jÖucgedii&e Stand MacfUbecuMeu SCHOUWBURG ,,'T GULDEN VLIES". SCHOUWBURGTENT OP HET DOELENVELD. Meyer Hamels revue 1934s Dat doet de deur dicht. gezeW van een alleraardigst meisje, dat even onverschillig tegenover het leven blijkt te staan als haar partner ai nadat er een regen van dubbeltjes en stuivertjes in dezen houten beren kooi neergedaald is om de verzeke ring tegen ongevallen te kunnen betalen waagt de jonge man een derde rit waarbij hij zich zelfs enkele oogenblikken een zwarten ddek voor het hoofd bindt, zoodat de be zoekers de griezelige overtuiging krijgen dat hij met dichte oogen en een vaart van 100 K.M. den dood tegemoet snelt. De attractie van een glijbaan. In de groote Wembley-attraaietent van de firma Hommerson gaat het heel wat rustiger toe Daar laat men het aan de kermisgangers zelf over de emotie van een snelle vlucht te ondervinden en honderden mannen en vrou wen van alle leeftijden maar het meest natuurlijk de jeugd gleden Zaterdag al vliegensvlug van de steile glijbaan. Zij kwamen alleen of bij bosjes tegelijk naar be neden. sommigen parmantig op hun zitvlak, minder gelukkigen op hun buik of met net hoofd naar beneden maar rij komen na ve»i gegil toch allemaal behouden op de piek. waar een belangstellend publiek hen staat op te wachten en vlugge tentknechten hen bij armen of beenen grijpen om hen in d»n nor malen menschelijken stand terug te brengen. In het voorste gedeelte van deze tent kan men prettig door elkaar geschud en heen en weer gegooid worden met de noodige glij banen er tusschen als attractie en middenin is een groote dansvloer, omringd door tafeltjes en stoeltjes, aan de kunst van Terpsichore gewijd. Heel wat jongens en meisjes hebben hier reeds gedemonstreerd, dat zij het dan sen nog geenszins verleerd hebben. Een merkwaardig tentje. Van sport en spel naar de kunst is een overgang, die in het dagelijksche leven nog al eenige moeilijkheid met zich brengt, maar die op de kermis slechts ^en korte wandeling van de Paardenmarkt naar de Nieuwesloot veigt. Daar is de glasblazer, die meer dan een kunstenaar m zijn vak is. Eigenlijk zou men hem beter glassmeiter kunnen noemen, want hij achijnt meer te smelten dan te blazen. Hij werkt met gekleurde glazen staafjes in een vlam van hooge temperatuur en maakt voor de oogen van zijn verrukte toeschouwers de meest verrassende kunstvoorwerpen. In een kwartier tijds heeft hij een heel oorlogsschip afgeleverd welke werf doet het hem na? en vijf minuten later prijkte er een haantje met rooden kam en gele pootjes op tafel, net echt als het niet zoo klein was geweest. Om hem heen staan honderden af gewerkte stukken als bewijzen van zijn kunst, hondjes, vogeltjes, schepen, dames met veel en met weinig kleeren, bloemen enz. Wie zijn kinderen eens van fraaie kunstnijverheid wil laten genieten, mag dit tentje werkelijk niet verzuimen. In de St. Lanrensstraat. De dwaaltuin was Zaterdagavond nog niet geopend. Misschien waren de exploitan ten wel in hun eigen onderneming ver dwaald en zagen zij geen kans op tijd den weg naar het reeds belangstellende publiek te vinden. In allen gevalle schijnt ook deze inrichting, waar blijkbaar veel met spipgels gewerkt wordt, de noodige attractie te zul len brengen. Drukker was het bij het Thea ter Mechaniek van den heer Mullens, dat vrijwel uitverkocht scheen en waar kunste naars van elke soort, vanaf den clown tot den ernstigen werker er is zelfs een fakir het publiek in spanning houden. Een mooi ezeltje en een bijzonder