Qemeeutecadett £<md= en Jmm&ouw JA ZEKER... U De „Troonrede" in de Pers. De verschillende meeningen. moeiH'k" «- de bestrijling van de uitgaven voor de Marine groot 12.000.000, hierboven reeds vermeld. Minder is uitgetrokken voor Afdee- iing III (Cura?ao) 34.441, waarvan 31. 527 omdat minder noodig is voor 1934 Grondbelasting 9.735 000 Inkomstenbelasting ^4880 000 Vermogensbelasting 17.515000 Verdedigingsbelasting I 11.700 000 Divid- en Tantièmebelast. 12.240000 Invoerrechten 86.462.500 Statistiekrecht 1.800.000 Accijns zout 2.300.000 Accijns geslacht 6.o00 000 Accijns wijn 2.340.000 Accijns gedistilleerd 33.000.000 Accijns bier 11.815.000 Accijns suiker 62.200.000 Accijns tabak 31.000 000 Belasting gouden en zilve ren werken 600.900 Omzetbelasting 81.500000 Zegelrechten 15.860.000 Registratierechten 10.000000 Successierechten 30.400.000 Couponbelasting 5.400.000 de materieele behoeften en overige uit gaven van het detachement mariners Middelen. De middelenraming 1934 is thans ge worden als volgt: 1935 9.870 000 61.200.000 17.515.000 9.200.000 12.000.000 97.500.000 1.800.000 2.000.000 6.500.000 2.800.000 31.000.000 10.000.000 50.000 000 34 000.000 550.000 81.500.000 16.000.000 11.500.000 33.000.000 5.000.000 Meer. 135000 6.320.000 11.037.500 460000 3.000.000 140.000 1.500.000 2.600.000 Minder. 2.500000 240.000 300.000 2.000.000 1815 000 12.200.000 50.000 400 000 Totaal belastingen 487.247.500 492.935 000 25.192.500 19.505 000 Overige gewone middelen 142.969.422 138 429.921 4.539.501 Totaal gewone middelen 630.216.922 631-364.921 25 192.500 24.044 501 meer 1.147.999 Voorschotten aan gemeenten. Er is mindèr uitgetrokken voor aankoop van Staatsschuld voor het Muntfonds 6.000.000, voor voorschotten ingevolge de Woningwet 8.000.000 en voor voorschot aan het Wegenfonds 3 000.000. Daartegenover is nieuw uitgetrokken 5.000.000 voor voorschotten aan gemeen ten, ten einde deze in staat te stellen aan particuliere bouwers geldleeningen te ver strekken onder verband van tweede hypo theek. Voorts is minder aangevraagd: 3.433.000 Landbouwcrisisfonds. Het is niet mogelijk gebleken de begroo tmg van het Landbouwcrisisfonds gelijk tijdig met de overige Fondsbegrootingen in te zenden. De vele instanties, welke ter zake dienen te worden geraadpleegd, maken een langdurige voorbereiding noodzakelijk. De regeering zal alle mogelijke maatregelen tref fen. teneinde binnen korten tijd deze begroo ting afzonderlijk toe te zenden. MAATREGELEN TOT DEKKING VAN HET TEKORT. Gelijk medegedeeld wordt een nadeelig saldo geraamd van f 92.992.886. Het volgende wordt opgemerkt in zake de dekkingsmaatregelen, waardoor naar het oordeel der regeering het tekort zal kunnen worden opgeheven. Uitgaven. lo. Een vermindering der op het Rijks budget drukkende lasten ter zake van pen- sionneering van het Overheidspersoneel ten bedrage van 3.000.000. De regeering meent, dat het niet onredelijk is ook de gepensionneer- den eenigszins tot de verlaging van uitgaven te doen bijdragen. Naar hare meening zou dat kunnen ge schieden door te bepalen, dat de bijdrage voor gezinspensioen, waar van zij na pensionneering thans zijn vrijgesteld, blijft doorloopen. Gevolg van dezen maatregel is, dat de door de contribuabelen van het fonds te be talen bijdrage voor het gezinspensioen kan worden verlaagd, welke verlaging uit den aaid der zaak ook op het budget van de ge meenten, provinciën enz. van invloed zal zijn. Een wetsontwerp tot regeling van de beide boven aangehaalde onderwerpen zal binnen kort worden ingediend. 