UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
Jitmnieuws
PUROL
De passagiersvaart wordt in de
toekomst niet rendabel geacht.
HERVORMING.
MEISJES IN NONNENKLEED.
Een prachtige film in het ernstige
genre in het Victoria Theater.
ALKMAARSCH
BIOSCOOP-THEATER.
Het geheim van den verborgen
schat.
'M** Ruwe
schrale huid
Uit het Parlement
Het olie-vraagstuk op Nieuw-Guinea*
X/X.
Een dagblad publiceerde onlangs het be
richt, dat de Minister van Defensie over
woog de kleur der uniformen te veranderen
Gelijk de meeste van zijn voorgangers óók
hadden gedaan. Ik weet niet, of het bericht
van thans juist is, maar werkelijk zijn de
uniformen van onze soldaten slag op slag
veranderd. Door een toeval heb ik vernomen,
hoe dergelijke hervormingen ontstaan. Des
wege moge ik de abele historie van één dezer
gevallen zooals dit zich onder een vorig
kabinet heeft voorgedaan hier verrn-Ven
De Minister kwam thuis.
Hij stond sinds een goed jaar aan het
hoofd van het Departement en had zich on
derscheiden door een stevig karakter en een
vasten wil. Een kerel van gewapend beton
Hïï was rechtvaardig, maar streng. Een
pracnt-Hollander. Een parmantige drager
van het-Gezag-met-een-hoofdletter. Een
krijgsman om mee uit visschen, pardon, om
mee uit oorlogvoeren te gaan, als men daar
ten minste lust in heeft.
Toen de woordvoerder van een onder-offi
ciers-deputatie eenmaal in z'n kabinet een
opmerking maakte, die hij ongepast vond,
stond de heele deputatie twee minuten later
op het Binnenhof en sindsdien kwam geen
sergeant meer in het Heilige der Heiligen.
Een dus, die er den wind onder heeft. Die
uit eigen oog kijkt. Een kanjer.
De Minister kwam dus thuis.
De familie wachtte hem reeds aan de kof-
fie-tafel, ongeduldig, hongerig.
„Man", zei Mevrouw, „wat ben je van
morgen weer lang aan 't hervormen ge
weest. 't Is een kwartier later dan anders
Is er soms weer mobilisatie?"
„Als dat zoo doorgaat", merkte de veel
belovende jongste lakoniek op, „als pa zoo
hard werkt, is er binnenkort geen enkel land
op de.heele wereld meer, dat ons leger kan
verslaan. Dank zij pa! Reuze-Pa"!
De familie glunderde.
„Vader", zei de zeventien-jarige doch
ter, „vanmorgen om kwart voor elven stond
een grenadier op den hoek van de Obrecht-
straat te vrijen met een dienstmeisje. Zoucit
u eens willen onderzoeken ho«e dat kan, pa?
Mag dat, pa? Dat is toch geen krijgstuchi.
pa? Die man was natuurlijk van z'n post
afgeloopen."
„Dat is de kif van Nel", zeide veelbe-
levende jongste, „omdat zij géén grenadier
heeft. Nou speelt ze de verrajer. Moet die
grenadier de petoet in!"
„Engert", zei Nel bits.
Pa versloeg ondertusschen malsche ka
detjes, in plaats van grimmige vijanden.
„Als jullie nu even je mond houden",
zei moe, „dan kan ik eens wat zeggen. Ik heb
wat belangrijks met vader te bespreken."
„Aha?" sprak Zijne Excellentie.
„Man", ging mevrouw voort, „ik weet,
dat je the graag een genoegen doet en daar
om wil ik je iets vragen, dat mij sinds lang
op het hart ligt. Doe je 't? Zeg je ja? Tot
maar, mannie!"
„Wanneer geen mijner vele principes,
noch mijn eer, noch mijn geweten, noch het
belang des Lands er zich tegen verzet, en de
staat mijner geldmiddelen het toelaat
,,'t Kost je niets!" verzekerde mevrouw.
„Dan ben ik er altijd voor te vinden.
Hoewel: een wensch van jou, die niets kost
is gelijk aan een sociaal-democraat, die niet
interpelleert. Anders gezegd: een onmoge
lijkheid."
