mm
iH
w
ïA
li
m
JP
j§8
Hf
P
M
n
JU
■p
■P
m
11 M B
§jj
!p®ip^ip^
iH
"p
■V1»11
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
m
tt
iü
H
u
U
niÉl
SB
EEN EERESCHULD.
Ttamcu&tiek
m
w
m
Jeuitleton
Jthaakcu&ciek
m
£\W
M
mm
mm
abcdefgh
langen werden opgewacht. Alle moeders
of familie der vrouw wier zoon den kop
hadden aangeraakte hadden een kip
meegebracht, en bovendien een meisie.
Hiervoor was de toestemming van haar
ouders noodig. Dan gingen de jonge
mannen, die den kop hadden aange-
bij hel eopperisneilersjeest in Apo-Kajan
wordt het bloed van geofferde kippen en
varkens opgevangen op een bepaald soort
blaren. In bloed zetelt tooverkracht, in
de blaren ook. Na afloop werden derge
lijke blaren boven den kop opgehangen. In de
duisternis, die steeds in de voorgalerij der
woningwaar de koppen worden bewaard
heerscht, ziet men van die koppen heel wei
nig. Bij 't fotografeeren heb ik de blaren-
versieringen op zij geschoven.
raakt opstaan, 't Eerst de zoon van den
Radja. Ze gingen dan naar de moeder
of de familie van 't meisje en legden de
hand op haar schouders. De moeder, die
de kip bij zich had, nam dan de hand
van 't meisje en zei: „de kip kakele,
opdat mijn zoon lang leve en heel erg
dapper worde". Dan ging ze weg en liet
de kip los. Kakelde de kip, dan was dit
een teeken, dat de zoon gelukkig zou
zijn, oud zou worden en dapper. Deed
de kip het niet, dan was het geen goed
voorteeken.
Was dit afgeloopen, dan spoedden al
len zich naar het vergaderlokaal (een
huisje op palen, zonder wanden). Dan
legden de snellers vuren aan om feest
te vieren. De snellers en zij, die naar den
kop hadden gestoken, mochten eten
noch drinken, ze moesten vasten, d.w.z.
ze mochten alleen rijst eten. Voor de
oudere mannen duurde dit 3 dagen, voor
de jongelieden, die den kop hadden aan
geraakt, 8 dagen, maar geen van allen
mochten- ze in huis slapen, niemand
mocht geslachtsgemeenschap met een
vrouw uitoefenen.
Het vuur mocht niet met een lucifer
worden aangestoken, of met reeds bran
dend hout worden aangemaakt. Het
moest worden gemaakt, door het
wrijven van een reepje bamboe tegen een
stuk droog, oud hout. Het moest zeer
zorgvuldig gebeuren. Bij het wrijven en
trekken van het reepje bamboe langs de
groef in 't hout, breekt het in tweeën.
Die twee stukjes nu moesten precies
even lang zijn. Volgens hun geloof was
het geen goed voorteeken, wanneer bij
het breken het eene stuk lang, het an
dere kort was: het op het veld staande
gewas zou dan niet groeien, ongeluk zou
den mensch treffen, zij zouden bij het op
sneltocht gaan nooit we,r een kop be-
net zoo lang tot het reepje bamboe in
machtigen! Daarom probeerden ze het
twee even lange stukjes brak
Ik zal het op die wijze maken van vuur
een paar keer door bemiddeling van
Sultan Achmad laten doen om te filmen,
't Lijkt bar eenvoudig, maar 't is een
heele kunst! In „Opo-kajan" informeer
de ik er naar of men het daar ook deed.
Het resultaat was, dat men 't vroeger
had gedaan, maar dat men nog heel goed
wist hoe 't moest. Maar een proef mis
lukte. Toen loofde ik een petroleumblik
tabak uit (voor die arme menschen een
zeer groot cadeau!) voor hem, wien 't
zou lukken. Ik gaf ze een paar weken
tijd om te oefenen Rook kon-men krijg
maar geen vuur, en dit in een kampong
van 2500 zielen Natuurlijk probeerde
k het zelf ook Maar ik bracht het niet
eens tot het ontstaan van een weinig
rook. T.
Men probeerde het nu net zoo lang,
tot men succes had- Het op die wijs
aangestoken vuur mocht niet uitgaan,
anders zonden de snellers en zij, die
naar den kop hadden gestoken, spoedig
sterven. Daarom werd er op gepast
door een daarvoor speciaal aangesteld
persoon.
