ALKMAARSCHE COURANT De groote marine-manoeuvres. ZiJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN KLOOSTERBALSEM Sloepenverkenning in den avond. De ramp te Hilversum. DOOR KLOOSTERBALSEM No. 230 ZATERDAG 29 SERTEMBER 1934 Binnenland Aan boord van H.M.'s „Evertsen". Onderhoud met den burgemeester. 1-Richting-Verkeer (Van een specialen verslaggever.) De marine-manoeuvres van Vrijdag speel den zich voor een belangrijk gedeelte in den avond af. De indeeling tusschen vriend en vijand was weer heel anders dan de vori ge dagen. We stelden vandaag (Vrijdag) een trotschen kruiser voor van het type Java; ook de „Piet Hein" was gepromoveerd tot kruiser en stond met twee torpedo-booten, die vanavond jagers voorstelden, aan onze zijde. Op de reede van Texel ligt de Vader- landsche scheepsmacht, bestaande uit de „Hertog Hendrik", de „Douwe Aukes", de „Medusa", de twee groepen onderzee-booten en de twee groepen watervliegtuigen. De Roode, vijandelijke macht, de „Evertsen" cs. moesten blauw blokkeeren, daar het ver moeden bestaat, dat blauw zal uitloopen. Onze taak is dus blauw op te sluiten en bij eventueel uitloopen te vernietigen. Ongeveer negen uur in den morgen stoo- men we weg van de reede van Den Helder, waar we een uiterst rustigen nacht hebben doorgebracht. Onze strijdmacht splitst zicti in tweeën. De „Evertsen'' en een Z.-boot gaan om de Zuid om het Schulpengat af te sluiten; de „Piet Hein" en de andere Z.-boot sluiten den noordelijken ingang, het Molen gat af. De middelste haven-entree, het West gat, blijft buiten beschouwing, wat dat is een vaarwater, waaraan de „Hertog Hendrik" zich niet waagt. De vliegtuigen hebben ons al heel gauw verkend, het „vliegtuig-alarm" roept de be zetting aan de 7% c.M. kanonnen, doch ge vuurd behoeft er niet te worden, want de vliegtuigen gaan weer zoo gauw mogelijk terug, nadat ze den vijand verkend hebben. Er breekt nu een tijd van wachten en scherp uitkijken aan. We mogen aanvallen van onderzee-booten verwachten en het sluipend onderzee-monster is zeer moeilijk waar te nemen; de naaldperoscoop maakt bijna geen spoor, behalve bij snel varen en dat doen deze slimme aanvallers niet, wanneer ze in zicht van den vijand zijn. Plotseling klinkt uit den mast, waar de jongste officier de wacht houdt, de kreet; „onderzee boot twee streken aan bakboord". De koers wordt direct gewijzigd, we stoomen full speed van de onderzeeër af; het gevaar is weer voorbij. Door de kijkers zien we dan in het Molengat een artilleriegevecht tusschen een torpedo boot en een mijnenlegger, die waarschijnlijk bezig is een mijnenveld te fabrieeeren. Hoe het duel afloopt, is minder gemakkelijk waar te nemen, maar we nemen aan, dat rood ge wonnen heeft en de mijnenlegger in splin ters is geschoten. Ook de „Evertsen" nam ten overvloede den mijnenlegger nog onder vuur. Inderdaad krijgen we dan even later „een telefoontje", waaruit blijkt, dat de mijnenlegger is vernietigd, maar ook de Z.-6 is buiten gevecht gesteld. Wij trekken ons ver om de Zuid terug, de jager (de torpedo boot) bewaakt het Schulpengat; hij heeft opdracht onmiddellijk te melden, wanneer de „Hertog Hendrik" het waagt het ruime sop te kiezen en inderdaad, hij steekt even zijn neus buiten de reede, maar bedenkt zich en retireert onmiddellijk naar zijn veilige ligplaats. Het loopt tegen het invallen van de duis ternis en onze commandant belegt Krijgs raad. Het is van het grootste belang, direct te weten, wanneer de „Hertog Hendrik'' c.s buiten gaats gaat. In donker is de waar neming echter uiterst moeilijk en we moeten danig met de gevaarlijke onderzeeërs reke ning houden. Er wordt besloten de motorsloep naar den ingang van het Schulpengat te sturen om van daar de bewegingen van de Hendrik in het oog te houden. Een vuurpijl zal het signaal zijn, dat de vijand het ruime sop kiest. De commandant vindt het goed, dat we met de motorsloep meegaan. De Jacobsladder hangt als langszij en de sloep wordt in een minimum van tijd door de jantjes gestreken. Vo<?