DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dea.s. volksstemming in hetSaargebied De huwende onderwijzeres wordt ontslagen. BoQeliiksch Oveczicht Commissie-Aloisi bijeen. ïBxriteitiand No. 271 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 16 November 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang Dit het Parlement De reeds gehuwden mogen blijven. Wal vandaag de aandacht trekt... ONZE TELEFOONNUMMERS ZIJN NA AUTOMATISEERING: ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- cn Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boe''- en Handelsdruk kerij v'h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. DEN HAAG, 15 November. Op dit oogenblik kan de gemeenteraad bepalen, dat een onderwijzeres onder vijf-en-veertig jaar, die trouwt, daarom zal worden ontslagen. Zoodanig ontslag geschiedt dan door Burgemeester en Wethouders, met ingang van den trouw dag. Moet er, in plaats van de bevoegdheid van den gemeenteraad, een algemeen wettelijk bindend voorschrift komen, waardoor zal vast staan, dat alle hu wende onderwijzeressen worden ontsla gen? In 1933, bij de behandeling van een onderwijs-wetsontwerp in de Kamer, be antwoordde de heer Zijlstra (a.r.) deze vraag met een hartgrondig „ja". Hij diende dienovereenkomstig een amende ment in. Gezien de sterkte der partijen in de Kamer, zou het worden aangeno men. Maar het betrof geen gemakkelijke materie voor zoo iets is op zijn minst een schriftelijke voorbereiding noodig. Minister Marchant beloofde toen, een desbetreffend wetsontwerp te zullen in dienen, opdat de Kamer na zulk een voorbereiding zich erover zou kunnen uitspreken. Dit wetsontwerp is nu aan de orde ge komen. Het bepaalt, dat de huwende onderwijzeres wordt ontslagen. De Kamer heeft het aangenomen. Minister Marchant wenschte de posi tie der reeds getrouwde onderwijzeres onaangetast te laten. Haar gezin, rede neerde hij, heeft zich op een bepaald inkomen ingesteld, daarnaar een woning gekozen en daarnaar de opvoeding der kinderen bepaald. Bovendien zouden uitzonderingen mogelijk moeten zijn, b.v. voor kostwinsters of met het oog op kinderen, die juist midden in hun opleiding zijn, welke zou moeten wor den afgebroken. In bepaalde gevallen zou de minister dan moeten beslissen, of er reden is voor zulk een uitzondering. Voor die moeilijk heid schrok hij terug. Het ontslag van de huwende onder wijzeres brengt mee, dat in het algemeen in het vervolg een gehuwde vrouw niet tot onderwijzeres moet kunnen worden benoemd. Maar daarop moet tweeërlei uitzondering mogelijk zijn. In de eerste plaats zijn de gemeentebesturen ver plicht om te voorkomen, dat de jaar wedde van een benoemden onderwijzer niet door het Rijk zou worden vergoed in voorkomende gevallen ook een ge huwde onderwijzeres, tevens wachtgeld ster, in de vacature te benoemen. In de tweede plaats kan het wenschelijk zijn, een getrouwde vrouw te benoemen, b v. omdat zij kostwinster van haar gezin is geworden. Het gemeentebestuur, aldus het wetsontwerp, kan zich dan tot den minister wenden en als deze voor zulk een benoeming gewichtige redenen aan wezig acht, kan hij beslissen, dat het Rijk in dit geval de jaarwedde zal ver goeden. Wat het bijzonder onderwijs betreft, wordt ontslag van de huwende onder wijzeres een subsidievoorwaarde. Op dit wetsontwerp waren eenige amendementen ''ngediend. Mevrouw BakkerNort (v.d.) had voorgesteld om te bepalen, dat de nieu we wet zou vervallen met ingang van 1 Januari 1938. Zij voerde aan, dat het ontslag van de huwende onderwijzeres wordt gebasseerd op de groote werk'oos- heid en op het feit, dat het, nu zoovelen heelemaal geen inkomen hebben, on toelaatbaar is, dat een gezin een dubbel inkomen heeft. Dit zijn tijdsverschijn selen en daarom moest volgens mevrouw BakkerNort ontslag van de huwende onderwijzeres een tijdelijke crisismaat regel zijn, zooals zoovele andere maat regelen. De heer Suring (rk.) 6telde voor, het ontslag zich te doen uitstrekken tot de reeds gehuwde onderwijzeressen. Vol gens zijn amendement zouden zij, die vóór 16 Juni 1934 (datum van indiening van het wetsontwerp) zijn getrouwd, met ingang van 1 Januari 1936 worden ontslagen (behalve als zij kostwinster zijn). Tot dien datum zouden zij wacht geld hebben. De na 16 Juni getrouwde onderwijzeressen zouden niet tot 1 Jan. 1936 in dienst mogen blijven. De heer Suring beriep zich op de noodzakelijk heid van werkverruiming voor onder wijzers en voor onderwijzeressen, die zelf in haar levensonderhoud moeten voorzien. Volgens zijn amendement zou den de ontslagen, gehuwde, openbare onderwijzeressen op grond van haar kostwinsterschap recht van beroep heb ben op Gedeputeerde Staten en de bij zondere op een bestaande commissie van beroep. En dan was er nog een amendement De VriesBruins (s.d.) om den minister het recht toe te kennen, wegens gewich tige redenen te beslissen 'dat een hu wende onderwijzeres niet zou worden ontslagen. Minister Marchant gaf te kennen, dat de verantwoordelijkheid voor een beslis sing in zulk een zaak hem zou d-ukken, maar liet de beslissing over aan de Kamer, die het amendement-De Vries Bruins met 47 tegen 31 stemmen ver wierp. Vóór stemden de sociaal- en vrij zinnig-democraten, de liberalen en de heeren Van Houten (c.d.) en Sneevliet (r.s.). Vreemd was, dat de heel Zij'stra dit amendement bestreed, hoewel, naar de heer Ketelaar (v.d.) opmerkte, een dergelijke bepaling in diens eigen amen dement van 1933 ook voorkwam. Het amendement-BakkerNort, om het wetsontwerp tot 1 Januari 1938 te laten duren, snelvelde eveneens. Ook hier over liet de bewindsman aan de Kamer de beslissing. Maar het amendement-Suringdat was een groote kluif in het debat. Hier deed de oude antithese zich weer gel den. Links verweet aan rechts, dat, nu de regeering aan rechts één vinger had gegeven (het ontslag der huwende on derwijzeres), rechts de geheele hand eischte (het ontslag ook van de reeds shuwde onderwijzeressen). Minister ^Marchant bracht de verkregen rechten der gehuwde onderwijzeressen in het geding en verklaarde, dat het amende ment niet te aanvaarden was, omdat het vooruit liep op de beslissing, welke de regeering zich voorstelt, te nemen, als zij het vraagstuk der gehuwde amb tenaressen in het algeméén nog eens nader zal hebben bekeken. Intusschen bracht dit wetsontwerp de positie der onderwijzeressen in overeenstemming met die der amtenaressen, zooals deze op het oogenblik is. Bij aanneming van het amendement zou de regeering het wetsontwerp intrekken. De heer Suring, bevreesd, dat, nu hij de.hand niet kon krijgen, ook de vinger hem zou ontgaan, trok zijn voorstel toen schielijk in. Minister Marchant echter had zich niet alleen tegen rechts, maar ook tegen links te verweren. Zijn bloedeigen par- tijgenoote mevrouw BakkerNort wees er op, dat hun partijprogram de ophef fing eischt van de wettelijke bepalingen, die achterstelling van de vrouw betee- kenen, en betoogde, dat door het ontslag van de huwende ambtenares de vrouw een nieuwe achterstelling krijgt. Wel stelde Z Exc. daartegenover, dat gelijk heid van recht niet wil zeggen, dat de overheid een huwende ambtenares even zoo moet behandelen als een huwenden ambtenaar, maar wij vermoeden, dat de vrijzinnig-democratische bewindsman in den kring zijner broeders en zusters hierover nog heel wat te hooren zal krij- eng. Mevrouw De VriesBruins hield hem zijn roemrijk verleden in den strijd voor het kiesrecht en voor Je andere rechten der vrouw voor. Zijn partijge noot de heer Ketelaar verdedigde den minister wel tegen de wijze, waarop rechts de laatste maanden tegen hem optreedt, maar stemde met de andere leden van zijn fractie tegen het wets ontwerp, door haar vroegeren voorzitter ingediend. De liberalen stemden even eens tegen, omdat het, door de verwer ping van het amendement-Bakker Nort, geen tijdelijk karakter had gek-e gen. Zoodat de minister de goedkeuring van zijn ontwerp alleen aan de rechter zijde dankt. En die kijkt hem omdat hij den heer Suring tot intrekking van diens amendement dwong, niet eens vriendelijk aan. Eenerzijds zeide Z Exc., dat het gebeurde met het amendement- Zijlstra in 1933 hem had genoodzaakt, het wetsontwerp in te dienen. Maar an derzijds achtte hij het zelf aannemelijk. Dit laatste belette jhr. De Geer niet, den bewindsman te verwijten, dat deze zich, voor wat de