8 JCeck ÓL School Jladiopco Qcatnma oo| 'Jouilleton De heks van Winslea De vredesherdenking in de Remonstrantsche Kerk. In verband met het terugloopen van het aantal leerlingen aan de O.L. school te Wog- num is aan mej. G. Bolding als onderwijze res tegen 1 Jan. a.s. eervol ontslag verleend. Ds. P. Keuning is benoemd tot consulent der doopsgezinde gemeenten Noordeinde van Graft en Graftdijk. Maandagavond werd door het kiescol lege der Ned. herv. kerk te Wieringerwaard een verkiezing gehouden voor een ouder ling en een diaken wegens periodieke aftre ding van de heeren H. Limpers. ouderling en K. Zander, diaken Beiden werden met algen eenc stemmen herkozen. Men schrijft ons: Zondagavond werd in de Remonstrant sche kerk een druk bezochte vredesherden king gehouden. Deze herdenking was tot stand gekomen op initiatief van den Alg. Ned. Vrouwenvredebond en met medewer king van eenige andere vredesorganisaties Al deze vereenigingen hebben dezen avond ervaren, dat de vredespropaganda nog wel eenigen weerklank vindt in de harten der menschen, en dat is in dezen voor den vrede zoo hachelijken tijd een feit, dat tot volhar ding dwingt, volharding in het vredeswerk. Er traden twee sprekers op, waarvan de eerste ds. F. Kuiper, doopsgezind predikant hier ter stede, die tot onderwerp had: Van wapenstilstand tot bewapeningswedloop. Spr. begon met er op te wijzen, dat in de woorden van den titel van het onderwerp reeds in het kort het verloop wordt ge schertst van de wereldgeschiedenis in de laatste 16 jaar. Want in de wereld van na den wapenstilstand is een verandering geko men, die weinig goed beteekent. Wanneer men dit overdenkt, moet men er bij bedenken, dat niets door den mensch gedaan wordt, of hij heeft het gewild. Na het einde van den oorlog in 1918 hadden velen voor zich den oorlog afge zworen, maar waarom hebben zelfs toen niet allen gezegd: nóóit meer. Ook toen, vlak na den oorlog, was dit „nooit meer" slechts be perkt gebleven tot een gedeelte der men schen. In verband hiermee herinnerde spr zich een in 1918 te Berlijn gehouden vredes demonstratie, die toch niet de sympathie van het hééle volk achter zich had. Te moeilijker echter kunnen wij ons de be- waoening begrijpen, omdat ons door alle volken beslist is beloofd, dat deze oorlog de laatste zou zijn Het is ons beloofd, en wij hebben er iets van géloofd, maar we zijn bedrogen. Er bleef een macht in de wereld, die den vrede niet wilde, die hem althans niet als vast staan wilde, want deze macht had er belang bij, dat er bewapend werd; niet alleen zij, die rechtstreeks wapens fabriceeren, hooren hierbij, maar ook die groepen, die iets *e maken hebben met de productie van ijzer en staal, van vloeibare en niet vloeibare brandstof. Men moest dus weer beginnen met het opwekken van haat en tweedracht tusschen de volken. Dit werd niet gedaan uit haat, slechts uit plichtsbesef jegens de aandeelhouders, de banken en de spaar ders. Zeker, men ging althans in Duitsch- land de fabrieken omzetten, Krupp b.v. fa briceert nu ook naaimachines. Dit beteekent niets, want de fabrieken kunnen gemakkelijk weer opnieuw omgezet worden. Er was echter niet alleen de groep van het productiekapitaal, er waren ook de soldaten Daar waar daden zijn verricht en offers ge bracht, wil men niet graag gelooven, dat alles voor niets is geweest; daar is het moei lijk om in te zien, dat het beter zou zijn ge weest, als de daden niet waren verricht en de offers