Alkmaarsche Courant
EEN EERESCHULD.
Honderd Zes en Dertigste jaargang.
DINSDAG 21 AUGUSTUS
Een overval door
Chlneesche piraten.
TSJOEHG-JI DE ZEEROOVERKOHINGIU.
üxuitteion
Stad en Omgeving.
ftadioptoqtcmnta
No. 196 1934
Reportage door Emile H. van Stadt.
-o De overval.
Den. volgenden morgen werden we gewekt
door het gegil der sirenes. „Wat is dat nu
weer?" Een hoogst onaangenaam gevoel
bekroop me en ik moet bekennen, dat ik eerst
op het allerdwaaste idee kwam me om te
draaien en me slapend te houden. Desnoods
kon ik me door de piraten laten wekken!
Maar luttele seconden daarna geloofde ik,
dat de menschen argwaan omtrent mijn per
soonlijke dapperheid zouden krijgen, als ik
weg bleef en er was misschien niets bijzon
ders aan de hand. Ook was het niet uitge
sloten, dat het schip op zinken stond! Dies
sprong ik uit m'n kooi, waschte en kleedde
me zoo haastig mogelijk en snelde naar hei
dek. Tijdens het toiletmaken had ik er een
paar maal over gedacht den stewart te bel
len, maar daar de sirenes weldra zwegen,
liet ik 't na.
Boven gekomen zag ik Baker en Mabel
benevens eenige leden der bemanning druk
gebaren.
„Jonken!" riep Mabel me uit de verte toe
„Overal jonken! Daar zal je de zeeroovers
hebbenZe zag een beetje bleek.
„Kom, kom," zei ik. De heer Wright wierp
links en rechts blikken en bleef er nog al
kalm onder.
„Zijn het roovers?" informeerde ik.
Wright haalde de schouders op.
,,'t Kan zijn. Maar 't kan even goed een
vloot koopvaardijschepen wezen. Handels
booten vereenigen zich vaak om beter be
schut te zijn tegen een aanval van de pira
ten".
„Zullen we de oorlogsschepen van deze
ontmoeting op de hoogte stellen?" vroeg
kapitein Railstone, de gezagvoerder van de
„rlying Bird".
(Wright glimlachte ietwat spottend en
repliceerde: „Bent u zoo vreesachtig?"
waarop de kapitein een rood hoofd kreeg,
hetgeen voor een gezagvoerder wel wat stak-
kerig is. Wanneer Baker niet zoo oliedom
was geweest en kapitein Railstone wat ver
standiger en flinker dan had ons dat veel
leed bespaard.
„We moeten afwachten", zei Wright,
„Als we op volle kracht varen, kunnen we in
ieder geval voorkomen, dat ze enteren; in
volle vaart boren we iedere jonk de grond in
Ze weten natuurlijk niet, dat we hun men
schen gepakt hebben en wachten tenmin
ste, a I s het roovers zijn op 't oogenblik,
dat de .handgranaten ontploffen".
Een kwartier nadien was er geen twijfel
meer mogelijk. De jonken moesten met pira
ten bemand zijn, want ze begonnen de
Fying Bird" te omsingelen.
Ze waren nu al zoo dicht bij, dat men dui
delijk de ongure gestalten der bemanningen
kon onderscheiden.
„Het wordt nu toch tijd, de oorlogssche
pen te waarschuwen", zei gezagvoerder
Railstone nijdig.
„Ja", antwoordde Wright, „nu moet er
gehandeld worden", en hij zette een fluitje
aan zijn mond. Er weerklonk een gillend
signaal.
Verschillende détails heb ik van hooren
zeggen. Enkele bijzonderheden heb ik helaas
zelf moeten beleven.
De marconist mr. Head was geen moedig
man, hetgeen hij later uit eigen beweging
volmondig erkende. Hij zat, zonder precies
te weten, wat er op het dek voorviel, achter
zijn toestel te sidderen en wachte op hei
bevel om de oorlogsschepen te waarschuwen.
