ALKMAARSCHE COURANT
Huldeblijk aan Mr. Wendelaar.
EEN EERESCHULD.
8
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IQct
Jeuitleton
No. 215
WOENSDAG 12 SERTEMBER 1934
Stad en Omgeving
Den oud-Burgemeester een schilderij aangeboden.
L_
Het geschilderd portret, door
den Raad en gemeenteperso-
neei aangeboden, werd door
mr. Wendelaar overgedragen
aan de gemeente.
In aansluiting aan het gister meege
deelde melden wij over de plechtigheid
van gistermiddag ten stadhuize thans
nog het volgende:
Onder de vele in de raadszaal aan
wezige belangstellenden bevond zich
ook de schilder van het portret, de heer
Oscar Mendlik, uit Aerdenhout (bij
Haarlem). De heer en mevr. Wendelaar
werden vergezeld van hun zoon en
hun aanstaanden schoonzoon (mej. W.
was wegens ziekte verhinderd). Bij het
betreden van de raadszaal werden aan
mevr. Wendelaar bloemen in de Alk-
maarsche kleuren aangeboden door het
eenige vrouwelijke raadslid, mej. N.
Carels. De burgemeester, jhr. mr. F. H.
van Kinschot, geleide haar naar de voor
haar bestemde plaats.
Na een kort woord van welkom, spe
ciaal tot de fam. Wendelaar, zette de
burgemeester het doel van de bij
eenkomst uiteen: het aanbieden van het
schilderij, waarover wethouder Wester
hof bij het afscheid van mr. Wendelaar
in Januari van dit jaar had gesproken.
Mede door den drukken werkring van
dezen had het nog al eenigen tijd ge
duurd alvorens het portret was gereed
gekomen.
Voor de aanbieding ervan gaf spr. het
woord aan den oudsten wethouder, den
heer J. Westerhof. Voor het verslag
van diens toespraak verwijzen we naar
ons nummer van gister.
Aan het einde van zijn speech bood
spr. den heer Wendelaar een sierlijk
album aan, waarin de namen voorkomen
van allen, die hebben bijgedragen aan
de uitvoering der plannen.
Een woord van dank en waar
deering van mr. Wendelaar.
Oud-burgemeester
Mr. W. C. Wendelaar.
Hierop kreeg mr. Wendelaar het
woord. Hij beschouwde het als een voor
recht, nog eens het woord te mogen
voeren in de Alkmaarsche raadszaal,
waar hij zooveel heerlijke oogenblikken
had doorleefd. Als een man van het ge
zag wilde hij beginnen met aan het
gezag, in casu den burgemeester en het
gemeentebestuur, dank te betuigen voor
de aanbieding van het huldeblijk juist
in de raadszaal, en hij maakte meteen
van de gelegenheid gebruik om jhr. van
Kinschot de groeten over te brengen van
zijn vorige gemeente Zuidlaren (waar
spr. Zondag op den liberalen landdag
Naar het Engelsch van Dorothea Oerard.
41.
Een wolk trok over haar gelaat en teleur
gesteld leunde zij achterover in haar stoel.
„Dat is jammer, heel jammer! Ik had
zooveel gehoopt van Bazyli Lewicki".
„Van Wladimir?" vroeg ik. „Ja, ik had
ook iets beters van hem verwacht".
„Neen, ik bedoel niet Wladimir. Ik sprak
van Bazyli: hij alleen kon mij een waarde
volle aanwijzing geven maar als het nu tot
een breuk is gekomen, wie weet of hij dan
nog wel genegen is om mij te helpen'.
„Maar voor Jadwiga dan?" zei ik ver
ontwaardigd over deze houding, die ik voor
ongevoeligheid hield, maar die toch enkel
het resultaat was van het volkomen opgaan
in één denkbeeld. „Hebt u geen woord voor
haar en voor hetgeen zij lijdt?"
