DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Harddraverij (handicap)
UIT DEN ALKMAARSCHEN RAAD.
1
Schitterend Vuurwerk
De opzienbarende rede van
minister Beek.
Wat de Poolsche minister eischt van
de minderheden.
Ho. 218 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 15 September 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
Wal vandaag de
aandacht trek t,.v
LANDBOUWFEESTEN.
T>aqeliiksrfi Omtüchl
OURANT.
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTEN HEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk»
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telel. 3, redactie 33.
Al heeft de kaashandelaar Grondsma van de politiek
gegeten, hij is toch niet van plan zich in dei
de kaas van het brood te laten halen.
Men zal moeilijk kunnen beweren, dat het rooken van sigaren
op Zondag geen „brandende" kwestie is.
Dat de minst kapitaalkrachtigen van de „bus" gebruik maken,
kunnen ook de doktoren constateeren.
Het is altijd een angstig gezicht iemand
een kooi met leeuwen en tijgers te zien bin
nenstappen en het is nog veel angstiger ah
men tot het besef komt, dat de roekelooze
geen geroutineerde dierentemmer is, maar
een argelooze voorbijganger, die in de mee
ning verkeert, dat de dieren erg mak zijn.
Hij aait den grootsten leeuw eens over den
kop, strijkt de leeuwin eens onder de kin,
trekt in het voorbij gaan een tijger aan zijn
staart en zet zich daarna zoo rustig op een
bankje, dat hij niet het minste besef van
eenig gevaar toont.
Hij ziet niet de van woede fonkelende
oogen der roofdieren, hij bemerkt niets van
de zwiepende staarten. Hij grijpt de zweep
van den temmer en klapt er een beetje mee
in de lucht en dan gaat hij weer naar buiten
en weet niet, dat alleen de uiterste verbazing
over zooveel menschelijke brutaliteit de die
ren verhinderd heeft zich op hem te werpen
om hem in stukken te scheuren.
De heer Grondsma is een verdienstelijk
jnwoner onzer gemeente. Hij voldoet aan
zijn maatschappelijke plichten, is bestuurslid
van diverse vereenigingen en heeft een be
langrijk aandeel in het bedrag dat hier tel
ken jare in de gemeentelijke schatkist gestort
wordt.
Toch ziet hij als gewiekst zakenman en
machteloos belastingobject en bovenal als
beginneling in de politiek wien alle afspra
ken en kuiperijen vreemd zijn, dagelijks veel
waaraan hij zich ergert. Hij leest uit de
raadsverslagen, dat niet altijd het stads-
maar ook wel het partijbelang na heftige
debatten den doorslag kan geven en zooals
iedere naïve beginneling stelt hij zich de
vraag: kan dat nou niet anders? Zien al die
vertegenwoordigers niet, dat er in ons land
en ook in onze stad zooveel verkeerd gaat
en zou dat niet afdoende bestreden kunnen
worden als men voortaan eens wat minder
het politieke beginsel en wat meer het alge
meen belang op den voorgrond stelde?
Hij vraagt zich dat ernstig af en denk:
daarbij: als ik nog eens raadslid mocht wor
den, zal ik daar eens op wijzen en dan zal ik
de heeren eens precies vertellen hoe een een
voudig burger, die nooit aan politiek deed,
zich een oordeel over den toestand in onze
gemeente en over de geste van onzen Raad
gevormd heeft.
En ziet, de heer Grondsma wordt raadslid
Zoo naïf als een kind, wandelt hij daar
de groote politieke leeuwenkooi binnen en
gaat onmiddellijk na zijn installatie de vete
ranen aer diverse partijen vertellen, dat zi]
voortaan eensgezind moeten zijn, omdat een
huis, dat in zichzelf verdeeld is, niet kan
bestar.n.
Hij had met evenveel succes de leeuwen
kunnen vertellen, dat zij voortaan geen
vleesch mogen eten.
Hij spreekt, rustig en weloverwogen en be
toogt, dat er veel in Alkmaar verkeerd ge
gaan is, omdat het gemeentebestuur een
slechte politiek gevoerd heeft en evenmin ais
de argelooze man in het roofdierenhok hei
gegrom van de tijgers en het zwiepen der
staarten opmerkte, evenmin heeft hij er eenig
tesef van, dat alleen de uiterste verbazing
over zooveel naïviteit en openhartigheid de
voormannen der diverse raadsfracties w er-
houden heeft hem gezamenlijk aan te allen
en in een hoekje te drijven.
