De tram naar de Egmonden. f 'JxuUCetott Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES 6 voor 10 cent De heks van Winslea Rust zacht, helaas te vroeg ontslapen vriend. Leven en sterven van „Spoortje". het DE VERBINDING EEN FEIT GEWORDEN. FEESTVIERING MET EEN TREURIG SLOT. DE SPOORWEG WORDT GEOPEND. De eerste rit. OFFICIEELE TOESPRAKEN, EGMOND AAN ZEE WERD ONTDEKT. DE OPENING FEESTELIJK HERDACHT. EEN LEVEN VOL UPS AND DOWNS. VERGEEFSCHE POGINGEN TOT BEHOUD. De laatste rit. „MIJN LAATSTE GROET AAN EGMONS PUBLIEK". GROOTE BELANGSTELLING VAN DE EGMONDERS, RUST ZACHT, TROUWE VRIEND. „RUST ZACHT, HELAAS TE VROEG ONTSLAPEN VRIEND, DE HOPE OP EEN SPOEDIG AARDSCH WEERZIEN, DOET ONS LEVEN". Er waren eens het is al ruim vijftig jaar geleden ondernemende men schen, die er over dachten hoe zij het aan 't spoorwegnet gelegen Alkmaar met Egmond en Bergen, ous met duin, zee en bosch, konden verbinden Zij vroegen concessies voor alleriei plannen waartoe ook door paarden ge trokken tram behoorden, mi>&r al die plannen waren te kostbaar en verdwenen zooals zij gekomen waren. Totdat in 1898 een tweetal etoomtram- comité's, die onafhankelijk van elkaar waren, tesamen gesmolten werden en in 1901 de Stoomtramwegmaatschappij F/mond- -AH maarBergen ontstond, die door den steun van Rijk, Provincie en gemeenten haar doel wist te bereiken. Bergen verstrekte een renteloos voor schot van 40.000, Alkmaar 30.000 en 10.000 voor aandeelen en Egmond j 2C00. De H IJ. S waarborgde aan -1e Stoomtramwegmaatschappij jaarlijks 3 van haar aandeelenkapitaal met toezegging van de helft van de over winst boven het overeen gekomen be drag der exploitatiekosten, terwijl het onderhoud voor rekening der exploita tie werd genomen In 1905 is de verbinding van Alkmaar met Egmond en Bergen een feit gewor den en het is te begrijpen, dat de „A'k- maarsche Courant" zich destijds niet onbetuigd heeft gelaten. Een wensch zoo lezen wij o.a. in het blad van 21 Juli 1905 die jaren ach tereen gekoesterd is, doch die maar niet in vervulling scheen te willen komen, is heden verwezenlijkt. De schoone slaapster uit het bosch is heden gewekt door de spoorfluit. Nieuw leven zal er nu komen in onze streek en daarmee zal gepaard gaan toeneming van welvaart. Helaas heeft de tram reeds een men- schenoffer geëischt nog vóór zij officieel geopend verklaard werd. Donderdag 20 Juli, op den vooravond van de plechtige ingebruikstelling, vier de men in Egmond aan den Hoef duchtig feest. Er werd, nadat diverse program manummers waren afgewerkt, een Ty- roler damesgroep gepresenteerd, voor stellende „Egmond aangesloten bij het wereldnet" toen de mare ging, dat de tram gederailleerd was en de machinist het leven had verloren. Het verdere pro gram en de fakkeloptocht werden afge- *t en men ging diep onder den indruk van de tragische gebeurtenis naar huis. De courant vermeldt van dit ongeluk, dat de tram van Alkmaar kwam en uit 'n locomotief met 2 wagens bestond, Me Vrijdagmorgens als eerste tramtrein lit Egmond zou vertrekken. Op de locomo tief bevonden zich drie mannen w.o. de machinist J. A. van Heyningen. Bij den eersten wissel voor het station Egmond aan Zee vloog de locomotief uit de rails waarschijnlijk omdat kinderen steentjes tusschen den wissel geworpen hadden. De machine kantelde naar den kant waar de machinist er juist uit was ge sprongen en deze kwam er onder. Zijn beide metgezellen liepen ernstige brand wonden op. De verbinding van locomo tief en wagens was verbroken en toen de machinist met veel moeite van onder de machine was gehaald kon Dr. Schipper slechts den dood constateeren. De ongelukkige machinist liet een vrouw en zes kinderen na. Van de beide andere slachtoffers werd gemeld dat zij hersteld zijn, hoewel de heer Ranzijn te Egmond aan Zee, die bij het ongeluk tegenwoordig was, ons Zaterdagavond verzekerde, dat hij zich met zekerheid herinnert, dat er toen twee slachtoffers geweest zijn. Dit schijnt inderdaad het geval te zijn geweest. De opzichter G. P. yan May Wynne. 