niet waren gebracht. Dan kwamen al gauw de conservatieven, die het oude terug wilden hebben, en die, om dat de loop der nieuwe gebeurtenissen niet zoo schitterend was, hun aanhang vergroot zagen. En de regeeringen volgden. Want door een al te groote verandering zou er aan het licht komen, wat voor vreemds er allemaal in de dossiers te vinden was. Er moest dus niet veranderd worden, er moest worden voortgezet. Wel werd de Volkenbond opgericht, maar ze werd zoo gemaakt, dat ze nooit te veel macht kon hebben. Bovendien zou een regeering, die te veel op bewapening zou willen bezuinigen, wor den weg gevaagd. Een regeering, die niet doet, wat de mannen van het kapitaal wil len, wordt lam geslagen, omdat ze geen crediet meer krijgt. Is er dan niet anders te verdienen dan in den oorlog, zou er niet meer in den vrede te verdienen zijn. als het de massa goed gaat? Maar men wilde niet, dat het de massa zooveel beter ging. Deze moest gedrukt worden. En de bewapening werd daarom weer hervat. Hierbij pasten nieuwe organen, en staatsvormen, waarvan de kern berustte op geweld naar 'binnen en naar buiten. Al meer en meer gaat men bou wen op geweld, dat blijkt vooral in Zuid- en Midden-Europa. Het is geen wetloop tusschen de volken, die de bewapening omhoog drijft, het zijn de leveranties van de wapenfabrikanten. In Amerika is eenigen tijd geleden iets' van den sluier opgelicht en het was niet veel moois, dat er bij het onderzoek te zien kwam. De Nederlandsche regeering heeft geen behoefte aan een onderzoek. Is bij haar alles zoo stipt in orde of vreest zij? Vooral echter bij de vredesvrienden zelf moet de schuld gezocht worden. Want hoe- velen moeten bij het hooren van deze dingen misschien niet erkennen, dat ze hier niets van wisten. Men vermoedt wel eens iets, maar weet het niet zeker en verzuimt toch zich op de hoogte te stellen. Men moet deze dingen willen weten, want als men iets weten wil, dan konjt men het ook te weten; wat de volken willen weten, dat komen ze te weten Maar wij, vervolgde sor., hebben ons laten bangmaken; uit Rusland zou het groote ge vaar komen, of dat in dezen tijd zou kunnen. En wij hebben ons laten misleiden door moe deloosheid. Wij hebben minder onzen plicht gedaan dan de wapenfabrikanten, die alles hebben gewikt en gewogen om hun zaak tot bloei te brengen en dan de militairen, die studeer den voor hun zaak. Wat hebben wij voor onze zaak gedaan? vroeg spr. zich af. Uit angst voor mogelijke griezeligheden zijn de vredesvrienden laks geweest en hebben zij het maar laten gaan. Hoeveel moeders heb ben gevraagd, of zij hun zonen konden laten gaan? Maar weinigen. Hoevelen hebben gvraagd, wat Christus' eisch in dezen was. en hoevelen zeggen met een groot man uit onze geschiedenis, met Willem van Oranie: „Het is niet noodig om uitzicht op succes te hebben om iets te on dernemen, noch te slagen om te blijven vol harden." Behalve de machtigen dezer wereld zijn ook de vredesvrienden schuldig aan de fatale ontwikkeling der zaak. Spr. herinnerde eraan, dat, toen hij twee jaar geleden sprak op wapenstilstandsdag, hij aanhaalde, een Duitsche krant voor zes maanden verboden werd wegens het publi- ceeren van wat een Fransch generaal schreef over de Duitsche bewapening. Mis schien zal het straks ook in ons land niet meer geoorloofd zijn over deze dingen te spreken, maar laten dan de vredesvrienden weten, dat ze ondanks dat op elkaar kun nen vertrouwen. Laten zij dan weten, da; wie