De nieuwe Waalbrug tȕf Nijmegea.
S&innudand
Siilmnieaws
Stukken
KIND OVERREDEN EN GEDOOD.
AANRIJDING MET DOODELIJKEN
AFLOOP.*
KINDERVERLAMMING.
Twee gevallen in Herpen N.B.)
ERNSTIG VERKEERSONGELUK.
Bij Wassenaar.
VOLKSUNIVERSITEIT.
De füm: „Apo-Kajan", het hart
van Borneo van H. F. Tillema.
WOLVEGA EN ZIJN LUCHT
DRUKMOTOR.
WU publiceeren hierboven de eerste volledige olliciëele teekening van de nieuwe in aanbouw zynde Waalbrug by Nymegen, geschetst in ooi^ng fan ong
Yan den Lentschen kant gezien, geelt deze Iraaie en zuivere teekening voor de eerste maal een juisten kyk op de Waalbrug, zooa s orama
oog zal voordoen. Zooals men ziet, wordt de Waalbrug een juweel van lyn en architectuur, terwyi de wandelaar van het brugge e
op de stad en omgeving te genieten krygt.
Het is reeds jaren lang bekend, dat
door een dergelijk snoei een krachtige
scheutontwikkeling wordt verkregen,
die zeer vaak eengen tijd zonder uitwen
dige verschijnselen van de iepenziekte
blijft. Dit mag echter niet gehouden
worden voor een bestrijding der iepen
ziekte, daar de ziekte-oorzaak in verre
weg de meeste gevallen niet door dezen
snoei wordt weggenomen.
Er is niets tegen een dergelijken snoei
toe te passen, maar daarvoor behoeven
dan geen bijzondere uitgaven gedaan te
worden en „behandelingen" met geheim
zinnige middelen zijn daarbij volkomen
overbodig. Bezitters van iepeboomen,
die aanbiedingen krijgen voor het be
handelen van iepeboomen gelieven zich,
alvorens zij daarop ingaan, om inlich
tingen te wenden tot den Plantenziek-
tenkundigen Dienst te Wapeningen, die
daarvoor kosteloos advies geeft.
HET NOORDHOLLANDSCH VEE
VOEDER-BUREAU.
Het N.H. Veevoeder-bureau, Landbouw-
huis te Alkmaar, schrijft ons:
Nu de staltijd weer is aangebroken mee-
nen wij, dat het goed is wederom de aan
dacht van de, veehouders te vestigen op het
Veeoveder-Bureau. Waar dit Veevoeder-Bu
reau langzamerhand reeds bijna 10 jaar be
staat, zou men zoo denken, dat de meeste
veehouders, althans de georganiseerden, met
het bestaan en het doel wel op de hoogte zul
len zijn. Telkens blijkt ons weer, dat wij ons
daarin vergissen. Voortdurend komen wij tot
de conclusie, dat er nog zeer velen ook onder
de georganiseerden zijn, die niet weten, wel
ke instellingen of er bestaan, waar zij gratis
adviezen kunnen inwinnen op allerlei gebied
Een dier instellingen is dan het Veevoeder-
Bureau, waar gratis adviezen kunnen worden
ingewonnen omtrent de veevoeding. Wanneer
men dit doet, is het gewenscht op te geven
voor welke dieren men de adviezen verlangt,
opgeven: leeftijd, levend gewicht, productie,
voedingstoestand enz., ook dient men op te
geven hoeveel voer men ten naasten bij uit
eigen bedrijf per dag per dier beschikbaar
heeft (hooi, stroo, voer-suikerbieten, kuil-
gras, aardappelen, enz.) en welke krachtvoe-
dermiddelen en voor welken prijs men reeds
heeft gekocht of kan koopen. Speciaal daar
voor ontworpen formulieren worden op aan
vraag gratis toegezonden.
Laat men toch bedenken, dat wanneer men
fouten maakt, hetzij door te royaal, te wei
nig of in onjuiste verhouding of te duur te
voeren, dit de uitkomsten van het bedrijf,
welke toch al zoo slecht zijn, nog slechter
maakt dan noodzakelijk zijn. Fouten bij de
samenstelling van het rantsoen herhalen zich
alle dagen minstens twee maal, centen wor
den op deze manier guldens.
