Zijn de Dieseltreinen wel in orde?
£and: en JuinÉrxuw
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL.
Geruchten van allerlei aard.
1.1'
1.0
1.3
Binnenland
^lT;fnjreins,dltn^Ahi^T^T;
r?hairDen'Dai wrait z'ch
HET BETALINGSVERKEER
MET DUITSCHLAND.
sproken wenschelijkheid om een benoeming
te doen plaats hebben uit een voordracht
van drie personen konden B. en W. niet vol
doen, omdat een benoeming uit wachtgelders
verplicht is en voor de bedoelde functie geen
gegadigden zijn. Zij dienden dus een voor
dracht in, die alleen den naam vermeldde
van mej. J. C. J. Overbeek, thans tijdelijk in
bedoelde functie werkzaam.
De heer Mink, opmerkend dat mej. Over
beek reeds sinds 1 Juli in functie is, zei, dat
B. en W. hebben moeten uitmaken of zij
voor die betrekking geschikt kan worden ge
oordeeld en of zij ook voldoen kan aan de
ei6chen voor de opleiding van de grootere
jongens.
De heer Geus vroeg of B. en W. ook kon
den meedeelen of er gevaar bestaat voor op
heffing van de school.
De voorzitter antwoordde, dat de heer
Geus daar even veel van weet als spr. Een
jaar geleden was er wel degelijk sprake van
opheffing, maar in de laatste maanden is er
niets daarvan vernomen. Spr. meende, dat de
vaste aanstelling van een hoofd voor de
school beter is, omdat men dan gevrijwaard
is voor herhaalde wisseling van leerkracht.
Voor de gemeente maakt het financieel geen
verschil of men tot vaste aanstelling al dan
niet overgaat; komt het tot opheffing, dan
zal mej. O. op wachtgeld woraen gesteld.
Zonder stemming werd mej. Overbeek be
noemd.
Kasgeldleerling.
De voorzitter deelde mede, dat van de ge
meente Enschede een aanbieding was inge
komen voor een leening van 25000 tot 28
Dec. voor een rente van 3 pCt. Spr. stelde
voor op dit aanbod in te gaan. omdat de ge
meente dringend om geld verlegen is. Er
was reeds bij de regeering aangeklopt en
daar was op geantwoord, dat de gemeente
het geld slechts dan van haar kan krijgen
als het door niemand anders wordt ver
strekt.
Spr. stelde voor, te besluiten tot het aan
gaan van een kasgeldleening tot een bedrag
van 50.000, omdat er waarschijnlijk in den
loop van het jaar nog belangrijke betalin
gen te doen zullen zijn.
Dit voorstel werd goedgekeurd.
Rondvraag
De heer Mink vroeg of de gemeente ook
een deel van de contributie voor hare reke
ning zal kunnen nemen ten behoeve van hen,
die het bedrag niet ten volle kunnen beta
len.
De voorzitter antwoordde, dat besprekin
gen over deze kwestie gaande zijn.
Hierna volgde sluiting.
HET VERBOUWVERBOD VOOR DE
BRAVO EN EVENTUEEL ANDERE
RASSEN.
Welke rassen dan geteeld kunnen
worden.
In verband met de gevaren voor den uit
voer van aardappelen, ligt het, zooals bekend
gemaakt is, in de bedoeling van de regee
ring, voor den oogst 1935 een verbouw-
verbod uit te vaaidigen voor het voor wrat
ziekte zeer vatbare aardappelras Bravo. Met
de mogelijkheid, dat te gelegene- tijd het
zelfde zal geschieden voor de rassen de Wet
en Kampioen, moet rekening worden ge
houden.
Vele verbouwers van deze rassen zullen
hierdoor genoodzaakt zijn, dit najaar, of
het volgende voorjaar pootgoed aan te
schaffen van andere rassen.