voor den vrede strijdt, strijdt voor de waarheid. Want het is niet waar, dat de volken oorlog voeren voor een heilige zaak De waarheid zal regeeren, wie daarop ver trouwt, zal weten, dat de overwinning aan zijn kant is. Zelf zal hij, die voor den vrede strijdt,, misschien tenondergaan, maar zijn strijd zal waarde hebben voor ongeboren geslachten. Want de waarheid is op weg, eri door alle nederlagen heen zal zij de over winning bereiken. Laat het ons, zoo besloot spr.,'in herinne ring aan de millioenen en milïioenen geval lenen in den wereldoorlog, elkander beloven testrijden. Zoo zij het. Mevr. B. BuisingVan Besouw uit Heetn stede behandelde hierna het onderwerp: Christus' onvaarwaardelijk Eisch. Spr. begon met te verklaren, dat het de vredesvrienden altijd weer vervult met droef heid en pijnlijke verbazing, dat de kerken, die toch opvoeden tot alle christelijke deug den, waarvan d'e liefde de voornaamste is, den oorlog niet allen toelieten, maar zeifs de wapenen zegenden. Toen in 1914, na een langen wapenstilstand, waarin de wapen fabrikanten volop gelegenheid hadden gehad om het oorlogstuig te perfectionneeren, de oorlog uitbrak, volgde van de zijde der ker ken geen veroordeefing van de grootste aller zonden, die ooit op aarde werden bedreven. Er klonk geen „neen" tegen de ontketenaars ervan, evenmin ontstond de heilige veront waardiging, die van Goddelijken oor sprong is. Godsdienstig opgevoede jongelui gingen uit om te moorden of om vermoord te wor- den, Alles, wat hen altijd aan geestelijke waarden was voorgehouden, moesten ze nu ineens vergeten. De liefde, in het gewone, practische leven zoo warm verdedigd, wern op non-activiteit gezet. Wat moesten ze ook in de loopgraven met Christus beginnen. Ze zouden daar door den oorlog vernietigd wor den, moreel en physiek. Met snorkende leu zen, zooals „heldenmoed" enz., werden ze verblind. De roomsch-kathieke kerk, dat machtige instituut, dat haar leden, opvoedt tot heili gen, santionneerde den oorlog, evenals alle andere kerken. De oorlog overdonderde den stem van het geweten. Lloyd George zeide, dat door den Volken bond den oorlog niet zou kunnen worden be dwongen, maar alleen door de christelijke religie. Alle kerken tesamen, vereenigd in hun vredeswil zouden het wonder kunnen bewerkstelligen. Maar de wapenfabrikanten, de kancnnenkoningen en de militairen wer den heelemaal met rust gelaten door de kerken. Schneider Co, zijn nu machtiger dan Krupp in 1914. De kerken laten het bij een zwak protest, waarbij plaats wordt open gelaten voor allerlei concessies. Nog altijd trachten de kerken den oorlog goed te praten. Zóóver, hebben zij hun God delijk doel vergeten. En het is voor spr. als katholieke en vurig pacifiste, diep bedroevend en beschamend, dat de katholieke kerk, die het goede voor beeld geven moest, de schromeüjkste tekort komingen hierin toont te hebben. Spr. zou de geestelijkheid toe willen roepen, dat de oorlog heiligschennis en misdaad is. lederen dag wordt er de liefde gepredikt, maar in den oorlog durft men de conseqnenties niet aan. Dan zeilt de kerk prachtig om de kwestie heen. Men keurt natuurlijk den oorlog af en spoort de geloovigen aan, dat er geen oorlog kome, tenminste geen onrechtmatige en ongodsdienstige oorlog. Maar de feiten laat men wezen en de hand aan den pldeg slaat men niet. De katholieke jongelieden, die om trent deze kwestie bij hun geestelijke leiders te rade gaan, krijgen slechts