„Maar wat ik je vraag is heel eenvou
dig. En heel bescheiden. Namelijk een Ko
ninklijk Besluit, waarbij verandering wordt
gebracht in de kleur der uniformen
Zijne Excellentie liet het plakje kalfs
leverworst, dat hij juist had oogepikt, vallen,
zoodat het, als een vettige ridderorde, op z'n
onberispelijk jaauet lag.
„Je zegt, Geertruide?"
„Een heel klein Koninklijk Besluitje
dat verandering brengt in de kleur der uni
formen. Ik kan die kleur van tegenwoordig
eenvoudig niet uitstaan!"
„Afgezien van andere bezwaren", zei
Zijne Excellentie langzaam, „moge ik onder
je aandacht brengen, dat in de laatste 10
jaar de kleur der uniformen 12 maal is ver
anderd, en dat de zuinigheid en de stevig
heid van bewind thans eischen, dat er einde
lijk eens rust kome!"
Mevrouw werd woedend.
„Precies!" Daar heb je het al. Elke mi
nisters-vrouw heeft dit kleine pleziertje ge
kregen. Mij gun je het niet. Denk je, dat een
minister zélf oog heeft voor kleur en snit van
de unjformen? Gekheid. Dat hebben altijd
de vrouwen bedisseld. Ik sprak onlangs de
vrouw van je voorganger, en die beroemde er
zich op, dat zij de tegenwoordige uniform-
kleur, speciaal die der officieren, had uitge
lokt. Begrijp je nu nog niet, dat mijn presa
ge er mee gemoeid is? Wat moeten ze wel
van mij denken, als er onder mijn bewind
niets gebeurt?"
„Jouw bewind?" vroeg Zijne Excellen
tie langzaam.
„Ja zeker! We zijn toch éen? Dacht je
soms, dat ministers alléén regeeren? Dat
doen toch hun vrouwen! Ik heb me altijd op
den achtergrond gehouden, ik heb altijd het
regeeren rustig aan jou overgelaten, maar
dit kleine pleziertje kan je me toch wel doen
Ik heb meer kijk op de lijn en de kleur en den
snit van ons leger dan jij. Heusch, de be
staande uniform is niet in orde. Niet lijn-
gevoeld. Niet artistiek. Het moet anders
worden!"
„Hè, ja pa!" vleide de blonde zeventien
jarige. ,,'t Wordt zoo eentonig, altijd dat
zelfde. Moe heeft gelijk! 't Was géén gezicht
vanochtend, die vrijende grenadier. Me,
zoo'n uniform-kleur vrij je nite.
„Nelly", zei moe streng, „toen ik zoo
oud was als jij, wist ik nog niet eens wat
het woord vrijen beteekende!"
„Wanneer bent u er dan achter geko
men, moe?" vroeg Nel.
„Dat zal pa wel weten!" zei de veelbe
lovende jongste.
0
0 0
„Ik wil dus een pietsie Koninklijk Be
sluit voor een nieuwe uniformkleur," her
haalde mevrouw. „En gauw! Anders is je
begrooting misschien verworpen en dan
zit ik!"
„Het kan niet!" verklaarde Zijne Excel
lentie.
„En waarom kan het niet? Waarom
kon het bij iederen vorigen minister wel en
bij jou niet? Waarom heeft iedere ministers
vrouw d'r zin gekregen en word ik in een
hoek geduwd? Waarom moet ik door m'n
vriendinnen worden uitgelachen? Ik ben al
lang in opspraakomdat je al veertien maan
den aan het bewind bent, zonder dat de uni
formen veranderen Ze praten achter m'n
rug. Ze zeggen dat je niet meer voor me
voelt".
„Is het heusch
„Heusch! Heusch! Als je dan maar
weet, dat ik, als je het niet doet, onmiddellijk
nieuw behang in de huiskamer moet heb
ben
„Wat heeft dat nu in 's hemelsnaam te
maken metI"
„Zie je wei man, dat je eenvoudig geen
oog hebt voor die dingen? Heb je dan wer
kelijk niet gemerkt, dat de kleur van het be
hang vloekt met de kleur van de uniform van
luitenant Versteghe, die tegenwoordig hier
zoo vaak komt? Nee, je hoeft niet zoo te blo
zen, Nel. Als hij hier in de kamer zit, draait
het me voor de oogen Als ik dan geen klein
Koninklijk Besluitje krijg, geef me dan nieuw
behang. Het moet!"