Men heeft hem gespaard en slechtsde
burgemeester heeft, na van links en
de noodige opmerkingen en aansporingen ,e
hebben gekregen, de speech van den heer
Grondsma ontijdig beëindigd door de
haalde mededeeling, dat er nog een lange
agenda wachtte en de uiterste kortheid dus
vereischt was.
Het is natuurlijk volkomen juist, dat een
redevoering als uie welke door het nieuwe
raadslid uitgesproken werd niet op dit oogen
blik maar bij de algemeene beschouwingen
over de gemeentebegrooting moet worden ge
houden
Maar het feit, dat de heer Grondsma ze
wèl hield, is ook het bewijs, dat hij parlemen
tair nog ongeschoold is en het is voor een
journalist, die reeds zestien jaar de over
zichten van den Alkmaarschen Raad schnjt.
werkelijk of hij in een oase van de politieke
woestijn beland is, als hij in de zaal waar
diverse fracties vaak in feilen partijstrijd
zijn gewikkeld een argeloos burger ziet ver
schijnen, die den moed heeft eens precies te
zeggen, wat er in onze gemeente verkeerd is.
Wie met pek omgaat, wordt er mede be
smet en wie lid van den Raad wordt, loopt
gevaar binnen weinige maanden in een van
de politieke draaikolkjes te worden medege-
sleurd en de wapenen ter hand te nemen, die
hij door allen in zijn omgeving ziet gebrui
ken.
De heer Grondsma heeft een helder ver
stand en zal een goed raadslid, wellicht op
den duur zelfs een goed politicus worden.
Maar hij zal nimmer meer zoo argeloos,
zoo eerlijk en zoo vol overtuiging spreken
als hij het Donderdagmiddag in onze raads
zaal gedaan heeft.
De heer L. van der Vegt heeft, wegens het
bereiken van den 65-jarigen leeftijd, eervol
ontslag als gemeenteontvanger aange
vraagd.
Hij is wel niet de laatste der Mohikanen
maar wel de oudste, hij is gemeenteambte
naar sinds 1893 en heeft onze stad zoowel
op de gemeentesecretarie waar hij tot 1922
hoofdcommies en waarnemend secretaris
was, als in zijn functie van gemeente-ontvan
ger vele jaren zijn diensten bewezen. De
burgemeester heeft dat alles in een uitvoeri
ge rede gememoreerd en den heer Van der
Vegt daarvoor dank gebracht en wij willen
hier gaarne met hem getuigen, dat nu deze
veteraan uit het ambtenarencorps ons gaat
verlaten, een ijverig, bekwaam en accuraat
hoofdambtenaar een langen en eervollen
staat van dienst beëindigt.
Moge het hem gegeven zijn nog vele jaren
als ambteloos burger van den vooruitgang
van de stad, die hem lief is, getuige te zijn
Het schoolgeld van diverse inrichtingen
van onderwijs werd volgens de besluiten der
lratste raadsvergadering zeer belangrijk-
verhoogd, een bewijs, dat het leven steeds
duurder wordt.
Er werd vroeger in de Raad zoo gaarne
verkondigd, dat wij het diepste dal der
malaise achter den rug hadden, maar men
hoort dergelijke voorspellingen thans zelden
meer, omdat iedereen er nu wel van over
tuigd is, dat het einde nog lang niet in 't
zicht is.
Bij steeds zwaardere belastigen en hoogere
heffingen is het duidelijk, dat voornamelijk
de kleinere zakenmenschen alle krachten
moeten inspannen om het hoofd boven water
te kunnen houden.
Vandaar dan ook de geweldige actie, die
in den lande is ontketend om het dezen win
keliers niet noodeloos moeilijk te maken,
vandaar den roep om meer vrijheid en om
opheffing van de gedwongen Zondagsslui
ting.
De minister heeft toegegeven, maar hij
heeft tegelijkertijd de gemeenten een belang
rijk aandeel in de beslissing toegekend.
Aan de gemeentebesturen is opgedragen na
te gaan of er met het oog op de tegenwoor
dige buitengewone omstandigheden aanlei
ding bestaat de uren van openstelling van
de winkels, welke thans reeds op Zondag mo
gen verkoofien, te verruimen en die vrijheid
van verkoop ook te geven aan slijters en
sigarenwinkeliers, die tot dusver op Zondag
hun zaken gesloten moesten houden.
De koopkracht is verminderd, de midden
stand klaagt steen en been en men had mo
gen verwachten, dat alle belanghebbenden,
voor zooverre zij daartegen geen principiece
bedenkingen hadden, de gelegenheid zouden
aangrijpen om van hun ingenomenheio
met deze verkoopverruiming te getuigen.