omzeilende en nietszeggende antwoorden, =die hen geheel in de onzekerheid laten. Dit is verbluffend. is Men wringt zich in alterlei bochten om vooral maar te kunnen aawtoönen, dat Chris tus geen anti-militarist is/ en dat de oorlog in sommige omstandigheden, zelfs volkomen geloorloofcUs. En de enkele priester, die den moed heeft te herinneren aan Christus' on- voorwaardelij ken, eisch, wordt net spreken verboden. Zoo is het christendom in zijn zondeval gestort. De kerk zwijgt, als men manoeuvres houdt Donderdag 15 November. HILVERSUM, 301 M. (AVRO- uitz 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Accor- deonmuziek door „The Gubo's" en deel., door M. MeunierNagte- gaal. 11.30 Omroeporkest olv. N. Treep. 12.30 Gr.pl. 1.30 Omroep orkest olv. N. Treep. 2.30 Piano recital. 3.-3.45 Knipcursus. 4.— Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.45 Radiotooneel voor de jeugd. 5.30 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 6.30 Sportpr. H. Hollan der. 7.— Pianorecital Cor de Groot Jr. 7.30 Engelsche les Fred Fry. 8— Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 Weensche muziek door het Concert gebouworkest olv. Bruno Walter. 10.30 Kovacs Lajos en zijn orkest 11 Vaz Dias. 11.10—12— Ko vacs Lajos en zijn orkest. HUIZEN, 1875 M. (8.—9.15 en 11—2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—1130 uur). 10.— Gr.pl. 1015 Morgendienst o 1 v. ds. G. W. v. Detn. 10.45 ür.pl. 11.30—12— Godsdienstig halfuur 12.15 Orkestconcert en gr.pl. 2 Handwerkcursus. 3.Voor de vrouw. 3.303.45 Gr.pl. 4,Bij bellezing ds. F. Kijftenbelt, mmv. bariton en orgel. 5.Handen arbeid v. d. jeugd. 5.30 Chr. Liede- renuurtje Joh. de Heer, mmv. W. Verver, viool. 6.30 Gr.pl. 6.45 Cau serie A. Stapelkamp. 7— Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Jo 'rn. week overzicht C. A. Crayé. 7.45 Jubi leumwedstrijd. 8.15 Gr.pl. 8.30 J. B. Roelofsen: Brandgevaar en brand. 9.— Chr Radio-koor olv. J. Couvée, mmv. L. Blaauw, orgel. Van 10.—10.10 Vaz Dias. 10.30— 11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10-35 10.50 Morgenwijding. 11.05 Le zing. 11.25 Gr.pl. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Het Rutland Square en New Victoria Orkest o. 1. v. N. Austin: 1.20 Gr.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gr.pl. 5.05 Orgelconcert J. Dykes Bowen 5.35 Sydney Kite en zijn Band. 6.20 Ber. 6.50 Koorconcert. 7.10 Duitsche lezing. 7.40 Gr.pl. 7.50 en 8.20 Gr.pl. 8.35 „Invitation to the waltz", spel van Marveil met mu ziek van Posford. 9-50 Ber. 10.20 Korte dienst. 10.35 Het Parking- ton-kwintet mmv. E. Kaufman, mezzo-sopraan. 11.30 Voordracht. 11.35—12.20 BBC-dancorkest olv. H. Hall. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M 7 20 en 8.20 Gr.pl. 12.50 Pascal- orkest. 5.20 „Le Cid", spel van Corneille. 9.05 Orkestconcert o.l.v. Toscanini. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG. 1261 M. 11-20 —1.20 Concert uit rest. Wivex. 2 05 Pianorecital. 2.45—4.05 Con cert uit rest. Ritz. 7.30 Symphonie. concert olv. Fritz Busch, mmv. Ed. Fleischer, zang. 9.50—12.20 Feestuitzending. KEULEN, 456 M. 5.20 Gr-pl. 6 35 Uit Breslau: Orkestconcert o. iv Peter. 1120 Uit München: Omroeporkest olv. Liszt. 12.20 We- ragkamerorkest o. 1. v. Hartmann. 3 20 Omroepkoor, boerenkapel en solisten. 4 35 Sopraan en piano 6.20 Omroeporkest o.l.v. Eysoldt. 7 35 Prisca-kwartet. 8.20 „Einsie- dêl - Deutscher Soldat 1928", spel van Klucke 9.50—11.20 Om- roepkleinorkest olv. Wilc^en. ROME, 421 M. 8.05 Orkestcon cert mmv. violist. 