Qemeeutecadett
£<md= en Jmm&ouw
JA ZEKER... U
De „Troonrede" in de Pers.
De verschillende meeningen.
moeiH'k" «-
de bestrijling van de uitgaven voor de
Marine groot 12.000.000, hierboven
reeds vermeld.
Minder is uitgetrokken voor Afdee-
iing III (Cura?ao) 34.441, waarvan
31. 527 omdat minder noodig is voor
1934
Grondbelasting 9.735 000
Inkomstenbelasting ^4880 000
Vermogensbelasting 17.515000
Verdedigingsbelasting I 11.700 000
Divid- en Tantièmebelast. 12.240000
Invoerrechten 86.462.500
Statistiekrecht 1.800.000
Accijns zout 2.300.000
Accijns geslacht 6.o00 000
Accijns wijn 2.340.000
Accijns gedistilleerd 33.000.000
Accijns bier 11.815.000
Accijns suiker 62.200.000
Accijns tabak 31.000 000
Belasting gouden en zilve
ren werken 600.900
Omzetbelasting 81.500000
Zegelrechten 15.860.000
Registratierechten 10.000000
Successierechten 30.400.000
Couponbelasting 5.400.000
de materieele behoeften en overige uit
gaven van het detachement mariners
Middelen.
De middelenraming 1934 is thans ge
worden als volgt:
1935
9.870 000
61.200.000
17.515.000
9.200.000
12.000.000
97.500.000
1.800.000
2.000.000
6.500.000
2.800.000
31.000.000
10.000.000
50.000 000
34 000.000
550.000
81.500.000
16.000.000
11.500.000
33.000.000
5.000.000
Meer.
135000
6.320.000
11.037.500
460000
3.000.000
140.000
1.500.000
2.600.000
Minder.
2.500000
240.000
300.000
2.000.000
1815 000
12.200.000
50.000
400 000
Totaal belastingen 487.247.500 492.935 000 25.192.500 19.505 000
Overige gewone middelen 142.969.422 138 429.921 4.539.501
Totaal gewone middelen
630.216.922 631-364.921 25 192.500 24.044 501
meer 1.147.999
Voorschotten aan gemeenten.
Er is mindèr uitgetrokken voor aankoop
van Staatsschuld voor het Muntfonds
6.000.000, voor voorschotten ingevolge de
Woningwet 8.000.000 en voor voorschot
aan het Wegenfonds 3 000.000.
Daartegenover is nieuw uitgetrokken
5.000.000 voor voorschotten aan gemeen
ten, ten einde deze in staat te stellen aan
particuliere bouwers geldleeningen te ver
strekken onder verband van tweede hypo
theek.
Voorts is minder aangevraagd: 3.433.000
Landbouwcrisisfonds.
Het is niet mogelijk gebleken de begroo
tmg van het Landbouwcrisisfonds gelijk
tijdig met de overige Fondsbegrootingen in
te zenden. De vele instanties, welke ter zake
dienen te worden geraadpleegd, maken een
langdurige voorbereiding noodzakelijk. De
regeering zal alle mogelijke maatregelen tref
fen. teneinde binnen korten tijd deze begroo
ting afzonderlijk toe te zenden.
MAATREGELEN TOT DEKKING
VAN HET TEKORT.
Gelijk medegedeeld wordt een nadeelig
saldo geraamd van f 92.992.886.
Het volgende wordt opgemerkt in zake de
dekkingsmaatregelen, waardoor naar het
oordeel der regeering het tekort zal kunnen
worden opgeheven.
Uitgaven.
lo. Een vermindering der op het Rijks
budget drukkende lasten ter zake van pen-
sionneering van het Overheidspersoneel ten
bedrage van 3.000.000.
De regeering meent, dat het niet
onredelijk is ook de gepensionneer-
den eenigszins tot de verlaging van
uitgaven te doen bijdragen. Naar
hare meening zou dat kunnen ge
schieden door te bepalen, dat de
bijdrage voor gezinspensioen, waar
van zij na pensionneering thans
zijn vrijgesteld, blijft doorloopen.
Gevolg van dezen maatregel is, dat de
door de contribuabelen van het fonds te be
talen bijdrage voor het gezinspensioen kan
worden verlaagd, welke verlaging uit den
aaid der zaak ook op het budget van de ge
meenten, provinciën enz. van invloed zal zijn.