Zij, die iets met het Veevoeder-Bureau op
de hoogte zijn, weten, dat van de zijde van
het Veevoeder-Bureau op vele wijzen ge-
racht wordt de veehouders te adviseeren. Dit
wordt o.m. bereikt door gedurende de stal-
periode eenige keeren een circulaire met goe
de voorbeelden van rantsoenen te versprei
den via de Coöp. Malerijen en de Coöp. Zui
velfabrieken, aangesloten bij den Bond van
Coöp. Zuivelfabrieken. Op die wijze worden
van elke circulaire plm. 6000 exemplaren in
Noordholand verspreid. Wij meenen hierme
de een goed werk te doen. Doch het spreekt
vanzelf, bevat een dergelijke circulaire voor
beelden, die niet voor alle bedrijven geschikt
zijn, daarom blijft het gewenscht, dat ook
van de zijde van de praktijk een beetje moeite
fïdaan wordt, om contact met het Veevoeder-
iireau te krijgen. Wij weten, dat de boeren
niet gauw naar pen en inkt grijpen, dat ligt
hun niet, alhoewel velen tengevolge van de
crisis-maatregelen de laatste jaren veel meer
aan het schrijven en invullen van staten of
formulieren gewend zijn geraakt. Zij die dus
twijfelen aan de juistheid van hun rantsoe
nen, kunnen niet beter doen dan daarover
advies in te winnen bij het Veevoeder-Bu
reau.
schijn was gekomen. Hij kon den aanrij
ding niet meer voorkomen, de bakfiets
bestuurd door den heer M. uit Den Haag
werd gegrepen en sloeg over den kop.
M. werd zwaar gewond opgenomen en
overleed eenige oogenblikken na het on
geval. Het lijk is naar het politiebureau
te Wassenaar overgebracht. De auto
werd zwaar beschadigd terwijl de bak
fiets totaal vernield was. De politie
maakte procesverbaal op en stelde een
nauwkeurig onderzoek in nog denzelfden
avond werden per politieradioomr&ep
getuigen opgeroepen.
Het 10-jarig zoontje van den heer
Wind werd door een auto te Ex-Loër-
mond (Dr.) overreden. Eenige uren later
is het kind aan de verwondingen over
leden.
Op den Rijksweg MaastrichtVaals
is in den kom van de gemeente Gulpen
de 37-jarige huishouder van de familie
Ploum aldaar, mej. Alice Cloubet door
een auto, afkomstig uit de provincie
Noordholland aangereden en ernstig ge
wond. Tijdens het vervoer naar het zie
kenhuis te Maastricht is het slachtoffer
overleden.
WAARSCHUWING.
De commissaris van politie te Schiedam
waarschuwt tegen het koopen van z.g.
spaarbriefstrooken, kwitanties of aandeelen
van de Commanditaire Vennootschap Spaar-
briefbank „De Tijdgeest", directeur F. A
Rensman, Professor Kamerlingh Onneslaan
163b te Schiedam. Het betreft hier een ver
kapte loterij, waarvoor de vereischte vergun
ning niet is verleend. Eventueele koopers zou
den 19 November den koopprijs moeten stor
ten.
De commissaris van politie te Schiedam
maakt bekend, zulks naar aanleiding van
door den belanghebbende verspreide berich-
en, dat zijn in de politiebladen en couranten
verschenen waarschuwingen, betreffende de
financieele instellingen „Eigen Hulp", „On
derlinge" en „Vereenigde Spaar-Crediet-
tank", directeur M. van Weerden, voorheen
oerhavelaan 51b, thans Rotterdamschedijk
197, 2e etage, te Schiedam, van kracht blij
ven.
Dr. Sluyters te Huisseling heeft
vorige week bij 2 kinderen in de ge
meente Herpen (N.-B.) kinderver
lamming geconstateerd.
De pastoor te Herpen heeft dit in overleg
met den burgemeester Zondag van den kan
sel bekend gemaakt, opdat de bevolking zou
zijn gewaarschuwd.
Aanbevolen is, geen water te gebruiken
dan gekookt.