handige rij wielkunstenaar werken er aan mede de tent vlug gevuld te krijgen. Men ziet in deze in richtingen nog het cabaret zooals men het vooral op het platteland nog zoo graag gaat bekijken. Waar waren de wilden? De gevaarlijke wilden uit Afrika hebben wij Zaterdagavond nog niet kunnen bewon deren. Misschien hadden zij in de Middel- landsche zee eenig oponthoud gehad of was er tijdens den overtocht een ontsnapt, die eerst weer gevangen moest worden. Wij verheugen ons echter op hun aanstaande komst en zul len zeker de gelegenheid niet verzuimen eens nader met het leven en de gebruiken van de zen wilden volksstam kennis te maken. De directie schijnt er voor in te staan, dat deze boschmenschen geen kleine kinderen eten, zoodat -men gerust zijn kroost naar deze tent zal kunnen meenemen. Schuitje varen. Bijzonder aardig is ditmaal een nieuwe vinding op draaimolengebied, die op het Hofplein te zien is. Men ontdekt ze vlug ge noeg door het vele water dat er omheen vloeit en het blijkt dan ook een scheepjes draaimolen te zijn, een kring van kleine vaartuigjes, motor- en zeilbootjes, waarbij de kinderen zelf mogen sturen zonder gevaar dat een dezer scheepjes plotseling van koers zal veranderen en uit de tent zal verdwij nen. Menschen met lange beenen vinden in deze scheepjes niet veel bergruimte maar dc attractie is dan ook hoofdzakelijk voor de kinderen bestemd, die het heerlijk blijken »e vinden eens over het Hofplein te kunnen va ren, waarvoor zij trouwens na de kermis geen gelegenheid meer zullen krijgen. Draaimolens. Een tweetal draaimolens, een op de Laat met steigerende paarden en een op zijn oude plaatsje op de Korte Nieuwesloot waar de paarden en varkens wat makker zijn vinden blijkbaar meer bewondering bij de jeugd dan bij de vaders en moeders, die ter- wille van het kleinere kroost moeten mee draaien. Toch blijft deze attractie uit den kindertijd ten volle zijn romantisch karakter behouden. Een kermis zonder draaimolen is nu eenmaal niet denkbaar en de tallooze ge vechten om een houten paard bewijzen wel, dat er nog liefhebbers voor deze hippische sport genoeg zijn. Diverse attracties. Natuurlijk zijn er op de Paardenmarkt weer de auto-tjes waarin men zonder wegen belasting en rijvaardigheidsbewijs naar har telust aanrijdingen kan veroorzaken, hoe meer hoe liever want dat is de groote at tractie voor de talrijke toeschouwers. Er is nog een fietsmolentje, er is een schuitjes schommel, er is een zweefbaan en er is het Uroote rad met hangende schuitjes waardoor men in de taken der naastgelegen boomen naar vogelnestjes kan zoeken. Er staat een man, die het product van vele jaren arbeid de koperen Waag zoo rendabel mogelijk tracht te maken, er is een man, die de overgebleven kracht def kermis bezoekers „electrisch" meet en vol bewonde ring voor iederen uitslag blijkt, er is een exploitant van „De kop van Jut", den ver maarden moordenaar, die nog altijd niet ge- noeg gefoltert blijkt, er is een waarzegster, die men voor een beseheiden bedrag over zijn financieele en echtelijke toekomst kan raadplegen, er zijn koekhaktenten, schiet- en werptenten en er zijn kramen waarin speel goed, nougat en alle denkbare lekkernijen zijn uitgestald die men zich op een kermis maar kan wenschen. De stoomcarronssel ontbreekt natuurlijk niet. Ten slotte is er natuurlijk de stoom- carroussel van den heer Roels met haar attracties, het wondere lichtpaleis, waar draaiende lichtbogen in spiegelglas kaat sen en waar het groote orgel tot de ware