verantwoordelijkheid voor het wetsontwerp betreft, achter de in diening van het amendement-Zijlstra verscholen had. Links en rechts van minister Marchant heerscht nu een ijzige koude! De motie-Van den Tempel ten gunste van instelling van een centrale indus- triebank, welke van de algemeene be raadslagingen over de begrooting was overgebleven, is met 51 tegen 21 stem men verworpen. Met de sociaal-demo craten stemden alleen de heeren Arts (rkvpl De Visser (c.p.), Van Houten (c.d.) en Westerman (nh.) voor De commissie-Aloisi voor de voorbereiding van de volksstemming in het Saargebied is gisteren volgens het Hbld. opnieuw bijeen gekomen ter bespreking van een aantal fi- nancieele kwesties, die met de mogelijke wij ziging van den status van het Saargebied verband houden. De Engelsche, Poolsche, Italiaansche en Tsjechische leden van het financieel Volken bondscomité nemen met het oog hierop aan de besprekingen deel. Bovendien zijn hoog geplaatste Fransche ambtenaren van de ministeries van financiën en van buitenland- sche zaken eveneens tegenwoordig. De ambassadeur van Duitschland te Rome heeft aan de Commissie van Drie medegedeeld, dat de Duitsche delegatie pas in den loop van den dag te Rome zou kun nen aankomen tengevolge van een plotselin ge ongesteldheid van een hooggeplaatst ambtenaar van het Duitsche ministerie van financiën, die op het laatste oogenblik door een ander moest worden vervangen. De Duitsche vertegenwoordigers van het ministerie van buitenlandsche zaken en van het ministerie van economische aangelegen heden zullen met den nieuwen vertegenwoor diger van het ministerie van financiën de Duitsche delegatie bij deze besprekingen vormen. Nadat baron Aloisi het werkplan van de Commissie van Drie had uiteengezet, werden de beraadslagingen tot heden verdaagd, in de hoop dat dan ook de Duitschers aanwezig zullen zijn. Omtrent de strikJ geheim gehouden be sprekingen van de Commissie van Drie, die de vorige week te Rome zijn gehouden over de politieke kwesties, die in het memoran dum van Barthou werden behandeld, meent men in Fransche kringen alhier te weten, dat de Commissifcvan Drie zich heeft uitge sproken ten gunste van de door Barthou in zijn memorandum bepleite definitie van de uitdrukking: „behoud van den status quo", die zooals men weet een der drie alternatie ven is, waarvoor de Saarbevolking zich over eenkomstig het verdrag van Versailles zou kunnen uitspreken. Volgens de hier heerschende Fransche op vatting zou de Commissie van Drie volgen de week aan den Volkenbond voorstellen te bepalen, dat de uitspraak ten gunste van het behoud van den status quo niet zal uitslui ten, dat de Saarbevolking, indien zij dit wenscht, op een later tijdstip zich voor den terugkeer naar Duitschland zal uitspreken, noch dat de Saarbevolking van 1935 af een grootere medezeggenschap op den gang van zaken in het Saargebied zal hebben dan haar op het oogenblik onder he bestuur van de regeringscommissie van den Volken bond is toegestaan. Bezwaarschriften tegen samen stelling kiezerslijsten. Het Volkenbondssecretariaat heeft heden drie brieven van Knox, voorzitter van de re- geeringscommissie over het Saargebied ge publiceerd, waarbij deze eenige petities van inwoners van het Saargebied ter kennis van den Volkenbondsraad brengt. De eerste brief heeft betrekkmg op de kie zerslijsten voor de volksstemming; noch de brief, noch de bijlagen bevatten iets nieuws. Het eenheidsfront van tegenstanders der aansluiting van het Saargebied bij het tegenwoordige Duitschland heeft in drie achtereenvolgende petities tal van bezwaren geopperd tegen de samenstelling der voor- loopige kiezerslijsten en aangedrongen op verlenging van den termijn voor het indienen van bezwaarschriften. De inhoud dezer peti ties is reeds vroeger in de pers medegedeeld. Knox voegt bij zijn brief hierover een antwoord van de Commissie voor de volks stemming, die thans door den Zwitser Hen- ry gepresideerd wordt. In dat antwoord worden de in de petities geopperde bezwaren ontkend en voorts het vertrouwen uitgespro ken, dat de commissie haar beslissing om trent de ongeveer 100.000 bezwaarschriften ondanks de nauwkeurigheid van het onder zoek