REBUS.
Uit de vaderl. geschiedenis.
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL.
T-uACicaÜes
VOOR HET EERST
De kastanjes uit het vuur halen.
DE BIGGEKLAS
0: W
Raadsel hoek ie
2.
10.
in het algemeen een scherpe reactie te zien
hebben gegeven.
Van de ontwikkeling van het rubberver
bruik in de Ver. Staten, de belangrijkste con
sument van rubber, op wier rekening om
streeks de helft van het totale wereldverbruik
komt, zal het wel voornamelijk afhangen,
hoe ver de productiebeperking zal moeten
gaan, om voortbrenging en verbruik weer
eenigszins met elkander in overeenstemming
te brengen. Het percentage der restrictie is
wederom van grooten inbloed op den kost
prijs, resp. op de winstmogelijkheden van de
rubberondernemingen. Een door het
„Amsterd. Effectenblad" ingestelde enquête
heeft wel duidelijk aangetoond, dat bij een
restrictie-percentage van 30 de tegen
woordige prijs van ca. 25 cent per h K.G
in verreweg de meeste gevallen onvoldoende
wordt geacht. Natuurlijk loopen de verhou
dingen bij de verschillende rubberonder
nemingen nog al uiteen. Er zijn nog altijd
rubbermaatschappijen, die de noodige af
schrijvingen uit vroeger gemaarte winsten
hebben kunnen verrichten en die hun rubber
tuinen goed hebben onderhouden. Andere
daarentegen hebben een grooten achterstand
in te halen, zoowel wat het percentage der
afschrijvingen als wat het onderhoud der
tuinen betreft. Hiermede, alsook met de
noodzakelijke aanvulling van de reserves
voor alle rubbermaatschappijen rekening
houden, zal eerst bij een verkoopprijs van
35 a 40 ct. weer op een eenigszins loonende
basis gewerkt kunnen worden. Van zulk een
prijs zijn wij op het oogenblik nog heel wat
verwijderd
Aandeelen Koninklijke Petroleum trekken
in den laatsten tijd ook slechts weinig be
langstelling. De toestand op de petroleum-
markt wordt nog altijd beheerscht door de
verhoudingen in de Amerikaansche petro
leumindustrie; uit een interview met Sir
Deterding na diens aankomst in Amerika is
wel gebleken, dat men daar nog altijd ver
verwijderd is van het zoo zeer gewenschte
evenwicht tusschen productie en verbruik,
door de voortdurende illegale productie. De
groote producenten beweren, dat de kleine
ondernemers de wettelijke voorschriften in
zake de productiebeperking ontduiken; de
keline producenten op hun beurt geven de
groote ondernemingen de schuld van de ster
fee stijging der voorraden. Hoe dit ook zij,
van een regeling der wereldproductie zal
Een sprake kunnen zijn, zoolang in Ameri-
geen orde op zaken is gesteld. Aan de
concurrentie van de Amerikaansche olie is
het ook toe te schrijven, dat de vrij aanzien
S""ke toeneming van het verbruik van ruwe
ie en petroieumproducten in het eerste half
jaar in nagenoeg alle landen geen prijsver
betering met zich heeft gebracht. Integen
deel: over het algemeen is de toeneming van
dc ingevoerde hoeveelheid in de meeste lan
den gepaard gegaan met een vermindering
van 3e totale waarde van dezen invoer. Op
zich zelf is de toeneming va nden afzet van
petroieumproducten intusschen een gunstig
verschijnsel; zij is in overeenstemming met
de verwachtingen, die in het jongste jaar-
verslag van de Koninklijke tot uiting kwa
men, waarbij vooral gewezen werd op de
steeds veelvuldigere toepassing van Diesel
motoren
Industrieele waarden hebben slechts wei-
nik in koers gefunctueerdook suikeraan-
deelen en tabakken verlaten de week op een
vrijwel onveranderd niveau.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
Amsterdam-Rubber 0007 1/81001/4.
Bandar Rubber 13254—12954—13iy2.'
Oost-Java Rubber 132 3/412014
Serbadjadi 72 3/474%—71 7/8.
Wai Sumqtra 121125.
Kon. Petroleum 152 3/4—150 1/4—151 3/4.
Ford Automobielfabr. 2011 96J420254
Philips 208 3/4—20654—210.
