WA
m
Wh
Wh
Ut
S
n
4
m
R
u
DREIN
J-aomei
Jiunst en Wetenschap
Jhi2 z£ecu(kiek
ft
D
S
E
-Z-
E
E
14
N
E
wm
D
(LZluA
•N
L
D
W/
E
E
V
N
e
V
E
0
fl
WA
N
N
fl
E
N
N
P
W/'//
c V//M
pelkd^c&uutschRjandfmta
$ilmmeutas
Mankgoe Radja „Djong
Joe" vertelt.
Onze Tweede Augnstas-Opgave-
Een Krniswoordpnzzle.
Ook nu viel deze puzzle zeer in den
smaak wat het aantal inzendingen wel
bewees
We laten het peheel ingevulde dia
gram hiernaast volgen.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Au-
gustus-eerie).
De cijfers 3.
We laten hieronder een zeer onvolle
dige deeling volgen. Alleen weet men dat
de deeler uit vier en het quotiënt uil zes
cijfers bestaat. Samen bevatten zij de
cijfers van 0 tot en met 9. Verder zijn alle
cijfers 3 gegeven.
XX3XJX 3 3 XXX 3 XXX(XXXXXX
X 3 XXX
X 3XX3
XXXXX
XXXXX
X! XXX
XXXXX
XXXXX
XX 3 X
XX 3 X
jGevraagd wordt deze deeling
volledig in te zenden.
geheel
T
P
K IIP -S
'o!
V
O
N
D
p fn
i
e
(V
T
L
ii
E
-R
H
R
3
P
E
K
JJ
P
3
V
R
L
N
E
K
ff
P
ÉS
E
1
N
E
0
N §f|
E
T
u
H
A
IV
'D
P
t:
<3
w
L
U
A
IV
E
E
T
T
tf
P
I
iK
L
3
P
E
imü
E
L
E
r
0
Hf
E
3
0
E
CD
L
wP
ËR
M
E
i
E
U
N
1
P
L
u
K
E
L
A
F
-R
T
WA
3
E
K
E
•R
<3
E
P
E
T
WA
0
3
-R
1
A
K
E
K
.S
T
0
0
v5
L
0
E
cd
E
i
CD
0
0
i
M
K
E
p
L'
E
E ifl
-R
.j
*z
1'
E
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag
24 Augustus 12 uur aan den Puzzle- Redacteur van de Alkmaarsche Courant.
POOS 20 CT.-TUBE 40 SN 00 CT.
40-JARIG TOONEELJUBILEUM VAN
BUZIAU.
Naar wij vernemen, U de N.V. „Bouwmees-
Ur-revue" bezig met de voorbereiding van een
nieuwe revue, die zij in 1935 zal uitbrengen.
Tevens zal het volgend jaar onze groote ko
miek Johan Buziau zijn 40-jarig tooneeljubi
laum viaran in da tiende groote revue, door het
gezelschap Bouwmeester gemonteerd.
DE ITALIANEN.
Deze zangeressen en zangers zijn in Alk
maar gaarne geziene artisten. Gaven zij toch
veertien dagen geleden voor een volle zaal
hun eerste operaconcert in dit seizoen, gister
avond had in 't Gulden Vlies het tweede
concert plaats, en weer was de zaal, of
schoon niet geheel gevuld, toch zóó bezet
dat wij dat in het komende winterseizoen
voor andere uitvoeringen ook gaarne zouden
kunnen -constateeren.
Het uithoudingsvermogen dezer artisten
is onbegrijpelijk want na de pauze wordt dat
Sedeelte van het programma verdubbeld
oordat na elk nummer één toegift minstens
volgt, (Hilde Reggiani, Luige Fort, Nino
Piccaluga, en Saturno Meletti, moesten twee
extra's geven). Ook het slotnummer, 'n
kwartet uit „Lucia di Lammermoor van Don-
nizetti, wilde men tweemaal hooren Het pu
bliek bij deze avonden is altijd buitengewoon
enthousiast. Die stemming kwam al tot
uiting na nummer één, de Romanza uit
„Salvator Rosa" van Gomez. door den bas
Dario Caselli, en steeg na elk nummer.