9.35 Concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 1- Orgelconcert 1 50—2 20 Salonckest o.l.v. Dou- lièz. 5.20 Symphonieconcert. 8.20 Gr pl. 8.35 HoorsDel. 9.20 Gnmoep- orkest o.l.v. André. 10.30—11.20 Gr.nl. 484 M.: 12.20 Omroeporkest olv. Gason. 1.302.20 en 5.20 Gr.pl. 6.35 Salonorkest olv. Wal pot. 8.20 Omroeporkest olv. André. 9 35 Salonorkest o. 1. van Wal pot. 10.30-11-20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 Pianorecital d. W. Wolf. 8.10 „Schwarzmann und die Magd", spel van Schafer. 9.20 Be richten, Sportpr. en weerber. 1020 11.55 Concert uit Kopenhagen o. 1 v. Egisto Tango, mmv. solisten. (Gramofoonopnamen). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Deuischl.s. 8.05920, Keulen 9.20—12.20, Rarijs Radio 12.20—14.25, Kalundborg 14.25 15.20, Keulen 15.2016.20, Lond. Reg. 16.20—17.20, Parijs Radio 17.20—19.20, Praag 19.20—21.20, Parijs Radio 21.20—22.50, Weenen 22.5024. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg. 11.05—12.40, Droitwich 12.40 —14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20, Droitwich 15.2018.50, Lond. Reg 18.50-20.35, Droitwich 20.35— 21.50, Lond. Reg. 21.50-24.— op het land, ter zee en in de lucht, zelfs als men dit doét boven het tabernakel van den vredevorst, zooals bij de luchtmanoeuvres boven den dom van Milaan. Zelfs staat zij toe, dat *"et land van den paus zelf geheel vermilitariseerd wordt. Men zwijgt en staat toe, als er de jeugd wordt ingeënt met het oorlogsgif. Men hoeft niet aan te komen met theologische beschou wingen om te bewijzen, dat de oorlog niet geoorloofd is. Als het ooit een vraag mocht feweest zijn, dan is die opgelost aan het ruis van Golgotha in overgave en weer loosheid. Velen denken, dat de eisch der kerk de zelfde is als Christus' eisch: dit anders te weten blijft slechts tot enkelingen beperkt. Spr. herinnerde in verband hiermee aan eenige buitenlandsche priester-pacifisten en aan pater Henricus in ons land. Maar zij allen zijn niet bij machte iets te doen, wat alleen naar de overheid der katholieke kerk luistert de katholieke massa. En als deze overheid den moed heeft zich te schikken in Christus' onvoorwaardelijken eisch, zal ze ook de massa achter zich hebben. En dan alleen zal ze voldoen aan Chris tus' onvoorwaardelijken eisch, als ze haar kerkelijke zegeningen onthoudt aan hen, die den oorlog voorbereiden of voeren. Spr. was er vast van overtuigd, dat als de kerk zoo zou handelen, de massa haar volgen zou. Het wordt den volgelingen der kerk immers geleerd, dat hen niets kan overkomen, zoo ze maar geen schade lijden aan hun ziel. Misschien zou dan een andere wereld op staan. Alleen deze daad der kerk is noodig, al leen dit kan helpen. De kerk zal het gemarchandeer af moeten zweren, ze zal haar stem luid moeten laten klinken, het Evangelie in zijn eer herstellen, en Christus' onvoorwaardelijken eisch aan vaarden. De kerk moet alleen de politiek voeren van het Kruis, zij moet zeggen, dat voor haar geen andere dictator geldt dan die van het Kruis en het Offer. Dan eerst zal het Evan gelie van Christus de levende kracht wor den, die de wereld zal vernieuwen. Behalve deze twee redevoeringen, die aan overtuigende kracht niets te wenschen over lieten, werd den avond gevuld met orgel spel van den heer A. Koger, vioolspel van den heer A. P. Blaauw, zang van mevr. A EriksBuys, en declamatie van mevr. J. van