jÖucgedii&e Stand
MacfUbecuMeu
SCHOUWBURG ,,'T GULDEN VLIES".
SCHOUWBURGTENT OP HET
DOELENVELD.
Meyer Hamels revue 1934s
Dat doet de deur dicht.
gezeW van een alleraardigst meisje, dat even
onverschillig tegenover het leven blijkt te
staan als haar partner ai nadat er een regen
van dubbeltjes en stuivertjes in dezen houten
beren kooi neergedaald is om de verzeke
ring tegen ongevallen te kunnen betalen
waagt de jonge man een derde rit waarbij hij
zich zelfs enkele oogenblikken een zwarten
ddek voor het hoofd bindt, zoodat de be
zoekers de griezelige overtuiging krijgen dat
hij met dichte oogen en een vaart van 100
K.M. den dood tegemoet snelt.
De attractie van een glijbaan.
In de groote Wembley-attraaietent van de
firma Hommerson gaat het heel wat rustiger
toe Daar laat men het aan de kermisgangers
zelf over de emotie van een snelle vlucht te
ondervinden en honderden mannen en vrou
wen van alle leeftijden maar het meest
natuurlijk de jeugd gleden Zaterdag al
vliegensvlug van de steile glijbaan. Zij
kwamen alleen of bij bosjes tegelijk naar be
neden. sommigen parmantig op hun zitvlak,
minder gelukkigen op hun buik of met net
hoofd naar beneden maar rij komen na ve»i
gegil toch allemaal behouden op de piek.
waar een belangstellend publiek hen staat op
te wachten en vlugge tentknechten hen bij
armen of beenen grijpen om hen in d»n nor
malen menschelijken stand terug te brengen.
In het voorste gedeelte van deze tent kan
men prettig door elkaar geschud en heen en
weer gegooid worden met de noodige glij
banen er tusschen als attractie en middenin is
een groote dansvloer, omringd door tafeltjes
en stoeltjes, aan de kunst van Terpsichore
gewijd. Heel wat jongens en meisjes hebben
hier reeds gedemonstreerd, dat zij het dan
sen nog geenszins verleerd hebben.
Een merkwaardig tentje.
Van sport en spel naar de kunst is een
overgang, die in het dagelijksche leven nog
al eenige moeilijkheid met zich brengt, maar
die op de kermis slechts ^en korte wandeling
van de Paardenmarkt naar de Nieuwesloot
veigt.
Daar is de glasblazer, die meer dan een
kunstenaar m zijn vak is. Eigenlijk zou men
hem beter glassmeiter kunnen noemen, want
hij achijnt meer te smelten dan te blazen. Hij
werkt met gekleurde glazen staafjes in een
vlam van hooge temperatuur en maakt voor
de oogen van zijn verrukte toeschouwers de
meest verrassende kunstvoorwerpen. In een
kwartier tijds heeft hij een heel oorlogsschip
afgeleverd welke werf doet het hem na?
en vijf minuten later prijkte er een
haantje met rooden kam en gele pootjes op
tafel, net echt als het niet zoo klein was
geweest. Om hem heen staan honderden af
gewerkte stukken als bewijzen van zijn kunst,
hondjes, vogeltjes, schepen, dames met veel
en met weinig kleeren, bloemen enz. Wie zijn
kinderen eens van fraaie kunstnijverheid wil
laten genieten, mag dit tentje werkelijk niet
verzuimen.
In de St. Lanrensstraat.
De dwaaltuin was Zaterdagavond nog
niet geopend. Misschien waren de exploitan
ten wel in hun eigen onderneming ver
dwaald en zagen zij geen kans op tijd den
weg naar het reeds belangstellende publiek
te vinden. In allen gevalle schijnt ook deze
inrichting, waar blijkbaar veel met spipgels
gewerkt wordt, de noodige attractie te zul
len brengen. Drukker was het bij het Thea
ter Mechaniek van den heer Mullens, dat
vrijwel uitverkocht scheen en waar kunste
naars van elke soort, vanaf den clown tot
den ernstigen werker er is zelfs een fakir
het publiek in spanning houden. Een
mooi ezeltje en een bijzonder handige rij
wielkunstenaar werken er aan mede de tent
vlug gevuld te krijgen. Men ziet in deze in
richtingen nog het cabaret zooals men het
vooral op het platteland nog zoo graag gaat
bekijken.