7) Barbara klapte in de handen: het was haar gelukt den kikvorsch aan de rivier op te jagen. „Als je daar nu nog niet tevreden mee bent, dan ben je ook moeilijk te voldoen, meisje! Ik verzeker je, dat Meg, hoeveel zij dan ook van mij hcudt, mij nooit zulk een horoscoop zou trekken. Treurspelen, wapen gekletter, onrust en storm voor mij. Maar kijk maar niet zoo bedrukt, dat mag ik alles best!" „Neen, Barbara-lief, dat maak je mij niet wijs dat je op dergelijken tegenspoed ge steld zou zijn. Het hart van een vrouw gaat uit naar liefde een eigen tehuis en zulk soort dingen. Oorlog is verschrikkelijk; wij, in Engeland, hebben dit, helaas, dikwijls ondervonden!" „De liefde is wel heel mooi", zei Barbara en haar oogen kregen een eenigszins pein zende uitdrukking, „maar ze zou mij niet ge heel voldoenWas ik maar een man, dan zou ik tevreden zijn. Toch hoeft een vrouw ook niet den heelen dag thuis pud dingen te maken en aan haar borduurraam te zitten. Denk maar eens aan die wakkere Moll Cutpurse, waarvan sir Hugh Ainslie mij een tijdje geleden verteld heeft. Een echte struikroofster en toch zoo vroolijk en Nauwen is later aan zijn verwondingen overleden. Slechts de leerling-machinist P. B. Holzmann, die eveneens ernstige brandwonden opliep, is volkomen her steld. In den nacht vóór de plechtige inge bruikstelling werd de locomotief met veel moeite weer in het goede spoor ge bracht. Vrijdagmorgen 21 Juli 1905 stond de nieuwe tramtrein gereed op het spoor wegemplacement Alkmaar in afwach ting van de gasten uit Amsterdam, die voor de opening van den spoorweg zou den overkomen. Het was een groot en voornaam gezel schap, dat de officieele eerste rit zou medemaken. Daar waren o.a. Mr. G. van Tienhoven, de commissaris der Ko ningin, leden van Ged. Staten met den griffier, inspecteurs der spoorwegen, loco-burgemeester Jan de Wit wegens ziekte van burgemeester Ripping met wethouder Boelmans ter Spill en den gemeentesecretaris Donath, verder bur gemeester Pranger van Egmond Binnen en Egmond aan den Hoef, burgemeester J. van Reenen van Bergen met de wet houders Oldenburg en Swaan, leden van hét voormalig tramcomité met hun se cretarissen de heeren H. Siebert Coster en mr. W. C. Bosman, hoodifngenieurs, ingenieurs en tal van andere gasten. Kwart voor elf zoo lezen wij in de Alkmaarsche Courant van 21 Juli 1905 zette de trein, drie wagens met de locomotief „Haas", zich in beweging. Aan het station had zich een groote me nigte verzameld, die niet genoeg kon krijgen van den aanblik der inderdaad keurige wagens. Deze mogen dan ook gezien worden. Behalve plaatsen op de balcons, bevatten zij 20 zitplaatsen in de tweede klas, en 12 in de eerste klas. De groote ruiten aan alle kanten van de coupé's geven uitmuntend gelegenheid om het landschap waardoor men rijdt op te nemen. Langs de groene weiden door een stralende zon belicht, ging het aanvan kelijk. Uit de enkele huizen kwamen de menschen aangeloopen met groote oogen van verbazing dat zij het nog be leefden, dat er een tram stoomde door hun stille landouwen. Omstreeks