Dan vierde de kampong 3 dagen lang
op allerlei wijze feest, den heelen dag
door. Men danste, enz., om op die ma
nier den geesten te toonen, dat men
dankbaar was een kop te hebben be
machtigd, wat op 't zelfde neerkwam
alsof men gebeden bracht. Dit feest
heette: „Erau Tjantsjoet Hitam" (feest
van de zwarte lendendoek). Na den der
den dag verzamelden de snellers zich
aan het eind der kampong om den ver-
bodstijd te beëindigen. Ze brachten dan
rij6t mee, visch, varkensvleesch enz. Dit
voedsel werd gekookt. Vóór men ging
eten, nam men een beetje van het voed
sel, bracht dit buiten de kampong, riep
den Geest op en zei: „Nu zijn de drie
dagei verbodstijd voorbij, dit voedsel
moet Gij eten (waarbij men het op den
grond neerzette) wij beginnen niet te
eten voor wij er U iets van hebben gege
ven". Dan pas gingen allen terug naar
het feesthuis om te eten. Bij de jonge
mannen, die naar den kop hadden ge
slagen, gebeurde het pas na 8 dagen.
Dan eerst was het het heele feest afge
loopen. Zooals hierboven is vermeld,
trof den menschen nu geen onheil als
b.v. misgewas, ziekte, sterfte enz.
Niet steeds had men op sneltochten
succes, men keerde wel eens met ledige
handen terug. Het gebeurde ook, dat er
onderweg menschen sneuvelden of stier
ven. Gebeurde dit eerste, dan zei men:
„het snellen is verkeerd afgeloopen."
Had men wel een kop bemachtigd, dan
was toch het doel niet bereikt. Men
mocht dan geen feest vieren, den kop
ook niet met het zwaard laten aanraken.
Had men op reis tegenslag door sterven
of sneuvelen, dan moest de tocht toch
doorgaan, omdat anders de verbodstijd
één vol jaar zou moeten duren, waarbij
men niet anders mocht eten dan droge
rijst. Het doel was in dat geval alleen
om den verbodstijd te doen eindigen.
Trof men geen menschen aan, die
konden worden gemeld, dan haalde men
uit hun verblijfplaats gebruiksvoorwer
pen of wat men er maar van ze in aan
trof, wat op hetzelfde neerkwam, alsof
men een kop had gehaald. Zoo kon men
dan den verbodstijd beëindigen en als er
reeds dooden waren, spoedig naar huis
terug keeren. Maar feest werd er dan
niet gevierd."
Het bovenstaande is het eenvoudige
verhaal van het hoofd „Djong Joe De
lezer is nu wel overtuigd, dat het kop
pensnellen heelemaal geen uiting i6
van bloeddorst of wreedheid, maar een
noodzakelijkheid, voortspruitend uit het
Geloof, den Godsdienst der Dajaks.
„Djong Joe" verklaart niet waarom
verschillende handelingen worden ver
richt, waar om b.v. de vrouwen eerst
niet tegenwoordig mogen zijn bij 't feest;
de beteekenis van het vasten, die van
het vuur enz. Hij weet het niet, net zoo
min als wij ons bewust zijn van de ver
schillende gewoonten, die nog van ani-
mistischen, heidenschen oorsprong zijn,
b.v. waarom rouwkleeren zwart zijn,
waarom de klok wordt geluid, enz.
Er is over de „ziel van den primitie
ve" heel veel geschreven, er is veel over
nagedacht, dikke boeken zijn er over
geschreven. Men is het onderling eens,
dat de primitieve, die midden in de na
tuur staat, planten, dieren en steenen
met heel andere oogen ziet dan de Wes
terling. Maar hoe, zal wel een raadsel
blijven! Het bovenstaande moge er een
illustratie van zijn!
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1345.
Stand:
Zw. 9 sch. op: 4, 5,11, 12, 18, 24, 26, 30,
35.
W. 10 sch. op: 19, 27, 28, 32, 33, 37, 38,
39, 42, 44.
Oplossing.
1. 27—21 1. 24 13 of 26 17
2. 32—27 2. 26 17 of 24 13
3. 27—21 3. 17:26
4 37—31 4 26:48
5. 38—32 5. 48:34
6. 33—29 6. 34:23
7. 28 6 en wit wint door de gunstige
positie zijner schijven.
Interessante eindspelwinst,
In den volgenden stand
mm
Zw. 4 sch. op: 1, 3, 26, 37.
