Alkmaarsche Courant EEN EERESCHULD. Honderd Zes en Dertigste jaargang. DINSDAG 21 AUGUSTUS Een overval door Chlneesche piraten. TSJOEHG-JI DE ZEEROOVERKOHINGIU. üxuitteion Stad en Omgeving. ftadioptoqtcmnta No. 196 1934 Reportage door Emile H. van Stadt. -o De overval. Den. volgenden morgen werden we gewekt door het gegil der sirenes. „Wat is dat nu weer?" Een hoogst onaangenaam gevoel bekroop me en ik moet bekennen, dat ik eerst op het allerdwaaste idee kwam me om te draaien en me slapend te houden. Desnoods kon ik me door de piraten laten wekken! Maar luttele seconden daarna geloofde ik, dat de menschen argwaan omtrent mijn per soonlijke dapperheid zouden krijgen, als ik weg bleef en er was misschien niets bijzon ders aan de hand. Ook was het niet uitge sloten, dat het schip op zinken stond! Dies sprong ik uit m'n kooi, waschte en kleedde me zoo haastig mogelijk en snelde naar hei dek. Tijdens het toiletmaken had ik er een paar maal over gedacht den stewart te bel len, maar daar de sirenes weldra zwegen, liet ik 't na. Boven gekomen zag ik Baker en Mabel benevens eenige leden der bemanning druk gebaren. „Jonken!" riep Mabel me uit de verte toe „Overal jonken! Daar zal je de zeeroovers hebbenZe zag een beetje bleek. „Kom, kom," zei ik. De heer Wright wierp links en rechts blikken en bleef er nog al kalm onder. „Zijn het roovers?" informeerde ik. Wright haalde de schouders op. ,,'t Kan zijn. Maar 't kan even goed een vloot koopvaardijschepen wezen. Handels booten vereenigen zich vaak om beter be schut te zijn tegen een aanval van de pira ten". „Zullen we de oorlogsschepen van deze ontmoeting op de hoogte stellen?" vroeg kapitein Railstone, de gezagvoerder van de „rlying Bird". (Wright glimlachte ietwat spottend en repliceerde: „Bent u zoo vreesachtig?" waarop de kapitein een rood hoofd kreeg, hetgeen voor een gezagvoerder wel wat stak- kerig is. Wanneer Baker niet zoo oliedom was geweest en kapitein Railstone wat ver standiger en flinker dan had ons dat veel leed bespaard. „We moeten afwachten", zei Wright, „Als we op volle kracht varen, kunnen we in ieder geval voorkomen, dat ze enteren; in volle vaart boren we iedere jonk de grond in Ze weten natuurlijk niet, dat we hun men schen gepakt hebben en wachten tenmin ste, a I s het roovers zijn op 't oogenblik, dat de .handgranaten ontploffen". Een kwartier nadien was er geen twijfel meer mogelijk. De jonken moesten met pira ten bemand zijn, want ze begonnen de Fying Bird" te omsingelen. Ze waren nu al zoo dicht bij, dat men dui delijk de ongure gestalten der bemanningen kon onderscheiden. „Het wordt nu toch tijd, de oorlogssche pen te waarschuwen", zei gezagvoerder Railstone nijdig. „Ja", antwoordde Wright, „nu moet er gehandeld worden", en hij zette een fluitje aan zijn mond. Er weerklonk een gillend signaal. Verschillende détails heb ik van hooren zeggen. Enkele bijzonderheden heb ik helaas zelf moeten beleven. De marconist mr. Head was geen moedig man, hetgeen hij later uit eigen beweging volmondig erkende. Hij zat, zonder precies te weten, wat er op het dek voorviel, achter zijn toestel te sidderen en wachte op hei bevel om de oorlogsschepen te waarschuwen. Te zijner bewaking had men Andrade aan gewezen, dezelfde die de handgranaten had opgespoord. „Zal ik maar seinen?" vroeg hij. (1U kunt beter wachten, tot er order wordt gegeven", antwoordde hem Andrade, terwijl die zijn revolver nakeek. „Wordt het meenens?" wilde Head weten „Natuurlijk!" luidde het antwoord. Dat was bet moment, waarop het fluitsignaal werd gehoord. Andrade nam een zware ijzeren stang op en gaf daarmee een gewel dige klap op de radioinstallatie. „Bent u gek geworden?" stotterde mr. Naar het Engelsch van Dorothea Gerard. 