Ze keek naar mij met haar groote, holle
oogen en scheen al haar best te doen om
zich te verplaatsen in mijn opvatting van
het geval.
„Ja, voor Jadwiga", zei ze verstrooid,
„voor haar spijt het mij, het arme kind.
„Neen", ging ze toen voort op heel anderen
mi veel beslister toon, „toch spijt het mi]
niet voor haar. Zij is aan veel ontkomen, als
zij ontsnapt is aan de handen van een man,
had gesproken). Spr. had de overtuiging
gekregen dat het een welvarend dorp is,
waar men dankbaar is voor het goede
bestuur van den heer van Kinschot.
Komende tot de huldiging, betuigde
6pr. zijn hartgrondigen dank aan de
gevers van het geschenk, speciaal aan
de initiatiefnemers. Dank bracht spr.
ook aan den schilder voor hetgeen hij
tot stand bracht. Spr. kon uit den aard
der zaak moeilijk zeggen in hoeverre het
schilderij gelijkend is, maar hij durfde
gerust zeggen, dat het een kunststuk is.
Dank zeide spreker den schilder ook
voor de prettige uren, in dien- atelier
doorgebracht, en voor de aangename
conversati,een conversatie evenwel
waarbij spr. >n hoofdzaak had moeten
zwijgen, wat, naar hij opmerkte,
op het schilderij duidelijk uitkomt, want
het geeft hem weer alsof hij op het punt
staat het woord te voeren.
Een hartelijk woord van dank richtte
spr. daarna tot den heer Westerhof voor
diens vriendelijke speech, „en dat on
danks Zuidlaren", waar spr. „het nogal
pootig had gezegd." Spr. had wel gedacht
dat hij daar nog iets over zou hooren,
maar het was nogal goed afgeloopen,
evenals steeds in de raadsvergaderingen,
als spr. en de heer Westerhof ieder voor
zich hun meening hadden te kennen ge
geven over een onderwerp, waarbij bei
den bezield waren van het belang der
inwoners en in hun belang gedaan had
den wat zij konden.
Gaarne gaf spr. toe, dat hij in Alkmaar
lief en leed had ondervonden, maar het
lief zou toch steeds den boventoon voe
ren, het leed was slechts gering geweest.
Spr. waardeerde het ook, dat mej. Carels
aan zijn echtgenoote bloemen had aan
geboden bij het bnnenkomen in de
raadszaal.
Wat het schilderij betreft, merkte spr.
op, dat hij zich had laten schilderen in
ambtscöstuum, de kleedij die de Alk-
maarders van hem niet kennen, maar
waarvan zij toch eigenlijk wel mogen
weten hoe zij er uit ziet, temeer waar
spr. in de toekomst nog wel eens in
ambtscöstuum hier of daar zal verschij
nen.
Dan gaf spr. een korte verklaring van
de woorden „Plus est en vous," welke
6taan op het vel papier hetwelk hij op
het schilderij in de hand heeft. Hij had
ze gezien boven de steenen poort van
Gruuthuse in Brugge, als wapenspreuk
van Lodewijk van Brugge, heer van
Gruuthuse, en zij hadden grooten indruk
op hem gemaakt, omdat zij zeggen: „Er
is meer in u dan gij laat zien en dan gij
zelf wel weet." Spr. had daarover weieens
méér willen spreken en vroeg zich af of
het bij nader inzien wel goed is geweest,
dat hij zulks niet deed. Hij was bevreesd
geweest, dat de menschen in het gezeg
de iets zouden zien dat verdeelt inplaats
van iets dat vereent. Maar nu, bij het
totstandkomen van dit schilderij, had hij
gezocht paar woorden, die aan die uit
drukking herinneren en altijd weer aan
i de menschen doorgeven: „ge moet af
dalen tot de diepste diepte van uzelf om
te komen tot de liefde van den Vader.
Wij hebben allen een deel van de god
heid in ons gekregen. Daarom Plus
est en vous!