„Dat noemen ze nou een ultimatum,
pa!" zei de veelbelovende jongste plechtig.
„Zwijg!" daverde Zijne Excellentie.
„Zég u dat zoo eens in de Kamer, als
wipte weg.
u durft!" riep de veelbelovende jongste, en
Zijne Excellentie stond op Hij bepeinsde
het ultimatum: een nieuw behang of een
nieuw Konink ijk Besluit. Eerlijk gezegd kon
een beetje afwisseling in de uniformen nooit
kwaad. Te deksel: je moet de belangstelling
voor het leger er toch inhouden? Je geeft je
kamer en je buitendeur en je kippenhok toch
ook wel eens een nieuw verfje? Éen met een
andere kleur zou het leger weer in de ga1 en
loopen. Pracht-reclame. Maar aan den ande
ren kant: de zuinigheid en de eenheid van
regeeringsbe'.eid, niet waar? Nee, nee, het
ging n;et Onmogelijk.
„En man. Krijg ik het?"
„Ik zal het ernstig overwegen, lieve",
zei de minister. „Heusch".
„Ja, met dat kluitje kan je de Kamer
in 't riet sturen, maar mij niet", an .veordde
mevrouw vinnig.
Twee weken later bevatte Staatsblad nr.
129 een Koninklijk Besluit, houneiiue wijzi
ging van het K B. van '12 Januari 1931, St.
63, waarbij gewijzigd werd het K.B. van 4
December 1930, St. 729, dat een wijziging
bevatte van het K.B. van 17 November 1929,
St. 612,,gewijzigd bij K.B. van 21 Juli 1930,
St. 232, en K.B. van 6 Aug. 1930, 5t. 294,
enz. enz. enz.
Een week daarna antwoordde de minister
op schriftelijke vragen van het kamerlid
Kersten, dat de veiligheid des lands en spe
ciaal het belang van de Nieuwe Hollandsche
Waterlinie, de verandering van de uniïormen
dringend noodzakelijk hadden gemaakt,
maar dat hij, met het oog op de groote mi
litaire belangen, aan de zaak verbonden,
geen verdere verklaringen kon afleggen.
D. H.
THEATER HARMONIE.
Paganini.
Sebaldus Manzetti, een theaterdirecteur
van den ouden stempel, die met zijn troepje
in twee wagens door Europa trekt, ontmoet
het is omstreeks het jaar 1800 een
tweetal gendarmen, die den beroemden musi
cus en Don Juan, Paganini, achtervolgen
De maestro heeft het hart van de hertogin
van Toscane gewonnen en vlucht nu voor de
woede van den hertog, die zijn arrestatie
heeft bevolen. Nog juist bijtijds verbergt hij
zich in een wagen van het circustroepje en
de bekoorlijke Bella, de nicht van den
directeur, verzorgt zijn wonden en helpt hem
des avonds over de grens van Lucca te ont
snappen
Als belooning heeft zij geëischt bij hem- *e
mogen blijven en zoo zien .wij dan het
zustertje
op geheimzinnige wijze verdwijnt om in een
volkskroeg door zang en dans de noodige
geldstukken bij elkaar te krijgen, waardoor
dit samenleven mogelijk zal kunnen blijven
Paganini achtervolgt haar en wil haar un
deze omgeving weghalen, maar de waard
verlangt een plaatsvervanger en dan neemt
Paganini zijn viool ter hand en de meester
van alle tijden speelt zooals hij dat alleen
gekend heeft.
De bezoekers luisteren verrukt maar
eveneens doet dit de hertogin van Lucca, die
per postkoets voorbij gekomen is en zoodoen
de toevallig in de herberg terecht komt.
