WA m Wh Wh Ut S n 4 m R u DREIN J-aomei Jiunst en Wetenschap Jhi2 z£ecu(kiek ft D S E -Z- E E 14 N E wm D (LZluA •N L D W/ E E V N e V E 0 fl WA N N fl E N N P W/'// c V//M pelkd^c&uutschRjandfmta $ilmmeutas Mankgoe Radja „Djong Joe" vertelt. Onze Tweede Augnstas-Opgave- Een Krniswoordpnzzle. Ook nu viel deze puzzle zeer in den smaak wat het aantal inzendingen wel bewees We laten het peheel ingevulde dia gram hiernaast volgen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Au- gustus-eerie). De cijfers 3. We laten hieronder een zeer onvolle dige deeling volgen. Alleen weet men dat de deeler uit vier en het quotiënt uil zes cijfers bestaat. Samen bevatten zij de cijfers van 0 tot en met 9. Verder zijn alle cijfers 3 gegeven. XX3XJX 3 3 XXX 3 XXX(XXXXXX X 3 XXX X 3XX3 XXXXX XXXXX X! XXX XXXXX XXXXX XX 3 X XX 3 X jGevraagd wordt deze deeling volledig in te zenden. geheel T P K IIP -S 'o! V O N D p fn i e (V T L ii E -R H R 3 P E K JJ P 3 V R L N E K ff P ÉS E 1 N E 0 N §f| E T u H A IV 'D P t: <3 w L U A IV E E T T tf P I iK L 3 P E imü E L E r 0 Hf E 3 0 E CD L wP ËR M E i E U N 1 P L u K E L A F -R T WA 3 E K E •R <3 E P E T WA 0 3 -R 1 A K E K .S T 0 0 v5 L 0 E cd E i CD 0 0 i M K E p L' E E ifl -R .j *z 1' E Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 24 Augustus 12 uur aan den Puzzle- Redacteur van de Alkmaarsche Courant. POOS 20 CT.-TUBE 40 SN 00 CT. 40-JARIG TOONEELJUBILEUM VAN BUZIAU. Naar wij vernemen, U de N.V. „Bouwmees- Ur-revue" bezig met de voorbereiding van een nieuwe revue, die zij in 1935 zal uitbrengen. Tevens zal het volgend jaar onze groote ko miek Johan Buziau zijn 40-jarig tooneeljubi laum viaran in da tiende groote revue, door het gezelschap Bouwmeester gemonteerd. DE ITALIANEN. Deze zangeressen en zangers zijn in Alk maar gaarne geziene artisten. Gaven zij toch veertien dagen geleden voor een volle zaal hun eerste operaconcert in dit seizoen, gister avond had in 't Gulden Vlies het tweede concert plaats, en weer was de zaal, of schoon niet geheel gevuld, toch zóó bezet dat wij dat in het komende winterseizoen voor andere uitvoeringen ook gaarne zouden kunnen -constateeren. Het uithoudingsvermogen dezer artisten is onbegrijpelijk want na de pauze wordt dat Sedeelte van het programma verdubbeld oordat na elk nummer één toegift minstens volgt, (Hilde Reggiani, Luige Fort, Nino Piccaluga, en Saturno Meletti, moesten twee extra's geven). Ook het slotnummer, 'n kwartet uit „Lucia di Lammermoor van Don- nizetti, wilde men tweemaal hooren Het pu bliek bij deze avonden is altijd buitengewoon enthousiast. Die stemming kwam al tot uiting na nummer één, de Romanza uit „Salvator Rosa" van Gomez. door den bas Dario Caselli, en steeg na elk nummer. Toen Piccaluga de Romance uit La Gio- conde van Ponchielli gezongen had, riep men: Boheme, BohemeÜ En zoo ging het tot het einde toe Het succes dat de Italianen hier steeds hebben is enorm, maar zij worden ook niet gespaard. Men dwingt extra nummers af die welwillend gegeven worden Door ongesteldheid van Henk van den Berg, trad Maestro Parenti, den eersten diri gent der Italiaansche opera, als accompag- nateur op. Ook hierin toonde hij een kunste naar te zijn. A. K. EEN MEISJE MET SEX-APPEAL. Een vlette, vroolijke film in de Harmonie. De Harmonie brengt deze week wel een zeer vlotte en vroolijke film, n.1, „Een meisje met Sex Appeal". Het is Magda Schneider, die in deze U.F.A-rolprent de hoofdrol speelt, en ze doet dat met zooveel charme en levendigheid, dat iedere