DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. J Ttaqe&iksch Overzicht het totaal geïsoleerde Duitschland, ^Buitenland 206 136e Jaargang Nu de winter nadert. Allerlei nieuwe Ersatz-stoffen. Waf vandaag de aandacht trekt..* LKMAARSGHE URANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2-50. Losse nnmmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE AD VERTEN! IENI Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag I September 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Nog overheerscht in Duitschlrnd de geest drift en de hoop, die leven doet. Straks ko men weer honderdduizenden van deze ent housiaste nationaal-socialisten in Neuren berg bijeen om hun partijdag te vieren. Ze ven dagen lang zal het gejubel in en om deze oude stad oorverdoovend zijn. En al deze zeven dagen zal een dagelij ksche groote rede van Adolf Hitier vernomen worden. Een prestatie, die eerbied afdwingt. Het eigenaardige geval zal zich voordoen, dat een politiek partijleider spreekt, die te- felijkertijd minister-president en Hoofd van taat is, en die in deze laatste kwaliteit zich niet zal ontzien, midden in de politieke arena te treden. Iets, wat natuurlijk alleen mogelijk is dank zij de bijzonderheid, dat zijn land geen andere dan zijne eigen partij meer kent, en de arena er dus alleen maar is om één gladiator te huldigen, zonder dat men be hoeft af te wachten, of die ook werkelijk de als overwinnaar uit den strijd komende zwaardvechter is. _En toch: het feit teekent alweer de zeer bijzondere situatie, die het Duitsche ex; ment van tegenwoordig zoo belangwel maakt. Deze partijdagen, sinds 1933 als jaarlijks en steeds in Neurenberg vastgelegd, zijn een soort parade-bijeenkomst, waarbij natuurlijk ook wel. een reeks ernstige voordrachten op tal van maatschappelijke, cultureele en staatswetenschappelijke gebieden in afdeelin- gen en in plenaire zittingen gehouden wor den, maar voor „het volk", waarmede deze regeering zich naar haar eigen plechtige verzekering meer dan innig verbonden voelt, dan toch de hoofdschotel gereserveerd blijft. En die bestaat uit dagelijksche massa-betoo gingen en defilé's. Elke afdeeling heeft haar eigen dag: de jeugd, de S.A. en S.S., de P.O. (ambtenaren der partij-organisatie), de rijksweer en politie, de arbeidsdienst, de luchtvaart. Uniformen en nog eens unifor men. Parades en weer parades. Muziek en weer muziek. Badenweiler Marsch en Fride- ricus-Marsch, tromgeroffel en gemeenschap pelijke zang. Deutschlandlied en Horst-Wes- sellied. Standaarden en vlaggen, vaandels en fanions Alles natuurlijk van niet te onderschatten beteekenis om het geestdriftvuurtje branden de te houden. Maar voor ons, buitenlandsche waarne mers en voor de regeering zelf niet min- der toch niet de hoofdzaak. Veel, oneindig veel belangrijker is de vraag, hoe het er met de nuchtere feiten uit ziet. En dan moeten we alweer, en ditmaal nog een beetje nadrukkelijker, neerschrijven, datalle geestdrift, alle gloeiende vaderlands liefde, alle opoffering ten koste van de ge zondheid van duizenden leiders en tiendui zenden onderaanvoerders het nationaal-so- cialisme in Duitschland in anderhalf jaar j enkele kapitale hervormingen ten goede (die we waarlijk niet willen onder schatten en die elk objectief denkend mensch op net conto van Hitier behoort goed te schrijveneen toestand geschapen heeft, die het ergste voor het Duitsche volk verwach ten doet. De situatie van Duitschland, Duitschland bevindt zich in oorlogstoe stand. Het heeft eind Augustus 1934 buiten zijn grenzen geen werkelijk bevriende staten meer. De vriendschap met