Te zijner bewaking had men Andrade aan
gewezen, dezelfde die de handgranaten had
opgespoord.
„Zal ik maar seinen?" vroeg hij.
(1U kunt beter wachten, tot er order wordt
gegeven", antwoordde hem Andrade, terwijl
die zijn revolver nakeek.
„Wordt het meenens?" wilde Head weten
„Natuurlijk!" luidde het antwoord. Dat
was bet moment, waarop het fluitsignaal
werd gehoord. Andrade nam een zware
ijzeren stang op en gaf daarmee een gewel
dige klap op de radioinstallatie.
„Bent u gek geworden?" stotterde mr.
Naar het Engelsch van Dorothea Gerard.
2?)
HOOFDSTUK VIII.
De weken, die volgden, waren in hoofd-
zaak een weerspiegel ng van wat er op den
„werkdag" had plaats gehad, in zoo verre,
dat Jadwiga op honderderlei wijzen blijk
gaf van haar voorkeur voor Wladimir op
Malewicz. Toen zij eenmaal haar keuze had
vastgesteld, had zij zich in haar nieuwe rol
ingewerkt met al de vurigheid van haar tem
perament en nauwelijks ging er een avond
voorbij, zonder dat ik luisteren moest naar
al de geestdriftige lofredenen, die zij op hem
hield, want zij hoorde tot die open naturen,
die slechts ten volle van haar emoties kun-
nen genieten, als ze die deelen met anderen
Wilt u wel gelooven", heb ik haar meer
dan eens hooren zeggen, „dat hij niet alleen
mooi, maar ook goed is; ik ben zeker,, dat hij
nooit van z'n leven eenig kwaad heeft ge-
daan
„Ik geloof, dat hij nooit in zijn leven iets
beeft gedaan, hetzij dan goed of kwaad. Hij
lijkt mij een onbeschreven blad, nog open
voor bestempeling".
„Niets dan edele iingen zouden kunnen
geschreven worden op zoo'n schoon blad
papier!" betuigde Jadwiga met karakteris
tieke innigheid.
Soms voelde ik mij gedwongen haar te on-
Head. en toen Andrade onverstoorbaar een
tweede houw op het toestel gaf, begreep de
marconist, dat Andrade tot de samenzweer
ders behoorde .Hij wilde naar buiten vluch-
maar hiï ft0# geen twee pas gedaan
of hij kreeg een gevoel, of de kajuit boven
hem m elkaar viel. De rest wist hij ook niet
te vertellen, maar vast staat, dat de kost
bare ultramoderne radio-inrichting compleet
vernietigd werd.
Op het dek hebben wij van dat alles niets
gemerkt, evenmins als het tot ons door
drong, wat er tezelfdertijd in de machine
kamer gebeurde. Twee officieren die deel uit
maakten van „het legertje Europeanen"
stonden te praten met de machinisten toen
er plotseling een derde verscheen en hun iets
toevoegde. De drie officieren trokken daarop
hun revolvers.
„Is er iets aan de hand?" vroeg Billy, een
der machinisten. Het was beneden overigens
al bekend, dat de jonken het vaartuig in
sloten.
Een der officieren kwam gemoedelijk op
hem toe.
„Maak je maar geen zorgen, Billy ga
alleen een eindje bij de machinesuit de
buurt
„Hoezoo?"
„In den hoek maar, j'ongens iij ook,
Jack! Vooruit Keepler!
„Maar we kunnen toch de machines
„Gehoorzamen! Maak geen noodelooze
moeilijkheden! D"r zal jullie niets gebeu
ren Maar als jullie persé met gaten in
je corpus willen rondloopen!"
De drie machinisten zagen de drie offi
cieren radeloos aan. Ze ontdekten, dat de
mondingen der revolvers op hen waren ge
richt.
„Maar wij, zijn toch geen piraten!" brulde
Billy eindelijk, „weet toch, wat jullie doen"
„Wij zijn piraten", vervaardigde zich een
der officieren te zeggen.