W- 3 sch. op6, 18, 27 en dam op 16.
wist wit op origineele wijze winst te oe-
hale.
Hij speelde:
1. 27—21
1.
26 :17
2. 18—12
2.
17: 8
3. 16— 2
3.
812 (gedw.)
4. 2— 7
4.
12—17 (gedw.)
5. 7—11
5.
17—21
6. 11— 7
6.
1 r 12
7. 6— 1
7.
12—17 gedw.
8. 16 en
wint.
Om de winst te zien, die er in den
stand hieronder voor wit is te behalen,
is lang niet eenvoudig. En toch als men
het eenmaal weet
vyy/y///.
Zw. 6 sch. op: 11, 12, 16, 19, 26, 44.
W. 5 sch. op: 22, 27, 28, 32, 37, en dam
op 4.
Wit brengt eerst door 2218 een zwar
te schijf op 23 wat beslist noodzakelijk
is. Dan speelt hij 2721. Zwart moet
twee slaan 16 38. Nu staan er door
schijf 23 weer twee schijven op slag.
Hierdoor kan wit zijn dam van 4 naar
13 plaatsen. Zwart moet 23 41 slaan en
van wit volgt dan 13 46 gewonnen.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1346 van A. Meaudre.
m,. ggp |yp m
mt
Zw. 10 sch. op: 1, 6, 8, 10, 12, 13, 16,
18 24 39
W. 8 sch. op: 21, 22, 27, 28, 32, 33, 37, 44.
In onze volgende rubriek geven wij
de oplossing.
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
20)
Ik keek met eenige verbazing naar haar en
Malewicz eveneens. Ze had maar een zeer
geringen nadruk gelegd op dat ,uw" en toch
voldoende, dat aller oogen zich met criti-
schen blik van de eene jas naar de andere
wendden. Het was onmogelijk om het ver
schil in weefsel en conditie niet waar te ne
men. Dat dit met bedoeling werd gezegd,
was onmiskenbaar, maar ik vond het in het
geheel niet lief van Jadwiga en voelde mij
in haar teleurgesteld.
Na dat eerste korte oogenblik van verba
zing had Malewicz zich heel gauw hersteld.
„U heeft gelijk", zei hij. „Een jas, die stof
en zelfs slijk geproefd heeft, kan- ook nog
wel een beetje meel verteren!"
Terwijl hij dus de zeef nam, begaf hij zich
aan die taak met bijna onnoodige energie
Ditmaal stelde ook geen van de dames voor
dat hij een schort zou dragen, en toen Wla-
dimir goedig een enkel woord daarvan zei,
antwoordde Malewicz, niet zonder eenige
bitterheid
„Neen, dank u. Ik zou er heelemaal niet
uitlokkend uitzien als kok". Wat inderdaad
zóó waar was, dat de blonde zusjes weer
begonnen te giechelen.
t
Maar op tijd was het meel gezift en de
peper gestampt en Malewicz voegde zich bij
ons aan tafel. Op dat oogenblik waren de
lampen ook binnengebracht.
„En nu een verhaalriep een van de bee-
ren. „Het vertellen begint altijd als de lam
pen er zijn. Dit is het deel van den avond,
dat ik het aardigste vind".
„Moet het een grappige of een ernstige
geschiedenis zijn?" vroeg Jadwiga.
„O, in 's hemelsnaam niets ernstig!" riep
het meerendeel van de dames, „dan nog lie
ver een sprookje!"
„Ik weet 't al!" zei onze gastvrouw en
keek mijn kant uit. „Het hoeft niet bepaald
een sprookje te zijn, maar enkele van onze
legenden. Miss Middleton heeft juist on
langs gezegd, dat zij zoo weinig afweet
van onze nationale tradities. Dit is nu met
een een goede gelegenheid om haar wat op
de hoogte te brengen. Laat ieder, die dit wil,
een legende ten beste geven".
En ze glimlachte mij toe van over de ta
fel met dien onweerstaanbaren blik, die zoo
warm aandeed, omdat je dan het gevoel
kreeg dat ze je te midden van die veel hoo-
geren in rang tcch niet vergat.
„Filko moet ophouden met dat suikerstam
pen", zei Jadwiga, „of we zullen in het ge
heel niets verstaan".
