1 8 Het middenstandscrediet. EEN EERESCHULD. Stad en Omgeving Nlft btstcmd voor de tallooze middenstanders, die geen administratieve kennis, warenkennis of economisch Inzicht hebben. SeuilletQH #©@©€»o® Jladiopcogtcumtta Verschillende vragen. Vooï Vaten arCWascA O Lijn 4: Keulen 10.3019. O Olstermlddaff heeft ten itadhulze weer een vergadering plaat» gehad van het Bureau der Kamer van Koophandel met vertegen woordiger» van midden»tand»vereenlglngen In haar district. Negentien van deze vereeni gingen hadden afgevaardigden gezonden in totaal waren er een vijftigtal heeren aan wezig. De voorzitter van de K. v. K., de heer A r n t z, herinnerde er in zijn opening», woord aan, dat dit de tiende dergelijke bi; eenkomat waa, Hij stelde het doel ervan du delljk in het licht: het levendig houden van het contact met den middenatand, omdat daardoor het belang van het economltch leven in het district wordt gediend, alsmede het geven van een Juiater Inzicht In he werk van de K, v. K. Spr. memoreerde, dat sinda de Instelling van het handelsregister in 1921 ruim 40.000 doaaiera ter Inzage zijn gegeven en bovendien ruim 20,000 algemeene inlichtingen zijn verstrekt, Voorts herinnerde spr. aan de Instelling van het Bureau van Advies en den cursus voor winkelpersoneel, terwijl hij verder releveerde de vele be moeienlaaen der Kamera van K. en F. In verband met contlngenteerlng, evenredige vrachtverdceling, enz, Spr. betreurde het, dat deze tiende bijeenkomst moest plaats vin den onder zulke benarde tljdaomstandlg. heden, dat zelfs het crisiscrediet als onder werp van bespreking op de agenda stond. Gelukkig had spr. den laatsten tijd verno men van eenige opleving en hij wees erop, dat van Finland werd gezegd, dat de crisis er geëindigd is. Ten slotte wijdde spr, eenige woorden aan de nagedachtenis van den heer Jb. Cloeck. dien hij noemde een warm, ijverig en vooral strikt eerlijk en humaan voorvechter van al datgene, wat hem het recht en het belang toescheen van den zelfstandigen zakenman. De aanwezigen bewezen eer aan de nage dachtenis van den overledene door zich eenl ge oogenblikken van hun zetels te verheffen Het middenstandscrediet, in het bijzonder het crisiscrediet. Hierna was het woord aan den heer E, L. Brouwer, adjunct-directeur van de Ned. Middenstandsbank N.V. te Amsterdam, voor het houden van een inleiding over het mid denstandscrediet, in het bijzonder het crisis crediet. Het verleden latende rusten en ook de misère en de oorzaken daarvan, die de vroe gere middenstandsbanken hebben veroor zaakt, voorbijgaande, wilde spr. in het kort memoreeren het ontstaan van de Ned. Mid denstandsbank. Hij herinnerde aan de in stelling van de z.g. Commissie van Door- ninck in 1926, die een rapport uitbracht naar aanleiding waarvan ae bank in 1927 werd opgericht met een kapitaal van 120.000 en een preferent kapitaal van 60.000 (dit laatste gelijkelijk verdeeld over de drie middenstandsbonden.) Hierdoor werd aan elk dezer organisaties evenveel in vloed verzekerd in het college van commis sarissen en den raad van toezicht. De staat gaf boven deze bedragen nog een garantie van 6K millioen ter aanvulling van het nog ontbrekende kapitaal en bovendien een garantie van 2 Hl millioen tot vorming van een reserve, noodig om de verliezen in de overgenomen bedrijven op te vangen. Be halve door de Ned. Middenstandsbank met haar pl.m. 70 kantoren in het land wordt het middenstandscrediet nog verzorgd door pl.m. 50 zelfstandige