Het is een verwonderlijk en ook teleurstel
lend feit, dat zij dit over het algemeen niet
gedaan hebben en den schijn hebben gewekt
of de gelegenheid om iets meer te kunnen
verdienen hun volkomen onverschillig heeft
gelaten.
Er zijn ter secretarie lijsten ter teekening
neergelegd met het resultaat, dat twee visch-
winkeliers men schrikke niet van het aan
tal verklaard hebben, dat zij voor ver
koopverruiming waren.
Drie fruitwinkeliers, vier bakkers en één
zegge en schrijve één slijter hebben
hetzelfde verklaard en van de tachtig of
meer sigarenwinkeliers, welke onze gemeente
te}t,.zijn er acht-en-twintig naar het stadhuis
getrokken, waarvan er zich negentien vóór
en negen tegen verklaard hebben.
Uit dergelijke cijfers blijkt voldoende, dat
er in de kringen der direct belanghebbenden
weinig zijn, die zich voor deze kwestie inte
resseeren, wat voor den heer Grondsma een
reden was om te verklaren, dat hij er zich
dan ook niet druk over zou maken en tegen
zou stemmen.
De heer Hoijtink bracht natuurlijk aller
eerst zijn principieele bezwaren tegen de
Zondagsontheiliging in het midden, de heer
Venneker verklaarde, dat hij geen buitenge
wone omstandigheden kon ontdekken en
slechts de heer Keijsj>er gaf zich in ernst
moeite om voor de weinigen, die dit werke
lijk op prijs stelden, deze verruiming van
verkoopgelegenheid met kracht van argu
menten te bepleiten. Terug zeide hij
kunnen wij altijd want de gemeente kan de
gegeven vergunning weer intrekken, maar
verruiming geven is alleen nu mogelijk en
als wij deze gelegenheid laten voorbijgaan
is er geen sprake van, dat zij binnen afzien-
baren tijd weer gegeven zal worden.
Waarom, zoo vroeg de heer Bakker, wordt
door B. en W. voorgesteld de sigarenwinke
liers geen gelegenheid tot verkoop op Zon
dag te gegeven en de burgemeester legde uit,
dat er van de vele sigarenwinkeliers maar
een klein percentage blijk van belangstelling
had gegeven waarom het college dan ook
gemeend had daarop niet verder te moeten
ingaan. Maar dit was toch in strijd met het
voorstel van het college om b.v. den slijters
wel verkoop op Zondag toe te staan, terwijl
er toch slechts één enkele vergunninghouder
ter secretarie van zijn belangstelling had
doen blijken.
Waarom, zoo vroeg de heer Keijsper, is een
man als de heer Vogelaar nu tegen openstel
ling dezer winkels op Zondag, terwijl hij in
1932 er vóór was. Omdat zeide de heer
floijtink de winkeliers zelve in die twee
jaar tijd het voorrecht van den vrijen Zon
dag hebben leeren kennen.
Vanwaar anders die geringe belangstel
ling?
Omdat, zeide de heer Keijsper, de winke
liers weten hoe de Raad er in 1932 over
dacht en er nu op vertrouwd .hebben, dat de
Raad, ook zonder dat'zij zelf in het geweer
kwamen, wel over hun belangen zal waken.
Het ging hard tegen hard en ontkend kan
niet worden, dat de middenstand, die in deze
crisisjaren zulke gevoelige klappen heeft ge
kregen, wel eens wat meer belangstelling
had kunnen toonen nu het er om ging den
win-keliers een grooteren omzet en meerdere
verdiensten te bezorgen.
Ten slotte bleken de beide sociaal-demo
cratische wethouders door het debat ook
overtuigd, dat juist de minst kapitaalkrach
tige sigarenwinkeliers door een hand
having van het sluitingsverbod gedu
peerd zouden worden, waarom zij, zoo
als men dat in het college noemt „uit
de koets vielen" en zich aan de zijde van de
voorstanders schaarden, waarna besloten
werd den minister de verklaring te zenden,
dat de tegenwoordige buitengewone omstan
digheden in Alkmaar aanleiding geven Zon
dagsverkoop op zes achtereenvolgende uren
toe te staan voor winkels waarin visch,
fruit, brood, banket, suikerwerk, chocolade
en consumptieijs verkocht worden en op vier
achtereenvolgende uren voor slijterijen en si
garenwinkels.
De betrokken middenstanders kunnen na
tuurlijk zelf uitmaken of zij al dan niet hun
winkels op die uren willen openstellen.
