DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
UIT DEN ALKMAARSCNEN RAAD.
Fa. van der Horst
136e Jaargang
het gebarsten muurtje der coalitie is weer bepleisterd
en ziet er als nieuw uit.
Als de politieke wind niet te hard waait, zal er eerst het volgend
jaar gevaar voor instorting zijn.
Wie kans loopt zijn eigen politieke vrienden te raken,
moet niet met kanonskogels schieten.
Waf vandaag de
aandacht trekt
KUNSTHANDEL
heeft zeer aparte
geschenken
Teekens om sneller te gaan rijden
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330.
No- 278 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeurs C. KRAK. Zaterdag 24 November 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De wethouderskwestie is thans definitief
tot een oplossing gebracht en het is daarbij
gegaan zooals het gewoonlijk gaat, de regee-
ringspartijen komen tot overeenstemming en
de oppositie zou als de couranten er niet
waren de verklaringen in de Raadszaal
mogen afwachte om te vernemen welke edel
achtbare zich voortaan in den vacanten zetel
van den heer Westerhof mag neerzetten.
De Raad heeft besloten, dat die zetel on
gebruikt zal worden gelaten.
Zoo is althans de officieele lezing, maar
in werkelijkheid is het heel anders gegaan.
Onder de leden der soc. dem.-fractie zijn
er verscheidenen geweest, die dezen zetel
gaarne en dan door zichzelf bezet hadden
gezien, maar de korte tijd, welke ons nog van
de volgende raadsverkiezing scheidt, is een
bezwaar geweest om den band met eigen werk
kring te verbreken en bovendien is het de
groote vraag of het spreekwoord wel altijd
opgaat, dat wie het ambt krijgt tegelijkertijd
in het bezit van de capaciteiten komt om dat
ambt naar behooren te kunnen vervullen.
Met totale negatie van alle voorschriften
over zelfstandige raadsbeslissingen heeft
niemand anders dan de afdeeling Alkmaar
van de S.D.A.P. uitgemaakt, dat wij het tot
de volgende regeeringsperiode met drie in-
plaats van vier wethouders zullen stellen.
Zoo was besloten en daaraan konden zelfs
de fractie-leden niets veranderen.
De groote vraag was natuurlijk of ook de
Raad daarmede genoegen zou willen nemen,
maar, dank zij de in Alkmaar gebruikelijke
negatiè van de oppositie, had men van soc.
dem.-zijde alleen maar rekening te houden
met de katholieke fractie, die zich op haar
beurt weer voor de groote vraag gesteld
zag: het regeeringsblok uiteen te laten val
len of tot een compromis te komen, waarbij
men van beide zijden wat zou kunnen neven
en nemen.
Dus werd er geconfereerd en nog eens ge
confereerd en werd de begrooting waarvan,
volgens de officieele toelichting bij het frac
tie-besluit der soc. dem., niemand spoedig
verstand zou kunnen krijgen, bekeken en nog
eens bekeken en werd er na lang wikken en
wegen een kortingspercentage voor ambte
naren en werklieden vastgesteld, waarmee
alle leden van het regeeringsbloc zich nood
gedwongen vereenigden.
De coalitie was gered.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap was
weer de leuze en in een tweetal plechtige ver
klaringen hebben de heeren Bakker en Ven-
neker den Raad daarvan mededeeling ge
daan.
Na een dankbetuiging aan den afgetreden
wethouder deelde de heer Bakker mede, dat
niemand van zijn fractie geheel onvoorbereid
en ondeskundig de begrooting met succes
zou kunnen -verdedigen en tevens, dat het de
leden zijner fractie niet mogelijk was zich
voor de nog resteerende maanden voor het
bezetten van een wethoudersplaats vrij van
hun gewonen werkkring te maken.
De fractie men leze de partijafdeeling
te dezer stede meent daarom, dat het wen-
schelijk is, dat de overgebleven drie wethou
ders het werk van den vierde maar onder
elkander verdeelen.