2?) HOOFDSTUK VIII. De weken, die volgden, waren in hoofd- zaak een weerspiegel ng van wat er op den „werkdag" had plaats gehad, in zoo verre, dat Jadwiga op honderderlei wijzen blijk gaf van haar voorkeur voor Wladimir op Malewicz. Toen zij eenmaal haar keuze had vastgesteld, had zij zich in haar nieuwe rol ingewerkt met al de vurigheid van haar tem perament en nauwelijks ging er een avond voorbij, zonder dat ik luisteren moest naar al de geestdriftige lofredenen, die zij op hem hield, want zij hoorde tot die open naturen, die slechts ten volle van haar emoties kun- nen genieten, als ze die deelen met anderen Wilt u wel gelooven", heb ik haar meer dan eens hooren zeggen, „dat hij niet alleen mooi, maar ook goed is; ik ben zeker,, dat hij nooit van z'n leven eenig kwaad heeft ge- daan „Ik geloof, dat hij nooit in zijn leven iets beeft gedaan, hetzij dan goed of kwaad. Hij lijkt mij een onbeschreven blad, nog open voor bestempeling". „Niets dan edele iingen zouden kunnen geschreven worden op zoo'n schoon blad papier!" betuigde Jadwiga met karakteris tieke innigheid. Soms voelde ik mij gedwongen haar te on- Head. en toen Andrade onverstoorbaar een tweede houw op het toestel gaf, begreep de marconist, dat Andrade tot de samenzweer ders behoorde .Hij wilde naar buiten vluch- maar hiï ft0# geen twee pas gedaan of hij kreeg een gevoel, of de kajuit boven hem m elkaar viel. De rest wist hij ook niet te vertellen, maar vast staat, dat de kost bare ultramoderne radio-inrichting compleet vernietigd werd. Op het dek hebben wij van dat alles niets gemerkt, evenmins als het tot ons door drong, wat er tezelfdertijd in de machine kamer gebeurde. Twee officieren die deel uit maakten van „het legertje Europeanen" stonden te praten met de machinisten toen er plotseling een derde verscheen en hun iets toevoegde. De drie officieren trokken daarop hun revolvers. „Is er iets aan de hand?" vroeg Billy, een der machinisten. Het was beneden overigens al bekend, dat de jonken het vaartuig in sloten. Een der officieren kwam gemoedelijk op hem toe. „Maak je maar geen zorgen, Billy ga alleen een eindje bij de machinesuit de buurt „Hoezoo?" „In den hoek maar, j'ongens iij ook, Jack! Vooruit Keepler! „Maar we kunnen toch de machines „Gehoorzamen! Maak geen noodelooze moeilijkheden! D"r zal jullie niets gebeu ren Maar als jullie persé met gaten in je corpus willen rondloopen!" De drie machinisten zagen de drie offi cieren radeloos aan. Ze ontdekten, dat de mondingen der revolvers op hen waren ge richt. „Maar wij, zijn toch geen piraten!" brulde Billy eindelijk, „weet toch, wat jullie doen" „Wij zijn piraten", vervaardigde zich een der officieren te zeggen. Billy vertelde later, dat hij eerst nog wilde tegenstribbelen, maar als men erg aan hef leven gehecht is en bovendien vrouw en kin deren heeft, bedenkt men zich nog wel eens En zoo moesten de drie het zich dan laten welgevallen, dat men ze in het instrumenten kamertje opsloot. Alleen kon Billv het niet nalaten te schelden en hij betitelde de „offi cieren" als: „Honden" en „leelijke Tsjoeng- jiisten". Na het fluitje is het oo de commandobrug heel zonderling toegegaan. Twee van Wrights mannen kwamen aanstormen en gooiden in allerijl een machinegeweer in elkaar. Toen het stond was de loop niet naar de jonken, maar naar ons gekeerd. „Wat beteekent dat?!" schreeuwe kapitein Railstone. Baker begreep de situatie blijk baar nog niet, want hij keek verwonderd. Maar even later was het tot hem doorge drongen. Hij werd bloedrood en liep zonder zich te bedenken op Wright toe om hem een vuistslag te geven Mabel hield hem echter terug en wendde zich tot mij met de woeden de vraag, of ik ook tot de bandieten