2o Verschillende besparingen op Onder wijs, o.a. vermindering van uitgaven ter zake van wachtgeld voor het O L. O. en B. L. O., bezuiniging op de onderwijsoplei ding, verhooging van den toelatiogsleeftijd en concentratie van scholen voor bijzonder en openbaar lager onderwijs f 10.200.000. Deze besparingen moeten voor een deel als perspectief-bezuinigingen worden beschouwd. Alles wat mogelijk is zal echter worden gedaan om de wachtgelden zeer spoedig te doen verdwijnen en het nuttig effect van de hierboven in het kort aangegeven maatregelen te bereiken. De spoorwegen. Het tekort op de exploitatie der Neder- landsche Spoorwegen blijft een voortduren de bron van zorg voor de regeering. De instelling van het „Verkeersfonas", na dat het desbetreffend wetsontweip ook door de Eerste Kamer zal zijn aangenomen, zal, zooals de regeering blijft hopen, door het bijeenbrengen van alle inkomsten en uitga ven inzake het verkeer, een veel overzichte lijker beeld geven van het geheel en de coördinatie van het verkeer in de hand wer ken, zoodat althans de factoren, die het bo vengenoemde tekort zoo hardnekkig doen zijn, beter in het oog gevat en zoover moge lijk bestreden kunnen worden. Zij kan thans nog niet worden gemist, nu vermindering van het tekort nog niet is bereikt. Dat deze uiteindelijk tot stand moet komen, is duidelijk. Waar intusschen meer maatregelen, als afsnijden van verliesgevende bedrijfstakken en afvloeien van personeel eerst langzaam doorwerken, wil de regeering de noodige voorzichtigheid betrachten door hare ver wachtingen te dien opzichte in een in ver houding tot het tekort betrekkelijk beschei den bedrag, namelijk 10 millioen,- uit te drukken. Zij is er zich volkomen van bewust, dat ook indien dit bedrag wordt verkregen, 't spoor wegprobleem nog slechts zeer ten deele zal zijn opgelost, zoodat het vermoedelijk nog wel enkele jaren zal duren voordat ook op dat gebied een behoorlijke aanpassing en een nieuw evenwicht zal zijn verkregen. 5e. Voorstellen zullen binnenkort worden ingediend, welke een verlaging van de door het rijk aan het Invaliditeitsfonds en het Ouderdomsfonds te betalen annuïteit ten gevolge zullen hebben met rond 14.000.000 Ter toelichting zij medegedeeld, dat een tweetal wetsontwerpen het betrokken Depar tement hebben verlaten, welke de strekking hebben, de lasten, voor het Rijk uit de so ciale verzekering voortvloeiende, gedurende een reeks van jaren, zij het in afnemende mate, te verlichten. Capitulantenstelsel. 6e. Uit in voorbereiding zijnde maatregelen tot invoering van het zg. capitulantenstelsel en tot af schaffing van het vooroefenings instituut en van het gebruik van burger-corveeërs, wordt op Defen sie eene vermindering van uitgaven verwacht van 5.000.000. Middelen. De toestand van 's lands financiën maakt het echter mede als gevolg van de op het Rijksbudget van 1935 drukkende crisisuit gaven wegens verleening van subsidiën aan gemeenten in de kosten van steun aan werk- loozen en die van werkverschaffing tot een bedrag van 46 millioen en van de bijdra ge van 10 millioen, die bij totstandkoming der gewijzigde regeling der financieele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten ;edurende een reeks van jaren ten laste van ie Rijksbegrooting aan het Gemeentefonds zal moeten worden gegeven noodig, dat deze heffingen ook voor de eerstvolgende jaren worden gehandhaafd. Zij zullen even wel wat de Gemeentefondsbelasting betreft, worden omgezet in opcenten op de Rijks inkomstenbelasting. In totaal wordt door de boven staande maatregelen het tekort op de Rijksbegrooting verminderd met 92 230.128, zoodat hierna nog te dekken valt 762.758. De gisteravond verschenen