ALKMAARSCHE COURANT
De groote marine-manoeuvres.
ZiJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KLOOSTERBALSEM
Sloepenverkenning in den avond.
De ramp te Hilversum.
DOOR KLOOSTERBALSEM
No. 230 ZATERDAG 29 SERTEMBER 1934
Binnenland
Aan boord van H.M.'s „Evertsen".
Onderhoud met den burgemeester.
1-Richting-Verkeer
(Van een specialen verslaggever.)
De marine-manoeuvres van Vrijdag speel
den zich voor een belangrijk gedeelte in
den avond af. De indeeling tusschen vriend
en vijand was weer heel anders dan de vori
ge dagen. We stelden vandaag (Vrijdag) een
trotschen kruiser voor van het type Java;
ook de „Piet Hein" was gepromoveerd tot
kruiser en stond met twee torpedo-booten,
die vanavond jagers voorstelden, aan onze
zijde. Op de reede van Texel ligt de Vader-
landsche scheepsmacht, bestaande uit de
„Hertog Hendrik", de „Douwe Aukes", de
„Medusa", de twee groepen onderzee-booten
en de twee groepen watervliegtuigen. De
Roode, vijandelijke macht, de „Evertsen"
cs. moesten blauw blokkeeren, daar het ver
moeden bestaat, dat blauw zal uitloopen.
Onze taak is dus blauw op te sluiten en bij
eventueel uitloopen te vernietigen.
Ongeveer negen uur in den morgen stoo-
men we weg van de reede van Den Helder,
waar we een uiterst rustigen nacht hebben
doorgebracht. Onze strijdmacht splitst zicti
in tweeën. De „Evertsen'' en een Z.-boot
gaan om de Zuid om het Schulpengat af te
sluiten; de „Piet Hein" en de andere Z.-boot
sluiten den noordelijken ingang, het Molen
gat af. De middelste haven-entree, het West
gat, blijft buiten beschouwing, wat dat is
een vaarwater, waaraan de „Hertog
Hendrik" zich niet waagt.
De vliegtuigen hebben ons al heel gauw
verkend, het „vliegtuig-alarm" roept de be
zetting aan de 7% c.M. kanonnen, doch ge
vuurd behoeft er niet te worden, want de
vliegtuigen gaan weer zoo gauw mogelijk
terug, nadat ze den vijand verkend hebben.
Er breekt nu een tijd van wachten en scherp
uitkijken aan. We mogen aanvallen van
onderzee-booten verwachten en het sluipend
onderzee-monster is zeer moeilijk waar te
nemen; de naaldperoscoop maakt bijna geen
spoor, behalve bij snel varen en dat doen
deze slimme aanvallers niet, wanneer ze in
zicht van den vijand zijn. Plotseling klinkt
uit den mast, waar de jongste officier de
wacht houdt, de kreet; „onderzee boot twee
streken aan bakboord". De koers wordt
direct gewijzigd, we stoomen full speed van
de onderzeeër af; het gevaar is weer voorbij.
Door de kijkers zien we dan in het Molengat
een artilleriegevecht tusschen een torpedo
boot en een mijnenlegger, die waarschijnlijk
bezig is een mijnenveld te fabrieeeren. Hoe
het duel afloopt, is minder gemakkelijk waar
te nemen, maar we nemen aan, dat rood ge
wonnen heeft en de mijnenlegger in splin
ters is geschoten. Ook de „Evertsen" nam ten
overvloede den mijnenlegger nog onder
vuur. Inderdaad krijgen we dan even later
„een telefoontje", waaruit blijkt, dat de
mijnenlegger is vernietigd, maar ook de Z.-6
is buiten gevecht gesteld. Wij trekken ons ver
om de Zuid terug, de jager (de torpedo
boot) bewaakt het Schulpengat; hij heeft
opdracht onmiddellijk te melden, wanneer
de „Hertog Hendrik" het waagt het ruime
sop te kiezen en inderdaad, hij steekt even
zijn neus buiten de reede, maar bedenkt zich
en retireert onmiddellijk naar zijn veilige
ligplaats.
Het loopt tegen het invallen van de duis
ternis en onze commandant belegt Krijgs
raad. Het is van het grootste belang, direct
te weten, wanneer de „Hertog Hendrik'' c.s
buiten gaats gaat. In donker is de waar
neming echter uiterst moeilijk en we moeten
danig met de gevaarlijke onderzeeërs reke
ning houden.