Paganini wordt uitgenoodigd den volgen
den middag op haar kasteel te spelen met
het gevolg, dat hij stormenderhand het hart
van de hertogin verovert en tot hofkapel-
meester benoemd wordt.
Hij trekt het nieuwe avontuur tegemoet,
maar Bella kan hem niet vergeten en ver
voegt zich aan het kasteel waar zoowel de
hofmaarschalk als de opper-hofdame naar
een middel uitkijken om dezen de hertogin
betooverende musicus op een fatsoenlijke
mannier weer kwijt te raken. De hofmaar
schalk heeft zelfs Napoleon, den broeder
der hertogin, al voor het Paganini-gevaar
gewaarschuwd en er verschijnt een koerier
des keizers met bevel den musicus gevanke
lijk naar Parijs te voeren. Hertogin Elisa
weigert zijn uitlevering, maar op dat oogen-
blik brengt men de arme Bella bij haar in
wie zij 'n medeminnaar vermoedt waardoor
zij van jaloerschheid toestemming geeft dat
Paganini gearresteerd zal worden. Nog
juist bijtijds west Bella de hertogin van
haar dwaling te overtuigen en dan span"
nen de. vrouwen samen om den veroveraar
aller harten te laten ontsnappen. Hij ont
vlucht in een gereed gehouden postkoets en
naast hem duikt het gezicht van een a"er"
aardigst hofdametje op waarmee hij op
nieuw de wijde wereld kan intrekken om
nieuwe avonturen te beleven.
Een vroolijke, vlotte film met mooie musi-
cale begeleiding. -
Ivan Petrevich speelt voor Paganini en
hoewel het spel van den werkelijken maestro
natuurlijk niet op gramofoonplaten is vast
gelegd en hij ook niet den indruk maakt, dat
hij zelf speelt, komt er uit zijn viool toch
een weelde van klanken te voorsrhijn.
Met Theo Lingen als de hofmaarschalk
en Adéle Sandrock als zijn vrouwelijke colle
ga is van deze film een spannend geheel ge
maakt waarbij Franz Lehar er wel voor ge
zorgd heeft, dat ook het musicale gedeelte
tot in de puntjes verzorgd is.
Vooraf gaat veel binnen- en buiten-
landsch nieuws in filmvorm, een spannen
de één-acter met goeden zang, een screen-
song en een alleraardigste gekleurde vogel
film, waarin de vogels allerlei bekende melo
dieën fluiten.
Dorothea Wieck is na haar groote
succes in „Meisjes in Uniform" naar
Amerika gegaan en vervult thans de
hoofdrol in het nieuwe hoofdnummer
van het Victoria-Theater, een ernstig
filmwerk, dat in alle opzichten prachtig
geslaagd mag worden genoemd. De toe
schouwers hebben de film met de groot
st aandacht tot het einde gevolgd.
Het verhaal brengt ons naar Castilië,
waarin een dorpje twee meisjes zich van
het leven afkeeren en non worden. Jo-
anna en Marcella. Joanna, die de oudste
is van zes moederlooze kinderen, kan
bijna de achtergeblevenen niet vergeten.
Korten tijd na haar intrede maken Jo
anna en Marcella den verjaardag mee
van de moeder-overste, waarbij de eerste
een gedicht opzegt. De sympathieke
dokter van het dorp komt het klooster
bedoeken. Tijdens zijn bezoek wordt bij
het klooster een kind te vondeling ge
legd. De kloosterzusters zullen voor het
kind zorgen en speciaal Joanna wordt
aangewezen om de kleine op te voeden.
De dokter adopteert het kind, dat als Te-
resa in het klooster opgroeit. Grooter ge
worden, mag het meisje zelf haar toe
komst bepalen. Op haar zeventienden
verjaardag krijgt zij van den dokter een
nieuwe japon uit Madrid. Met Teresa
g:.at de dokter kijken naar den aanleg
van een nieuwen spoorweg en daar ont
moet zij den jongen knappen ingenieur
Antonio. Beide voelen direct sympathie
voor elkaar, wat spoedig tot liefde over
gaat. Teresa komt dan bij Joanna met
d"> mededeeling dat Antonio haar ten
huwelijk heeft gevraagd- en dat over
twee maanden de bruiloft, zal plaats
hebben. Dat is voor Joanna het vreese-
lijke, wat zij reeds heeft zien aankomen.