Waar waren de wilden?
De gevaarlijke wilden uit Afrika hebben
wij Zaterdagavond nog niet kunnen bewon
deren. Misschien hadden zij in de Middel-
landsche zee eenig oponthoud gehad of was
er tijdens den overtocht een ontsnapt, die eerst
weer gevangen moest worden. Wij verheugen
ons echter op hun aanstaande komst en zul
len zeker de gelegenheid niet verzuimen eens
nader met het leven en de gebruiken van de
zen wilden volksstam kennis te maken. De
directie schijnt er voor in te staan, dat deze
boschmenschen geen kleine kinderen eten,
zoodat -men gerust zijn kroost naar deze tent
zal kunnen meenemen.
Schuitje varen.
Bijzonder aardig is ditmaal een nieuwe
vinding op draaimolengebied, die op het
Hofplein te zien is. Men ontdekt ze vlug ge
noeg door het vele water dat er omheen
vloeit en het blijkt dan ook een scheepjes
draaimolen te zijn, een kring van kleine
vaartuigjes, motor- en zeilbootjes, waarbij
de kinderen zelf mogen sturen zonder gevaar
dat een dezer scheepjes plotseling van koers
zal veranderen en uit de tent zal verdwij
nen. Menschen met lange beenen vinden in
deze scheepjes niet veel bergruimte maar dc
attractie is dan ook hoofdzakelijk voor de
kinderen bestemd, die het heerlijk blijken »e
vinden eens over het Hofplein te kunnen va
ren, waarvoor zij trouwens na de kermis
geen gelegenheid meer zullen krijgen.
Draaimolens.
Een tweetal draaimolens, een op de Laat
met steigerende paarden en een op zijn oude
plaatsje op de Korte Nieuwesloot waar
de paarden en varkens wat makker zijn
vinden blijkbaar meer bewondering bij de
jeugd dan bij de vaders en moeders, die ter-
wille van het kleinere kroost moeten mee
draaien. Toch blijft deze attractie uit den
kindertijd ten volle zijn romantisch karakter
behouden. Een kermis zonder draaimolen is
nu eenmaal niet denkbaar en de tallooze ge
vechten om een houten paard bewijzen wel,
dat er nog liefhebbers voor deze hippische
sport genoeg zijn.
Diverse attracties.
Natuurlijk zijn er op de Paardenmarkt
weer de auto-tjes waarin men zonder wegen
belasting en rijvaardigheidsbewijs naar har
telust aanrijdingen kan veroorzaken, hoe
meer hoe liever want dat is de groote at
tractie voor de talrijke toeschouwers. Er is
nog een fietsmolentje, er is een schuitjes
schommel, er is een zweefbaan en er is het
Uroote rad met hangende schuitjes waardoor
men in de taken der naastgelegen boomen
naar vogelnestjes kan zoeken.
Er staat een man, die het product van vele
jaren arbeid de koperen Waag zoo
rendabel mogelijk tracht te maken, er is een
man, die de overgebleven kracht def kermis
bezoekers „electrisch" meet en vol bewonde
ring voor iederen uitslag blijkt, er is een
exploitant van „De kop van Jut", den ver
maarden moordenaar, die nog altijd niet ge-
noeg gefoltert blijkt, er is een waarzegster,
die men voor een beseheiden bedrag over
zijn financieele en echtelijke toekomst kan
raadplegen, er zijn koekhaktenten, schiet- en
werptenten en er zijn kramen waarin speel
goed, nougat en alle denkbare lekkernijen
zijn uitgestald die men zich op een kermis
maar kan wenschen.
De stoomcarronssel ontbreekt
natuurlijk niet.
Ten slotte is er natuurlijk de stoom-
carroussel van den heer Roels met haar
attracties, het wondere lichtpaleis, waar
draaiende lichtbogen in spiegelglas kaat
sen en waar het groote orgel tot de ware
kennisstemming opzweept. Er zijn be
scheiden stalletjes waar men met zijn kinde
ren niet voorbijkomt zonder een dansend
aapje, een toeter, een molentje of een vlie
gend vogeltje gekocht te hebben, er zijn olie-
bollen- en gebakkramen en wij vragen in het
bijzonder ditmaal de aandacht voor de
kraam van den heer Vogelpoel tegenover de
Van den Boschstraat, welker eigenaar voor
de veertigste maal onze kermis bezoekt en
daarom hoopt, dat men dit jubileum zal wil
len meevieren door iets bij hem te koopen.