Een wetsontwerp tot regeling van de beide
boven aangehaalde onderwerpen zal binnen
kort worden ingediend.
2o Verschillende besparingen op Onder
wijs, o.a. vermindering van uitgaven ter
zake van wachtgeld voor het O L. O. en
B. L. O., bezuiniging op de onderwijsoplei
ding, verhooging van den toelatiogsleeftijd
en concentratie van scholen voor bijzonder en
openbaar lager onderwijs f 10.200.000.
Deze besparingen moeten voor een deel als
perspectief-bezuinigingen worden beschouwd.
Alles wat mogelijk is zal echter
worden gedaan om de wachtgelden
zeer spoedig te doen verdwijnen en
het nuttig effect van de hierboven in
het kort aangegeven maatregelen te
bereiken.
De spoorwegen.
Het tekort op de exploitatie der Neder-
landsche Spoorwegen blijft een voortduren
de bron van zorg voor de regeering.
De instelling van het „Verkeersfonas", na
dat het desbetreffend wetsontweip ook door
de Eerste Kamer zal zijn aangenomen, zal,
zooals de regeering blijft hopen, door het
bijeenbrengen van alle inkomsten en uitga
ven inzake het verkeer, een veel overzichte
lijker beeld geven van het geheel en de
coördinatie van het verkeer in de hand wer
ken, zoodat althans de factoren, die het bo
vengenoemde tekort zoo hardnekkig doen
zijn, beter in het oog gevat en zoover moge
lijk bestreden kunnen worden.
Zij kan thans nog niet worden
gemist, nu vermindering van het
tekort nog niet is bereikt. Dat deze
uiteindelijk tot stand moet komen,
is duidelijk.
Waar intusschen meer maatregelen, als
afsnijden van verliesgevende bedrijfstakken
en afvloeien van personeel eerst langzaam
doorwerken, wil de regeering de noodige
voorzichtigheid betrachten door hare ver
wachtingen te dien opzichte in een in ver
houding tot het tekort betrekkelijk beschei
den bedrag, namelijk 10 millioen,- uit te
drukken.
Zij is er zich volkomen van bewust, dat ook
indien dit bedrag wordt verkregen, 't spoor
wegprobleem nog slechts zeer ten deele zal
zijn opgelost, zoodat het vermoedelijk nog
wel enkele jaren zal duren voordat ook op
dat gebied een behoorlijke aanpassing en
een nieuw evenwicht zal zijn verkregen.
5e. Voorstellen zullen binnenkort worden
ingediend, welke een verlaging van de door
het rijk aan het Invaliditeitsfonds en het
Ouderdomsfonds te betalen annuïteit ten
gevolge zullen hebben met rond 14.000.000
Ter toelichting zij medegedeeld, dat een
tweetal wetsontwerpen het betrokken Depar
tement hebben verlaten, welke de strekking
hebben, de lasten, voor het Rijk uit de so
ciale verzekering voortvloeiende, gedurende
een reeks van jaren, zij het in afnemende
mate, te verlichten.
Capitulantenstelsel.
6e. Uit in voorbereiding zijnde
maatregelen tot invoering van het
zg. capitulantenstelsel en tot af
schaffing van het vooroefenings
instituut en van het gebruik van
burger-corveeërs, wordt op Defen
sie eene vermindering van uitgaven
verwacht van 5.000.000.
Middelen.
De toestand van 's lands financiën maakt
het echter mede als gevolg van de op het
Rijksbudget van 1935 drukkende crisisuit
gaven wegens verleening van subsidiën aan
gemeenten in de kosten van steun aan werk-
loozen en die van werkverschaffing tot een
bedrag van 46 millioen en van de bijdra
ge van 10 millioen, die bij totstandkoming
der gewijzigde regeling der financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeenten
;edurende een reeks van jaren ten laste van
ie Rijksbegrooting aan het Gemeentefonds
zal moeten worden gegeven noodig, dat
deze heffingen ook voor de eerstvolgende
jaren worden gehandhaafd. Zij zullen even
wel wat de Gemeentefondsbelasting betreft,
worden omgezet in opcenten op de Rijks
inkomstenbelasting.