Toen Piccaluga de Romance uit La Gio-
conde van Ponchielli gezongen had, riep
men: Boheme, BohemeÜ En zoo ging het tot
het einde toe
Het succes dat de Italianen hier steeds
hebben is enorm, maar zij worden ook niet
gespaard. Men dwingt extra nummers af
die welwillend gegeven worden
Door ongesteldheid van Henk van den
Berg, trad Maestro Parenti, den eersten diri
gent der Italiaansche opera, als accompag-
nateur op. Ook hierin toonde hij een kunste
naar te zijn.
A. K.
EEN MEISJE MET SEX-APPEAL.
Een vlette, vroolijke film in de
Harmonie.
De Harmonie brengt deze week wel een
zeer vlotte en vroolijke film, n.1, „Een meisje
met Sex Appeal". Het is Magda Schneider,
die in deze U.F.A-rolprent de hoofdrol
speelt, en ze doet dat met zooveel charme en
levendigheid, dat iedere bezoeker zich aller
kostelijkst amuseert.
De jongedame is de dochter van een mu
ziekuitgever, wiens zaak achteruitgegaan is,
omdat papa zich niet met de moderne muziek
wenschte te bemoeien. Van een „Schlager"
wil 'hij bijvoorbeeld niets weten. Hij wordt
daarin gesterkt door den procuratiehouder,
die n.b. zijn schoonzoon wil worden, uit,
waar dochterlief wel alles op tegen heeft.
Zii is een sportgirl van den modernen tijd.
zij houdt van moderne schlagers, zij houdt
van moderne mannen.
En als tenslotte papa zijn zin toch wil
doordrijven en met zijn procuratiehouder een
zakencontract wil afsluiten en tevens een soort
huwelijkscontract, dan zorgt de echtgenoot*
in-spé er voor, dat er niets van komt, want
zij neemt den vreesachtigen procuratiehouder
°P de duo en volbrengt met hem een race
vol sensatie, vol spanning.
Het motorritje eindigt in den laten avond
onder onweer en slagregens en de arme pro
curatiehouder vindt onderdak in een dorps
logement, terwijl de moderne sportgirl te
recht komt bij twee moderne componisten,
dde talent, maar geen geld hebben en wier
manuscripten steeds „in dank" teruggezonden
zijn.
Papa zelf is natuurlijk zeer ongerust en
waarschuwt de politie die overal zoekt. En
zoo begint den volgenden dag een jacht op
de girl, die Sex-appeal bezit, een jacht, waarin
de procuratiehouder een droevig figuur slaat
en waarin de sportgirl niet haar beide mak
ker» schitterend zegeviert.
Wij nemen U, lezer, niet mee op al die pret
tige en spannende avonturen; wij zullen U
niet vertellen, hoe het eene verlovingsfeest
totaal mislukt en het andere
Enfin, dat moet ieder gaan zien.
Zooals gezegd een alleraardigste rolprent,
die boeit van het begin tot het einde, een film
met prettige muziek, goed spel, kortom, een
film, die iedereen kan waaideeren en waar
naar men met veel genoegen zit te kijken.
Het voorprogramma is sterk varieerend en
brengt o.a een film, die laat zien, hoe een
groote zaak haar artikelen op handige wijze
aan den mar. brengt. Ook deze film is een
verrassing voor het publiek!
CINEMA AMERICAIN.
Twee hoofdnummers.
Er zijn deze week twee hoofdnummers
in de Cinema Americain. Het eerste
speelt in de wereld der bootraces en
geeft spannende staaltjes van snelheid,
moed en behendigheid te zien. Het ver
haal, dat door deze sportprestaties is
gevlochten is buitengewoon boeiend,
zelfs zoo, dat men dikwijls vergeet om
welke interessante opnamen het in deze
rolprent eigenlijk te doen was.
Er is een ouden racebootbouwer, die
een allerliefste dochter heeft en een hei
per, die er ook niet onaardig uitziet. De
jonge menschen hebben elkaar lief en
de oude man besluit den jongen op de
komende wedstrijden de leiding van zijn
boot toe te vertrouwen. Alles zou voor
treffelijk gegaan zijn want bij de
proefwedstrijden bleek deze boot de
snelste te zijn als de vrienden van den
vroegeren kampioen den jongen be
stuurder niet mee naar een kroeg had
den genomen om hem dronken of al
thans aangeschoten te maken, met het
gevolg, dat hij het onderspit moet del
ven. De oude bootbouwer wil niets meer
met hem te maken hebben en dan valt
de jonge man hee'emaa! in handen van
schurken, die hem voor dranksmokke
larij gebruiken.