Langs talrijke paiingkraampjes, ijswagen-
Poffertjes tot slot.
tjes en tentjes met bomvliegtuigen die al
leen maar lekkers uitstrooien komt de
moede kermiswandelaar dan met zijn kleu
ters in de poffertjeskram van de firma Hoef
nagel op de Mient terecht waar men dit jaar
weer verrukkelijk bier schenkt en waar de
kellners onverstaanbare woorden naar een
witgemutsten kok schreeuwen met het ge
volg dat er knapperige wafels en warme, be
suikerde poffertjes op tafel verschijnen.
Groot succes van de
Vier Müllers.
Het Ned. Ind. Tooneel onder de artistieke
leiding van Cor Ruys en Louis de Bree, heeft
tot en met Woensdag zijn intrek genomen in
't Gulden Vlies voor een reeks opvoeringen
van het successtuk „De Vier Mullers". En de
belangstelling van Zaterdag en Zondag be
wees overduidelijk de svmpathie. die dit ge
zelschap hier reeds heeft. Men had moeilijk
een beter stuk voor deze week kunnen kie
zen, want de fabrikanten-comedie van Fried-
mann en Nerz is zoo'n kostelijk amusement,
dat ieder De Vier Mullers moet zien. vooral
daar het stuk wordt gespeeld op schitterende
wiize.
Bij de Vier Mullers vindt men allereerst
drie generaties. De tachtigjarige Philipp
Muller, die de textielfabriek heeft gesticht en
groot gemaakt; zijn zoon Moritz Muller, een
prikke'baar eigenwijs zakenman en diens
zoon Otto, de moderne ondernemende zaken
man, diè het al evenmin met ziin vader kan
vinden, als Moritz het deed met zijn vader.
De jonge Otto sticht een zrak tegenover zijn
vader en wordt gesteund door zijn grootva
der. Oorlog in de familie Muller, waarbij
alle leden gebruik maken van de diensten
van den achterneef Mendl Muller, een eenigs-
zins sjofele figuur, door Philipp „een stuk
os" genoemd en door Louis de Bree gespeeld
op een wijze zooals hij dat alleen kan.
De Mulier-oorlog drt>t voor Moritz, me
de door mislukte Amerikaansche inmenging,
een slecht einde te nemen, doch dan komt
door het wijs beleid van den tachtigjarigen
Philipp een gelukkige oplossing, ook voor
Otto en zijn nichtje Gerda, en voor Moritz
en zijn vrouw.
Naast de kostelijke invallen van de Bree en
Cor Ruys vielen ook de opmerkingen tegen
de bridge-spelende vrouw van Moritz zeer
in den smaak van het publiek, waaronder ze
ker ook vele liefhebbers van dat spel waren.
De oude Philipp Muller, de tachtigjarige
rentenier, werd prachtig gespeeld door Cor
Ruys. 't Is afwisseling van gijn en weemoe
dige ernst, die bewondering wekt. Wat is hij
prachtig in d& gevoelige scenes, met Hertha
en met zijn schoondochter. En dan plotseling
een bijterige uitval en de heele zaal davert
van den lach.
Louis de Bree maakte een schitterend type
van neef Mendl, vol fantasie en bijzondere
invallen, waarom hartelijk is gelachen.
Jacques Reule had de zeer moeilijke rol
van den zenuwachtigen Moritz, met zijn felle
uitvallen en zijn wanhopigen Strijd tegen va
der en zoon. Er ging in meerdere scenes
groote kracht van hem uit.
Wim Kan was bijzonder sympathiek als de
jongste Muller. Een rol door hem met veel
begrip en toewijding gespeeld.
Jo Bouwmeester speelde met talent de rol
van de bridge-spelende schoondochter en
vooral haar scenes in III met Moritz en
Philippo waren zeer goed.
