DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
J
Ttaqe&iksch Overzicht
het totaal geïsoleerde Duitschland,
^Buitenland
206
136e Jaargang
Nu de winter nadert.
Allerlei nieuwe Ersatz-stoffen.
Waf vandaag de
aandacht trekt..*
LKMAARSGHE
URANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2-50.
Losse nnmmers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTEN! IENI
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag I September 1934
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Nog overheerscht in Duitschlrnd de geest
drift en de hoop, die leven doet. Straks ko
men weer honderdduizenden van deze ent
housiaste nationaal-socialisten in Neuren
berg bijeen om hun partijdag te vieren. Ze
ven dagen lang zal het gejubel in en om
deze oude stad oorverdoovend zijn. En al
deze zeven dagen zal een dagelij ksche groote
rede van Adolf Hitier vernomen worden. Een
prestatie, die eerbied afdwingt.
Het eigenaardige geval zal zich voordoen,
dat een politiek partijleider spreekt, die te-
felijkertijd minister-president en Hoofd van
taat is, en die in deze laatste kwaliteit zich
niet zal ontzien, midden in de politieke arena
te treden. Iets, wat natuurlijk alleen mogelijk
is dank zij de bijzonderheid, dat zijn land
geen andere dan zijne eigen partij meer kent,
en de arena er dus alleen maar is om één
gladiator te huldigen, zonder dat men be
hoeft af te wachten, of die ook werkelijk de
als overwinnaar uit den strijd komende
zwaardvechter is.
_En toch: het feit teekent alweer de zeer
bijzondere situatie, die het Duitsche ex;
ment van tegenwoordig zoo belangwel
maakt.
Deze partijdagen, sinds 1933 als jaarlijks
en steeds in Neurenberg vastgelegd, zijn een
soort parade-bijeenkomst, waarbij natuurlijk
ook wel. een reeks ernstige voordrachten op
tal van maatschappelijke, cultureele en
staatswetenschappelijke gebieden in afdeelin-
gen en in plenaire zittingen gehouden wor
den, maar voor „het volk", waarmede deze
regeering zich naar haar eigen plechtige
verzekering meer dan innig verbonden voelt,
dan toch de hoofdschotel gereserveerd blijft.
En die bestaat uit dagelijksche massa-betoo
gingen en defilé's. Elke afdeeling heeft haar
eigen dag: de jeugd, de S.A. en S.S., de
P.O. (ambtenaren der partij-organisatie), de
rijksweer en politie, de arbeidsdienst, de
luchtvaart. Uniformen en nog eens unifor
men. Parades en weer parades. Muziek en
weer muziek. Badenweiler Marsch en Fride-
ricus-Marsch, tromgeroffel en gemeenschap
pelijke zang. Deutschlandlied en Horst-Wes-
sellied. Standaarden en vlaggen, vaandels
en fanions
Alles natuurlijk van niet te onderschatten
beteekenis om het geestdriftvuurtje branden
de te houden.
Maar voor ons, buitenlandsche waarne
mers en voor de regeering zelf niet min-
der toch niet de hoofdzaak.
Veel, oneindig veel belangrijker is de
vraag, hoe het er met de nuchtere feiten uit
ziet. En dan moeten we alweer, en ditmaal
nog een beetje nadrukkelijker, neerschrijven,
datalle geestdrift, alle gloeiende vaderlands
liefde, alle opoffering ten koste van de ge
zondheid van duizenden leiders en tiendui
zenden onderaanvoerders het nationaal-so-
cialisme in Duitschland in anderhalf jaar
j enkele kapitale hervormingen ten
goede (die we waarlijk niet willen onder
schatten en die elk objectief denkend mensch
op net conto van Hitier behoort goed te
schrijveneen toestand geschapen heeft, die
het ergste voor het Duitsche volk verwach
ten doet.