der Veen-Wilson. Ook dit alles heeft er toe bijgedragen, dat deze herdenkingsavond een buitengewoon plechtig karakter kreeg en een diepen indruk zal nalaten. Onze muziekverslaggever schrijft ons: Het muzikale gedeelte voor dezen avond werd uitgevoerd door mevr. A. EriksBuys en P. A. Blaauw. De zangeres, die uitstekend bij stem was, zong eerst de bekende melo- dieuse aria uit „Sieg der Zeit unó Wahrheit", van Handel, en later nog „Meinem Hirten bleib ich treu" var. Bach. De vioolpartij, die bij dit nummer geschreven is, is even belang rijk als de zangpartij; zangeres en violist wa ren in opvatting één, waardoor een zeer ge slaagd samenspel verkregen werd. Behalve deze vioolpartij speelde Blaauw „Sarabande"' van Handel en Andante Cantabile van Tartini en gaf daarmede een welgeslaagde bijdrage. Inleidend orgelspel en begeleiding der so listen was aan den orgnist der kerk opge dragen. vau May Wyune. 39) hebt daar den sleutel van. Juist! Met je vader. Ik werd op het idee gebracht door zijn vermelding van een document be treffende de geschiedenis van Pontefract, waarin gesproken wordt van een dame, wier liefde voor intrigue grooter was dan haar eergevoel en die gebruik had gemaakt van een geheime gang, die onder de gracht door liep van een gevangenhok in Swellington Tower en uitkwam op een plek in het park op den weg naar Ferrybridge. Door deze gang sloop 's nachts haar geliefde en mede samenzweerder, vermomd als monnik, naar een rendezvous in den Tower, waar dan de ze lady Isobel hem wachtte. Hoe het afliep met dié twee, komt er nu niet verder op aan, maar het oude geschrift gaf duidelijk aan wijzing van de ligging van die plek, die ik sindsdien gevonden en gebruikt heb. Tot nog toe hebben wij enkel nieuws gebracht aan degenen binnen het kasteel. Nu vanavond breng ik een voorraad voedsel, zoo groot als ik dien maar met mogelijkheid dragen kan. Of onze vrienden dien dan verder in veiligheid kunnen brengen, weet ik niet, maar voor de uitvoering van mijn taak had ik zoozeer de hulp van je vader noodig, daar het stikduistere van de gang het dra gen van een lantaarn noodzakelijk maakt". „Een gang naar het kasteel?" hijgde Marjorie. Barbara leunde wat voorover en vroeg met grooten nadruk: „Zou je ter wille van je geliefde niet eens allen moed kunnen verzamelen, om er méé een bezQek te brengen? Maar wees niet al te snel met je antwoord. Ik wil niet heb ben, dat je gaat, zonder dat je weet alle ri sico, die er aan verbonden is. Die gang komt uit, nog buiten de omsingeling van I.ambert's gelederen, maar zijn spionnen zijn op hun hoede en zijn gewaarscnuwd voor dit geheime verkeer van hun vijanden. Ge vangenneming beduidt den dood; dat is ze ker, en Lambert bedenkt zich niet lang, of de gevangene 't zij dan man of vrouw, edelman of burger komt aan de galg En dan is er nog iets anders: dat je vader wegbleef, beduidt niet veel goeds; onze af spraak was, dat vanavond dit ondernemen zou plaats vinden; slechts de dringendste noodzakelijkheid kan hem daarvan dus te rughouden. Hij is een braaf en ijverig man, die vader van jou, Marjprie, maar soms kan het hem wel eens aan voorzichtigheid ontbreken. Hij was vol geestdrift voor dit werk. Mogelijk is hij wat overijld geweest De hemel geve, dat dit niet zoo is. Ik ben nu zoo bang, dat Dick Morrice, Hugh Ainslie en andereen ons wachten in dien on- deraardschen kerker van Swillington To wer. En als Dick „Ik ga mee", was al wat Marjorie zei. „Ik