De vrouwelijke dokter vond in Lily Bouw
meester een uitnemende vertolkster en Eline
Pisuisse beeldde de Atnerikaansche Mary
Gloga uit op opmerkelijke wijze en haar uit
dagend optreden in II wist zij in III toch
nog de sympathie te winnen
Pierre Mijin doubleerde zeer goed den
boekhouder en den Joodschen beaiende en
ook Henri Duiveman was een sympathieke
dienstknecht.
Het samenspel stond op hoog peil en het
geheel had beide avonden zoo'n doorslaand
succes, wat heelemaal uit het langdurig ap
plaus bleek, dat de volgende avonden de Vier
Mullers niet over gebrek aan belangstelling
te klagen zullen hebben.
Meyer Hamel heeft zoo langzamerhand
zijn sporen op het gebied van revue-schrij
ven wel verdiend. Hij is de man door wiens
fantasie woord en zang, dans en costumes,
licht en kleur tot een pakkend geheel wor
den, dat door de beste artisten voor het
voetlicht gebracht de toeschouwers avond
aan avond kan doen genieten.
Het is niet gemakkelijk in ons kleine landje
de artisten te vinden, die een revue tot een
doorslaand succes maken, maar in de nieuwe
revue „Dat doet de deur dicht" heeft men de
deur eerst wijd open gezet om er populaire
krachten als Sylvain Poons, Kees Pruis en
last not least Louisette te laten binnen tre
den.
Uit hun perfecte samenwerking, uit hun
naar voren treden tegen een achtergrond van
schoonheid en gratie, van jeugd en lieftallig
heid, in schitterende costumes en wisselende
kleur-effecten, is opnieuw een revue geboren,
die reeds een half jaar lang in onze groote
steden het succes van den dag is geweest.
Wat een heerlijke komiek heeft ons land in
een man als Poons. die om beurten als Stan
Laurel, als meubelmaker, of als bureau-chef
van de telefooncentrale naar voren komt en
in al die rollen en nog veel meer alleen
door zijn verbaasd goedig gezicht, door zijn
snedige uitvallen en door een enkel koddig
gebaar de lachers op zijn hand weet te krij-
gen.
Er is gisteravond gelachen, er is meer dan
gelachen, er is gebruld. Er zijn tranen ge
vloeid maar niet van verdriet om de
mevrouw, die volgens een radio-recept voor
haar niet altijd voldoende gewaardeerden
echtgenoot een konijnenpudding gaat ma
ken, maar even weggeroepen wordt en bij
haar terugkomst niet weet, dat men inmid
dels in de studio aan het tuinbouwhalfuur-
tje is begonnen. Er is onbedaarlijk gelachen
om den meubelmaker, die even naar de stoe
len kwam kijken en voor een artfet aange
zien werd, die kwam repeteeren en er is ge
snikt t» van den lach om den verpiere
waaiden meneer, die een nacht van huis was
geweest en probeerde zijn vrouwtje uit te
leggen waar hij in dien tijd had gezeten.
Men kent de geschiedenis of misschien
kent men ze ook niet van den man en de
vrouw die goedkoope verjaardagen hadden
omdat ze elkaar telkens weer hetzelfde gou
den tientje cadeau gaven. Iets dergelijks heeft
Hamel in zijn revue gevlochten waar hij
Poons en Kees Pruis als twee kasteleins in
gelijkvormige kroegjes naast elkaar laat wo
nen. Hun vrouwen zijn uit en zij kunnen
feen van beiden van hun eigen jenever drin-
en omdat deze slimme vrouwtjes streepen
op de flesschen hebben gezet en dus precies
kunnen zien hoeveel er verkocht is en hoe
veel geld er dus in kas moet wezen. Maar
Sylvain Poons vindt nog drie stuivers in zijn
antiek vest en koopt er een borrel voor bij
zijn buurman. De buurman heeft daarna drie
stuivers gebeurd en wipt ook over om daar
voor weer een borrel te koopen. Zij schuiven
elkaar om beurten het geld toe en drinken
totdat er niets meer te drinken is met al de
verschrikkelijke gevolgen.
Hoe alleraardigst was niet de begin-scène
waarin de voornaamste filmsterren optreden,
die tenslotte wel sterren blijken maar met de
film niets te maken hebben, hoe geestig weet
Louisette in haar klachten aan den meester
de verschillende moeder-typen uit te beelden,
hoe prettig was het niet uit het cabaret
Maxim nog eens iets uif de oude doos te
hooren en hoe hebben de toeschouwers tegen
elkaar gelegen van het lachen toen het edele
drietal Louisette, Poons en Kees Pruis
op de tribune van de Zesdaagsche versche
nen en de verrichtingen van den onzichtba-
ren Pijnenburg en zijn koppelgenoot volg
den.