Toen wethouder Bonsema voorstelde om
voortaan de aansluitingskosten bij de radio
distributie van 17.50 tot 10 te verlagen
was het te verwachten, dat de accountant
Keesom allereerst om een financieel overzicht
over het afgeloopen jaar zou vragen.
Trouwens, ook de heer Van de Vall was
belangstellend naar meerdere cijfers, maar de
wethouder verklaarde met eenige verwonde
ring, dat de zaak toch zoo duidelijk was als
een klontje. Men had door gezamenüjken in
koop een voordeeltje gehad, de aansluiting
kon door het bedrijf voor tien gulden tot
stand gebracht worden, welnu waarom zou
men dan 17.50 vragen?
Het leek allemaal erg logisch en de Raad
vond het dan ten slotte ook heel begrijpelijk
maar toch zat er iets in deze redeneering
dat het begrijjoelijk maak, dat de heer Keesom
den geheelen financieelen opzet wel eens na
der wilde bekijken.
Ook ons gas en onze electriciteit kunnen
naar den kostprijs gerekend veel goed
kooper geleverd worden maar daarom ge
beurt het nog niet, omdat de betrokken
diensten in den loop der jaren financieele
ondernemingen zijn geworden waarbij het
behalen van onmisbare bedrijfswinsten een
conditio sine qua non is geworden.
Is het gemeentelijk radio-distributie bedrijf
iets anders dan een onderneming die een zoo
ruim mogelijke winst beoogt? Is het wonder
dat men in deze belangrijke financieele tege
moetkoming een streven zag om nieuwe aan
sluitingen tot stand te brengen en dat men,
in verband daarmede, de mogelijkheid naar
voren bracht, dat het tot dusver met die aan
sluitingen en met de geheele onderneming
dus niet zoo rooskleurig zou zijn gegaan?
De heer Bonsema heeft voor de volgende
week geruststellende cijfers toegezegd en
ook de betrokken commissie heeft woorden
van tevredenheid over den gang van zaken
gesproken zoodat tenslotte de geheele Raad
uitgezonderd de heer Keesom, die een
voorzichtig financier is aan het voorstel
van B. en W. *ijn goedkeuring verleend
heeft.
Het was al weer de heer Keesom, die een
waarschuwend geluid liet hooren toen het
college voorstelde om aan de ondernemers
van den stadsautobusdienst een bedrag van
ruim drieduizend gulden als gemeentelijke
subsidie voor dekking van het exploitatie
tekort over 1933 toe te kennen.
Hij wees er op, dat men niet alleen het
gewone verlies dekt, maar de exploitanten
tevens in de gelegenheid stelt al hun mate
rieel tot op de liquidatie-waarde af te
schrijven.
Is er zoo vroeg hij en ook de heer
Venneker schaarde zich aan zijn zijde
zooveel behoefte aan dezen busdienst, dat
de gemeente zich daarvoor elk jaar zulke
groote offers moet getroosten?
Een vraag, die inderdaad van jaar tot
jaar met grootere verwondering gesteld mag
worden.
De heer Westerhof, die anders zorgvuldig
het deksel van onze gemeentelijke schatkist
gesloten houdt, moge betoogen, dat deze
bussen het voertuig der minder kapitaal
krachtigen zijn en dat verdwijning daarvan
de prijzen der taxi's zullen doen stijgen, hij
heeft daarvoor o.i. weinig overtuigende ar
gumenten gegeven.
Een feit is, dat de taxi's, sinds de laatste
gemeentesubsidie aan de bussen werd toege
kend, weer belangrijk goedkooper. zijn ge
worden én nog goedkooper zouden kunnen
zijn als de gemeente zelf dat bedrijf niet be
moeilijkte. Nog altijd krijgt b.v. de Nassau-
garage geen toestemming meer dan twee
wagens bij het station te parkeeren en nog
altijd hebben B. en .W verboden, dat de
taxi's dezer onderneming op diverse punten
in de stad een standplaats op gemeentegrond
mogen innemen.
Het bedrijf heeft standplaatsen voor de
wagens bij particulieren moeten huren, het
heeft telefonische verbindingen moeten ma
ken, het heeft aan het station nimmer aan
de vele aanvragen kunnen voldoen en de ge
meente heeft er daardoor zelf toe medege
werkt, dat de tarieven, hoezeer ook ver
laagd, nog hooger dan noodzakelijk zijn ge
bleven.
Toch is de toestand zoo, dat wie een taxi
neemt voor weinig meer dan hij nu voor de
bus betaalt vóór de deur van zijn huis ge
bracht wordt en wanneer een bedrijf als de
Nassau-garage toestemming krijgt om haar
8 persoons taxi-bussen bij het station te par
keeren, kan men goedkooper per taxi dan per
stadsbus rijden.
