Alkmaarsche Courant 8 Haar avonturier. Stad en Omgeving Seuilieton ,§>©©©©•0© Jiadiaacoacamma Eerste steenlegging. Jubilé Corn. Jonker. Honderd Zes en Dertigste Jaargang. HAANDAG 16 JULI Van het nieuwe zenuwpaviljoen bij het Neutraal Centraal Zie kenhuis. 12Va jaar koordirigent Het concert. No. 165 1934 Het was reeds lang een publiek geheim, dat de huisvesting der verpleegster in het neutraal centraal ziekenhuis niet meer voldeed aan de eischen, die men te dezen aanzien mocht stellen. Daarvan was zeer zeker het college van regenten overtuigd en wie weet hoe vaak in hun vergaderingen de noodzaak van verbetering naar voren is gekomen. De verschillende noodmaatregelen, om aan billijke wenschen tegemoet te komen, zijn daarvan het bewijs. Toen nu de toename van het gebruik van het zenuwpaviljoen drong tot het nemen van maatregelen om ook meerdere ruimte voor deze afdeeling beschikbaar te stellen, werd voor het ééne zoowel als voor het andere een oplossing gezien in het bouwen van een ge heel nieuwe inrichting voor de verpleging van' zenuwzieken. Na het gereedkomen daarvan zou dan het tot nu toe daarvoor ge bruikte deel van het ziekenhuis kunnen wor den ingericht voor huisvestiging van de zusters. De plannen werden nader uitge werkt door den architect den heer Saai in overleg met de regenten en de directie van het ziekenhuis en toen ook B. en W. en de verdere in de uitvoering te kennen instanties instemming ermee hadden betuigd, werd met spoed het werk aangevat, waardoor voor dertig patiënten verpleegruimte zal worden verkregen, terwijl het nieuw te stichten ge bouw tevens nog huisvesting aan een aantal zusters zal bieden. Het nieuwe gebouw, dat in den fraaien grooten tuin van het ziekenhuis wordt opge trokken, is thans zoover gevorderd, dat de muren ongeveer een meter boven den grond komen. Zaterdagmiddag had de plechtig heid der „eerste-steenlegging" plaats, welke verricht werd door het oudste der vier kinde ren van burgemeester jhr. van Kinschot, den 8-jarigen Hans. Een aantal genoodigden waren aanwezig, waarvan wij noemen mevr van Kinschot, B. en W. van Alkmaar (met uitzondering van den heer Klaver hadden allen aan. de uitnoodiging gehoor gegeven), het college van regenten, den oud-voorzitter mr. W. C. Wendelaar destijds burgemeester onzer stad, den gemeentesecretaris mr. Koelma, den architect Saai en den heer Margadant, directeur van gemeentewerken, alsmede natuurlijk den geneesheer-directeur van het ziekenhuis dr. A. K. Dijkhuizen en de directrice zuster Koekman. De heer S. W. A r n t z heette namens het college van regenten alle aanwezigen (waarbij zich ook een aantal zusters hadden gevoegd) welkom, speciaal mevr. van Kin schot. Hij getuigde vervolgens van de vreugde van regenten, nu het gelukt is den lang gekoesteraen wensch van uitbreiding van het ziekenhuis in vervulling te doen gaan, een uitbreiding die zéér noodig was doordat méér gebruik werd gemaakt van het zenuwpaviljoen dan waarop men aanvanke lijk meende te mogen rekenen, en ook als gevolg van toepassing van verschillende sociale wetten, terwijl bovendien het tekort aan onderdak voor de verpleegsters voorzie ning eischte. Spr. liet de verschillende maatregelen, welke reeds waren genomen om aan het laat ste tegemoet te komen, de revue passeeren, daarbij constateerende dat geen dezer nood oplossingen als afdoende mocht worden be schouwd. Dank zij de goede samenwerking met de directie en de doktoren had men ten slotte alle bezwaren kunnen ondervangen, zoodat kon worden ingewilligd de eisch tot uitbreiding der gelegenheid voor zenuw-ver- pleging zoowel als die tot goede huisvesting der verpleegsters, die na 't gereedkomen van het nieuwe zenuwpaviljoen onderdak zullen worden gebracht in het dan als zusterhuis in te richten deel van het ziekenhuis, dat thans voor de verpleging van zenuwpatiën ten wordt gebruikt. Voor de ondervonden medewerking bij deze oplossing bracht spr. ook dank aan mr. Wendelaar en de afgetreden regenten de heeren van der Horst en van der Weijst Een qsisode uit den Dertigenjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van O. P. BAKKER. 