Het was alles van een gezonde humor, het
bracht den bezoekers een allergenoeglijksten
avond.
Er zijn sterren van verschillende groote
en de allergrootste ontdekt men natuurlijk
het eerst, maar deze revue-lucht zit ook nog
vol andere sterren, er is een heele melkweg
van lieftallige sterren en sterretjes van de
tweede of derde grootte, medewerkenden, die
door hun bijzondere verrichtingen een min
of meer belangrijke rol spelen. Wij noemen
hier slechts Jan Blok, Marie Hamel, Sophie
Kohier, Arn. Stanowsky, Tilly v. Vliet, Mary
van Deurssen, Alex Ludowsky en last not
least Tatjana Tamarova, eerste solo-danse
res van de Koninklijke Vlaamsche Opera, die
als gast optreedt. En niet te vergeten na
tuurlijk de girls, de altijd onvermoeide dan
seuses, kunstenaressen in haar vak, die in
schitterende costuumpjes de gratie van haar
lenige lichamen toonen. Aan zang en dans
is in deze revue een groote plaats ingeruimd
en voornamelijk het danspaar trekt door zijn
schitterende prestaties de onverdeelde aan
dacht.
Als Kees Pruis het over belastingen heeft
wordt zijn stem een beetje onzeker en luis
tert hij schuchter naar het veelzeggend ap
plaus, maar ten slotte is ook deze schuch
terheid maar comedie en weet hij zijn toe
schouwers telkens weer uit volle borst te la
ten meezingen. Hij pakt ze met een enkele
anecdote met zijn meesleependen z4ng en hij
deelt het geheim daarvan met Louisette, die
frissche en resolute verschijning de
volle tent in een oogenbük tot dapper mee
zingen weet op te wekken. Prachtig heeft
Pim de la Fuente als hij tenminste wer
kelijk zoo heet zijn orkest in de hand en
forsche fanfares wisselen onder zijn eminen
te leiding af met de smeltende tonen van
viool- en cello-begeleiding.
Wat zullen wij er nog meer van zeggen,
in tooneeltjes als dat van den pessimist en
den optimist en niet het minst waar het
fraaie kijkspel van licht en kleur met schit
terende costumes in zang en dans naar vo
ren komt, zooals in de Hors d'oeuvres, de
exotische bloemen en het wondermooie
sprookje, genieten de toeschouwers ten volle
van alle schoonheid en gratie, die men in
deze schitterende revue bijeen wist te
brengen.
Wij verwachten, dat men hier de eerstvol
gende avonden de deur dicht zal doen in een
schouwburgtent, die tot de laatste plaats
bezet zal zijn.-
NIEUWE SCHOUWBURGLOGE
DOELENVELD.
In Pyama.
Een spel van echtelijke ontrouw, zouden
we deze operette kunnen noemen, die ge
schreven is naar het blijspel van Arnold en
Bach, maar dan een ontrouw, waarbij de
vroolijkheid niet van de lucht is. Deze ope
rette is een kermisstuk zooals er slechts heel
weinige zijn: vol geestigheden en dolle si
tuaties, die leiden tot verkeerd begrijpen en
dan weer oorzaak zijn van nieuwe verwikke
lingen.
De bejaarde Emil Dobberman (gespeeld
door Harry Boda, op een wijze die stak aan
Buziau doet denken), vader van huwbare
dochters, is één van die mannen, die wel eens
aangeduid worden als „oude bokken, liefheb
bers van groene blaadjes". Hij heeft bezoek
van zijn zwaga van Driel, die dezelfde al
lures heeft en samen zullen zij het a eens
een avondje van nemen. Dat Emil tevens
moeilijkheden krijgt op te lossen, welke gere
zen zijn in het nog slechts één dag oude ge
zin van zijn dochter, is hem daarbij nog wel
kom, want het geeft hem de handen een
beetje vrij. En passant zal hij ook even hin
derpalen uit den weg ruimen, die het huwe
lijk zijna andere dochter, Franzi (Bep Vis-
scher), in den weg staan. En uit dit alles
groeien telkens weer nieuwe complicaties, die
wij niet allemaal kunnen opnoemen, situaties
die tot uitbundige vroolijkneid leiden. Piet
Köhler als de zwager staat Emil trouw ter
zijde en wat hij met een sappig Groningschen
tongval zegt, slaat geweldig in.