bezoeker zich aller kostelijkst amuseert. De jongedame is de dochter van een mu ziekuitgever, wiens zaak achteruitgegaan is, omdat papa zich niet met de moderne muziek wenschte te bemoeien. Van een „Schlager" wil 'hij bijvoorbeeld niets weten. Hij wordt daarin gesterkt door den procuratiehouder, die n.b. zijn schoonzoon wil worden, uit, waar dochterlief wel alles op tegen heeft. Zii is een sportgirl van den modernen tijd. zij houdt van moderne schlagers, zij houdt van moderne mannen. En als tenslotte papa zijn zin toch wil doordrijven en met zijn procuratiehouder een zakencontract wil afsluiten en tevens een soort huwelijkscontract, dan zorgt de echtgenoot* in-spé er voor, dat er niets van komt, want zij neemt den vreesachtigen procuratiehouder °P de duo en volbrengt met hem een race vol sensatie, vol spanning. Het motorritje eindigt in den laten avond onder onweer en slagregens en de arme pro curatiehouder vindt onderdak in een dorps logement, terwijl de moderne sportgirl te recht komt bij twee moderne componisten, dde talent, maar geen geld hebben en wier manuscripten steeds „in dank" teruggezonden zijn. Papa zelf is natuurlijk zeer ongerust en waarschuwt de politie die overal zoekt. En zoo begint den volgenden dag een jacht op de girl, die Sex-appeal bezit, een jacht, waarin de procuratiehouder een droevig figuur slaat en waarin de sportgirl niet haar beide mak ker» schitterend zegeviert. Wij nemen U, lezer, niet mee op al die pret tige en spannende avonturen; wij zullen U niet vertellen, hoe het eene verlovingsfeest totaal mislukt en het andere Enfin, dat moet ieder gaan zien. Zooals gezegd een alleraardigste rolprent, die boeit van het begin tot het einde, een film met prettige muziek, goed spel, kortom, een film, die iedereen kan waaideeren en waar naar men met veel genoegen zit te kijken. Het voorprogramma is sterk varieerend en brengt o.a een film, die laat zien, hoe een groote zaak haar artikelen op handige wijze aan den mar. brengt. Ook deze film is een verrassing voor het publiek! CINEMA AMERICAIN. Twee hoofdnummers. Er zijn deze week twee hoofdnummers in de Cinema Americain. Het eerste speelt in de wereld der bootraces en geeft spannende staaltjes van snelheid, moed en behendigheid te zien. Het ver haal, dat door deze sportprestaties is gevlochten is buitengewoon boeiend, zelfs zoo, dat men dikwijls vergeet om welke interessante opnamen het in deze rolprent eigenlijk te doen was. Er is een ouden racebootbouwer, die een allerliefste dochter heeft en een hei per, die er ook niet onaardig uitziet. De jonge menschen hebben elkaar lief en de oude man besluit den jongen op de komende wedstrijden de leiding van zijn boot toe te vertrouwen. Alles zou voor treffelijk gegaan zijn want bij de proefwedstrijden bleek deze boot de snelste te zijn als de vrienden van den vroegeren kampioen den jongen be stuurder niet mee naar een kroeg had den genomen om hem dronken of al thans aangeschoten te maken, met het gevolg, dat hij het onderspit moet del ven. De oude bootbouwer wil niets meer met hem te maken hebben en dan valt de jonge man hee'emaa! in handen van schurken, die hem voor dranksmokke larij gebruiken. Hij weet zich uit die omgeving te be vrijden dank zij een alleraardigst jochie, die geen vader en moeder meer heeft en wiens peetvader hij wordt. Men ontvoert den knaap bij de eerstvolgende race maar na spannende autoritten en aller lei avonturen weet de racer den knaap terug te krijgen ea nog juist op tijd aan den wedstrijd deel te