^ leek is een jacobsladder geen ge makkelijk instrument; we krijgen het con signe: „vertrouw alleen op Uw handen"; in tegenstelling met een gewone trap Een sloep heeft de onaangename gewoonte om weg te duiken, wanneer je op het punt staat er in te stappen. Maar onze Janttjes zijn behulpzaam en stevig en een oogenblik later zitten we in de slingerende en stampen de sloep en glijden we langs de hooge, mach tige romp van de „Evertsen". Puffend slaat de motor aan het en met den kop in de gol ven schieten we vooruit. Kleiner en kleiner wordt de jEvertsen", het silhouet van het prachtige schip vervaagt aan de kim, voor ons twinkelen de lichten van Den Helder en Texel, verder is op de wijde zee geen licht te bekennen. De sche pen zijn alle geblindeerd en de boordslich ten zijn gedoofd. De sloep slingert en stampt en de regelmatige slag van den motor en het geruisch van de branding is het eenige, wat de stilte breekt. Voort gaat het naar het Noorden om onze post in te nemen vóór het Schulpengat. De „lange Jan", de vuurtoren van den Helder, maait met zijn lange licht bundels over het water in onverstoorbare re gelmaat: twee flitsen en tien seconden duis ternis. Rechts van ons doemt de kust op met de batterijen. Langzaam varen we op en neer, het silhouet van den dijk, waarop de vuurtoren en het havenlicht staan, wordt scherper en scherper. De maan komt op; een omstandigheid, die voor een ongezienen waarnemer minder gunstig is. Het is een prachtig gezicht, de woelige golven, waar over de breede lichtbundels van den vuurto ren scheren, het onzekere licht van de opko mende maan en ver weg de twinkelende lich ten van TexelEr gebeurt niets, uren en uren wachten we, de officier, die de sloep commandeert, zoekt met zijn kijker de kim af; we kijken en wachten, wachten en kijken Plotseling flitsen in het Noorden, ver, ver weg zoeklichten over het water, de kanonnen dreunenDaar, bij het Molengat is de strijd begonnen, vuurbollen stijgen in den maannacht opdit is het signaal voor schijn- lanceering. Om de Zuid zien we niets pas- seeren. Voor duikbooten hoeven we geen vrees te hebben, we liggen buiten het vaar water, vlak bij de kust In werkelijkheid zouden we waarschijnlijk door de kustbatterij zijn beschoten, of een duikboot zou ons van verre onder vuur heb ben genomen. Maar we weten het immers: „we worden opgeofferd". De vuurpijlinstal latie staat reeds opgesteld, klaar om aan de „Evertsen" te melden, dat de „Hertog Hen drik" in aantocht is. Het wordt later en la ter, in het Noorden wordt hevig gevochten... Het einde van de oefening blijkt te zijn aangebroken, uit de duisternis doemen na- vigatielichten op en de goefende oogen' van onze sloepbemanning herkennen weldra onze „Evertsen". Full speed zetten we koers naar ons schip. Onze verkenning is op niets uitge- loopen. De „Hertog Hendrik" heeft den Noordelijken uitgang gekozenHet varen met een sloep op open zee is een koud werkje voor een leek op maritiem gebied en we zijn blij weer rustig in de longroom van de „Evertsen" te zitten. Aan boord hooren we het ontstellende nieuws, dat we „eigenlijk" getorpedeerd zijnEven vóór het opko men van de maan was een onderzeeër plotse ling vlak langszij opgekomen, hij had dus alle gelegenheid gehad ons te torpedeeren. Maar er is tusschen manoeuvre en werkelijk heid wel eenig verschil. Een half uur later ligt de „Evertsen" op de reede van den Helder (Einde.) De