Nederlandsche bladen wijden uitvoerige hoofdartikelen aan de Troonrede, welke H M. de koningin bij de opening der Staten-Generaal heeft uitge sproken. Wij geven hieronder een overzicht van de verschillende meeningen. „De Troonrede", zegt de Nieuwe Rot- terd. Crt., „heeft het karakter gekregen van moderne kunst: geen duidelijke welge vormde beelden, geen scherp omlijnde ge dachten, doch stemming, sfeer (zooals we dat tegenwoordig dan gaarne noemen), weergeving van algemeene aandoeningen vah het gemoed". ,.En die stemming is somber, uiterst som ber^ zonder een straaltje van optimisme". Het blad bespreekt vervolgens de positie De verschrUdrelijke «(den. die <fe wereld doormaakt, zijn een internationaal verschijn sel, waarop de regeering van een land als het onze slechts uiterst weinig invloed kan oefenen. Ieder, die buiten het internationale politieke levea staat, dat de groote, machti ge mogendheden beheerschen, weet waarmee zou moeten worden begonnen om den weg tot verbetering te vinden: geleidelijk herstel van het internationale economisch verkeer. Zoolang die weg niet wordt ingeslagen zul len alle pogingen tot oplossing van de groo te internationale moeilijkheden, waarmee de wereld te kampen heeft, zal elk streven tot afwending van de sterk dreigende gevaren, die over de wereldgemeenschap hangen, dood loopen. De Nederlandsche regeering heeft dien weg gewezen en voor wie wil den opengesteld, doch zij heeft daarmee aan de internationale doovemansdeur geklopt. Na de sterke uitdrukkingen, die in de Troonrede in verband met de benarde positie van het bedrijfsleven gebezigd worden, aan gehaald te hebben, vraagt He t V o 1 k (s.d.) zich af, wat de perspectieven zijn, die de re geering aan de bevolking opent in dezen treurigen toestand, en wat de middelen zijn, die zij in overweging heeft, om aan dien toe stand tegemoet te treden. Het blad beant woordt deze vragen aldus: Zij stelt nog steeds geen ander middel in het vooruitzicht, dan het middel, dat zij bij feSSJW-r genoemd heeft, rfna H- ff', de vorige regee- A.ng', f'eJ*der* het uitbreken van de crisis 4SP het hgwind was, bij voortduring heeft toegepast, het middel der ..aanpassing", der deflatie, der kostenverlaging. In de troonrede wordt van „voorzichtige' aanpassing gesproken en in dezelfde zinsne de komt het woord „behoedzaamheid" voor. Tot ons leedwezen kunnen wij echter aan deze blijkbaar eenigszins als geruststelling beoogde bewoordingen geen geioof hechten. Tot dusver was in de aanpassing, gelijk door de regeering toegepast, geenerlei voorzich tigheid of behoedzaamheid te bespeuren, maar werd de aanpassing integendeel met straffe hand en tegenover de plaatselijke be sturen zelfs met veronachtzaming van de staatsrechtelijke constitutie doorgevoerd. „De schaduw van het persoonlijk leed, die over de Troonrede hangt", oordeelt de ,,Ma a s b o d e", „wordt inderdaad nog ver ergerd door de donkterte, die de wereldtoe stand ons brengt". „Een donkerte", aldus het R.K. Rotterdam- sche blad, „allereerst van geestelijken aard, zooals de Troonrede terecht constateert. De wereld, die door de wondere vlucht van de techniek zoo schoon en lichtend zijn kon, ;s verduisterd door de lieden, die meenden haar gelukkiger te zullen maken met een uitdooven van de lichten des hemels. Het is de geestelijke crisis, die politiek en techniek tegelijk beheerscht. Dat de regeering streeft naar verlaging der heffingen uit de crisis-regelingen voortgeko men, spreekt vanzelf. Ieder stemt toe, dat dit behoort te geschieden, waar het eenigszins mogelijk is. Alleen is het verstandig hiervan niet al te veel te