in de geheele wereld heeft de regeeringen van alle landen voor ongekende moeilijkheden gesteld Evenmin als eenige andere regeering Kan die van Duitschland ijzer met handen breken. Haar fout is, dat zij gemeend heeft, dit te kunnen doen en dat zij hiermede verwachtingen heeft gewekt, die zij thans blijkt niet te kun nen nakomen. Nog is de volledige financieele débacle, waartoe de wijze van financiering van een Geen enkele belemmering ontmoetten ze op hun tocht. Etn enkele maal klonk een schreeuw of een gilletje van Lize, die nog nooit voor een huzaar op een paard had ge zeten en die bij een onbewuste of misschien bewuste aanraking als voorname dame meen de te moeten doen blijken, dat de huzaar iets deed wat laakbaar was en hoogst ongepast. En de arme jonge huzaar, die zijn armen om het mooie meisje heen hield, dat zich vast tegen hem aandrukte om niet te vallen, ver loor zijn hart. De cavalcade reed verder. Saxon dacht aan Marion. Wat zou ze nu doen? Hij zag ze voor zich, het slanke, ran ke meisje met de mooie donkere oogen en de zwarte zijden lokken en een glimlach ver scheen op zijn flink gezicht, waarop de wind weer wat kleur had geteekend. Hij zag Marion voor zich en al het andere was vergeten. Hij neuriede op de cadens van zijn paard: Meisje met je mooie, donk're oogen, Met je hooge, ranke, slanke leest Zelfs de zwaarste zorgen zijn vervlogen Zweeft je zonnig wezen voor mijn geest. Meisje met je mooie, donk're oogen. Zoo passeerden ze de wachtposten. Bij de legerplaats meldde de luitenant zich. Een kapitein verscheen en verzocht Saxon hem te volgen. Saxon steeg af. Balder bleef met Melchior aan den ingang van het kamp wachten. belangrijk deel van het Duitsche werkver schaffingsprogramma onvermijdelijk zal moeten leiden, niet zichtbaar. Deze zal eerst in de eerstvolgende jaren geheel aan den dag treden, wanneer de inkomsten der schat kist verder zullen verminderen met het be drag, dat aan „belastingbons" voor de fi nanciering van het werkverschaffingspro gramma is aangewend. De op deze wijze door de Duitsche regeering getrokken „wis sel op de toekomst" zal dan vermoedelijk wel niet gehonoreerd worden. Maar ook thans reeds treden de zonden, die de Duitsche regeering tegen de economi sche wetten heeft begaan, duidelijk aan het licht. De uitvoering van werken, waaraan vaak geen behoefte bestond, heeft eenerzijds het proces van vermindering der productie kosten tegengehouden, waardoor het con currentievermogen ten opzichte van het bui tenland werd belemmerd. Op alle mogelijke wijzen werd de afzet in het binnenland ge stimuleerd. wat slechts kon geschieden ten koste van den afzet in het buitenland. Daar naast heeft het programma van werkver schaffing den invoer van groote hoeveel heden grondstoffen noodig gemaakt, zonder dat Duitschland uit zijn uitvoer voldoende middelen beschikbaar kreeg, om deze te be talen. In het jongste kwartaalverslag van het Institut für Konjunkturforschung lezen wij, dat de afzet van de geheele Duitsche in dustrie van M. 3.7 milliard in December gc stegen is tot M. 4.25 milliard, terwijl de goederenproductie sinds begin 1933 ver meerderd is met rond M. 1 1/4 milliard. De afzet in de ijzerindustrie nam sedert begin 1934 met rond een derde toe; in de automo bielindustrie produceeren de Duitsche fabrie ken op het