middenstandsbanken, waarvoor de Nemiba als disconto-centrale optreedt en door een veertiental banken, die tot dusver geheel zelfstandig zijn gebleven. Spr. achtte een speciaal middenstands crediet onontbeerlijk, omdat de verhouding der middenstandsbanken tot de credietnemers anders is dan bij de andere banken. Er dient een nauw contact te bestaan, dat een zegen kan zijn. Zeer vele middenstanders, zei spr., voeren geen behoorlijke, ja, zelfs in het ge heel geen administratie; van kostprijsbereke ning hebben zij geen verstand, zoodat van een commercieel Tjeheer geen sprake is. Het is de taak van de middenstandsbank de cliën ten daarop attent te maken, hun adviezen te verstrekken in het belang van de zaak, wat een belangrijke opvoedende taak is, die ech ter vaak verkeerd wordt uitgelegd. Immers Naar bet Engelsch van Dorothea Gerard. 54. Ik was midden in een droom, waarin Hen- ry en ik bezig waren een konijnenhok te ma ken van een oud wijnvat, terwijl Anullea er een muur van jampotten om heen bouwde, toen ik een scherp, kloppend geluid hoorde. ,,'t Kunnen toch nog niet de konijntjes zijn?" vroeg ik miizelve af, terwijl ik zoo half en half ontwaakte, „want ze zijn er nog niet eens in!" Maar toen werd ik geheel wakker en kwam tot het besef dat er iemand aan mijn venster klopte. Dit was nog nooit gebeurd. Verschrikt sprong ik uit bed en liep naar het raam. De zon was nog niet geheet op en de tuin stond vol nevel, den eersten hertstnevel van het seizoen. Voor het venster zag ik een gelaat, dat ik niet onmiddellijk herkende maar het bleek oude Andrei te zijn, met de grijze haren over de verschrikte oogen vallend en iets prevelend want ik zag zijn lippen be wegen maar ik kon hem niet verstaan door het dubbele venster heen. In zenuw achtige haast deed ik open. „Wat is er? Wat is er?" vroeg ik, reeds aangestoken door zijn opgewondenheid. Bij wijze van antwoord wees hij onbestemd naar het dorp. „Daar ginds! Daar ginds!" riep hij, zwaar ademhalend, want blijkbaar had hij erpucn- :elf in een groote categorie middenstander» heeft van zichzelf de overtuiging, dat zij reuzen- zakenmcnschen zijn en geen advies van noode hebben, Zij komen crediet vragen en meenen dat de bank ervoor is hen dit te ver strekken, maar aldus spr. u zult het met mij een» zijn, dat dit zoo maar niet gaar. Hij stelde vervolgen» in het licht, dat er eischen moeten worden gesteld, wil crediet- verstrekking economisch verantwoord zijn, eischen uit een oogpunt van dekking, liqui diteit en bestaanbaarheid der zaak. In vele gevallen bestaat de aangeboden dekking uit tweede hypotheken of borgtochten. De risico van een zoodanige hypotheek kan de bank alleen aanvaarden als aangetoond kan wor den dat zij gevraagd wordt voor een gezonde zaak, die zelf den eersten stoot kan dragen De bank is niet verantwoord tot credietver- leening over te gaan, al Is de borg ook solvabel, wanneer het bedrijf, waarvoor het credlet gevraagd wordt, geen bestaansrecht heeft, zoodat het, menschel ijkerwijs gespro ken, zeker is dat de borgen zullen moeten betalen. Maar evenmin mag de bank borgen accepteeren, die, wanneer zij hun vefljl tlngen zouden moeten honoreeren, ze moeilijkheden zouden geraken. De periodieke overlegging van balansen en rentablliteitsberekeningen achtte spr. van buitengewoon belang, omdat de bank daar door Inzicht houdt in den financieelen toe stand en de winstmogelijkheden van haar cliënten. Er wordt een sfeer van vertrouwen geschapen en als de cijfers een zwakke plek