Aangaande de bestemming van het
schilderij, zei spr., dat zijn huis in elke
kamer herinneringen aan Alkmaar
heft, zoodat hij zou vreezen dat 't daarin
niet zoozeer tot zijn ,-echt zou komen.
Daarom vroeg hij of men het hem niet
euvel zou duiden, als hij het hier in Alk
maar achter liet en of het een plaats
zou mogen krijgen in het stadhuis. Het
zou zijns inziens op die wijze de herin
nering levendig houden en de bedoeling
der gevers zou meer tot haar recht
komen dan wanneer spreker het mee
nam naar Den Haag. Indien het schil
derij hier blijft hangen zou de waarde
er van voor mij stijgen, zeide spreker.
Burgemeester
Jhr. Mr. F. H. Van Kinschot.
Het antwoord van den burge
meester.
Jhr. mr. F. H. van Kinschot ver-
klaa.rde met groot genoegen namens de
gemeente het mooie geschenk in ont
vangst te nemen en betuigde zijn dank
aan allen, die er aan hebben meege
werkt, dat aan de schilderijenverzame
ling in het stadhuis een mooi stuk kan
worden toegevoegd. Want van dit werk
van Oscar Mendlik kan worden getuigd
dat het de verwachtingen verre heeft
overtroffen. Wij hebben hier in het stad
huis vele mooie oude schilderijen, ging
spreker voort, en slechts één van dezen
tijd („Gezicht op Alkmaar", van Tholen)
en er i6 geen enkele bij van een magi
straat uit de latere jaren, zoodat het een
voorrecht is thans dit schilderij te mo
gen hebben, bovendien gemaakt door
een schilder uit onzen tijd. Spreker ge
loofde dat het nergens anders en ner
gens beter kan hangen dan in de
raadszaal, waar zoovele herinneringen
aan Mr. Wendelaar voortleven: als bur
gemeester, als voorzitter van den raad,
als handig debater, als gastheer en als
explicateur van de schoonheden dezer
zaal. U ziet hier diverse collega's uit
vorige eeuwen en ik hoop dat uw beeld
zich hier bij hen thuis zal gevoelen 't Is
waar. het is een zwijgend beeld, maar u
spreekt op ander terrein in Den Haag en
u zult in uw tegenwoordige positie nog
veel voor Alkmaar kunnen doen en uw
liefde voor onzen stad kunnen uiten.
Hiermede was de officieele plechtig
heid afgeloopen ,er werden ververschin-
gen rondgediend. Het schilderij werd
bezichtigd en men bleef nog eenigen tijd
gezellig bijeen.
VERHURING PERCEEL HEILIG
LAND Nr. 2.
B. en W. schrijven in bijlage no. 119:
De heer W. J. J. Vosmeer heeft de van de
gemeente gehuurde woning Heiligland nr. 2
cp 22 Juli j.1. verlaten. Wij zijn er in ge-
slaag voor deze woning met den daarachter
gelegen tuin een nieuwen huurder te vinden,
die bereid is denzelfden huurprijs van 6.50
per week te betalen.
De aan ons verleene machtiging tot ver
huring van het perceel Heiligland nr. 2 is
intusschen afgeloopen, in verband waarmede
wij u voorstellen ons college opnieuw te
machtigen de woning te verhuren.
VERKOOP GROND AAN DE
DR. SCHAEPMANSTRAAT.
In bijlage no. 124 schrijven B. en W.:
De heeren C. de Bakker en C. de Graaf al
hier, hebben verzocht voor zich of hun last
gevers van de gemeente te mogen koopen een
perceel bouwterrein, gelegen aan de Dr.
Schaepmanstraat, groot ongeveer 590 M2
voor den prijs van 3800, ten einde daarop
vier woningen te bouwen. Dit perceel is op
de bij de stukken gevoegde teekening in roode
kleur aangegeven. Tegen verkoop van eerder
genoemd perceel bestaat bij ons geen be
zwaar, terwijl de commissie van bijstand
voor het grondbedrijf zich met dezen verkoop
kan vereenigen.