Er wordt besloten de motorsloep naar den
ingang van het Schulpengat te sturen om
van daar de bewegingen van de Hendrik in
het oog te houden. Een vuurpijl zal het
signaal zijn, dat de vijand het ruime sop
kiest.
De commandant vindt het goed, dat we
met de motorsloep meegaan. De Jacobsladder
hangt als langszij en de sloep wordt in een
minimum van tijd door de jantjes gestreken.
Vo<?^ leek is een jacobsladder geen ge
makkelijk instrument; we krijgen het con
signe: „vertrouw alleen op Uw handen"; in
tegenstelling met een gewone trap
Een sloep heeft de onaangename gewoonte
om weg te duiken, wanneer je op het punt
staat er in te stappen. Maar onze Janttjes
zijn behulpzaam en stevig en een oogenblik
later zitten we in de slingerende en stampen
de sloep en glijden we langs de hooge, mach
tige romp van de „Evertsen". Puffend slaat
de motor aan het en met den kop in de gol
ven schieten we vooruit.
Kleiner en kleiner wordt de jEvertsen",
het silhouet van het prachtige schip vervaagt
aan de kim, voor ons twinkelen de lichten
van Den Helder en Texel, verder is op de
wijde zee geen licht te bekennen. De sche
pen zijn alle geblindeerd en de boordslich
ten zijn gedoofd. De sloep slingert en stampt
en de regelmatige slag van den motor en het
geruisch van de branding is het eenige, wat
de stilte breekt. Voort gaat het naar het
Noorden om onze post in te nemen vóór het
Schulpengat. De „lange Jan", de vuurtoren
van den Helder, maait met zijn lange licht
bundels over het water in onverstoorbare re
gelmaat: twee flitsen en tien seconden duis
ternis. Rechts van ons doemt de kust op met
de batterijen. Langzaam varen we op en
neer, het silhouet van den dijk, waarop de
vuurtoren en het havenlicht staan, wordt
scherper en scherper. De maan komt op; een
omstandigheid, die voor een ongezienen
waarnemer minder gunstig is. Het is een
prachtig gezicht, de woelige golven, waar
over de breede lichtbundels van den vuurto
ren scheren, het onzekere licht van de opko
mende maan en ver weg de twinkelende lich
ten van TexelEr gebeurt niets, uren en
uren wachten we, de officier, die de sloep
commandeert, zoekt met zijn kijker de kim af;
we kijken en wachten, wachten en kijken
Plotseling flitsen in het Noorden, ver, ver
weg zoeklichten over het water, de kanonnen
dreunenDaar, bij het Molengat is de
strijd begonnen, vuurbollen stijgen in den
maannacht opdit is het signaal voor schijn-
lanceering. Om de Zuid zien we niets pas-
seeren. Voor duikbooten hoeven we geen
vrees te hebben, we liggen buiten het vaar
water, vlak bij de kust
In werkelijkheid zouden we waarschijnlijk
door de kustbatterij zijn beschoten, of een
duikboot zou ons van verre onder vuur heb
ben genomen. Maar we weten het immers:
„we worden opgeofferd". De vuurpijlinstal
latie staat reeds opgesteld, klaar om aan de
„Evertsen" te melden, dat de „Hertog Hen
drik" in aantocht is. Het wordt later en la
ter, in het Noorden wordt hevig gevochten...
Het einde van de oefening blijkt te zijn
aangebroken, uit de duisternis doemen na-
vigatielichten op en de goefende oogen' van
onze sloepbemanning herkennen weldra onze
„Evertsen". Full speed zetten we koers naar
ons schip. Onze verkenning is op niets uitge-
loopen. De „Hertog Hendrik" heeft den
Noordelijken uitgang gekozenHet varen
met een sloep op open zee is een koud werkje
voor een leek op maritiem gebied en we zijn
blij weer rustig in de longroom van de
„Evertsen" te zitten. Aan boord hooren we
het ontstellende nieuws, dat we „eigenlijk"
getorpedeerd zijnEven vóór het opko
men van de maan was een onderzeeër plotse
ling vlak langszij opgekomen, hij had dus
alle gelegenheid gehad ons te torpedeeren.