vertoonen, is het de taak der bank daar aan dacht aan te schenken en den cliënt de mid delen tot opheffing aan te wijzen. De cliën ten moeten de bank als hun financieelen biechtvader beschouwen, zij dienen haar hun plannen en moeilijkheden voor te leggen en dan is de bank gaarne bereid hen met raad en daad bij te staan. Het gebeurt dikwijls, dat de cliënten overgaan tot ondoordachte onzakelijke stappen, zooals aankoop van on roerend goed, verbouwingen, te groote aan- koopen, etc., waarop moeilijkheden moeten volgen; daarna komen zij bij de bank en eischen al» het ware dat deze moet finan cieren, Moet dan afwijzing volgen uit een igpunt van dekking of anderszins, dan ligt de bank de schuld van de dikwijls volgende débacle. De ware oorzaak ligt ech ter niet bij de bank, maar bij den cliënt zelf. Was deze vooraf bij de bank gekomen, dan was de catastrofe zeker voorkomen. Het is ongeloofelijk, zei spr., hoeveel „11e- èlijks" tegenwoordig over de bank wordt uitgestort in verband met het crisiscrediet, en toch doen wij niets dan de instructies vol gen, ons door de regeering gegeven. Spr. ging hierop uitvoerig in en las de uitvoeringsbepalingen voor inzake het cri- sisicrediet ten behoeve van den handeldrij- venden en industrieëelen middenstand. Hij egde er den nadruk op, dat het gaat om steunverleening aan hen, die tengevolge van de crisis in moeilijkheden zijn gekomen. Thans heeft men daarmede ongeveer drie maanden practijk en van wat deze heeft ge- eerd, deed spr. verschillende mededeelingen, waarvan we aanstippen: 1. Vele zaken zijn niet alleen nu onvol waardig, maar zijn het nooit geweest. De eigenaren ervan hebben zich gevestigd zonder daarvoor ook maar eenige capaciteit te bezit ten, zijn zonder een cent begonnen niet alleen maar ook zonder administratieve kennis warenkennis, economisch inzicht of begrip van service. Zij parasiteeren op den bona fiden middenstand en verdienen zoo spoedig mogelijk te verdwijnen. I. Verscheiden middenstanders zijn niet door de crisis in moeilijkheden geraakt, maar doordat zij niet tijdig de tering naar de nering hebben gezet. Zij gaan door eigen toedoen te gronde. 3. Anderen kunnen niet worden geholpen doordat geen enkele aanteekening is gehou den van gedane zaken, zoodat zij niet kun nen aantoonen een „draaiende zaak" te heb ben. 4. Weer anderen moeten worden teleurge steld doordat zij geheel of grootendeels wer ken met geleend geld, terwijl de geldschieter niet bereid is een verklaring af te geven, dat hij niet tot opvraging van zijn gela zal over gaan zoolang het crisiscrediet loopt. itaal is geen Het hebben van eigen kapitt criterium voor het in aanmerking Komei crediet, Verschillende middenstanders geholpen kunnen worden, niettegenst hun kapitaal negatief geworden was. Zij S6V e mogelijke maat- regelen getroffen om hun zaak aan de ge wijzigde omstandigheden aan te passen door uiterste bezuinigingen, afschrijving van dubieuse posten, opruiming van overjarige voorraden en verdere economische maat regelen, waardoor hun zaak weer op gezon de basis kon worden gesteld. Meerdere aan vragers zijn geholpen door ben een reorga nisatieplan aan de hand te doen, waardoor de zaak weer kon draaien, Spr, gaf de verzekering, dat alle aanvra gen met de meeste nauwgezetheid worden be studeerd en stuk voor stuk den Raad van Toezicht passeeren, waarin zitting hebben de vertrouwensmannen der drie nationale groepen. De heer L u y c k x (Den Helder) vroeg of de voorwaarden voor de