hieromtrent toch tijdig zou te kennen geven, zonder dat de vaststelling der defini tieve kiezerslijst daardoor zou worden ver traagd. Economisèhe moeilijkheden. De tweede brief van Knox betreft een pe titie op 1 November uitgaande van de Ka mer van Koophandel en andere economische organisaties in het Saargebied, die blijk baar tot het Duitsche Front behooren. In deze petitie wordt op de toenemende economische moeilijkheden in het Saarge bied gewezen, die een gevolg zijn van het feit, dat bij de nadering van den dag der volksstemming de Franschen steeds meer be reid blijken aan de Saarbevolking nieuwe credieten te verkenen, terwijl bestaande Fransche credieten worden ingetrokken. Hierdoor is de Saarbevolking niet langer in staat de noodige goederen in Frankrijk te koopen terwijl het bestaan van een crediet- regeling tusschen Frankrijk en het Saarge bied den invoer van waren uit Duitschland in hooge mate belemmert. Met het oog hier op verzoeken deze economische organisaties den volkensbondsraad de Fransche regee ring uit te noodigen om weer de grens van het Saargebied voor den invoer van Duit sche goederen in het Saargebied te openen. In zijn begeleidend schrijven verklaart Knox, dat de regeeringscommissie over een zoo radicale wijziging van den bestaanden toestand geen oordeel kan uitspreken. Zij erekent dat de Fransche credietwijzigingen reeds ernstige economische moeilijkheden doen ontstaan; deze zouden naar de mee ning van de regeeringscommissie kunnen worden opgelost, indien de Volkenbondsraad bepaalt, dat. hoe ook de volksstemming mocht uitvallen, terugbetaling van de aan eenige financieele beperking zal mogen wor den onderworpen en dat de schulden aange gaan in francs, dollars en ponden sterling ook in deze verschillende muntsoorten zul- ien moeten worden terugbetaald. Ook zal de Volkenbondsraad naar de mee ning van de Regeeringscommissie reeds thans moeten bepalen, dat het tegenwoordig in het Saargebied geldende economisch en monetair stelsel in ieder geval nog tot 1 April 1935 zal blijven voortbestaan, wat ook de gevolgen van de volksstemming op 13 Januari mochten zijn. MOEILIJKHEDEN BIJ DE REGEERINGSVORMING IN BELGIE. De minister van Buitenlandsche Za ken .Jaspar, die door den koning belast is met de vorming "van een nieuwe regeering, heeft tot groote verrassing Donderdagavond laat medegedeeld, dat de definitieve ministerlijst op zijn vroegst Vrijdag kan worden bekend ge maakt. Het schijnt, dat Ja6par op het laatste oogenblik op moeilijkheden is gestuit. Bij geruchte verluidt dat de toewij zing van de portefeuille van ecoromi- sche zaken aan den directeur der wa penfabriek te Herbesthal, Joassart be zwaar heeft opgeleverd. De nieuwe regeering zal niet vóór Dinsdag voor het parlement kunnen verschijnen. De nieuwe regeering. Een later bericht meldt, dat Jaspar er toch nog in geslaagd is, een regeering te vormen. Deze zou er als volgt uit zien Premier en minister van buitenland sche zaken: Jaspar. Ondervoorzitter en minister van lands verdediging: Devèze. Minister van financiën: Gutt. Minister van de schatkist: Franequi. Minister van binenlandsche zaken: Pierlot Minister van justitie: Bovesse. Minister van economische zaken: Joassart. Minister van koloniën: Eerw. Pater utten of Charles. Openbaar onderwijs: Godin. Minister van arbeid en sociale voor zorg: van Isacker. Minister van Vervoer: Rubbens en minister van openbare werken: Cauwe- laert. DE HOUDING DER FRANSCHE REGEERING. Laval voor de commissie buitenlandsche zaken. van De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Laval, heeft gistermiddag uitvoerig rapport uitgebracht voor de commissie van buitenlandsche zaken van de Kamer, waar bij hij wederom uitvoerig inging over de Saarkwestie, nadat hij, gelijk het officieele communiqué mededeelt, herinnerd had aan de houding zijner voorgangers in deze aan gelegenheid, gaf hij inlichtingen over de on derhandelingen van de commissie van drie te Rome ter voorbereiding van de beslissing, die de Volkenbond binnenkort zal moeten nemen. Tegelijkertijd bracht hij zijn vertrou wen tot uitdrukking betreffende den norma len af'oop van de procedure, welke was vast gesteld in