mm iH w ïA li m JP j§8 Hf P M n JU ■p ■P m 11 M B §jj !p®ip^ip^ iH "p ■V1»11 HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct m tt iü H u U niÉl SB EEN EERESCHULD. Ttamcu&tiek m w m Jeuitleton Jthaakcu&ciek m £\W M mm mm abcdefgh langen werden opgewacht. Alle moeders of familie der vrouw wier zoon den kop hadden aangeraakte hadden een kip meegebracht, en bovendien een meisie. Hiervoor was de toestemming van haar ouders noodig. Dan gingen de jonge mannen, die den kop hadden aange- bij hel eopperisneilersjeest in Apo-Kajan wordt het bloed van geofferde kippen en varkens opgevangen op een bepaald soort blaren. In bloed zetelt tooverkracht, in de blaren ook. Na afloop werden derge lijke blaren boven den kop opgehangen. In de duisternis, die steeds in de voorgalerij der woningwaar de koppen worden bewaard heerscht, ziet men van die koppen heel wei nig. Bij 't fotografeeren heb ik de blaren- versieringen op zij geschoven. raakt opstaan, 't Eerst de zoon van den Radja. Ze gingen dan naar de moeder of de familie van 't meisje en legden de hand op haar schouders. De moeder, die de kip bij zich had, nam dan de hand van 't meisje en zei: „de kip kakele, opdat mijn zoon lang leve en heel erg dapper worde". Dan ging ze weg en liet de kip los. Kakelde de kip, dan was dit een teeken, dat de zoon gelukkig zou zijn, oud zou worden en dapper. Deed de kip het niet, dan was het geen goed voorteeken. Was dit afgeloopen, dan spoedden al len zich naar het vergaderlokaal (een huisje op palen, zonder wanden). Dan legden de snellers vuren aan om feest te vieren. De snellers en zij, die naar den kop hadden gestoken, mochten eten noch drinken, ze moesten vasten, d.w.z. ze mochten alleen rijst eten. Voor de oudere mannen duurde dit 3 dagen, voor de jongelieden, die den kop hadden aan geraakt, 8 dagen, maar geen van allen mochten- ze in huis slapen, niemand mocht geslachtsgemeenschap met een vrouw uitoefenen. Het vuur mocht niet met een lucifer worden aangestoken, of met reeds bran dend hout worden aangemaakt. Het moest worden gemaakt, door het wrijven van een reepje bamboe tegen een stuk droog, oud hout. Het moest zeer zorgvuldig gebeuren. Bij het wrijven en trekken van het reepje bamboe langs de groef in 't hout, breekt het in tweeën. Die twee stukjes nu moesten precies even lang zijn. Volgens hun geloof was het geen goed voorteeken, wanneer bij het breken het eene stuk lang, het an dere kort was: het op het veld staande gewas zou dan niet groeien, ongeluk zou den mensch treffen, zij zouden bij het op sneltocht gaan nooit we,r een kop be- net zoo lang tot het reepje bamboe in machtigen! Daarom probeerden ze het twee even lange stukjes brak Ik zal het op die wijze maken van vuur een paar keer door bemiddeling van Sultan Achmad laten doen om te filmen, 't Lijkt bar eenvoudig, maar 't is een heele kunst! In „Opo-kajan" informeer de ik er naar of men het daar ook deed. Het resultaat was, dat men 't vroeger had gedaan, maar dat men nog heel goed wist hoe 't moest. Maar een proef mis lukte. Toen loofde ik een petroleumblik tabak uit (voor die arme menschen een zeer groot cadeau!) voor hem, wien 't zou lukken. Ik gaf ze een paar weken tijd om te oefenen Rook kon-men krijg maar geen vuur, en dit in een kampong van 2500 zielen Natuurlijk probeerde k het zelf ook Maar ik bracht het niet