verwachten, daar de regee ring het doel dier heffingen niet kan voor zien en rekening moet houden met de be staansmogelijkheden voor den producent". o Het Alg. Handelsblad meent, dat in de Troonrede weinig of niets tot het hart van het volk spreekt: Resumeerend kunnen wij van deze troon rede dit zeggen: Zij bevat goede en gezonde gedachten en zij drukt deze voorzichtig uit; maar zij zegt enkele belangrijke dingen niet, of niet duidelijk genoeg, en de toon is matter dan wij gehoopt hadden op een oögenblik dat ons volk een hart onder den riem vraagt van zijn wettige leiders. De slotparagraaf van de troonrede vraagt levensmoed voor ons volk. Wij verwachten, dat bij deze nationale regee ring die moed geen oogenblik zal verzwak ken. Noch naar binnen, noch naar buiten, lechts een moedige regeering zal ons volk krachtig aan zich kunnen binden. o De Telegraaf schrijft onder het op schrift: „In Mineur": De ernst en zwaartil lendheid in regeeringskringen is voor ons een waarborg, dat het kabinet-Colijn met in spanning van alle energie de moeilijke taak ten einde zal brengen, die het in deze Troon rede wordt opgelegd. In de laatste plaats gist aan een regeering voorbarig optimisme, aarentegen ligt het wel op onzen weg er op te wijzen, dat het economische inzinkings- Eroces zijn eindstadium bereikt schijnt te ebben, en dat wij, hoewel op veel lager ni veau, weer vasten grond onder onze voeten beginnen te voelen. De regeering heeft den plicht er op te wijzen, dat ons overheidsap paraat zich nog altijd niet heeft aangepast aan onze verminderde welvaart en rijkdom. Zij kon dit moeilijk doen onder het brengen van een saluut aan onze nijvere en taaie be volking, die vecht en niet ondergaat. Dank zij den ernst en de zorg der regeering be hoort in deze ongelukkige wereld Nederland tot een der gelukkigste landen, dat weliswaar ook zwaar is getroffen, maar dat niet, zooals zoovele groote en kleine staten, voor de moei lijkheden van deze ongekend zware crisis heeft moeten capituleeren. Zooals de financieele politiek der regee- ring onder den druk der openbare meening staat, zoo is dat ook het geval met haar de fensie-maatregelen. Wij zijn een door en door anti-militaristisch volk, maar juist in de kringen die vroeger het luidste riepen om ontwapening, gevoelt men thans het meest, dat ons land geen gemakkelijke prooi van oorlogvoerende landen mag zijn. Wij verlan gen een goed slot op onze deur, niets meer en niets minder. URSEM. Maandag vergaderde de raad dezer gemeente voltallig. De voorzitter bracht ter tafel een schrij ven van den minister van Sociale Zaken; een mededeeling van het Provinciaal Waterlei dingsbedrijf van Noordholland, dat over de maanden Juli en Augustus 1934 geen per- ceelen in deze gemeente aan het buizennet zijn aangesloten en een schrijven van Ged. Staten van Noordfcollanü. houdende opgaaf van de bijdragen in de kosten van den keu ringsdienst voor het dienstjaar 1934. De ge meente Ursem moet als bijdrage betalen 169.52. De voorzitter deelde mede, dat de begroo ting der gemeente (dienst 1934) is terugge zonden. Ged. Staten hebben het bij nadere overweging gewenscht geacht dat onder volgnummer 236 der begrooting voorloopig alleen geraamd wordt het voor 1934 noodig geachte subsidie aan het Burgerlijk Arm bestuur. De begrooting van uet Burgerlijk Armbestuur gaf aan als totaal der thans ge raamde uitgaven 16359.76. De inkomsten worden met uitzondering van het chans opgenomen subsidie der gemeente op een bedrag van f 3524.62 geraamd Het totale tekort bedraagt f 16359.763524 62= 12835.14. In dit nadeelig tekort is f 9585.19 begrepen