nemen waarna hij alle concurrenten met stukken slaat en een gelukkig huwelijk daarvan natuur lijk het gevolg is. Dank zij het voortreffelijke spel der hoofdpersonen niet het minst van den kleinen jongen is deze film, waarin spannende races van snelle booten zijn opgenomen van een bijzonder beko rend karakter. De voornaamste film in dit theater is er een waarin Douglas Fairbanks de hoofdrol speelt. Hij blijkt nog weinig van zijn vroegere lenigheid verloren te heb ben al heeft hij dan nu ook een rol, die heel wat minder acrobatiek vergt. Hij vaart en rijdt met de toeschouwers na melijk in tachtig minuten de wereld rond en wij volgen hem op dien tocht waarbij de mooiste streken van Japan, China, Siam en andere Aziatische vor stendommen bezocht worden. Zoo komen wij in Honoloeloe, in Manilla, in Hong- konk, Nanking, Peking enz. en overal laat Douglas ons het mooiste van het land, zijn zeden en gewoonten zien. Het is alles bijzonder interessant en leer zaam. Wij zien den Japanner en den Chinees in zijn huis en wij zien de machtige bouwwerken van het Oosten, wij maken een receptie bij den koning van Siam mee, wij gaan met Fairbanks naar een Indischen fakir, die de truc met het in de lucht geworpen touw vertoont, wij bezoeken een slangenkweekerij, wij zien de dansgirls van Bankok en andere Oostersche plaatsen, wij bekijken aan den oever van de ganges de crematie van hindoes en wij aanschouwen prach tige oveiblijfse.cn van Indische tempel bouw. Douglas Fairbanks, die in leze film zuiver Hollandsch spreekt men heeft dat op voortreffelijke wijze in elkaar gezet vertelt bij zijn tocht om de wereld van alles wat hem interes seert en wat de toeschouwere op de film te zien krijgen. Hij heeft een bijzon der origineele manier om «Ich van het eene land naar het andere te ver plaatsen. Spannend is in deze film vooral de tijgerjaeht waarbij de Jagers op olifanten zitten en met deze kolossussen het oer woud in trekken Van het Oosten naar het Westen gaat het al heel vlug en het is geen wonder dat Douglas voor zijn wereldreis slechts tachtig minuten noodig heeft omdat hij Europa overvliegt op het tapijtje, dat ln .ie film De dief van Bagdad zulke goede diensten bewees Op dit tapijt vliegt hij met zijn metgezellen over Eropa zonder eenlge pleisterplaats en landt veilig in Hollywood waar zijn medewerkers het mooi genoeg vinden en er een plotse ling een eind aan maken. Vooral uit het oogpunt van land- en volkenkunde is deze film buitengewoon interessant. Vooraf gaat een uitgebreide serie bin nen- en buitenlandsch nieuws waarbij fraaie opnamen van het bloemencorso te Bergen in het bijzonder de aandacht trekken. HOUD VOL, COWBOY! EN EEN GELUKKIOE RAMP! Alkmaarsch Bioscoop Theater. Het A.B.T. brengt deze week twee interes sante films die in hun genre buitengewoon geslaagd zijn. „Een gelukkige ramp", verdient al bijzoi- der uw aandacht. Want niet alleen dat men hierin kennis kan maken met de beroemde acteur George Arliss maar men ziet een schijnbaar eenvoudig gegeven behandeld op een wijze, die van hetbegin tot het einde 'boeit. Henry Wilton, de rijke bankier, keert in Amerika terug, nadat hij zijn land in Europa als financieele specialiteit groote diensten heeeft bewezen. Zijn jonge tweede vrouw, zijn zoon en dochteihebben tijoens zijn afwezig heid een onbezorgd vroolijk maar rijk leventje geleid. Alle huiselijkheid is hun vreemd ge worden en de sympathieke Wilton, die in zijn huis een welverdiende rust hoopte te vinden, is eigenlijk diep teleurgesteld. Doch op