be hoorde. Maar daar ik nog al bleek moet heb ben gezien en gelijk de anderen op ver- eerend verzoek mijn handen ten hemel hief, was deze vraag al beantwoord, voor ik mijn mond opendeed Alle machinegeweren waren nu zoo opgesteld, dat ze ons konden weg maaien. Luttele minuten daarna waren de piraten aan boord. Baker had Wright gezegd, dat hij hem kost wat het kost aan reepen zou snijden, wanneer zijn dochter iets overkwam waarop Wright had geantwoord, dat hij geen handelaar in meisjes was. De zeeroovers waren allen kalme, kleine kereltjes met zeer ongunstig uiterlijk en van top tot teen bewapend. Ze bezetten het ge- heele schip, doorzochten alles, maar vielen niemand lastig. De drie vorige artikelen dezer serie werden geplaatst in de couranten van 14, 16 en 18 Augustus. GAMIT-\ ERKOOP ORGANISATIE. Hoe een positieve midden standsactie te ontketenen om den verkoop zoo hoog moge lijk op te voeren' Gisteravond werd in de dancing van de Harmonie een bijeenkomst gehouden van leden der beide middenstands-organisaties hier ter stede, ter besproking van hetgeen de middenstand zal kunnen doen in de dagen, dat de derde Gamit wordt gehouden. De heer V. K e y s p e r, voorzitter van het Gamit-comité, trad op als voorzitter der derhouden zooals ik dit had gedaan op den avond van die voorbereidingen voor het Kerstfeest. Omdat zij nu tenslotte het hart had verloren aan Wladimir, zag ik hierin nog geen reden dat zij iederen keer zoo klei neerend zou spreken over haar niet-verkozen pretendent. Van iemand van wier ware goed- heid des harten ik van den beginne af over tuigd was, deed mij dit vertoon van onvrien delijkheid pijnlijk aan. Ze liet geen gelegen heid voorbij gaan om Malewicz persoonlijk, of zijn daden, in het ongunstigste licht te stellen en om zijn eenigszins vreemd uiterlijk bespottelijk te maken of hij er bij was of niet. Had zij zich maar even den tijd gegund om na te denken, dan zou zij het afschuwe lijk van zichzelve hebben gevonden om hem zijn armoede als 't ware voor de voeten te werpen. Maar Jadwiga liet zich altijd mee- sleepen door de ingeving van het oogenblik en daar zij zelve nooit armoede had gevoeld, kende zij er de beterheid niet van. Méér dan eens nam ik het voor Malewicz op, zoo bijvoorbeeld ook bij een gelegenheid, toen er een lijst rondging voor het een of ander lief dadig doel en de meeste landeigenaars uit den omtrek voor een groot bedrag hadden ingeschreven en hij de eenige was, die bot weg had geweigerd: „Als ik nu een florijn gaf. zou dit gelijk staan met niets en meer kan ik toch niet mis sen". „Zelfs niet voor de zieke kinderen?" vroeg Jadwiga verontwaardigd. „Neen, zelfs niet voor de zieke kinderen", antwoordde Malewicz met eenigszins ver hoogde kleur, maar zonder de oogen neer te slaan. „Wat een gierigaard!" zei Jadwiga tegen vergadering en deelde na een kort openings woord mede. dat het comité er naar streeft, op de Gamit belangwekkende dingen te brengen, belangstelling te wekkc voor de Gamit en daarnaast een positieve midden standsactie te ontketenen met als doel een geforceerden verkoop te bewerken ten be hoeve van de middenstandszaken ter plaatse. Voor een en ander is een comité opgericht dat reeds verschillende besprekingen heeft gevoerd en nu poogt alle middenstanders mee te krijgen. Het comité heeft zich gedacht bet publiek bij te brengen dat met aankoopen van 20 tot en met 28 Sept bijzondere voordeelen zijn te behalen. Voor eiken aankoop van 50 cent zal één iet ter worden gegeven van een vooraf vastgesteld woord Wie het heele woord goed oplost, heeft recht mee te dingen naar prijzen, die door middel van een rad van avontuur zullen worden uitge loot. Eiken dag der tentoonstelhng worden er prijzen