kwart voor twaalf arriveer de men te Egmond aan den Hoef, waar het aan 't station zwart zag van de menschen. Nauwelijks had de trein stil gestaan, of er klonk blijde, opgewekte fanfaremuziek, een bijzonder aardige attentie van het muziekgezelschap „La moraal van Egmond". Met groene slingers, waarin zich rozen en andere bloemen bevonden, waren boomen en staken verbonden. Hier ver klaarde burgemeester Pranger in een korte toespraak, dat zijn gemeente niet alleen dankbaar maar ook ten volle vol daan was. Staande op het balcon van de tram antwoordde de heer C. Bosman, als voorzitter van de stoomtramwegmaat schappij EgmondAlkmaarBergen en sprak o.a. de hoop uit, dat de tram voor den bloei der gemeente uitstekende re sultaten zou opleveren. Men gebruikte een feestdronk in het versierde café „De drie Egmonden", daarna ging het gezelschap weer in de tram op weg naar Egmond aan Zee, waar een groote menigte zich aan het station had verzameld, waarin vooral de oude, gebaarde zeerobben opvielen. Hier en daar wapperden vlaggen van de huizen. In Egmond aan Zee werd het station bezichtigd, dat een bijzonder aangena- men indruk maakte. De locomotieven en de wagens in de remises zagen er uit om door een ringetje te halen en menige bewonderende blik werd er naar gewor pen. Enkele gasten wilden nog een kijkje nemen bij de zee, doch daaryoor ontbrak de tijd. Met groote snelheid werd naar, Alkmaar tèrug gereden eh daarna ving dettocht paar Betgen aan, 'waar talrijke sprekers het woord voerden. Nadat de heer C Bosman velen dank gebracht had voor hun medewerking, verklaarde hij den spoorweg geopend Na hem spraken o.a. de commissaris der Koningin en de heer Nierstrasz, lid van den Raad van administratie der H.S.M., die de verblijdende mededeeling deed, dat de ontworpen dienstregeling waarover in de courant geklaagd was in gunstigen zin was gewijzigd. Na hem spraken o.a. de burgemeester van Alk maar, de Egmonden en Bergen, het Ka merlid Van Foreest, de heer Siebert Coster en leden van Ged. Staten. De groote pers was bij de opening van den spoorweg goed vertegenwoordigd. Van bijna alle bladen van beteekenis maakte een redacteur den tocht mee. Dat de streekbewoners zeer met de tram waren ingenomen, bewijzen tal van kortere en langerè artikelen uit die dagen. Woensdag 26 Juli 1905 schrijft een „Amsterdammer" o.a. aan de Al km. Ct.: „wil men het badplaatsje Egmond ver gelijken met Scheveningen of Zandvoort, dan zou men de laatste kunnen noemen mondaine vrouwen in rijpe schoonheid en daarnaast Egmond een dartel blo zend backfishje met losse krullen en nog naïve, onhandige bewegingen. Hier komt men om de duinen, het strand en de zee. Een locomotief met zes volle wa gens kwam omstreeks vijf uur aan en die geheele lading wandelde naar het strand. En toch is dit strand zoo groot, dat er honderden kunnen wandelen zonder dat men van „vol" kan spreken. Toen er weer een trein naar Alkmaar ging, deed heel Egmond den terugkee renden bezoekers uitgeleide en aan het station te Alkmaar was het even druk van nieuwsgierigen- Er zal van deze tram een druk gebruik worden ge maakt". Op Vrijdag 28 Juli 1905 heeft Egmond de opening der tramlijn Egmond—Alk maar nog eens feestelijk herdacht. De tram van 10.39 telde niet minder dan negen wagons. In Hótel Zeezicht was er des avonds een diner en daarna een concert op het terra,» door leden van het Stedelijk Muziekcorps van Alkmaar. Wij hebben latere jaargangen niet meer nagezocht omdat wij er waar schijnlijk slechte sporadisch iets van de geschiedenis van