wegens nadeelige saldi van de vo rige dienstjaren. Voor den dienst 1934 zelf .s derhalve een subsidie noodig van 12835.14 f 9585,19= f 3249.95. Dit bedrag van 3249.95 behoort dus te worden geraamd op volgnummer 236 der begrooting. In ver band hiermede dient de hierop betrekking hebbende post der begrootingen en het Alge meen Burgerlijk Armbestuur gewijzigd te worden. Over de wijze waarop de nadeelige saldi van het Burgerlijk Armbestuur van vorige dienstjaren moeten worden gedekt, zullen Ged. Staten nader berichten. Ged. Staten gaven in overweging zoo mogelijk de inkom sten te verhoogen en indien het mogelijk was de uitgaven te verminderen. Wanneer na het nemen dezer maatregelen de gemeente- begrooting nog een tekort zou aanwijzen, dan hadden Ged. Staten er geen bezwaar tegen over een gedeelte der reserve van het GE. B. te beschikken. B. en W waren van oordeel, dat de in komsten reeds zoo hoog mogelijk waren op gevoerd en de uitgaven zoo laag mogelijk waren geraamd. Het ontstane tekort op de geulen te-begrooting bedraagt nog derhalve 3249.952000 subsidie, die reeds op de begrooting was geraamd f 1249.95. B. en W. stelden voor dit tekort te bestrij den uit de reserve van het G. b. B. en de be groeting van de gemeente en het Burgerlijk Armbestuur en van het Gemeentelijk Electn- citeitsbedrijf dienovereenkomstig te wijzigen In behandeling kwam de ombouw van het electrisch net te Rustenburg in verband mH de kanaalwerken. De voorzitter gaf twee mo gelijkheden aan en wel het plaatsen van een bovengrondsch net of het leggen van een on- dergrondsche kabel. Het boven gr ondscne net kost circa f 200, terwijl de °nder; grondsch kabel de kosten van 420.40 met zich brengt. Bovendien moet de gemeente ter erkenning van het eigendomsrecht een jaarlijksche re cognitie van 2.50 aan de provincie betalen. Uit het oogpunt van het algemeen belang stelden B. en W. voor een ondergrondscüe kabel te leggen. Aldus werd besloten. Aan de orde kwam de wijziging van het raadsbesluit d-d. 30 Juli j.1. betreffende het aangaan der geldleening van 5700 ter con solideering van de voor den schoolbouw ge maakte meerdere kosten, alsmede der ver strekte voorschotten voor de instandhouding van den groven tuinbouw in West-Friesland. Ged. Staten maakten bezwaar tegen het aflossen in 38 jaren van deze leening, voor zoover deze betrekking heef: op de voor den groven tuinbouw verleende voorschotten. Overeenkomstig de bezwaren van Ged. Staten werd besloten over de jaren 193d t/m. 1937 150; over de jaren 1938 t/m. 1952 275, over 1953 75 en daarna jaarlijks f 50 af te lossen onder voorwaarde dat de bedragen die door de tuinders voor 1938 zullen worden terugbetaald ook door de gemeente op de leening zullen worden afgelost, terwijl, in dien de door de tuinders in 1938 en volgende jaren terug te betalen gelden méér bedragen dan het bedrag der dan verplichte jaarlijksche aflossing, dit meerdere door de gemeente extra op de leening zal worden afgelost. Tot lid van het Algemeen Burger'ijk Arm bestuur in de vacature-A. T essel werd de heer J. Pater Pzn. benoemd. B. en W. stelden voor tot uitbreiding van verkoopgelegenheid op Zondag over te gaan. Aldus besloten. Op voorstel van B. en W. besloot de raad den pensioengrondslag van den gemeente veldwachter te stellen op 1680. Een reclame inzake aanslag schoolgeld was ingekomen van den heer J. Bakker. Be sloten werd den aanslag te stellen op 4.94. Op een reclame van hondenbelasting van den heer N. Koppes werd besloten alge- heele ontheffing te verleenen. KON. NED. MIJ. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. De groote keuring van de Kon. Nederl. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde te Amsterdam heeft op de Amato plaats ge had, waar o.m. de volgende inzendingen prijzen kregen: Zilv. med. van dc Kamer van Koophandel te Amsterdam, een inzending der kweekers- vereeniging „Flora" en veilingvereeniging ,,'t Centrum", Beverwijk. Een klein gouden medaille groep Tritoma's Kweekersvereeniging „Flora", Beverwijk. DE INKRIMPING VAN DEN VARKENSSTAPEL. Na 17 September geen afneming van gemerkte biggen meer. In Augustus j.1. heeft de Nederlandsche Varkenscentrale wederom een varkenstelling gehouden. Het beste vergelijkingsmateriaal leveren de tellingen van November 1933 en Septem ber 1932, aangezien bij de voorjaarstellingen een kleiner aantal varkens bestemd voor huis- slachting is dan in den zomer en in het na jaar. Vergeleken met November 1933 is het to taal aantal varkens gedaald met 25 pet., vergeleken met September 1932 met 32 pet. Zelfs wanneer men het totaal aantal varkens vergelijkt met dat, aanwezig in Mei 1934, komt men tot een verminderen nJ. van 10 pet. De sterkste vermindering heeft plaats gevonden in de groep „biggen tot 6 weken". Het aantal biggen is zelfs belangrijk lager dan dat, aanwezig in 1921, hoewel de var kensstapel als geheel toen kleiner was. Het aantal aanwezige biggen bedraagt 68 pet. van dat, aanwezig in November 1933 en 55 pet. van dat, aanwezig in September 1932. In overeenstemming hiermede is ook het aantal fokzeugen sterk achteruit geloopen. De verminderinf bedraagt 39 pet. vergeleken met November 1933 en 45 pet. vergeleken met September 1932. Het aantal drachtige zeugen bedroeg 79.092 tegen 124.264 in No vember 1933, het aantal fokzeugen bij de biggen 66.792 tegen 114.262 in November 1933. Ook de groep varkens ouder dan 6 weken, doch lichter dan 60 K.G. is belangrijk afge nomen. De vermindering bedraagt 42 pet. vergeleken met November 1933 en 44 pet vergeleken met September 1932. In de groep varkens van 60 tot 65 K.G. heeft een ver meerdering van 17 pet. plaats gevonden, wanneer een vergelijking gemaakt wordt met November 19°3, doch een vermindering van 25 pet., indien men een vergelijking maakt met September 1932. Het aantal varkens, zwaarder dan 95 K.G. is in vergelijking met November 1933 gedaald met 6 pet. Het aantal dezer varkens is echter hooger dan dat aanwezig in September 1932. De daling van het aantal varkens zwaar der dan 95 K G. is veroorzaakt door een ver mindering in de gewichten beneden 150 K G. Het aantal varkens van 95—120 K G. daalde van 185,974 in November 1933 tot 113,606; het aantal varkens van 120 tot 150 K.G. van 120,285 in November 1933~~~w 107,255. Daarentegen heeft, gelijk verwachl werd, een vermeerdering van de vari»T zwaarder dan 150 K.G. plaats gehad hS aantal varkens in de gewichten van 150 w 180 K.G. vermeerderde van 49,699 jn m vember 1933 tot 91,622, het aantal varken*" in de gewichten boven 180 K.G. vermeerdert? van 14,681 in November 1933 tot 45,308 Uit de hierboven weergegeven cijfers bjjju dat de inkrimping van den varkensstapel op bevredigende wijze voltrekt. Dit resultaat is mede bewerkt door het afnemen van «T aantal biggen. Sedert 22 Mei 1934 zijn dSü de Nederlandsche Varkenscentrale 140 ?vsa gemerkte en 7300 ongemerkte, in 148,168 biggen afgenomen. Aangezien uit «u iellingscijfers blijkt, dat in de naaste toekom»? geen teveel aan varkens aanwezig zal z,„ zal de verolichting tot het inleveren yan mericte biggen op 17 September komen 1' vervallen, zoodat van dien datum af geen merkte biggen meer door de Neder" - Varkenscentrale zullen worden afgerxxnen Met de afneming van