Maar er is tusschen manoeuvre en werkelijk
heid wel eenig verschil. Een half uur later
ligt de „Evertsen" op de reede van den
Helder
(Einde.)
De tragische gebeurtenis van Maandag
j.1., welke Hilversum, ja het gansche land in
beroering heeft gebracht en een golf van me
delijden met de slachtoffertjes en ook van
verontwaardiging over zooveel onachtzaam
heid heeft te weeg gebracht, maar in zoover
haar goede zijde gehad heeft, dat men overal
de hand in eigen boezem is gaan steken en
voor en na maatregelen worden getroffen,
opdat een dergelijke ramp niet opnieuw kan
plaats hebben, dit droevige gebeuren en de
daardoor gewekte gevoelens zijn thans
eenigszms bezonken.
Daarom leek het 't Hbld. thans het ge
schikte oogenblik gekomen voor een onder
houd met burgemeester Lambooy, dien de
verslaggever bij een vorige bespreking, te
dicht bij de gebeurtenis, daardoor niet los
van sentimenten, die een rustige beschou
wing in den weg staan, had aangetroffen.
Ook thans nog bleek Hilversum's burge
meester vervuld van het ongeluk, dat zijn
gemeente getroffen had. Van deernis vervuld
sprak hij over de slachtoffers, de verpleegden
in de ziekenhuizen en thuis, welke zijn vrouw
regelmatig bezoekt. Burgemeester Lambooy
had 's morgens den kerkdienst voor het dien
dag aan den schoot der aarde toevertrouwde
meisje bijgewoond, welke hem zeer had ont
roerd. 4
„Ik wil niets goedpraten", zei hij ons, „ook
niet eenzijdig het gebeurde beoordeelen. Ja
renlang is alles goedgegaan, als men maar
eenigszins het gevaar had bevroed, zou al
les heel anders zijn gegaan. Ik waardeer ook
ten zeerste het optreden der pers in deze
droevige zaak, waaraan elk streven om
slachtoffers te maken vreemd is. Uit den toon
der persorganen spreekt steeds den drang
naar opbouwend werk, naar het voorkomen
van een ramp als deze in de toekomst, hier
en elders. Wat gebeurd is zal inderdaad een
les zijn voor heel het land.
„Een ongelukkige samenloop van omstan
digheden is de oorzaak, en het is de vraag,
of de brand in den aanvang zou zijn ge
smoord, als een emmer water en een natte
dweil aanwezig waren geweest. Maar het
verzuim is gepleegd, hetgeen men niet had
kunnen verwachten bij iemand, die al tien
jaar lang met het uiterst brandbare filmma
teriaal omgaat, die echter wellicht daardoor
juist zooveel vertrouwen in eigen omzichtige
handeling had opgedaan, dat hem voor
zorgsmaatregelen onnoodig voorkwamen.
Pater Buys heeft zich echter als een held ge
dragen. Toen hij het laatst aanwezige kind
naar buiten had gebracht, duldende de ont
zettende pijnen der brandwonden, heeft hij
zich nog zelf kunnen redden. God dankend,
dat de kinderen uit den hellebrand ontsnapt
waren, en daarna is hij bewusteloos ineen-
gezegen.
De samenwerking der verschillende
diensten is niet juist geweest. Het rapport
omtrent de bouwvoorschriften was niet bij
de politie bekend. De politie-agent, met het
onderzoek op de tweede aanvraag belast,
had geen kennis daarvan. Hem is dus niet
opgevallen, waf in mijn communiqué over
het achteraf geplaatste buffet is vermeld,
noch dat een slot op de deur was aange
bracht. Wat dit laatste betreft, het aanbren
gen van dit slot berust op een misverstand
tusschen den commandant van de brand
weer, tevens directeur van P.W., ir. Groote
en den inspecteur der bouwpolitie. De eerste
had bij het stellen van de voorwaarde, dat
de nooddeur met een handgreep van binnen
geopend moest kunnen worden, bedoeld, een
z.g. panieksluiting. De bouwpolitie had ge
meend, dat het omdraaien van een sleutel ook
slechts als een handgreep kon worden opge
vat, en dus de sluiting met een slot toegela
ten".
„Hoe staat het echter met het aan de po
litie toevertrouwen van het uitgeven van
vergunningen voor vertooningen waaraan
brandgevaar verbonden is en de controle
daarop. De commissaris van politie zegt, dat
dit eigenlijk het werk der brandweer is, om
dat het de politie mangelt aan deskundigheid
op dit gebied", zoo merkten wij op.