kennisstemming opzweept. Er zijn be scheiden stalletjes waar men met zijn kinde ren niet voorbijkomt zonder een dansend aapje, een toeter, een molentje of een vlie gend vogeltje gekocht te hebben, er zijn olie- bollen- en gebakkramen en wij vragen in het bijzonder ditmaal de aandacht voor de kraam van den heer Vogelpoel tegenover de Van den Boschstraat, welker eigenaar voor de veertigste maal onze kermis bezoekt en daarom hoopt, dat men dit jubileum zal wil len meevieren door iets bij hem te koopen. Langs talrijke paiingkraampjes, ijswagen- Poffertjes tot slot. tjes en tentjes met bomvliegtuigen die al leen maar lekkers uitstrooien komt de moede kermiswandelaar dan met zijn kleu ters in de poffertjeskram van de firma Hoef nagel op de Mient terecht waar men dit jaar weer verrukkelijk bier schenkt en waar de kellners onverstaanbare woorden naar een witgemutsten kok schreeuwen met het ge volg dat er knapperige wafels en warme, be suikerde poffertjes op tafel verschijnen. Groot succes van de Vier Müllers. Het Ned. Ind. Tooneel onder de artistieke leiding van Cor Ruys en Louis de Bree, heeft tot en met Woensdag zijn intrek genomen in 't Gulden Vlies voor een reeks opvoeringen van het successtuk „De Vier Mullers". En de belangstelling van Zaterdag en Zondag be wees overduidelijk de svmpathie. die dit ge zelschap hier reeds heeft. Men had moeilijk een beter stuk voor deze week kunnen kie zen, want de fabrikanten-comedie van Fried- mann en Nerz is zoo'n kostelijk amusement, dat ieder De Vier Mullers moet zien. vooral daar het stuk wordt gespeeld op schitterende wiize. Bij de Vier Mullers vindt men allereerst drie generaties. De tachtigjarige Philipp Muller, die de textielfabriek heeft gesticht en groot gemaakt; zijn zoon Moritz Muller, een prikke'baar eigenwijs zakenman en diens zoon Otto, de moderne ondernemende zaken man, diè het al evenmin met ziin vader kan vinden, als Moritz het deed met zijn vader. De jonge Otto sticht een zrak tegenover zijn vader en wordt gesteund door zijn grootva der. Oorlog in de familie Muller, waarbij alle leden gebruik maken van de diensten van den achterneef Mendl Muller, een eenigs- zins sjofele figuur, door Philipp „een stuk os" genoemd en door Louis de Bree gespeeld op een wijze zooals hij dat alleen kan. De Mulier-oorlog drt>t voor Moritz, me de door mislukte Amerikaansche inmenging, een slecht einde te nemen, doch dan komt door het wijs beleid van den tachtigjarigen Philipp een gelukkige oplossing, ook voor Otto en zijn nichtje Gerda, en voor Moritz en zijn vrouw. Naast de kostelijke invallen van de Bree en Cor Ruys vielen ook de opmerkingen tegen de bridge-spelende vrouw van Moritz zeer in den smaak van het publiek, waaronder ze ker ook vele liefhebbers van dat spel waren. De oude Philipp Muller, de tachtigjarige rentenier, werd prachtig gespeeld door Cor Ruys. 't Is afwisseling van gijn en weemoe dige ernst, die bewondering wekt. Wat is hij prachtig in d& gevoelige scenes, met Hertha en met zijn schoondochter. En dan plotseling een bijterige uitval en de heele zaal davert van den lach. Louis de Bree maakte een schitterend type van neef Mendl, vol fantasie en bijzondere invallen, waarom hartelijk is gelachen. Jacques Reule had de zeer moeilijke rol van den zenuwachtigen Moritz, met zijn felle uitvallen en zijn wanhopigen Strijd tegen va der en zoon. Er ging in meerdere scenes groote kracht van hem uit. Wim Kan was bijzonder sympathiek als de jongste Muller. Een rol door hem met veel begrip en