Aangezien het uitvaardigen van een ver-
fbouwverbod ten doel heeft de gevaren, die
voor cultuur en handel aan de teelt van voor
wratziekte vatbare rassen verbonden zijn te
verminderen, wordt door den Plantenziekten
kundigen Dienst met de meeste klem aange
raden om ter vervanging van Bravo en
eventueel van de Vlet en Kampien alleen die
rassen te verbouwen, welke onvatbaar zijn
voor de wratziekte. Tot deze rassen behooren
o.a. de hier vogende, in de rassenlijst van
het Instituut voor Plantenveredeling opge
nomen, geelvleezige rassen: Triumph, Alpha,
Bevelander, Furore, Noordeling, Souvenir,
Populair, Jubileum, Friso, Albertha, Erdgold,
Robijn, West-Brabander. Muntinga 17, Uni
cum, Record, Gostermoersche, Atlas, Bato,
Preuszen, Monocraat, Julinieren, en de wit-
vleezige rassen Albion. Majestic, Great Scot,
Paruassia, Hellena, Concurrent. Tot de zeer
weinig vatbare rassen kunnen gerekend wor
den de Rocwe en Bonte Star.
Bij het aanschaffen van pootgoed lette
men er ten strengste op, dat dit niet afkom
stig is van partijen, die gegroeid zijn op met
wratziekte besmette terreinen. Men loopt dan
n.1. de kans. dat met aanhectenden grond de
ziekte wordt overgebracht. Het aankoopen
van te velde goedgekeurd pootgoed, voorzien
van certificaat er. plombe van den N. A. K.,
verdient alle aanbeveling.
Nadere inlichtingen worden verstrekt door
den Plantenziektenkundigen Dienst te Wage-
ningen. door de bij cezen Dienst werkzame
ambtenaren alsmede door de Rijksland- en
tuinbouwconsulenten.
ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN
VAN DE BLOEDLUIS-PARASIET,
APHELINUS MALI.
In 1926 werd door den Plantenziekten
kundigen Dienst een begin gemaakt met de
verspreiding in ons land van een klein
sluipwespje. dat als parasiet in de op appel-
boomen zoo veelvuldig voorkomende bioed-
luis leefde en deze doodde, en waarmede dus
een „levende" (biologische) bestrijding van
dit schadelijk insect ingevoerd werd. Weldra
bleek, dat dit sluipwespje op eenige plaatsen
vasten voet had gekregen en zich plaatselijk
zoo sterk vermeerderde, dat de bloedluis zicht
baar afnam.
Sindsdien is de verspreiding van deze para
siet over het land voortgezet en is haar aan-
wezigheio op steeds meer plaatsen vastge
steld. Dit was ook het geval op plaatsen die
ver afgelegen waren van een plaats waar het
sluipwespje was uitgezet, waaruit bleek, dat
het zich zelfstandig over vrij groote afstan
den kon verplaatsen, en dat het in ons land
voldoende gunstige voorwaarden voor zijn
ontwikkeling vond. Lage temperatuur in den
winter kan het blijkbaar ook doorstaan. daar
de groote koude in Januari en Februari 1929
het niet merkbaar nadeelig heeft beïnvloed
Ook de carbolineumbespuitingen tegen de
bloedluis hebben het niet gedood.
Hoewel het sluipwespje zich dus in ons
land goed heeft ontwikkeld en plaatselijk
soms de bloedluis zeer sterk deed veminde-
ren, heeft het als bestrijder van de bloedluis
in het algemeen tot nu toe echter geen groote
rol gespeeld.
Flet schijnt editer, dat dit jaar de parasiet
zich sterker heeft vermeerderd dan tot dus
ver het geval geweest is, daar van verschil
lende zijden berichten over sterke parasitee
ring (en dus afsterven) van de bloedluis ont
vangen zijn.
Zonder nu overdreven verwachtingen te
willen wekken over de rol die deze „levende"
bloedluisbestrijding in onze culturen kan
spelen, meent de Plantenziektenkundigen
Dienst goed te doen, de aandicht van de
fruitkweekers op deze parasiet te vestigen en
hen aan te raden, de bloedluiskolomes op
hun appelboomgaarden op de aanwezigheid
van bet sluipwespje te onderzoeken Berich
ten over de mate van aantasting van de
bloedluis worden gaarne bij den Dienst te
Wageningen ingewacht, opdat daaruit een
overzicht kan worden samengesteld.
De aanwezigheid van het sluipwespje.