In totaal wordt door de boven
staande maatregelen het tekort op
de Rijksbegrooting verminderd met
92 230.128, zoodat hierna nog te
dekken valt 762.758.
De gisteravond verschenen Nederlandsche
bladen wijden uitvoerige hoofdartikelen aan
de Troonrede, welke H M. de koningin bij
de opening der Staten-Generaal heeft uitge
sproken. Wij geven hieronder een overzicht
van de verschillende meeningen.
„De Troonrede", zegt de Nieuwe Rot-
terd. Crt., „heeft het karakter gekregen
van moderne kunst: geen duidelijke welge
vormde beelden, geen scherp omlijnde ge
dachten, doch stemming, sfeer (zooals we
dat tegenwoordig dan gaarne noemen),
weergeving van algemeene aandoeningen vah
het gemoed".
,.En die stemming is somber, uiterst som
ber^ zonder een straaltje van optimisme".
Het blad bespreekt vervolgens de positie
De verschrUdrelijke «(den. die <fe wereld
doormaakt, zijn een internationaal verschijn
sel, waarop de regeering van een land als
het onze slechts uiterst weinig invloed kan
oefenen. Ieder, die buiten het internationale
politieke levea staat, dat de groote, machti
ge mogendheden beheerschen, weet waarmee
zou moeten worden begonnen om den weg
tot verbetering te vinden: geleidelijk herstel
van het internationale economisch verkeer.
Zoolang die weg niet wordt ingeslagen zul
len alle pogingen tot oplossing van de groo
te internationale moeilijkheden, waarmee de
wereld te kampen heeft, zal elk streven tot
afwending van de sterk dreigende gevaren,
die over de wereldgemeenschap hangen,
dood loopen. De Nederlandsche regeering
heeft dien weg gewezen en voor wie wil
den opengesteld, doch zij heeft daarmee aan
de internationale doovemansdeur geklopt.
Na de sterke uitdrukkingen, die in de
Troonrede in verband met de benarde positie
van het bedrijfsleven gebezigd worden, aan
gehaald te hebben, vraagt He t V o 1 k (s.d.)
zich af, wat de perspectieven zijn, die de re
geering aan de bevolking opent in dezen
treurigen toestand, en wat de middelen zijn,
die zij in overweging heeft, om aan dien toe
stand tegemoet te treden. Het blad beant
woordt deze vragen aldus:
Zij stelt nog steeds geen ander middel in
het vooruitzicht, dan het middel, dat zij bij
feSSJW-r genoemd heeft,
rfna H- ff', de vorige regee-
A.ng', f'eJ*der* het uitbreken van de crisis
4SP het hgwind was, bij voortduring heeft
toegepast, het middel der ..aanpassing", der
deflatie, der kostenverlaging.
In de troonrede wordt van „voorzichtige'
aanpassing gesproken en in dezelfde zinsne
de komt het woord „behoedzaamheid" voor.
Tot ons leedwezen kunnen wij echter aan
deze blijkbaar eenigszins als geruststelling
beoogde bewoordingen geen geioof hechten.
Tot dusver was in de aanpassing, gelijk door
de regeering toegepast, geenerlei voorzich
tigheid of behoedzaamheid te bespeuren,
maar werd de aanpassing integendeel met
straffe hand en tegenover de plaatselijke be
sturen zelfs met veronachtzaming van de
staatsrechtelijke constitutie doorgevoerd.
„De schaduw van het persoonlijk leed, die
over de Troonrede hangt", oordeelt de
,,Ma a s b o d e", „wordt inderdaad nog ver
ergerd door de donkterte, die de wereldtoe
stand ons brengt".
„Een donkerte", aldus het R.K. Rotterdam-
sche blad, „allereerst van geestelijken aard,
zooals de Troonrede terecht constateert. De
wereld, die door de wondere vlucht van de
techniek zoo schoon en lichtend zijn kon, ;s
verduisterd door de lieden, die meenden
haar gelukkiger te zullen maken met een
uitdooven van de lichten des hemels. Het is
de geestelijke crisis, die politiek en techniek
tegelijk beheerscht.