„Wat dit betreft", antwoordde burgemees
ter Lambooy. „is in mijn bezit een verklaring
van den agent belast met het toezicht op de
uitvoering van bijzondere wetten, dat vijf of
zes jaar geleden, de toenmalige brandmees
ter, de opzichter Behnken, sedert overleden,
heeft medegedeeld, dat het niet meer noodig
was de brandweer om instructie te vragen
bij dergelijke voorstellingen en deze te waar
schuwen. Bij die gelegenheid zijn de voor
waarden waaraan moest worden voldaan op
gesteld. Deze delegatie van de taak der
brandweer aan de politie is bij mijn weten
buiten het college van B. en W. om gegaan".
„Wat is uw meening daaromtrent?" vroe
gen we verder. „Behoort 't toezicht op derge
lijke voorstellingen tot de taak der politie of
tot die der brandweer?"
M.i. behoort dit toezicht tot de taak der
brandweer, zooals dat ook vroeger geregeld
was. De brandweer heeft dit van zich af ge
schoven, omdat dit haar te veel drukte gaf
en zij het niet noodig vond zelf het beoor
deelen der gevraagde vergunningen uit te
oefenen".
„Hoe is uw oordeel over gebrek aan per
soneel, waarop de commissaris zich beroept,
hetgeen het uitoefenen van controle op gege
ven vergunningen niet mogelijk zou hebben
gemaakt. En heeft de heer v. Beusekom nooit
bezwaar gemaakt, dat zijn dienst een taak
was opgedragen, die haar eigenlijk niet
paste, waar men bovendien geen personeel
voor beschikbaar had?" vroegen wij.
Burgemeester Lambooy antwoordde: „Meer
malen heeft de commissaris aangedrongen
op uitbreiding van personeel, ik herinner mij
echter niet, dat hij daarbij zou hebben gewe
zen op de onmogelijkheid om controle uit te
oefenen op het nakomen der voorwaarden
waaronder filmvertooningen in tal van ge
bouwen mogen worden gegeven, evenmin dai
hij bezwaar zou hebben gemaakt tegen het
uitgeven van vergunningen met den aankle
ve van dien. In dezen tijd van teruggang kan
ik evenwel geen vrijheid vinden een post op
de begrooting te brengen voor uitbreiding
van politiepersoneel en de politie dient te
roeien met de riemen die zij heeft En als het
gevaar voor brand was beseft, dan was ook
zeer zeker iemand beschikbaar geweest, des
noods onttrokken aan anderen dienst, om de
controle uit te oefenen".
Ten slotte wees burgemeester Lambooy
nog eens op den ongelukkigen samenloop
der omstandigheden, zijn overtuiging uitend,
dat het niet aanging en zeer jammer zou
zijn als men een zondebok zou kiezen.
De geheele materie zou in een onmiddellijk
na ons gesprek te houden conferentie, waar
aan behalve de burgemeester, ook zouden
deelnemen de wethouder van P.W., de heer
Kuyper, ir. Groote in zijn kwaliteit van
commandant der brandweer, en den commis
saris van politie besproken worden, waarbij
een nieuwe, voor de toekomst geldende rege
ling zou worden ontworpen en vastgesteld.
Een derde kind overleden.
De brand te Hilversum heeft
thans opnieuw een leven geëiscbt.
In de R.K. Ziekenverpleging is na
melijk gisteravond wederom een der
jeugdige slachtoffers overleden, de
tienjarige J. Magnin. Zooals wij
meldden, was de toestand van dit
meisje Donderdagmorgen zoo ver
ergerd, dat toediening van de laat
ste H.H. Sacramenten noodig werd
geoordeeld.
In het geheel zijn nu reeds drie
kinderen aan de opgeloopen brand
wonden bezweken.
ONDER ANT1-REVOLUTIONNAIREN.
Nadere berichten omtrent de
ontevredenheid in de A.-R. partij.