crisis-credletverlee- ning niet te zwaar zijn gesteld. Hij meende, dat verschillende bedrijven, die thans niet rendabel zijn, dit na een paar jaren steun wel kunnen zijn. De heer N i e s t a d (Schagen) vroeg hoe groot het percentage toegestane en afgewe zen aanvragen is. De heer Scheffel vroeg of er geen be roepsinstantie is voor afgewezen crediet- aanvragen en of de afwijzingen steeds vol doende worden gemotiveerd. De heer Dekker» (Heerhugowaard) vond den tijd voor aflossing (5 jaar) te kort, De heer B r o u w er beantwoordde de heeren allen. Hij vond de voorwaarden wtl zwaar, maar als ze soepeler worden is het bedrag, dat de regeering heeft te garandee ren, niet te overzien. Als ook de bedrijven die geen gezond uur hebben gehad, of die, welke zijn ondergegaan door verschuiving van de economische omstandigheden, alle in de credietverleening werden Ingeschakeld, zou men onnoemelijk groote bedragen noo- dig hebben. Voor de zaken, die nog wel zou den kunnen worden geholpen, wil de bank wel een goed woord doen. Het ergst vond spr., dat moeten worden afgewezen de aan vragen van zakenmenschen met groote ge zinnen, omdat die te veel voor eigen behoef ten noodig hebben. In het begin was het aantal afwijzingen zeer groot, 95 pet., later-daalde het, zoodat thans het percentage toewijzingen 10 be draagt. De motieven voor afwijzing worden steeds medegedeeld. Een beroepsinstantie bestaat er niet. Een tijd van vijf jaar voor aflossing Is in derdaad wel wat kort, maar daaraan wordt niet zoo heel streng de hand gehouden, als blijkt dat de zaak waarvoor het crediet is verleend, weer vooruitgaat. De voorzitter wees op de zaken, die gedupeerd werden, doordat ae fabrikanten net crediet beperkten. De heer Brouwer antwoordde, dat deze in de crisissteunregeling vallen. De heer M. Rentenaar (Alkmaar) besprak het venten door vele werkloozen en zou daar paal en perk aan willen zien ge steld. De voorzitter merkte op, dat dit geen zaak is van crediet. Zij is in Alkmaar al aan de orde gesteld. Er is reeds een studiecom missie voor benoemd en zij is ook al aanhan gig gemaakt bij de vereenigde K. v. K. in N derland. Keloopen, zoo hard als zijn oude beenen hem maar dragen konden. „Daar ginds! O, auw toch wat! Onze arme Pani Jadwiga! help maar!" Ik hield hem niet op om nog eenige vra- jen te doen; ik begreep, dat een ramp ons ledreigde. Ijlings schoot ik de noodige ileedingstukken aan en liep het huis uit. 'erwiil ik door de kamer van Jadwiga ging, keek ik nauwelijks naar het bed; ik wist reeds, dat dit leeg zou zijn. Andrei stond al aan het hek, en, toen lij maar eenmaal wist, dat ik hem volgde, zette hij het op een loopen zonder een enke- 'en keer om te kijken. Het dorp ontwaakte pas. Hier en daar stond een boer op den drempel van zijn mis te geeuwen. De houten omheining en de strooiep daken doemden ongewis op uit den ochtendnevel. Ik was nog niet halverwege de dorps straat, of ik verloor één van mijn pantof- ëls, die ik zoo maar over mijn bloote voe ten had geschoten. In ieder ander geval zou ik, geloof ik, de pijnlijke aanraking van de steenen niet hebben verdragen, maar nu waren mijn zenuwen te zeer gespannen dan dat ik acht kon slaan op dit physieke leed. Steeds had ik voor mijzelve nog geen vermoe den durven uitspreken van 't doel van onzen tocht. of van wat wij zouden vinden, als wij dit bereikt hadden. Ik herinner mij wel, hoe het mij meer dan vreemd voor kwam dat ladwiga gezocht moest worden zoo ver van huis, waar zij sedert