Aphelinus Mali genoemd, blijkt uit de aan
wezigheid van doode bloedluizen (die door
het verliezen van de witte wasdraden, een
zwarte kleur vertoonen) met een rond gaatje
in het achterlijf. Door dit gaatje is het sluip
wespje, dat zich in de bloedluis tot volkomen
insect ontwikkeld heeft, naar buiten geko
men. Hieruit blijkt, dat het insect zeer klein
is.
De sluipwespjes leggen hun eieren met
behulp van een legboor, in de levende bloed
luis, waarvan de inhoud door het zich ont
wikkelende larfje geheel verteerd wordt, zoo
dat alleen het (zwarte) huidje overblijft.
Bloedluiskolonies, waarin het sluipwespje
voorkomt, vertoonen dus vele zwarte bloed
luizen met gaatjes, bij sterk optreden kan de
geheele kolonie gedood worden.
De Plantenziektenkundigen Dienst te Wa
geningen zal het op prijs stellen, indien de
fruitkweekers hun aandacht aan deze bloed-
luisparasiet willen wijden en bericht over
hunne bevindingen willen inzenden.
KENNEMERLAND.
Er was tusschen het beloop van den han
del en de aanvoer bij die der vorige week
geen groot verschil op te merken, bijgevolg
was het verloop van den handel bevredigend
Wel kwam er in den handel van enkele pro
ducten een verlaging, doch dat legt geen ge
wicht in de schaal. De tuinder, die de laat
ste jaren niet verwend is met hooge prijzen,
is tevreden.
De aanvoer van boonen (dat geldt voor
bijna alle soorten) ging nog in stijgende
lijn, dank zij de groote aanvoer van elders.
Want Kennemerland levert niet zoo veel
meer als deze week verstreken is, want droog
te en vooral de ziekte zoo als we de vorige
week reeds opmerkten doet de oogst veel
te vroeg einaigen. In de afgeloopen week
golden de snijboonen van 10 tot 18,
dubbele boonen z. dr. van 9 tot 14, sper-
cieboonen z. dr. van 16 tot 19 en pronk-
boonen van 9 tot 11, alles per 100 K G.
Bospeen, was voor zoover goede kwalitep,
best te plaatsen en tegen vrij hooge prijzen
van 9 tot 12.50 per 100 bos. Breekpeen
(losse wortelen) golden 0.50 h 0.90 per
kist. Er was bij flinke aanvoer goede
belangstelling voor sla en vooral voor prima
kwaliteit. Er was echter groot kwaliteitsver
schil, welke tot uiting komt in de prijzen van
0.40 a 1 per kist. Bloemkool waarvan
geen groote aanvoer was, was best te plaat
sen. De prijzen -waren echter lager, daar de
kwaliteit terug gaat.
De noteering was 10 a 15 per ICO
stuks. Andijvie waarvan ruime aanvoer,
blijkt een gewild artikel welke voor de niet
onbelangrijken prijs van 0.60 a 0.90 per
kist, werd verhandeld. Nauwelijks loopt
Augustus ten einde of er komt weer ruimer
aanvoer van spinazie. De prijzen waren re
delijk en wel 0.30 a 0.4'5 per kist.
Met den handel in tomaten was het hope
loos mis. Alleen mooie kwaliteit gold nog
6 a 8 per 100 K.G. de rest zoo goed als
niets. Het zelfde geldt voor komkommers,
veel aanvoer en weinig handel en een prijsje
van 1 a 3 per 100 stuks. Meloenen wer
den vlug verhandeld en tegen redelijke prij
zen van 10 h 20 per 100 stuks.
Het schoone zomerweer heeft weer mooie
partijtjes „Deutsch Evern" aan de markt
gebracht. De fijne aarbei was duur, n.1.
0.25 a 0.30 per doosje. Nog steeds wer
den bessen aangevoerd, die voor prijzen van
0.45 a 0.60 per slof werden verkocht.
Vruchten en pruimen werden ruimer aan
gevoerd. Er is momenteel weinig handel in
dat artikel. Mooie vruchten golden 6.50
a 11 per 100 K.G. Pruimen en prima
kwaliteit waarbij de Reine Victoria over-
heerschen slechts 8 a 11 per 100 K.G.