Billy vertelde later, dat hij eerst nog wilde
tegenstribbelen, maar als men erg aan hef
leven gehecht is en bovendien vrouw en kin
deren heeft, bedenkt men zich nog wel eens
En zoo moesten de drie het zich dan laten
welgevallen, dat men ze in het instrumenten
kamertje opsloot. Alleen kon Billv het niet
nalaten te schelden en hij betitelde de „offi
cieren" als: „Honden" en „leelijke Tsjoeng-
jiisten".
Na het fluitje is het oo de commandobrug
heel zonderling toegegaan. Twee van
Wrights mannen kwamen aanstormen en
gooiden in allerijl een machinegeweer in
elkaar. Toen het stond was de loop niet naar
de jonken, maar naar ons gekeerd.
„Wat beteekent dat?!" schreeuwe kapitein
Railstone. Baker begreep de situatie blijk
baar nog niet, want hij keek verwonderd.
Maar even later was het tot hem doorge
drongen. Hij werd bloedrood en liep zonder
zich te bedenken op Wright toe om hem een
vuistslag te geven Mabel hield hem echter
terug en wendde zich tot mij met de woeden
de vraag, of ik ook tot de bandieten be
hoorde. Maar daar ik nog al bleek moet heb
ben gezien en gelijk de anderen op ver-
eerend verzoek mijn handen ten hemel hief,
was deze vraag al beantwoord, voor ik mijn
mond opendeed Alle machinegeweren waren
nu zoo opgesteld, dat ze ons konden weg
maaien.
Luttele minuten daarna waren de piraten
aan boord. Baker had Wright gezegd, dat
hij hem kost wat het kost aan reepen zou
snijden, wanneer zijn dochter iets overkwam
waarop Wright had geantwoord, dat hij
geen handelaar in meisjes was.
De zeeroovers waren allen kalme, kleine
kereltjes met zeer ongunstig uiterlijk en van
top tot teen bewapend. Ze bezetten het ge-
heele schip, doorzochten alles, maar vielen
niemand lastig.
De drie vorige artikelen dezer serie werden
geplaatst in de couranten van 14, 16 en 18
Augustus.
GAMIT-\ ERKOOP ORGANISATIE.
Hoe een positieve midden
standsactie te ontketenen om
den verkoop zoo hoog moge
lijk op te voeren'
Gisteravond werd in de dancing van de
Harmonie een bijeenkomst gehouden van
leden der beide middenstands-organisaties
hier ter stede, ter besproking van hetgeen de
middenstand zal kunnen doen in de dagen,
dat de derde Gamit wordt gehouden. De
heer V. K e y s p e r, voorzitter van het
Gamit-comité, trad op als voorzitter der
derhouden zooals ik dit had gedaan op den
avond van die voorbereidingen voor het
Kerstfeest. Omdat zij nu tenslotte het hart
had verloren aan Wladimir, zag ik hierin
nog geen reden dat zij iederen keer zoo klei
neerend zou spreken over haar niet-verkozen
pretendent. Van iemand van wier ware goed-
heid des harten ik van den beginne af over
tuigd was, deed mij dit vertoon van onvrien
delijkheid pijnlijk aan. Ze liet geen gelegen
heid voorbij gaan om Malewicz persoonlijk,
of zijn daden, in het ongunstigste licht te
stellen en om zijn eenigszins vreemd uiterlijk
bespottelijk te maken of hij er bij was of
niet. Had zij zich maar even den tijd gegund
om na te denken, dan zou zij het afschuwe
lijk van zichzelve hebben gevonden om hem
zijn armoede als 't ware voor de voeten te
werpen. Maar Jadwiga liet zich altijd mee-
sleepen door de ingeving van het oogenblik
en daar zij zelve nooit armoede had gevoeld,
kende zij er de beterheid niet van. Méér
dan eens nam ik het voor Malewicz op, zoo
bijvoorbeeld ook bij een gelegenheid, toen er
een lijst rondging voor het een of ander lief
dadig doel en de meeste landeigenaars uit
den omtrek voor een groot bedrag hadden
ingeschreven en hij de eenige was, die bot
weg had geweigerd:
„Als ik nu een florijn gaf. zou dit gelijk
staan met niets en meer kan ik toch niet mis
sen".