Dat de regeering streeft naar verlaging der
heffingen uit de crisis-regelingen voortgeko
men, spreekt vanzelf. Ieder stemt toe, dat dit
behoort te geschieden, waar het eenigszins
mogelijk is. Alleen is het verstandig hiervan
niet al te veel te verwachten, daar de regee
ring het doel dier heffingen niet kan voor
zien en rekening moet houden met de be
staansmogelijkheden voor den producent".
o
Het Alg. Handelsblad meent, dat in
de Troonrede weinig of niets tot het hart van
het volk spreekt:
Resumeerend kunnen wij van deze troon
rede dit zeggen: Zij bevat goede en gezonde
gedachten en zij drukt deze voorzichtig uit;
maar zij zegt enkele belangrijke dingen niet,
of niet duidelijk genoeg, en de toon is matter
dan wij gehoopt hadden op een oögenblik dat
ons volk een hart onder den riem vraagt van
zijn wettige leiders. De slotparagraaf van de
troonrede vraagt levensmoed voor ons volk.
Wij verwachten, dat bij deze nationale regee
ring die moed geen oogenblik zal verzwak
ken. Noch naar binnen, noch naar buiten,
lechts een moedige regeering zal ons volk
krachtig aan zich kunnen binden.
o
De Telegraaf schrijft onder het op
schrift: „In Mineur": De ernst en zwaartil
lendheid in regeeringskringen is voor ons
een waarborg, dat het kabinet-Colijn met in
spanning van alle energie de moeilijke taak
ten einde zal brengen, die het in deze Troon
rede wordt opgelegd. In de laatste plaats
gist aan een regeering voorbarig optimisme,
aarentegen ligt het wel op onzen weg er op
te wijzen, dat het economische inzinkings-
Eroces zijn eindstadium bereikt schijnt te
ebben, en dat wij, hoewel op veel lager ni
veau, weer vasten grond onder onze voeten
beginnen te voelen. De regeering heeft den
plicht er op te wijzen, dat ons overheidsap
paraat zich nog altijd niet heeft aangepast
aan onze verminderde welvaart en rijkdom.
Zij kon dit moeilijk doen onder het brengen
van een saluut aan onze nijvere en taaie be
volking, die vecht en niet ondergaat. Dank
zij den ernst en de zorg der regeering be
hoort in deze ongelukkige wereld Nederland
tot een der gelukkigste landen, dat weliswaar
ook zwaar is getroffen, maar dat niet, zooals
zoovele groote en kleine staten, voor de moei
lijkheden van deze ongekend zware crisis
heeft moeten capituleeren.
Zooals de financieele politiek der regee-
ring onder den druk der openbare meening
staat, zoo is dat ook het geval met haar de
fensie-maatregelen. Wij zijn een door en door
anti-militaristisch volk, maar juist in de
kringen die vroeger het luidste riepen om
ontwapening, gevoelt men thans het meest,
dat ons land geen gemakkelijke prooi van
oorlogvoerende landen mag zijn. Wij verlan
gen een goed slot op onze deur, niets meer
en niets minder.
URSEM.
Maandag vergaderde de raad dezer
gemeente voltallig.
De voorzitter bracht ter tafel een schrij
ven van den minister van Sociale Zaken; een
mededeeling van het Provinciaal Waterlei
dingsbedrijf van Noordholland, dat over de
maanden Juli en Augustus 1934 geen per-
ceelen in deze gemeente aan het buizennet
zijn aangesloten en een schrijven van Ged.
Staten van Noordfcollanü. houdende opgaaf
van de bijdragen in de kosten van den keu
ringsdienst voor het dienstjaar 1934. De ge
meente Ursem moet als bijdrage betalen
169.52.
De voorzitter deelde mede, dat de begroo
ting der gemeente (dienst 1934) is terugge
zonden. Ged. Staten hebben het bij nadere
overweging gewenscht geacht dat onder
volgnummer 236 der begrooting voorloopig
alleen geraamd wordt het voor 1934 noodig
geachte subsidie aan het Burgerlijk Arm
bestuur. De begrooting van uet Burgerlijk
Armbestuur gaf aan als totaal der thans ge
raamde uitgaven 16359.76. De inkomsten
worden met uitzondering van het chans
opgenomen subsidie der gemeente op een
bedrag van f 3524.62 geraamd Het totale
tekort bedraagt f 16359.763524 62=
12835.14. In dit nadeelig tekort is f 9585.19
begrepen wegens nadeelige saldi van de vo
rige dienstjaren. Voor den dienst 1934 zelf .s
derhalve een subsidie noodig van 12835.14
f 9585,19= f 3249.95. Dit bedrag van
3249.95 behoort dus te worden geraamd op
volgnummer 236 der begrooting. In ver
band hiermede dient de hierop betrekking
hebbende post der begrootingen en het Alge
meen Burgerlijk Armbestuur gewijzigd te
worden.