Er is een tijd geweest, dat de gemeente
inzag, dat het niet noodig was er een Ste
delijk muziekcorps op na te houden en zij is
De sensationeele rede van den
Poolschen minister Beek. (Dag.
Overzicht).
De millionnair Rockefeller ver
zwakt. (Buiten and).
De Spaansche regeering zal per
1 Oct. aftreden. (Buitenland).
Nieuwe onthullingen van de
„Morro Castle". (Buitenland).
De K. L. M. neemt deel aan de
London-Melbourne-race in de han
dicapklasse. (Luchtvaart).
Tegen het Tweede Kamerlid IJs-
selmuiden is voor de Arnhemsche
rechtbank wegens verduistering van
gelden zes maanden geëischt.
(Rechtszaken).
Twee dooden bij motorbotsing te
Zaandam. (Binnenland).
De remplacant te Scheveningen
zal vervolgd worden. (Binnenland).
Het voetbalseizoen begonnen.
(Sport).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
(Zie verder eventueel laatste
berichten>.
op 19 Sept. a.s., aanvang halt twee
in de harddraverslaan te Alkmaar.
op de Handelskade, nam. 9 unr
(toegang voor genoodigden op een
afgesloten terrein t.o. de korte
Nieuwesloot).
toen zoo verstandig geweest de daarvoor
noodige gelden te besparen.
Het wordt ook tijd in te zien, dat het niet
langer noodzakelijk is met eenige duizenden
guldens per jaar de steeds minder passa
giers vervoerende stadsbussen in stand te
houden en te begrijpen, dat het in dezen tijd
plicht is dergelijke onnoodige uitgaven te
vermijden.
De heer Keijsper heeft in den Raad een
aardige woordspeling op de letters van de
weldra te openen middenstands-tentoonstel
ling, de G.A.M.I.T., gegeven.
„Geeft Alkmaarsch Middenstand Iets Toe",
heeft hij bij de verruiming van den Zondags-
verkoop gezegd.
Als we zijn voorbeeld mogen volgen en
het woord ook 'bij het subsidie-debat ter
sprake moge brengen zouden we ten slotte
dit willen zeggen: „Geen Autobussen Maar
Integendeel Taxi's".
Beek, de Poolsche minister van buiten-
landsche zaken, heeft eergisteren in de ver
gadeiing van den Volkenbondsraad een zeer
opzienbarende rede gehouden, een rede, die
e n pleidooi was voor het voorstel, dat een
conventie zal worden gesloten, waarbij alle
volkenbondssta:en zich tot minderhedenbe
scherming zullen verbinden onder toezicht
van den Volkenbond, waardoor een einde
zal worden gemaakt aan de tegenwoordige
rechtsongelijkheid, die hierin bestaat, dat op
grond van de mioderhedenverdragen van
1919 en volgende jaren slechts enkele staten
onder volkenbondstoezicht ter zake van hun
minderhedenpoiitiek zijn geplaatst, terwijl de
meeste staten den Volkenbond geenerlei ver
antwoording hieromtrent schuldig zijn. En
dacht Polen, als de stok ..iet achter de deur
staat, dan lukt er niets te Genève, daarom
liet Beek er op volgenIn afwachting van het
in werking treden van 'n algemeen en uni
form systeem van minderhedenbescherming
ziet de Poolsche regeering zich genoodzaakt
van den dag van heden af iedere medewer
king te weigeren aan de internationale or
ganen wat betreft bet toezicht op de toepas
sing door Polen van het stelsel van de be
scherming der minderheden.
In de Volkenbondsvergadering heeft deze
Poolsche rede natuurlijk veel opschudding
gebracht en vooral omdat Beek dit aeed zon
der eenige ruggespraak, met de Franschen
noch met de Kleine Entente, die eveneens
door de minderheden verdragen van 1919 zijn
gebonden. Vooral in de Fransche kringen
heerscht levendige ontstemming daarover.
Men wijst e; op. dat het Poolsche minder
heden verdrag bepaalt, dat het slechts gewij
zigd kan wojden, laai staan afgeschaft kan
woiden. met goedkeuring van de meerderheid
van den Volkenbondsraad. Met de jongste
verklaring schakelen de Polen den raad nu
geheel uit en vooral dit gebaar acht men
beleedigend
De indruk, die de rede maakte.
In Polen zelf heeft de gebeurtenis sterken
indruk gemaakt De Gazeta Polska noemt de
rede een historische gebeurtenis. Polen toont
dat het elke poging om het bij andere staten
achter te stellen met kracht van de hand
t