De situatie van Duitschland,
Duitschland bevindt zich in oorlogstoe
stand. Het heeft eind Augustus 1934 buiten
zijn grenzen geen werkelijk bevriende staten
meer. De vriendschap met Italië is gewor
den tot wat ieder tot oordeelen bevoegd
mensch zonder moeite voorspellen kon: tot
een vijandschap die vormen aangenomen
heeft, waarmede men de Italiaansche publi
citeit nauwelijks kan gelukwenschen. De po
litieke wapenstilstand met Polen is voor dit
land een voordeeltje, voor Duitschland een
straks zichtbaar wordende teleurstelling op
groote schaal. Een verbetering van de ver
houding tot Oostenrijk is nauwelijks te ver
wachten. De kleine, maar vroeger hartelijke
vriend Finland heeft bij de Duitsche indus
trie kwaad bloed gezet, sinds de Finsche
bosschen Duitschland op het gebied der vis-
cose-fabricatie een alleronaangenaamste con
currentie aandoen. Scandinavië wil van
Duitschland niets meer weten. Zweden voor
al ontwikkelt zich tot een natie, die vooraan
gaat staan in het gelid der anti-Duitsche
staten in Europa.
De rest ishuilen. We kunnen er geen
ander woord voor vinden.
Duitschland voert met heel de wereld een
oorlog, waarbij weliswaar niet geschoten
wordt, maar de gevolgen op den duur wei
nig van die van 1914'18 zullen blijken af
te wijken. En in dezen wereldoorlog heeft
het geen bondgenooten en geen neutralen
meer. Dat is het opmerkelijke en pijnlijke
verschil met 1914!
Misschien zien we, te dicht bij de Duit
sche gebeurtenissen staande, de dingen te
somber? We willen dat zelfs hartelijk hopen.
Want het Duitsche volk is een hard werkend,
hoog-ontwikkeld en met vele talenten geze
gende massa in het hart van Europa, en van
zijn welvaren hangt het geluk van vele an
dere volken, niet in de laatste plaats van
Nederland, af. De politieke koers echter, dien
dit volk met zoo indrukwekkende beslistheid
ingeslagen heeft, dank zij de groote demago
gische gaven van één enkelen man. die bo
vendien nog pas kort tot Duitsch staatsbur
ger genaturaliseerd is, schijnt voorloopig
toch meer débacles dan voordeelen gebracht
te hebben en heeft in elk geval een totale
isolatie van het Rijk der Duitschers uitge
lokt.
De heeren in Berlijn moeten wel met
blindheid geslagen zijn, als zij dit ook heden
nog niet inzien, of, wat juister is, het wel
degelijk inziende, daar, volgens het beroem
de spreekwoord „Viel Feind, viel Ehr!» nog
een soort onderscheiding in meenen te kun
nen ontdekken.
Nu de winter nadert.
De winter staat voor de deur.
Deze winter zal een nieuwe toename der
werkloosheid brengen, nadat men er eerst
in geslaagd was. ruim vier millioen werk-
loozen aan arbeid te helpen. Een succes, dat
oppervlakkig zeer groot lijkt, maar dat toch
een geheel ander aspect krijgt, indien men
bedenkt, dat een deel dezer nieuwe arbeiden
den met van de industrie en de spaarkassen
geleend geld aan onproductief noodwerk ge
zet is, terwijl een ander deel van de werkge
vers opgedrongen is ten koste van werkver-
mindering (en dus loonvermindering!) der
nog niet werkloos gewordenen en ook ten
koste van de rentabiliteit der aldus onge-
zond-overbelaste bedrijven. Een succes ver
der, dat voor den Duitschen staat de noodza
kelijkheid met zich bracht, vrijwel alle bui
tenlandsche schuldeischers ad calendas grae-
cas teleur te stellen en met de aldus ge
spaarde honderden millioenen werk te beta
len, uniformen te koopen, het partijleger te
salarieeren en tal van andere uitgaven te
doen, die meer jubelstemming dan practisch
voordeel vermochten af te werpen.
Nu is intusschen de goud- en deviezendek-
king tot weinig meer dan niets ineenge
schrompeld. Deviezen voor den zoo hard
noodigen invoer (Duitschland mist tal van
grondstoffen als wol, katoen, ertsen, caout
chouc, enz.) kan de Rijksbank niet meer af
geven, zoodat nog slechts zooveel vreemde
geldsoorten ter beschikking voor de impor
teurs komen als door de Duitsche exporteurs
tegelijkertijd als betaling voor Duitschen
uitvoer worden ingenomen. Een situatie, die
practisch hierop neerkomt, dat de invoer tot
een onrustbarend minimum ineen zai
schrompelen.
