DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE TROONREDE.
Duitschland's grootste spionne
overleden.
Tfaqeüiksch Omczicht
Deze Courant wordt EL KEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTEN1IEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060 Telei. 3, redactie 33.
No. 220 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 18 September 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
136e Jaargang
De toestand van het bedrijfsleven is
zorgwekkender dan ooit.
Het regeeringsprogram houdt hoofdzakelijk de zorg voor
gezonde publieke financiën in.
Waf vandaag de
aandacht trefcf..^
ZIJ, DIE ZICH MET 1 OCTOBER
A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN
OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONT
VANGEN DE TOT DIEN DATUM
VERSCHIJNENDE NUMMERS FRAN
CO EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
Het einde van „La Tigresse Rouge".
Tragisch verloop.
ALKMAARSCHE COURANT.
H. M. de Koningin heeft heden bij de
opening der Staten Generaal de vo'gen-
de rede uitgesproken:
Leden der Staten-Generaal,
In deze tijden van zware beproeving,
zoo voor het Vaderland als voor Mijn
Huis, Mij wederom in Uw midden be
vindend, ie het Mij eene behoefte aller
eerst uiting te geven aan Mijn warmen
dank voor de treffende bewijzen van
genegenheid en verknochtheid, die Tk
gedurende de laatste maanden uit alle
kringen van ons Volk heb mogen ont
vangen.
Meer nog dan een jaar geleden onder
vinden ook wij de gevolgen van de
geestelijke en economische ontredde
ring, waaronder de geheele wereld heeft
te lijden.
De toestand van het bedrijfsleven
zoo hier te lande als in Nederlandsch-
Indië is zeer zorgwekkend. Alle be
drijfstakken ondergaan den druk der
tijden; vele er van zijn zelfs zeer zwaar
getroffen. De verhoudingen in de landen
waarmee wij economisch het nauwst
verbonden zijn doen voorts de vrees
opkomen, dat nog zwaardere druk te ver
wachten is.
Voortbrenging, handel en verkeer zoe
ken tastend den weg in de wanorde van
de talrijke en vaak meest onverwachte
verschuivingen op economisch gebied.
Onder deze snel wisselende omstan
digheden moet in het Regeeringsbeleid
kracht gepaard gaan met behoedzaam
heid en voorzichtige aanpassing.
Onveranderd handhaaft de Regeering
hare overtuiging, dat moet worden ge
zorgd voor gezonde publieke financiën.
Daar verhooging van de reeds zoo zwaar
drukkende belastingen zonder gevaar
voor ineenstorting niet mogelijk wordt
geacht, zullen de uitgaven, teneinde
binnen de grenzen der beschikbare mid
delen te blijven, nog verder verlaagd
moeten worden. Voorstellen om daar
toe te geraken zijn in bewerking.
Nu in het afgeloopen jaar het resul
taat van onze politiek inzake de han
delsverdragen niet geheel bevredigend
is geweest en de vooruitzichten dienaan
gaande eer slechter dan beter zijn, zal
met handhaving zooveel mogelijk van
onzen export steeds grootere aan
dacht moeten worden geschonken aan
behoud en verruiming van den afzet in
het binnenland.
De aan het bedrijfsleven opgelegde en
wellicht nog op te leggen crisisregelin
gen zullen tot het strikt noodzakelijke
worden beperkt en niet langer dan on
vermijdelijk noodig worden gehand
haafd. Op verlaging van heffingen, uit
deze regelingen voortgekomen, blijft de
aandacht der Regeering onophoudelijk
gevestigd.
Voor Naderlandsch-Indië zal bij voort
during worden gestreefd naar bevorde
ring van den uitvoer en naar aanpassing
van de productie bij de mogelijkheden
van afzet. Ook de industrialisatie van
dit deel van het Rijk zal, waar mogelijk,
geleidelijk worden bevorderd. Het is
verheugend, dat in het afgesloten zit
tingsjaar verschillende maatregelen ge
troffen konden worden, die Nederland
in nauwere economische aanraking
brachten met Nederlandsch-Indië en
Suriname; in die richting zal worden
voortgegaan.
Voor Curagao, waar de financieele en
economische toestand de tijdsomstan
digheden in aanmerking genomen
vrij gunstig kan worden genoemd, bleek
de mogelijkheid van soortgelijke maat
regelen nog niet aanwezig te zijn.
Met groote bezorgdheid voor de toe
komst der menschheid moet worden
vastgesteld, dat bijna allerwegen de
drang naar sterke bewapening herleefd
is. De Regeering zal doen wat binnen
haar vermogen ligt om mede te werken
aan de beteugeling van dat streven. Zij
i*i echter tevens verplicht met dit ver
schijnsel rekening te houden bij de uit
voering van hare aanvankelijke voor
nemens met betrekking tot de nationale
verdediging.