Daarna begonnen terwille van mij dan
de legenden, door verschillende van de gas
ten verteld; grillige, fantastische verhalen
van geestverschijningen en voorspellingen
en oorlogszuchtige daden, of in veel, of in
weinig woorden verteld, of saai, of vol span
ning, al naarmate de mentaliteit van den
verteller; maar alles met een poëtisch tintje
overgoten en de meeste droefgeestig van in
houd, wat ook niet anders kon verwacht
worden van een natie, die ten ondergegaan
was. Toen de beurt aan Wladimir kwam,
vertelde hij de geschiedenis van „de verdwe
nen varenbloesem" en deze legende herinner
ik mij beter dan ieder andere, misschien door
de wijze van vertellen, want Wladimir was
de beste van degenen, die aan het woord zijn
geweest. Van het oogenblik af, dat hij zich
gereed maakte om te spreken, en dat aller
oogen op hem gericht waren, voelde hij zich
in zijn element.
Nadat hij een blik over de tafel had ge
worpen om zich te overtuigen, dat de aan
dacht algemeen was, en met de lange appel
schillen steeds sierlijk tusschen de vingers
kronkelend, begon hij, zonder eenig vertoon,
maar met een soort bescheiden vertrouwen
in zijn eigen gave:
„De legende van den verdwenen varen
bloesem is waarlijk een zomergeschiedenis
en ik weet niet hoe ze klinken zal met Ce
lamp op tafel en de sneeuw daar buiten.
Maar ik zal het probeeren. „Nu, miss
Middleton" en hij wendde zich hoffelijk
tot mij „u weet natuurlijk, dat varens niet
zichtbaar bloeien, en toch wordt beweerd,
dat dit in lang vervlogen dagen wel 't ge
val is geweest. En hier nu volgt het verhaal
van de wijze, waarop wij dit verdwijnen ver
klaren
„Vele, vele jaren geleden bloeiden de va
rens bij ons als overal elders en haar bloe
1. Del.
Oplossing tweezet 505.
Probleem 506
(Osvvald).
a b c d f g h
Tweezet.
Eindspel 796.
F. Niesl.
mm.
w,
m.
MM.
WW.
Wit speelt en wint.
Oplossing.
1. Kg6 d2 2. Pd6 dlD. 3. Pf7f Kg8 4.
h7f Kf8. 5. h8Df Ke7 6. Df6f Ke8 (na Kf8
7. Pd6f en na Kd7 7. Dd8+). 7. De6f Kf8
8. Pg5! Dd3f 9. Kh6 en wint.
Eindspel 797.
Br. H. Lewitt.
abcdefgh
Wit speelt en wint.
Oplossing.
1. g7 Kf7 2. Pf6. Kg7 3. Pd7 Pa8 4. Kc4
Kf7 (of a) 5. Kc5 Ke7 6. Kc6 Kd8 7. Pb6
Pc7 8. Kb7 e5 9. Pd5 Pa8 10. Pf6! Pc7 (na
10e4 volgt 11. Pe4 en dan de winst-
manoeuvre Pe4—f6do) 11. Pe4 Pa8 (na
Kd7 12. Pc5f en Pe6f of Pa6 12. Pc5 ->4
(gedwongen) 13. Pe4 Kd7 14. Pf6f en
15. Pd5 en wint. a. 4e5
5. Pe5 Kf6 6. Kd5 Ke7 7. Kc5 Kd8 8-
Kc6 Kc8 9. Pd7 Pc7 10. Pb6f Kd8 11. Kb7
en wint na 6Pc7f 7. Kc6 Pa8 8-
Pd7f en 9. Pc5.
Eindspel 798.
V. U. Gandolfi.
abcdefgh
Wit speelt en wirt.
Oplossing.
1. c7 Pdd6 (of a) 2. Pg5f Kh4 (na Kh2
wint 3. Kf2. b.v. 3Pac4 4 Pg4f Khl
5. c8D! Pc8 6. Pe4 en 7. Pg3 mat) 3 Kg2ü
speelt 3Kg5 dan 4. Pe4f l'e4 5. c8D
enz. anders volgt 4. Pf3 mat.
sems waren van het reinste, het schoonste wit,
zoo wit als het hart van een kind, of van een
mensch, die geen kwaad h^eft gedaan: en al
leen een kind, of een volkomen goede man of
vrouw kon ze zien of plukken, want deze
bioem viel enkel waar te nemen op één nacht
van het jaar en werd bewaakt door vele
geesten tegen het naderen van een mensch.