En als gevolg daarvan dreigt den Duit-
scher thans opnieuw het hem uit de dagen
van den wereldoorlog zoo bekende „Ersatz".
En zijn binnenlandsche strijd tegen het ont
breken van buitenlandsche grondstoffen is
reeds in vollen gang! Op de markten der le
vensmiddelen stijgen de prijzen met 30 tot 50
pCt. Ook al ontkent de regeering dit en al
beweert zij, prijsstijgingen met strenge straf
fen tegen te gaan. De geleerden steken de
koppen bijeen om Duitschland aan nieuwe
vet-bronnen te helpen, maar zien in, dat er
nog jaren overheen zullen gaan, alvorens de
lupine, de varkensteelt en ander mogelijkhe
den voldoende Duitsch vet zullen leveren.
De „Leuna-Werke" zullen veel meer syntheti
sche benzine moeten leveren. De oliebronnen
bij Hannover hebben nog niet de minste be
teekenis. Straks zal de rubber voor autoban
den enz. nauwelijks meer te krijgen zijn, ter
wijl de Duitsche kunstrubber veel te duur is
en in zeer onvoldoende hoeveelheid vervaar
digd wordt. Viscose en cellulose zijn nog in
het stadium der fabrieksexperimenten, en het
zal nog geruimen tijd duren, alvorens de
kunstzijde alle kwaliteiten van natuurlijke
zijde en wol voor menschelijke kleeding zal
hebben overgenomen.
Reeds loopt in Berlijn de eerste auto, die
met gecomprimeerd gas gestookt wordt, dat
in de naaste toekomst benzine en benzol zal
moeten vervangen. Reeds draagt men daar,
in navolging van Polen, kleeding uit vaze-
len bestaande en uit andere „Ersatz"stoffen,
waarvan de volkshumor reeds constateert,
dat ze wat houdbaarheid betreft „onmiddel
lijk op vloeipapier volgen".
Zoo is hier de werkelijke situatie. Een rijk
zonder geld, politiek geïsoleerd, gedwongen-
rustig door een dictatoriaal bewind, dat
geen oppositie duldt, zich voorbereidend op
een oorlog, die tegen een geheele wereld ge
voerd wordt, de tanden opeen persend in
verbittering om wat het als „onverstand der
geheele overige wereld" beschouwt, zich
miskend voelend en toch innerlijk lijdend on
der deze eenzaamheid, die het en terecht
niet in verbinding kan brengen met het
ontegenzeggelijk-vele, dat het Dimsche volk
der wereld geeft en gegeven heeft
Dit alles is somber: en het is ook onge
zond. Maar er zijn hier in Duitschland ver
standige menschen, die ondanks alles mee
nen, dat men geduld moet hebben, opdat zich
dit ongezonde tot een crisis ontwikkelen kan,
een crisis minder op financieel-economisch of
politiek gebied, dan wel van algemeen men-
schelijk karakter.
Een, die ruimte moet geven voor terugkeer
van het gezond verstand, dat tegenwoordig
zoo hopeloos zoek is.
MAATREGELEN TEGEN DE
DUITSCHE JODEN.
Joodsche ambtenaren van be
vordering uitgesloten.
De Duitsche rijksminister van binnenland
sche zaken heeft er in een beslissing dezer
dagen op gewezen, dat een aantal groepen
van ambtenaren in het Derde Rijk voorloo
pig niet bevorderd mogen worden. Tot hen
behooren o.m. de ambtenaren, die lid waren
van de sociaal-democratische- of staatspartij
en zij, die zich hebben te weer gesteld tegen
de nationale verheffing.
Als derde groep worden genoemd de
ambtenaren, die niet van zuiver Arische af
stamming zijn, of gehuwd zijn met een
vrouw van niet-Arische afstamming.
Onder bevordering wordt niet slechts ver
staan het geplaatst worden in een hoogere
salarisgroep, doch eveneens iedere verplaat
sing van een ambtenaar naar een andere
ambtenarengroep.