„Zelfs niet voor de zieke kinderen?" vroeg
Jadwiga verontwaardigd.
„Neen, zelfs niet voor de zieke kinderen",
antwoordde Malewicz met eenigszins ver
hoogde kleur, maar zonder de oogen neer
te slaan.
„Wat een gierigaard!" zei Jadwiga tegen
vergadering en deelde na een kort openings
woord mede. dat het comité er naar streeft,
op de Gamit belangwekkende dingen te
brengen, belangstelling te wekkc voor de
Gamit en daarnaast een positieve midden
standsactie te ontketenen met als doel een
geforceerden verkoop te bewerken ten be
hoeve van de middenstandszaken ter plaatse.
Voor een en ander is een comité opgericht
dat reeds verschillende besprekingen heeft
gevoerd en nu poogt alle middenstanders mee
te krijgen.
Het comité heeft zich gedacht bet publiek
bij te brengen dat met aankoopen van 20 tot
en met 28 Sept bijzondere voordeelen zijn
te behalen. Voor eiken aankoop van 50 cent
zal één iet ter worden gegeven van een
vooraf vastgesteld woord Wie het heele
woord goed oplost, heeft recht mee te
dingen naar prijzen, die door middel van
een rad van avontuur zullen worden uitge
loot. Eiken dag der tentoonstelhng worden
er prijzen uitgeloot (slaapkamer-ameublement,
fauteuils, enz.) en den laatsten dag geld
prijzen van 500, 300 en f 200. Eiken
dag worden prijzen uitgeloot voor hen, die
dien dag hun oplossing hebben ingezonden,
terwijl onder de goede oplossers van de
heele week bovendien de geldprijzen worden
uitgeloot. De winkeliers zullen voor elke
letter 2 cent moeten betalen ter bestrijding
van de kosten van prijzen en propaganda.
Spr. meende, dat voor het welslagen van het
plan de medewerking van alle middenstan
ders noodzakelijk is. De bevoegde autori
teiten hebben tot dusver geen bezwaren ge
opperd tegen de plannen. Om het publiek
het niet te moeilijk te maken en de smalle
beurs evenzeer gelegenheid te geven mee te
dingen, meende het comité dat er de heele
week slechts één enkel woord zal moeten
worden geëischt.
Na zijn korte, zakelijke uiteenzettingen
schorste de heer Keysper de vergadering
eenige oogenblikken, om de 50 a 60 aan
wezigen gelegenheid te geven vragen in te
dienen over het plan der commissie, dat naar
de voorzitter nog mededeelde, een navolging
is van wat in Groningen, Beverwijk en Den
Helder reeds is gebeurd.
Verschillende vragen beantwoord.
De voorzitter kon op de vraag of
ook zij, die nu nog lid worden kunnen profi-
teeren van de te voeren actie nog geen defi
nitief antwoord geven; het bestuur zal zich
daarop nog moeten beraden.
't Geld van de 4 is noodig voor 't aan
koopen van groote cadeaux, die het publiek
trekken. Juist om groote prijzen te kunnen
geven, moet men vasthouden aan de vier
procent. Spr. had gehoord van een winke
lier in Den Helder, dat de verkoop in zijn
zaak (consumptiebedrijf) verdubbeld was
gedurende de actie. Daarom is het geven van
4 pet. korting eigenlijk geen opoffering,
meende spr.
De prijzen worden gekocht bij de leden
der organisaties, ongeacht of zij al dan niet
exposeeren op de Gamit. De prijzen moeten
gedurende minstens een week te voren wor
den geëxposeerd
Maatregelen zijn getroffen om knoeierij te
voorkomen, zoowel door winkeliers als
publiek. Ook ten aanzien van de propaganda
zijn besprekingen gevoerd en spr. ver
zekerde, dat daaraan niets zal ontbreken, alles
zal worden gedaan om de actie te doen
slagen.