de t«*Am zouden vin den:' •trftw p ris- De tram zal zijn góede en slechte ja ren,, zijn ups and downs gehad hebben, maar eep feit is, dat dit goedkoópe mas- savérvoermiddel ten krachtigste aan den vooruitgang van Egmond aan 2$ee als badplaats heeft medegewerkt. De tijd staat niet stil en wat eens als een wonder van durf en techniek werd be schouwd, i6 in den loop der jaren een vervoermiddel van verouderd type ge worden, dat voornamelijk in de laatste jaren den moordenden concurrentie strijd tegen den automobiel in bus- en taxivorm niet heeft kunnen volhouden, De exploitatiekosten stegen, de ontvang sten daalden, de crisis, die in het bijzon der de spoorwegen heeft getroffen, noop te tot bezuiniging en tot opheffing van niet rendabele trajecten en vroeger nog dan men gehoopt had, verscheen op 26 Mei van dit jaar de mededeeling in de bladen, dat de tram met ingang van den winterdienst zou worden opgeheven. i' De pogingen, welke men voornamelijk in Egmond aan Zee gedaan heeft om de tram te kunnen behouden zijn van te jongen datum dan dat, wij ze hier in bij zonderheden behoeven te releveeren. Er werd onder voorzitterschap van den heer Rike een comité gesticht, dat een voerig adres aan den Minister van Wa terstaat fiëeft gezonden, eerr comité, dat den steun van de V. V. V. en van vrijwel de geheele bevolking heeft ondervon den. Noch de uiteenzetting hoezeei Lg mond als badplaats in den loopder jaren van voortdurend grootere betets kenis is geworden, noch een schildeiing van de funeste gevolgen welke de ver dwijning van de tram voor deze 1D financieel opzicht bloedarme gemeente zal hebben, konden den minister blijk baar bewegen zijn invloed tot behoud van het „Spoortje", zooals de Egmonders hun tram genoemd hadden, aan te wenden. Het is opmerkelijk, dat het comité uit de burgerij van Egmond aan Zee bij zijn actie zeer weinig officieele medewer king heeft ondervonden. Andere belanghebbende gemeenten A'kmaar, Egmond aan den Hoef en Ber gen lieten vrijwel niete van zich hooren en in den Raad van Egmond aan Zee .s het tramvraagstuk zeker niet met die ernst en voortvarendheid behandeld als men bij een voor deze gemeente zoo be- 'insTijke beslissing wel had mogen ver wachten. Dit artikel, dat de geschiedenis van de Egmondsche tram van de wieg tot het graf omvat, dat het enthousiasme der autoriteiten bij de geboorte heeft, beschreven, zal eindi gen met het droeve verslag der begrafenis, waarbij vrijwel alle officieele belangstelling heeft ontbroken. Het waren zeker niet meer dan een vijf-en- twintigtal passagiers, die zich Zaterdag avond om 22.49 op het derde perron verza meld hadden om den laatsten tocht naar Eg mond aan Zee mede te maken. Er waren pas sagiers, die in Egmond zouden blijven, er waren er, die met dezelfde tram naar Alk maar terug zouden komen, er waren ditmaal geen Commissaris der koningin, leden van Ged. Staten of Alkmaarsche autoriteiten, er was slechts officieele belangstelling van de zijde der Spoorwegen in den vorm van de „passagierende" heeren Van Dorsser Keus, adjunct-inspecteur, en Damen, chef van den tramdienst, er waren verder enkele journa listen en er was de onontbeerlijke fotograaf van de N.V. Vereenigde Fotobureaux. Het scheen een nachtelijke tocht zonder eenige verrassing te zullen worden, maar de machinist Stipkes, die met zijn leerling Wil- lekes vele jaren wij meenen reeds vanaf 1914 deze tram gereden heeft, had het niet over zijn hart kunnen krijgen, dezen laatsten rit onopgemerkt te laten voorbij gaan en zoogenaamde klappers op de