De talrijke en zware tegenslagen op
economisch gebied, gepaard aan ver
schillende gebeurtenissen op ander ter
rein, roepen licht geestelijke verwarring
te voorschijn. Des te meer is het nood
zakelijk, dat de Regeering zoo hier te
lande als in de overzeesche gewesten
ernstig aandacht blijve schenken aan
handhaving van de zedelijke volks
kracht en aan versterking van de een
dracht des volks, opdat het vastberaden
stand houde te midden der beproevin
gen.
Wie zich toeleggen op het zaaien van
wantrouwen en verdenking, wie het ge
zag der Overheid ondergraven, zijn
werkzaam tot verderf van het land <>n
zullen met beslistheid worden weder-
staan.
Veel zal in het komende zittingsjaar
wederom van Uwe werkkracht worden
gevorderd. In de onwrikbare overtui
ging, dat het geloof in Gods Almacht ons
Volk den noodigen levensmoed geven
kan en met de bede, dat het Hem beha
gen moge Zijn zegen te schenken op
Uwen in eendrachtige toewijding aan
het Vaderland te volbrengen arbeid,
verklaar Ik de gewone zitting der
Staten-Generaal geopend.
Voortbrenging, handel en verkeer
zoo is verleden jaar in de troonrede ge
zegd bieden over de geheele wereld
nog een beeld van grondige verwarring-
Bij de productie zoowel als bij den ruil
van goederen openbaren zich overal
verschuivingen, die in menig opzicht
een blijvend karakter schijnen te dragen
en de regeering zal daarom in het
komende zittingjaar in de allereerste
plaats Uw aandacht vragen voor een
reeks van maatregelen die onmisbaar
zijn voor het financieel herstel.
Het was een herhaling van wat nu
al een reeks van jaren de troonrede al
lereerst naar voren heeft gebracht en
het droeve beeld van 's lands ontred
derden toestand is natuurlijk ook dit
maal niet achterwege gebleven.
De troonrede doet duidelijk uitkomen,
dat de toestand niet verbeterd maar
verslechterd is.
Meer nog dan een jaar geleden onder
vinden wij de gevolgen van de geeste
lijke en economische ontreddering waar
onder de geheele wereld heeft te lijden.
De toestand in het bedrijfsleven is
zorgwekkend en alle bedrijfstakken on
dergaan in meerdere of mindere mate
den druk der tijden. Vqn eenige de
pressie is nog niets te bespeuren, inte
gendeel, de lucht zit nog vol economi
sche onweersbuien, die langzaam maar
zeker vanuit de staten, waarmee wij het
nauwste verbonden zijn, naar ons land
komen drijven.
Onzekerheid voor den dag van morgen,
vrees voor onverwachte ineenstortingen
beheerschen het bedrijfsleven en belem
meren productie, handel en verkeer en
natuurlijk wordt ook nu weer verkon
digd, dat het regeeringsbeleid in deze
omstandigheden niet alleen krachtig
moet zijn maar zich naar alle kanten
zal moeten oriënteeren om op ieder
oogenblik de meest doeltreffende maat
regelen te kunnen nemen.
Toch is er verschil in krachtsuiting
tusschen deze troonrede en de vorige.
Het crisis-ministerie-Colijn bracht een
reeks ingrijpende wetsvoorstellen naar
voren, die er toe konden medewerken
den looden last, die het economisch
leven drukte, te verlichten.
De Naamlooze Vennootschappen wer
den onder de loupe genomen evenals
de financieele verhouding tusschen
Rijk en gemeenten, het gemeentelijk
financieel beleid zou onder scherper
controle komen, een wettelijke regeling
van de afbetalingsovereenkomst als
mede een herziening van het binnen-
vaartrecht werden in uitzicht gesteld en
beloften gedaan inzake de werkverrui
ming en de verlaging van woninghuren.
Wij zullen niet nagaan in hoeverre die
beloften verwezenlijkt zijn en op dit
oogenblik alleen maar vaststellen, dat
de toen nieuwe regeering in elk geval
een uitvoerig werkprogram gepubli
ceerd heeft.
En nu?
Is ook de arbeidslust van het ministe
rie-Col ijn geluwd of heeft men na een
jaar van weinig verlichting brengenden
arbeid ingezien, dat bij de werkelijk
heid der droeve feiten menschelijke in
spanning heel weinig verandering ver
mag te brengen?
Hoe het ook zij, een uitgebreid exposé
van ministerieele beloften en toezeg
gingen ontbreekt dit jaar volkomen.
De toestand van ons bedrijfsleven is
nog zorgwekkender dan een jaar te
voren, het regeeringsprogram van af-
weermaatregelen zou grooter dan ooit
te voren moeten zijn en desondanks
blijft het achterwege.