VOEDINGSWAARDE VAN
TULPENBOLLEN.
Een dezer dagen vernamen wij, dat ver
schillende veilingen wederom groote hoe
veelheden tulpenbollen ter vernietiging ont
vangen. Deze bollen mogen na gesneden te
zijn, als veevoeder verkocht worden. Waar
de hooioogst dit jaar bij zeer veel veehouders
te wenschen over laat wat betreft het kwan
tum, en waar het krachtvoer de laatste
maanden aanmerkelijk in prijs is gestegen,
zou men zoo denken, dat deze bollen, welke
tegen een lagen prijs worden aangeboden,
gretig aftrek zouden vinden. Dit laatste is
nu juist niet het geval. De oorzaak zal wel
schuilen in de onbekendheid met dit product
als veevoedermiddei. De prijs van dit product
en de voedingswaarde zijn evenwel van dien
aard. dat wij het onder de huidige omstan
digheden gewenscht achten daarvan eenige
meerdere bekendheid te geven. Geschiedt
zulks niet, zoo vreezen wij. dat er wederom
croote hoeveelheden op verschillende plaatsen
in de provincie in slooten of anderszins wor
den gedeponeerd.
Van tulpenbollen bezitten wij 3 analyses,
2 van 1917, toen dit product gevoerd werd
tengevolge van voedselschaarste en 1 van
Jan. 1934. Deze analyses zien er als volgt
uit:
dr. stof
eiwitacht.
stoffen
4.2
3.8
4.1
Beier dan kunne stikken
Is het muggen dood te tikken.
analyse 1917 36.6
1917 40.8
1934 40.4
Hieruit blijkt, dat tulpen bijna 2 maal zoo
veel droge stof dan aardappelen bevatten en
ruim 3 maal zooveel dan voerbieten. De
len en bieten.
eiwitacht.
tulpen. stoffen
analyse 1917 115%
1917 9.3
1934 10.1
aardappelen 8.4
voerbieten 10
Hieruit blijkt dat de samenstelling van de
dr. st. zeer weinig verschilt van aardappelen.
De bollen worden nu aangeboden, althans
te Broek op Langendijk, voor f 50 per wa
gon, wat dus f 0.50 per 100 K.G. wordt. De
zetmeelwaarde van 100 K.G. bollen is onge
veer 30, zoodat 1 eenheid z. w dus ongeveer
kost ruim 1% ct. Waar maismeel momenteel
6.50 per 100 K.G kost, kost 1 eenheid
z. w. daarin ongeveer 650 81.5 8 ct.
Hieruit blijkt wel, dat tulpenbollen thans
een buitengewoon goedkoop voedermiddel
is. Voerbieten worden, naar wij hebben ver
nomen, eveneens geleverd voor 0.50 per
100 K.G. Voerbieten hebben gemiddeld een
z. w. van 6.3 zoodat 1 eenheid z. w. daarin
dan kost 8 ct., overeenkomende dus met
maismeel.
In den afgeloopen winter hebben onder
scheidene veehouders ervaring opgedaan met
het voeren van tulpen en over het algemeen
met gunstig resultaat, sommigen waren er
zelfs buitengewoon over tevreden.
Men kan de tulpen op dezelfde wijze als
aardappelen inkuilen, waar het een eiwitarm
product is, komt het ons voor, dat het inkui
len met geringe verliezen evenals bij aard
appelen, vrij zeker goed zal slagen. Ver-
zetmeel-
acht. st.
29.5
34.2
32.9
vetacht.
stoffen
0.7
0.2
0.5
ruw-
vezel
1.1
1.6
1.6
ascfa
z. w.
31
samenstelling omgerekend op de droge stof
geeft het navolgende, waarbij tevens de sa
menstelling van de droge stof van aardappe-
zetmeel-
acht. st.
80.6
83.8
81.4
84
72.5
vetacht.
stoffen
1.9
0.5
1.2
0.4
0.8
ruw-
vezel
3.0
3.9
3.7
2.8
7.5
asch
3.0
2.4
3.2
z. w.