De „Standaard", die nu eindelijk in haar nr
v. Donderdagavond met de berichten over de
op 3 dezer te Zeist gehouden vergadering, de
afscheiding van de Hervormde raadsleden
uit de Huizer raadsfractie en andere uitin
gen van ontevredenheid der Hervormden in
de A.-R. Partij is gekomen, voegt daar nog
het volgende bericht aan toe, waarvan den
bladen opneming was verzocht door den heer
M. Noteboom te Hilversum:
Zaterdag 22 September werd qp een con
ferentie van Hervormde Anti-Revolution-
nairen te Utrecht besproken:
dat de (Geref.) Hervormden in de politiek
in een moeilijke positie verkeeren door hun
verdeeld zijn over verschillende partijen en
partijtjes;
dat deze politieke verdeeldheid nadeelige ge
volgen met zich brengt voor een gezond ker
kelijk samenleven;
dat de uitleving en toepassing van de ge
reformeerde beginselen meermalen aanlei
ding geven tot bezorgdheid;
dat door de politiek velen van de Kerk
vervreemden en zich laten gebruiken tot
vorming van andere kerkgroepen;
dat de rechten van de Hervormde (Geref
gezindheid niet voldoende gewaarborgd zijn;
dat het kerkelijk vraagstuk op den achter
grond gekomen is;
dat een gezamenlijk optrekken van alle
(Geref.) Hervormden voor hen meerderen
invloed beteekent in maatschappelijke en
staatkundige aangelegenheden;
dat nieuwe splitsing en partijvorming
voorkomen kan worden door een concentratie
van alle (Geref.) Hervormden in het ver
band der anti-revolutionnaire partij; mits hun
vrijheid gegeven wordt tot vrije ontplooiing
in vereeniging, toepassing van de beginselen,
vertegenwoordiging en meerdere rechten;
redenen waarom den (Geref.) Hervorm
den verzocht wordt zich nauw aaneen :t
sluiten in het belang van Kerk en Staat.
Een tegenspraak.
Voorts spreekt prof. dr. J. Severijn in de
Stand, het gerucht tegen, waarvan in een
bericht van het Hand. was melding gemaakt
en volgens hetwelk hij een belangrijke plaats
zou innemen in de beweging der Hervormde
anti-revolutionnairen. Hij schrijft om.:
Wel is mij bekend, dat er ontevreden
heid heerscht onder de Hervormde Anti-
revoltuionnairen en dat speciaal sommige be
noemingen aanstoot geven en ergernis wek
ken. De vraag is echter, of het gerechtvaar
digd is op dien grond pogingen in het werk
te stellen om een nieuwe partij op te richten
Wie zulke dingen nastreven, hebben wel
ernstig te bedenken, of zij daarmede Gods
zaak zullen dienen.
De instandhouding van een krachtige anti-
revolutionnaire partij, die zich van haar be
ginselen en roeping bewust is, acht ik een
nationaal belang, doch ik kan niet inzien,
dat dit zal worden bevorderd door een be
weging die tot verbrokkeling leidt."
De Stand, zelf voegt aan een en ander nog
toe, dat aan het blad gebleken is, dat bij het
Centraal Comité van A R. Kiesverenigingen
of zijn voorzitter geen enkele klacht is inge
komen of een bespreking is aangevraagd
van de zijde dergenen, die tot het beleggen
van de genoemde vergadering of conferentie
het initiatief hebben genomen dan wel daar
aan heiben medegewerkt.
HET INCIDENT MET DE
COMMUNISTEN.
Aanklacht ingediend.
De communistische leden der Tweede Ka
mer L. H. H. de Visser, C. J. P. Schalker er.
Roestam Effendi, hebben door hun raads
man mr. P. van 't Hoff Stolk een aanklacht
ingediend bij de Arrondissementsrechtbank
te 's-Gravenhage tegen de rechercheurs, die
hen op last van den voorzitter der Staten-
Generaal op 18 September 1934 met geweld
van hun plaatsen hebben verwijderd en over
gebracht naar een lokaliteit in de Ridder
zaal, waar zij zijn vastgehouden op last van
den aldaar dienstdoenaen commissaris van
politie.
Dit is, naar de meening der aanklagers,
een wederrechtelijke daad, aangezien het
reglement van orde voor de Ve^eenigde Ver
gadering der Staten-Generaal den voorzitter
niet het recht geeft Kamerleden uit de ver
gadering te doen verwijderen.
Uit de Ridderzaal zijn de bovengenoemde.