B. en W. geven den Raad in verband daar
mede in overweging den hiervoor bedoelden
grond te verkoopen.
Donderdag 13 September.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz.) 8.Gr.pl. 10.Morgenwij
ding.' 10.15 Gr.pl. 10.30 Kamermu
ziek door het Diligentia-kwartet
11 Voordr. door R. Geraerds
11.30 Verv. kamermuziek. 12.
Concert door „De Minstreels" en
gr.pl. 2.30 Voordr. door E. van
Praag. 3 —3.45 Gpl. In de pauze:
Zang d. „The Sailing Troubadour"
(Manitto Klitgaard). 4.Voor
zieken en ouden van dagen. 4.30
Gr.pl. 4.45 Radiotooneel voor de
kinderen. 5.30 Kovacs Lajos en zijn
orkest. 6.30 Sportpr. H. Hollander.
7.Gr.pl. 7 26 Kamermuziek door
het Boedapester Trio. 8.Vaz
Dias. 8.05 Omroeporkest olv. A. v.
Raalte. 8.30 „Brüderlein fein", Alt-
wi ner Singspiel in 1 bedrijf met
muziek van L. Fall. 9.Piano
recital E. Veen. 9 20 Omroeporkest
olv. A. van Raalte, mmv F. Zeppa-
roni, viool. 10.Gr.pl. 10.15 Ko
vacs Lajos en zijn orkest. 11.Vaz
Dias. 11.10—12.— Gr.pl
HUIZEN, 301 M- (8 9.15 en
11—2 KRO, 10.—11.— en 2.—
11.30 NCRV). 8 9.15 en 10.—
Gr.pl. 10.15 Morgendienst olv. ds.
P van Vliet. 10.45 Gr.pl. 11.30
Godsd. halfuurtje. 12.15 Orkest-
concert. 1.— Gr.pl. 1.20 Vervolg
orkestconcert. 2.Handwerkcur-
sus. 3.Pianorecital H. de Book.
3.45 Zenderverz. 4.Bijbellezing
mmv. ds. J. Jansen en J. H. en H.
Smit Duyzentkunst, bariton en
orgel. 5.Handenarbeid v. d.
jeugd. 5.30 Gr.pl. 6.Zang door
H. Borkent, tenor. 7.15 Enkrateia-
kwartiertje. 7.30 Weekoverzicht door
C. A. Crayé. 8.— NCRV-Strijk-
orkest olv. P. v. d. Hurk. 9.L.
W. J. v. Hasselt: Kind en Oranje.
9.30 NCRV-Harmonie-orkest o. 1. v.
P. v. d. Hurk. Om 10.40 Vaz Dias
11.—11.30 Gr.pl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 11.20 Gr.pl. 1220
Rutland Square en New Victoria-
orkest olv. N. Austin. 1.20 Grpl.
2.20 Western Studio orkest olv. F.
Thomas. 3.204.05 Vesper 4.10
Concert. H. Wollaston, tenor en W
Shaw, piano. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Ber. 6.50 Het Parkington-
kwintet mmv. C. O'Connj., tenor.
7.50 Het Vocaal Radic-Octet o.l.v.
L. Woodgate. 8.20 Voordr. 8.40
Gr.pl. 9.„Americ- calling", ge
varieerd progr. o.l.v. Eddie Pola.
10.Ber. 10.20 BBC-orkest olv. S
Robinson. 11.10 Voordr. 11 15—
12 20 Jack Jackson ti zijn Band.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M.
7.20 en 8.20 Gr.pl. 10.35 Orkest
concert. 12.502.20 Pascal-orkest
705 Gr.pl. 8.20 Zang olv. Bon-
naud. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
2.20 Concert olv. H. Andersen.
3.20—4.20 Concert uit rest. Wivex.
8.30 Symphonieconcert olv. Prof.
N. Malko, mmv. solisten. 10.50—
12 50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl.