echt menschelijke wijze weet hij vrouw, zoon en dochter weer tot zich te brengen. Hij zegt geruïneerd te zijn en leert dan eerst goed de drie menschen kennén, waar hij zooveel van houdt. Een gelukkig slot van een mooie film. Prachtig heeft George Arliss de rol van Wilton gespeeld. U moet dit gaan zien. En de andere, zooals Mary Astor en Evalyn Knapp sluiten zich hierbij zoo juist aan, dat een fraai geheel wordt verkregen. „Houd vol Cowboy", is een echte Wild- West-film, maar in dat genre uitstekend. Het verhaal begint met een buitengewoon optre den van het witte paard Duke, dat inderdaad uitnemend voor de film kan spelen. John Wayne, de cowboy acteur (in de film heet hij John Drury) weet het paard te temmen en t« redden van den dood. Hij hoort tevens van het moorddadig optreden van een onvindbare bandiet, de Havik geheeten. En de felle strijd, die daarna ontstaat tussct*M John en den Havik vormt de spannende sensatie, die de bezoekers doet meeleven. Nu John is voor geen klein geruchtje ver- waard. En dat de Havik zijn einde vindt (met behulp van Duke) en Johir als beloo ning een aardig meisje krijgt (goed gespeeld door Ruth Hall) stemt aan 't «lot ieder te vreden. Een leuke vlotte film. Een journaal en een teekenfilm vormen met deze hoofdnummers een zeer geslaagd programma. FRAULEIN HOFFMANN'S ERZAHLUNGEN. In het Victoria-Theater. Dt roep over deze film heeft reeds gister avond een ongekend groote schare bijzon der groot voor een eerste vertoom ng in een fi'.mweek naar het Victoria Theater doen opgaan. En nu wij deze film hebben gezien, durven wij voorspellen, dat de eerstvolgende dagen deze grocte belangstelling zal blijven. V/ij hebben de gevierde actrice Annv Ondra gezien als hoofd van de koffiefinna Limann, in welke kwaliteit zij met haar auto in het water rijdt, totdat zij (na voorzien te zijn van droge kleeren eener goedhartige boerin) eenige uren later wordt opgenomen door een vriendelijken heer. die m haar een meisje van de straat meent te zien en haar in zijn wagen meeneemt. Deze nieuwe rol houdt zij vast. zij vertelt hem. dat zij Anny Hoffmann heet en hangt een droevig relaas op van haar leven, en als zij dan bemerkt, dat hij werkelijk om haar begin te geven, verheugt haar dat. omdat haar aanbidders tot nu toe slecht» op haar millioenen hadden gelet. Ernstige verwikkelingen ontstaan en, als ook in haar zich de „aroma des levens" openbaart, zooals tante Hanna (lda Wüst) de liefde noemt, terwijl zij ontdekt dat deze aanbidder niemand ander» is dan haar ern stige concurrent in den koffiehandel Benno Karding. Wij zullen al deze verwikkelingen en toevalligheden niet pogen te vertellen, men moet ze zien om er van te genieten hoe Anny Ondra beurtelings Anny Hoffmann en Anita Limann is en hoe Karding laatstge noemde een zuiver zakelijk huwelijksvoor»tel doet, terw ijl hij de landloopster eigenlijk be geert. Deze krijgt hij ten slotte en dan heeft hij natuurlijk ook de ander. Zelfs de reclame voor de Limann- en de Kardtngkoffie vloeit ineen. Vroolijk, ondeugend, demonisch, in elke crea ie toont Anny Ondra 2ich in deze film een ster van de bovenstt plank. Matthias Wiemann staat haar als Karding uitstekend ter zijde en lda Wüst is een pracht-tarte Hanna, de .uitvindster" van de ,aioma des levens", wier lacht bijzonder aanstekelijk werkt. Dit drietal maakt met verschillende anderen „Fraulein Hoffmann's Erzahlungen" tot een inderdaad zeer aantrekkelijke rol prent. Aan het hoofdnummer gaat een vrij uit gebreid voorpiografflma vooiaf: een