Kamerleden per auto overgebracht naar het
Hoofdbureau van politie, waar zij aan een
verhoor zijn onderworpen en vervolgens in
vrijheid gesteld. Reeds tijdens het verhoor
in de Ridderzaal hebben de klagers onmid
dellijk gewezen op de hun aangedane mis
handeling, aldus luidt de aanklacht, bestaan
de voor L. H. H. de Visser uit blauwe plek
ken op zijn armen en een tot bloedens tot
verwonden neus, voor C. J. P. Schalker uit
een kwetsuur van zijn rechteroog, voor
Roestam Effendi uit blauwe plekken op zijn
rug en builen op zijn hoofd.
Voor den heer de Visser was het mogelijk
de aangedane mishandeling te bewijzen door
bloedsporen op zijn kleeding.
Op grond van art. 121, 122 en 300 W. v
S. dringen de klagers op vervolging aan, zij
meenen deze klacht te moeten indienen met
het oog op de h. i. zeer ernstige aantasting
van de bestaande parlementaire rechten van
Nederlandsche Volksvertegenwoordigers.
DOOR ELECTRICITEIT GEDOOD.
Nadere mededeeling.
Omtrent het ongeluk onder Tienhoven
meldde men nader:
Voor de Drinkwaterleiding Noord
west-Utrecht te Lreukelen legt de N. V.
Aannemings-maatschappij voorheen C.
de Ruiter ,te Haarlem, een waterleiding
aan van het pompstation bij Loosdrecht
naar de gemeente Tienhoven. Sinds
eenige weken is men met de werkzaam
heden bezig. Gisterochtend vroeg, bij
het begin der werkzaamheden moe6t een
stelling, waarmede buizen in de gegra
ven geulen worden geplaatst, worden
verschoven. Hierbij is deze stelling in
aanraking gekomen met de ter plaatse
loopende kabels voor hooge spanning.
De stroom ging door de stelling, waar
door drie arbeiders werden getroffen.
Twee van hen waren, als gemeld, op slag
dood; de derde werd zwaar gewond. Eén
der slachtoffers, de ongeveer 60-jarige
G. Loeve uit Giessendam, was bijna der
tig jaar in dienst van de firma. Het
tweede slachtoffer was een arbeider, die
in verhand met de uitvoering van dit
werk tijdelijk in dienst van de Aanne
mingsmaatschappij was. Het is een ar
beider uit de omgeving van Breukelen.
GEEN EXAMENSPELLING TE
ARNHEM.
Naar 't Hbld. verneemt, zullen door B en W
van Arnhem vooralsnog geen voorschriften
worden gegeven tot invoering van de spel
ling-Marchant op de lagere scholen.
Zoolang niet een koninklijk besluit tot de
invoering verplicht, blijft de spelling-de
Vries en te Winkel gehandhaafd.
BRANDEN.
Boerderij afgebrand.
Doordat kinderen met vuur speelden is
gistermiddag te half zes brand ontstaan in
de boerderij van den heer Havinga te Hoog
kerk, bewoond door den heer v. d. Woude.
De geheele boerderij, alsmede de inventaris,
ging in vlammen op, slechts een klein ge
deelte van den inboedel kon worden gered.
BELASTINGVERLAGING TE
ALPHEN.
De gemeentebegrooting te Alphen aan den
Rijn voor 1935 is dezer dagen gereed geko
men en reeds in het college van B. en W.
behandeld. Ondanks de nog steeds voortdu
rende werkloosheid, welke in deze gemeen
te op het oogenblik nog grooter is dan op
hetzelfde tijdstip van het vorige jaar, en de
verminderde uitkeering uit het Gemeente
fonds, zijn de uitkomsten van de begrooting
iets gunstiger dan die over 1934.
B. en. W. zullen daarom den raad voor
stellen te besluiten tot een kleine belasting
verlaging
Een stijve nek behoeft Ge
dus niet langer te hebben
mIk had den geheelen dag door regen
achtig weer geloopen met een sner
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
bewegen, zoo stijf waren de spieren
van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar liet mij tevoren eens stevig wrij
ven met Kloosterbalsem, 's Morgens
was ik verrast te bemerken, dat er
van mijn stijve nek niets meer te be
speuren was. De Kloostecbalsem had
mij in een enkelen nacht, of in 8 uur
van m'n hevige stijve nek af geholpen.
S. Sch. te den H.
AlfKCD'C ORIGINEEL TER INZAGE
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snfjwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Overal per pot v. 20 gr. f 0.60 en 50 gr. f 1.