oogenblik ongeveer een kwart meer wagens dan ooit in den na-oorlogstijd het geval was. De textielproductie heeft een niveau bereikt, dat nog slechts 7 beneden het recordniveati van den herfst van 1927 ligt. De schoenenindustrie produceert thans weer evenveel schoenen als in doorsnee in 1928 het geval was. De afzet van de huis raad-industrie is de eerste vier maanden wat de waarde betreft vergeleken met het vorig jaar met rqnd één derde toegenomen. Voor het fabriceeren van ijzer is echter erts noodig; de automobielindustrie kan niet werken zonder materiaal! de textielnijver heid heeft behoefte aan garens, de schoen industrie aan leder, de lederindustrie aan huiden, enz. Al deze grondstoffen moeten voor een meer of minder groot gedeelte ui: het buitenland worden geïmporteerd; is er geen mogelijkheid, om ze te betalen, in den vorm van aan het buitenland geleverde goe deren of diensten, dan staakt het buiten land de levering, waarmede de binnenland sche bedrijvigheid stopstaat. Het gevaar, dat het hiertoe zal komen, is in den jongsten tijd hoe langer hoe dreigen der geworden. De Duitsche regeering heeft weliswaar getracht, op de oor haar eenvou digste wijze aan de moeilijkheden te ont komen, door de aan de buitenlandsche credi teuren voor rente verschuldigde bedragen niet te betalen, doch deze aan te wenden voor den invoer van grondstoffen. Dit zou er dus op neerkomen, dat het buitenland de kos ten van het Duitsche werkverschaffingspro gramma betaalt. Zoo gemakkelijk, als zij het zich blijkbaar had voorgesteld, is het voor de Duitsche regeering echter niet gegaan. Het buitenland heeft zich, naar men wee*, nie zonder meer bij het transfermoratorium neergelegd, maar heeft in de meeste geval- len, door te dreigen met een gedwongen clearing, de Duitsche regering tot nieuwe be sprekingen genoopt. Toch beschikt de EHiit sche regeering, juist in haar positie als debiteur, over een krachtig wapen, om het buitenland te dwingen tot een grootere af name van Duitsche goederen. „Als gij niet belangrijk meer van ons koopt dan tot dus verre, betalen wij U niet"hierop komen de onderhandelingen van Duitschland met de crediteurenlanden neer. Slechts tegen uit breiding van zijn exportmogelijkheden is Duitschland bereid, verlichting van het moratorium te geven. Dat het hierbij dart nog.slechts tot een bepaalde grens wenscht te gaan, is wel gebleken bij de transferbe- sprekingen met de Nederlandsche vertegen woordigers. De overeenstemming, die hier bij, naar gemeld wordt, tenslotte is bereik*, van de Nederlandsche houders van Duit sche fondsen nog offers, waarbij slechts als troost de overweging kan gelden, dat een gedwongen clearing de afwikkeling der vor deringen nog stroever zou hebben gemaakt en bovendien het handelsverkeer tusschen de beide landen nog meer zou hebben bemoei lijk. Behalve de toestand in Duitschland heeft ook de lustelooze houding der New Yorksche beurs een druk op de stemming op de fond- J\xuUoptOQcamma Zondag 8 Jnli. DAVENTRY, 1500 M. 11.15 12.05 Militaire kerkdienst. 12.50 Schotsch Studio orkest olv. G. Dai- nes, mmv. R. Wilson, tenor. 1.50 Pianorecital door Raie da Costa. 2.20 Het B. Crook Kwintet. 3.20 Eugène Pini's Tango-orkest m.m.v. D. Clare, zang. 4 20 Gr.pl. 4.50 Kinder-kerkdienst. 5.20 Orgelcon cert H. Dawson. 