6 45 Orkestconcert olv. Bunk. 10.30
Concert. 12.20 Blaasconcert o. 1. v.
Meier. 1.20 Gr.pl. 2.20—3.05 Om-
roepkwintet. 4.20 Düsseldorfsche
Orkest vereen, olv. Artz. 7.20 Zang.
7.50 Omroepkwintet. 8.50 Concert.
9.20 „Wir haben einen Tag vol
bracht", spel van Schaaf, met mu
ziek van Kaufmana. 10 4012.20
Dansmuziek.
ROME, 421 M. 8.30 Gr.p1. 9.05
Radiotooneel. 10.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 en 1.30—2.20 Salonorkest.
5 20 Symphonieconcert. 820 Stu
dentenuurtje. 9.2C Symphoniecon
cert. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M
12.20 Gr.pl. 1.30—2.20 Salon-
orkest 5.20 Gr.pl. 6.35 Salonorkest.
8.20 Symphonieconcert mmv. piano-
solist. 10.3011.20 Gr.pl.
DEUTSCHL ANDSEND ER, 1571
M. 8.20 Kernspreuk, ber. 8.30
Uit Stuttgart: Boeckingen, die
Fussballstadt. 9.Walsenconcert
uit Stuttgart olv. Görlich. 9.50
Technische voordracht. 1020 Ber.
10 50 Sportpr. 11.05 Weerber. 11.20
12.20 Concert uit Breslau olv. E.
J. Topitz.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.3510 50,
Daventry 1050—12.20, Lond. Reg.
12.2016.10, Daventry 1610—
16.35, North. Reg. 16.35—17.35,
Lond. Nat. 17.35—19.20, Daventry
19.20—24.—.
Lijn 4: Keulen 10.3019.20, gj
Kalundborg 19.20-24.—. X
VERHUUR TERREIN AAN HET
ZEGLIS.
B. en W. schrijven in bijlage no. 121
Wij ontvingen een aanvraag van de fa.
Tenkink's kolenhandel, alhier, om het aan
de gemeente in eigendom toebehoorende aan
het Zeglis gelegen terrein, kadastraal bekend
gemeente Alkmaar, sectie F nr. 788, ter
grootte van 1070 M2„ te rekenen met ingang
van 13 Augustus 1934 als opslagplaats te
mogen huren voor den prijs van 275 per
jaar. Dit terrein was vroeger eveneens als
opslagplaats verhuurd.
Wij hebben tegen deze verhuring geen be
zwaar en stellen u voor het desbetreffend be
sluit te nemen.
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
OMTRENT DE TOELATING VAN
LEERLINGEN UIT BUITEN
GEMEENTEN TOT DE OPEN
BARE LAGERE SCHOLEN.
In bijlage no. 123 schrijven B. en W.:
De gemeente Hoogwoud heeft den wensch
te kennen gegeven een gemeenschappelijke
regeling aan te gaan omtrent de toelating
van leerlingen uit die gemeente tot de open
bare lagere scholen alhier.
Wij stellen den Raad vóór de over
eenkomst te sluiten.
BENOEMING PERSONEEL
MURMELLIUS-GYMNASIUM.
B. en W. schrijven in bijlage no. 111:
Onder overlegging van het advies van den
Inspecteur van het Gymnasiaal en het Mid-
die tot laagheid in staat zou zijn. Wat
dunkt u: zou zij het dulden om gebonden te
zijn aan een slechten echtgenoot, dien zij
niet eerde?"
Aan den klank van haar stem en het ze-
nuwachtige trekken van haar bloedelooze
lippen begreep ik, dat zij dacht aan den
man, wiens portret in dat onbewoonde ver
trek hing.
Het duurde echter maar een minuut, dat
madame Zielinska uit den haar overheer-
schenden gedachtengang was gerukt.