Bovengenoemde prijs wordt verhoogd
met bijslag Omzet-belasting.
TWEE MEISJES VERGIFTIGD.
Eén overleden.
Na het eten van versche worst,
welke te Helmond was gekocht, is
een drie-jarig dochtertje van een
schipper uit Made, die te 's-Her-i
togenbosch aan den wal lag, ziek
geworden. Met vergiftigingsver
schijnselen is het kindje in een zie
kenhuis opgenomen, waar het over
leden is.
Ook een zevenjarig dochtertje van
den schipper werd ziek, doch men
heeft hoop, dat zij in 't leven blijft.
SCHILDER DOODGEVALLEN.
De 60-jarige schilder J. van Cina, die
gistermiddag op een steiger van zeven en
een halven meter hoog een huis in de Briel-
sche laan te Rotterdam stond te schilderen,
heeft daarbij het evenwicht verloren en is
gevallen, waardoor hij een schedelbreuk op
liep. Hij werd overgebracht naar het zie
kenhuis aan den Coolsingel, waar hij eeni-
gen ttjd later is overleden.
POST PER DOUGLAS NAAR
AUSTRALIË.
Enveloppen en inlichtingen bij de
K.L.M. verkrijgbaar.
De K.L.M. wil het den verzenders van
brieven naar Nederlandsch-Indië en Austra
lië'gemakkelijk maken. Bij1 alle K.L.M. kan
toren is gratis eén drukwerkje met bijzonder
heden omtrent de postverzending per
Douglas vliegtuig verkrijgbaar, benevens
speciaal voor deze vlucht vervaardigde en
veloppen, aan wier uiterlijk bijzondere zorg
besteed is.
Links boven bevindt zich het K.L.M -
embleem met de vermelding „Per Luchtpost",
in Nederlandsche, Fransch en Engelsch.
Links onderaan is een teekening van de
Douglas en bevinden zich over de geheele
breedte der enveloppe de. woorden: London
Melbourne Air Race 1934. In den rech-
ter-bovenhoek staat aangeduid, op welke
wijze de frankeering moet geschieden.
In deze enveloppen bevindt zich een twee
de, welke voorzien moet worden van het
adres, waaraan de origineele omslag terug
gezonden moet worden. Voor hen, die geen
relaties in Australië of Indië hebben, zijn
gegomde strookjes gedrukt, voorzien van het
adres van den vertegenwoordiger der K.L. M
in Sydney en strookjes met het adres van het
Hoofd van den Dienst der P.T. T. te
Bandoeng. Deze behoeven slechts in het
daarvoor bestemde vak op de enveloppe te
worden geplakt. De strookjes voor Australië
zijn reeds in de enveloppe ingesloten, terwijl
die voor Indië afzonderlijk verkrijgbaar zijn.
Alle brieven moeten vóór of uiterlijk op
den 17den October gepost zijn. Zij, die
terugzending wenschen, moeten een ant
woordcoupon insluiten.
Jijdscficiftm.
„Astra", Nederlandss eerste geïll,
maandschrift.
In het Octobernummer van „Astra" valt
a.'lereerst de aandacht op de novelle van
Amélie de Man„De geheimzinnige macht".
Zij weet in dit verhaal van het begin tot het
eind te boeien. Het werd geïllustreerd door
F. van Bemmel.
B. van Vlijmen maakte teekeningen voor
een verhaal van Melis Stoke: „Het Paleis
van den Lach", terwijl Rie Reinderhoff een
teekening maakte voor een verhaal van E.
M. Hewitt: „Telepathie."
Het nummer bevat ook een detectiveverhaal
van H. Derrington: „Een dubbel alibi", dat
geïllustreerd werd door Fr. Rowley, even
als de „human-interest-story", ,,'n Zware
proef", van C. Benton.
H. F. Bieling Jr. schreef een short-story:
„Het orakel". „Uit de natuur" heeft ditmaal
„Het trekken der vogels" tot onderwerp, met
mooie illustraties. Het serieverhaal van W.
W. Jacobs: „Zes zeelui op zoek naar een
kapitein", eindigt met een aardig slot. De
Denken- en oplossen"-rubriek geeft den
puzzelaars een paardensprongpuzzle.
Dit roode bord met
witte streep beteekent
gesloten voor alle ver
keer in deze richting