Over de wijze waarop de nadeelige saldi
van het Burgerlijk Armbestuur van vorige
dienstjaren moeten worden gedekt, zullen
Ged. Staten nader berichten. Ged. Staten
gaven in overweging zoo mogelijk de inkom
sten te verhoogen en indien het mogelijk was
de uitgaven te verminderen. Wanneer na het
nemen dezer maatregelen de gemeente-
begrooting nog een tekort zou aanwijzen,
dan hadden Ged. Staten er geen bezwaar
tegen over een gedeelte der reserve van het
GE. B. te beschikken.
B. en W waren van oordeel, dat de in
komsten reeds zoo hoog mogelijk waren op
gevoerd en de uitgaven zoo laag mogelijk
waren geraamd. Het ontstane tekort op de
geulen te-begrooting bedraagt nog derhalve
3249.952000 subsidie, die reeds op de
begrooting was geraamd f 1249.95.
B. en W. stelden voor dit tekort te bestrij
den uit de reserve van het G. b. B. en de be
groeting van de gemeente en het Burgerlijk
Armbestuur en van het Gemeentelijk Electn-
citeitsbedrijf dienovereenkomstig te wijzigen
In behandeling kwam de ombouw van het
electrisch net te Rustenburg in verband mH
de kanaalwerken. De voorzitter gaf twee mo
gelijkheden aan en wel het plaatsen van een
bovengrondsch net of het leggen van een on-
dergrondsche kabel. Het boven gr ondscne
net kost circa f 200, terwijl de °nder;
grondsch kabel de kosten van 420.40 met
zich brengt.
Bovendien moet de gemeente ter erkenning
van het eigendomsrecht een jaarlijksche re
cognitie van 2.50 aan de provincie betalen.
Uit het oogpunt van het algemeen belang
stelden B. en W. voor een ondergrondscüe
kabel te leggen. Aldus werd besloten.
Aan de orde kwam de wijziging van het
raadsbesluit d-d. 30 Juli j.1. betreffende het
aangaan der geldleening van 5700 ter con
solideering van de voor den schoolbouw ge
maakte meerdere kosten, alsmede der ver
strekte voorschotten voor de instandhouding
van den groven tuinbouw in West-Friesland.
Ged. Staten maakten bezwaar tegen het
aflossen in 38 jaren van deze leening, voor
zoover deze betrekking heef: op de voor den
groven tuinbouw verleende voorschotten.
Overeenkomstig de bezwaren van Ged. Staten
werd besloten over de jaren 193d t/m. 1937
150; over de jaren 1938 t/m. 1952 275,
over 1953 75 en daarna jaarlijks f 50 af te
lossen onder voorwaarde dat de bedragen
die door de tuinders voor 1938 zullen worden
terugbetaald ook door de gemeente op de
leening zullen worden afgelost, terwijl, in
dien de door de tuinders in 1938 en volgende
jaren terug te betalen gelden méér bedragen
dan het bedrag der dan verplichte jaarlijksche
aflossing, dit meerdere door de gemeente
extra op de leening zal worden afgelost.
Tot lid van het Algemeen Burger'ijk Arm
bestuur in de vacature-A. T essel werd de heer
J. Pater Pzn. benoemd.
B. en W. stelden voor tot uitbreiding van
verkoopgelegenheid op Zondag over te gaan.
Aldus besloten.
Op voorstel van B. en W. besloot de raad
den pensioengrondslag van den gemeente
veldwachter te stellen op 1680.
Een reclame inzake aanslag schoolgeld
was ingekomen van den heer J. Bakker. Be
sloten werd den aanslag te stellen op 4.94.
Op een reclame van hondenbelasting van
den heer N. Koppes werd besloten alge-
heele ontheffing te verleenen.
KON. NED. MIJ. VOOR TUINBOUW
EN PLANTKUNDE.