Een winkelier, die de letters verkocht, zou
handelen tegen zijn eigen belang, dat slechts
verkoop van zijn artikelen eischt. Het uit
breiden van de actie tot een duur van twee
weken zal bezwaren meebrengen, maar
is te overwegen. Spr. wees er nog op, dat
de zaak dan nog méér zal kosten.
De geldprijzen worden niet in geld uitge
keerd. maar het bedrag moet door den w;n-
naar worden besteed in Alkmaarsche zaken.
Waarom zou een winkelier niet mogen
meeloren? Hij koopt toch ook zelf allerlei
artikelen.
Het comité kent de letters niet; slechts
twee leden van het lettrbureau zijn daarmee
bekend, maar weten er niets meer van, zoo
dra de letters in handen der winkeliers zijn.
Er zal voor worden gezorgd, dat alle letters
van het te voimen woord bij eiken aange
sloten winkelier komen.
Het zal volgens spr. aan de winkeliers
zelve moeten worden overgelaten om de af
gifte der letters te doen plaats hebben voor
aankoopen a contant of op rediet.
Spr. geloofde niet dat de saneering in het
bakkersbedrijf zich zou verzetten tegen een
actie als de bedoelde.
De heer G o e s (voorzitter der commissie
voor de saneering in de bakkerij) was het
hiermee eens en gaf in overweging schrifte-
mij dien avond toen hij weg was. „Iedereen
geeft nu wat. Wladimir stelt zelfs den aan
koop van een nieuw paard uit om des te hoo-
ger te kunnen inschrijven!"
„Wiadimir weei, dat hij zijn paard toch
krijgt", merkte ik op, „terwijl Malewicz het
geld waarschijnlijk noodig heeft voor meer
dringende dingen dan rijpaarden!"
Óp een anderen keer, in den carnavalstijd,
was het weer zijn onbekendheid met de pas
sen van de Mazurka, wat in hooge mate
haar verontwaardiging wekte.
„U noemt zich een Pool", riep zij, „een
Pool, die geen Mazurka dansen kan!"
„Wanneer zou ik 't geleerd hebben? Ter
wijl ik de velden beploegde?"
„Anderen beploegen de velden ook en vin
den toch nog tijd om wat meer te doen dan
wat tot het boerenbedrijf hoort".
„Dat weet ik", zei Malewicz, die onder
alle speldeprikken, die zij hem toebracht,
nooit zijn zelfbeheersching verloor. „Er zijn
altijd menschen, die voor alles tijd vinden,
zelfs voor revolutie-spelen ter verkrijging
van „nationale zelfstandigheid!"
„U zult toch niet onze schitterende cam-
In 1863 dreeft de Poolsche adel deze
revolutie tegen Rusland door, maar bijna
uitsluitend voor zijn eigen rechten, of liever
misbruiken; daar er een verregaande ver
deeldheid bestond onder de leiders van den
opstand, hebben ze er niet veel mee bereikt
en was het einde van alle dikwijls heldhaf
tige opofferingen voor de vrijheid tegen de
overmacht van Rusland, dat de kern van
het Poolsche volk zich terugtrok in het door
Oostenrijk beheerde gedeelte, maar dat er
van nationale zelfstandigheid niets inkwam.
Woensdag 22 Angustus.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.Gr.pl. 3.30 „Cnze keu
ken", d. P. J. Kers. 10— VPRO-
morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in
de Continubedr.: De Notenkrakers
olv. D. Wins, Het VARA-tooneel o.
1. v. W. van Cappellen, F. Nien-
huys, deel. en gr.pl. 12.— De No
tenkrakers olv. D. Wins en gr.pl.
1.De Flieref'uiters olv. J. v. d.
Horst en gr.pl. 2.Zenderverz.
2 15 Orgelspel Joh. Jong. 3.
Voor de kinderen. 5.30 KI. VARA-
ensemble olv. F. Bakels. 6.15 Gr.pl.