De rede van den heer Venneker was na
tuurlijk gelijk en gelijkvormig aan die van
den vorigen spreker. Ook hij betreurde het
heengaan van den heer Westerhof, ook hij
vond het eigenlijk jammer, dat deze geen
plaatsvervanger zou krijgen, maar hij kon
zich de moeilijkheden van de soc. dem
begrijpen en daarom volkomen met de door
den heer Bakker gevonden oplossing mee
gaan.
En aangezien 7 stemmen en 6 stemmen er
samen 13 worden en de Raad slechts uit 21
leden bestaat, kwam het er verder niet op
aan hoe de heeren aan de overzijde over deze
oplossing dachten.
Toevallig dachten die heeren er ditmaal
niet zoo heel ongunstig over.
Mr. Langeveld had vier wethouders voor
een gemeente als Alkmaar altijd een overbo
dige luxe gevonden en de heer Vogelaar vond
de oplossing ook niet verwerpelijk, maar
ergerde zich alleen maar aan de schijnhei
lige mededeeling, dat geen der fractiegenoo-
ten van den heer Westerhof in staat zou zijn
zich voor Januari of Februari in de begroo-
.ing in te werken.
Men had immers die begrooting allang
van alle kanten bekeken en zelfs de percen
tages van de loonkorting al vastgesteld!
Inderdaad, wij willen niets afdingen op de
geestelijke capaciteiten van wethouder Van
Slingerland, maar staat hij zoo hoog boven
alle soc. dem, in onzen Raad, dat alleen hij
zal kunnen doen, waartoe geen hunner zich
thans in staat acht?
De heer Venneker sprak nog een kort
woord van deernis met de overgebleven wet
houders, die nu het werk van hun in politiek
opzicht gestorven kameraad zulleh moeten
overnemen zonder daarvoor meer tractement
te genieten, maar de heer Langeveld wees er
zeer terecht op, dat de Raad nog zeer kort
geleden de functies van den heer Schenk
onder andere hoofdambtenaren verdeeld had
met de pertinente verklaring, dat het onnoo-
dig was voor dit meerdere werk ook hooger
salaris uit te keeren.
Zonder hoofdelijke stemming werd ten
slotte uitgemaakt, dat de Raad in zijn tegen
woordige samenstelling het voortaan met
drie wethouders zal moeten stellen.
De wethouderskwestie zou hiermede van
de baan zijn, als zich niet een bijzonder
pijnlijk en zeker betreurenswaardig incident
had voorgedaan, dat de gemoederen in en
buiten de raadszaal duchtig geschokt heeft.
In de raadsvergadering van Woensdag
31 October j.1. heeft de burgemeester eert af
scheidsrede aan het adres van den heer Wes
terhof gehouden, daarbij diens krachtige per
soonlijkheid geroemd en gememoreerd, dat
de heer Westerhof op veelzijdig terrein ener
giek heeft medegewerkt aan allerlei voor de
gemeente belangrijke beslissingen.
„Het zal hem zwaar zijn gevallen" al
dus de burgemeester „daarvan afscheid
te moeten nemen. Wij kunnen het voor den
heer Westerhof betreuren, dat persoonlijke
redenen hem daartoe hebben genoopt en ik
twijfel niet of de raad zal den heer Wester
hof in erkentelijke herinnering houden."
Deze rede is toen met luid applaus ontvan
gen en zij lijkt op het eerste gezicht inder
daad op een keurige politieke grafrede.
Maar toen de heeren van dè soc. dem.-
fractie ze later nog eens overlazen, hebben
zij zich bedenkelijk achter de ooren gekrabt.
Waarom kunnen wij zoo hebben zij zich
afgevraagd het niet voor ons zelf betreu
ren, maar alleen voor den heer Westerhof,
dat hij vertrekken gaat? En waarom moet er
gezegd worden, dat „persoonlijke redenen"
hem daartoe noopten, terwijl toch officieel
gemeld is, dat diens medische adviseur den
heer Westerhof verboden heeft zijn functie
van wethouder van financiën nog langer te
blijven vervullen?