Op den St. Jansnacht, precies op slag van
twaalven, barstte de knop open en die goed
en rein van hart was, en op dat uur alleen
in het bosch liep, kon ze plukken, want op
volkomen onschuld hadden de geesten geen
vat. Als die reine mensch den varensknop
dan in de hand hield, kon hij met één wensen
den grootsten rijkdom van de wereld bemach
tigen, dien niemand hem weer ontnemen
kon, dan hijzelve door zijn eigen daden. Op
iederen vier-en-twintigsten Juni deed zich
het geval voor, dat mannen en vrouwen, die
zich voor veel beter hielden dan ze waren,
te vergeefs door de bosschen d aalden, ter
wijl toch slechts één den bloesem zag of
soms zelfs niet eens een enkele, als er nie
mand was, zondeloos genoegEn zoo
is het menigmaal gebeurd, dat tegen den
ochtend de bloesem verdwenen was en dat
er heel het jaar geen meer verschijnen
zou.
Zoo moet er jaren en jaren geleden een
boerenjongetje hebben geleefd, wiens moe
der hem maar zóó weinig te eten kon geven,
dat ze hem de ganzen van den buurman liet
hoeden. Terwijl hij uren lang op de groote
vlakte zat met zijn wilgen roede in de hand,
vroeg hij zich af of er ooit wel eens een tijd
Pg6f enz.) 3. Kf! en^it^et ?ht4 '!a° 3
spoedig mat. m«t 4 p
De jaarlijksche bondswedstriia
hooren weer tot het verleden
slag van de eerste groep bent,?6
de heer Hamming de bondenk^'
is. Immers na loting met den h^mpio«n
Blok uit Rotterdam kreeg fii *®r H G
prijs. Deze laatste was invalleV eerst«
sterken Rotterdammer Mr fku001" d«n
heeft zich ineens naam gemaakt
NWtorl srhan Irin
Nederl. schaakwereld waar T"*1 ln
tot nog toe onbekend is. Alleen ÏL
van hem, dat hij op bord 7 Van
terdamsche bondstiental remise
tegen schrijver dezes, die voor'
S- B. tiental speelde. N. 5
Inmiddels wenschen wij deze
pathieken speler veel succes toe Sytl1,
In groep 6 behaalde onze nlafltc
v Kyvan U <-1 n \I7nn1
Uit g
punten
de heer E. de Waal, met 5
partijen de eerste prijs.
Deze jonge speler uit V. V v
stellig een goede schaaktoekomst
geven hier een zijner partijen w**.
Wit: J. ter Horst. Zw.: E. de W
-»)
«de
b«.
Gespeeld op 7 Aug. in de 2e rond
Aljechine-opening.
1. ©4 Pf6. 2. Pc3 (meestal speen
hier 2. c5 Pd5 3. c4 Pb6, 4. d4. De
ling van deze speelwijze van zwaP?6'
wit 't centrum te gunnen om 's'
trachten 't uiteen te scheuren: of
volgde speelwijze is een soort Scw/6"
partij in de nahand.) ^^*4»
2d5 3. ed5 Pd5 4. Df3 (Ziet»
gezond uit maar heeft tot bedoelitJ*1"
c3 na afruil met de dame terug te
om zoodoende een dubbelpion te 0
gaan. Wit had echter die dubbelpion 1
moeten accepteeren, want
krijgt hij de lijnen voor zijn loopers <wu?
terwijl nu de dame in 't voorterrein fe»!
dus aan alle mogelijke aanvallen bloot
afaof
4. Pc3 5. Dc3 Pc6 6. Pf3 1
de L. in) 7. a3, (om Lb4 te ver
Dd5 (Zwart zit eendgszins o..i 1
zet verlegen. Hij kan zijn Lf8
wegen en wil daarom tot e5 ko:
Le2 (beter was eerst 8. d4. waarna kan
volgen 9. Lg5 en 10. Lc4 en wit had een
overwegende stelling) 8e5 9
Le7 10. Lc4 Dd6 11. d3 0-0 12. Le3 Kh8
(f5 wordt voorbereid).
13. b4 13b6? Zwart maakt zijn
lijnen open voor Lc8) 14. Pd2? (Hier had
14. b5 de pion ©5 gewonnen), f51
(Wit geeft zelf de zetten aan voor zwartï
15. f4. Lf6. 16. Db3. Pd4 17. Da2? (Af.
ruilen is de boodschap hier. Nu komt
wit in 't gedrang).