Italië is gewor den tot wat ieder tot oordeelen bevoegd mensch zonder moeite voorspellen kon: tot een vijandschap die vormen aangenomen heeft, waarmede men de Italiaansche publi citeit nauwelijks kan gelukwenschen. De po litieke wapenstilstand met Polen is voor dit land een voordeeltje, voor Duitschland een straks zichtbaar wordende teleurstelling op groote schaal. Een verbetering van de ver houding tot Oostenrijk is nauwelijks te ver wachten. De kleine, maar vroeger hartelijke vriend Finland heeft bij de Duitsche indus trie kwaad bloed gezet, sinds de Finsche bosschen Duitschland op het gebied der vis- cose-fabricatie een alleronaangenaamste con currentie aandoen. Scandinavië wil van Duitschland niets meer weten. Zweden voor al ontwikkelt zich tot een natie, die vooraan gaat staan in het gelid der anti-Duitsche staten in Europa. De rest ishuilen. We kunnen er geen ander woord voor vinden. Duitschland voert met heel de wereld een oorlog, waarbij weliswaar niet geschoten wordt, maar de gevolgen op den duur wei nig van die van 1914'18 zullen blijken af te wijken. En in dezen wereldoorlog heeft het geen bondgenooten en geen neutralen meer. Dat is het opmerkelijke en pijnlijke verschil met 1914! Misschien zien we, te dicht bij de Duit sche gebeurtenissen staande, de dingen te somber? We willen dat zelfs hartelijk hopen. Want het Duitsche volk is een hard werkend, hoog-ontwikkeld en met vele talenten geze gende massa in het hart van Europa, en van zijn welvaren hangt het geluk van vele an dere volken, niet in de laatste plaats van Nederland, af. De politieke koers echter, dien dit volk met zoo indrukwekkende beslistheid ingeslagen heeft, dank zij de groote demago gische gaven van één enkelen man. die bo vendien nog pas kort tot Duitsch staatsbur ger genaturaliseerd is, schijnt voorloopig toch meer débacles dan voordeelen gebracht te hebben en heeft in elk geval een totale isolatie van het Rijk der Duitschers uitge lokt. De heeren in Berlijn moeten wel met blindheid geslagen zijn, als zij dit ook heden nog niet inzien, of, wat juister is, het wel degelijk inziende, daar, volgens het beroem de spreekwoord „Viel Feind, viel Ehr!» nog een soort onderscheiding in meenen te kun nen ontdekken. Nu de winter nadert. De winter staat voor de deur. Deze winter zal een nieuwe toename der werkloosheid brengen, nadat men er eerst in geslaagd was. ruim vier millioen werk- loozen aan arbeid te helpen. Een succes, dat oppervlakkig zeer groot lijkt, maar dat toch een geheel ander aspect krijgt, indien men bedenkt, dat een deel dezer nieuwe arbeiden den met van de industrie en de spaarkassen geleend geld aan onproductief noodwerk ge zet is, terwijl een ander deel van de werkge vers opgedrongen is ten koste van werkver- mindering (en dus loonvermindering!) der nog niet werkloos gewordenen en ook ten koste van de rentabiliteit der aldus onge- zond-overbelaste bedrijven. Een succes ver der, dat voor den Duitschen staat de noodza kelijkheid met zich bracht, vrijwel alle bui tenlandsche schuldeischers ad calendas grae- cas teleur te stellen en met de aldus ge spaarde honderden millioenen werk te beta len, uniformen te koopen, het partijleger te salarieeren en tal van andere uitgaven te doen, die meer jubelstemming dan practisch voordeel vermochten af te werpen. Nu is intusschen de goud- en deviezendek- king tot weinig meer dan niets ineenge schrompeld. Deviezen voor den zoo hard noodigen invoer (Duitschland mist tal van grondstoffen als wol, katoen, ertsen, caout chouc, enz.) kan de Rijksbank niet meer af geven, zoodat nog slechts zooveel vreemde geldsoorten