Zondagavond omstreeks half
zes heeft op den Rijksstraatweg
hoek Rust en Vreugdlaan te
Wassenaar een ernstig onge
luk plaats gehad waarbij één
doode te betreuren is. Uit de
richting Den Haag naderde een
personenauto bestuurd door den
heer V. uit Alfen aan den Rijn.
Plotseling zag de heer V. een bakfiets
met hulpmotor voor zich rijden, die
waarschijnlijk uit een zijweg te voor
KORTE BERICHTEN.
In IJmuiden zijn vier onderzeeërs van
Fransche nationaliteit aangekomen. De
duikbooten zijn naar Amsterdam vertrok
ken, waar zij omstreeks 11 uur arriveerden
en aan den steiger van de firma van Es
van Ommeren ligplaats namen.
Men herinnert zich de interessante
artikelen van den heer Tillema over
Borneo, die kort geleden in onze courant
zijn verschenen.
Op Donderdag 22 Nov. zal de heer Til
lema persoonlijk voor de Volksuniversi
teit hier ter stede een film komen toe
lichten.
Hij schrijft ons daarover het volgende:
Den 22sten November wordt mijn film:
„Apo-Kajan, het hart van Börneo", in
„De Harmonie" vertoond. Gaarne maak
ik gebruik van de gelegenheid, die de
redactie van dit blad mij biedt om er
het een en ander van te vertellen.
Ik ging naar „Apo-Kajan" omdat de
Dajaks, die daar wonen heel weinig in-
vloeden van buiten hebben ondergaan.
Hun merkwaardige gewoonten hebben
ze beter bewaard dan waar ook op het
groote eiland. De reis er naar toe gaat
gepaard met groote moeielijkheden, zoo
dat ze goed moet worden voorbereid. Ze
.gaat voor een groot deel door onbe-
•woond gebied. Over die voorbereidin-
fgen, die mij ruim een jaar kostten, zal
ik niet uitweiden, omdat dit te ver zou
voeren. Dank zij de vele wenken, die ik
ontving van den bij U allen bekenden
deskundige op filmgebied, den heer
Mol en mijn eigen ruime tropische erva
ringen is het mij gelukt, mijn doel te be
reiken en een goede film samen te stel
len, die merkwaardig is in elk opzicht.,
al zeg ik dit zelf! Verder moet ik nog
wijzen op de hulp, die ik ontving van
den dokter, den heer de Rooij, die onder
de bevolking werkte en haar volle ver
trouwen had.
TJ moet weten, dat de Dajaks vaste tij
den hebben voor hun merkwaardige ge
woonten en feestelijkheden. Nu vinden
die bijna altijd plaats binnenshuis en
des avonds. Het is dan stikdonker in die
huizen. Ik kon op die manier geen op
namen maken: men kan daar niet even
als hier een knop omdraaien om een zee
van licht te hebben of motoren en dy
namo's meenemen! Alles moest buiten
geLeuren in de volle zon. Tegen dit alles
verzetten zich de vele geesten: die zou
den éoos op de menschen worden, om
dat ze de adat (de oudvaderlijke ge
woonten) schonden! Dank zij de over
redingskracht van den dokter en de
hulp van een hoogadellijk Dajak en de
belofte de menschen in de gelegenheid
te stellen om na de vertooning de gees
ten en goden tevreden te stellen, werden
de zeer vele moeielijkheden overwon
nen.