Hij weet zich uit die omgeving te be
vrijden dank zij een alleraardigst jochie,
die geen vader en moeder meer heeft en
wiens peetvader hij wordt. Men ontvoert
den knaap bij de eerstvolgende race
maar na spannende autoritten en aller
lei avonturen weet de racer den knaap
terug te krijgen ea nog juist op tijd aan
den wedstrijd deel te nemen waarna hij
alle concurrenten met stukken slaat en
een gelukkig huwelijk daarvan natuur
lijk het gevolg is.
Dank zij het voortreffelijke spel der
hoofdpersonen niet het minst van den
kleinen jongen is deze film, waarin
spannende races van snelle booten zijn
opgenomen van een bijzonder beko
rend karakter.
De voornaamste film in dit theater is
er een waarin Douglas Fairbanks de
hoofdrol speelt. Hij blijkt nog weinig van
zijn vroegere lenigheid verloren te heb
ben al heeft hij dan nu ook een rol, die
heel wat minder acrobatiek vergt. Hij
vaart en rijdt met de toeschouwers na
melijk in tachtig minuten de wereld
rond en wij volgen hem op dien tocht
waarbij de mooiste streken van Japan,
China, Siam en andere Aziatische vor
stendommen bezocht worden. Zoo komen
wij in Honoloeloe, in Manilla, in Hong-
konk, Nanking, Peking enz. en overal
laat Douglas ons het mooiste van het
land, zijn zeden en gewoonten zien. Het
is alles bijzonder interessant en leer
zaam.
Wij zien den Japanner en den Chinees
in zijn huis en wij zien de machtige
bouwwerken van het Oosten, wij maken
een receptie bij den koning van Siam
mee, wij gaan met Fairbanks naar een
Indischen fakir, die de truc met het in
de lucht geworpen touw vertoont, wij
bezoeken een slangenkweekerij, wij zien
de dansgirls van Bankok en andere
Oostersche plaatsen, wij bekijken aan
den oever van de ganges de crematie
van hindoes en wij aanschouwen prach
tige oveiblijfse.cn van Indische tempel
bouw. Douglas Fairbanks, die in leze
film zuiver Hollandsch spreekt men
heeft dat op voortreffelijke wijze in
elkaar gezet vertelt bij zijn tocht om
de wereld van alles wat hem interes
seert en wat de toeschouwere op de
film te zien krijgen. Hij heeft een bijzon
der origineele manier om «Ich van het
eene land naar het andere te ver
plaatsen.
Spannend is in deze film vooral de
tijgerjaeht waarbij de Jagers op olifanten
zitten en met deze kolossussen het oer
woud in trekken
Van het Oosten naar het Westen gaat
het al heel vlug en het is geen wonder
dat Douglas voor zijn wereldreis slechts
tachtig minuten noodig heeft omdat hij
Europa overvliegt op het tapijtje, dat ln
.ie film De dief van Bagdad zulke goede
diensten bewees Op dit tapijt vliegt hij
met zijn metgezellen over Eropa zonder
eenlge pleisterplaats en landt veilig in
Hollywood waar zijn medewerkers het
mooi genoeg vinden en er een plotse
ling een eind aan maken.
Vooral uit het oogpunt van land- en
volkenkunde is deze film buitengewoon
interessant.
Vooraf gaat een uitgebreide serie bin
nen- en buitenlandsch nieuws waarbij
fraaie opnamen van het bloemencorso te
Bergen in het bijzonder de aandacht
trekken.
HOUD VOL, COWBOY! EN EEN
GELUKKIOE RAMP!
Alkmaarsch Bioscoop Theater.
Het A.B.T. brengt deze week twee interes
sante films die in hun genre buitengewoon
geslaagd zijn.
„Een gelukkige ramp", verdient al bijzoi-
der uw aandacht. Want niet alleen dat men
hierin kennis kan maken met de beroemde
acteur George Arliss maar men ziet een
schijnbaar eenvoudig gegeven behandeld op
een wijze, die van hetbegin tot het einde
'boeit.