Alles wel beschouwd", begon ze weer, „ai
zijn de jongelui nu van elkaar gegaan, dan
is dit nog geen reden dat de oude lui de
hoofden niet bij elkaar zouden steken. On
middellijk als Bazyli terug is, zal ik vragen
of hij eens komt; dit zal hij toch niet licht
weigeren. Daar hoef ik, geloof ik, niet bang
voor te zijn. En zoudt u nu deze bereke
ningen eens willen nakijken, miss Middle-
ton? Ik ben nooit zoo heel sterk m het cijfe-
reDH0was'siechts één van de vele bereke
ningen, waarbij mijn hulp ,fevraag^ ,w",'
in die dagen, dat wij wachtten op het ant
woord van den Parijschen ^waarnemer
dat ons zekerheid zou verschaffen omtrent
de identiteit van den Vicomte met den ver-
moorden monnik. Daar madame Zielinska
nog niet in staat was, meer actief te hande
len, zat zij bijna altijd verdiept in bereke-
ningen. Nu en dan verscheen zij aan de
maaltijden; soms kwam ze zelfs even in den
tuin en als ik haar in t volle zonlicht zag,
dan leek haar verschijnen mij wel een
we
deropstanding. Ze was zelfs spraakzaam
geworden maar altijd slechts over één on
derwerp.
„Acht u het geheel onmogelijk dat de ver
goeding al niet zou hebben plaats gehad?"
vroeg ik haar eens. „Zou hij zijn plan niet
hebben uitgevoerd om zijn tegenpartij de
som te laten terugwinnen? En zou het ver
lies dan niet gedekt door andere rechtma
tige winsten?"
Beslist schudde ze het hoofd:
Het is bekend dat Kazimir nooit meer
een kaart heeft aangeraakt na dat verblijf in
Parijs- dit was de laatste keer vcor hem. Er
werd in dien tijd veel geschertst ever het on
derwerp van zijn „bekeering", dat is al be
wijs genoeg, hoe hij zijn plan niet tot uit
voering bracht". A
Het was ook een leelijk iets dat degene,
die hem het best had gekend, het meest ge
neigd scheen in zijn schuld te gelooven.
In al deze besprekingen nam Jadwiga
geen deel. Zij was nauwelijk dezelfde, die zij
was geweest voor de ontvangst van den
brief dien zij had meegebracht in de leerka
mer. Die uitbarsting van beleedigden trots
was als een doodskreet geweest van iets,
dat in haar gestorven was. Na die boven
menschel ij ke inspanning was haar kracht
gebroken. Nooit zou ik gedacht hebben dat
zij het fiere hoofdje kon laten hangen, zoo
als zij dit deed.
Toen haar moeder haar zoo stil en bleek
zag, hield zij het er voor, dat het jonge
meisje treurde om haar verloofde, m-'ar bij
het eerste woord van sympathie, dat zij tot
troost sprak, kreeg zij een antwoord, waar
door geen misvatting meer mogelijk was:
„Zou ik om hem treuren?" klonk het
verontwaardigd, terwijl een minuut lang
haar oogen weer vuur schoten. „Zou ik om
hem treuren? Ben ik uw eigen kind en kent
u mij maar zoo weinig? Wat is hij mij?
Niets in het geheel niets! Ik zweer u, dat
ik zelfs niet in den nacht, wanneer niemand
mij immers zou zien, ooit een traan ge
schreid hem om hem! Zelfs geen zucht heb
ik gelaten; dat is hij niet waardO,
dat is het niet, dat is het geheel niet!"
En in waarheid was het dit ook niet. Het
was niet het zich terugtrekken van haar ver
loofde, dat haar zoozeer hinderde, maar de
druk van de schande, die hem daartoe be
wogen had. Van nature was Jadwiga veel
minder bestand tegen een dergelijken schok
dan haar moeder. Voor haar, met haar ro
mantische bewondering voor reinheid en
grootmoedigheid van gevoelen in welken
vorm dan ook kon de openbaring van
die laagheid van haar vader niet anders
dan verpletterend werke en zij bezat niet dat
vreemde enthousiasme van haar moeder, om
haar te steunen. Liefde alleen kon haar in
deze crisis geholpen hebben en de liefde had
haar juist verlaten.