tragische gebeurtenis van Maandag j.1., welke Hilversum, ja het gansche land in beroering heeft gebracht en een golf van me delijden met de slachtoffertjes en ook van verontwaardiging over zooveel onachtzaam heid heeft te weeg gebracht, maar in zoover haar goede zijde gehad heeft, dat men overal de hand in eigen boezem is gaan steken en voor en na maatregelen worden getroffen, opdat een dergelijke ramp niet opnieuw kan plaats hebben, dit droevige gebeuren en de daardoor gewekte gevoelens zijn thans eenigszms bezonken. Daarom leek het 't Hbld. thans het ge schikte oogenblik gekomen voor een onder houd met burgemeester Lambooy, dien de verslaggever bij een vorige bespreking, te dicht bij de gebeurtenis, daardoor niet los van sentimenten, die een rustige beschou wing in den weg staan, had aangetroffen. Ook thans nog bleek Hilversum's burge meester vervuld van het ongeluk, dat zijn gemeente getroffen had. Van deernis vervuld sprak hij over de slachtoffers, de verpleegden in de ziekenhuizen en thuis, welke zijn vrouw regelmatig bezoekt. Burgemeester Lambooy had 's morgens den kerkdienst voor het dien dag aan den schoot der aarde toevertrouwde meisje bijgewoond, welke hem zeer had ont roerd. 4 „Ik wil niets goedpraten", zei hij ons, „ook niet eenzijdig het gebeurde beoordeelen. Ja renlang is alles goedgegaan, als men maar eenigszins het gevaar had bevroed, zou al les heel anders zijn gegaan. Ik waardeer ook ten zeerste het optreden der pers in deze droevige zaak, waaraan elk streven om slachtoffers te maken vreemd is. Uit den toon der persorganen spreekt steeds den drang naar opbouwend werk, naar het voorkomen van een ramp als deze in de toekomst, hier en elders. Wat gebeurd is zal inderdaad een les zijn voor heel het land. „Een ongelukkige samenloop van omstan digheden is de oorzaak, en het is de vraag, of de brand in den aanvang zou zijn ge smoord, als een emmer water en een natte dweil aanwezig waren geweest. Maar het verzuim is gepleegd, hetgeen men niet had kunnen verwachten bij iemand, die al tien jaar lang met het uiterst brandbare filmma teriaal omgaat, die echter wellicht daardoor juist zooveel vertrouwen in eigen omzichtige handeling had opgedaan, dat hem voor zorgsmaatregelen onnoodig voorkwamen. Pater Buys heeft zich echter als een held ge dragen. Toen hij het laatst aanwezige kind naar buiten had gebracht, duldende de ont zettende pijnen der brandwonden, heeft hij zich nog zelf kunnen redden. God dankend, dat de kinderen uit den hellebrand ontsnapt waren, en daarna is hij bewusteloos ineen- gezegen. De samenwerking der verschillende diensten is niet juist geweest. Het rapport omtrent de bouwvoorschriften was niet bij de politie bekend. De politie-agent, met het onderzoek op de tweede aanvraag belast, had geen kennis daarvan. Hem is dus niet opgevallen, waf in mijn communiqué over het achteraf geplaatste buffet is vermeld, noch dat een slot op de deur was aange bracht. Wat dit laatste betreft, het aanbren gen van dit slot berust op een misverstand tusschen den commandant van de brand weer, tevens directeur van P.W., ir. Groote en den inspecteur der bouwpolitie. De eerste had bij het stellen van de voorwaarde, dat de nooddeur met een handgreep van binnen geopend moest kunnen worden, bedoeld, een z.g. panieksluiting. De bouwpolitie had ge meend, dat het omdraaien van een sleutel ook slechts als een handgreep kon worden opge vat, en dus de sluiting met een slot toegela ten". „Hoe staat het echter met het aan de po litie toevertrouwen van het uitgeven van vergunningen voor vertooningen waaraan brandgevaar verbonden is en de controle daarop. De commissaris van politie zegt, dat dit eigenlijk het werk der brandweer