Zoo dacht en zoo sprak men in de kringen
van de partijgenooteii van den heer Wester
hof en in de kringen van hen, die hem per
soonlijk genegen zijn.
Maar er waren ook niet-partijgenooten en
ook menschen, die hem nog meer objectief,
ja zelfs, die hem met minder vriendschappe
lijke gevoelens becritiseerden. En ook deze
vroegen zich af: waarom spreekt aldus de
burgemeester? Is er iets niet in den haak?
Is het niet vreemd, dat de man, die door en
door met de financiën van de gemeentehuis
houding bekend is, zoo plotseling alles in
den steek laat nu de moeilijkste begrooting
aan de orde komt, die hij nog ooit heeft
moeten verdedigen? Heeft hij niet alle reser
vepotjes opgemaakt tot er niets meer is en
laat hij de moeilijkheden nu verder aan een
ander over? Is zijn ziekte van dien aard en
komt deze zoo plotseling tot uiting, dat hij
zich volkomen moet terugtrekken en er van
ziekteverlof zelfs geen sprake kan zijn? Is er
misschien iets met den en of anderen dienst
niet in orde? Heeft de burgemeester, die nu
de portefeuille van Sociale Zaken beheert,
misschien ontdekt, dat men daar op onver
antwoordelijke wijze met de steungelden van
de gemeente heeft omgesprongen?
Het waren vragen, die gesteld en niet be
antwoord werden en die wie weet wel
licht in verloop van tijd even spoedig weer
vergeten zouden zijn als zij thans waren op
gekomen.
Het is de groote vraag of de partijgenoo-
ten van den heer Westernof dezen een dienst
hebben bewezen door percé in het openbaar
op dergelijke vragen een antwoord te verlan
gen door er bij oen burgemeester op aan te
dringen, dat hij in publieke raadszitting de
eigenaardige woordkeuze van zijn afscheids
speech zou verklaren.
Reeds had de heer Van de Vall op een
Heijermansherdenkings-avond de aandacht
van de toen aanwezigen op deze woordkeuze
gevestigd en er daardoor toe medegewerkt
de gedachte te verspreiden, dat er achter het
aftrden van den heer Westerhof meer ge
zocht werd dan officieel ter kennis van het
publiek gebracht was.
Als partijgenoot heeft de Van de Vall zich
aan de zijde van den z.i. verongelijkte ge
schaard en overtuigd van diens onaan
tastbaarheid in den Raad een openlijke
nadere verklaring geëischt.
Zoo heeft ook de heer Bakker gedaan en
het allerverstandigste dat beide heeren had
den kunnen doen is, alvorens zich zoo pu
bliekelijk uit te spreken, eens naar den bur
gemeester te stappen om zich in een persoon
lijk onderhoud van diens opvattingen en ge
voelens te overtuigen.
Eerst daarna had men zoo men dit dan
nog noodig achtte op de groote trom
kunnen slaan.
Men heeft dit niet gedaan en de zaak dade
lijk in openbare raadsvergadering gebracht
en de heer Bakker heeft daar welbewust
van wat hij deed nog eens aan de af
scheidswoorden van den burgemeester herin
nerd.
Toen kwam ook de heer Hoijtink los, die
een verklaring verlangde ter plaatse waar hij
meende die het beste te kunnen krijgen, toen
gaven ook andere raadsleden blijk van be
grijpelijke nieuwsgierigheid en werd de bur
gemeester min of meer geprest zijn woord
keuze te motiveeren.
De burgemeester deelde mede, dat hij zijn
woorden wel degelijk had overwogen en ge
meend heeft ze zoo te moeten gebruiken. Hij
zeide getoond te hebben, dat hij zich tot dus
ver steeds boven de partijen geplaatst had
en achtte het niet gewenscht op dit moment
een nadere explicatie te geven.