toewijding gespeeld. Jo Bouwmeester speelde met talent de rol van de bridge-spelende schoondochter en vooral haar scenes in III met Moritz en Philippo waren zeer goed. De vrouwelijke dokter vond in Lily Bouw meester een uitnemende vertolkster en Eline Pisuisse beeldde de Atnerikaansche Mary Gloga uit op opmerkelijke wijze en haar uit dagend optreden in II wist zij in III toch nog de sympathie te winnen Pierre Mijin doubleerde zeer goed den boekhouder en den Joodschen beaiende en ook Henri Duiveman was een sympathieke dienstknecht. Het samenspel stond op hoog peil en het geheel had beide avonden zoo'n doorslaand succes, wat heelemaal uit het langdurig ap plaus bleek, dat de volgende avonden de Vier Mullers niet over gebrek aan belangstelling te klagen zullen hebben. Meyer Hamel heeft zoo langzamerhand zijn sporen op het gebied van revue-schrij ven wel verdiend. Hij is de man door wiens fantasie woord en zang, dans en costumes, licht en kleur tot een pakkend geheel wor den, dat door de beste artisten voor het voetlicht gebracht de toeschouwers avond aan avond kan doen genieten. Het is niet gemakkelijk in ons kleine landje de artisten te vinden, die een revue tot een doorslaand succes maken, maar in de nieuwe revue „Dat doet de deur dicht" heeft men de deur eerst wijd open gezet om er populaire krachten als Sylvain Poons, Kees Pruis en last not least Louisette te laten binnen tre den. Uit hun perfecte samenwerking, uit hun naar voren treden tegen een achtergrond van schoonheid en gratie, van jeugd en lieftallig heid, in schitterende costumes en wisselende kleur-effecten, is opnieuw een revue geboren, die reeds een half jaar lang in onze groote steden het succes van den dag is geweest. Wat een heerlijke komiek heeft ons land in een man als Poons. die om beurten als Stan Laurel, als meubelmaker, of als bureau-chef van de telefooncentrale naar voren komt en in al die rollen en nog veel meer alleen door zijn verbaasd goedig gezicht, door zijn snedige uitvallen en door een enkel koddig gebaar de lachers op zijn hand weet te krij- gen. Er is gisteravond gelachen, er is meer dan gelachen, er is gebruld. Er zijn tranen ge vloeid maar niet van verdriet om de mevrouw, die volgens een radio-recept voor haar niet altijd voldoende gewaardeerden echtgenoot een konijnenpudding gaat ma ken, maar even weggeroepen wordt en bij haar terugkomst niet weet, dat men inmid dels in de studio aan het tuinbouwhalfuur- tje is begonnen. Er is onbedaarlijk gelachen om den meubelmaker, die even naar de stoe len kwam kijken en voor een artfet aange zien werd, die kwam repeteeren en er is ge snikt t» van den lach om den verpiere waaiden meneer, die een nacht van huis was geweest en probeerde zijn vrouwtje uit te leggen waar hij in dien tijd had gezeten. Men kent de geschiedenis of misschien kent men ze ook niet van den man en de vrouw die goedkoope verjaardagen hadden omdat ze elkaar telkens weer hetzelfde gou den tientje cadeau gaven. Iets dergelijks heeft Hamel in zijn revue gevlochten waar hij Poons en Kees Pruis als twee kasteleins in gelijkvormige kroegjes naast elkaar laat wo nen. Hun vrouwen zijn uit en zij kunnen feen van beiden van hun eigen jenever drin- en omdat deze slimme vrouwtjes streepen op de flesschen hebben gezet en dus precies kunnen zien hoeveel er verkocht is en hoe veel geld er dus in kas moet wezen. Maar Sylvain Poons vindt nog drie stuivers in zijn antiek vest en koopt er een borrel voor bij zijn buurman. De buurman heeft daarna drie