eens tot het ontstaan van een weinig rook. T. Men probeerde het nu net zoo lang, tot men succes had- Het op die wijs aangestoken vuur mocht niet uitgaan, anders zonden de snellers en zij, die naar den kop hadden gestoken, spoedig sterven. Daarom werd er op gepast door een daarvoor speciaal aangesteld persoon. Dan vierde de kampong 3 dagen lang op allerlei wijze feest, den heelen dag door. Men danste, enz., om op die ma nier den geesten te toonen, dat men dankbaar was een kop te hebben be machtigd, wat op 't zelfde neerkwam alsof men gebeden bracht. Dit feest heette: „Erau Tjantsjoet Hitam" (feest van de zwarte lendendoek). Na den der den dag verzamelden de snellers zich aan het eind der kampong om den ver- bodstijd te beëindigen. Ze brachten dan rij6t mee, visch, varkensvleesch enz. Dit voedsel werd gekookt. Vóór men ging eten, nam men een beetje van het voed sel, bracht dit buiten de kampong, riep den Geest op en zei: „Nu zijn de drie dagei verbodstijd voorbij, dit voedsel moet Gij eten (waarbij men het op den grond neerzette) wij beginnen niet te eten voor wij er U iets van hebben gege ven". Dan pas gingen allen terug naar het feesthuis om te eten. Bij de jonge mannen, die naar den kop hadden ge slagen, gebeurde het pas na 8 dagen. Dan eerst was het het heele feest afge loopen. Zooals hierboven is vermeld, trof den menschen nu geen onheil als b.v. misgewas, ziekte, sterfte enz. Niet steeds had men op sneltochten succes, men keerde wel eens met ledige handen terug. Het gebeurde ook, dat er onderweg menschen sneuvelden of stier ven. Gebeurde dit eerste, dan zei men: „het snellen is verkeerd afgeloopen." Had men wel een kop bemachtigd, dan was toch het doel niet bereikt. Men mocht dan geen feest vieren, den kop ook niet met het zwaard laten aanraken. Had men op reis tegenslag door sterven of sneuvelen, dan moest de tocht toch doorgaan, omdat anders de verbodstijd één vol jaar zou moeten duren, waarbij men niet anders mocht eten dan droge rijst. Het doel was in dat geval alleen om den verbodstijd te doen eindigen. Trof men geen menschen aan, die konden worden gemeld, dan haalde men uit hun verblijfplaats gebruiksvoorwer pen of wat men er maar van ze in aan trof, wat op hetzelfde neerkwam, alsof men een kop had gehaald. Zoo kon men dan den verbodstijd beëindigen en als er reeds dooden waren, spoedig naar huis terug keeren. Maar feest werd er dan niet gevierd." Het bovenstaande is het eenvoudige verhaal van het hoofd „Djong Joe De lezer is nu wel overtuigd, dat het kop pensnellen heelemaal geen uiting i6 van bloeddorst of wreedheid, maar een noodzakelijkheid, voortspruitend uit het Geloof, den Godsdienst der Dajaks. „Djong Joe" verklaart niet waarom verschillende handelingen worden ver richt, waar om b.v. de vrouwen eerst niet tegenwoordig mogen zijn bij 't feest; de beteekenis van het vasten, die van het vuur enz. Hij weet het niet, net zoo min als wij ons bewust zijn van de ver schillende gewoonten, die nog van ani- mistischen, heidenschen oorsprong zijn, b.v. waarom rouwkleeren zwart zijn, waarom de klok wordt geluid, enz. Er is over de „ziel van den primitie ve" heel veel geschreven, er is veel over nagedacht, dikke boeken zijn er over geschreven. Men is het onderling eens, dat de primitieve, die midden in de na tuur staat, planten, dieren en steenen met heel andere oogen ziet dan de Wes terling. Maar hoe, zal wel een raadsel blijven! Het bovenstaande moge er een illustratie van zijn! Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1345. Stand: Zw. 9 sch. op: 4, 5,11, 12, 18, 24, 26, 30, 35. W. 10 sch. op: 19, 27, 28, 32, 33, 37, 38, 39, 42, 44. Oplossing. 1. 27—21 1. 24 13 of 26 17 2. 32—27 2. 26 17 of 24 13 3. 27—21 3. 17:26 4 37—31 4 26:48 5. 38—32 5. 48:34 6. 33—29 6. 34:23 7. 28 6 en wit wint door de gunstige positie zijner schijven. Interessante eindspelwinst, In den volgenden stand mm Zw. 4 sch. op: 1, 3, 26, 37. W- 3 sch. op6, 18, 27 en dam op 16. wist wit op origineele wijze winst te oe- hale. Hij speelde: 1. 27—21 1. 26 :17 2. 18—12 2. 17: 8 3. 16— 2 3. 812 (gedw.) 4. 2— 7 4. 12—17 (gedw.) 5. 7—11 5. 17—21 6. 11— 7 6. 1 r 12 7. 6— 1 7. 12—17 gedw. 8. 16 en wint. Om de winst te zien, die er in den stand hieronder voor wit is te behalen, is lang niet eenvoudig. En toch als men het eenmaal weet vyy/y///. Zw. 6 sch. op: 11, 12, 16, 19, 26, 44. W. 5 sch. op: 22, 27, 28, 32, 37, en dam op 4. Wit brengt eerst door 2218 een zwar te schijf op 23 wat beslist noodzakelijk is. Dan speelt hij 2721. Zwart moet twee slaan 16 38. Nu staan er door schijf 23 weer twee schijven op slag. Hierdoor kan wit zijn dam van 4 naar 13 plaatsen. Zwart moet 23 41 slaan en van wit volgt dan 13 46 gewonnen. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1346 van A. Meaudre. m,. ggp |yp m mt Zw. 10 sch. op: 1, 6, 8, 10, 12, 13, 16, 18 24 39 W. 8 sch. op: 21, 22, 27, 28, 32, 33, 37, 44. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Naar het Engelsch van Dorothea Gerard. 20) Ik keek met eenige verbazing naar haar en Malewicz eveneens. Ze had maar een zeer geringen nadruk gelegd op dat ,uw" en toch voldoende, dat aller oogen zich met criti- schen blik van de eene jas naar de andere wendden. Het was onmogelijk om het ver schil in weefsel en conditie niet waar te ne men. Dat dit met bedoeling werd gezegd, was onmiskenbaar, maar ik vond het in het geheel niet lief van Jadwiga en voelde mij in haar teleurgesteld. Na dat eerste korte oogenblik van verba zing had Malewicz zich heel gauw hersteld. „U heeft gelijk", zei hij. „Een jas, die stof en zelfs slijk geproefd heeft, kan- ook nog wel een beetje meel verteren!" Terwijl hij dus de zeef nam, begaf hij zich aan die taak met bijna onnoodige energie Ditmaal stelde ook geen van de dames voor dat hij een schort zou dragen, en toen Wla- dimir goedig een enkel woord daarvan zei, antwoordde Malewicz, niet zonder eenige bitterheid „Neen, dank u. Ik zou er heelemaal niet uitlokkend uitzien als kok". Wat inderdaad zóó waar was, dat de blonde zusjes weer begonnen te giechelen. t Maar op tijd was het meel gezift en de peper gestampt en Malewicz voegde zich bij ons aan tafel. Op dat oogenblik waren de lampen ook binnengebracht. „En nu een verhaalriep een van de bee- ren. „Het vertellen begint altijd als de lam pen er zijn. Dit is het deel van den avond, dat ik het aardigste vind". „Moet het een grappige of een ernstige geschiedenis zijn?" vroeg Jadwiga. „O, in 's hemelsnaam niets ernstig!" riep het meerendeel van de dames, „dan nog lie ver een sprookje!" „Ik weet 't al!" zei onze gastvrouw en keek mijn kant uit. „Het hoeft niet bepaald een sprookje te zijn, maar enkele van onze legenden. Miss