HELP MEE! ZOEKPLAATJE DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL. Jfcfuxakwêtiek is voorin Raadselhoekie UIT "WONDERLAND Moeder's verjaardag. Oplossing probloem 515. Probleem 516. Pauly. abcdefgh Tweezet. Eindspel 823. Zw. Dr. Bernstein. 8 abcd efgh Wit: T. Gygli. Wit speelt en wint. Oplossing: 1. Dc5f Te7 2. Pg6f! Zwart geeft op; immers na 2Kf7 3. fgf of 2hg 3. Th8f. Eindspel 824. Zw.: 0. Tenner. 8 abcdefgh Wit: F. W. Field. Zw. speelt en wint. Oplossing: 1. Pf4 2. Pe4 (of 2. gf3 Dh3! 3. Lf4 ef3) 2. Dh3ü en volgende zet mat. Eindspel 825. Zw.: P. Keres. abcdefgh^ Wit: L. Blumenoff. Zw. speelt en wint. Oplossing: 1. Pe3! 2. fe3 Lg3+! 3. Kg3 (of 3 Kgl Lh2!f) Dg5f 4. Kh2 De5f 5. Kgl Dg3+ en volgende zet mat. Volgens belofte geven we hier de pair tij die de jeugdige De Groot van de schaakclub „Kijk uit" uit Velsen won van Lilienthal. Wit: Lilienthal. Zw.: De Groot. Aangenomen damegambiet. 1. d4 d5 2. c4 dv4 3. Pf3 a6 4. a4 (om b5 te beletten, maar verzwakt de dame vleugel zeer. a6 is door zwart niet alleen om b5 te spelen gedaan maar hoort thuis in 't verdedigingsspel) Pf6 5. Pc3 e6 6. e3 c5 7. Lc4 Pc6 8. 0—0 Le7 9. De2 0—0 10. Tfll Dc7. 11. dc5 Lc5. 12. e4? Dit is de fout. Zwart wil niet e5 spe Zb zullen het moeilijk hebben den steb u!?" Wmter- Hef Crisis Comité bnnr <ulïf "l fT* VOOr hen beschik- len en wit ook beletten dit te doen daarom speelt hij: Pg4! (bovendien met een zeer verborgen aanval.) 13. Tfl (om f2 te beschermen) 13Pd4ü (Dit heeft wit niet gezien. De zet is doodelijk. Immers na 14. Pd4 volgt mat. Wit kan niet tegelijk 't mat dekken en zijn dame beschermen). 14 g3 Pe2f 15. Le2 (Nu is zwart een paard achter maar een dame voor. On begrijpelijk en niet sportief dat L. niet opgeeft.) 1 5b6 16. Lf4 e5 17. Pd5 Dd6 18. Ld2 f5 19. Lc4 Kh8 20. Lg5 Dg6 21. Le3 Le3 22. fe3 Lb7 23. ef5 Df5. 24. h3 De4 (Wit speelt op afruil). 25. Pd2 Dc2 26 hg-4 Dd2 en nu geeft wit op en terecht! Wit: Liliënthal. Zwart: Addiccks van de Amsterdamsche Sch. club. 1 d4 d'5 2. c4 e6 3. Pc3 Pf6 4. Lg5 Pbd7 5. cd5 (om na Ld3 en dc4 geen tempo te verliezen) ed5 6. e3 c6 7. Ld3 Le7 8. Pge2 Pf8 (om Pf6 bewegingsvrijheid na Dc2 te geven. Immers dat dekt weer vol doende h7) 9. Dc2 Lg4. (Zwart heeft moeite een goed veld voor deze L. te vinden) 10. Pg3 Ph5. (Zwart speelt op afruil) 11 Le7 De7 12. Lf5 Dg5. 13. Ph5 Lh5. 14. f4. De7 15. 0—0 Lg6 16. Tael Df6 17. Ld3 Ld3 18 Ddd3 0—0—0 19. b4 Pe6 20 b5 c5 21. f5 c4 22. Dd2 Pc7 23. a4 h5 24. a5 h4 25. b6 ab6 26. ab6 Db6 (wit offert op goed geluk een pion die zwart koel bloedig accepteert) 27. Tbl Dc6. 28. Tb2 Th5 (houdt Tfl op zijn plaats). 29. Ddl Dh6 30. Khl Te8 31. f6. (Wit doet wanho pige pogingen om spel te krijgen) 31 gf6. 32. Dg4f (Zwart speelt als maar op afruil hij heeft immers een mooie vrije pion) 32f5 33. Tf5. Tf5 34. Df5f De6. 35. Dfl De3. 36. Pe2 Dd3 37. h3 (Een „gaatje" maken, wit krijgt 't benauwd) c3 38. Ta2 c2. 39. Df7 (Wit geeft zich door deze zet gewonnen. Zw, accepteert 't paard niet, hij kan beter winnen) 39. clDf Wit geeft op hij loopt mat na 40. Pel Telf 41. Kh2 Dg3 mat). Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. k krakeling. urn piano stakker Krakeling Zeeland vlieg A n s g 2. Platina. Plataan, tin, nat, pil, laat. 3. Een consul. 4. Voor kleineren. 1- Ik vond de gelegenheid te mooi om ongebruikt te laten laten voorbij gaan. (egel en ooi.) Wij zijn dol op'sla met eieren, (lam). Wat jammer: Ellie kan niet mee gaan! (merel). Heeft Anton geen enkele onvoldoen de op zijn rapport? (tong). 2. Een kelder. 3. O, dijk; Odijk. Steenwijk. m u s c h aster v 1 e r k hyena 1 inde gewis g r n s pekel OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt een vi6ch. Een 9, 7, 1 kan heel gevaarlijk zijn. Een 5, 4, 1 is e enrivier in ons land 5. 2, 8, 9 is niet warm en niet koud Een 3, 4, 5 kar luid klinken. Een 1, 9. 7, 5 is een weekdier. 6. 7 is een bevestiging. 2. Mijn eerste is een voertuig, zonder tweede kwam de krant niet klaar en mijn geheel zijn visschen. 