is, om dat het de politie mangelt aan deskundigheid op dit gebied", zoo merkten wij op. „Wat dit betreft", antwoordde burgemees ter Lambooy. „is in mijn bezit een verklaring van den agent belast met het toezicht op de uitvoering van bijzondere wetten, dat vijf of zes jaar geleden, de toenmalige brandmees ter, de opzichter Behnken, sedert overleden, heeft medegedeeld, dat het niet meer noodig was de brandweer om instructie te vragen bij dergelijke voorstellingen en deze te waar schuwen. Bij die gelegenheid zijn de voor waarden waaraan moest worden voldaan op gesteld. Deze delegatie van de taak der brandweer aan de politie is bij mijn weten buiten het college van B. en W. om gegaan". „Wat is uw meening daaromtrent?" vroe gen we verder. „Behoort 't toezicht op derge lijke voorstellingen tot de taak der politie of tot die der brandweer?" M.i. behoort dit toezicht tot de taak der brandweer, zooals dat ook vroeger geregeld was. De brandweer heeft dit van zich af ge schoven, omdat dit haar te veel drukte gaf en zij het niet noodig vond zelf het beoor deelen der gevraagde vergunningen uit te oefenen". „Hoe is uw oordeel over gebrek aan per soneel, waarop de commissaris zich beroept, hetgeen het uitoefenen van controle op gege ven vergunningen niet mogelijk zou hebben gemaakt. En heeft de heer v. Beusekom nooit bezwaar gemaakt, dat zijn dienst een taak was opgedragen, die haar eigenlijk niet paste, waar men bovendien geen personeel voor beschikbaar had?" vroegen wij. Burgemeester Lambooy antwoordde: „Meer malen heeft de commissaris aangedrongen op uitbreiding van personeel, ik herinner mij echter niet, dat hij daarbij zou hebben gewe zen op de onmogelijkheid om controle uit te oefenen op het nakomen der voorwaarden waaronder filmvertooningen in tal van ge bouwen mogen worden gegeven, evenmin dai hij bezwaar zou hebben gemaakt tegen het uitgeven van vergunningen met den aankle ve van dien. In dezen tijd van teruggang kan ik evenwel geen vrijheid vinden een post op de begrooting te brengen voor uitbreiding van politiepersoneel en de politie dient te roeien met de riemen die zij heeft En als het gevaar voor brand was beseft, dan was ook zeer zeker iemand beschikbaar geweest, des noods onttrokken aan anderen dienst, om de controle uit te oefenen". Ten slotte wees burgemeester Lambooy nog eens op den ongelukkigen samenloop der omstandigheden, zijn overtuiging uitend, dat het niet aanging en zeer jammer zou zijn als men een zondebok zou kiezen. De geheele materie zou in een onmiddellijk na ons gesprek te houden conferentie, waar aan behalve de burgemeester, ook zouden deelnemen de wethouder van P.W., de heer Kuyper, ir. Groote in zijn kwaliteit van commandant der brandweer, en den commis saris van politie besproken worden, waarbij een nieuwe, voor de toekomst geldende rege ling zou worden ontworpen en vastgesteld. Een derde kind overleden. De brand te Hilversum heeft thans opnieuw een leven geëiscbt. In de R.K. Ziekenverpleging is na melijk gisteravond wederom een der jeugdige slachtoffers overleden, de tienjarige J. Magnin. Zooals wij meldden, was de toestand van dit meisje Donderdagmorgen zoo ver ergerd, dat toediening van de laat ste H.H. Sacramenten noodig werd geoordeeld. In het geheel zijn nu reeds drie kinderen aan de opgeloopen brand wonden bezweken. ONDER ANT1-REVOLUTIONNAIREN. Nadere berichten omtrent de ontevredenheid in de A.-R. partij. De „Standaard", die nu eindelijk in haar nr v. Donderdagavond met de berichten over de op 3 dezer te Zeist gehouden vergadering, de afscheiding van de Hervormde raadsleden uit de Huizer raadsfractie en andere uitin gen van ontevredenheid der Hervormden in de A.