De reis van de kust naar het binnen
land duurt lang; ik had het geluk, dat
de prauwen niet werden tegengehouden
door regens en bandjirs, zoodat ik er
slechts 44 dagen over deed. Maar het
duurt ook wel eens meer dan 70 lange
dagen! Men zit van 's ochtends 7 uur tot
's namiddags ongeveer halfzes in een
open prauw als een kleermaker met ge
kruiste beenen. Comfort is er niet. Alle
voedsel moet worden meegenomen. Om
dat er zoo weinig ruimte is, beperkt
men zich tot het alle rnoodzakelijkste,
waarbij dan de bereiding alles te wen-
schen overlaat. De drank is het niet al
te reine rivierwater. Heel veel hinder
heeft men in de prauw en op het land
van de kwelduiveltjes der Borneosche
rivieren: de aga's, uiterst kleine insek-
tjes, die door hun steken een ondragelij
ke jeuk veroorzaken. In het bivak hin
deren de bloedzuigers, die overal in den
omtrek op bloed azen. En dan om een
uur of twaalf tot ongeveer drie uur de
„koperen ploert", de zon. Ze staat dan
loodrecht op het glinsterende water te
branden. Wind is er niet, want men
vaart tusschen twee hooge muren van
rotsen en oerwoud. Diepen eerbied kreeg
ik dan voor de zwoegende en ploeteren
de Dajaks, die in de afmattende atmos
feer de prauwen door de gevaarlijke
draaikolken en de bulderende golven
van de talrijke stroomversnellingen
trokken en duwden. En dit alles met
een lachend gezicht en onder het tappen
van moppen onder elkaar! Kerels zijn
het om nooit te vergeten!
Ik vestig er de aandacht op, dat men
nergens last heeft van groote gevaarlij
ke dieren als slangen en tijgers: men
ziet ze niet. Ze kruipen of loopen weg
of houden zich overdag schuil in het
bosch. Wel leveren gevaren op de on
zichtbare wezentjes, die malaria en dy-
s^-terie veroorzaken. Tegen malaria
nam ik als wapens mee een goede klam
boe (muskietennet) en kininetabletten.
Tegen dysenterie kon ik me niet wape
nen. Ik werd er dan ook op het aller
laatste deel der reis door aangetast. Ge
lukkig brak ze pas goed uit, toen ik
weer thuis was.
Ik vertelde al. dat een groot deel der
reis door onbewoond gebied gaat. Ik zal
dit even illustreeren: op reis mogen le
soldaten, die het transport vergezellen,
op wild, herten en varkens schieten.
Eens wees een Dajak in de prauw naar
een hert, dat aan den kant van de rivier
stond. De soldaat in de prauw legt aan,
schiet, maar mist! Het hert bleef staan,
waar het was. Nóg een schot: weer mis!
)Het schieten in een zich steeds bewe
gende boot is lastig!) Weer een schot.
Het beest keek op. Bleef staan. Bij het
vijfde schot wandelde het kalm het
bosch in, vermoedelijk omdat het ge
raakt was door een steentje, opgeworpen
door den kogel van het geweer.
Dat Apo-Kajan ver is, kan ik ook
illustreeren. Ik ontving eens een tele
gram van den heer Mol: het was drie
maanden onderweg geweest. Brieven
van huis deden over de reis naar Long
Nawang, de plaats waar ik woonde, vijf
maanden, of meer!
Practisch is men afgesloten van de
wereld. Radioverbinding is er niet! Dit
alles heeft zijn nadoelen, maar er is ook
een voordeel aan verbonden: daar
heerscht rust! Maar op den duur begint
het isolement toch te drukken!
Afleiding hebben de Dajaks, want ook
deze primitieve menschen hebben be
hoefte aan ontspanning in hun mono
toon bestaan, in de oogst- en plantfees-
ten en vooral in hun merkwaardige kop-
pensnellersfeesten. Het is de tragiek
van hun lot, dat het koppensnellen is
verboden. Bij de mondelinge toelichting
der film zal ik dit uitleggen.
Tot slot een persoonlijke ervaring: ik
zat indertijd op een avond alleen tus
schen een honderdtal Dajaks in een
huis niet ver van de Hhritoe. De men
schen daar hadden van Maleische han
delaren gehoord, van den grooten oor
log, dat in dien oorlog zelfs heele kam
pongs waren vernietigd, de bewoners
gedood.d De eenvoudige zielen denken
in hunzen (een kampong bestaat èf uit
één èf uit enkele woningen met 100 in
woners op zijn hoogst). „Waarom dit
nu wel mocht", vroegen ze mij, „de Eu
ropeanen zijn toch allen christenen, die
elkaar niet mogen dooden! Tenminste
dat had de zendeling hun geleerd!" Ik
zat met het antwoord te houden, maar
redde me er uit door te antwoorden dat
de Europeanen toen allemaal „mata
gelap" (stapelgek) waren. En toen kwam
het er uit, dat ze heelemaal niet be
grepen waarom het koppensnellen,
waarbij telkens maar één kop werd
„gehaald", een kop, die hun zooveel
zegen en voorspoed bracht, verboden
was. Toen zweeg de beschaafde reiziger!