3. Ik ken een stalen paardje, 't Heeft vaak een lang, dun staartje, Hoe vlugger 't paardje wordt, Hoe sneller 't staartje kort! 4. Verborgen rivieren in het buitenland. Jaap Brand, win al dit touw netjes op! Tante, Anna is nergens te vinden! Wij hebben Hilde en Do nauwelijks goedendag kunnen zeggen. Heeft Jan je menigmaal gewaar schuwd of niet? (2) Voor kleineren. 1. Welk dier heeft heel veel oogen, Van alle dieren 't meest? Het is de die altijd Bekend 'r om is geweest! 2. Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van boven naar beneden gelezen, 'e naam van een dorp in Zuidholland. X Ie rij een metaal. X 2e een ander woord voor zuiver. X 3e een onaangename per soon uit een sprookje. X 4e opgegeven werk. X 5e een roofvogel. X 6e het tegenovergestelde van fijn. X 7e een uurwerk. X 8e iets, wat overblijft X 9e een vaartuig. X 10e een boom. 3. Met m ben ik van riet, met 1 geen water, met z ben ik een grond soort, met t heb je verscheiden van •mij en met h ben ik een lichaams deel. 4. Kruisraadsel Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een plaats in Gelderland X X X XXXXXXX X le rij een rnecleitlinker. 2e een eilandje. een kleur. 't gevraagde woord. een jaargetijde. een groote steen. een medeklinker. (Nadruk verboden). 3e 4e 5e 6e 7e Het is vandaag groot feest bij ons, Want Moedertje verjaart. We hebben uit den tuin daarom Een bloemenschat vergaard. De laatste rozen plukten wfj En dahlia's, een vracht! 'tWordt in ons huis al is het herfst! Een ware bloemenpracht! Wij vullen Moeder's vazen vlug. Voorzichtig, breek ze niet! Als Moeder straks beneden komt, Weet zij niet, wat ze ziet! Z' is vast verrast, maar kom, maak voort! Moes' stoel moet nog versierd! Je moet toch daad'lijk kunnen zien, Wie er verjaardag viert! Een bof: het is juist Zaterdag En allen zijn we vrij! Zelfs Vader hoeft niet naar kantoor, O, jongens, 'k ben zoo blij! Hoera, we vieren volop feest, Want Moedertje verjaart. 'k Vertel je gauw nog één geheim: Ons Jansje bakt' een taart! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). Waar is de veerman? (Nadruk verboden). door C. E DE LILLE HOGERWAARD Ik hoorde van een wonderland, Het is een eind van hier! Daar dronk een dikke olifant Een lekker potje bier. II. Twee leeuwen in een kapsalon, Die hadden elk een schaar En knipten van familie Leeuw Heel keurig net het haar. III. Een groot kameel, die wiegde heusch Een kleuter op zijn rug, Hij deed het heel geregeld, niet Te langzaam of te vlug! IV. Een pelikaan met grooten bek, Die gaapte, 't Was een klucht! Hij keek uit naar zijn naamgenoot Daar boven in de lucht. VII. Een chimpansé, zeer muzikaal. Die speelde mooi viool En aapjes gingen als bij ons 't Was negen uur! naar school. Een beer had een kokspakje aan, De muts stond hem wat goed! Hij kookte, bakte, braadde en 't Smaakt' alles lekker zoet. IX. 235 „Weet je wat", zei Piet, „we maken gauw dat we buiten komen. Als 'tsoms een ramp wordt, zijn er tenminste 2 menschen gered". En zoo holden ze door de hoofddeur naar buiten en daaj- riepen ze zoo hard ze konden: „Brand, brand". 236. Ze waren nog niet aan den voet van de zand heuvel gekomen of de brand nam een geweldige om vang aan. De vlammen sloegen flink uit. 't Ergste was echter nog, dat de hoteldirecteur ter eere van Piet en Drein eeen geweldige hoop vuurwerk had in gekocht, dat hedenavond zou worden afgestoken. X. 't Is jammer, maar dat Wonderlai 1 Ligt heel ver hier vandaan, Al kun je nog zoo loopen, 't is Te ver om heen te gaan En een giraf met langen hals, Die maalde koffie gauw, Dacht vast; Een kopje van Jat vocht Smaakt lekker in de koul Een tijger 't was een kiekje aard- Nam een verfrisscl n bad En spartelde, net als een mensch, Heel vergenoegd in 't nat. XI. Bekijk daarom de plaatjes goed! Ik laat ze je graag zien. Misschien kom je er later nc Eens met een vliegmachien! (Nadruk verboden.) Een koe verstond de naaikunst best En naaid' op een machien Wat had ik 't naaiend koetje toch Dol-, dolgraag willen zien!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 11