„Het is niet half zoo erg voor jou als
voor mij", meende madame Zielinska be
daard „Je hebt je vader niet zelve kunnen
kiezen, terwijl ik wel mijn echtgenoot heb
gekozen".
Maar Jadwiga antwoordde niet. Ze was
nooit waarlijk intiem geweest met haar moe-
delbaar Onderwijs stellen B. en W. voor:
le. voor het tijdvak van 1 September
1934 tot 1 September 1935 te benoemen als
conrector den heer drs. P. Brommer, leeraar
in de oude talen, die bij uw besluit van 27
Juli 1933 voor en cursus 19331934 als zoo
danig werd benoemd;
2e. voor het tijdvak van 1 September
1934 tot 1 September 1925 te benoemen tot
leeraar in de oude talen den heer drs. G. H.
Blanken, thans eveneens tijdelijk;
3e. met ingang van 1 September 1934 de
finitief te benoemen, ter vervulling van de
vacature mej. I. Tigler Wybrandi, den heer
dr. L. Kukenheim als leeraar in de Fransche
taal. Dr. Kukenheim nam tijdens de afwe
zigheid van mej. Tigler Wybrandi reeds
haar betrekking waar.
BENOEMING LEERAAR
In bijlage no. 118 schrijven B. en W.:
Uwe vergadering benoemde bij besluit van
7 September 1933, nr. 4, aan de Handels
school voor den duur van het schooljaar
19331934 tot tijdelijk leeraar in staathuis
houdkunde den heer H. Feenstra te Zaan
dam.
De directeur der Handelsschool geeft ons
thans in overweging den heer Feenstra voor
een vaste benoeming voor te dragen.
De minister van onderwijs heeft de des
betreffende voordracht goedgekeurd, terwijl
de commissie van toezicht op het M.O. daar
tegen geen bezwaar heeft.
De Inspecteur van het gymnasiaal-, mid
delbaar- en handelsonderwijs in de 5e in
spectie, hoewel op zichzelf geen enkel be
zwaar tegen een vaste benoeming hebbend,
oppert de vraag of het wel gewenscht is voor
een zeer klein aantal lessen een vaste aan
stelling te geven; latere eventueel noodig
der en zelfs tegenover mij vermeed zij het
om de ware oorzaak van haar lijden onder
woorden te brengen. Met haar leed was zij
veel meer terughoudend dan met haar
vreugde.
Intusschen werd het mij duidelijk, dat er
begon gepraat te worden. De bedienden ke
ken mij weifelend aan, of ze telkens op het
punt waren mij iets te vragen en dan toch
weer niet durfden. Alleen Marya ging eens
zoo ver, dat zij mij polste: „Het is toch niet
waar dat het goed verkocht wordt?" En
even later: „Waarom komt Pan Wladimir
Pani Jadwiga nooit meer bezoeken?" waar
uit dus bleek, dat die beide omstandigheden
door de buitenwereld met elkaar in verband
gebracht werden.
„Anulka heeft gepraat", zei ik veront
waardigd tot madame Zielinska. „Zou het
kind niet het zwijgen kunnen opgelegd wor
den?"
Ze keek enkel verbaasd naar mij en
vroeg:
„Waarom?Als ik dacht, dat Ma
rya mij eenige aanwijzing kon geven, dan
zou ik er ook met haar over spreken
Ik heb mij soms wel eens afgevraagd of
madame Zielinska normaal van geest was in
dien tijd. Zonder die toelichting zou er zelfs
eenige onwelvoeglijkheid hebben gescholen
in haar openhartigheid. Bij de gelegenheid
van het bezoek van madame Malewicz zal
zij zich althans niet ontzien hebben om
vrij-uit te spreken.
(J&'ordt vervolgd).