De gevolgen, die dit besluit voor de Jood
sche ambtenaren zal hebben, zullen zeer
zwaar zijn, daar het -~- naar de minister
uitdrukkelijk vaststelt niet slechts van
kracht is voor de rijksambtenaren, doch ook
voor de landelijke en gemeentelijke ambte
naren, voor onderwijzers, en voor allen, die
werken bij de publiekrechtelijke lichamen.
Joden mogen geen sociale
werkers meer zijn.
Overeenkomstig een beschikking van den
Pruisischen minister van eeredienst, zal in
de toekomst de erkenning als sociaal werker
aan personen van niet-Arische afstamming
niet meer worden uitgereikt.
Verbod van Joodsche kampen.
Dezer dagen zijn een tweetal door Joden
georganiseerde kampen door de Duitsche
autoriteiten opgeheven, op grond van het
feit, dat de deelnemers Joodsche liederen
zongen en dit bij een aantal menschen erger
nis had opgewekt.
De politie-autoriteiten van het district
Arnsberg in Westfalen hebben een verorde
ning uitgevaardigd, waarin alle kampen,
georganiseerd door Joodsche jeugdorganisa
ties in dat land, onwettig worden verklaard.
Slechts de beoefening van sport binnens
huis en particuliere wandelgroepen zijn toe
gestaan. Meer dan 1000 georganiseerde
jeugdige Joodsche personen worden door
deze verordening getroffen.
DE CHR. KERKEN
EN DUITSCHLAND.
Scherpe resolutie tegen
Duitsch kerkrégime.
De bijzondere correspondent van de
„Times" meldt uit Fao over de conferen
tie van de twee daar vertegenwoordigde
takken der Oecumenische Beweging:
De Algemeene Raad der Christelijke
Kerken heeft gisteren een resolutie aan
genomen waarin hij hartelijke sympa
thie uitdrukt voor de Belijdenis-Synode
in Duitschland, dus voor de georgani
seerde oppositie tegen het kerkrégime
van Müller, alsmede zijn besluit om met
de leden dezer Synode een nauwe broe
derschap te onderhouden.
De resolutie vraagt verder voor de le
den der Duitsche Rijkskerk vrijheid van
evangelieprediking, vrijheid van gedruk
te meeningsuiting en van vergaderingen
in dienst der chr. gemeenschappen en
vrijheid voor de Kerk om haar jeugd in
de beginselen van het christendom op te
voeden. Deze resolutie is aangenomen
met een groote meerderheid, en onder
tegenkanting van de officieele vertegen
woordigers van het Duitsche kerkbe
stuur. Voorts heeft de Raad, in weerwil
van het protest der Duitsche delegatie,
dr. Koch, den leider der Belijdenis-
Synode, tot zijn medelid gekozen. Na de
vergadering van den Raad heeft de
Duitsche delegatie een resolutie opge
steld, waarin zij ontkende dat er in de
Duitsche Kerk „régime" zou bestaan, en
dat de vrije evangelieprediking er ge
vaar zou loopen.
De meerderheidsresolutie drukte n.1.
eer. ernstige bezorgdheid uit, dat de vi
tale beginselen der christelijke vrijheid
in de Duitsche Evang. Kerk in gevaar
zijn gebracht „Bezield door het gevoel
van hartelijke sympathie voor het Duit
sche volk, zich losmakend van elk poli
tiek motief, en de bijzondere moeilijkhe
den van den door de revolutie gescha
pen toestand erkennende", verklaart de
Raad dat een autocratisch kerkbestuur,
vooral wanneer het door een plechtigen
eed het geweten wordt opgedrongen;
voorts dat het gebruik van gewelddadige
middelen en het onderdrukken der vrije
gedachtenwisseling onvereenigbaar zijn
met den waren aard der Chr. Kerk; hij
vraagt voor zijn mede-christenen in de
Duitsche Evang. Kerk de bovengenoem
de vrijheden, alsmede waarborgen tegen
het met dwang opleggen van een levens
beschouwing die met den christelijken
godsdienst strijdig is.