rails gelegd, een begrafenisvuurwerk, dat natuur lijk precies op tijd ontplofte maar blijkbaar niet in staat was de passagiers op bijzondere wijze te ontroeren. Met koeien van letters had hij met witte verf op zijn locomotief een laat sten groet aan de Egmonders geschilderd. Dat was de boodschap die de ijzeren hard- looper op zijn massieven buik droeg en de machinist had door gebrek aan plaats ruimte gedwongen niet alleen de spelling- Marchant gevolgd, maar bovendien de D van Egmond laten vervallen en de letter S overal op zijn kop gezet, maar de bedoeling was goed en de Egmonders hebben bij het lezen ervan een snaar in hun hart voelen trillen. De fotograaf had voor een passende bou- quet gezorgd, die op de locomotief was be vestigd en zoo reden wij in den laten, don keren avond naar het eindstation waar de man met de roode pet voor de laatste maal het vertreksein zou geven. Wij reden opnieuw door de stille landou wen en langs de groene weiden, die nu, bij gebrek aan zon, zwart waren. Hier en daar was een eenzaam lichtje te ontdekken, een lantaarntje of een verlichte vensterruit en toen we met een schok voor het stationnetje Egmond aan den Hoef gestopt waren, kwam de heer Vogelenzang, rentmeester van het Prov. duin- en boschgebied, met een tiental Egmonders het aantal passagiers belang rijk versterken. Voor het laatst liet het Egmondsche spoor tje bij den overweg het waarschuwende klok- sein hooren, een doodsklok, die in de nach- dartel als een, die gaat kermis-houden met haar vriend!" Zóó verontwaardigd hief Marjorie de handen ten hemel, dat de speekster lachende ophield. „Moll Cutpurse!" riep zij. „Goede hemel, Babs! Hoe kan een meisje van stand, als jij, nu ooit een voorbeeld nemen aan zoo'n' ver dorven schepsel, dat zeker eindigen zal aan den galg bij Newgate. Neen, ik ben niet preutsch, maar dit gaat toch wat te ver!" Barbara kuste haar teeder. „Niet preutsch, beweer je?Je bent de meest Puriteinsche Puriteine, die er be staat! Ja, pruil nu maar niet zbo! Ik zal je meer beleedigen. Had ik moederliefde ge kend, zooals jij, Marjorie, dan zou ik niet zoo wild zijn opgegroeid, en, als liefde mijn leven niet kan vullen, dan zal er althans veel in gelachen worden! Gelach en avon turen voor Bab Carcroft, vroolijk, als ze is! Met nu en dan een paar kussen, als ze in een stemming is daarvoor, en misschien is het nu bijvoorbeeld een geschikt oogenblik, omdat Dick Morice met den vechtersbaas van een Cotterell naar Pontefract gaat" Zij wees met den vinger naar een heel eind verder op den weg, waar twee ruiters, in een vriendschappelijk gesprek gewikkeld, kwamen aanrijden. Marojrie was wel gewoon aan dergelijke ontmoetingen en ze wist, dat Barbara eigenlijk meer zoo praatte, om haar veront waardiging op te wekken. Ze sloeg dan ook niet veel acht op dit lichtvaardig babbelen maar nam haar bloemen en haar mandje op, om zich verder naar het dorp té bege ven „Dick Morrice is wel goed", zei ze, „maar toch zou ik niet graag mijn gunsten betoonen aan een, die zoo van partij veran deren kon". Barbara kreeg een kleur en nu fronste zij het voorhoofd: „Een meisje kan niet best oordeelen over de beweegredenen van een moedig man en nog minder mag men den jongen, die hij toén nog was, de dwaling aanrekenen, die hij, als man, zoo gauw mogelijk wil goed maken. Dick Morrice hqeft een prettig hu meur en van zijn kussen hoeft men ook niet afkeerig te zijn. Ik zal mij vanochtend best met hem amuseeren". Maar dit ging nu wat al te ver en, daar Marjorie ten eenenmale niet in staat was