Middleton heeft juist on langs gezegd, dat zij zoo weinig afweet van onze nationale tradities. Dit is nu met een een goede gelegenheid om haar wat op de hoogte te brengen. Laat ieder, die dit wil, een legende ten beste geven". En ze glimlachte mij toe van over de ta fel met dien onweerstaanbaren blik, die zoo warm aandeed, omdat je dan het gevoel kreeg dat ze je te midden van die veel hoo- geren in rang tcch niet vergat. „Filko moet ophouden met dat suikerstam pen", zei Jadwiga, „of we zullen in het ge heel niets verstaan". Daarna begonnen terwille van mij dan de legenden, door verschillende van de gas ten verteld; grillige, fantastische verhalen van geestverschijningen en voorspellingen en oorlogszuchtige daden, of in veel, of in weinig woorden verteld, of saai, of vol span ning, al naarmate de mentaliteit van den verteller; maar alles met een poëtisch tintje overgoten en de meeste droefgeestig van in houd, wat ook niet anders kon verwacht worden van een natie, die ten ondergegaan was. Toen de beurt aan Wladimir kwam, vertelde hij de geschiedenis van „de verdwe nen varenbloesem" en deze legende herinner ik mij beter dan ieder andere, misschien door de wijze van vertellen, want Wladimir was de beste van degenen, die aan het woord zijn geweest. Van het oogenblik af, dat hij zich gereed maakte om te spreken, en dat aller oogen op hem gericht waren, voelde hij zich in zijn element. Nadat hij een blik over de tafel had ge worpen om zich te overtuigen, dat de aan dacht algemeen was, en met de lange appel schillen steeds sierlijk tusschen de vingers kronkelend, begon hij, zonder eenig vertoon, maar met een soort bescheiden vertrouwen in zijn eigen gave: „De legende van den verdwenen varen bloesem is waarlijk een zomergeschiedenis en ik weet niet hoe ze klinken zal met Ce lamp op tafel en de sneeuw daar buiten. Maar ik zal het probeeren. „Nu, miss Middleton" en hij wendde zich hoffelijk tot mij „u weet natuurlijk, dat varens niet zichtbaar bloeien, en toch wordt beweerd, dat dit in lang vervlogen dagen wel 't ge val is geweest. En hier nu volgt het verhaal van de wijze, waarop wij dit verdwijnen ver klaren „Vele, vele jaren geleden bloeiden de va rens bij ons als overal elders en haar bloe 1. Del. Oplossing tweezet 505. Probleem 506 (Osvvald). a b c d f g h Tweezet. Eindspel 796. F. Niesl. mm. w, m. MM. WW. Wit speelt en wint. Oplossing. 1. Kg6 d2 2. Pd6 dlD. 3. Pf7f Kg8 4. h7f Kf8. 5. h8Df Ke7 6. Df6f Ke8 (na Kf8 7. Pd6f en na Kd7 7. Dd8+). 7. De6f Kf8 8. Pg5! Dd3f 9. Kh6 en wint. Eindspel 797. Br. H. Lewitt. abcdefgh Wit speelt en wint. Oplossing. 1. g7 Kf7 2. Pf6. Kg7 3. Pd7 Pa8 4. Kc4 Kf7 (of a) 5. Kc5 Ke7 6. Kc6 Kd8 7. Pb6 Pc7 8. Kb7 e5 9. Pd5 Pa8 10. Pf6! Pc7 (na 10e4 volgt 11. Pe4 en dan de winst- manoeuvre Pe4—f6do) 11. Pe4 Pa8 (na Kd7 12. Pc5f en Pe6f of Pa6 12. Pc5 ->4 (gedwongen) 13. Pe4 Kd7 14. Pf6f en 15. Pd5 en wint. a. 4e5 5. Pe5 Kf6 6. Kd5 Ke7 7. Kc5 Kd8 8- Kc6 Kc8 9. Pd7 Pc7 10. Pb6f Kd8 11. Kb7 en wint na 6Pc7f 7. Kc6 Pa8 8- Pd7f en 9. Pc5. Eindspel 798. V. U. Gandolfi. abcdefgh Wit speelt en wirt. Oplossing. 