75.9
76
52.5
schillende veehouders hebben deze ervaring
reeds opgedaan Het komt ons voor, dat vele
veehouders in N.H. in omstandigheden ver-
keeren om een behoorlijk kwantum eiwitarm
voer in den vorm van tulpenbollen voor een
veel lageren prijs peen eenheid z. w. kunnen
verkrijgen dan in den vorm van graanmeel.
Waar een boer neiging heeft royaal te voeren
van een goedkoop product, zouden wij den
raad willen geven voer per koe per dag niet
meer dan 10 K G. Bij 40 dr. st. in tulpen
geeft men dan reeds 4 kg. dr. st., zoodat bij
grootere giften de opname-mogelijkheid van
hooi te veel zal verminderen en goed hooi
is zeker veel beter dan tulpen, vooral ook iet
het oog op de voorziening der mineralen.
Met behulp van 10 K-G. tulpen kan men 3 a
4 K.G. maismeel besparen. Naast tulpen dient
het krachtvoer eiwitrijk te zijn. Door het
hooge gehalte aan zetmeelaebt. st. lijkt het
ons een goed voer om melkende te mesten.
Jong vee geve men er niet te veel van.
Bollenveilingen in het noordelijk deel van
Noordholland zijn te Bovenkarspel, Groote
broek, Br. op Langendijk en Breezand.
De Rijksveeteelt-consulent,
L. DE VRIES.
In de laatste dagen loopen er allerlei ge
ruchten over de Dieseltreinen.
Vast staat, dat vele er van uit den dienst
zijn genomen.
Waarom?
Daaromtrent zijn verscheidene mededee-
lingen in de pers verschenen, van ernstigen
en minder-ernstigen aard. De ernstige ge
ruchten hielden verband met den toestand,
waarin de motoren zich zouden bevinden.
Feit is trouwens, dat zich in den laatsten tijd
enkele defecten aan motoren hebben voorge
daan, wat op-zich-zelf echter nog niet be
denkelijk behoeft te zijn. Leden van de spoor
weg-directie hebben die geruchten dan ook
ongegrond genoemd en medegedeeld, dat de
aanleiding tot het uit-den-dienst-nemen van
zeer onschuldigen aard was: een soort in
spectie, om de treinen dès te beter weer af
te leveren.
Is dit werkelijk zoo? Of worden hier feiten
verzwegen?
Wij herinneren ons niet, dat bij het in-
dienst-stellen der electrische treinen iets der
gelijks is gebeurd, en achten het volkomen
verklaarbaar, dat het publiek twijfelt, nu zoo
vele „Diesels" uit den dienst zijn genomen
Aan den anderen kant echter ligt in het feit,
dat verscheidene treinen wèl in dienst zijn
gebleven, een aanwijzing van geruststellen
den aard, want het zou zonder eenigen twij
fel te eenenmale onverantwoordelijk zijn om
dit te doen, indien er gebreken van collectie
ven aard aan het licht waren getreden.
Ernstige mededeelingen.
Intusschen bevat de socialistische pers
allerlei mededeelingen, welke wij hier laten
volgen:
„De indienststelling van de Dieseltreinen
is tot een zóó overtuigend échec geworden,
dat wij er ons over verbazen, dat de hoofd-,
ingenieur Hupkes de vrijheid heeft gevonden
in een persinterview te spreken van een „in
terne technische kwestie", die slechts de
spoorwegen betreft".
Aldus luidt één van de uitlatingen, die ons
van zeer bevoegde zijde bereiken, naar aan
leiding van het buiten dienst stellen van het
grootste deel der Dieseltreinen, op een mo
ment, waarop juist de volledige doorvoering
van net Dieseisysteem per 8 October was toe
gezegd.
Reeds herhaaldelijk hebben ons berichten
bereikt omtrent constructiefouten aan de Die
seltreinen, die bij navraag bij de directie
steeds onjuist of overdreven werden ge
noemd. Nu echter omtrent de officieele lezing
over een zaak, waarbij 7.000.000 in het spel
zijn, ernstige vermoedens rijzen, dat de juiste
stand van zaken verzwegen wordt, meenen
wij niet langer te mogen zwijgen. Het blijkt
thans, dat het is voorgekomen, dat herstelde
Dieseltreinen, vijf uur na indienststelling
met volkomen verwoesten motor weer uit het
bedrijf moesten worden genomen. Bij één mo
tor constateerde men niet minder dan elf ge
scheurde cylinderwanden, van het totaal van
twaalf.