Unilever 66%—63 54 —65 54
Deli Batavia Mij. 14915254.
Deli Mij. 13554—137—13454.
Senembah 13554—138y2—136.
Handelsver. „Amsterdam" 169—16654—
169 1/4.
Javasche Cultuur 84 1/48185.
4 ederland 102 3/16—101 7/8.
2% N.W.S. 7754-77 15/16.
4 Amsterdam 99 3/499.
4 Den Haag 101 3/4— lOOVz—1003/4
POLITIEMAATREGELEN TIJDENS
DE MOTORWEDSTRIJDEN
op Zondag 26 Augustus 1934 (le Kermis-
Zondag
De toegang tot het sportpark is alleen via
den Sportlaan aan den kant van de Zuidir-
houtlaan.
De auto's en motorrijwielen kunnen aldaar
tevens worden geparkeerd. Voorts is een stal
ling voor rijwielen aanwezig.
Het loopende publiek kan via het rechter
trottoir langs dien toegangsweg het Sport
park bereiken.
Het tarief voor stalling is: voor auto's
50 cent, voor motorrijwielen 25 cent en voor
rijwielen 10 cent.
Vanaf 12 uur des middags ztjn de Nieuw-
f>oortslaan, Nieuwpoortsteeg en de Regu
ierslaan, aan de Kennemerstraatwegzijde,
voor alle verkeer afgesloten.
De ingangen aan de Nieuwpoortslaan en
de ingang aan de Zandersloot blijven ge
sloten bij het aangaan. Alleen de derde in
gang van het sportpark aan de Nieuw
poortslaan is bestemd voor motorrenners en
vrachtauto's met rennersmateriaal.
Op het middenterrein wordt niemand toe
gelaten, die niet voorzien is van een daar
voor geldige kaart, welke strikt persoon
lijk is.
Voor slationneerende rijtuigen en auto's is
gelegenheid op den parkeerstrook langs den
rijweg van den Kennemerstraatweg nabij de
Het is verboden in de Nieuwpoortslaan
op den Kennemerstraatweg en in de Zuider-
houtlaan motorrijtuigen en andere voertui
gen onbeheerd te laten staan (parkeeren).
Vruchten- en ijswagens worden bij de Vier-
staten niet toegelaten.
Het einde der motorraces wordt door bel-
luiden bekend gemaakt.
Na afloop kan het publiek door alle uit
gangen van het sportpark aan de Nieuw
poortslaan en de Zandersloot vertrekken.
De uitgang via de Sportlaan is alleen be
stemd voor degenen, die hun auto's of motor
rijwielen op dien weg hebben geparkeerd cf
rijwielen hebben gestald.
Alle rijverkeer vanaf de Sportlaan wordt
bij afloop via Zuiderhoutlaan naar den
Kennemerstraatweg geleid.
Oplossingen der raadsels
nit het vorije nummer.
Voor grooteren.
1. Karpaten. Peren, rat, karper, Peter,
karpet.
2.
T
0
N
G
0
D
E
R
N
E
R
0
G
R
0
T
3. Gouden regen en blauwe regen.
4. Moeder kwam n gisteren tegen, Tan
te. (mug).
Heeft Cato rozen uit den tuin ge
bracht? (tor).
Is de oude man in Weeap ingestapt
of in Bussum? (spin).
We gaan met Oom Otto in de vacan-
tle naar Artia (mot).
Voor kleineren.
1. Het haantje van den toren.
2. Een zaag.
3. N Nijmegen.
p ij n
zomer
N ij m e g e n
regen
hek
n
4. Een waterval.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Schrijf onder elkaar:
le een deel van je gezicht.
2e een riviertje in Noord-Brabant.
3e een sappige vrucht
4e een viervoetig dier.
5e een metaal.
6e een weekdier.
De beginletters moeten, van boven
naar beneden gelezen, den naam
van een stad in Italië vormen, ter
wijl de woorden alle uit 4 letters
bestaan.
2. Wat is kleiner dan de mensch, maar
altijd hooger geplaatst?
3. Mijn gebeel wordt met 7 letters ge
schreven en noemt een vogeltje.
1, 5, 6, 7 is een jongensnaam.
Een 3, 2, 7 is een knaagdier.
Een 7, 2, 2, 3, 7 is een traktatie.