Van den schoonzoon dr. Sibelius maakt
Rob Milton een caricatuur. zooals Karei
Baars het doet van den schoonzoon-in-spé
Klaus Reiling, die ook verliefd is op de dan-
saes Elli Ornelli (Berthe Verswijva). Deze
laatste speelde ook kostelijk, nu eens als echt
verliefd bakvischje, dan weer als een belee-
digde jongedame, die zich in die hoedanig
heid een furie toont. Noemen we dan nog
Sien de la Mar, als Emil's wederhelft, die
meent dat zij eigenlijk wel 80 pCt. van het
echtpaar is; Corrie Pinksen in haar dubbel
rol van het dienstmeisje der Dobbermans en
Mary, vriendin van Elli, en ten slotte Tiny
Vissa als Edith Dobberman en Mary Adler
als de vrouwelijke conciërge van dr. Sibe
lius' woning, dan hebben wij allen genoemd,
die „In Pyama" maken tot 'n operette, welker
opvoering moet worden bijgewoond door
ieder, die een avond van de kermis echt vroo-
lijk wil doorbrengen.
Gisteravond kwam aan het handengeklap
en voetengetrappel meermalen haast geen
einde, herhaaldelijk klonk een applaus ook
bij open doek.
DE CABARETS, ENZ.
Het spreekt vanzelf, dat wij Zaterdag en
Zondag ook onze cabarets, dancing en der
gelijke inrichtingen hebben bezocht. Den
eersten avond was het bezoek overal vrij
matig een verschijnsel, dat wij de laatste
jaren trouwens steeds meegemaakt hebben
maar de tweede avond was beter. Toen heb
ben wij ovaal gezelligheid gezien en al was
het niet overal stampvol, het bezoek was
goed, was over 't algemeen zelfs iets beter
dan een jaar geleden.
Wij zijn op de Laat begonnen met onzen
tocht en kwamen allereerst in het
Café Populair.
Café Populair op de Laat maakt het
zijn bezoekers deze week bijzonda prettig,
zooals dat ook andere jaren het geval was.
De bekende humorist Joop Vana heeft een
nieuw repatoire van komische liedjes cn
scènes, waai bij zijn mimiek tranen doet
lachen. Maar niet alleen hij zorgt voor de
stemming. Zijn medewakers zijn Mimi
Höfer, die muzikaal en vocaal de aandacht
trekt en de bekende pianist Jan Vlierman, die
speelt, zingt en voordraagt op een wijze, die
de toeschouwers enthousiast doet applaudis-
seeren. In Populair kan men zich wel va-
maken.
Het Centrum-hotel.
In het Centrum-hotel trekt de in
tieme dancing met haar ingelegden vloer, haar
mooie tapijten en haar speciale Oostersche
verlichting wel sterk de aandacht. Er heerscht
een prettige sfeer en een echte stemming,
waartoe in 't bijzonder meewerkt de Mnd
onder leiding van Jan v. d. Brink, de Ram-
bling Serenaders, waarin behalve de leida,
de bekende Alkmaarsche musici Eddy Porck.
Co Sieuwerts en J. v. Weert meespelen, ieder
op diverse instrumenten. Hun dansmuziek is
voor de danslustigen een bijzondere attractie
Dancing Harmonie.
Ook de dancing Harmonie zal deze
week Weer op grooten toeloop kunnen reke
nen. Htt is daar een geliefd vazamelpunt van
liefhebbers van dans en vroolijkheid in pret
tig milieu. Voor de muziek zorgt een uit
stekende band onder leiding van Siem Spruyt
en dat zegt reeds genoeg- Hij heeft een aan
tal prima krachten om zich heen, die ver
schillende genres beheerschen, prima dans
muziek geven en de stemming verhoogen.
Café Bas, Waagplein.