1. c7 Pdd6 (of a) 2. Pg5f Kh4 (na Kh2 wint 3. Kf2. b.v. 3Pac4 4 Pg4f Khl 5. c8D! Pc8 6. Pe4 en 7. Pg3 mat) 3 Kg2ü speelt 3Kg5 dan 4. Pe4f l'e4 5. c8D enz. anders volgt 4. Pf3 mat. sems waren van het reinste, het schoonste wit, zoo wit als het hart van een kind, of van een mensch, die geen kwaad h^eft gedaan: en al leen een kind, of een volkomen goede man of vrouw kon ze zien of plukken, want deze bioem viel enkel waar te nemen op één nacht van het jaar en werd bewaakt door vele geesten tegen het naderen van een mensch. Op den St. Jansnacht, precies op slag van twaalven, barstte de knop open en die goed en rein van hart was, en op dat uur alleen in het bosch liep, kon ze plukken, want op volkomen onschuld hadden de geesten geen vat. Als die reine mensch den varensknop dan in de hand hield, kon hij met één wensen den grootsten rijkdom van de wereld bemach tigen, dien niemand hem weer ontnemen kon, dan hijzelve door zijn eigen daden. Op iederen vier-en-twintigsten Juni deed zich het geval voor, dat mannen en vrouwen, die zich voor veel beter hielden dan ze waren, te vergeefs door de bosschen d aalden, ter wijl toch slechts één den bloesem zag of soms zelfs niet eens een enkele, als er nie mand was, zondeloos genoegEn zoo is het menigmaal gebeurd, dat tegen den ochtend de bloesem verdwenen was en dat er heel het jaar geen meer verschijnen zou. Zoo moet er jaren en jaren geleden een boerenjongetje hebben geleefd, wiens moe der hem maar zóó weinig te eten kon geven, dat ze hem de ganzen van den buurman liet hoeden. Terwijl hij uren lang op de groote vlakte zat met zijn wilgen roede in de hand, vroeg hij zich af of er ooit wel eens een tijd Pg6f enz.) 3. Kf! en^it^et ?ht4 '!a° 3 spoedig mat. m«t 4 p De jaarlijksche bondswedstriia hooren weer tot het verleden slag van de eerste groep bent,?6 de heer Hamming de bondenk^' is. Immers na loting met den h^mpio«n Blok uit Rotterdam kreeg fii *®r H G prijs. Deze laatste was invalleV eerst« sterken Rotterdammer Mr fku001" d«n heeft zich ineens naam gemaakt NWtorl srhan Irin Nederl. schaakwereld waar T"*1 ln tot nog toe onbekend is. Alleen ÏL van hem, dat hij op bord 7 Van terdamsche bondstiental remise tegen schrijver dezes, die voor' S- B. tiental speelde. N. 5 Inmiddels wenschen wij deze pathieken speler veel succes toe Sytl1, In groep 6 behaalde onze nlafltc v Kyvan U <-1 n \I7nn1 Uit g punten de heer E. de Waal, met 5 partijen de eerste prijs. Deze jonge speler uit V. V v stellig een goede schaaktoekomst geven hier een zijner partijen w**. Wit: J. ter Horst. Zw.: E. de W -») «de b«. Gespeeld op 7 Aug. in de 2e rond Aljechine-opening. 1. ©4 Pf6. 2. Pc3 (meestal speen hier 2. c5 Pd5 3. c4 Pb6, 4. d4. De ling van deze speelwijze van zwaP?6' wit 't centrum te gunnen om 's' trachten 't uiteen te scheuren: of volgde speelwijze is een soort Scw/6" partij in de nahand.) ^^*4» 2d5 3. ed5 Pd5 4. Df3 (Ziet» gezond uit maar heeft tot bedoelitJ*1" c3 na afruil met de dame terug te om zoodoende een dubbelpion te 0 gaan. Wit had echter die dubbelpion 1 moeten accepteeren, want krijgt hij de lijnen voor zijn loopers <wu? terwijl nu de dame in 't voorterrein fe»! dus aan alle mogelijke aanvallen bloot afaof 4. Pc3 5. Dc3 Pc6 6. Pf3 1 de L. in) 7. a3, (om Lb4 te ver Dd5 (Zwart zit eendgszins o..i 1 zet verlegen. Hij kan zijn Lf8 wegen en wil daarom tot e5 ko: Le2 (beter was eerst 8. d4. waarna kan volgen 9. Lg5 en 10. Lc4 en wit had een overwegende stelling) 8e5 9 Le7 10. Lc4 Dd6 11. d3 0-0 12. Le3 Kh8 (f5 wordt voorbereid). 