In haar protest uit de Duitsche dele
gatie eerst haar erkentelijkheid voor den
„in ruime mate getoonden broederlijken
geest der conferentie", doch zij vervolgt
„niettemin kan de Duitsche delegatie de
officieele resolutie niet steunen". Deze
herhaalt dat openbare decreten de inner
lijke ontwikkeling der Duitsche Kerk
niet ten goede kunnen komen. De Duit
sche delegatie gelooft, dat het nieuwe
tijdperk in Duitschland een rijke hoe
veelheid positieve problemen voor de
Kerken der Wereld heeft opgeworpen, en
vertrouwt, dat de Duitsche Kerk haar
moeilijkheden te boven zal komen.
Zij protesteert tegen de verklaring dat
er in deze Kerk een „autocratisch régi
me" zou bestaan, en dat de evangelie
prediking er op eenige wijze in gevaar
zou zijn gebracht of dat de christelijke
opvoeding der jeugd niet behoorlijk be
schermd zou zijn. Zij verklaart integen
deel, dat er in het hedendaagsche
Duitschland aan de evangelie-prediking
veel meer kans wordt geboden dan ooit
te voren, en verwerpt ten slotte den een-
zijdigen druk van een bepaalde groep in
de Duitsche Kerk alsmede den door den
Raad aan de bijzondere theologische op
vattingen van die groep gegeven steun,
welke houding h. i. „de grenzen van de
taak van den Alg. Chr. Raad op zeer pro
blematieke wijze overschrijdt".
HET CONGRES TE NEURENBERG.
De voorbereidingen.
Het groote congres van de nationaal-
socialistische Duitsche arbeiderspartij
te Neurenberg zal de volgende week
Zaterdag ingeluid worden met een
groot volksfeest op het stadionterrein.
Daar vertoont men een „volksspel", on
der den titel Duitschland, gisteren, thans
en morgen, waaraan 3500 man zullen
meewerken en dat „in een dramatische
stijging den tijd van den oorlog, den tijd
daarna, den strijd van het nationaal-
socialisme om het volk te veroveren en
zijn overwinning symbolisch zal voor
stellen." Voorts komt er een heel ker-
misprogramma van min of meer folklo-
ri6tischen aard, een marionettentheater,
massale koorzang, een vijver met mo
dellen van de Bremen en de Europa, ie
Columbus en den kruiser Koenigsberg,
filmvertooningen van den propaganda-
dienst enz. en ten 6lotte een grootsch
vuurwerk, besloten met een bommen-
finale, waarop een groot zoeklicht een
geweldig hakenkruis tegen den hemel
zal projecteeren.
Er zullen 12000 postduiven worden
opgelaten, in drie afdeelingen, die aan
een ring een boodschap zullen bevatten
om allen Duitschen gouwen van deze tot
leven gewekte volksgemeenschap kond
te doen.
COMMUNISTEN GEVONNIST.
Vijftien communisten, die er van be
schuldigd werden te hebben deelgeno
men aan den springstof-aanslag te
Freyenwalder, zijn te Berlijn na een
proces voor het Volksgerecht, dat drie
dagen geduurd heeft, gister gevonnist.
Eén hunner werd veroordeeld tot 10 jaar
tuchthuisstraf, één tot acht jaar, en de
overigen tot straffen van zes, drie en
anderhalf jaar tuchthuisstraf.
DUITSCH-NEDERLANDSCHE
TRANSFEROVEREENKOMST.
Tusschen de Duitsche en de Neder-
landsche regeering iê gisteren een over
eenkomst geteekend, waarbij het trans
fer van rente op de particuliere Duitsche
leeningen en dergelijke schuldverplich
tingen naar Nederland wordt geregeld.
De voor het rente-transfer binnen het
kader vap deze overeenkomst vereisch-
te deviezen zullen in vollen omvang ter
beschikking worden gesteld uit de be
taling voor aanvullende leveringn van
waren in Nederland, welke door de Ne-
derlandsche regeering in Duitschland
zullen worden geplaatst.
De Nederlandsche crediteuren, die op
grond van de overeenkomst worden vol
daan, zien van een aanzienlijk deel af
Nu de winter in Duitschland na
dert. (Dag. Overzicht).
Het politieke program van Bar-
thou. (Buitenland).
Japansch schip gezonken, 90 per
sonen verdronken. (Buitenland).