maanden geen voet meer buiten het hek had gezet; ook leek het mij, dat er nooit een einde kwam aan de straat. De hut van Andrei lag in die rich ting en ik geloof, hoe ik nog het meest ver wachtte, dat hij mij hierheen zou brengen. Maar wij gingen door het nauwe wilgen laantje, dat ik zoo goed kende, nog altijd op een draf, en nu ineens begreep ik dat wij naar den vijver diepen Op dat oogen- blik, geloof ik, dat ik alles vatte en onwille keurig trok ik mijn sjaal wat dichter om mij heen en strompelde verder, met op elkaar geklemde tanden. Even later doken er gestalten op uit den nevel onnatuurlijk groot leken ze, want ze stonden op den hellenden oever. Toen ik dien hijgende beklommen had, zat Andrei reeds geknield naast iets, dat op het gras lag. Het groepje ging stil uiteen en toen zag ik, wat ik gedurende de laatste oogenblikken eigenlijk niet anders verwachtte: Jadwiga in hetzelfde witte ochtendgewaad, dat zij dien avond gedragen had, maar dat nu in doorweekte plooien om haar heen viel, en met het natte gelaat roerloos omhoog ge heven. Het haar was losgeraakt en hing in vochtige strengen, glimmend als water slangen, om haar schouders; het had zich zelfs om een van haar armen geslingerd en om haar hals; haar half open oogen stonden vol water. Ik had mij in mijn vertwijfeling half op haar geworpen, toen het mij ineens inviel dat er nog wel hoop kon zijn. „De dokter!" riep ik en schudde Andrei, die niets deed dan luide jammeren, driftig bij den schouder. „Heb je een dokter laten halen? Is er al iets gereed? Ze moet dade lijk te bed gelegd worden". Er was nog niets klaar; dat had ik ook Vrijdag 28 September. HILVERSUM, 1875 M. (8.-12.- 4.-8.- en 11.-12.- VARA, de AVRO van 12—4 en de VPRO van 8.—11.— uur). 8.— Or.pl. 10.— VPRO-morgen wijding. 10.15 Deel. J. Lemaire. 10.30 Orgelspel C, Steyn. 11.— Verv, deel 11.15 Muzikaal allerlei, gitaar, hawaiïan gitaar, zang, accordeon, alt-saxo foon, orgel en piano. 12.— Or pl. 12,30 Ensemble Rentmeester en Sr.pl. 2.10 Causerie door mevr Ida e Leeuw van Rees. 2.30 Piano- recital W. v. d. Andcl. 3.-4.— Or.pl. 4.— Zenderverw. 4.03 Knip- les. 4.45 Gr.pl, 5— Voor de kinde ren. 5.30 De Notenkrakers olv. D. Win». 6.— Klein-VARA-ensemble olv. F, Bakels. 6.30 De Fliereflui ters olv. J. v. d. Horst. 7.— Orgel spel Joh. Jong. 7.30 J. v. d, Kieft: Het vraagstuk der devaluatie. 7.50 Or.pl. 7.57 Herh. SOS-ber. 8- Ds. C. B. Burger: Kerk en volk 8.30 Planorecital Bep Tjomsma. 9 Causerie Prof. dr. C. Men- nicke. 9.30 Vervolg Pianorecital. 10.— Vriiz, Oodsd. Persbureau. 10.15 Decf. Mien Emeis van Buu- ren. 11.—12— Cr.pl. HUIZEN. 301 M. (Alg. progr. NCRV), 8.- Schriftlezing en me ditatie. 8,159,30 Or.pl. 10,30 Morgendienst olv. ds E. Schouten. 11,-12.— Ensemble v. d, Horst. 12.15 Or.pl. 12,30 Ensemble v. d. Horst. 1.30 Orgelconcert S. P. Vis ser. 2.30 Chr. Lectuur 3—3,45 Cello-recital L, Werner, 4— Or.pl 5— Concert, sopraan, tenor, hobo en piano. 6.30 Causerie A. J, Her wig. 7— Politieber. Ned, Chr. Persbureau, 7.15 Gr.pl. 7.30 Prof, dr. J, Waterink: Het Straatlied 8 Dubbel-mannenkwartet „Kunst naar Kracht" olv. L. W. Visscher Ooldy- 10.50 en M. E. Bouwmeester, orgel. 9— Causerie over de Automatiseering van de Telefonie in ons Land. 9.30 Holl. Kamermuziekver. (Om 9.50 Vaz Dia»), 11—11.30 Or.pl. DAVENTRY. 1500 M. 10.35 Mor- genwijding. 11.20 Ór.pl. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Orgelconcert S. Ounn. 12.50 BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall. 1.35 Birmingham Philh. Strijkorkest olv. Hoek. 2.20 Voor de scholen. 