17ef4 juist. Dit kan wit niet te-
rug nemen wegens Pe2f enz.) 18. Ldi
kost ook de kwaliteit. Maar Lf2 was
ook niet afdoende wegens Pe2 en zwart
wint ook de kwaliteit. Alles is 't gevolg
van de slechte zet Pd2.) 18Ld4f 19.
Khl Lal 20. Dal Lb7. Zwart staat opeens
uitstekend. Men lette nu eens op 't kruk-
kerige spel der witte dame.)
21. Tf2 (Nog niet noodig. Pf3 was ook
afdoende) 21Tae8. 22. d4 Te3 23.
Pfl. Te4 24. c3 Tfe8 25. Db2 Tel 26 Dd?
Lg2? (Hier verrekent zwart zich
schijnlijk. Hij dacht Lc4 te winnen) 27.
Tg2 Dc6 28. Ld3 f3 29. Tf2 T8e2ü (Uitste
kend gespeeld. Zwart kan niets nemen
wegens aftrekschaa). 30. Dg5 (Wanhoop.
De dreiging Dd8 is onschadelijk wegens
Te8 Zwart had hier gerust Tf2 kunnen
spelen dreigend Teflf en wint) 30
h6? 31. Dgl? (Hier had 31. Df5! gewon-
nen b.v. 31g6 32. Df8 remise door
eeuwig schaak; of 31. Kg8 Df3! en goeds
raad is duur voor zwart.
Na 31. Df5! Tfl 32. Tfl f2f 33. d5! is al-
les uit)
31Tf2 32. Df2 Te2 33. Le2 fe2f
34. Kgl eflDf 35. Dfl. Dc3 36. Df5. Ddif
37. Kg2 Db2f 3.8 Kgl. Delf 39. Kg2 Dgóf
40. Dg5 hg5 41. b5. Kg8 42. Kf3. Kf7 13.
Ke4 Ke6 (net op tijd) 44. a4 g6 45 h3. Kd6
46. Kd4 c5f 47. bcC e. pf Kc6. 48. Ke5 *5
49. Kf6 b5 50. ab5 Kb5. 61. Kg6. a4 52. Kg5
a3 53. h4 a2 54. h5 alD. 55. h6 Dh8.ent
spel is uit. Wit geeft op.
V. V. V. nieuws.
Zooals uit een advertentie in dit blad
blijkt zullen twee sterke spelers van
V. V. V. a.s. Dinsdagavond in de muziek-
tuin een 6imultaan-seance houden voor
Alkmaarders niet-leden van V. V. V.
Ieder kan daaraan zonder eenige ver
plichting deelnemen. Begonnen wordt
om 8 u. Komt niet aangesloten schakers
in Alkmaar, maakt door deze prachtige
gelegenheid eens kennis met de schaak-
club V. V. V.
zou komen dat hij genoeg te eten zou heb
ben; of hij het altijd zou moeten aanzien, dat
zijn moeder 's avonds rood-behuilde oog®
had, of dat zij met zwakke schreden van defl
haard naar het houtschuurtje wankelde, 0
dat haar trillende handen het spinnewiel
draaiden. „Als ik groot ben, zal dat nifj
meer gebeuren", zei hij tot zichzelven. „M®»
dat duurt nog wel tien jaar! Dan is zij
lang dood!" Toen ging hij bij zichzelven
de manieren, die er alzoo bestonden om vW
geld te maken, maar er wilde er hem geen v
vallen. Eindelijk vertelde iemand hem de ff
schiedenis van den varenbloesem, die '1
maakt in een uur. Onmiddellijk werd
hoop gewekt in zijn hartje, want dit 010#»
de, boerenventje, met de groote hei<*£
oogen, had mensch noch dier ooit kwaaa g
daan, wist eigenlijk niets af van bestaan
k v. c 1 ci (J *g
Hierhield Wladimir even op en vroeg
om een nieuwen bak met appels. Tioen J
tafel rondkeek, zal het hem wel
zijn geweest dat hij niets dan
gvnvwi u«i HIJ - IpffffnU*
gezichten zag. Ze hadden allen de s
dikwijls gehoord, maar misschien
goed verteld als Wladimir dit deed jfl
met die uitdrukkingsvolle, muzikale
ieder geval luisterden ze allen toe, j^et
j 1urac alS HUI
diik, nau w lauiuiu wv. n opge-
voor den held van dit verhaal, L deze
groeid, en zeker is het dan ook a(j foai
goedhartige jongeman niet m.elnprenven(i<:
gedaan in zijn leven, dan he verv0lgd)-