5.50 „Twelftho- night", van Shakespeare. Leiding: R. Atkins en C. Wood. 7.35 Con cert door J. Peugnet, viool en N. Allis, bas. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 0.10 Ber. 9.25 „Pilgrim's Way", voordracht. 9.50 Albert Sandler en het Park Lane Hotel Orkest mmv. D. Smith, bariton. 10.50 Epiloog. PARIJS, (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.35—11.50 Orkestconcert. 11.50 Orgelconcert. 12.40 en 1.05 Gr.pl 1.20 Pascal- orkest. 3.20 Clavecimbel-concert Wanda Landowska. 4.05 Gr pl 6.20 Addison-orkest. 820 Music- hall-progr. olv. André, mmv. solis ten. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 C. Rydahl's orkest. 3.50 Harmonica-duetten. 4.206.10 Harmonieconcert o. 1. v. Eg. Tango. 6.10 Koorconcert. 8.20 Strausscon- cert olv. Mahler. 0.30 Het Omroep- strijkorkest o. 1. v Mahler. 10. Zang en piano. 10.30 Verv. omroep orkest. 11.10—12.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 6.35 Hamb. havenconcert. 10.50 Gr.pl. 12.20 Omroepkleinorkest o. 1. v. Eysoldt. 1.30 Weragkamerorkest olv. Kühn. 4.20 Kwintetomcert. 5.20 Grpl. 6 50 Gr.pl. 8.35 Omroepoikest olv. Eysoldt, koor olv. Breuer en solis ten. 10.50—1.20 Omroepdansorkest olv. Ilgner. ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 9.35 „Ero e Leandro", opera van Man- cinelli. BRUSSEL. 322 en 484 M.322M 10.20 Gr.pl. 11.20 Salonorkest. 12.20 Omroeporkest o. 1. v. André. 1.302.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Dito. 6.20 Cello-recital. 6.50 Gr.pl. 8.20 Salonorkest olv. Walpot. 10.30 12.20 Dansmuziek. 484 M.: 10.20 Salonorkest olv. Walpot. 11.20 Gr. pl. 12.20 Max Alexys' orkest. 1.30 2.20 Omroeporkest olv. André en gr.pl. 5.20, 5.50 en 7.30 Gr.pl. 8.20 Opereteconcert mmv. orkest en so listen o. 1. v. André. 10.4012.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Operetteconcert, zie Keu len. 10.20 en 11.05 Ber. 11.20— 12.20 Deel. met orkestbegeleiding GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Brussel 10.2014.20, Daventry 14.20—23. Lijn 4: Keulen 10-201620, Deutschl.s. 16-2019.50, München 19.50-23.10.' Maandag 9 Jnli. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 12.20 Orgelspel T. Jenkins. 1.05 Gr.pl. 1.35 Western Studio-orkest olv. F. Thomas, mmv. H. Adams, tenor. 1.50 Cricketver- slag. 2.— Verv. concert. 2.50 Gr.pl. 3.20 Schotsch Studio-orkest olv. G. Daines. 4.05 Sted. orkest Buxton olv. H. Fellowes. 5 05 Concert door B Rawlins, viool en R. Paul, piano. 535 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.45 Cricketverslag. 6.55 Radio-Man nenkoor olv. E. Benbow, mmv. So. Robertson, bas en E. Lush, piano. 7.20 Midi. Studio-orkest olv. Can- tell, mmv. G. Austin, bariton. 8.20 Gev. progr. 9 20 Ber. 9.45 Kamer muziek door Strijkkwartet en S. Wyss, sopraan. 11.Voordracht. 11.05—12.20 Casani-Cluborkest o. I. v. Ch. Kunz. PARIJS, (RADIO-PARIS) 1648 M 7.20 en 8 20 Gr.pl. 10.35 Orkest concert. 12.20 Krettly-orkest. 4.50 Concert. 8.20 Vocaal kwartetcon cert. 9.05 Symphonieconcert, 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert uit rest. Ritz. 3.30 Pianorecital. 3.50 L. Preii's orkest. 8.20 Aansluiting met een theater. Hierna dansmuziek. KEULEN, 456 M. 6.20 Gr.pl. 7 20 Blaasconcert olv. Ronnenbach. 12.20 Concert. 1.20 Sted. Orkest te Witten olv. Fliegner. 4.20 Kwintet en koor olv. Breuer en guitaar. 