40). ,Hooge politiek, overste. Daar de keur vorst van Brandenburg, Georg Wilhelm, aan wiens hof te Berlijn mijn meester is, nog nooit een besluit heeft genomen of hij de zij de van den Zweedschen koning of van Tilly en de keizerlijken zal kiezen, worden wij door beide partijen angstvallig ontzien. Met kleine plunderende benden kunnen wij zelf wel afrekenen". Heeft u den graaf in de laatste dagen nog gesproken ?,pvtoeg Bernhard Neen" antwoordde Saxon. „Wij zijn uit Maagdenburg gevlucht en nauwelijks aan de Pappenheimers ontkomen. Wij hebben vrijwel den geheelen nacht gereden „Dan wilt u zeker rusten? Wenscht u met den vaandrig in één kamer te slapen. Saxon fluisterde den slotvoogd een paar woorden in. Deze keek den knappen, jongen vaandrig aan, die bloosde tot over de ooren. „Mevrouw", zei hij, „zelden zag ik zoo n goede vermomming". Marion lachte, nog altijd blozend. „Ik zal de kemenade voor u gereed laten maken. U zult daar aangenaam wonen „Doet u niet te veel moeite", weerde Ma- non af. „Mevrouw", antwoordde de slotvoogd. en hij betuigde erkentelijkheid aan den ge meenteraad, die regenten in staat stelde den voorgenomen bouw uit te voeren, welke tot stand kan komen zonder verhooginz der subsidie. Het nieuw te bouwen paviljoen zal naar spr. hoopte, een zegen worden voor dé patiënten, terwijl van het nieuwe zusterhuis mag worden verwacht, dat het de verpleeg sters gelegenheid zal geven tot herstel van krachten ten behoeve van den lang niet al tijd gemakkelijken arbeid. Na zijn dank te hebben betuigd aan den burgemeester voor het zich reeds zóó één voelen met het ziekenhuis, dat hij toestem ming gaf, dat zijn zoon den eersten steen zou leggen, noodigde spr. Hans van Kin- schot uit deze plechtigheid te volvoeren. Gaarne voldeed deze hieraan, ofschoon het staan hem wegens een verstuikten voet pijn deed. Met eenige deskundige voorlich ting slaagde hij erin den steen op de juiste plaats te leggen in de netjes met een speciale truffel uit een met bloemen versierden kalk bak genomen hoeveelheid kalk. Een goedkeurende knik van de deskundi gen en het applaus der aanwezigen ver zekerden den iongen metselaar, dat hij het werk goed gedaan had. Als aandenken ont ving hij de truffel ten geschenke. Mr. Wendelaar spreekt. Mr. Wendelaar ving aan met regen ten geluk te wenschen met het volvoeren dezer eerste-steen-legging en gaf dan aan Hans van Kinschot een uiteenzetting van de beteekenis dezer plechtigheid, daarttij den nadruk erop leggend, dat „eerste" hier wil zeggen „belangrijkste." Voortgaande, erkende spr. de noodzakelijk heidvan de voorgenomen uitbreiding, zóó nood zakelijk, dat zij zelfs in dezen tijd volkomen gewettigd mag heeten. Niet alleen de regen ten feliciteerde spr., maar ook de zusters en de patiënten en de directie wenschte hij ge luk met dit plechtige oogenblik, zoo lang verbeid, terwijl hij de heeren Saai en Mar gadant complimenteerde met het feit, dat net gebouw zal worden uitgevoerd zooals zij zich dat hadden voorgesteld. Ten slotte prees spr. de gemeenschap gelukkig, waar, zooals hier, het particulier initiatief en de overheid samenwerken. De burgemeester aan het woord. Laatste spr. was de burgemeester, jhr. v