De heer Hoijtink stelde een geheime zitting
voor omdat de burgemeester zich daar ge
makkelijker zou kunnen uitspreken, maar de
heer Van de Vall weigerde elke behandeling
buiten de volle openbaarheid. In de nog vrij
gemoedelijke discussie nam hij onmiddellijk
de plaats van leider der protestactie in en
zond met grof geschut zulke zware kanons
kogels op den burgemeester af, dat deze zich
terecht zeer gegriefd en verontwaardigd
toonde.
Wie een eervolle loopbaan als burgemees
ter eener groote plattelandsgemeente achter
den rug heeft, wie getoond heeft in de tien
maanden, dat hij aan het hoofd van Alk-
maars bevolking staat niet aan anderer lei
band te loopen maar een eigen, eerlijke over
tuiging te hebben, behoeft zich zeker niet te
laten welgevallen, dat hij als burgemeester
nog een zuigeling genoemd wordt en het is
te begrijpen, dat mr. Van Kinschot den heer
Van de Vall een dergelijk optreden bijzonder
kwalijk heeft genomen.
Toch was in dit stadium der debatten een
nadere explicatie op welke wijze dan ook
moeilijk meer te vermijden. Wanneer de
burgemeester verklaard had, dat zijn woord
keus niet gelukkig geweest was en hij daar
mede niets bijzonders had bedoeld, was een
verder debat over de kwestie overbodig ge
worden.
Nu hij volhield welbewust te hebben ge
sproken en geen andere woordkeus mogelijk
te achten, was de vraag of hij critiek op het
beleid of den persoon van den hec. Wester
hof had niet langer ontkennend te beant
woorden. De raadsleden verlangden een ant
woord, de soc.-dem. eischten zulks in open
bare vergadering en mr. Langeveld redde de
situatie doordat hij zijn voorstel zag aanne
men, dat de raad zou worden geschorst om
de fracties gelegenheid te geven zich nader
te beraden.
De burgemeester heeft na de schorsing een
verklaring voorgelezen waarin hij als zijn
opvatting mededeelt, dat het optreden van
den heer Westerhof niet in het minst beïn
vloed is door politieke of financieele overwe
gingen van de gemeente, dat hij overtuigd is
van den minder goeden gezondheidstoestand
van den betrokken wethouder, dat zijn af
scheidsspeech zonder voorkennis van de wet
houders is gehouden en dat hij den raad na
drukkelijk wilde verzoeken met deze verkla
ring genoemen te nemen.
De heeren Bakker en Van de Vall hebben
dat onmiddellijk gedaan. De heer Bakker ver
klaarde zich volkomen voldaan en de heer
Van de Vall kwam met betuiging van bijzon
der leedwezen dadelijk alle kanonskogels te
rughalen, welke hij naar het hoofd onzer ge
meente had afgeschoten.
De heer Hoijtink was minder verrukt maar
wilde in het belang van den betrokken wet
houder de zaak verder laten rusten en de rest
van den Raad deed er het zwijgen toe
Wanneer wij een onpartijdigen indruk van
deze raadsvergadering moeten geven, dan
kunnen wij de opvatting dat de burgemeester
gedwongen geworden is zijn critiek op den
afgetreden wethouder terug te nemen, geens
zins deelen.
Daarvoor is zijn verklaring nog te weinig
positief, daarvoor hebben wij een te diepen
indruk gekregen van de verslagenheid welke
de gezichten van de leden der soc.-dem. frac
tie teekende nadat zij gedurende de schorsing
in de burgemeesterskamer op een of andere
wijze blijkbaar iets vernomen hadden, waar
van zij tot dusver geen kennis hadden gedra
gen. Daarvoor was ook hun instemming met
de verklaring van den burgemeester en hun
diepe spijtbetuiging over de door hen ge
bruikte woorden te veelzeggend
Wie volkomen objectief al dit gebeuren
heeft gadegeslagen en de zekerheid van op
treden van den burgemeester ook na de
schorsing gevoeld heeft, kan niet anders dan
in de overtuiging gesterkt zijn, dat het hoofd
onzer gemeente, met alle respect voor de ca
paciteiten van den heer Westerhof en waar
deering voor den door dezen in het belang
der gemeente verrichten arbeid, de meening
is toegedaan, dat er omstandigheden zijn
waarom deze afgezien van elke medische
verklaring niet langer als wethouder had
kunnen aanblijven.