stuivers gebeurd en wipt ook over om daar voor weer een borrel te koopen. Zij schuiven elkaar om beurten het geld toe en drinken totdat er niets meer te drinken is met al de verschrikkelijke gevolgen. Hoe alleraardigst was niet de begin-scène waarin de voornaamste filmsterren optreden, die tenslotte wel sterren blijken maar met de film niets te maken hebben, hoe geestig weet Louisette in haar klachten aan den meester de verschillende moeder-typen uit te beelden, hoe prettig was het niet uit het cabaret Maxim nog eens iets uif de oude doos te hooren en hoe hebben de toeschouwers tegen elkaar gelegen van het lachen toen het edele drietal Louisette, Poons en Kees Pruis op de tribune van de Zesdaagsche versche nen en de verrichtingen van den onzichtba- ren Pijnenburg en zijn koppelgenoot volg den. Het was alles van een gezonde humor, het bracht den bezoekers een allergenoeglijksten avond. Er zijn sterren van verschillende groote en de allergrootste ontdekt men natuurlijk het eerst, maar deze revue-lucht zit ook nog vol andere sterren, er is een heele melkweg van lieftallige sterren en sterretjes van de tweede of derde grootte, medewerkenden, die door hun bijzondere verrichtingen een min of meer belangrijke rol spelen. Wij noemen hier slechts Jan Blok, Marie Hamel, Sophie Kohier, Arn. Stanowsky, Tilly v. Vliet, Mary van Deurssen, Alex Ludowsky en last not least Tatjana Tamarova, eerste solo-danse res van de Koninklijke Vlaamsche Opera, die als gast optreedt. En niet te vergeten na tuurlijk de girls, de altijd onvermoeide dan seuses, kunstenaressen in haar vak, die in schitterende costuumpjes de gratie van haar lenige lichamen toonen. Aan zang en dans is in deze revue een groote plaats ingeruimd en voornamelijk het danspaar trekt door zijn schitterende prestaties de onverdeelde aan dacht. Als Kees Pruis het over belastingen heeft wordt zijn stem een beetje onzeker en luis tert hij schuchter naar het veelzeggend ap plaus, maar ten slotte is ook deze schuch terheid maar comedie en weet hij zijn toe schouwers telkens weer uit volle borst te la ten meezingen. Hij pakt ze met een enkele anecdote met zijn meesleependen z4ng en hij deelt het geheim daarvan met Louisette, die frissche en resolute verschijning de volle tent in een oogenbük tot dapper mee zingen weet op te wekken. Prachtig heeft Pim de la Fuente als hij tenminste wer kelijk zoo heet zijn orkest in de hand en forsche fanfares wisselen onder zijn eminen te leiding af met de smeltende tonen van viool- en cello-begeleiding. Wat zullen wij er nog meer van zeggen, in tooneeltjes als dat van den pessimist en den optimist en niet het minst waar het fraaie kijkspel van licht en kleur met schit terende costumes in zang en dans naar vo ren komt, zooals in de Hors d'oeuvres, de exotische bloemen en het wondermooie sprookje, genieten de toeschouwers ten volle van alle schoonheid en gratie, die men in deze schitterende revue bijeen wist te brengen. Wij verwachten, dat men hier de eerstvol gende avonden de deur dicht zal doen in een schouwburgtent, die tot de laatste plaats bezet zal zijn.