a n K i n s c h o t, die er zijn vreugde over uitsprak, dat zijn zoon was gevraagd den eersten steen te leggen. Spr. zag hierin een erkenning, dat hij, zijn echtgenoote en zijn vier jongens reeds worden beschouwd als te beh ooren tot Alkmaar's bevolking. Hij hoopte, dat het hun alleen gegeven zij mee te werken tot heil van Alkmaar. Zich wendend tot zijn zoon, zei spr. te hopen, dat deze plechtigheid voor deze gemeende vruchtbaar zal zijn op sociaal gebied. Jij hebt thans iets gedaan, dat strekt voor de verpleging van patiënten, waaraan het per soneel eiken dag zich wijdt. Zooals elk onderdeel van een horloge noodig is voor het goed loopen van het geheel, zoo is ook deze eerste-steen-legging noodzakelijk geweest, om te komen tot een nieuw gebouw naast het ziekenhuis in het belang van de zieken. Wij zende op Hans' lidmaatschap van de padvin dersclub, waardoor hij den plicht heeft da gelijks ten minste één goede daad te verrich ten, meende spr., dat de eerste-steen-legging voor het nieuwe zenuwpaviljoen zeker mag gelden als de goede daad van Zaterdag. Spr. eindigde met den wensch, dat hei nieuwe gebouw zal strekken tot bloei van het ziekenhuis en tot heil van de zenuwpatiënten in het bijzonder. De genoodigden begaven zich hierna naar de regentenkamer, waar thee werd geser veerd en een oorkonde werd geteekend, die, ingemetseld, voor het verre nageslacht de herinnering aan dezen dag zal bewaren. „Corn. Jonker, je bent een boffer," heeft onze muziekresencent eens een keer gezegd, en wij zouden dat nu willen herhalen. Immers na den regen op Za terdag alsof het goot en zelfs gistervoor middag weer regen, was het, zij het wat frisch, toch nog zoodanig met het weer gesteld, dat de voorgenomen huldiging in den Muziektuin kon doorgaan en, ge zien de algemeone bekendheid aan den jubilaris, was er een talrijk publiek bijeengekomen om daarvan getuige te zijn. De heer A. Haasboek, voorzitter „Mijn meester zou het mij zeer kwalijk ne men, als een der verwanten van den overste niet met de grootste onderscheiding zou worden behandeld. Zij zijn zeer oude vrien den. „En", vervolgde hij, „mijn meester zou er trotsch op zijn u alles, wat hij bezit, ter beschikking te stellen". ,Maar nu gaan we slapen, Bernhard", brak Saxon het verhaal af. Eerst tegen het noenmaal wareo de gasten weer op de been, behalve de vreemdeling, die in zijn bed was gebleven. „U kunt hier rustig eenige dagen blijven", zeide Melchior, „de overste heeft gezegd dat u niet mocht vertrekken vóór u geheel hersteld bent. Elke wensch van den overste wordt hier stipt vervuld. U is bier volkomen veilig". „Een paar dagen zullen voldoende zijn", antwoordde de vreemdeling. „De wonde is gelukkig van weinig beteekenis. Kijk, ik kan mijn hand zelfs gemakkelijk bewegen. Ik weet iets van de heelkunde af. Maar weet je, Melchior, zoo mag ik je toch zekel wel noe men. vriend?" „Zeker, graag", stemde deze toe. „Ik heb de laatste paar dagen geen slaap gehad". „Waarom niet, of is mijn vraag onbe scheiden?" vroeg Melchior. „Neen. Ik was bang. dat de Pappenheimers de prinses zouden oplichten", verklaarde de vreemdeling. „Daar heeft de overste goed voor ge zorgd" antwoordde de wachtmeester fier. De vreemdeling knikte, zweeg en dom melde weer in. van het huldigingscomité, sprak een kort welkomstwoord, speciaal tot de echtgenoote en de moeder van den jubi laris, zijn vreugde er over uitsprekend dat zij getuige mogen zijn van de suc cessen van man en zoon, voorts tot de wethouders Westerhof en v. Slingerland, de toonkunstenaars Bonset en Böhme (laatstgenoemde is directeur van Ber- gen's mannenkoor, dat voorheen geleid werd door Jonker) en de leden