Wij kregen den indruk, dat de burge
meester in het belang, zoowel van de ge
meente als van den persoon van den betrok
ken wethouder, niet meer heeft willen zeg
gen, dan hij thans heeft medegedeeld.
In dit stadium der gebeurtenissen mag een
eigen indruk niet achterwege blijven.
Er hebben den laatsten tijd geruchten ge-
loopen, dat de afgetreden wethouder in di
verse hier ter stede publiek geworden schan
daaltjes betrokken zou zijn en in verband
daarmede hebben wij dezer dagen nog eens
duidelijk laten uitkomen, dat wij een derge
lijke aantasting van zijn persoon onverant
woordelijk achten. De heer Westerhof heeft
zich natuurlijk in zijn lange politieke loop
baan ook vijanden verworven, maar wij heb
ben hem sinds 1918 in den gemeenteraad me
degemaakt, wij kennen zijn mentaliteit, zijn
hoogstaande moreele opvattingen en wij wei
geren te gelooven, dat hij in eenig schan
daal betrokken is geweest, noch, dat hij ge
tracht zal hebben zich ten koste van anderen
persoonlijk te bevoordeelen.
Hij is een harde, stoere werker geweest,
een man met een scherp verstand, welspre
kend en slagvaardig als geen andere in den
Raad en hij heeft in zijn lange politieke loop
baan de gemeenschap groote diensten bewe
zen.
Wij moeten gedwongen door de bespre
kingen in den Raad en door onze overtui
ging, dat de burgemeester meer weet, dan
hij thans zeggen wil aannemen dat er din
gen gebeurd zijn, die de heer Westerhof had
behooren te verhinderen.
Iets definitiefs is blijbaar, behalve bij den
burgemeester, de soc.-dem. fractie en enkele
ingewijden, niet bekend en in deze omstan
digheden is het beter niet vooruit te loopen
op een openbaarmaking van feiten, welke op
den duur toch niet verborgen kunnen blij
ven.
Het spreekwoord dat wie iets misdreven altijd
weer naar de plaats trekken waar zij hun
snood bedrijf hebben gepleegd, neeft met de
terugkomst van mevrouw JorritsmaSjoerts
alleen dit gemeen, dat deze er niet toe kon
besluiten haar plaats in den Raad aan een
jeugdiger opvolger af te staan, maar te ken
nen had gegeven, dat zij als ex-raadslid
heel graag weer in de zaal der Edelachtba-
ren wilde terugkeeren.
Dus zagen wij haar opnieuw, met haar on
afscheidelijke handtasch, het politieke ge
vechtsterrein binnen stappen waar zij zich
tusschen de heeren Van Drunen en Van de
Vall genesteld heeft in de hoop daar een
zoo beschut mogelijk plaatsje te hebben ge
vonden.
De burgemeester heeft er aan herinnerd,
dat zij tien jaren geleden waar blijft de
tijd! ook reeds aan het politieke steekspel
heeft deelgeomen en mevrouw Jorritsma,
die wij ons herinneren als een welwillend en
weinig op den voorgrond tredend raadslid,
heeft beloofd de voetsporen van haar grooten
voorganger te drukken, zoodat wij vol ver
wachting haar politieken zegetocht tegemoet
zien.
Dank zij het feit, dat orize raad thans twee
vrouwelijke leden telt, werd nog een extra
voetenkussentje binnengedragen en bij even-
tueele schorsing der beraadslagingen zullen
de beide dames elkaar ongetwijfeld gezellig
over de rechten der vrouw en de moeilijke
problemen van het huishouden kunnen bezig
houden.