In het c a f B u s op het Waagplein viert
Jopie Keizer haar triomfen, 't Is geen onbe
kende voor Alkmaar, maar een prettig
repertoire met humor en zang is natuurlijk
oorzaak, dat vele bij café Bus binnenloopen
't Was er vooral gisterenavond uiterst ge
zellig en „de Bühne" had voortdurend con
tact met het publiek. Men ga er eens een
kijkje nemen en dan weet men vooruit, dat
men geen gelegenheid krijgt om zich te ver
velen.
Café Martin.
In de Doorbraak is het als van ouds:
elke avond is er een cabaret-clubje, dat met
veel enthousiasme de diverse nummertjes de
zaal in slingert. Honderden zullen deze
week naar het café Martin gaan, om
zich te vermaken en ongetwijfeld zullen
allen daarin slagen.
Valk's lunchroom.
In de lunchroom van Valk in
de Houttil treedt het ensemble Anslijn op.
Het is de eerste keer dat hier „iets te doen"
is tijdens de kermis, maar deze eerste keer
zaj. de exploitant wel dwingen tot een herha
ling.
Wapen van Heemskerk.
In het Wapen van Heemskerk
wordt natuurlijkweer gedanst. Er is een zeer
goede band, die onvermoeid werkt en de
talrijke danslustigen ternauwernood tijd
laat, om te rusten. Men moet dansen of men
wil of niet; de muziek sleept den bezoeker
mee!
Café K. Groot.
En zou er bij Klaas Groot in de Peper
straat geen gezelligheid heerschen? Daar
zijn voor de zoovcelste maal de van Dijk's
Volcndammers met hun harmonica's. Goe
den wijn behoeft geen krans en daarom is
het bijna niet noodig, een bezoek aan het
café Groot aan te bevelen.
Café Central.
En dan komen wij tenslotte bij het
c a f é-C e n t r a 1, waar Herman Diederichs
weer is gearriveerd. Herman Diederichs
brengt een groepje artisten mede, die allen
op een heel hooge plaats staan.
Wij noemen allereerst Otar, den zingen
den schilder. Oisteravond heben wij van
dezen artist eenige knappe staaltjes gezien en
het publiek, dat mede aanwezig was, heeft
hem een soort ovatie gebracht. In een zeer
snel tempo gooide Otar zijn verven op het
papier en er ontstond op verrassende wijze
een fraai schilderstuk. Even daarna schil
derde Otar op een glasruit een ander land-
scap, maar het meest verrassende was wel
zijn werk op een met draaiend palet. Ter
wijl de palet ronddraait, slingert hij zijn
klodders verf er tegen aan enhoewel
niemand zag, wat het werd, ontstond er in
korten tijd een buitengewoon geslaagd stil
leven.
Het duo van Noort is van prima gehalten.
Beiden hebben een goede stem, en het pro
gramma is weer heel geschikt voor deze
week, Wij hebben diverse nummertjes ge
hoord en gezien en het beschaafde duo
mocht het eene succes na het andere boeken.
Dan is er Ben Ali Libé, de bekende goo
chelaar, die reeds eerder in Alkmaar optrad.
Zijn succes was ook nu weer groot en de
kunststukjes, die hij uithaalden, waren ver
bluffend goed.
Als wij nu nog Slia, de muzikale ckwn
noemen en wij vergeten Herman Diederichs
zelf niet en evenmin mevr. Heykens achta de
piano, dan geiooven wij, dat wij alles gehad
hebben. Rest ons nog te melden, dat het ge
zelschap uit louta Hollandsche artisten be
staat, dat a steeds gewerkt wordt zonder
een pauze en dat het programma zeer afwis
selend is.
GEBOREN:
Johanna Catharina Maria, d. van Pieter
Zeegers en Corneiia van Stralen. Matthijs
Simon, z. van Peta Hopman en Johanna
Genet. Cornelis Adrianus, z. van Jan
Hand en Johanna Breed. Jacobus Josephus
Mattheus, z. van Mattheus Berkhout en Eli-
sabeth Smit. Jan, z. van Cornelis Burger
en Johanna Verkroost. Jobje Johanna, d.
van Willem Dekka en Johanna Wijka.
Cornelis, z. van Klaas Pieket Weeserik en
Alida van de Pol. Jan, z. van Jan Schinkel
en Marijtje Strooka.
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT.