De groote keuring van de Kon. Nederl.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde
te Amsterdam heeft op de Amato plaats ge
had, waar o.m. de volgende inzendingen
prijzen kregen:
Zilv. med. van dc Kamer van Koophandel
te Amsterdam, een inzending der kweekers-
vereeniging „Flora" en veilingvereeniging
,,'t Centrum", Beverwijk.
Een klein gouden medaille groep Tritoma's
Kweekersvereeniging „Flora", Beverwijk.
DE INKRIMPING VAN DEN
VARKENSSTAPEL.
Na 17 September geen afneming
van gemerkte biggen meer.
In Augustus j.1. heeft de Nederlandsche
Varkenscentrale wederom een varkenstelling
gehouden.
Het beste vergelijkingsmateriaal leveren
de tellingen van November 1933 en Septem
ber 1932, aangezien bij de voorjaarstellingen
een kleiner aantal varkens bestemd voor huis-
slachting is dan in den zomer en in het na
jaar.
Vergeleken met November 1933 is het to
taal aantal varkens gedaald met 25 pet.,
vergeleken met September 1932 met 32 pet.
Zelfs wanneer men het totaal aantal varkens
vergelijkt met dat, aanwezig in Mei 1934,
komt men tot een verminderen nJ. van
10 pet. De sterkste vermindering heeft plaats
gevonden in de groep „biggen tot 6 weken".
Het aantal biggen is zelfs belangrijk lager
dan dat, aanwezig in 1921, hoewel de var
kensstapel als geheel toen kleiner was. Het
aantal aanwezige biggen bedraagt 68 pet.
van dat, aanwezig in November 1933 en
55 pet. van dat, aanwezig in September 1932.
In overeenstemming hiermede is ook het
aantal fokzeugen sterk achteruit geloopen.
De verminderinf bedraagt 39 pet. vergeleken
met November 1933 en 45 pet. vergeleken
met September 1932. Het aantal drachtige
zeugen bedroeg 79.092 tegen 124.264 in No
vember 1933, het aantal fokzeugen bij de
biggen 66.792 tegen 114.262 in November
1933.
Ook de groep varkens ouder dan 6 weken,
doch lichter dan 60 K.G. is belangrijk afge
nomen. De vermindering bedraagt 42 pet.
vergeleken met November 1933 en 44 pet
vergeleken met September 1932. In de groep
varkens van 60 tot 65 K.G. heeft een ver
meerdering van 17 pet. plaats gevonden,
wanneer een vergelijking gemaakt wordt met
November 19°3, doch een vermindering van
25 pet., indien men een vergelijking maakt
met September 1932.
Het aantal varkens, zwaarder dan 95 K.G.
is in vergelijking met November 1933 gedaald
met 6 pet. Het aantal dezer varkens is
echter hooger dan dat aanwezig in September
1932.
De daling van het aantal varkens zwaar
der dan 95 K G. is veroorzaakt door een ver
mindering in de gewichten beneden 150 K G.
Het aantal varkens van 95—120 K G.
daalde van 185,974 in November 1933 tot
113,606; het aantal varkens van 120 tot 150
K.G. van 120,285 in November 1933~~~w
107,255. Daarentegen heeft, gelijk verwachl
werd, een vermeerdering van de vari»T
zwaarder dan 150 K.G. plaats gehad hS
aantal varkens in de gewichten van 150 w
180 K.G. vermeerderde van 49,699 jn m
vember 1933 tot 91,622, het aantal varken*"
in de gewichten boven 180 K.G. vermeerdert?
van 14,681 in November 1933 tot 45,308
Uit de hierboven weergegeven cijfers bjjju
dat de inkrimping van den varkensstapel
op bevredigende wijze voltrekt. Dit resultaat
is mede bewerkt door het afnemen van «T
aantal biggen. Sedert 22 Mei 1934 zijn dSü
de Nederlandsche Varkenscentrale 140 ?vsa
gemerkte en 7300 ongemerkte, in
148,168 biggen afgenomen. Aangezien uit «u
iellingscijfers blijkt, dat in de naaste toekom»?
geen teveel aan varkens aanwezig zal z,„
zal de verolichting tot het inleveren yan
mericte biggen op 17 September komen 1'
vervallen, zoodat van dien datum af geen
merkte biggen meer door de Neder" -
Varkenscentrale zullen worden afgerxxnen
Met de afneming van ongemerkte biggtn
zal voorloopig worden doorgegaan.