3.35 Western Studio-or- kest olv. F. Thomas. 4.20 Or.pl. 4.50 Hotel Metropole Orkest olv. Colombo. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Ber. 6.50 en 7.10 Lezing. 7.30 Koorconcert olv. Runciman Terry. 7.50 Vroolijk progr. 8.50 „Squaring the circle", spel van Kataev. 10 Ber. 10.20 BBC-orkest olv. Bar- birolli. 11.15 Voordr. 11.20—12 20 Dansmuziek. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Goidy! orkest. 9.05 Radiotooneel. Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 12.20 —2.20 Concert uit rest. Wivex. 3— 5— C. Rydahl's orkest. 8.30 Harp- soli door M. Korchinska. 8.50 Hoorspel. 9.50 Koorzang (gr.pl.) 10.20 Kamermuziek, fluit viool en viola. 11.1012.50 Dansmuziek. roepkleinorkest olv. Eysoldt. 4.20 Weragkamerorkest olv. Hartmann. 7.20 Volksliederenconcert.9.15 Om roeporkest olv. Buschkötter. 11.20 —12.20 Dansmuziek. ROME, 421 M. 8.30 Or.pl. 9.05 Gevar. progr. 10.05 Syraph.-con- eert. 10.50 Dansmuziek, BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Or.pl. 1.302.20 Salon orkest mmv. solisten. 5.20 en 6.20 Gr,pi. 7.05 Zang. 7 35 Gr.pl. 8.20 Concert uit Londen olv. Sir Henry Wood, 11.11.20 Or.pl. 484 M.; 12 20 Salonorkest, 1,30—2.») Or,- pl. en zang. 5.20 Symph^concert. 6.35 Or.pl. 6.50 Pianorecital. 8,20 Voor Oud-strijders. 9.35 Symph.- concert mmv. zangsolist. lo,30 Or.pl. 10,45—11,20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 157J M. 8 35 Uit Frankfort: Die Land schaft spricht. Herbstlicher Tau- nus. 9,15 Omroeporkest olv. Lind- ner, mmv. Elly Ney, plano. 10.20 Ber. 10.50 Actueels uitz, 11.05 Weerber. 11.20-12.20 L. Eysoldt en zijn orkest. OEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen- Lijn 3: Lond. Reg- 10.35—10.50, Lond. Nat. 17.35—19—, Daventry 19.—24. Luxemburg 19.20—24. De heer S c h m a 1 z (Schagen) pleitte ervoor om iets te doen ten bate van de afge wezenen. Spr. geloofde niet dat al deze zaken zouden dienen te verdwijnen. Hij zou deze kwestie in de middenstandsbonden wil len zien behandeld. Nadat nog verschillende vragen waren steld, betuigde de voorzitter den eer Brouwer den dank der vergadering voor zijn uiteenzettingen. Verslag B.U.V.A. De heer Scheffel bracht een kort ver slag uit van het B.U.V.A. Er waren 18 aan gesloten vereenigingen. De ontvangsten waren 222.40, de uitgaven 207.50, het aantal rechtskundige adviezen bedroeg 100 het is stijgende. Er werden een paar honderd inlichtingen van algemeenen aard verstrekt. Uit de antwoorden, die de heer S c h e f- f e 1 gaf op verschillende vragen, bleek, dat de aangeslotenen gebruik kunnen maken van het advies van één der daarvoor aangewezen rechtsgeleerden, zij zijn dus niet gebonden aan den dichtst bij wonenden. Naar de Oamit. Bij de sluiting der vergadering stelde de voorzitter voor, te voldoen aan de uit- noodiging van het bestuur der Oamit, om die tentoonstelling te gaan bezoeken. Gezamenlijk toog men daarop naar de Harmonie, waar de heer K e ij s p e r een hartelijk woord van welkom sprak, zijn groote waardeering uitende voor het bezoek van zooveel vertegenwoordigers van mid- denstandsvereenigingen. «■■a—II II niet kunnen verwachten, als ik de Roetheen- sche boeren maar beter had gekend. Een leider hebben ze allereerst noodig bij een plotselinge moeilijkheid en intinctmatig dan ock zeker was Andrei in zijn verbijstering De heer S c h m a 1 z, antwoordend bij ontstentenis van den heer Arntz, die geeft tijd had