Een 4, 2, 3 is een voertuig.
Een 1, 5, 6, 4 is een lans of spies, ook
wel iets puntigs.
4. Verborgen natuurverschijnselen.
Nu weet ik, hoe de vork aan den steel
zit!
In het kleine huisje bij de gracht zijn
een dreg en een zuurstof-toestel te
vinden.
Na tien minuten kon weer opnieuw
begonnen worden.
Wie vertelde je het nieuws: hij zelf
of zijn broer?
Voor kleineren.
1 Mijn eerste is een uurwerk,
Mijn tweede woon je in.
't Geheel vindt men in vruchten,
't Bevat weer een begin.
Ie zult het zeker raden,
Want 't woord ken je heel goed,
Zeg dus maar, wat het antwoord
Van 't raadsel wezen moot!
2. Welke schepen varen niet op het
water en leggen toch soms groote
afstanden af?
3. Je ziet mij in den spiegel.
Maar keer je mij eens om,
Reken als medicijn dan,
Dat 'k stellig wederkom.
4. Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van
boven naar heneden gelezen, de
naam van een bloem, die in het
wild groeit
X le rij een boom.
X 2e een scherp wapen
X 3e een iongensnaam.
X 4e een getal
X 5e tuinmansgereedschap.
.X 6e een vogel (steltlooper.)
X 7e een metaal.
X 8e een vaartuig.
X - 9e een lichaamsdeel.
X 10e het tegenovergestelde
van recht
(Nadruk verboden).
Kleine Riekje gaat naar school toe
Voo:r de allereerste maal,
Broertje Henk praat heel gewichtig
Over aardrijkskund' en taall
Kleine Riekje kijkt wat ernstig,
't Is ook pas de éérste keer!
En zij wordt een beetje angstig
Voor de juffrouw en meneer!
Moeder, die met 't tweetal meegaat,
Lacht haar meisje maar eens toe
En klein Riekje zegt heel zachtjes:
't Is op school wel leuk, hè Moe?
Moeder lacht: Wel Ja, 'k weet zeker,
Als de bel om twaalf uur luidt.
Dat je heel verbaasd zult zeggen:
Hè, gaat nu de school al uit?
M. HOEKENDIJK.
(Nadruk verboden).
Piet heeft een ongeluk gehad in Va
ders kamer: een aschbak gebroken. Hij
heeft erg het land en zou niets liever
willen dan het Vader onmiddellijk ver
tellen. Vader is echter op reis en komt
pas laat in den avond thuis.
Piet gaat naar de huiskamer, vertelt
Moeder 't gebeurde en vraagt, of hij
maar zal opblijven, tot Vader thuis
komt.
Moeder knikt en zegt:
„Ja, dat is goed! 'k Vind het flink van
je, Piet, dat je dat doen wilt en mij de
kastanjes niet uit het vuur laten halen."
Bij deze laatste woorden is kleine
Jantje in de kamer gekomen. Hij weet
niets van den gebroken aschbak.
Na het eten vraagt hij ernstig:
„Moeder, gaat u den haard nog aan
maken, vóór Vader thuis komt?"
..Welnee, Jantje," 'antwoordde Moeder.
„We hebben nog heelemaal geen be
hoefte aan een vuurtje. Hoe kom je daar
eigenlijk aan?"
Jantje zegt nu heel ernstig:
„U hebt toch. zelf gezegd, dat U de
kastanjes niet uit het vuur wou halen,
maar dat het heel flink van Piet was,
dat hij zoo lang opbleef. Nou en als de
baard niet aan is, kan hij toch geen
kastanjes poffen!"
Moeder begrijpt haar jongste nu en
denkt aan de kastanjes, die Vader ver
leden jaar in den haard pofte.
Jantje kon ook niet weten, dat zij iets
heel anders bedoelde!
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden).
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
t
Negen kleine biggetjes
Zaten in de klas.
Meester Knor vertelde, waar
't Eikelboschje was.
't Was daar echt Luilekkerland:
Eikels overal!
En ter eere var den oogst
Gaf de vorst een bal.
3.
Koning Krulstaart danste vóór
Met de Koningin.
Rosabianka heette zij,
Het was een vorstin,
4
In het heele bosch bemind:
Vriend'lijk, lief en goed.