ongemerkte biggtn zal voorloopig worden doorgegaan. VERGADERING ALG. NED. ZUIVELBOND. Openingsrede van den voorzitter In Bellevue te Amsterdam is gistermiddag de Algemeene Vergadering van den Alge- meenen Nederlandschen Zuivelbond g». opend met een rede van den voorzitter, den heer L. F. Britzel. De heer Britzel verklaarde daarin, dat de toestand, waarin de Nederlandsche zuivel bereiding verkeerde, helaas zeer slecht tt noemen is. Sedert de vergadering van 4 Ok tober 1933 is de positie zelfs niet gelijk g* bleven, maar nog achteruit gegaan. Als oot. zaken daarvan noemde hij het zich tteedl meer ontwikkelende streven tot zelfvoorzfr ning in naburige landen, de betalingsmoef lijkheden met Duitschland, de depreciatie van buitenlandsche betaalmiddelen en de concurrentie op de internationale markt van landen, waar de veehouders werken ondet gunstigen' natuurlijke omstandigheden dan de Nederlandsche. In zuivelkringen is in het afgeloopen jaar beroering gewekt door de verdeenai van den bekenden „zuivelpot", dien tot stand kwam door heffingen op den export van zuivel- en melkproducten. De Vereenigmg heeft herhaaldelijk bij de regeering aange drongen op uitkeering aan producenten. Men heeft de regeering echter niet kunnen overtuigen. De minister van economische zaken heeft kort geleden besloten, dat van de aanwezige gelden ongeveer 10 millioen gul den zal worden gestort in het landbouw crisisfonds. Deze oplossing bevredigt den Zuivelbond geenszins, maar men doet ver standig met zich bij het besluit der regee ring neer te leggen. Er valt verder onder de ïahtlbereider» een zekere onrust waar te nemen ten opzichte van de toekomstige regeeringsbemoenngetv. Men krijgt den indruk, dat de veehouderij doelbewust zal worden achtergesteld bij oen akkerbouw. Hoe men de zaak ook keert <n draait, een duurder maken van de akker bouwproducten, die in Nederland^ hun weg vinden als veevoeder, zal zelden in het ÖJ lang van den veehouder zijn. Wat men ook wil doen, het is noodzakelijk, dat er spoedig bekend wordt gemaakt, waarop de veehouder heeft te rekenen bij de uitoefening van zijn bedrijf. Vervolgens kreeg de secretaris, de heer J. A. Geluk, het woord voor het doen van eeni- ge mededeelingen. Door het vastloopen der vrijwillige clearing-overeenkomst met E>uitschland blijven aldus spr. groote vorderingen voorloopig onbetaald, waardoor er gebrek aan bedrijfskapitaal ontstaat. De regeering heeft een regeling getroffen, waardoor exporteurs in de gelegenheid wor den gesteld, de op de producten gelegde hef fingen met een ruimen crediettermijn te be talen. Intusschen zijn door de financieele moeilijkheden met Duitschland jaren lang bestaan hebbende relaties in gevaar ge bracht, zoodat meer boter tegen zeer on- voordeelige voorwaarden moet worden ge ëxporteerd. De uitvoer naar Frankrijk krimpt steeds meer in, daar dat land hoe langer hoe meer in eigen behoeften gaat voorzien. In de uitvoering der contingenteering vatt den export naar Engeland is, zoo zeide spr, eChige verbetering gekomen. De uitvoer naar België wordt nog steeds door contingent#: ring belemmerd. In den laatsten tijdzF door het crisis-zuivelbureau aan het tement van Economische Zaken bespreM gevoerd over den te volgen weg bij rw*?®. nisatie van den geheelen crisisdienst op z velgebied. Aan het Departement staat m- een concentratie voor, die Crisis-Zuiveice trale en Crisis-Zuivelbureau in één sticütin» onderbrengt. Nu komt er rustl Nu zijn vrevr bodige geluidssignalen verboden (f75.- boeteI). 't Werd tijd: x« toeterden er maar op losl Wie-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 8