ter beschikking voor de impor teurs komen als door de Duitsche exporteurs tegelijkertijd als betaling voor Duitschen uitvoer worden ingenomen. Een situatie, die practisch hierop neerkomt, dat de invoer tot een onrustbarend minimum ineen zai schrompelen. En als gevolg daarvan dreigt den Duit- scher thans opnieuw het hem uit de dagen van den wereldoorlog zoo bekende „Ersatz". En zijn binnenlandsche strijd tegen het ont breken van buitenlandsche grondstoffen is reeds in vollen gang! Op de markten der le vensmiddelen stijgen de prijzen met 30 tot 50 pCt. Ook al ontkent de regeering dit en al beweert zij, prijsstijgingen met strenge straf fen tegen te gaan. De geleerden steken de koppen bijeen om Duitschland aan nieuwe vet-bronnen te helpen, maar zien in, dat er nog jaren overheen zullen gaan, alvorens de lupine, de varkensteelt en ander mogelijkhe den voldoende Duitsch vet zullen leveren. De „Leuna-Werke" zullen veel meer syntheti sche benzine moeten leveren. De oliebronnen bij Hannover hebben nog niet de minste be teekenis. Straks zal de rubber voor autoban den enz. nauwelijks meer te krijgen zijn, ter wijl de Duitsche kunstrubber veel te duur is en in zeer onvoldoende hoeveelheid vervaar digd wordt. Viscose en cellulose zijn nog in het stadium der fabrieksexperimenten, en het zal nog geruimen tijd duren, alvorens de kunstzijde alle kwaliteiten van natuurlijke zijde en wol voor menschelijke kleeding zal hebben overgenomen. Reeds loopt in Berlijn de eerste auto, die met gecomprimeerd gas gestookt wordt, dat in de naaste toekomst benzine en benzol zal moeten vervangen. Reeds draagt men daar, in navolging van Polen, kleeding uit vaze- len bestaande en uit andere „Ersatz"stoffen, waarvan de volkshumor reeds constateert, dat ze wat houdbaarheid betreft „onmiddel lijk op vloeipapier volgen". Zoo is hier de werkelijke situatie. Een rijk zonder geld, politiek geïsoleerd, gedwongen- rustig door een dictatoriaal bewind, dat geen oppositie duldt, zich voorbereidend op een oorlog, die tegen een geheele wereld ge voerd wordt, de tanden opeen persend in verbittering om wat het als „onverstand der geheele overige wereld" beschouwt, zich miskend voelend en toch innerlijk lijdend on der deze eenzaamheid, die het en terecht niet in verbinding kan brengen met het ontegenzeggelijk-vele, dat het Dimsche volk der wereld geeft en gegeven heeft Dit alles is somber: en het is ook onge zond. Maar er zijn hier in Duitschland ver standige menschen, die ondanks alles mee nen, dat men geduld moet hebben, opdat zich dit ongezonde tot een crisis ontwikkelen kan, een crisis minder op financieel-economisch of politiek gebied, dan wel van algemeen men- schelijk karakter. Een, die ruimte moet geven voor terugkeer van het gezond verstand, dat tegenwoordig zoo hopeloos zoek is. MAATREGELEN TEGEN DE DUITSCHE JODEN. Joodsche ambtenaren van be vordering uitgesloten. De Duitsche rijksminister van binnenland sche zaken heeft er in een beslissing dezer dagen op gewezen, dat een aantal groepen van ambtenaren in het Derde Rijk voorloo pig niet bevorderd mogen worden. Tot hen behooren o.m. de ambtenaren, die lid waren van de sociaal-democratische- of staatspartij en zij, die zich hebben te weer gesteld tegen de nationale verheffing. Als derde groep worden genoemd de ambtenaren, die niet van zuiver Arische af stamming zijn, of gehuwd zijn met een vrouw van niet-Arische afstamming. Onder bevordering wordt niet slechts ver staan het geplaatst worden in een hoogere salarisgroep, doch eveneens iedere verplaat sing van een ambtenaar naar een andere ambtenarengroep. De