Wij vernemen slechts, dat de regee
ring haar overtuiging handhaaft, dat
voor gezonde publieke financiën moet
worden gezorgd. Daar verhooging van
de reeds zoo zwaar drukkende belastin
gen zonder gevaar voor ineenstorting
niet mogelijk wordt geacht, zullen
's lands uitgaven, om binnen de grenzen
der beschikbare middelen te blijven, nog
verder verlaagd moeten worden.
Wij wisten het reeds want weinige
dagen geleden is het in de kran
ten medegedeeld. De begrooting voor
1935 is sluitend gemaakt, nieuwe belas
tingen worden niet ingevoerd, maar het
personeel in 's Rijks dienst zal opnieuw
een financieele aderlating ondergaan en
in alle diensten en bedrijven zal door
opheffing of reorganisatie naar de
grootst mogelijke versobering gestreefd
worden.
Werd het vorig jaar reeds medege
deeld .dat verder gaande maatregelen
moesten worden genomen in het belang
van den afzet onzer producten binnen
de eigen grenzen ook thans wordt ver
kondigd, dat gezien het onbevredi
gend resultaat van onze politiek inzake
de handelsverdragen en de slechte voor
uitzichten niet zooveel mogelijk
handhaving van onzen export steeds
grootere aandacht moet worden ge
schonken aan behoud en verruiming
van den afzet in het binnenland.
Wij stevenen in de richting van autar
kie. Alle landen zijn allereerst op maat
regelen voor eigen behoud bedacht.
Steeds dichter worden de grenzen ge
sloten, steeds sterker wordt het wereld-
handelsverkeer aan banden gelegd en
de droeve toestand van de oorlogsjaren
wordt opnieuw benaderd, dat op hult»
van buiten niet meer valt te rekenen en
iedere staat met alles wat hij voort
brengt en ten verkoop kan bieden aller
eerst op de koopkracht van eigen land-
genooten heeft te rekenen
Vanzelfsprekend en daarom weinig
zeggend, is de tirade, dat de diverse cri
sisregelingen tot het strikt noodzake
lijke worden beperkt en niet langer da-i
onvermijdelijk noodig worden gehand
haafd .alsmede dat op verlaging van
heffingen uit deze regelingen voortge
komen, de aandacht der regeering ge
vestigd blijft.
Het ziet er nog niet naar uit, dat deze
crisisregelingen in het komende parle
mentaire jaar zullen verdwijnen.
Integendeel, de 6teeds grooter geble
ken onmacht van het bedrijfsleven doet
vermoeden, dat de regeeringscrisis-
maatregelen nog steeds omvangrijker
zullen worden.
Vlugger dan ooit te voren is de troon
rede tot den toestand in onze Koloniën
genaderd. Ook voor Nederlandsch Indië
zal natuurlijk bij voortduring worden
gestreefd naar bevordering van den uit
voer en naar aanpassing van de pro
ductie bij de mogelijkheden van afzet,
terwijl men de industrialisatie zoo mo
gelijk zal bevorderen. De troonrede
verheugt zich, dat in het afgeloopen
jaar verschillende maatregelen getrof
fen konden worden, die het moederland
in nauwere economische aanraking
brachten met Ned. Indië en Suriname,
het belooft een voortzetting van deze
politiek en daarmede hebben de be
langrijke koloniale bezittingen voor dit
jaar afgedaan.
Cura<;ao, het stiefkindje, dat, gezien
de ongunstige levensvoorwaarden, een
tamelijk goed rapport thuis gebracht
heeft, blijkt nog niet zelfstandig ge
noeg om het op dezelfde wijze tot ver
dere ontwikkeling te brengen.
Zijn wij gewoonlijk met een overzicht
van den toestand in onze koloniën aan
het slot van de troonrede gekomen,
thans volgen daarna nog eenige belang
rijke passages.
De troonrede wijst er met groote be
zorgdheid voor de toekomst der
menschheid op, dat vrijwel allerwege de
drang naar sterke bewapening her
leefd is.
Het ligt zeer zeker niet aan onze
regeering, dat op dien weg des verderfs
steeds verder wordt gegaan, maar het
is begrijpelijk, dat zij daarmee bij onze
eigen bewapening rekening heeft te
houden.
Qui se fait brébis, le loup le mange..
Zullen leger en vloot in de ure des
gevaars paraat zijn en ons land tegen
elk aanranding kunnen beschermen,
dan zullen ook wij de bakens moeten
verzetten wanneer het getij verloopt en
ons zwaardere offers moeten getroosten
wanneer de meerdere bewapening van
omliggende staten dat noodzakelijk
maakt.
Het is te hopen, dat uitschakeling der
particuliere wapenindustrie alom tot
een grooter gevoel van geruststelling
moge leiden.