- NIEUWE SCHOUWBURGLOGE DOELENVELD. In Pyama. Een spel van echtelijke ontrouw, zouden we deze operette kunnen noemen, die ge schreven is naar het blijspel van Arnold en Bach, maar dan een ontrouw, waarbij de vroolijkheid niet van de lucht is. Deze ope rette is een kermisstuk zooals er slechts heel weinige zijn: vol geestigheden en dolle si tuaties, die leiden tot verkeerd begrijpen en dan weer oorzaak zijn van nieuwe verwikke lingen. De bejaarde Emil Dobberman (gespeeld door Harry Boda, op een wijze die stak aan Buziau doet denken), vader van huwbare dochters, is één van die mannen, die wel eens aangeduid worden als „oude bokken, liefheb bers van groene blaadjes". Hij heeft bezoek van zijn zwaga van Driel, die dezelfde al lures heeft en samen zullen zij het a eens een avondje van nemen. Dat Emil tevens moeilijkheden krijgt op te lossen, welke gere zen zijn in het nog slechts één dag oude ge zin van zijn dochter, is hem daarbij nog wel kom, want het geeft hem de handen een beetje vrij. En passant zal hij ook even hin derpalen uit den weg ruimen, die het huwe lijk zijna andere dochter, Franzi (Bep Vis- scher), in den weg staan. En uit dit alles groeien telkens weer nieuwe complicaties, die wij niet allemaal kunnen opnoemen, situaties die tot uitbundige vroolijkneid leiden. Piet Köhler als de zwager staat Emil trouw ter zijde en wat hij met een sappig Groningschen tongval zegt, slaat geweldig in. Van den schoonzoon dr. Sibelius maakt Rob Milton een caricatuur. zooals Karei Baars het doet van den schoonzoon-in-spé Klaus Reiling, die ook verliefd is op de dan- saes Elli Ornelli (Berthe Verswijva). Deze laatste speelde ook kostelijk, nu eens als echt verliefd bakvischje, dan weer als een belee- digde jongedame, die zich in die hoedanig heid een furie toont. Noemen we dan nog Sien de la Mar, als Emil's wederhelft, die meent dat zij eigenlijk wel 80 pCt. van het echtpaar is; Corrie Pinksen in haar dubbel rol van het dienstmeisje der Dobbermans en Mary, vriendin van Elli, en ten slotte Tiny Vissa als Edith Dobberman en Mary Adler als de vrouwelijke conciërge van dr. Sibe lius' woning, dan hebben wij allen genoemd, die „In Pyama" maken tot 'n operette, welker opvoering moet worden bijgewoond door ieder, die een avond van de kermis echt vroo- lijk wil doorbrengen. Gisteravond kwam aan het handengeklap en voetengetrappel meermalen haast geen einde, herhaaldelijk klonk een applaus ook bij open doek. DE CABARETS, ENZ. Het spreekt vanzelf, dat wij Zaterdag en Zondag ook onze cabarets, dancing en der gelijke inrichtingen hebben bezocht. Den eersten avond was het bezoek overal vrij matig een verschijnsel, dat wij de laatste jaren trouwens steeds meegemaakt hebben maar de tweede avond was beter. Toen heb ben wij ovaal gezelligheid gezien en al was het niet overal stampvol, het bezoek was goed, was over 't algemeen zelfs iets beter dan een jaar geleden. Wij zijn op de Laat begonnen met onzen tocht en kwamen allereerst in het Café Populair. Café Populair op de Laat maakt het zijn bezoekers deze week bijzonda prettig, zooals dat ook andere jaren het geval was. De bekende humorist Joop Vana heeft een nieuw repatoire van komische liedjes cn scènes, waai bij zijn mimiek tranen doet lachen. Maar niet alleen hij zorgt voor de stemming. Zijn medewakers zijn Mimi Höfer, die muzikaal en vocaal de aandacht trekt en de bekende pianist Jan Vlierman, die speelt, zingt en voordraagt op een wijze, die de toeschouwers enthousiast doet applaudis- seeren. In Populair kan men zich wel va- maken. Het Centrum-hotel. In het Centrum-hotel trekt de in tieme dancing met haar ingelegden vloer, haar mooie tapijten en haar speciale Oostersche verlichting wel sterk de aandacht. Er heerscht een prettige sfeer en een echte stemming, waartoe in 't bijzonder meewerkt de Mnd onder leiding van Jan v. d. Brink, de Ram- bling Serenaders, waarin behalve de leida, de bekende