om met een dergelijke luchthartigheid in te stemmen, liep zij naar het hek, terwijl Bar bara haar langzaam volgde met een apot- tenden glimlach op het mooie gezichtje, en zij alweer in zichzelf prevelde: „Die niet sterk is, moet slim wezen: waar het ver stand in een man te kort schiet, zal een vrouw er misschien nog wel een weg op we ten. En, zou er inderdaad iets op verzonnen kunnen worden, om Pontefract voor den ko ning te nemen, al was het dan ook nóg zulk gewaagd spel?" HOOFDSTUK IV. Vrouwelijk vernuft. „Mistress Barbara!" Het jonge meisje bij het open hek bleef acnend staan. „Mijn hemel, wat doet u mij daar schrik ken, sir!" Dick Morrice, of liever kolonel Richard Morrice, bevelhebber van de strijdmacht van het parlement, was in een ommezien afgestegen en stond nu met den hoed naast zijn paard. „Ik had wel gehoopt, dat u dezen kant zoudt uitrijden", erkende zij grif en keek, met ondeugende tinteling in de oogen, naar het norsche gelaat van den anderen ruiter. Kolonel Cotterell, gouverneur van kasteel I ontefract, en de persoonlijke vriend van Uitvier Cromwell, was een man van zeer groot gewicht in eigen oogen en tegenoyer degenen, over wie hij gesteld was. Slechts één was het mogelijk geweest door dat stroeve uiterlijk heen te dringen en er een vriend achter te vinden en die eene per soon was de man, die vandaag met hem aanreed: Richard Morrice. Een onweerstaanbare verschijning als die was met zijn aanstekelijken lach, zijn vroo- .ïjke, blauwe oogen en zijn zonnige natuur, was hij als 't ware bestemd om als een op wekkend element te dienen onder de kame raden met de lange gezichten, met de over- strenge godsdienstige uitdrukking er op. In het eerst had Morrcie voor den koning gestreden, maar een onbeduidende grief en een jongensachtige uitbarsting van drift, Kas uitgeloopen op een verandering van front, waar hij nu, volgens de geruchten, weer spijt van zou hebben. Zij die het gezag in handen hadden, on der de troepen van het Parlement, hadden een goed dienaar dan ook niet goed weten te gebruiken. Hij had eerlijk voor hen ge streden en telkens weer groote bekwaamhe- telijke stilte een sinisteren klank kreeg. M, een git stortte de locomotief zich op hc emplacement van het eindstation, eei ruk, een schók en de laatste rit naar het zee dorp was volbracht. Wie verwacht heeft, dat dit droef relaas zonder vermelding van publieke belangstelling zou eindigen, wie zich heeft voorgesteld, dat men in Egmond even onverschillig tegenover deze gebeurtenis zou staan als in de andere belanghebbende gemeenten, kunnen wij ge rust stellen. Er was belangstelling in Emond aan Zee, zoo al niet van de zijde der autoriteiten, dan wel van de zijde der bevolking. Hoe laat en hoe donker het ook geweest moge zijn, de Egmonders waren bij honderden present om bij deze droeve plechtigheid blijk van hun medeleven en belangstelling te geven. De bevolking heft getoond de beteekenis van het „Spoortje" te begrijpen, zij heeft haar dankbaarheid gedemonstreerd voor de trou we diensten, welke deze ijzeren werker voor de opkomst der gemeente gehad heeft en zij heeft daarvan niet willen scheiden zonder dat er een hartelijk woord van waar deering was gesproken. Nadat de chef den machinist namens de vischkoopers, die geregeld van de tram ge bruik maakten, een kistje sigaren overhan digd had, nadat het treinpersoneel, alsmede de chef en de onderchef, de heeren Couvert en Stegeman, zich op en vóór de locomotief gegroepeerd hadden, werd namens het Comi- té van actie tot behoud van de tram een