-R. Partij is gekomen, voegt daar nog het volgende bericht aan toe, waarvan den bladen opneming was verzocht door den heer M. Noteboom te Hilversum: Zaterdag 22 September werd qp een con ferentie van Hervormde Anti-Revolution- nairen te Utrecht besproken: dat de (Geref.) Hervormden in de politiek in een moeilijke positie verkeeren door hun verdeeld zijn over verschillende partijen en partijtjes; dat deze politieke verdeeldheid nadeelige ge volgen met zich brengt voor een gezond ker kelijk samenleven; dat de uitleving en toepassing van de ge reformeerde beginselen meermalen aanlei ding geven tot bezorgdheid; dat door de politiek velen van de Kerk vervreemden en zich laten gebruiken tot vorming van andere kerkgroepen; dat de rechten van de Hervormde (Geref gezindheid niet voldoende gewaarborgd zijn; dat het kerkelijk vraagstuk op den achter grond gekomen is; dat een gezamenlijk optrekken van alle (Geref.) Hervormden voor hen meerderen invloed beteekent in maatschappelijke en staatkundige aangelegenheden; dat nieuwe splitsing en partijvorming voorkomen kan worden door een concentratie van alle (Geref.) Hervormden in het ver band der anti-revolutionnaire partij; mits hun vrijheid gegeven wordt tot vrije ontplooiing in vereeniging, toepassing van de beginselen, vertegenwoordiging en meerdere rechten; redenen waarom den (Geref.) Hervorm den verzocht wordt zich nauw aaneen :t sluiten in het belang van Kerk en Staat. Een tegenspraak. Voorts spreekt prof. dr. J. Severijn in de Stand, het gerucht tegen, waarvan in een bericht van het Hand. was melding gemaakt en volgens hetwelk hij een belangrijke plaats zou innemen in de beweging der Hervormde anti-revolutionnairen. Hij schrijft om.: Wel is mij bekend, dat er ontevreden heid heerscht onder de Hervormde Anti- revoltuionnairen en dat speciaal sommige be noemingen aanstoot geven en ergernis wek ken. De vraag is echter, of het gerechtvaar digd is op dien grond pogingen in het werk te stellen om een nieuwe partij op te richten Wie zulke dingen nastreven, hebben wel ernstig te bedenken, of zij daarmede Gods zaak zullen dienen. De instandhouding van een krachtige anti- revolutionnaire partij, die zich van haar be ginselen en roeping bewust is, acht ik een nationaal belang, doch ik kan niet inzien, dat dit zal worden bevorderd door een be weging die tot verbrokkeling leidt." De Stand, zelf voegt aan een en ander nog toe, dat aan het blad gebleken is, dat bij het Centraal Comité van A R. Kiesverenigingen of zijn voorzitter geen enkele klacht is inge komen of een bespreking is aangevraagd van de zijde dergenen, die tot het beleggen van de genoemde vergadering of conferentie het initiatief hebben genomen dan wel daar aan heiben medegewerkt. HET INCIDENT MET DE COMMUNISTEN. Aanklacht ingediend. De communistische leden der Tweede Ka mer L. H. H. de Visser, C. J. P. Schalker er. Roestam Effendi, hebben door hun raads man mr. P. van 't Hoff Stolk een aanklacht ingediend bij de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage tegen de rechercheurs, die hen op last van den voorzitter der Staten- Generaal op 18 September 1934 met geweld van hun plaatsen hebben verwijderd en over gebracht naar een lokaliteit in de Ridder zaal, waar zij zijn vastgehouden op last van den aldaar dienstdoenaen commissaris van politie. Dit is, naar de meening der aanklagers, een wederrechtelijke daad, aangezien het reglement van orde voor de Ve^eenigde Ver gadering der Staten-Generaal den voorzitter niet het recht geeft Kamerleden uit de ver gadering te doen verwijderen. Uit de Ridderzaal zijn de bovengenoemde. Kamerleden per auto overgebracht naar het Hoofdbureau van politie, waar zij aan een verhoor zijn onderworpen en vervolgens in vrijheid