Alkmaarsche musici Eddy Porck. Co Sieuwerts en J. v. Weert meespelen, ieder op diverse instrumenten. Hun dansmuziek is voor de danslustigen een bijzondere attractie Dancing Harmonie. Ook de dancing Harmonie zal deze week Weer op grooten toeloop kunnen reke nen. Htt is daar een geliefd vazamelpunt van liefhebbers van dans en vroolijkheid in pret tig milieu. Voor de muziek zorgt een uit stekende band onder leiding van Siem Spruyt en dat zegt reeds genoeg- Hij heeft een aan tal prima krachten om zich heen, die ver schillende genres beheerschen, prima dans muziek geven en de stemming verhoogen. Café Bas, Waagplein. In het c a f B u s op het Waagplein viert Jopie Keizer haar triomfen, 't Is geen onbe kende voor Alkmaar, maar een prettig repertoire met humor en zang is natuurlijk oorzaak, dat vele bij café Bus binnenloopen 't Was er vooral gisterenavond uiterst ge zellig en „de Bühne" had voortdurend con tact met het publiek. Men ga er eens een kijkje nemen en dan weet men vooruit, dat men geen gelegenheid krijgt om zich te ver velen. Café Martin. In de Doorbraak is het als van ouds: elke avond is er een cabaret-clubje, dat met veel enthousiasme de diverse nummertjes de zaal in slingert. Honderden zullen deze week naar het café Martin gaan, om zich te vermaken en ongetwijfeld zullen allen daarin slagen. Valk's lunchroom. In de lunchroom van Valk in de Houttil treedt het ensemble Anslijn op. Het is de eerste keer dat hier „iets te doen" is tijdens de kermis, maar deze eerste keer zaj. de exploitant wel dwingen tot een herha ling. Wapen van Heemskerk. In het Wapen van Heemskerk wordt natuurlijkweer gedanst. Er is een zeer goede band, die onvermoeid werkt en de talrijke danslustigen ternauwernood tijd laat, om te rusten. Men moet dansen of men wil of niet; de muziek sleept den bezoeker mee! Café K. Groot. En zou er bij Klaas Groot in de Peper straat geen gezelligheid heerschen? Daar zijn voor de zoovcelste maal de van Dijk's Volcndammers met hun harmonica's. Goe den wijn behoeft geen krans en daarom is het bijna niet noodig, een bezoek aan het café Groot aan te bevelen. Café Central. En dan komen wij tenslotte bij het c a f é-C e n t r a 1, waar Herman Diederichs weer is gearriveerd. Herman Diederichs brengt een groepje artisten mede, die allen op een heel hooge plaats staan. Wij noemen allereerst Otar, den zingen den schilder. Oisteravond heben wij van dezen artist eenige knappe staaltjes gezien en het publiek, dat mede aanwezig was, heeft hem een soort ovatie gebracht. In een zeer snel tempo gooide Otar zijn verven op het papier en er ontstond op verrassende wijze een fraai schilderstuk. Even daarna schil derde Otar op een glasruit een ander land- scap, maar het meest verrassende was wel zijn werk op een met draaiend palet. Ter wijl de palet ronddraait, slingert hij zijn klodders verf er tegen aan enhoewel niemand zag, wat het werd, ontstond er in korten tijd een buitengewoon geslaagd stil leven. Het duo van Noort is van prima gehalten. Beiden hebben een goede stem, en het pro gramma is weer heel geschikt voor deze week, Wij hebben diverse nummertjes ge hoord en gezien en het beschaafde duo mocht het eene succes na het andere boeken. Dan is er Ben Ali Libé, de bekende goo chelaar, die reeds eerder in Alkmaar optrad. Zijn succes was ook nu weer groot en de kunststukjes, die hij uithaalden, waren ver bluffend goed. Als wij nu nog Slia, de muzikale ckwn noemen en wij vergeten Herman Diederichs zelf niet en evenmin mevr. Heykens