gevolgen, die dit besluit voor de Jood sche ambtenaren zal hebben, zullen zeer zwaar zijn, daar het -~- naar de minister uitdrukkelijk vaststelt niet slechts van kracht is voor de rijksambtenaren, doch ook voor de landelijke en gemeentelijke ambte naren, voor onderwijzers, en voor allen, die werken bij de publiekrechtelijke lichamen. Joden mogen geen sociale werkers meer zijn. Overeenkomstig een beschikking van den Pruisischen minister van eeredienst, zal in de toekomst de erkenning als sociaal werker aan personen van niet-Arische afstamming niet meer worden uitgereikt. Verbod van Joodsche kampen. Dezer dagen zijn een tweetal door Joden georganiseerde kampen door de Duitsche autoriteiten opgeheven, op grond van het feit, dat de deelnemers Joodsche liederen zongen en dit bij een aantal menschen erger nis had opgewekt. De politie-autoriteiten van het district Arnsberg in Westfalen hebben een verorde ning uitgevaardigd, waarin alle kampen, georganiseerd door Joodsche jeugdorganisa ties in dat land, onwettig worden verklaard. Slechts de beoefening van sport binnens huis en particuliere wandelgroepen zijn toe gestaan. Meer dan 1000 georganiseerde jeugdige Joodsche personen worden door deze verordening getroffen. DE CHR. KERKEN EN DUITSCHLAND. Scherpe resolutie tegen Duitsch kerkrégime. De bijzondere correspondent van de „Times" meldt uit Fao over de conferen tie van de twee daar vertegenwoordigde takken der Oecumenische Beweging: De Algemeene Raad der Christelijke Kerken heeft gisteren een resolutie aan genomen waarin hij hartelijke sympa thie uitdrukt voor de Belijdenis-Synode in Duitschland, dus voor de georgani seerde oppositie tegen het kerkrégime van Müller, alsmede zijn besluit om met de leden dezer Synode een nauwe broe derschap te onderhouden. De resolutie vraagt verder voor de le den der Duitsche Rijkskerk vrijheid van evangelieprediking, vrijheid van gedruk te meeningsuiting en van vergaderingen in dienst der chr. gemeenschappen en vrijheid voor de Kerk om haar jeugd in de beginselen van het christendom op te voeden. Deze resolutie is aangenomen met een groote meerderheid, en onder tegenkanting van de officieele vertegen woordigers van het Duitsche kerkbe stuur. Voorts heeft de Raad, in weerwil van het protest der Duitsche delegatie, dr. Koch, den leider der Belijdenis- Synode, tot zijn medelid gekozen. Na de vergadering van den Raad heeft de Duitsche delegatie een resolutie opge steld, waarin zij ontkende dat er in de Duitsche Kerk „régime" zou bestaan, en dat de vrije evangelieprediking er ge vaar zou loopen. De meerderheidsresolutie drukte n.1. eer. ernstige bezorgdheid uit, dat de vi tale beginselen der christelijke vrijheid in de Duitsche Evang. Kerk in gevaar zijn gebracht „Bezield door het gevoel van hartelijke sympathie voor het Duit sche volk, zich losmakend van elk poli tiek motief, en de bijzondere moeilijkhe den van den door de revolutie gescha pen toestand erkennende", verklaart de Raad dat een autocratisch kerkbestuur, vooral wanneer het door een plechtigen eed het geweten wordt opgedrongen; voorts dat het gebruik van gewelddadige middelen en het onderdrukken der vrije gedachtenwisseling onvereenigbaar zijn met den waren aard der Chr. Kerk; hij vraagt voor zijn mede-christenen in de Duitsche Evang. Kerk de bovengenoem de vrijheden, alsmede waarborgen tegen het met dwang opleggen van een levens beschouwing die met den christelijken godsdienst strijdig is. In haar protest uit de Duitsche dele gatie eerst haar erkentelijkheid voor den „in ruime mate getoonden broederlijken geest der conferentie", doch zij vervolgt „niettemin kan de Duitsche delegatie de officieele resolutie niet steunen". Deze herhaalt dat openbare decreten de inner lijke ontwikkeling der Duitsche Kerk niet ten goede kunnen komen. De Duit sche delegatie gelooft, dat het nieuwe tijdperk in Duitschland een rijke hoe veelheid positieve problemen voor de Kerken der Wereld heeft opgeworpen, en vertrouwt, dat de Duitsche Kerk haar moeilijkheden te boven zal komen. Zij protesteert tegen de verklaring dat er in deze Kerk een „autocratisch régi me" zou bestaan, en dat de evangelie prediking er op eenige wijze in gevaar zou zijn gebracht of dat de christelijke opvoeding der jeugd niet behoorlijk be schermd zou zijn. Zij verklaart integen deel, dat er in het hedendaagsche Duitschland aan de evangelie-prediking veel meer kans wordt geboden dan ooit te voren, en verwerpt ten slotte den een- zijdigen druk van een bepaalde groep in de Duitsche Kerk alsmede den door den Raad aan de bijzondere theologische op vattingen van die groep gegeven steun, welke houding h. i. „de grenzen van de taak van den Alg. Chr. Raad op zeer pro blematieke wijze overschrijdt". HET CONGRES TE NEURENBERG. De voorbereidingen. Het groote congres van de nationaal- socialistische Duitsche arbeiderspartij te Neurenberg zal de volgende week Zaterdag ingeluid worden met een groot volksfeest op het stadionterrein. Daar vertoont men een „volksspel", on der den titel Duitschland, gisteren, thans en morgen, waaraan 3500 man zullen meewerken en dat „in een dramatische stijging den tijd van den oorlog, den tijd daarna, den strijd van het nationaal- socialisme om het volk te veroveren en zijn overwinning symbolisch zal voor stellen." Voorts komt er een heel ker- misprogramma van min of meer folklo- ri6tischen aard, een marionettentheater, massale koorzang, een vijver met mo dellen van de Bremen en de Europa, ie Columbus en den kruiser Koenigsberg, filmvertooningen van den propaganda- dienst enz. en ten 6lotte een grootsch vuurwerk, besloten met een bommen- finale, waarop een groot zoeklicht een geweldig hakenkruis tegen den hemel zal projecteeren. Er zullen 12000 postduiven worden opgelaten, in drie afdeelingen, die aan een ring een boodschap zullen bevatten om allen Duitschen gouwen van deze tot leven gewekte volksgemeenschap kond te doen. COMMUNISTEN GEVONNIST. Vijftien communisten, die er van be schuldigd werden te hebben deelgeno men aan den springstof-aanslag te Freyenwalder, zijn te Berlijn na een proces voor het Volksgerecht, dat drie dagen geduurd heeft, gister gevonnist. Eén hunner werd veroordeeld tot 10 jaar tuchthuisstraf, één tot acht jaar, en de overigen tot straffen van zes, drie en anderhalf jaar tuchthuisstraf. DUITSCH-NEDERLANDSCHE TRANSFEROVEREENKOMST. Tusschen de Duitsche en de Neder- landsche regeering iê gisteren een over eenkomst geteekend, waarbij het trans fer van rente op de particuliere Duitsche leeningen en dergelijke schuldverplich tingen naar Nederland wordt geregeld. De voor het rente-transfer binnen het kader vap deze overeenkomst vereisch- te deviezen zullen in vollen omvang ter beschikking worden gesteld uit de be taling voor aanvullende leveringn van waren in Nederland, welke door de Ne- derlandsche regeering in Duitschland zullen worden geplaatst. De Nederlandsche crediteuren, die op grond van de overeenkomst worden vol daan, zien van een aanzienlijk deel af Nu de winter in Duitschland na dert. (Dag. Overzicht). Het politieke program van Bar- thou. (Buitenland). Japansch schip gezonken, 90 per sonen verdronken. (Buitenland). De groote inkrimping der S. A in Duitschland. (Buitenlandl. Een