AMSTERDAM, 27 Aug. 1934. Aanvoer
en prijzen waren als volgt; 465 Vette koeien
le kw. 58—60 cent, 2e kw. 52—58 cent en
3e kw. 4450 cent per K G. slachtgewicht;
126 Melk- en kalfkoe en 160-/ 210; 129
Vette kalveren 2e kw. 4852 cent, 3e kw. 40
—ƒ46 cent per K.G. levendgewicht: 74
Nuchtere kalveren 3 506; 122 Scha
pen 1618, enkele hooger; 587 Varkens
vleeschvarkens, wegende van 90—110 K.G.
36—37 cent per K.G., zware varkens 35
36 cent en vette varkens 3335 ct. per K G
slachtgewicht24 Paarden 60100.
Ta veemarkt waren 4 wagons geslachte
runderen uit Denemarken aangevoerd.
DE VEEMARKT.
ALKMAAR, 27 Aug. 1934, Op de he
den gehouden veemarkt waren aanvoer en
prijzen als volgt: 107 Vette koeien 120
230; 20 Graskalveren 1934; 9
Vette kalveren 3060, vette kalveren
per K.G. 5070 cent; 47 Nuchtere kalv.
(slacht) 4—14; 399 Vette varkens (zw.)
per K.G. 2932 cent. Handel matig
BROEK OP LANGENDIJK, 27 Aug. '34.
Aanvoer en prijzen waren heden als volgt:
7000 K.G. Aardappelen: Duc of York
2.50, Eigenheimers 4.70, BI. Eigenhei
mers 4.30, Blauwe aardappelen 4.40
4.70; 1000 K.G. Roode kool 1.20—
3.30; 13000 K.G. Gele kool 1.80—
3.40; 12000 K.G. Vroege witte kool
1.50—1.70; 16000 K.G. Uien: gele nep
2.602.80, gele uien 2.50—2 70,
gele drielingen 1 30—1.90; 4300 K G.
Bieten 1.50-/ 1.80 - 2550 K.G. Slaboo-
nen 913 en 75 K.G. Snijboonen 4,
alles per 100 K.G.; 1750 stuks Bloemkool
le s. 7.70—18.10 en 2e s. 1.50—
2.90 per 100 stuks.
PURMEREND, 25 Aug. 1934. „Afslag-
vereeniging Beemster, Purmaend en Om
streken". Aangevoerd waren in totaal 22221
manden Augurken, waarvan soort en prijzen
als volgt: Middel 68 cent, Basterd 13
18 cent, Stek 78 cent, Bommen 6 cent per
mand, 6 K.G.
NOORDSCHARWOUDE, 25 Aug. '34
25400 K.G Aardappelen: Schotsche muizen
2.30-/ 4.50, R. Duken 2.302 50,
Eigenheimers 4 50, BI. Eigenheimers
3 70—f 4 30, BI Aardappe'en 4.4
fj 4.60; 30200 K G. Uien: uien 1.60—
2 80, drielingen 1.601 90, gele nep
2 502.90; 9<K) K.G Ziixeruien: zil-
veru:en 1.301.50, drielingen 1.50
1.70, zilvernep 5.20—6 60; 15900
K (J. Spercieboonen f 13 20; 4</0
K.G. Snijboonen 3.805.70; 700 K.G
Krot en 0801 60; 18500 KG. Roode
kool 1—/ 2.20; 34600 K G Witte kool
1.<01.90; 8200 K.G. Gele kool 1 70
2.70, alles per 100 K G.
WARMEHUIZEN, 25 Aug. 1934. Sch.
muizen 4.40, Eigenheimers 3.70
4 80; Gele Nep 2.50—2.60, Uien
2.202.70, drielingen 1.70—1.80,
grove 2.602.70; Zilvernep 510
6.20, drielingen 0 80; Roode kool 1.70
3; Witte kool 1.60; Slaboonen 5.80
1210; Snijboonen 5.306.10; Bie
ten 0.80-/ 1.30.
Aanvoer: 12500 K.G. Aardappelen; 5325
K.G. Gele Nep; 11700 K G Uien; 300
K.G. Zilveruien; 2200 K.G. Roode kool;
1600 K G Witte kool; 5630 K G. Slaboo
nen; 475 K.G. Bieten; 260 K.G. Snijboonen.