VERGADERING ALG. NED.
ZUIVELBOND.
Openingsrede van den voorzitter
In Bellevue te Amsterdam is gistermiddag
de Algemeene Vergadering van den Alge-
meenen Nederlandschen Zuivelbond g».
opend met een rede van den voorzitter, den
heer L. F. Britzel.
De heer Britzel verklaarde daarin, dat de
toestand, waarin de Nederlandsche zuivel
bereiding verkeerde, helaas zeer slecht tt
noemen is. Sedert de vergadering van 4 Ok
tober 1933 is de positie zelfs niet gelijk g*
bleven, maar nog achteruit gegaan. Als oot.
zaken daarvan noemde hij het zich tteedl
meer ontwikkelende streven tot zelfvoorzfr
ning in naburige landen, de betalingsmoef
lijkheden met Duitschland, de depreciatie
van buitenlandsche betaalmiddelen en de
concurrentie op de internationale markt van
landen, waar de veehouders werken ondet
gunstigen' natuurlijke omstandigheden dan
de Nederlandsche.
In zuivelkringen is in het afgeloopen
jaar beroering gewekt door de verdeenai
van den bekenden „zuivelpot", dien tot stand
kwam door heffingen op den export van
zuivel- en melkproducten. De Vereenigmg
heeft herhaaldelijk bij de regeering aange
drongen op uitkeering aan producenten.
Men heeft de regeering echter niet kunnen
overtuigen. De minister van economische
zaken heeft kort geleden besloten, dat van de
aanwezige gelden ongeveer 10 millioen gul
den zal worden gestort in het landbouw
crisisfonds. Deze oplossing bevredigt den
Zuivelbond geenszins, maar men doet ver
standig met zich bij het besluit der regee
ring neer te leggen.
Er valt verder onder de ïahtlbereider»
een zekere onrust waar te nemen ten opzichte
van de toekomstige regeeringsbemoenngetv.
Men krijgt den indruk, dat de veehouderij
doelbewust zal worden achtergesteld bij oen
akkerbouw. Hoe men de zaak ook keert <n
draait, een duurder maken van de akker
bouwproducten, die in Nederland^ hun weg
vinden als veevoeder, zal zelden in het ÖJ
lang van den veehouder zijn. Wat men ook
wil doen, het is noodzakelijk, dat er spoedig
bekend wordt gemaakt, waarop de veehouder
heeft te rekenen bij de uitoefening van zijn
bedrijf.
Vervolgens kreeg de secretaris, de heer J.
A. Geluk, het woord voor het doen van eeni-
ge mededeelingen. Door het vastloopen der
vrijwillige clearing-overeenkomst met
E>uitschland blijven aldus spr. groote
vorderingen voorloopig onbetaald, waardoor
er gebrek aan bedrijfskapitaal ontstaat. De
regeering heeft een regeling getroffen,
waardoor exporteurs in de gelegenheid wor
den gesteld, de op de producten gelegde hef
fingen met een ruimen crediettermijn te be
talen. Intusschen zijn door de financieele
moeilijkheden met Duitschland jaren lang
bestaan hebbende relaties in gevaar ge
bracht, zoodat meer boter tegen zeer on-
voordeelige voorwaarden moet worden ge
ëxporteerd. De uitvoer naar Frankrijk krimpt
steeds meer in, daar dat land hoe langer
hoe meer in eigen behoeften gaat voorzien.
In de uitvoering der contingenteering vatt
den export naar Engeland is, zoo zeide spr,
eChige verbetering gekomen. De uitvoer naar
België wordt nog steeds door contingent#:
ring belemmerd. In den laatsten tijdzF
door het crisis-zuivelbureau aan het
tement van Economische Zaken bespreM
gevoerd over den te volgen weg bij rw*?®.
nisatie van den geheelen crisisdienst op z
velgebied. Aan het Departement staat m-
een concentratie voor, die Crisis-Zuiveice
trale en Crisis-Zuivelbureau in één sticütin»
onderbrengt.
Nu komt er rustl Nu zijn vrevr
bodige geluidssignalen verboden
(f75.- boeteI). 't Werd tijd: x«
toeterden er maar op losl Wie-