bezoek aan de Philipsfabrie- ken. (Binnenland). Eenige ernstige verkeersongeluk ken. (Binnenland). J. H. A. Schaper, lid der Tweede Kamer, overleden. (Laatste berich ten). (Zie verder eventneel laatste berichten). van hun aanspraken op rente. De aldus vrijkomende bedragen dienen ten deele voor de amortisatie der schulden en voor den rest voor de bevordering van den Duitschen uitvoer. DE DUITSCHE CLUB TE WEENEN GESLOTEN. De lokalen van de Duitsche Club zijn gister van politiewege gesloten. De tegenwoordige president van de Duitsche Club is luitenant-veldmaar schalk Bardolff, de eenige chef de cabi- net van de militaire kanselarij van troonopvolger Franz Ferdinand. VERBOD LIDMAATSCHAP S- A. EN S. S- Voor brandweermannen. De Pruisische minister-president generaal Görjng heeft aan de brandweermannen in Pruisen verboden tevens lid te zijn van de S. A. of S. S. Brandweermannen, die tot een van deze troepen behooren, zullen eervol ontslag krijgen. De reden van dezen maatregel is, dat ge bleken is dat de capaciteit van de brand weer lijdt onder een combinatie van deze twee diensten. BARTHOU BRENGT RAPPORT UIT. In den Vrijdagochtend onder leiding van den president der Fransche Republiek ge houden ministerraad heeft de minister van buitenlandsche zaken, Barthou, breedvoerig rapport uitgebracht over den buitenlandse? politieken toestand. Hij besprak in het bizonder de Oosten- tijksche kwestie, het plebisciet in het Saar- gebied, de onderhandelingen over 't Noord- Oost-pact en de toelating van Sovjet Rus land tot den Volkenbond. De ministerraad heeft een memorandum van Barthou over het Saargebied goedge keurd, dat de minister den Volkenbondsraad zal overhandigen. Op zijn voorstel werd ook de Fransche afvaardiging naar Géneve benoemd. Barthou zal zelf als delegatie leider optreden. De belangrijkste leden zijn overigens de ministers van Financiën en van Handel, Germann—Martin en Lamou- reux. De minister voor de Begrooting wordt ge machtigd de ontwerpbegrooting bij het par lement in te dienen. De minister van Landbouw bracht rap port uit over de graanmarkt en over eventu eel te treffen maatregelen tot leniging van de graancrisis. De volgende minister-besprekingen zullen pas 21 en 22 September plaats vinden. Het memorandum in zake het Saargebied. In welingelichte Fransche kringen ver luidt, dat het memorandum van Barthou betrekking heeft op verschillende kwesties, welke verband houden met de technische zijde van het plebisciet in het Saargebied. In het memorandum wordt o.m. tot den Volkenbondsraad het verzoek gericht reeds thans, voor het geval de kiezers mochten stemmen voor de wederinlijving bij Duitsch land, de kwesties der domaniale mijnen, het valutastelsel e.d. te regelen. EEN NIEUWE PARTIJ IN ITALIË? De „Daily Telegraph" geeft op opvallende wijze een bericht van zijn correspondent te Milaan, waarin wordt gemeld, dat van toon aangevende socialistische zijde verluidt, dat Mussolini thans voornemens is een der stout moedigste daden van zijn binnenlandsche politiek te volvoeren Hij zou stappen hebben gedaan bij verscheidene vooraanstaande le den der door hem onderdrukte socialistische partij van Italië met het voorstel, dat zij zich bij hem zouden aansluiten en een nieuwe so cialistische vleugel der fascistische partij zouden vormen. Zij zouden dan in de partij belangrijke posten, vooral in die instanties die de arbeidersvraagstukken behandelen, innemen. Een der betrokken socialisten is de voormalige burgemeester van Milaan, Cal- dara. Een definitief antwoord is nog niet ge geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1