kan voorzichtig genoeg zijn. Babs, en ik zal doen, al wat je wilt en zooals je het wilt". „Dat mag ik hooren! Maar dan moeten wij ook geen tijd verloren laten gaan, want ze zuHen al wachten". „Wat kan vader toch overkomen zijn?" zuchtte Marjorie. „Ik meende zoo zeker, dat hij in huis was". „En wat mij nog meer verwondert, is, dat Gray Thomas zoo veilig in zijn stal staat. Maar het is ook mogelijk, dat de doctor den tijd van ens avontuur vergeten heeft; dat hij meent, dat morgen de afspraak was". „Maar dan zou hij toch in zijn bed zijn?" antwoordde Marjorie, haastig toilet ma kend. „Hij kan immers den stand van zaken zijn gaan bespreken met zijn vriend, Peter Rysdale, dat weet je soms niet. En laten wij nu onze aandacht bij onze zaak bepalen, want die eischt al'e overleg en omzichtig heid, die Jack of Lanthorne maar kan bij een garen van mistress Carcroft en mistress Marjorie". Dit zeggende kuste zij het vriendinnetje teeder en zei met een tikje ja- louzie in dén toon van haaf- stem: „Ik ge loof waarlijk, dat Hugli Ainslie een betere keus heeft gedaan dan Dick Morrice!" „Dat zou Dick dan toch niet met je eens zijn, Barbara. Jij bent het flinkste, moedig ste meisje, dat bestaat „Ja, en ook het roekelooste! Als een man heb ik 's nachts op Peggy over de vennen gedraafd O, daar heb ik van genoten! Ik wilde de natuur geweld aandoen, maar zoo dikwijls wreekt die natuur zich, heeft moeder Meg mij al gewaarschuwd. Arm schepsel! Een „heks" noemen sommigen haar, maar een heel goede vriendin kan zij ool< z'jn En ga je nu mee, prul?" Marjorie liep naar het open venster en zei vastbesloten: „Ik kom, hoor! Hoe gevaarlijk de onder neming nu ook wezen moge!" HOOFDSTUK XXII. De doorgang. „Dit is de plaats". e.en diepe stilte heerschte rondom, dat Marjorie onwillekeurig verschrikte, toen Barbara haar die enkele woorden toefluis terde. Ze waren even blijven stilstaan bij een boschje aan den buitenkant van het park, vanwaar -e oneffen grond opliep en steeds dichter met doornstruiken en klimop over groeid was. In de schaduw van deze helling was Barbara bezig een blok terug te schuiven, dat een kleine, ondergrondsche ruimte af sloot, die veel had van een konijnenhol. Daar vlak bij lag een rotsige steen en Mar- jorie's hulp was noodig om dien van zijn plaats te schuiven. De stilte, waarmede dit alles in zijn werk ging, had iets benauwends; daarbij kwam dan nog die eigenaardige geur van natte bladeren en vochtige aarde, die in den herfst uit de bosschen opstijgt. Marjorie moest onwillekeurig denken aan wat er in het dorp altijd verteld werd van dien nacht, voorafgaande aan Allerheiligen. Dit was de tijd, dat de geesten terugkeer den op aarde, om de levende vrienden waar schuwingen te geven. In dien overspannen zenuwtoestand leejc het haar, dat zij een doodsklok hoerde lui den; dat de witte dampen, die om haar heen opstegen, geestesverscnijningen waren, die haar met spookachtig gefluister kwamen waarschuwen voor naderend onheil. De hemel behoedde haar voor dien ver- schrikkelijken avond van Allerheiligen. Maar nog altijd hoorde ze dat luiden van de doodsklok. Ze had het wel willen uitschreeuwen, toen Barbara haar op den arm tikte, om haar hulp te vragen bij haar taak Wat was zij verstijfd, toen ze opstond uit haar gebo gen houding over de dorre, vochtige 'blade ren. En dat, terwijl de vrees haar als in een geestelijke omarming hield gesloten. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6