De groote inkrimping der S. A in
Duitschland. (Buitenlandl.
Een bezoek aan de Philipsfabrie-
ken. (Binnenland).
Eenige ernstige verkeersongeluk
ken. (Binnenland).
J. H. A. Schaper, lid der Tweede
Kamer, overleden. (Laatste berich
ten).
(Zie verder eventneel laatste
berichten).
van hun aanspraken op rente. De aldus
vrijkomende bedragen dienen ten deele
voor de amortisatie der schulden en
voor den rest voor de bevordering van
den Duitschen uitvoer.
DE DUITSCHE CLUB
TE WEENEN GESLOTEN.
De lokalen van de Duitsche Club zijn
gister van politiewege gesloten.
De tegenwoordige president van de
Duitsche Club is luitenant-veldmaar
schalk Bardolff, de eenige chef de cabi-
net van de militaire kanselarij van
troonopvolger Franz Ferdinand.
VERBOD LIDMAATSCHAP
S- A. EN S. S-
Voor brandweermannen.
De Pruisische minister-president generaal
Görjng heeft aan de brandweermannen in
Pruisen verboden tevens lid te zijn van de
S. A. of S. S. Brandweermannen, die tot een
van deze troepen behooren, zullen eervol
ontslag krijgen.
De reden van dezen maatregel is, dat ge
bleken is dat de capaciteit van de brand
weer lijdt onder een combinatie van deze
twee diensten.
BARTHOU BRENGT RAPPORT UIT.
In den Vrijdagochtend onder leiding van
den president der Fransche Republiek ge
houden ministerraad heeft de minister van
buitenlandsche zaken, Barthou, breedvoerig
rapport uitgebracht over den buitenlandse?
politieken toestand.
Hij besprak in het bizonder de Oosten-
tijksche kwestie, het plebisciet in het Saar-
gebied, de onderhandelingen over 't Noord-
Oost-pact en de toelating van Sovjet Rus
land tot den Volkenbond.
De ministerraad heeft een memorandum
van Barthou over het Saargebied goedge
keurd, dat de minister den Volkenbondsraad
zal overhandigen. Op zijn voorstel werd
ook de Fransche afvaardiging naar Géneve
benoemd. Barthou zal zelf als delegatie
leider optreden. De belangrijkste leden zijn
overigens de ministers van Financiën en
van Handel, Germann—Martin en Lamou-
reux.
De minister voor de Begrooting wordt ge
machtigd de ontwerpbegrooting bij het par
lement in te dienen.
De minister van Landbouw bracht rap
port uit over de graanmarkt en over eventu
eel te treffen maatregelen tot leniging van
de graancrisis.
De volgende minister-besprekingen zullen
pas 21 en 22 September plaats vinden.
Het memorandum in zake het
Saargebied.
In welingelichte Fransche kringen ver
luidt, dat het memorandum van Barthou
betrekking heeft op verschillende kwesties,
welke verband houden met de technische
zijde van het plebisciet in het Saargebied.
In het memorandum wordt o.m. tot den
Volkenbondsraad het verzoek gericht reeds
thans, voor het geval de kiezers mochten
stemmen voor de wederinlijving bij Duitsch
land, de kwesties der domaniale mijnen, het
valutastelsel e.d. te regelen.
EEN NIEUWE PARTIJ IN ITALIË?
De „Daily Telegraph" geeft op opvallende
wijze een bericht van zijn correspondent te
Milaan, waarin wordt gemeld, dat van toon
aangevende socialistische zijde verluidt, dat
Mussolini thans voornemens is een der stout
moedigste daden van zijn binnenlandsche
politiek te volvoeren Hij zou stappen hebben
gedaan bij verscheidene vooraanstaande le
den der door hem onderdrukte socialistische
partij van Italië met het voorstel, dat zij zich
bij hem zouden aansluiten en een nieuwe so
cialistische vleugel der fascistische partij
zouden vormen. Zij zouden dan in de partij
belangrijke posten, vooral in die instanties
die de arbeidersvraagstukken behandelen,
innemen. Een der betrokken socialisten is de
voormalige burgemeester van Milaan, Cal-
dara. Een definitief antwoord is nog niet ge
geven.