5.40 en 7 50 Gr.pl. 8.35 Zie Deutschl.- senedr. 9-35 Volksliederenconcert. 10.5012.20 Weragkamerorkest o. I. v. Breuer en Baumgarten. ROME, 421 M. 8.35 Gr.pl. 10.20 Gevar. programma. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 1.30-2.20 M. Alexys' orkest. 5.20 Omroeporkest. 6.50 Gr pl. 8 20 en 9.20 Omroeporkest. 10.30-11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 1.302.20 Gr.pl. 5 20 Max Alexys' orkest. 6.35 Kamermuziek. 7.35 en 8.20 Gr.pl. 9.05 Orkestconcert o.l.v. E. Cooper. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.35 Richard Wagner-progr. mmv. het Omroeporkest olv. Prof. L. Reichwein. 9.35 „Fine Gefolg- schaft HJ", hoorspel v. G. Pantel. 10.20 Ber. 10.45 Roepraatje. 11.05 Weerber. 11.20—12.20 Operette- concert uit Stuttgart mmv. solisten, koor en orkest olv. R. Kraus. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: i_ond. Reg. 10.35 10.50, Daventry 10.50—11.20, Lond. Reg. 12.20—15.20, Scott. Reg. 15.20—16.05, North. Reg. 16.05—17.05, Daventry 17.05— 23. Lijn 4: Keulen 10.3516.20 Brussel 17.15—23.—. senmarkt te Amsterdam uitgeoefend. De in krimping van zaken in Wallstreet is stellig voor een deel het gevolg van het in werking treden der Beurscontrole-<vet, waardoor de speculatieve bedrijvigheid wordt tegenge gaan. Bovendien is de beurs echter veront rust door nieuwe maatregelen der regee ring, die een verdere verzwaring van lasten voor het bedrijfsleven beteekenen. Tot de voornaamste hiervan, die de beurs het meest interesseeren .behoort de door president Roosevelt geteekende Pensioenwet voor de spoorwegen. De verplichtingen, die deze wet aan de spoorwegmaatschappijen oplegt, voor het eerste jaar 60 millioen dollar en later zelfs 300 millioen dollar per jaar, zullen, naar men vreest, de inkomsten van de maatschappijen verre te boven gaan. Dit is te meer teleurstellend, omdat tegenover een stijging der bruto-ontvangsten van de spoorwegen in de laatste maanden toch reeds een teruggang van de netto-ontvangsten had gestaan, als gevolg van de hoogere loonen en de stijging van andere onkosten, op zich zelf reeds een gevolg van de bemoei ingen der regeering. Tot dusverre heeft deze regeeringsbe- moeiing met het bedrijfsleven, ook in Ame rika, niet anders dan een vergrooting der moeilijkheden met zich gebracht, na een tij delijke vleug van opleving in een of andere tak van industrie. Thans is het de staalnij- verheid, die zich, na een betrekkelijk korte periode van verbetering, voor een nieuwe in zinking gesteld ziet. In het begin van deze week werkte de staalindustrie slechts op 23 pCt. van haar capaciteit, tegen nog op 44.7 pCt. vorige week en 56.1 pCt. veertien dagen geleden. Hoewel men na de koortsachtige bedrijvigheid, die de staalnijverheid in ver band met het gevaar van een algemeene sta king aan den dag had'gelegd, een terugslag had verwacht, overtreft de ingetreden pro ductie-vermindering verre de verwachtingen. „Mij is opgedragen u naar Zijne Excellen tie, den veldmaarschalk te geleiden", sprak hij voorkomend. Saxon verwonderde zich over de beleefde ontvangst. „En mijn andere gevangene, de dame?" vroeg de luitenant. De kapitein keek Lize onderzoekend aan. „Ik zal verslag uitbrengen aan Zijne Ex cellentie", antwoordde hij. Hij geleidde Saxon door het kamp Saxon keek niet rond, verried niet de geringste