Henry Wilton, de rijke bankier, keert in
Amerika terug, nadat hij zijn land in Europa
als financieele specialiteit groote diensten
heeeft bewezen. Zijn jonge tweede vrouw, zijn
zoon en dochteihebben tijoens zijn afwezig
heid een onbezorgd vroolijk maar rijk leventje
geleid. Alle huiselijkheid is hun vreemd ge
worden en de sympathieke Wilton, die in
zijn huis een welverdiende rust hoopte te
vinden, is eigenlijk diep teleurgesteld. Doch
op echt menschelijke wijze weet hij vrouw,
zoon en dochter weer tot zich te brengen. Hij
zegt geruïneerd te zijn en leert dan eerst
goed de drie menschen kennén, waar hij
zooveel van houdt. Een gelukkig slot van een
mooie film. Prachtig heeft George Arliss de
rol van Wilton gespeeld. U moet dit gaan
zien. En de andere, zooals Mary Astor en
Evalyn Knapp sluiten zich hierbij zoo juist
aan, dat een fraai geheel wordt verkregen.
„Houd vol Cowboy", is een echte Wild-
West-film, maar in dat genre uitstekend. Het
verhaal begint met een buitengewoon optre
den van het witte paard Duke, dat inderdaad
uitnemend voor de film kan spelen. John
Wayne, de cowboy acteur (in de film heet hij
John Drury) weet het paard te temmen en t«
redden van den dood. Hij hoort tevens van
het moorddadig optreden van een onvindbare
bandiet, de Havik geheeten. En de felle
strijd, die daarna ontstaat tussct*M John en
den Havik vormt de spannende sensatie, die
de bezoekers doet meeleven.
Nu John is voor geen klein geruchtje ver-
waard. En dat de Havik zijn einde vindt
(met behulp van Duke) en Johir als beloo
ning een aardig meisje krijgt (goed gespeeld
door Ruth Hall) stemt aan 't «lot ieder te
vreden.
Een leuke vlotte film.
Een journaal en een teekenfilm vormen
met deze hoofdnummers een zeer geslaagd
programma.
FRAULEIN HOFFMANN'S
ERZAHLUNGEN.
In het Victoria-Theater.
Dt roep over deze film heeft reeds gister
avond een ongekend groote schare bijzon
der groot voor een eerste vertoom ng in een
fi'.mweek naar het Victoria Theater doen
opgaan. En nu wij deze film hebben gezien,
durven wij voorspellen, dat de eerstvolgende
dagen deze grocte belangstelling zal blijven.
V/ij hebben de gevierde actrice Annv Ondra
gezien als hoofd van de koffiefinna Limann,
in welke kwaliteit zij met haar auto in het
water rijdt, totdat zij (na voorzien te zijn van
droge kleeren eener goedhartige boerin)
eenige uren later wordt opgenomen door een
vriendelijken heer. die m haar een meisje van
de straat meent te zien en haar in zijn wagen
meeneemt. Deze nieuwe rol houdt zij vast.
zij vertelt hem. dat zij Anny Hoffmann heet
en hangt een droevig relaas op van haar
leven, en als zij dan bemerkt, dat hij werkelijk
om haar begin te geven, verheugt haar dat.
omdat haar aanbidders tot nu toe slecht» op
haar millioenen hadden gelet.
Ernstige verwikkelingen ontstaan en, als
ook in haar zich de „aroma des levens"
openbaart, zooals tante Hanna (lda Wüst)
de liefde noemt, terwijl zij ontdekt dat deze
aanbidder niemand ander» is dan haar ern
stige concurrent in den koffiehandel Benno
Karding. Wij zullen al deze verwikkelingen
en toevalligheden niet pogen te vertellen,
men moet ze zien om er van te genieten hoe
Anny Ondra beurtelings Anny Hoffmann en
Anita Limann is en hoe Karding laatstge
noemde een zuiver zakelijk huwelijksvoor»tel
doet, terw ijl hij de landloopster eigenlijk be
geert. Deze krijgt hij ten slotte en dan heeft
hij natuurlijk ook de ander. Zelfs de reclame
voor de Limann- en de Kardtngkoffie vloeit
ineen.
Vroolijk, ondeugend, demonisch, in elke
crea ie toont Anny Ondra 2ich in deze film
een ster van de bovenstt plank. Matthias
Wiemann staat haar als Karding uitstekend
ter zijde en lda Wüst is een pracht-tarte
Hanna, de .uitvindster" van de ,aioma des
levens", wier lacht bijzonder aanstekelijk
werkt. Dit drietal maakt met verschillende
anderen „Fraulein Hoffmann's Erzahlungen"
tot een inderdaad zeer aantrekkelijke rol
prent.