uitgeloot (slaapkamer-ameublement, fauteuils, enz.) en den laatsten dag geld prijzen van 500, 300 en f 200. Eiken dag worden prijzen uitgeloot voor hen, die dien dag hun oplossing hebben ingezonden, terwijl onder de goede oplossers van de heele week bovendien de geldprijzen worden uitgeloot. De winkeliers zullen voor elke letter 2 cent moeten betalen ter bestrijding van de kosten van prijzen en propaganda. Spr. meende, dat voor het welslagen van het plan de medewerking van alle middenstan ders noodzakelijk is. De bevoegde autori teiten hebben tot dusver geen bezwaren ge opperd tegen de plannen. Om het publiek het niet te moeilijk te maken en de smalle beurs evenzeer gelegenheid te geven mee te dingen, meende het comité dat er de heele week slechts één enkel woord zal moeten worden geëischt. Na zijn korte, zakelijke uiteenzettingen schorste de heer Keysper de vergadering eenige oogenblikken, om de 50 a 60 aan wezigen gelegenheid te geven vragen in te dienen over het plan der commissie, dat naar de voorzitter nog mededeelde, een navolging is van wat in Groningen, Beverwijk en Den Helder reeds is gebeurd. Verschillende vragen beantwoord. De voorzitter kon op de vraag of ook zij, die nu nog lid worden kunnen profi- teeren van de te voeren actie nog geen defi nitief antwoord geven; het bestuur zal zich daarop nog moeten beraden. 't Geld van de 4 is noodig voor 't aan koopen van groote cadeaux, die het publiek trekken. Juist om groote prijzen te kunnen geven, moet men vasthouden aan de vier procent. Spr. had gehoord van een winke lier in Den Helder, dat de verkoop in zijn zaak (consumptiebedrijf) verdubbeld was gedurende de actie. Daarom is het geven van 4 pet. korting eigenlijk geen opoffering, meende spr. De prijzen worden gekocht bij de leden der organisaties, ongeacht of zij al dan niet exposeeren op de Gamit. De prijzen moeten gedurende minstens een week te voren wor den geëxposeerd Maatregelen zijn getroffen om knoeierij te voorkomen, zoowel door winkeliers als publiek. Ook ten aanzien van de propaganda zijn besprekingen gevoerd en spr. ver zekerde, dat daaraan niets zal ontbreken, alles zal worden gedaan om de actie te doen slagen. Een winkelier, die de letters verkocht, zou handelen tegen zijn eigen belang, dat slechts verkoop van zijn artikelen eischt. Het uit breiden van de actie tot een duur van twee weken zal bezwaren meebrengen, maar is te overwegen. Spr. wees er nog op, dat de zaak dan nog méér zal kosten. De geldprijzen worden niet in geld uitge keerd. maar het bedrag moet door den w;n- naar worden besteed in Alkmaarsche zaken. Waarom zou een winkelier niet mogen meeloren? Hij koopt toch ook zelf allerlei artikelen. Het comité kent de letters niet; slechts twee leden van het lettrbureau zijn daarmee bekend, maar weten er niets meer van, zoo dra de letters in handen der winkeliers zijn. Er zal voor worden gezorgd, dat alle letters van het te voimen woord bij eiken aange sloten winkelier komen. Het zal volgens spr. aan de winkeliers zelve moeten worden overgelaten om de af gifte der letters te doen plaats hebben voor aankoopen a contant of op rediet. Spr. geloofde niet dat de saneering in het bakkersbedrijf zich zou verzetten tegen een actie als de bedoelde. De heer G o e s (voorzitter der commissie voor de saneering in de bakkerij) was het hiermee eens en gaf in overweging schrifte- mij dien avond toen hij weg was. „Iedereen geeft nu wat. Wladimir stelt zelfs den aan koop van een nieuw paard uit om des te hoo- ger te kunnen inschrijven!" „Wiadimir weei, dat hij zijn paard toch krijgt", merkte ik op, „terwijl Malewicz het geld waarschijnlijk noodig heeft voor meer dringende dingen dan rijpaarden!" Óp een anderen keer, in