van „Daniël de Lange", te Koog aan de Zaan, die gekomen waren om het feest van hun vroegeren directeur mee te maken. Vele hartelijke geluk wenschen; de muzieknis leek wel een bloemenwinkel. Nadat verschillende koren afzonder lijk hadden gezongen en een vijftal nog gezamenlijk zich hadden laten hooren, had in de pauze de huldiging plaats. De heer A. Haasbroek opende de lange rij van sprekers(sters). Wijzende op het groot aantal jongeren, dat zich schaart onder Jonker's leiding, sprak hij de hoop uit, dat hier bewaarheid zal werden het gezegde: „Wie de jeugd heeft, bezit de toekomst" Spr. consta teerde dat niet alleen met de oudere, maar ook met de jongere koren reeds flinke successen zijn behaald, die maak ten, dat op concoursen de dirigent Jon ker als een ernstig concurrent worlt beschouwd. Wij wenschen u toe, dat ge nog vele prijzen moogt behalen. Spr. memoreerde vervolgens, hoe de heer Jonker met zijn koren herhaalde lijk heeft gewerkt op het terrein van liefdadigheid en vele malen optrad in verschillende tehuizen, om troost en afleiding te brengen aan zieken en ouden van dagen. In dezen werd nooit tever geefs een beroep op hem gedaan. Dankbaar was spr. gestemd over het spontane, waarmee geofferd werd om een jubileumsgeschenk te kunnen aan bieden aan den dirigent, die door alle leden van zijn acht koren hoog geacht wordt. Men had als geschenk een radio toestel aangekocht, hetwelk spr. zichzelf liet aandienen door het te laten spelen een klein deel van het (voor het dubbel - mannenkwartet Zang en Vriendschap) befaamd geworden „An der schonen blauen Donau", waarop een hartelijk applaus volgde. Ds. B a a r, voorzitter van het vrijz. knapenkoor, roemde den ijver waarme de de heer Jonker zich had toegelegd op de vorming van dat koor, toen eenmaal het plan tot oprichting, waarmee spr. lang had rondgeloopen, vasten vorm had gekregen. Spr. hal verbaasd ge staan over de in korten tijd reeds met het jongenskoor behaalde resultaten, gevolgen van Jonker's grooten tact om met de knapen om te gaan, zijn paeda- gogische gaven en zijn concentratiever mogen. Spr. bracht hem daarvoor hulde en dank, de overtuiging uitsprekend, dat het koor onder leiding van dezen diri gent in de toekomst in den lande met eere zal worden genoemd. Een bloemhulde vergezelde deze woorden. Een afgevaardigde van het koor D a- niëlde Langete Koog aan de Zaan, waarvan de heer Jonker tot voor korten tijd leider was, getuigde van de prettige samenwerking met hem en bood als herinnering een zilveren molen aan. Namens het dameskoor Half V ij f werd een bloemstuk aangeboden met den wensch van „nog vele aangename uren in onze harem." De heer Joh. Brands te Alkmaar bood voor zich en als voorzitter van de afdeeling Noordholland van den Bond van koordirigenten de beste wenschen voor de toekomst aan. Het verheugde hem, dat er zooveel spontaniteit voor deze huldiging onder de koren had ge leefd, bewijzen van meeleven dit is iets wat dirigenten wel eens noodig hebben. Hij hoopte dat de heer Jonker deze bij voortduring zal mogen onder vinden. De heer P. van den Berg sprak met groote waardeering over den tijd, dat de jubilaris bij ziekte van den vori- gen directeur van De Stem des Volks en De Kleine Stem dezen had vervangen bij het instudeeren van Morgenrood en bood daarvoor bloemen aan, daaraan toevoegende de beste wenschen van den tegenwoordigen leider van die koren. Twee meisjes traden vervolgens naar In den namiddag brachten Marion en Saxon een bezoek aan hun vriend, den vreemdeling. Hij zat in een diepen leuning stoel voor het venster, dat een prachtig uit zicht gaf op de omringende wouden. Saxon drukte hem de linkerhand