Niet zelden worden bij de Centrale Werk
plaatsen te Haarlem treinen met gebroken
of verbogen krukassen binnengesleept, ter
wijl uiteraard dergelijke verwoestingen groo
te gevolgen hebben voor de overige organen
en onderdeelen.
Het betreft hier de motoren van de May-
bach-fabrieken te Friedrichshaven, waarvan
voor de 40 treinstellen er totaal 70 werden
geleverd. Deze motoren zijn vervaardigd
door de licentie-houdster Werkspoor.
De dynamo's en de overige electrische uit
rusting van deze treinstellen zijn geleverd
door de Heemaffabrieken te Hengelo. Daar
bij hebben zich geen bijzonderen storingen
voorgedaan, al is de overbrenging, via den
versnellingsbak, die eveneens electrisch ge
schiedt, niet volmaakt. De overige vijf trein
stellen moeten nog geleverd worden door
Allan te Rotterdam; daarin worden Ganz-
motoren, door Stork in Hengelo gebouwd,
gemonteerd. Omtrent deze treinstellen, die
nog niet geleverd zijn, heeft men nog geen
enkele ervaring.
De toestand is thans zoo, dat van de 35
135. Toen de baas van de papegaai van rijn reis terugkwam,
stond hem een leelijke verrassing te wachten. Nauwelijks was
hij binnen of de papegaai riep: „Ik ral je wel krijgen, leelijke
boei. Als ik je in mijn vingers krijg, knijp ik je tot mosterd.
BandietI Leelijke dief!" De meneer tuimelde van schrik haast
achterover. „Dat had ik niet van jullie gedacht", rei hii tot
Drein en Piet.
136. In Mexico kan het dikwijls verschrikkelijk heet zijn en
het was dus geen wonder, dat Piet Prikkel op een dag rijn
nood klaagde, dat hij het in die hitte niet langer uit kon hou
den. „Ben je mal", zei Drein, ,,'t is heelemaal niet warm!"
Men acht het uitgesloten, dat een volledig
Dieseltrem voor het nieuwe iaar zal ki,n„6
worden ingevoerd. 1 kunnen
Een uiterst belangrijke vraag dle^h^"
word. ontocht. g wat rij„V
van dit echec?
Tweeërlei, naar men ons mededeelt Ten
eerste is het materieel te snel en te masi/Jl
.n d.enst gesteld. Er is lang „iet 20?vee
mede geexpenmenteerd als b.v. met de eh*
men nieuwe materieel, dat zeker in den aan
vang typische storingen kan vertoonen hTrf"
men niet in de hand. öad
Welke speciale oorzaken echter tot een
groote slachting onder de motoren kon lel
den, daarover zijn de deskundigen het niét
eens. O.a. wordt gedacht aan de constructie
van de sproeiers, terwijl over het effect van
den versnellingsbak verschillend wordt ar
oordeeld. s
Deze versnellingsbak staat het rijden on
drie versnellingen toe; de overschakeling ol
schiedt electrisch. Men overweegt thans oa
de tweede versnelling uit te schakelen. Of dit
verbetering zal geven, moet worden af»«
wacht.
Gistermorgen vroeg zijn op de Centrale
Werkplaatsen te Haarlem een achttal jVa
sche monteurs van de Maybach-motorenfa'
brieken uit Friedrichshaven aangekomen om
technisch bijstand te verleenen bij het on
derzoek naar de oorzaken van de verwoesting
van de motoren der Dieseltreinen. Reeds zijn
een aantal monteurs van de Heemaf-fabne-
ken, die het electrisch deel der treinen heb-
ben verzorgd, ter plaatse. Een staf van inge
nieurs en technisch personeel neemt aan het
uitgebreid onderzoek deel".
Op het oogenblik worden in Berlijn tus
schen een Nederlandsche en een Duitsche
delegatie besprekingen gevoerd over een
nieuwe regeling van het betalingsverkeer
tusschen Nederland en Duitschland.