gesteld. Reeds tijdens het verhoor in de Ridderzaal hebben de klagers onmid dellijk gewezen op de hun aangedane mis handeling, aldus luidt de aanklacht, bestaan de voor L. H. H. de Visser uit blauwe plek ken op zijn armen en een tot bloedens tot verwonden neus, voor C. J. P. Schalker uit een kwetsuur van zijn rechteroog, voor Roestam Effendi uit blauwe plekken op zijn rug en builen op zijn hoofd. Voor den heer de Visser was het mogelijk de aangedane mishandeling te bewijzen door bloedsporen op zijn kleeding. Op grond van art. 121, 122 en 300 W. v S. dringen de klagers op vervolging aan, zij meenen deze klacht te moeten indienen met het oog op de h. i. zeer ernstige aantasting van de bestaande parlementaire rechten van Nederlandsche Volksvertegenwoordigers. DOOR ELECTRICITEIT GEDOOD. Nadere mededeeling. Omtrent het ongeluk onder Tienhoven meldde men nader: Voor de Drinkwaterleiding Noord west-Utrecht te Lreukelen legt de N. V. Aannemings-maatschappij voorheen C. de Ruiter ,te Haarlem, een waterleiding aan van het pompstation bij Loosdrecht naar de gemeente Tienhoven. Sinds eenige weken is men met de werkzaam heden bezig. Gisterochtend vroeg, bij het begin der werkzaamheden moe6t een stelling, waarmede buizen in de gegra ven geulen worden geplaatst, worden verschoven. Hierbij is deze stelling in aanraking gekomen met de ter plaatse loopende kabels voor hooge spanning. De stroom ging door de stelling, waar door drie arbeiders werden getroffen. Twee van hen waren, als gemeld, op slag dood; de derde werd zwaar gewond. Eén der slachtoffers, de ongeveer 60-jarige G. Loeve uit Giessendam, was bijna der tig jaar in dienst van de firma. Het tweede slachtoffer was een arbeider, die in verhand met de uitvoering van dit werk tijdelijk in dienst van de Aanne mingsmaatschappij was. Het is een ar beider uit de omgeving van Breukelen. GEEN EXAMENSPELLING TE ARNHEM. Naar 't Hbld. verneemt, zullen door B en W van Arnhem vooralsnog geen voorschriften worden gegeven tot invoering van de spel ling-Marchant op de lagere scholen. Zoolang niet een koninklijk besluit tot de invoering verplicht, blijft de spelling-de Vries en te Winkel gehandhaafd. BRANDEN. Boerderij afgebrand. Doordat kinderen met vuur speelden is gistermiddag te half zes brand ontstaan in de boerderij van den heer Havinga te Hoog kerk, bewoond door den heer v. d. Woude. De geheele boerderij, alsmede de inventaris, ging in vlammen op, slechts een klein ge deelte van den inboedel kon worden gered. BELASTINGVERLAGING TE ALPHEN. De gemeentebegrooting te Alphen aan den Rijn voor 1935 is dezer dagen gereed geko men en reeds in het college van B. en W. behandeld. Ondanks de nog steeds voortdu rende werkloosheid, welke in deze gemeen te op het oogenblik nog grooter is dan op hetzelfde tijdstip van het vorige jaar, en de verminderde uitkeering uit het Gemeente fonds, zijn de uitkomsten van de begrooting iets gunstiger dan die over 1934. B. en. W. zullen daarom den raad voor stellen te besluiten tot een kleine belasting verlaging Een stijve nek behoeft Ge dus niet langer te hebben mIk had den geheelen dag door regen achtig weer geloopen met een sner penden wind. Toen ik s'avonds thuis kwam, kon ik mijn hoofd niet meer bewegen, zoo stijf waren de spieren van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed maar liet mij tevoren eens stevig wrij ven met Kloosterbalsem, 's Morgens was ik verrast te bemerken, dat er van mijn stijve nek niets meer te be speuren was. De Kloostecbalsem had mij in een enkelen nacht, of in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen. S. Sch. te den H. AlfKCD'C ORIGINEEL TER INZAGE „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snfjwonden Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Overal per pot v. 20 gr. f 0.60 en 50 gr. f 1. Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met bijslag Omzet-belasting. TWEE MEISJES VERGIFTIGD. Eén overleden. Na het eten van versche worst, welke te Helmond was gekocht, is een drie-jarig dochtertje van een schipper uit Made, die te 's-Her-i togenbosch aan den wal lag, ziek geworden. Met vergiftigingsver schijnselen is het kindje in een zie kenhuis opgenomen, waar het over leden is. Ook een zevenjarig dochtertje van den schipper werd ziek, doch men heeft hoop, dat zij in 't leven blijft. SCHILDER DOODGEVALLEN. De 60-jarige schilder J. van Cina, die gistermiddag op een steiger van zeven en een halven meter hoog een huis in de Briel- sche laan te Rotterdam stond te schilderen, heeft daarbij het evenwicht verloren en is gevallen, waardoor hij een schedelbreuk op liep. Hij werd overgebracht naar het zie kenhuis aan den Coolsingel, waar hij eeni- gen ttjd later is overleden. POST PER DOUGLAS NAAR AUSTRALIË. Enveloppen en inlichtingen bij de K.L.M. verkrijgbaar. De K.L.M. wil het den verzenders van brieven naar Nederlandsch-Indië en Austra lië'gemakkelijk maken. Bij1 alle K.L.M. kan toren is gratis eén drukwerkje met bijzonder heden omtrent de postverzending per Douglas vliegtuig verkrijgbaar, benevens speciaal voor deze vlucht vervaardigde en veloppen, aan wier uiterlijk bijzondere zorg besteed is. Links boven bevindt zich het K.L.M - embleem met de vermelding „Per Luchtpost", in Nederlandsche, Fransch en Engelsch. Links onderaan is een teekening van de Douglas en bevinden zich over de geheele breedte der enveloppe de. woorden: London Melbourne Air Race 1934. In den rech- ter-bovenhoek staat aangeduid, op welke wijze de frankeering moet geschieden. In deze enveloppen bevindt zich een twee de, welke voorzien moet worden van het adres, waaraan de origineele omslag terug gezonden moet worden. Voor hen, die geen relaties in Australië of Indië hebben, zijn gegomde strookjes gedrukt, voorzien van het adres van den vertegenwoordiger der K.L. M in Sydney en strookjes met het adres van het Hoofd van den Dienst der P.T. T. te Bandoeng. Deze behoeven slechts in het daarvoor bestemde vak op de enveloppe te worden geplakt. De strookjes voor Australië zijn reeds in de enveloppe ingesloten, terwijl die voor Indië afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Alle brieven moeten vóór of uiterlijk op den 17den October gepost zijn. Zij, die terugzending wenschen, moeten een ant woordcoupon insluiten. Jijdscficiftm. „Astra", Nederlandss eerste geïll, maandschrift. In het Octobernummer van „Astra" valt a.'lereerst de aandacht op de novelle van Amélie de Man„De geheimzinnige macht". Zij weet in dit verhaal van het begin tot het eind te boeien. Het werd geïllustreerd door F. van Bemmel. B. van Vlijmen maakte teekeningen voor een verhaal van Melis Stoke: „Het Paleis van den Lach", terwijl Rie Reinderhoff een teekening maakte voor een verhaal van E. M. Hewitt: „Telepathie." Het nummer bevat ook een detectiveverhaal van H. Derrington: „Een dubbel alibi", dat geïllustreerd werd door Fr. Rowley, even als de „human-interest-story", ,,'n Zware proef", van C. Benton. H. F. Bieling Jr. schreef een short-story: „Het orakel". „Uit de natuur" heeft ditmaal „Het trekken der vogels" tot onderwerp, met mooie illustraties. Het serieverhaal van W. W. Jacobs: „Zes zeelui op zoek naar een kapitein", eindigt met een aardig slot. De Denken- en oplossen"-rubriek geeft den puzzelaars een paardensprongpuzzle. Dit roode bord met witte streep beteekent gesloten voor alle ver keer in deze richting

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9