Hol landsch en -en buitenlandsch journaal met veel sporttóeken (tennis, paarden, lucht vaart); een reis door Rusland (met een kijkje in verschillende steden) en een prettige mu ziekfilm „Isham Jor.es en zijn orkest." Het vertrek, de aankomst der koppen snellers, het koppensnellersfeest. Ik heb U ree is verteld, waarom het snellen noodig was, en waarom het zoo nuttig voor de Dajaks was. Jk zal nu zeggen, hoe het in zijn werk ging. Wanneer alzoo de zoon van den Radja volwassen was, nog geen zwarte lenden doek droeg, als hij derhalve nog geen kop had gehaald of er nog geen met zijn zwaard had aangeraakt, vvenschten de mannen in de kampong een kop te „ha len". Ze pleegden dan samen overleg. Er werd bepaald op welken dag ze zou den vertrekken en hoeveel mannen mee zouden gaan. Waren er dapperen bij, dan gingen er 5 tot 6, anders wel 30 per sonen. Ze moesten voedsel meenemen voor de reis, maar raakte dit onderweg op, dan konden ze in 't bosch allerlei vruchten en dieren vinden, of bemach tigen en die opeten. In de wildernis mochten ze niet verdwalen. (Het is bij zonder moeilijk, zelfs voor natuurmen- schen als de Dajaks in de wouden den weg te vinden! T.) Daarom namen ze 2 of 3 Poenans mee (Poenans zijn zwer vende Dajaks, die geen landbouw uitoe fenen, nooit de bosschen verlaten. T.). Aan den stand van zon en maan weten ze den weg te vinden. Bovendien waren ze voor de 6nellers nuttig, omdat zij de te 6nellen menschen opzichten, waarbij eerstgenoemden dan in het bosch wachtten, tot ze door de spoorzoekers werden gewaarschuwd. De snellers mochten niet zonder meer op reis gaan! Ze bleven eerst 3 dagen aan het eind der kampong op voortee kens wachten om te zien of het tijdstip van het vertrek goed was gekozen en of er zegen op de reis zou rusten. Daar toe letten ze op het geluid van twee vo gels: de „6isit" en de „gisau" (Die vogels vormen het intermédiair tusschen de goden of geesten, zijn hun berichtgevers, boodschappers, T.). Het eerst moesten ze de „sisit" hooren. Een goed teeken was het als de sisit geluid gaf en niet vloog. Ook als hij onder het geluid geven naar rechts vloog. Dan konden de men schen op reis gaan. Maar floot hij, ter wijl hij naar links koers zette, dan stel den ze het vertrek 3 dagen uit. Was het de „gisau" dan gingen ze terug naar huls en wachtten anderhalve maand, want het was een zeer ongustig teeken. Na verloop van dien tijd werden er nieuwe voorteekens gezocht. Ze hechtten zeer groote waarde aan die slechte voor teekenen. want zelden ze: „wanneer wij toch aanvallen, bereiken wij ons doel niet, de vijanden zullen ons dooden" Had men goede voorteekens gekregen, dan gingen ze dadelijk op reis, want ze verlangden er erg naar En dan gingen ze naar die plaatsen, waar ze de aan wezigheid van verzamelaars van bosch producten (rubber, rottan of reukhout) vermoedden. De tijdsduur was onbe paald. Soms keerden ze pas na 2 a 3 maanden terug. Was hun voedsel op, dan aten ze vruchten en dieren. Vonden ze sporen van menschen dan verscholen ze zich en zonden ze de Poe nans vooruit om die menschen te vinden. Vonden de Poenans die personen, dan keerden ze gauw naar de snellers te rug om ze in te lichten. Deze waren dan zeer verheugd, 's Avonds gingen ze dan zingen, pretmaken en krijgsdansen uit voeren. Deelden de Poenans mede, dat ze veel menschen hadden gezien en dat deze goedgewapend waren, dan traden de dappersten naar voren, trokken vol verw aandheid hun zwaard, richtten zich hoog op, hakten links en rechts in de boomen, deden