De prinsesjes Rondekin,
Gladvel, Rosesnoet
Ifigt
yA' MA »V
't Is vliegertijd. De vliegers
Staan hoog, hoog in de lucht.
Het windje waait en blaast er
Heel hard. Het is een klucht!
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Zijn onze mooie vliegen*
Te hooge gestegen, dan %-
Haalt ieder in zijn touwtje,
Daar houden ze niet van.
Ze dansen en ze springen
Als wilden z' er vandoorl
Maar stevig is on6 touwtje,
Zoo mak'lijk gaat *t niet, hoor!
Nee, vliegertjes, het helpt niet:
Al ruk j' ook nog zoo hard,
Al duikel en al trek je,
Al kijk je leelijk zwart!
Wij willen je niet missen,
Kom naar beneden vlug!
Dan mag J' een ander keertje
Naar hoven weer terugl
(Nadruk verboden),
(Nadruk verboden).
5.
En de prinsjes Staartjedun,
Ringsnuit, Knorreding,
Werden altijd toegewuifd
Op de wandeling.
6.
Nog veel meer werd er verteld
In de biggeklas.
Allen dachten: 'k Wou, dat ik
'n Biggeprineje wasl
7.
Of een klein prinsesje-lief
Uit dat sprookjes-boschl
Waar de eikels overal
Liggen op het mos.
8.
Biggen luist'ren net als wij!
Naar een sprookje graag
En in 't biggeklasje klonk
Dan ook plots de vraag:
9.
Meester, is het echt gebeurd,
Of is 't een verhaal
Lachend zei de meester toen:
Luister allemaal!
't Is een sprookje, dat ik deed
Uit Luilekkerland!
Wroeten jullie, bigjes maar
In het zwarte zand!
(Nadruk verboden).
127. Op zekere Zondag kwam hun buurman, die drie uur ver
derop woonde, eens een praatje maken. Beleeld ging Drein den
buurman tegemoet en stelde zich voor „ik ben brein Drentel",
zei ht). „fcn tk ben Senor Garcia de Carambano", antwoordde
de buurman.
128. „Zej Drein Drentel", begon Senor Garcia, „je woont hier
toch niet uheen? Ik zie je altijd samen met zoo n lange". Dat
kan wel zei Drein, die niet kon weerstaan aan de behoeite
om op te scheppen „Mear die heeft hier niets te vertellen",
ziet U. Die andere heet Piet Prikkel, maar ik heb hier alleen
maar wat in te brengen^
WIE IS EN WIE HEEFTf
Wi e is
1. Van den toren gesprongen!
2. In den boekenkist ontvlucht?
3. In 't Hollandsch Diep verdronken!
4. Naar 't haantje van den toren go-
klommen?
5. Gesneuveld bij Heiligerlee?
6 Vermoord door Balthazar Gerardl?
7. Op bloote voeten te Grave orer bet
ijs vervoerd?
.8 In een kaasschip naar Duitechlaod
gevlucht?
9. Met zijn paard bij Hoogwoud door
't ijs gezakt?
10. Als man verkleed uit de gevang*"
ni6 ontvlucht?
11. Gestorven, doordat *F van a*
paard viel?
12. Te Antwerpen met zijn schip In
lucht gevlogen?
13. Ontvlucht in een metaelaarspak!
14. Door de Friezen bij Dokkum
moord
15 In de zeeslag bij Terbeijde gesneu
veld?
Wie heeft:
1. Op Nova-Zembla overwinterd?
2. Dordrecht gesticht?
3. Aan Vere een fraaien gouden be*
geschonken? I
4. Den Grooten Postweg op Java do»
aanleggen?
5. Breda, verrast door middel van
turfschip?
6. De boekdrukkunst uitgevonden
7 Den slag op de Zuiderzee g«w
nen?
8. Het haringkaken uitgevonden.
De eerste reis der Hollanders
Indië geleid?
10. De Zilvervloot gewonnen? d<
11. Amsterdam verlof '3 (e
keizerskroon boven 't sta
voeren .vuóerd?
12 De „Nachtwacht" gesrhi
13. Den Vierdaagschen
wonnen? Nassou*1*
14 Het „Wilhelmus van
gedicht? .Mbank V<T'
15. Den slag bij Dogg« -
loren
(Nadruk verboden).