Ik verheug me er op om U te laten
zien, dat de „woeste, bloeddorstige on
beschaafde heidenen" in wezen zacht
zinnige, sympathieke menschen zijn
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
Vergadering op Donderdag 22 November
a.s., nam. één uur.
Punten van behandeling:
1. Beëediging van mevr. A. Jorritsma
Sjoerts, als lid van den Raad.
2. Benoeming van een wethouder.
3. Vaststelling van de notulen der vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen
stukken.
4. Benoeming van een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter van het scheids
gerecht dezer gemeente (bijlage nr. 145).
5. Voorstel inzake de voorziening in de
vacature van gemeente-ontvanger en tot reor
ganisatie van het bureau voor verificatie en
controle (bijlagen nr. 135 en nr. 156).
6. Idem betreffende uitkeering der jaaf-
wedde van een boventalligen onderwijzer
over het jaar 1933 aan de t. Bavoschool aan
het bestuur dier school (bijlage nr. 144).
7. Idem betreffende tijdelijke verlaging,
voor het jaar 1935, van de wik- en weegloo-
nen voor kaas (bijlage nr. 146).
8. Idem betreffende overdracht der eigen
domsrechten van een gedeelte der Limmer-
schulpvaar aan den Staat der Nederlanden
(bijlage nr. 147).
9. Idem tot het aangaan van kasgeldlee-
ningen (bijlage nr. 148).
10. Idem tot wijziging van de Verordening
op het heffen van schoolgelden voor het La
ger Onderwijs (bijlage nr. 149).
11. Idem tot wijziging van het raadsbe
sluit van 27 Juli 1933 betreffende de verbete
ring van den Hoeverweg (bijlage nr. 150).
12. Idem betreffende verhuring van aan
de gemeente toebehoorende gronden en lan
derijen (bijlage nr. 151).
13. Voorstellen tot verkoop van grond gele
gen aan de Bisschop Bottemannestraat (bij
lagen nrs. 152 en 153). J
14. Voorstel tot het verleenen van de me
dewerking der gemeente voor de aanschaf-
Kji" S(ïh(>olboek,en, enz- te" behoeve van
bijzondere lagere scho'en (bijlage nr. 154)
voor' Ho t0t van het reglement
voor de gemeentelijke instelling voor Maat
schappelijk Hulpbetoon (bijlage nr. 155).
Er behoc!rt m°ed toe te schrijven, dat
ln uitvinding van den
ongelukkigen Wardenier. Dit is geen
zinedige uitdrukking maar ik denk
n., t »abuis" met generaal Tonnet
en ik denk aan de woorden van den
burgemeester van Wolvega in de 1.1.
raadszitting: „Er is hier op dit gemeen
tehuis inderdaad iets vreemds ge
beurd. dat vertrouwen in mij ontwik
keld heeft, doch daarover mag ik niets
zeggen. Dat mag ik slechts doen met
toestemming van de hoogere autori
teiten."
Een lichtelijk vulgair spreekwoord
zegt: „je kunt niet gek worden als je
wilt," maar als uitvinder heb je heel
veel kans, tenzij je het leven voldoende
cynisch hebt leeren beschouwen, en dat
zal met den armen Wardenier wel niet
het geval zijn geweest.
Ik maak me echter sterk, dat elke
knappe motorbouwer een luchtmotor
kan maken, want 't principe is heel een
voudig. De man heeft natuurlijk de vee-
ren willen vervangen door luchtpom-
nende zuigerveering. Wanneer de wagen
eenmaal op gang is, zullen de schokken
van de carosserie steeds voldoende lucht
oppersen, want er wordt minder ver
bruikt door de motor, omdat elke auto
ook doorschokt wanneer hij zijn motor
uitschakelt, hetgeen herhaaldelijk ge
schiedt. Een flinke luchtdom en een
dynamo om electrische 6tarting in te
voeren, vormen in geraamte deze vin
ding.