Aangezien deze nieuwe regeling in elk
geval niet op 1 September a.s. in werking zal
treden, is voor de betaling van den uitvoer
naar Duitschland een nadere overgangs
regeling ontworpen, waarover de 29 Aug-
1934 overeenstemming is verkregen en welke
onmiddellijk in werking zal treden. Deze na
dere overgangsregeling die zai gelden tot de
inwerkingtreding der definitieve regeling
komt op het volgende neer:
1Het Sonderkonto van de Nederlandsche
Bank bij de Reichbank, dat krachtens de in
middels opgezegde deviezenregeling van 31
December 1932 was in het leven geroepen,
blijft voorloopig bestaan, met dien verstande,
dat het saldo van dat Sonderkonto niet zal
mogen stijgen boven het bedrag, hetwelk op
29 Augustus 1934 had bereikt.
2. In verband hiermede zullen storingen
op genoemd Sonderkonto, waarvoor overi
gens de tot dusver geldende bepaling
vervat in de protocollen van 31 Decent
1932 en 5 Juni 1934 van kracht blijwa,
voortaan niet meer rechtstreeks op het Son
derkonto van de Nederlandsche Bank bij dt
Reichsbank kunnen geschieden. De stortirv
gen in kwestie móeten in het vervolg in eer
ste instantie plaats hebben bij de z.g. „De-
viezenbanken" in Duitschland door welke
zij voorloopig zullen worden geboekt op een
tusschenrekening. Een grens is voor het to
tale bedrag der stortingen niet gesteld.
3. De „Deviezenbanken" zullen van deze
stortingen zoo spoe.dig mogelijk kennis ge
ven aan de Reichsoank welk de adviezen
der stortingen doorloopend zal rangschikken
in de volgorde waarin zij bij haar binnen
komen.
4. Naarmate de op het Sonderkonto der
Nederlandsche Bank bij de Reichsbank ge
boekte markenbedragen door de Nederlana-
sche Bank in guldens kunnen worden omge
zet, zal de Reichsbank bij de „Deviezen-
banken" overeenkomstig punt 2 gestorte be
dragen in evenbedoelde volgorae toelaten
tot overschrijving op meergenoemd Sonder
konto, zulks echter met dien verstande, dat,
zooals punt 1 aangeeft het saldo van de
Nederlandsche Bank op meergenoemd Son
derkonto niet mag stijgen boven het bedrag
hetwelk het op 29 Augustus 1934 had be
reikt.
Uit een en ander volgt, dat met stortin
gen bij de „Deviezenbanken" niet behoeft te
worden gewacht tot 1 September a.s. doch
dat daarmede onmiddellijk kan worden aan*
fevangen. Nederlandsche exporteurs wier
luitsche afnemers de laatste dagen geen
stortingen op het Sonderkonto van de Neder
landsche Bank bij de Reichsbank hebben kun
nen doen, omdat het in het protocol van 14
Augustus j.1. bedoelde maximum van 15 m»-
lioen R.M. was bereikt, zullen dus goed doen
hun Duitsche afnemers te verzoeken, thans
zoo spoedig mogelijk tot storting van de
door hen verschuldigde gelden bij de „D®*
viezenbanken'' over te gaan.
De adviseering, door de Nederlandscne
Bank van stortingen op het Sonderkonto aan
de begunstigdende omzetting van de op ne
Sonderkonto geboekte marken in guldens»
en de uitkeering der schulden aan de reen -
hebbenden, blijven op de dezelfde wijze g
regeld als tot dusver.
DOOR DEN ELECTRISCHEN STROOM
GEDOOD.
Gisteravond is te Haarlem de
J. P. v. P., gewoond hebbende in de
liersstraat door den electrische schok g üe
Het slachtoffer was bij zijn oom
Kloosterstraat bezig werkzaamheden
richten in een achter het huis gelegen
Voor verlichting maakt hij gebruik
looplamp. Daar de stekker wat los za
hij deze mC een schroevendraaij,en
draaien. Hij kreeg daarbij een e A ktorea
schok en wiel bewusteloos neer- om
hebben nog getracht door kunst:wekken»
haling de levensgeesten weer op
doch na twee uren daarmede beziu w0f.
geweest, moest de dood geconstat
den,