gevonden om mee naar de expositie te gaan, constateerde, dat uit deze tentoon stelling wel blijkt wat door samenwerking is te bereiken. Hij had groote waardeering voor wat de Alkmaarsche middenstanders heb- vijf minuten na mijn verschijnen was er een man te paard op weg naar Zloczek en werd Jadwiga vervoerd naar de hut van Andrei, die daar dichtbij was en werd op het bed van zijn vrouw gelegd, terwijl het water haar uit kleeren en naren droop op den ru wen, leemen vloer. Toen begon de laatste, hopelooze worste ling: het warmen van lakens, het ingieten van wódki tusschen haar opeengeklemde tanden en ook het branden van kruiden voor haar gelaat, dat aangeraden werd door een van de oude vrouwen uit het dorp. leder, die er bij kwam, had weer een ander middel, dat vast en zeker de levensgeesten zou op wekken. Laat mij die uren niet meer hoeven te doorleven ik weet zelfs nu nog niet of het eigenlijk wel uren of minuten waren en laat mij volstaan met te zeggen dat zij niet herleefde en dat, toen de morgenzon met veel moeite door den nevel brak en het kleine venster binnenviel, ik maar al te goed wist, al was er dan ook nog geen dokter om mij dit te zeggen, dat het tijd was om de halfopgeslagen oogleden te sluiten. HOOFDSTUK XX. Langzaam ging ik terug door het dorp, HET WITTE KRUIS. De afdeeling Alkmaar van het Witte Kruis vergaderde gisteravond op de boven zaal van net café „Central" onder voorzit terschap van dr. Pameyer, voorzitter der afdeeling. Precies op tijd opende de voorzitter de ver gadering en gaf direct daarna een kort overzicht van de huidige financieele positie der afdeeling. De financiëele positie- Op het Witte Kruis gebouw rust thans nog een hypotheek pro resto 13000.—, waarvan dit jaar moet worden afgelost een bedrag van 1000.—, en aan rente moet worden betaald een bedrag van 551.25. Voor den grond is de afdeeling aan de gemeente Alkmaar nog verschuldigd een be drag van 5000.—, waarvan jaarlijks 500.—, moet worden afgelost en aan ren te een bedrag van 202.50 moet worden betaald. met een paar schoenen aan, die behoorden aan de vrouw van Andrei. Voor mij uit, op een matras, droegen ze Jadwiga en uit iede re hut, die wij voorbij kwamen, sloot zich een man of vrouw bij ons aan. Het was een steeds in omvang toenemende, maar stille stoet, die Jadwiga terugbracht naar het huis dat zij alleen, voor het aanbreken van den dag verlaten had. Nu en dan hoorde men een zucht van een van de mannen, een snik van een vrouw en steeds werden er gebeden gepreveld, maar geen luid gejammer ver stoorde de plechtigheid van dit laatste ge leide. De Roetheensche boeren hebben een gevoel van gepastheid, dat sommige andere naties ontbreekt, en ik geloof ook, dat ze op hun nederige wijze haar hadden liefgehad het was onmogelijk een ander gevoelen jegens haar te koesteren en dat ze trotsch waren geweest op de schoonheid van „onze jonge dame". Op de veranda, ondersteund door Marya, stond madame Zielinska men had haar reeds voorbereid, op wat wij brengen zou den het dunne grijze haar kwam het nachtmutsje uit. dat zij vergeten had at te zetten, en haar vreemd gelaat was ver wonderlijk geel en gegroefd in het volle ochtendlicht. Ze sprak niet, terwijl de dra gers het bordes opliepen, maar ze zwaaide hulpeloos de armen nu eens cmhoog, dan weer voor zich uit en deze stille zeiden meer dan woorden, maar op da oogenblik wijdde ik geen gedachte aan haar, voelde ook geen mededoogen. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6