achta de piano, dan geiooven wij, dat wij alles gehad hebben. Rest ons nog te melden, dat het ge zelschap uit louta Hollandsche artisten be staat, dat a steeds gewerkt wordt zonder een pauze en dat het programma zeer afwis selend is. GEBOREN: Johanna Catharina Maria, d. van Pieter Zeegers en Corneiia van Stralen. Matthijs Simon, z. van Peta Hopman en Johanna Genet. Cornelis Adrianus, z. van Jan Hand en Johanna Breed. Jacobus Josephus Mattheus, z. van Mattheus Berkhout en Eli- sabeth Smit. Jan, z. van Cornelis Burger en Johanna Verkroost. Jobje Johanna, d. van Willem Dekka en Johanna Wijka. Cornelis, z. van Klaas Pieket Weeserik en Alida van de Pol. Jan, z. van Jan Schinkel en Marijtje Strooka. AMSTERDAMSCHE VEEMARKT. AMSTERDAM, 27 Aug. 1934. Aanvoer en prijzen waren als volgt; 465 Vette koeien le kw. 58—60 cent, 2e kw. 52—58 cent en 3e kw. 4450 cent per K G. slachtgewicht; 126 Melk- en kalfkoe en 160-/ 210; 129 Vette kalveren 2e kw. 4852 cent, 3e kw. 40 —ƒ46 cent per K.G. levendgewicht: 74 Nuchtere kalveren 3 506; 122 Scha pen 1618, enkele hooger; 587 Varkens vleeschvarkens, wegende van 90—110 K.G. 36—37 cent per K.G., zware varkens 35 36 cent en vette varkens 3335 ct. per K G slachtgewicht24 Paarden 60100. Ta veemarkt waren 4 wagons geslachte runderen uit Denemarken aangevoerd. DE VEEMARKT. ALKMAAR, 27 Aug. 1934, Op de he den gehouden veemarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: 107 Vette koeien 120 230; 20 Graskalveren 1934; 9 Vette kalveren 3060, vette kalveren per K.G. 5070 cent; 47 Nuchtere kalv. (slacht) 4—14; 399 Vette varkens (zw.) per K.G. 2932 cent. Handel matig BROEK OP LANGENDIJK, 27 Aug. '34. Aanvoer en prijzen waren heden als volgt: 7000 K.G. Aardappelen: Duc of York 2.50, Eigenheimers 4.70, BI. Eigenhei mers 4.30, Blauwe aardappelen 4.40 4.70; 1000 K.G. Roode kool 1.20— 3.30; 13000 K.G. Gele kool 1.80— 3.40; 12000 K.G. Vroege witte kool 1.50—1.70; 16000 K.G. Uien: gele nep 2.602.80, gele uien 2.50—2 70, gele drielingen 1 30—1.90; 4300 K G. Bieten 1.50-/ 1.80 - 2550 K.G. Slaboo- nen 913 en 75 K.G. Snijboonen 4, alles per 100 K.G.; 1750 stuks Bloemkool le s. 7.70—18.10 en 2e s. 1.50— 2.90 per 100 stuks. PURMEREND, 25 Aug. 1934. „Afslag- vereeniging Beemster, Purmaend en Om streken". Aangevoerd waren in totaal 22221 manden Augurken, waarvan soort en prijzen als volgt: Middel 68 cent, Basterd 13 18 cent, Stek 78 cent, Bommen 6 cent per mand, 6 K.G. NOORDSCHARWOUDE, 25 Aug. '34 25400 K.G Aardappelen: Schotsche muizen 2.30-/ 4.50, R. Duken 2.302 50, Eigenheimers 4 50, BI. Eigenheimers 3 70—f 4 30, BI Aardappe'en 4.4 fj 4.60; 30200 K G. Uien: uien 1.60— 2 80, drielingen 1.601 90, gele nep 2 502.90; 9<K) K.G Ziixeruien: zil- veru:en 1.301.50, drielingen 1.50 1.70, zilvernep 5.20—6 60; 15900 K (J. Spercieboonen f 13 20; 4</0 K.G. Snijboonen 3.805.70; 700 K.G Krot en 0801 60; 18500 KG. Roode kool 1—/ 2.20; 34600 K G Witte kool 1.<01.90; 8200 K.G. Gele kool 1 70 2.70, alles per 100 K G. WARMEHUIZEN, 25 Aug. 1934. Sch. muizen 4.40, Eigenheimers 3.70 4 80; Gele Nep 2.50—2.60, Uien 2.202.70, drielingen 1.70—1.80, grove 2.602.70; Zilvernep 510 6.20, drielingen 0 80; Roode kool 1.70 3; Witte kool 1.60; Slaboonen 5.80 1210; Snijboonen 5.306.10; Bie ten 0.80-/ 1.30. Aanvoer: 12500 K.G. Aardappelen; 5325 K.G. Gele Nep; 11700 K G Uien; 300 K.G. Zilveruien; 2200 K.G. Roode kool; 1600 K G Witte kool; 5630 K G. Slaboo nen; 475 K.G. Bieten; 260 K.G. Snijboonen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 3