en zei- de: „Wij beiden danken u van harte voor uw tusschenkomst en wij zouden graag den grooten dienst vergelden. Als een rustig le ven eenige bekoring voor u heeft, een kalm bestaan kunnen wij u wel verzekeren". „Ja zeker!" voegde Marion er aan toe, „De groote schat Saxon keek Marion verwonderd aan, maar hij zweeg. „Overste", antwoordde de vreemdeling, „geld heb ik niet noodig. Als u mij een gunst zoudt willen bewijzen, dan zou het moeten zijn, dat ik later aan uw zijde tegen de Pap penheimers zou mogen vechten". „Als het zoover komt, graag", luidde het antwooid van den overste. „Maar is het on bescheiden te vragen wie onze vriend eigen lijk is?" „Ik ben een heelmeester. Namen doen weinig terzake. Ik heb u gezegd, dat ik geen heksenmeester of duivelskunstenaar ben, die zich aan satan verkocht heeft en als kat rondloopt om vee te dc oden of menschen te benadeelen en op den Bloksberg danst met naakte heksen in den Saturnusnacht. De bul van den paus over het vervolgen van toove- naars en heksen, de bekentenissen, op de pijnbank ontlokt aan toovernaars en heksen, zijn- waanvoorstellingen. Een gemakkelijk middel om zich van een vijand te ontdoen En de protestantsche geestelijken", zuchtte hij, „zijn al even fel in het vervolgen als de Dinsdag 17 Juli. HILVERSUM, 1875 M. A.V.R.O- uitzending. 8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramo foonplaten. 10.30 Vioohrecital B. Lensky. A. d. vleugel: E. Veen. 11.Kook- en bakpraatje mevr. R. LotgeringHillebrand. 11.30 Gra mofoonplaten. 12.Het orkest v. het Rembrandt-Theater te Amster dam o. 1. v. D. Hartogs. 1.45 Gra mofoonplaten. 2.30 Zang door Ré Koster. A. d vleugel: Eb. Veen. 3. Kniples mevr I. de Leeuwvan Rees. 3.20 Gramofoonplaten. 4.15 Gramofoonplaten. 4.30 Rad,o-kinder- koorzang o. 1. v. J. Hamel. 5. Voor de kinderen. 5.30 Omroep orkest o. 1. v. N. Gerharz. 7.30 Gra mofoonplaten. 8.Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest o. 1. v. N. Gerharz. m. m. v. F. Baumann (tenor). 8.45 Gevarieerd programma m. m. v. Kovacs Lajos en zijn orkest, de „Paradise Garden Hawaians", de „Nicholas Melody Makers", het Novelty Quartet en een draaiorgel. 11.Vaz Dias. 11.1012.Gra mofoonplaten. HUIZEN, 301 M. KRO-uitzending. 4.—5.10 HIRO. 8—9.15 en 10.— Gramofoonplaten. 11.30 Godsdien stig halfuurtje. 12.15 Orkestconcert en gramofoonplaten. 2.Vrouwen uur. 3.Gramofoonplaten. 4. HIRO. 5.10 Gramofoonplaten. 5.45 Lezing. 6.Gramofoonplaten. 6.15 Orkestconcert. 7.15 Lezing. 7.40 Orkestconcert. 8.25 Vaz Dias. 8.30 Gramofoonplaten. 8.40 Orkestcon- eert. 9.15 Causerie. 9.25 Gramo foonplaten. 9.50 Schlagermuziek. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Vaz Dias. 10.35 Schlagermuziek. 11.05 12.Gramofoonplaten. DAVENTRY, 1500 M. 10.35— 10.50 Morgenwijding. 12.20 Whitby Sted. Orkest o-1. v. Gomez 1.20 Or gelconcert J. P. Tew. 2.05 Western Studio Orkest o. 1. v. Thomas. 3 20 Torquay Sted. Orkest o. 1. v Goss. 4.50 Het Macnaghten Strijkkwartet. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Schotsch Studio Orkest o. 1. v. Daines. 7.35 „Summer showers", revue-programma van R. Hill. M. m. v het Midi. Revue-koor, en -orkest. 8.20 Radio Militair Orkest o. 1. v. Walton O'Donnell. 9.20 Berichten. 9.45 „Richard Hathaway", spel van Wright. 10.45 Lezing. 10.501220 Lew Stone en zijn orkest. PARIJS „RADIO PARIS", 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12.20 Pascal-orkest. 8.20 Gevarieerd programma 10 50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Concert uit rest. „Ritz". 3.20 5.10 Concert uit rest. „Wivex" 5.30—5.50 Amerikaansche en Engel- sche liederen. 8.35 Apollo-revue 1934 m. m. v. solisten en orkest o. 1. v. Kai Kilian. 