Op de tribune zat nummero drie van de
vier vrouwen, die wij in dezen Raad gekend
hebben, namelijk mevrouw Helleman—Har
debol, ook door een onweerstaanbaren drang
naar de raadszaal gedreven, maar aangezien
zij de arena destijds heeft moeten verlaten
omdat haar man een gemeentebetrekking be
kleedt en haar joyeuse entree dus slechts
over het lijk van haar echtgenoot zal kunnen
Fransch-Ruesische toenadering?
(Dag. Overzicht).
Ernstig ongeval in Brussel4 doo-
den en 15 gewonden. (Buitenland),.
De bekende teekenaar Funke
Küpper nabij Nunspeet door den
trein gegrepen en gedood. (Binnen
land).
Auto ontploft op den Arnhemschen
straatweg; 2 personen levend ver
brand. (Binnenland).
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
Dr. Kortevveg 25 jaar medicus.
(Stad).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Baltero bonnen.
gaan, heeft zij ons onomwonden te kennen
gegeven, alleen uit nieuwsgierigheid te zijn
gekomen en geen verlangen te hebben zich
opnieuw in de rij der Edelachtbaren te scha
ren
De- Raadsagenda bevatte, buiten de wet
houdersverkiezing, slechts vrij onbelangrijke
punten
Na langdurige discussie werd met de
stemmen'der oppositie tegen besloten het
adres van den Alkmaarschen Bestuurders-
bond om betere levensvoorwaarden aan de
regeering door te zenden, een overbodige for
maliteit omdat men dit adres niet zal onder
steunen en het ook zonder de hulp van den
Raad wel bij den betrokken minister te land
zal komen.
Bovendien heeft de soc. dem.-fractie zich
niet tevreden verklaard met een wijziging
van het reglement van de gemeentelijke in
stelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon,
omdat daarbij de stem der arbeidersvertegen
woordigers te weinig gehoord zou worden.
Na belofte van het inwinnen van advies
ook van die zijde was men al spoedig vol
daan en het meest interessante van dit debat
was eigenlijk de mededeeling van den heer
Hoijtink, dat hij als raadslid in Maatschap
pelijk Hulpbetoon tot dusver te weinig au
serieux is genomen, dat hij reeds lang ge
leden een groote suppletoire begrooting voor
spel had en dat hem te vaak door den be
trokken wethouder verweten was, dat hij de
zaken van Maatsch. Hulpbetoon in den
Raad bracht, hoewel hij zich daartoe, ais
door den Raad gekozen vertegenwoordiger,
verplicht had gevoeld.
Een kleine opmerking mag ten slotte niet
achterwege blijven over de onhebbelijkheid
van den heer Venneker, die vanuit zijn hoo-
gen zetel gewend is den raadsleden nadruk
kelijk voor te houden, dat zij toch geenszins
geloof moeten slaan aan het verrassende, den
Raad zelf betreffende nieuws, dat de leden
allereerst uit de couranten lezen.
Hij heeft dit opgemerkt, toen van een loon
korting bij de a.s. begrooting van 7.4 procent
werd gesproken en ook toen er van een sup
pletoire begrooting van Maatschappelijk
Hulpbetoon van niet minder dan 40.000
gewag werd gemaakt.
Wij zullen afwachten of onze mededeelin-
gen inderdaad onjuist zijn geweest.
Zoo niet, dat verwachten wij van een man.
die als leider van de grootste politieke frac
tie in onzen Raad mag optreden, de onom
wonden verklaring, dat hij zich laten wij
het maar, vriendelijk zeggen weer eens
„vergist" heeft.
Snelheidsvermeer- j Snelheidsvermeer
dering voor ver-i dering voor ver
keer, dat den agent i keer, dat den agent
van links nadert.van rechts nadert