den carnavalstijd, was het weer zijn onbekendheid met de pas sen van de Mazurka, wat in hooge mate haar verontwaardiging wekte. „U noemt zich een Pool", riep zij, „een Pool, die geen Mazurka dansen kan!" „Wanneer zou ik 't geleerd hebben? Ter wijl ik de velden beploegde?" „Anderen beploegen de velden ook en vin den toch nog tijd om wat meer te doen dan wat tot het boerenbedrijf hoort". „Dat weet ik", zei Malewicz, die onder alle speldeprikken, die zij hem toebracht, nooit zijn zelfbeheersching verloor. „Er zijn altijd menschen, die voor alles tijd vinden, zelfs voor revolutie-spelen ter verkrijging van „nationale zelfstandigheid!" „U zult toch niet onze schitterende cam- In 1863 dreeft de Poolsche adel deze revolutie tegen Rusland door, maar bijna uitsluitend voor zijn eigen rechten, of liever misbruiken; daar er een verregaande ver deeldheid bestond onder de leiders van den opstand, hebben ze er niet veel mee bereikt en was het einde van alle dikwijls heldhaf tige opofferingen voor de vrijheid tegen de overmacht van Rusland, dat de kern van het Poolsche volk zich terugtrok in het door Oostenrijk beheerde gedeelte, maar dat er van nationale zelfstandigheid niets inkwam. Woensdag 22 Angustus. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.Gr.pl. 3.30 „Cnze keu ken", d. P. J. Kers. 10— VPRO- morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedr.: De Notenkrakers olv. D. Wins, Het VARA-tooneel o. 1. v. W. van Cappellen, F. Nien- huys, deel. en gr.pl. 12.— De No tenkrakers olv. D. Wins en gr.pl. 1.De Flieref'uiters olv. J. v. d. Horst en gr.pl. 2.Zenderverz. 2 15 Orgelspel Joh. Jong. 3. Voor de kinderen. 5.30 KI. VARA- ensemble olv. F. Bakels. 6.15 Gr.pl. 6.30 Orgelspel Cor Steyn. 7.G. Blitz spreekt over de Europeesche Zwerakampioenscijappen. 7.20 De Flierefluiters o. 1. v. J. v. d. Horst. 8.Herh. SOS-ber. 8.03 „Amster- damsche Kleuren" grepen uit het leven der Hoofdstad, mmv. het Jor- daan Cabaret: Tilly Kalkhoven, D. Wins piano, P. Bakker journalist, J. Lemaire voordracht, S. Rodri- gües de Miranda lezing en P Col- lin, zang. 9 30 VARA-ykest o.l.v. H. de Groot. 10.Vaz Dias en VARA-Varia. 1015 Verv. concert 11—12.— Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (NCRV-progr.1 8 Schriftlezing en meditatie. 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst olv. ds. K. Prins. 11.Orgelcon cert door M. F. Jurjaanz, mmv Annie Geest, sopraan. 12.15 Gr.pl. I.30 Orgelconcert R. Parker. 2.30 Voor jeugdige postzegelverzame laars. 3.Chr. Lectuur. 3 30— 3A5 Gr.pl. 4.Zang door Annie Lieman, mmv. F. Gerstelling, piano en gr.pl. 5.Kinderuur. 6.Gr. pl. 6.30 Afgestaan. 7.Folitieber. en Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Kampvuur der C. J. M. V.-padvin- ders. 8.45 Gr.pl. 8 50 G. ter Horst: Offerfeest. 9.Causerie over het werk van dr. Adriani. 9.30 Zang door Annie Woud, mmv. Emmy v Eden, piano en gr.pl. 10.— Vaz Dias. 10.10 Verv. vocaal concert. 10 30—11.20 Gr.pl. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. j2.20 S;»ortrep. 12.25 Orgelconcert H. Ramsay. 1.05 Schotsch Studio-orkest olv. G. Dai- nes. 1.50 Sportrep. 2.Verv con cert. 2.20 Het Troxy Cinema orkest olv. J. Muscant. 3.20 Pianorecital E Lush. 3.35 't Bournemouth Sted. orkest olv. Williams en Sir Dan Reg. 19.20—24.—. Godfrey. 5.05 Gr.pL 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Ber. 6.45 Sportrep. 6.55 BBC-orkest olv. Lewis. 7 50 Medvedeff's balalaika^orkest. 8.20 BBC-symphonie orkest o. 1. v. Sir Henry Wood en solisten. 10.Ber 10.20 en 11.10 Voordr. 11.15 12 20 Joe Loss en zijn Kit Cat band. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M. 720 en 8 20 Gr pl. 10.35 Orkest concert. 7.20 Or.pl. 9.05 „Die Entfuehrung aus dem Serail", opera van Mozart. Leiding: Hahn. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 2.20 Strijkorkest olv. Bendix. 2.50 Gr.pl. 3 50 Omroeporkest o. 1. v. Mahler. 8 20 Viool- en violaconcert. 8 55 Radiotooneel. 10.'0 Omroep orkest olv. Gröndahl. 11.2012.50 Dansmuziek o.l.v. Warnv. KEULEN, 456 M- 5.50 Gr.pl. 6.45 Orkest olv. Mundry. 12.20 Kwintetconcert. 1.20 Gr.pl. 2.20 Concert. 4.20 Weragkamerorkest o I. v. Hartmann. 5 35 Viool- en pianorecital. 7.20 Omroepkl.-orkest olv. Eysoldt. 9.20 Concert. 10.20 Omroepsch rammel kwartet en solis ten. ROME, 421 M. 8.30 Gr.pl. 9.05 „Guarany" opera van Gomez. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Salonorkest. 1.30—2.20 Gr. pl. 5.20 en 8.20 Radio-symphonie- orkest. Orgelrecital. 9 05 Causerie. 9 20 Orgelrecital en radio-sympho- nie-orkest. 10.3011.20 Gr pl 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Om roeporkest mmv. tenor. 5 20 Orkest- concert. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroep orkest. 8.20 Salonorkest. 9.05 Gr pl 9 20 Concert uit Ostend.e 10.40 II.20 Orkestconcert DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.50 Hitlerjeugd-concert- 9.55 „Deutsche Lanischaft" 10 20 Rep 10.30 Ber. 10.40 Lezing. 11 05 Ber. 11.2012.20 Dansmuziek o. 1. v. Jo<-«t GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: LonJ. Reg. 1035— 10.50, Daventry 10.50—11.05, Lond. Reg. 12.20—15.20, Daventry 15 20—17.35, Lond. Nat 17.35— 19.20, Brussel 19.20—24.— Lijn 4: Keulen 10.3017.35, Warschau 17.35—19.20, Lond lijk ontheffing dei bepalingen daarvan te verzoeken voor de Gamit-week. De heer Heuseveldt bracht het comité dank voor zijn bemoeiingen en be toogde, dat 4 pet. korting niet als een groote opoffering mag worden beschouwd. Alleen zij die thans reeds lid zijn van de middenstandsvereeni- gingen, mogen meedoen. Na een korte schorsing der vergadering, gedurende welke het bestuur de kwestie der deelname besprak, werd besloten, dat alleen de winkeliers, die thans reeds lid zijn van één der middenstandsorganisaties ter plaatse, zullen mogen meedoen aan de actie. Alle aanwezige heeren gaven zich op voor de verkoopweek-actie. SCHOUWBURG 'T GULDEN VLIES. KERMIS 1934. De tooneelliefhebbers van Alkmaar en om geving, die ter gelegenheid van de kennis 1933 een of meer voorstellingen in 't Gul den Vlies bijgewoond hebben, zullen onge twijfeld over gezelschappen en opgevoerde stukken tevreden geweest zijn. Noemen wij slechts, om uw geheugen even op te frisschen Potasch en Perelmoer met Cor Ruijs en Louis de Bree, verder de tooneelgroep „bet masker" onder art. leiding van Jan Musch en Ko Arnoldi met het spannende „In den Nacht van 17 April" en de premiere van „Marius". Herinnert u zich deze schitterende voor stellingen nog? Is het dan ook wonder dat de directie van 't Gulden Vlies gemeend heeft de liefhebbers geen grooter genoegen pagne van 1863 als „revolutie-spelen" be pleiten?" vroeg Wladimir met een kleur van opgewondenheid. „Dat die slecht voor ons is afgeloopen, is daarom nog geen bewijs, dat wij het niet ernstig meenden!" „Ik wil het dan wel geen „spel" noemen, als u hier zoozeer op tegen heeft, maar een kinderlijke onderneming, slechts in elkaar gezet, onverstandig uitgevoerd en daarom van het eerste oogenblik af gedoemd tot mis lukking". Een nieuw koor van verontwaardiging: „Slecht in elkaar gezet, wanneer alles al jaren voorbereid was?" „Ja, voorbereid met woorden", verbeterde Malewicz, „niet met maatregelen. Wij zijn altijd veel grooter in woorden dan in daden geweest. Al onze leiders bij elkaar hadden geen aasje organisatie-vermogen! Hoe kan het anders verklaard worden dat degenen, die moesten zorgen voor de legervoorzie- ning, aan het onderhandelen waren