6.30 Orgelspel Cor Steyn. 7.G.
Blitz spreekt over de Europeesche
Zwerakampioenscijappen. 7.20 De
Flierefluiters o. 1. v. J. v. d. Horst.
8.Herh. SOS-ber. 8.03 „Amster-
damsche Kleuren" grepen uit het
leven der Hoofdstad, mmv. het Jor-
daan Cabaret: Tilly Kalkhoven, D.
Wins piano, P. Bakker journalist,
J. Lemaire voordracht, S. Rodri-
gües de Miranda lezing en P Col-
lin, zang. 9 30 VARA-ykest o.l.v.
H. de Groot. 10.Vaz Dias en
VARA-Varia. 1015 Verv. concert
11—12.— Gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (NCRV-progr.1
8 Schriftlezing en meditatie. 8.15
9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. K. Prins. 11.Orgelcon
cert door M. F. Jurjaanz, mmv
Annie Geest, sopraan. 12.15 Gr.pl.
I.30 Orgelconcert R. Parker. 2.30
Voor jeugdige postzegelverzame
laars. 3.Chr. Lectuur. 3 30—
3A5 Gr.pl. 4.Zang door Annie
Lieman, mmv. F. Gerstelling, piano
en gr.pl. 5.Kinderuur. 6.Gr.
pl. 6.30 Afgestaan. 7.Folitieber.
en Ned. Chr. Persbureau. 7.15
Kampvuur der C. J. M. V.-padvin-
ders. 8.45 Gr.pl. 8 50 G. ter Horst:
Offerfeest. 9.Causerie over het
werk van dr. Adriani. 9.30 Zang
door Annie Woud, mmv. Emmy v
Eden, piano en gr.pl. 10.— Vaz
Dias. 10.10 Verv. vocaal concert.
10 30—11.20 Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. j2.20 S;»ortrep. 12.25
Orgelconcert H. Ramsay. 1.05
Schotsch Studio-orkest olv. G. Dai-
nes. 1.50 Sportrep. 2.Verv con
cert. 2.20 Het Troxy Cinema orkest
olv. J. Muscant. 3.20 Pianorecital
E Lush. 3.35 't Bournemouth Sted.
orkest olv. Williams en Sir Dan
Reg. 19.20—24.—.
Godfrey. 5.05 Gr.pL 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Ber. 6.45 Sportrep.
6.55 BBC-orkest olv. Lewis. 7 50
Medvedeff's balalaika^orkest. 8.20
BBC-symphonie orkest o. 1. v. Sir
Henry Wood en solisten. 10.Ber
10.20 en 11.10 Voordr. 11.15
12 20 Joe Loss en zijn Kit Cat
band.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M.
720 en 8 20 Gr pl. 10.35 Orkest
concert. 7.20 Or.pl. 9.05 „Die
Entfuehrung aus dem Serail",
opera van Mozart. Leiding: Hahn.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Strijkorkest olv. Bendix. 2.50
Gr.pl. 3 50 Omroeporkest o. 1. v.
Mahler. 8 20 Viool- en violaconcert.
8 55 Radiotooneel. 10.'0 Omroep
orkest olv. Gröndahl. 11.2012.50
Dansmuziek o.l.v. Warnv.
KEULEN, 456 M- 5.50 Gr.pl.
6.45 Orkest olv. Mundry. 12.20
Kwintetconcert. 1.20 Gr.pl. 2.20
Concert. 4.20 Weragkamerorkest o
I. v. Hartmann. 5 35 Viool- en
pianorecital. 7.20 Omroepkl.-orkest
olv. Eysoldt. 9.20 Concert. 10.20
Omroepsch rammel kwartet en solis
ten.
ROME, 421 M. 8.30 Gr.pl. 9.05
„Guarany" opera van Gomez.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Salonorkest. 1.30—2.20 Gr.
pl. 5.20 en 8.20 Radio-symphonie-
orkest. Orgelrecital. 9 05 Causerie.