Aan het hoofdnummer gaat een vrij uit
gebreid voorpiografflma vooiaf: een Hol
landsch en -en buitenlandsch journaal met
veel sporttóeken (tennis, paarden, lucht
vaart); een reis door Rusland (met een kijkje
in verschillende steden) en een prettige mu
ziekfilm „Isham Jor.es en zijn orkest."
Het vertrek, de aankomst der koppen
snellers, het koppensnellersfeest.
Ik heb U ree is verteld, waarom
het snellen noodig was, en waarom
het zoo nuttig voor de Dajaks was. Jk
zal nu zeggen, hoe het in zijn werk ging.
Wanneer alzoo de zoon van den Radja
volwassen was, nog geen zwarte lenden
doek droeg, als hij derhalve nog geen
kop had gehaald of er nog geen met zijn
zwaard had aangeraakt, vvenschten de
mannen in de kampong een kop te „ha
len". Ze pleegden dan samen overleg.
Er werd bepaald op welken dag ze zou
den vertrekken en hoeveel mannen mee
zouden gaan. Waren er dapperen bij,
dan gingen er 5 tot 6, anders wel 30 per
sonen. Ze moesten voedsel meenemen
voor de reis, maar raakte dit onderweg
op, dan konden ze in 't bosch allerlei
vruchten en dieren vinden, of bemach
tigen en die opeten. In de wildernis
mochten ze niet verdwalen. (Het is bij
zonder moeilijk, zelfs voor natuurmen-
schen als de Dajaks in de wouden den
weg te vinden! T.) Daarom namen ze 2
of 3 Poenans mee (Poenans zijn zwer
vende Dajaks, die geen landbouw uitoe
fenen, nooit de bosschen verlaten. T.).
Aan den stand van zon en maan weten
ze den weg te vinden. Bovendien waren
ze voor de 6nellers nuttig, omdat zij de
te 6nellen menschen opzichten, waarbij
eerstgenoemden dan in het bosch
wachtten, tot ze door de spoorzoekers
werden gewaarschuwd.
De snellers mochten niet zonder meer
op reis gaan! Ze bleven eerst 3 dagen
aan het eind der kampong op voortee
kens wachten om te zien of het tijdstip
van het vertrek goed was gekozen en
of er zegen op de reis zou rusten. Daar
toe letten ze op het geluid van twee vo
gels: de „6isit" en de „gisau" (Die vogels
vormen het intermédiair tusschen de
goden of geesten, zijn hun berichtgevers,
boodschappers, T.). Het eerst moesten
ze de „sisit" hooren. Een goed teeken
was het als de sisit geluid gaf en niet
vloog. Ook als hij onder het geluid geven
naar rechts vloog. Dan konden de men
schen op reis gaan. Maar floot hij, ter
wijl hij naar links koers zette, dan stel
den ze het vertrek 3 dagen uit. Was het
de „gisau" dan gingen ze terug naar
huls en wachtten anderhalve maand,
want het was een zeer ongustig teeken.
Na verloop van dien tijd werden er
nieuwe voorteekens gezocht. Ze hechtten
zeer groote waarde aan die slechte voor
teekenen. want zelden ze: „wanneer wij
toch aanvallen, bereiken wij ons doel
niet, de vijanden zullen ons dooden"
Had men goede voorteekens gekregen,
dan gingen ze dadelijk op reis, want ze
verlangden er erg naar En dan gingen
ze naar die plaatsen, waar ze de aan
wezigheid van verzamelaars van bosch
producten (rubber, rottan of reukhout)
vermoedden. De tijdsduur was onbe
paald. Soms keerden ze pas na 2 a 3
maanden terug. Was hun voedsel op,
dan aten ze vruchten en dieren.
Vonden ze sporen van menschen dan
verscholen ze zich en zonden ze de Poe
nans vooruit om die menschen te vinden.