11.0512.50 Dansmuziek. KEULEN, 45o M. 6.45 Orkest- concert o. 1. v. L'hermet. 12.20 Om- roepkleinorkest o. 1. v. Eysoldt. 1.20 Orkestconcert o. 1. v. Margraf. 4.20 Kwintetconcert. 7.20 Kinderkoor o. 1. v. W. Brouwers. 8 30 Omroep orkest o. 1. v. Kühn. ROME, 421 M. 8.30 Gramofoon platen. 9.05 Gevarieerd programma of Radiotooneel. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gramofoonplaten. 1.302.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Symphonie- concert o. 1. v. Kumps. 6 50 Gramo foonplaten. 8.20 Symphonieconoert o. 1. v. Kumps. 10.30—11.20 Gra mofoonplaten. 484 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 1.302.20 Gramo foonplaten. 5.20 Zang en piano. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Salonorkest o. 1. v. Walpot. 8.20 Salonorkest o. 1. v. Walpot. 8.40 Reportage uit de Grot van Han. 9.35 Vervolg con cert. 10.40—11.15 Gramofoonplaten. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Concert uit Keulen o. 1. v. J. Kühn. 9.10 „Das war Münch- hausen", spel van K. Herrmann. 10.20 Berichten. 10.50 Sportrepor- tage. 11.05 Weerbericht. 11.20— 12.20 Concert uit Hamburg o. 1. v. W. Schlottmann. GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE. Lijn 1Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.35—10.50, Daventry 10.50—11.20, Lond. Reg. 12.20—15.20, Daventry 15.20—17.35, Lond. Nat. 17.35—1920, Daventry 19.20—24.—. Lijn 4: Keulen 10.3519.20, Brus sel 19.20—24.—. voren om de gelukwenschen van het kinderkoor in bloemen te neggen en daarna sprak een vertegenwwrdiger van Schoor I's Gemengd Koor de hoop uit op verdere successen van Jon ker's koren. Het vrijz. kerkkoor huldigde zijn dirigent in dichtmaat en bloemen, waar op een spontaan „Lang zal hij leven" van het heele publiek volgde. De heer K o h n e r t bracht dank voor Jonker's optreden met Zang en Vriend schap voor de vereeniging Nazorg, waaraan spr. de aangenaamste herinne ringen had bewaard. Hij deed zijn woor den vergezeld gaan van een bloemhulde Namens den heer Molenaar, in wiens lokalen zoo nu en dan gerepeteerd wordt, werden eveneens bloemen aan geboden, en de heer M. Zwaan sprak als vriend hartelijke woorden onder het overhandigen van een boek als her innering aan de prettige samenwerking. Bergen's Mannenkoor herinner de zich onder het aanbieden van bloemen met dankbaarheid den tijd dien Jonker als zijn dirigent optrad en hoopte nog vele jaren de vriendschap van dezen te mogen genieten. Een afgevaardigde van Z a n g 1 u s t van Koedijk getuigde van de vriend schap jegens den leider en hoopte dat die nog tal van jaren zal blijven bestaan. De spreker bood ook al weer bloemen aan. De heer Haasbroek bood uit naam van den heer Hecker, in wiens zaal Zang en Vriendschap zijn repetities houdt, bloemen aan en eveneens namens den heer mr. C. J. de Lange, bescherm- katholieke priesters. Ik heb mijn geheele le ven daartegen gestreden, en zelfs een boek, een ernstig boek, daartegen geschreven misschien ben ik daardoor te uitvoerig in mijn antwoord. Het gevolg was, dat ik voor den rechter gedaagd werd, maar ik vond het veiliger niet te verschijnen". Er heerschte een oogenblik stilte. „Maar u weet toch blijkbaar meer dan an- de menschen". „Misschien lijkt u dat zoo, maar dikwijls zijn de verklaringen van de vreemdste ver schijnselen zeer eenvoudig". „Kijk", zei hij en haalde uit zijn zak met de linkerhand twee ijzeren ringen, toonde hen in elke hand één. „Hier zijn twee ringen". Hij liet zijn rechter elleboog rustten op de leuning van zijn stoel. „Nu smeed ik ze aan elkander"; hij wierp Saxon de beide ringen toe.. Ze waren ineengeklonken. Saxon en