9 20 Orgelrecital en radio-sympho-
nie-orkest. 10.3011.20 Gr pl 484
M.: 12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Om
roeporkest mmv. tenor. 5 20 Orkest-
concert. 6.35 Gr.pl. 6.50 Omroep
orkest. 8.20 Salonorkest. 9.05 Gr pl
9 20 Concert uit Ostend.e 10.40
II.20 Orkestconcert
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.50 Hitlerjeugd-concert- 9.55
„Deutsche Lanischaft" 10 20 Rep
10.30 Ber. 10.40 Lezing. 11 05 Ber.
11.2012.20 Dansmuziek o. 1. v.
Jo<-«t
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: LonJ. Reg. 1035—
10.50, Daventry 10.50—11.05,
Lond. Reg. 12.20—15.20, Daventry
15 20—17.35, Lond. Nat 17.35—
19.20, Brussel 19.20—24.—
Lijn 4: Keulen 10.3017.35,
Warschau 17.35—19.20, Lond
lijk ontheffing dei bepalingen daarvan te
verzoeken voor de Gamit-week.
De heer Heuseveldt bracht het
comité dank voor zijn bemoeiingen en be
toogde, dat 4 pet. korting niet als een groote
opoffering mag worden beschouwd.
Alleen zij die thans reeds lid
zijn van de middenstandsvereeni-
gingen, mogen meedoen.
Na een korte schorsing der vergadering,
gedurende welke het bestuur de kwestie der
deelname besprak, werd besloten, dat alleen
de winkeliers, die thans reeds lid zijn van
één der middenstandsorganisaties ter
plaatse, zullen mogen meedoen aan de actie.
Alle aanwezige heeren gaven zich op voor
de verkoopweek-actie.
SCHOUWBURG 'T GULDEN VLIES.
KERMIS 1934.
De tooneelliefhebbers van Alkmaar en om
geving, die ter gelegenheid van de kennis
1933 een of meer voorstellingen in 't Gul
den Vlies bijgewoond hebben, zullen onge
twijfeld over gezelschappen en opgevoerde
stukken tevreden geweest zijn. Noemen wij
slechts, om uw geheugen even op te frisschen
Potasch en Perelmoer met Cor Ruijs en
Louis de Bree, verder de tooneelgroep „bet
masker" onder art. leiding van Jan Musch
en Ko Arnoldi met het spannende „In den
Nacht van 17 April" en de premiere van
„Marius".
Herinnert u zich deze schitterende voor
stellingen nog? Is het dan ook wonder dat
de directie van 't Gulden Vlies gemeend
heeft de liefhebbers geen grooter genoegen
pagne van 1863 als „revolutie-spelen" be
pleiten?" vroeg Wladimir met een kleur van
opgewondenheid. „Dat die slecht voor ons
is afgeloopen, is daarom nog geen bewijs,
dat wij het niet ernstig meenden!"
„Ik wil het dan wel geen „spel" noemen,
als u hier zoozeer op tegen heeft, maar een
kinderlijke onderneming, slechts in elkaar
gezet, onverstandig uitgevoerd en daarom
van het eerste oogenblik af gedoemd tot mis
lukking".
Een nieuw koor van verontwaardiging:
„Slecht in elkaar gezet, wanneer alles al
jaren voorbereid was?"
„Ja, voorbereid met woorden", verbeterde
Malewicz, „niet met maatregelen. Wij zijn
altijd veel grooter in woorden dan in daden
geweest. Al onze leiders bij elkaar hadden
geen aasje organisatie-vermogen! Hoe kan
het anders verklaard worden dat degenen,
die moesten zorgen voor de legervoorzie-
ning, aan het onderhandelen waren over
den vorm van kommiesbrooden voor de man
schappen, terwijl de soldaten zeiven ver
gingen van den honger?"
„Toeval", meende er een. „Dat neemt niet
weg dat het helden waren!"
„Misschien, maar in ieder geval geen or
ganisators of menschen van politiek door
zicht, anders zouden zij nooit die bloedige
beweging begonnen zijn".