net of ze met den vijand vochten en onder hevig krijgsgeschreeuw riepen ze uit: „Als ik geen kop krijg, keer ik niet tot den grond terug, dan ga ik naar den hemel". Dat is zoo hun ma nier van zeggen. Het beteekent: Laat maar, ze gaan «terven, als ze geen hoofd krijgen, ze keeren niet terug, HIJ, die tot den leider van den aanval was verkozen, bepaalde het tijdstip, waarop men naar de verblljfplaktsen der te snellen menschen zou gaan. Slechts 5 A 6 trokken er dan op af. De anderen wachtten op de plaats waar halt was gehouden. BIJ de verblijfplaats der te snellen menschen overlegden de aan vallers hoe ze 2 A 3 koppen, desnoods 1, zouden kunnen krijgen Bij het aanval len was ieder op zich zelf aangewezen: zoodra ze één of meer koppen hadden gekregen, haastten ze zich naar hun schuilplaats terug. De meegebrachte kop werd boven vuur gedroogd. Was dit af- geloopen, dan keerden ze onder luid ge schreeuw huiswaarts. Dit heette: „bert- Joeng". Hadden ze 2 A 3 maanden noodig gehad om den kop te bemachtigen, bij het terugkeeren haastte men ziéh zoo, dat men in 4 A 5 dagen thuis was. Bij den ingang der kampong ware.n ze ver plicht te wachten, want de vrouwen mochten den kop niet zien vóór hij met de mandau was aangeraakt door hen, die wilden „.bertjantjoet hitam" (de zwarte lendendoek aantrekken). Men ging door met het krijgsgeschreeuw. De kampongmensehen en zij, die wenschten te „menggetoek" (de kop met het zwaard aanraken, een magische handeling, die dient om de groote kracht, die in een hoofd zetelt op zichzelf over te brengen, T.) kwamen aanloopen. Ze waren ge kleed zooals 't hoort: mandau op zij (zwaard), oude kralen om den hals, tanden van beren, panters, e. d. in de ooren, zwarte lendendoek, oorlogshelm met lange vogelveoren, in 't kort 3e kleeding, die voor de eerste keer werd gebruikt. De mannen, die met het zwaard den kop wenschten aan te ra ken. brachten elk een kip mee en een bord. Dan richtten de oude mannen of hun volgelingen elk twee houten staken op, die ze in één rij plaatsten. De staak met het bord van den zoon van den Radja voorop. Daar achter die der kam pongmannen. Volgens het geloof der menschen werd kip en bord aan den Geest gegeven, opdat deze de mannen, die den kop met hun zwaard wenschten aan te raken, geluk zou schenken. Kip en bord werden op de staken geplaatst. Dan staken de mannen beurtelings met de mandau naar den koop 't Eerst den zoon van den Radja. Vóór het slaan of steken sorak dan een der oudsten tot den Geest: „Dit is N.N. (de naam van den man, die den kop wenschte aan te raken). Hij wil den kop aanraken, op dat hij de zwarte lendendoek mag dra gen, de mandau, versierd met tanden, enz." Dit gezegd zijnde, mocht de man de handeling uitvoeren, Was dit afge- loopen, dan gingen allen onder luid ge zang Tiaar de kampoeng, waar ze door de mannen en vrouwen met groot ver- 115. Nu, daar hadden de kok en de bediende niet op gerekend. Want niet alleen Drein Drentel en Piet Prikkel gingen voor het vloertje aar zij ook. En 't mooiste was, dat de kok een groote pan met veel onder zijn arm had. Deze vloog de lucht en en de inhoud stortte op het viertal neer. 116. Toen de hoofdbediende en de kok weer naar binnen gingen, zagen ze er allebei verschrikkelijk uit. Ze zaten vol met olie en meel. Jullie kunt je voorstellen, dat ze er uitzagen als een paar vieze bandieten. En hun woede werd natuurlijk nog grooter, toen de andere bedienden allemaal heel hard be gonnen te lachen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7