Marion beschouwden de ringen nauwkeurig van alle zijden, maar zij kon den ze niet uiteen krijgen. Zij zaten vast aan elkander gesmeed als schakels van een ket ting. „Mag ik ze nu even terug?" Met de lin kerhand nam hij de ringen van Marion aan. „En nu", vervolgde de vreemdeling, „heb ik in elke hand weer één ring. Zij zijn los, uiteen gevallen zonder vuur zonder smeed kunst!" „Onmogelijk", zei Marion. „En toch een heel eenvoudig spelletje. De verklaring? Ik zal u die geven. Ziet u, ik heb drie ringen, één los en twee aaneenge- klonken. Heel eenvoudig een klein beetje vlugheid met de vingers, boerenbedrog. Zoo nestaat er heel veel in de wereld dat onbe grijpelijk schijnt en in wezen zeer eenvoudig heer van dit dubbelmannenkwartet. Voorts las spr. een gelukwensch voor, die een bloemstuk had vergezeld van de 8-Octobervereeniging Alkmaar's Ontzet, terwijl hij nog mededeelde, dat ten huize van den jubilaris felicitaties waren ont- gen van den burgemeester (met een bloemhulde), den befaamden dirigent Fred. J. Roeske, den piano-leeraar J. W. Kersbergen, beiden te Amsterdam, van de zang- en muziekdirecteuren Joh. Kuiper en Blaauw, en van de vereeni- gingen Vereenigde Zangers en Orpheus; bloemen waren ten huize van Jonker nog ontvangen van mevr. Ruygh te Alk maar en de heeren Diesfeldt te Bergen en Visser te Alkmaar en voorts hadden de heeren Matthieu Wiegman te Bergen en Massee te Alkmaar elk nog door een kunstvoorwerp uiting gegeven aan hun achting voor den j ibilaris. Ten slotte sprak spr. nog eenige har telijke woorden namens Zang en Vriend schap voor Jonker's groote toewijding jegens deze vereeniging, waarvan hij nu 12K jaar dirigent is, in welken tijd een hechte vriendschap tusschen leider en leden is ontstaan. Spr. bood mevr. JonkerBok bloemen aan. De jubilaris was zéér gevoelig voor de ondervonden hulde, zóó zelfs, dat hij moeite had zijn dank onder woorden te brengen. Met een luid „Lang zal hij leven" werd de officieel© huldiging besloten. Van het huldigingsconcert schrijft onze muziekresencent, de heer A. Ko- ger, het volgende: Schoorl Gemengd koor opende het is en om zulke grappen zijn menschen ver brand. Ik zou u voorbeelden kunnen aanha- len, waarvan u versteld zoudt staan". „Maar", meende Saxon. „Er zijn toch menschen, die in de toekomst kunnen lezen". „Inderdaad", hernam de heelmeester. Maar met toovernarij of de duivel heeft dat niets te maken. Door alle eeuwen heen heeft men daar een oplossing voor gezocht, doch de wetenschap heeft er nog geen gevonden, evenmin als men de bereiding van goud weet, waarnaar men ook nog eeuwen zal zoeken. Er zijn menschen, die een gebeurte nis vooruitzien, anderen die op een onge looflijk verren afstand kunnen zien wat er gebeurt, weer anderen, die een of ander dra matische daad jare later voor oogen krij gen voor oogen krijgen, is misschien ver keerd uitgedrukt. Zij zien het voor hun geest Maar er is veel bedrog bij". „En u is zulk een ziener?" vroeg Marion. „Soms, prinses!" klonk het antwoord van den heelmeester. „Mag ik veten", hernam Saxon, waarom u mij telkens heeft geholpen?" „Omdat u de prinses uit de handen dier beulen heeft gered. Ik kwam helaas te laat. Mijn eenige dochter is het droevige slacht offer geworden. Ik heb wraak gezworen. Gis teren zijn er weer tien gevallen. Eerst werk te ik alleen, nu heb ik talrijke, trouwe vrien den gekregen, die aan mij verknocht zijn. Vóór het jaar ten einde is, zullen er van de beulen van Maagdenburg slechts weinigen meer in leven zijn. De val van deze stad zal geheel andere gevolgen hebben dan Tilly en Von Pappenneim verorherstellen". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5