„Als er nu weer eens een oproep werd ge
daan, zoudt u er dan geen gevolg aan ge
ven?" vroeg Wladimir en mat zijn mede
dinger met den viammenden blik uit zijn
schoone oogen. „Zoudt u niet bereid zijn uw
laatsten druppel bloed voor uw ongelukkig
land te storten?"
„Niet zooals de zaken nu staan", ant-
te kunnen doen, dan voor deze kermis weder
om dezelfde gezelschappen uit te noodigen.
Waar andere jaren de eerste voorstellin
gen steeds op Zondag plaats vond, is er dit
jaar van af geweken en vindt de openings
voorstelling reeds op de eerste Zaterdag oer
kermis plaats. Dit is gedaan in verband met
de belangrijkheid van het tooneelstuk en de
daarmee in verband staande te verwachten
groote belangstelling. Deze eerste vijf dagen
der kermis (n.1. Zaterdag, Zondag, Maan
dag, Dinsdag en Woensdag) komen de blij
spelspelers bij uitnemendheid Cor Ruijs en
Louis de Bree met het grootste succes van
het afgeloopen seizoen „De 4 Mullere".
Wanneer wij u vertellen, dat Zaterdag 25
Augustus hier de 216e opvoering van „De
4 Mullere" gegeven wordt, dan spreekt dit
cijfer boekdeelen. U zult het met ons eens
zijn, dat wij voor een stuk met een dergelijke
aantal opvoeringen niet ten onrechte een
enorme belangstelling verwachten en het is
daarom dat wij u ten zeerste aanraden reeds
een der eerste voorstellingen te gaan bijwo
nen.
Zooals gezegd worden de hoofdrollen ver
vuld door Cor Ruijs en Louis de Bree, ter
wijl verder medewerken Lily Bouwmeester,
Jacques Reule, El ine Pisuisse, Piere Myin,
Johanna Bouwmeester, Wim Kan en Henry
Duiveman.
De laatste vier dagen der kermis (E>onder-
dag, Vrijdag, Zaterdag en Zondag) zijn
evenals het vorige jaar gereserveerd voor de
nu reeds zoo bekende tooneelgroep „het
masker" onder artistieke leiding van Jan
Musch en Ko Arnoldi. Van „Vorstelijke
i
woordde Malewicz bedaard. „Bovendien
weet ik, dat mijn bloed veel meer kwaad dan
goed zou doen: Polen is dood; alle missla
gen, die wij begaan, komen daaruit voort,
dat wij het er voor houden, hoe het slechts
in slaap is. Het is het beste om de waarheid
onder de oogen te zien. Wij hebben gehan
deld of wij een natie waren, maar dat liep
toch uit op mislukking. En als wij ooit weer
een natie worden, dan kan dit doordat wij,
Polen, andere zijn geworden, doordat wij
hebben leeren werken inplaats van droomen
en praten! Maar zoover zijn we nog niet, op
geen stukken na, en daarom ben ik van plan
te werken inplaats van te droomen, zooals
dit betaamt aan een trouw onderdaan van
keizer Franz Jozef".
Hij keek kalm den kring rond, terwijl hij
sprak, en ontmoette niets dan vijandige blik
ken.
Toen hij het laatste woord gesproken had,
ontstond er eenige opschudding onder het
gezelschap en werd er van verschillende kan
ten iets gemompeld, dat niet bepaald een ze-
genwensch zal zijn geweest. Veel meer werd
er niet gezegd misschien dat de tegen
woordigheid van een vreemde remmend
werkte maar allen trokken zich terug van
Malewicz, die gedurende de rest van den
avond dus vrijwel aan zijn lot werd overge
laten.
„Hij heeft geen geestdrift en geen geest
kracht!" zei Jadwiga later tegen mij. Ik
schaam mij over zulk een landgenoot!"
„Maar ik bewonder zijn geestelijken moed",
erkende ik. „Er was heel wat durf voor noo
dig om zijn meening uit te spreken tegen
over zulke vurige nationalisten, als je buren
schijnen te wezen!"
(Wordt vervolgd).