13. b4 13b6? Zwart maakt zijn lijnen open voor Lc8) 14. Pd2? (Hier had 14. b5 de pion ©5 gewonnen), f51 (Wit geeft zelf de zetten aan voor zwartï 15. f4. Lf6. 16. Db3. Pd4 17. Da2? (Af. ruilen is de boodschap hier. Nu komt wit in 't gedrang). 17ef4 juist. Dit kan wit niet te- rug nemen wegens Pe2f enz.) 18. Ldi kost ook de kwaliteit. Maar Lf2 was ook niet afdoende wegens Pe2 en zwart wint ook de kwaliteit. Alles is 't gevolg van de slechte zet Pd2.) 18Ld4f 19. Khl Lal 20. Dal Lb7. Zwart staat opeens uitstekend. Men lette nu eens op 't kruk- kerige spel der witte dame.) 21. Tf2 (Nog niet noodig. Pf3 was ook afdoende) 21Tae8. 22. d4 Te3 23. Pfl. Te4 24. c3 Tfe8 25. Db2 Tel 26 Dd? Lg2? (Hier verrekent zwart zich schijnlijk. Hij dacht Lc4 te winnen) 27. Tg2 Dc6 28. Ld3 f3 29. Tf2 T8e2ü (Uitste kend gespeeld. Zwart kan niets nemen wegens aftrekschaa). 30. Dg5 (Wanhoop. De dreiging Dd8 is onschadelijk wegens Te8 Zwart had hier gerust Tf2 kunnen spelen dreigend Teflf en wint) 30 h6? 31. Dgl? (Hier had 31. Df5! gewon- nen b.v. 31g6 32. Df8 remise door eeuwig schaak; of 31. Kg8 Df3! en goeds raad is duur voor zwart. Na 31. Df5! Tfl 32. Tfl f2f 33. d5! is al- les uit) 31Tf2 32. Df2 Te2 33. Le2 fe2f 34. Kgl eflDf 35. Dfl. Dc3 36. Df5. Ddif 37. Kg2 Db2f 3.8 Kgl. Delf 39. Kg2 Dgóf 40. Dg5 hg5 41. b5. Kg8 42. Kf3. Kf7 13. Ke4 Ke6 (net op tijd) 44. a4 g6 45 h3. Kd6 46. Kd4 c5f 47. bcC e. pf Kc6. 48. Ke5 *5 49. Kf6 b5 50. ab5 Kb5. 61. Kg6. a4 52. Kg5 a3 53. h4 a2 54. h5 alD. 55. h6 Dh8.ent spel is uit. Wit geeft op. V. V. V. nieuws. Zooals uit een advertentie in dit blad blijkt zullen twee sterke spelers van V. V. V. a.s. Dinsdagavond in de muziek- tuin een 6imultaan-seance houden voor Alkmaarders niet-leden van V. V. V. Ieder kan daaraan zonder eenige ver plichting deelnemen. Begonnen wordt om 8 u. Komt niet aangesloten schakers in Alkmaar, maakt door deze prachtige gelegenheid eens kennis met de schaak- club V. V. V. zou komen dat hij genoeg te eten zou heb ben; of hij het altijd zou moeten aanzien, dat zijn moeder 's avonds rood-behuilde oog® had, of dat zij met zwakke schreden van defl haard naar het houtschuurtje wankelde, 0 dat haar trillende handen het spinnewiel draaiden. „Als ik groot ben, zal dat nifj meer gebeuren", zei hij tot zichzelven. „M®» dat duurt nog wel tien jaar! Dan is zij lang dood!" Toen ging hij bij zichzelven de manieren, die er alzoo bestonden om vW geld te maken, maar er wilde er hem geen v vallen. Eindelijk vertelde iemand hem de ff schiedenis van den varenbloesem, die '1 maakt in een uur. Onmiddellijk werd hoop gewekt in zijn hartje, want dit 010#» de, boerenventje, met de groote hei<*£ oogen, had mensch noch dier ooit kwaaa g daan, wist eigenlijk niets af van bestaan k v. c 1 ci (J *g Hierhield Wladimir even op en vroeg om een nieuwen bak met appels. Tioen J tafel rondkeek, zal het hem wel zijn geweest dat hij niets dan gvnvwi u«i HIJ - IpffffnU* gezichten zag. Ze hadden allen de s dikwijls gehoord, maar misschien goed verteld als Wladimir dit deed jfl met die uitdrukkingsvolle, muzikale ieder geval luisterden ze allen toe, j^et j 1urac alS HUI diik, nau w lauiuiu wv. n opge- voor den held van dit verhaal, L deze groeid, en zeker is het dan ook a(j foai goedhartige jongeman niet m.elnprenven(i<: gedaan in zijn leven, dan he verv0lgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 8