Vonden de Poenans die personen, dan
keerden ze gauw naar de snellers te
rug om ze in te lichten. Deze waren dan
zeer verheugd, 's Avonds gingen ze dan
zingen, pretmaken en krijgsdansen uit
voeren. Deelden de Poenans mede, dat
ze veel menschen hadden gezien en dat
deze goedgewapend waren, dan traden
de dappersten naar voren, trokken vol
verw aandheid hun zwaard, richtten zich
hoog op, hakten links en rechts in de
boomen, deden net of ze met den vijand
vochten en onder hevig krijgsgeschreeuw
riepen ze uit: „Als ik geen kop krijg,
keer ik niet tot den grond terug, dan ga
ik naar den hemel". Dat is zoo hun ma
nier van zeggen. Het beteekent: Laat
maar, ze gaan «terven, als ze geen hoofd
krijgen, ze keeren niet terug,
HIJ, die tot den leider van den aanval
was verkozen, bepaalde het tijdstip,
waarop men naar de verblljfplaktsen der
te snellen menschen zou gaan. Slechts 5
A 6 trokken er dan op af. De anderen
wachtten op de plaats waar halt was
gehouden. BIJ de verblijfplaats der te
snellen menschen overlegden de aan
vallers hoe ze 2 A 3 koppen, desnoods 1,
zouden kunnen krijgen Bij het aanval
len was ieder op zich zelf aangewezen:
zoodra ze één of meer koppen hadden
gekregen, haastten ze zich naar hun
schuilplaats terug. De meegebrachte kop
werd boven vuur gedroogd. Was dit af-
geloopen, dan keerden ze onder luid ge
schreeuw huiswaarts. Dit heette: „bert-
Joeng". Hadden ze 2 A 3 maanden noodig
gehad om den kop te bemachtigen, bij
het terugkeeren haastte men ziéh zoo,
dat men in 4 A 5 dagen thuis was. Bij
den ingang der kampong ware.n ze ver
plicht te wachten, want de vrouwen
mochten den kop niet zien vóór hij met
de mandau was aangeraakt door hen,
die wilden „.bertjantjoet hitam" (de
zwarte lendendoek aantrekken). Men
ging door met het krijgsgeschreeuw. De
kampongmensehen en zij, die wenschten
te „menggetoek" (de kop met het zwaard
aanraken, een magische handeling, die
dient om de groote kracht, die in een
hoofd zetelt op zichzelf over te brengen,
T.) kwamen aanloopen. Ze waren ge
kleed zooals 't hoort: mandau op zij
(zwaard), oude kralen om den hals,
tanden van beren, panters, e. d. in de
ooren, zwarte lendendoek, oorlogshelm
met lange vogelveoren, in 't kort 3e
kleeding, die voor de eerste keer werd
gebruikt. De mannen, die met het
zwaard den kop wenschten aan te ra
ken. brachten elk een kip mee en een
bord. Dan richtten de oude mannen of
hun volgelingen elk twee houten staken
op, die ze in één rij plaatsten. De staak
met het bord van den zoon van den
Radja voorop. Daar achter die der kam
pongmannen. Volgens het geloof der
menschen werd kip en bord aan den
Geest gegeven, opdat deze de mannen,
die den kop met hun zwaard wenschten
aan te raken, geluk zou schenken. Kip
en bord werden op de staken geplaatst.
Dan staken de mannen beurtelings met
de mandau naar den koop 't Eerst den
zoon van den Radja. Vóór het slaan of
steken sorak dan een der oudsten tot
den Geest: „Dit is N.N. (de naam van
den man, die den kop wenschte aan te
raken). Hij wil den kop aanraken, op
dat hij de zwarte lendendoek mag dra
gen, de mandau, versierd met tanden,
enz." Dit gezegd zijnde, mocht de man
de handeling uitvoeren, Was dit afge-
loopen, dan gingen allen onder luid ge
zang Tiaar de kampoeng, waar ze door
de mannen en vrouwen met groot ver-
115. Nu, daar hadden de kok en de bediende niet op gerekend.
Want niet alleen Drein Drentel en Piet Prikkel gingen voor het
vloertje aar zij ook. En 't mooiste was, dat de kok een groote
pan met veel onder zijn arm had. Deze vloog de lucht en en de
inhoud stortte op het viertal neer.
116. Toen de hoofdbediende en de kok weer naar binnen
gingen, zagen ze er allebei verschrikkelijk uit. Ze zaten vol
met olie en meel. Jullie kunt je voorstellen, dat ze er uitzagen
als een paar vieze bandieten. En hun woede werd natuurlijk
nog grooter, toen de andere bedienden allemaal heel hard be
gonnen te lachen