De arme jongen heeft echter niet be
grepen, dat een vinding die goed is,
slechts geschikt is om opgekocht en
bevroren te worden in de kluizen van
bedreigde industrieën. In dit geval: de
benzine- en motorindustrie.
Ik zou niet zoo boud spreken als ik
daartoe in dit geval het recht niet had.
Ik heb wel eens gepraat met minder
recht, want het denkbeeld om een of
andere beweging of schok door tusschen-
komst van 6aamgeperste lucht te benut
ten heb ik zelf in 1921 reeds in een
officieel Nederlandsch octrooi ktfbnen
omzetten. Het is geweest de aanvraag
17828 Ned. KI. 88 b 3 en het octrooi
draagt als nummer van verleening 7868
en is ingegaan 16 Aug. 1922. Het is ver
leend op de aanvraag: „Inrichting tot
het omzetten der op- en neergaande be
weging van water, als deining, golfslag,
eb en vloed in bruikbare arbeidskracht."
Het betrof eveneens de opwekking van
saamgeperste lucht, die door middel van
dynamo's gebezigd werd om electriciteit
te produceeren.
Als u een van mijn krantjes naslaat zult u
echter zien, dat ik deze vinding indertijd
verlaagd heb tot Aprilmop. Hoe weinig heb
ben wij menschen het recht te oordeelen als
we werkelijkheid als Aprilmoppen en April
moppen als werkelijkheid slikken!
Het eenige werk, dat ik van mijn vinding
heb is Waterstaat te vragen wat hij er van
dacht. Het antwoord was, dat het heel goed
uitvoerbaar was (technisch), maar dat finan
cieel mijn plan niet zou uit kunnen. Water
staat vergat echter aan te toonen welke be
sparing aan steenkolen mijn denkbeeld zou
geven. (Die waren b.v. voor de electrische
centrales niet meer noodig).
Intusschen begreep ik, dat tegen de belan
gen van mijneigenaars, transportondernemin
gen (spoorwegen) enz. niet was te vechten
en ik ben zoo verstandig geweest mijn vol
gende jaarlijksche betaling maar niet te
doen. Het octrooi is dus vervallen en weer
strandgoed voor anderen, die ik trouwens
wel met een kleine wijziging aan een nieuw
octrooi kan helpen.
Niettemin is ook deze vinding gemotiveerd.
Ik bezocht er voor het Oceanografisch mu
seum van den vorst van Monaco (dat reisje
was het mooie van mijn vinding) en had be
sprekingen met prof. Richard (dir. van een
filiaal-instelling te Parijs), prof. Bigourdain
van de Sterrewacht te Parijs (inmiddels
overleden). Deze achtte mijn denkbeeld beter
dan het zijne, dat hier op neer kwam, dat hij
de holen in ae rotsen van de Bretonsche kust
wilde gebruiken voor samenpersing van
lucht, terwijl ik dat wilde door onbreekbare
geheel gesloten ijzeren boeien, die eenvoudig
op en neer konden dansen zoo veel ze in
maar konden.
Verder kwam in het ochtendblad pag.
van de De Telegraaf van den 19en Febr. 1931
een bericht voor, dat meldde, dat de Italiaan-
sche graaf Eduard di San Giorgia met mede
werking van de Italiaansche regeering eej>
systeem van golfslagbenutting had geïnstal
leerd in de buurt van Pisa, dat vrijwel over
eenkwam met het mijne, alleen veel onbe
trouwbaarder was, doordat het werkte met
drijvende schotten. Hoewel de Fransche vice-
consul, mr. Peretti, Corsicaan van oorsprong,
die vloeiend Italiaansch schreef en tot mijn
vrienden behoorde, dezen graaf nog een
brief schreef, heb ik daarvan verder nooit ge
hoord.
Gelukkig ben ik tot nu toe daarvan nog
niet gek geworden, maar het geeft me toch
den durf te zeggen, dat ik geloof in den on
gelukkigen Wardenier en medelijden heb met
de autoriteiten te Wolvega, die op verzoek
van de „autoriteiten" moeten poseeren als
halve idioten. Hetgeen de menschen ever
weinig (of even veel naar men wil) zijn
dan ik.
Mijn dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
J. H. ELFRINO. -
Bergen, 16 Nov. 1934.