het vredesverdrag en door der. Volkenbondsraad en legde liij den nadruk op den wil van Frankrijk zich in volledige za kelijkheid daaraan te houden. Na langdurige beraadslagingen zette Laval nog uiteen, dat Ontslag voor do huwende onder wijzeres. (Parlement). De a.s. Volkestemming in hot Saargebied. (Dag. Overzicht. De nieuwe Belgische regeering samengesteld. (Buitenland). De Fransche buitenlandsche po'i- tiek. (Buitenland). De Uiver op de thuisreis. (Lucht vaart). Hoe de valsche munters te Den Haag ontdekt werden. (Binnenland). (Zie verder eventueel laatste berichten.) N.V. BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ v.h. HERMS. COSTER ZOON 3320. ADMINISTRATIE ALKM. COURANT 3320. REDACTIE ALKM. COURANT3330. Frankrijk slechts één doel had: de waarbor ging van de vrijheid van stemming. Frank rijk is vastbesloten in vreedzamen geest en zonder bijgedachten alle verplichtingen die voortvloeien uit de geldende verdragen na te komen en de toevertrouwde belangen te be hartigen. Betreffende zijn reis naar Rome verklaar- d Laval, dat hij uit hoffelijkheid jegens Italië de commissie nog niet kon inlichten over de bedoelingen van de Fransche regeering, zoo lang niet de Italiaansche regeering door den Franschen ambassadeur op de hoogte is ge steld. Hij wees er echter met nadruk op, dat het streven van Barthou om een overeenstem ming tusschen beide regeeringen in samen werking met de overige bij het behoud van den vrede geïnteresseerde naties moet wor den voortgezet. Op vragen antwoordde Laval, dat het be langrijk was voor Frankrijk en den vrede in de politiek van samenwerking met de Sovjet- regeering voort te gaan. Resumeerend zeide Laval, dat Frankrijk trouw blijft aan zijn bondgenootschappen en vriendschappen. De ministerraad bijeen. In het rapport, dat Laval gister den minis terraad heeft uitgebracht over den buiten- landschen toestand, werd de voornaamste plaats ingenomen door de kwestie van het Saarplebisciet. Voorts besprak Laval de stand van de FranschItaliaansche toenaderings-onder- handelingen. Het vertrek van Laval naar Geneve blijft in zekeren zin afhankelijk van de beraadslagingen van de commissie van drie te Rome, welker beslissing de basis zal vormen voor de Saarbesprekingen van den Volkenbondsraad. Laval wil alleen aan deze onderhandelingen deelnemen, terwijl bij de overige beraadslagingen Frankrijk vertegen woordigd zal zijn door den leider der Fran sche afdeeling bij den Volkenbond. Laval schijnt zijn bijzondere aandacht te wijden aan de ordemaatregelen voor het Saargebied. Ook de economische kwesties, namelijk de te rugkoop van de Saarmijnen schijnen door hem behandeld te zijn bij de beraadslagingen van de commissie van drie. De buitenlandsche politiek. Na een ministerraadzitting, die bijna drie uur duurde is een kort officieel communiqué uitgegeven, waarin wordt verklaard, dat de ministers den buitenlandschen politieken toe stand en de op het oogenblik hangende on derhandelingen hebben bestudeerd. De mi nister van buitenlandsche zaken heeft daarop een uitvoerige uiteenzetting gegeven van de Saarproblemen, die op de agenda staan van den Volkenbond en van de Fransche houding ten opzichte daarvan. De ministerraad heeft voorts besloten den wet over de regeling van betoogingen op straat Dinsdag a.s. in de kamer in te dienen. De eerstvolgende ministerraad zal Dins dagmorgen worden gehouden. De minister van binnenlandsche zaken, die den journalis ten het communiqué inzake de zitting van den ministerraad voorlas, heeft geweigerd inlichtingen te geven op hem gestelde vragen over den inhoud der beraadslagingen. Ook de overige kabinetsleden hebben niet willen vooruitloopen op de uiteenzettingen van La val voor de commissie van buitenlandsche zaken van den senaat. WEDEROM EEN SOHANDAAL IN FRANKRIJK? Met bedekte toespelingen wordt sede. t eenige dagen te Parijs gesproken over een nieuw groot schandaal, waarbij verscheidene hooggeplaatste politie-ambtenaren betrok ken zouden zijn. De beschuldigden zouden met verschillende bookmakers onder éf*: hoedje hebben gespeeld om door malversaii op de renbanen groote winsten te maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1