nieuwsgierigheid. Maar de pestvlag op eeni ge afzonderlijk staande tenten ontging hem niet en de slechte toestand, waarin de man schappen verkeerden, evenmin. Hij voelde zijn bewondering groeien voor den aanvoer der, die Maagdeburg had veroverd. Bij een groote, met rijke kleeden getooide tent, waarop de keizerlijke standaard wap perde in de blauwe lucht en waarvoor twee hellebaardiers met gekruiste hellebaarden de wacht hielden, zei de officier: „Wilt u even wachten". Een korte tijd verstreek. De kapitein kwam naar buiten. „Wilt u mij volgen?" Sayon trad de tent binnen. HOOFDSTUK XIX. De veldmaarschalk, graaf Von Pappen heim, zat in zijn weelderige veldtent aan een groote tafel, waarop een kaart van Maag denburg, zooals ze door den stadsingenieur Guerike was geteekend, lag uitgespreid. Saxon trad binnen en ging in de houding staan. „Kapitein Saxon", meldde de keizerlijke officier. De veldmaarschalk stond op, keek den avonturier scherp aan en vroeg: „Kapitein Saxon?" „Tot uw orders, Excellentie", luidde het antwoord. Veldmaarschalk gra if Von Pappenheim was een krijgshaftige verschijning in de kracht van zijn leven, nauwelijks zeyen en dertig jaar. Zijn gelaat droeg de sporen van menige verwonding. Hij was een aanvoerder uit den gulden riddertijd met een ontembaren moed, die zelf zijn ruiters voorging in het handgemeen, de eerste in den aanval, de laat ste bij den terugtocht. Zijn voorbeeld deed de geestdrift oplaaien bij zijn soldaten, zelfs als ze half verhongerd waren of in geen we ken soldij hadden ontvangen, hetgeen bij de schrielheid en onmacht van keizer Ferdinand van Oostenrijk geen uitzondering was. „Mijn mannen hebben u toevallig ontdekt, heb ik gehoord, begon de veldmaarschalk „Ik vernam, dat u de wapens tegen mij hebt opgenomen". „Excellentie", sprak Saxon, zonder de oogen neer te slaan voor diens "blik, „het is in ze keren zin waar Het feit valt niet te ontken nen". „In zekeren zin, kapitein? Wat beteekent dat? Men vecht voor of tegen mij". „Ik was in de stad om enkele inlichtingen in te winnen, toen uw zegevierende ruiters de veste binnenreden. Ik geraakte in de mé- lée en had geen keuze. Het was slaan of ge slagen worden; toen kwam de gevechtswoede over mij, maar dat behoef ik Uwe Excellen tie zeker niet nader uit te leggen". „Wat deed u in een belegerde vesting? O ja! U is een spion van Zijn Doorluchtige Ge nade vorst van Wallenstein, hertog von Friedland". „Spion is een leelijk woord, Excellentie. Kan ik vrijuit spreken?" „Zeker". Vele vrienden van den hertog zouden niets liever willen dan hem weer als opperbevel hebber der geheele armada te begroeten. Hij alleen bezit de noodige macht, de hooge auto riteit, de rijke hulpbronnen, de buitengewone talenten om de erflanden van Z. M. Keizer Ferdinand in Duitschland te beschermen en den Koning van Zweden in de Oostzee te ja gen". De maarschalk keek hem zwijgend maar verbaasd aan. Hijzelf had Wallenstein nau welijks een maand geleden ongeveer hetzelf de geschreven. „Bovendien, de methode van Wallenstein te wachten en dan den vijand met groote over macht te verrassen, is de ware gebleken, al hebben velen meer gelachen dan er*aan ge loofd", vervolgde Saxon. een zin aanhalende uit Von Pappenheim's brief. (Wordt veriiojg^)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9