over den vorm van kommiesbrooden voor de man schappen, terwijl de soldaten zeiven ver gingen van den honger?" „Toeval", meende er een. „Dat neemt niet weg dat het helden waren!" „Misschien, maar in ieder geval geen or ganisators of menschen van politiek door zicht, anders zouden zij nooit die bloedige beweging begonnen zijn". „Als er nu weer eens een oproep werd ge daan, zoudt u er dan geen gevolg aan ge ven?" vroeg Wladimir en mat zijn mede dinger met den viammenden blik uit zijn schoone oogen. „Zoudt u niet bereid zijn uw laatsten druppel bloed voor uw ongelukkig land te storten?" „Niet zooals de zaken nu staan", ant- te kunnen doen, dan voor deze kermis weder om dezelfde gezelschappen uit te noodigen. Waar andere jaren de eerste voorstellin gen steeds op Zondag plaats vond, is er dit jaar van af geweken en vindt de openings voorstelling reeds op de eerste Zaterdag oer kermis plaats. Dit is gedaan in verband met de belangrijkheid van het tooneelstuk en de daarmee in verband staande te verwachten groote belangstelling. Deze eerste vijf dagen der kermis (n.1. Zaterdag, Zondag, Maan dag, Dinsdag en Woensdag) komen de blij spelspelers bij uitnemendheid Cor Ruijs en Louis de Bree met het grootste succes van het afgeloopen seizoen „De 4 Mullere". Wanneer wij u vertellen, dat Zaterdag 25 Augustus hier de 216e opvoering van „De 4 Mullere" gegeven wordt, dan spreekt dit cijfer boekdeelen. U zult het met ons eens zijn, dat wij voor een stuk met een dergelijke aantal opvoeringen niet ten onrechte een enorme belangstelling verwachten en het is daarom dat wij u ten zeerste aanraden reeds een der eerste voorstellingen te gaan bijwo nen. Zooals gezegd worden de hoofdrollen ver vuld door Cor Ruijs en Louis de Bree, ter wijl verder medewerken Lily Bouwmeester, Jacques Reule, El ine Pisuisse, Piere Myin, Johanna Bouwmeester, Wim Kan en Henry Duiveman. De laatste vier dagen der kermis (E>onder- dag, Vrijdag, Zaterdag en Zondag) zijn evenals het vorige jaar gereserveerd voor de nu reeds zoo bekende tooneelgroep „het masker" onder artistieke leiding van Jan Musch en Ko Arnoldi. Van „Vorstelijke i woordde Malewicz bedaard. „Bovendien weet ik, dat mijn bloed veel meer kwaad dan goed zou doen: Polen is dood; alle missla gen, die wij begaan, komen daaruit voort, dat wij het er voor houden, hoe het slechts in slaap is. Het is het beste om de waarheid onder de oogen te zien. Wij hebben gehan deld of wij een natie waren, maar dat liep toch uit op mislukking. En als wij ooit weer een natie worden, dan kan dit doordat wij, Polen, andere zijn geworden, doordat wij hebben leeren werken inplaats van droomen en praten! Maar zoover zijn we nog niet, op geen stukken na, en daarom ben ik van plan te werken inplaats van te droomen, zooals dit betaamt aan een trouw onderdaan van keizer Franz Jozef". Hij keek kalm den kring rond, terwijl hij sprak, en ontmoette niets dan vijandige blik ken. Toen hij het laatste woord gesproken had, ontstond er eenige opschudding onder het gezelschap en werd er van verschillende kan ten iets gemompeld, dat niet bepaald een ze- genwensch zal zijn geweest. Veel meer werd er niet gezegd misschien dat de tegen woordigheid van een vreemde remmend werkte maar allen trokken zich terug van Malewicz, die gedurende de rest van den avond dus vrijwel aan zijn lot werd overge laten. „Hij heeft geen geestdrift en geen geest kracht!" zei Jadwiga later tegen mij. Ik schaam mij over zulk een landgenoot!" „Maar ik bewonder zijn geestelijken moed", erkende ik. „Er was heel wat durf voor noo dig om zijn meening uit te spreken tegen over zulke vurige nationalisten, als je buren schijnen te wezen!" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5