De regeering zal ernstige aandacht
blijven schenken aan de handhaving
van de zedelijke volkskracht en verster
king van de eendracht des volks opdat
het vastberaden stand houde te mid
den der beproevingen en met beslist
heid optreden tegen allen, die zich toe
leggen op het zaaien van wantrouwen
en verdenking, die het gezag der Over
heid ondergraven en werkzaam zijn tot
verderf van het land.
Deze toezegging zal geen ijdel woord
De Troonrede.
Duitschlands grootste spionne
overleden. (Dag. Overzicht).
De Amerikaansche staking neemt
in omvang toe. (Buitenland).
Kerkstrijd in Duitschland, ver
schillende betoogingen. (Buitenland)
Prinses Marina in Engeland aan
gekomen. (Buitenland).
Nieuwe burgemeester van Gro
ningen. (Binnenland).
Groote brand te Amersfoort. (Bin
nenland).
(Zie vertier eventueel laatste
berichten>
zijn. Reedé?meermalen heeft in het afge
loopen parlementaire jaar de regeering-
Colijn getoond, dat zij niet aarzelt in te
grijpen wanneer door onverantwoorde
lijke en politiek verblinde elementen het
saamhoorigheidsgevoel van ons volk
dreigt verstoord te worden.
Voor wie in troebel water denken te
visschen is deze regeering gelukkig
zonder erbarmen.
Het was te verwachten, dat de troon
rede melding zou maken van de zware
slagen, die ons Vorstelijk Huis dit jaar
heeft getroffen.
Hare Majesteit doet het slechts met
een enkel woord en brengt in dit be
langrijke staatsstuk een woord van
warmen dank voor de treffende bewij
zen van genegenheid en verknochtheid,
die Zij uit alle kringen des volks heeft
mogen ontvangen.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder,
die zoo menigmaal de troonrede ter ken
nis van Haar volk heeft gebracht, is ons
land ontvallen en Z. K. H. Prins Hendrik
zal den blijden tocht in de gouden koets
niet meer meemaken.
Zijn zetel zal onder den troon in de
ridderzaal verdwenen zijn en allen, die
daar op den derden Dinsdag in Septem
ber bijeenkomen zullen, nu Hare Majes
teit slechts met Haar dochter verschijnt,
beseffen hoe zeer naast de steeds zwaar
dere staatszorgen ook het onafwendbare
noodlot Haar in Haar persoonlijk leven
heeft getroffen.
Mogen de zorgvolle omstandigheden
waaronder wij allen leven, ons saam
hoorigheidsgevoel vergrooten en den
band tusschen volk en vorstenhuis
hechter dan ooit maken.
Gisteren is in een krankzinnigen
gesticht te Zürich overleden Anne
Marie Lesser. Zij was de voornaam
ste leidster van den Duitschen ge
heimen dienst tijdens den wereld
oorlog. Anne Marie Lesser toch was
Frankrijks onverzoenlijkste en ge
vaarlijkste vijandin uit dien tijd,
„La Tigresse Rouge", zooals zij
door de Franschen werd genoemd.
Omtrent de afkomst van Anne Marie Les
ser tast men volkomen in het duister. Be
weerd wordt, dat zij de dochter van een een
voudig Berlijnsch antiquair is, doch dit
staat geenszins vast. Bekend is slechts dat
zij reeds op 16-jarigen leeftijd op avontuur
uittrok met haar vriend Carl von Winanky,
kapitein van de Zwarte Huzaren van het
Duitsche leger. Door zijn bemiddeling werd
zij geïntroduceerd bij den Duitschen gehei
men dienst en in dienst daarvan vertrok zij
weldra met haar vriend naar Parijs. Hun
verblijf in de lichtstad duurde slechts twee
maanden; toen reeds was de Fransche ge
heime dienst op de hoogte van hun practijken
en zij wisten nog juist bijtijds Frankrijks
grenzen achter zich te laten. Het paar begaf
zich daarop naar Keulen. Toen von Winanky
daar overleed, besloot de toen 17-jarige jon
ge dame zich geheel aan den spionnagedienst
van haar land te wijden. Zij wist grooten in
vloed uit te oefenen op haar mannelijke col
lega's, zoodat zij spoedig werd belast met
het verzamelen van militaire gegevens om
trent de nabuur-staten.
Toen de wereldoorlog op het punt stond
uit te breken, was Anne Marie Lesser een
vrouw van buitengewone schoonheid. Zij
verliet ijlings haar woning in de Küniggrat-
zerstrasse te Beriijn en begaf zich naar ont
werpen. Daar installeerde zij zich in een
schitterende villa aan de Avenue Léopold.
Toen de oorlog uitbrak, was zij in de
gelegenheid haar capaciteiten volledig te
ontplooien.
Te Antwerpen wist zij een leger van agen
ten te werven. Menschen uit alle lagen van
de maatschappij namen het eerlooze beroep
van spion op zich, aangelokt door de winst-