groo- te grafkrans aan de locomotief gehangen op welks witte linten het volgende afscheids woord gedrukt was: Bij het schijnsel der locomotieflantaarns heeft de heer Rike, omringd door zijn mede. comitéleden, daarna de volgende toespraak gehouden: „Ongeveer 30 jaar geleden werd het „Spoortje" door de bevolking van Egmond aan Zee met vreugde begroet en met luid gejubel ingehaald. Immers de opkomende badplaats werd uit haar isolement verlost. Door deze tramverbinding met Alkmaar en de aansluiting aan het groote spoor wegnet is Egmond aan Zee gestadig voor uit gegaan. Deze economische vooruitgang heeft de gemeente Egmond aan Zee dan ook groo- tendeels aan de tramverbinding te danken gehad. Het „Spoortje" heeft zijn taak steeds naar behooren vervuld zonder dat zich eenige noemenswaardige stoornis heeft voorgedaan. Maar door de ongunst dezer tijden en de scherpe concurrentie van het moderne vervoermiddel „de auto bus", hebben de Nederlandsche Spoorwa gen gemeend tot opheffing van de tram verbinding te moeten besluiten, mede daar toe genoodzaakt door de bezuinigings maatregelen van het minsterie van finan ciën. Hoewel het Comité van Actie alle pogingen in het werk heeft gesteld het „Spoortje" het leven te doen behouden, het is het Comité helaas niet gelukt. Het besluit tot opheffing is onherroepelijk ge worden. Binnen enkele oogenblikken zal het „Spoortje" niet meer zijn. Voor het laatst zal het nog een schrille fluitgil ge ven, zijn laatsten rit naar Alkmaar aan vangen en voor altijd uit onzen gezichts kring verdwijnen. Vóór wij afscheid van het „Spoortje" nemen rest mij nog de taak en zeker spreek ik uit naam van de geheele Eg mondsche bevolking een woord van hartelijken dank te spreken tot den chef, den onderchef, de conducteurs en allen, die bij de exploitatie van het „Spoortje" waren en zijn betrokken, voor de welwil lende wijze en de hulpvaardigheid waarop zij hun taak ten gerieve van het reizend publiek hebben vervuld. Dat het hun en hunne gezinnen in hun nieuwe standplaat sen goed moge gaan. En thans nemen wij afscheid van het „Spoortje". Het is op het veld van eer en in het har- renas gestorven, verdreven door een ander heer, de autobus. Rust zacht, helaas te den getoond. Maar nu de eigenlijk oorlog uit was, had men hem te verstaan gegeven, dat zijn diensten niet meer verlangd wer den, zoodat hij niet anders had kunnen doen dan zich op zijn landgoed in het westen van Yorkshire terugtrekken. Zoo voor het oog had hij zich die minne behandeling laten welgevallen. Hij was een rijk man, ongetrouwd, bezat vele hectaren grond en een mooi, oud huis en met gullen aard was hij weldra met beide partij' en op goeden voet van verstandhouding en was hij altijd het midelpunt van alle fees telijkheden. Een eigenaardige vriend voorwaar voor den strengen gouverneur van Pontefrac', evenzeer van hem verschillend in karakter» als in voorkomen. Er werd al om gelachen dat koloO® Coterell niet meer buiten Dick Morflvj scheen te kunnen, en, inderdaad, dan stojj, de gouverneur er op, dat hij bij hem in sliep, zóózeer was hij op zijn kamera®0" schap gesteld. Of het gevoelen wederkeerig was, hierom trent scheen niet zooveel zekerheid te staan en mistress Barbara Carcroft na zich tot taak gesteld deze vraag op te i°s sen. Een vrouw weet in den regel zeer g wanneer het zoover is gekomen, dat man 's nachts van haar droomt en over s naar haar smacht, en zoo begreep Bar ook wel degelijk, hoe kolonel Morrice tg... over héór stond. (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6