De plechtigheid zal echter in de kleine
kloosterkapel plaats vinden. Dan komt
echter het bericht, dat de moeder van
Ai.tonio, die in Madrid woont, niet in
staat is op reis te gaan. Zij heeft Anto
nio verzocht in Madrid te trouwen en
dit zal gebeuren. Een roerend afscheid
vindt plaats tusschen Joanna en Teresa
en het jonge meisje verlaat het gebouw
door de hoofdpoort, om zich bij den dok
ter en Antonio te voegen die buiten
wachtte.
Opnieuw maakte het spel van Doro
thea Wieck veel indruk, 't Was sober
en toch van groote kracht. Het geheele
kloosterleven wordt prachtig uitgebeeld
en de diverse figuren zijn bijzonder goed
getypeerd. Evelyn Venable was een zeer
aentrekkelijke Teresa, Guv Standing
een zeer goede dokter en Kent Taylor
een sympathieke Antonio.
Het voorprogramma bracht een mooi
Eclair-journaal en een vermakelijke
klucht van Charley Chase, die in „Moe
der Natuur heeft zich vergist" Tarzan in
klein formaat voor ons deed leven. Ver
der een zeer goede muziek-, zang- en
dansfilm van Ben Pollack and his or-
chestre, en tot slot een Hollandsch
Nieuws met als extra gedeelte de terug
keer van de Uiver. Schitterend opgeno
men de aankomst op Schiphol, de huldi
ging en de triomftocht door Amsterdam.
Een bijzonder programma.
IK BEN EEN ZWERVER.
Cinema Americain.
Het is alweer een heele tijd geleden, dat
we Al Jolson voor 't laatst op het witte doek
zagen en de hernieuwde kennismaking was
er een van het alleraangenaamste. Want
gisteravond hebben van zijn nieuwe film „Ik
oen een zwerver" genoten in de juiste betee-
kenis van het woord. Nog steeds heeft onze
Sonny-boy-singer zijn breede glimlach en
wederom zingt hij voor ons met zijn komisch-
uitgestrekte handen, een geliefkoosde pose
van hem. Maar wat de film zelf betreft, ja,
dat is van een geheel ander genre dan we
dat van Al Jolson gewend zijn. Deze film is
uitgebracht door United Artists en is bedoeld
als een paradie op het vervloekte geld, in
operette-vorm met een dramatisch tintje in
elkaar gezet. Dit thema is altijd weer een
dankbaar onderwerp en dat men Al Jolson
voor de vervulling van de rol „de koning der
zwervers" heeft gekozen, is o.i. een zeer ge
lukkige keus.
De strijd gaat hier tusschen twee ver
trouwde vrienden, waarvan de één zeer ge
charmeerd is om burgemeester van New-
York te worden, terwijl de andere (Al Jol
son) zich liever uitleeft in de vrije natuur, bij
fauna en flora. De a.s. burgemeester moet
dan weer naar een ooening van een nieuwe
school, dan weer naar een familie, waar het
25e kind wordt geboren en tenslotte wordt
hij zoo'n beetje gek van alle onbenullige
voorvallen, waartoe hij uit hoofde van zijn
beroep verplicht is.
Daarentegen luiert Al Jolson onder zijn
zwerversnaam „Bumper" in parken en leef.
en slaapt in de open lucht. Hij zingt daar, ui
gezelschap van zijn zwarte vriend, het hoog
ste lied" uit en zijn. leuze is steeds de natuur
te zien, zooals. ze werkelijk is en ervan te
genieten met volle teugen, zonder maar een
slag aan werk te verrichten.
Totdaten dat is voor hem het ergste
wat hem kan overkomen, hij komt door een
toevallige omstandigheid in aanraking met
het beeldschoone meisje van zijn vriend, den
burgemeester, een meisje, dat zich beschul
digd weet, terwijl zij haar onschuld njet kan
bewijzen
Dan volgt er een gelukkige tijd voor
„Bumper", want het meisje houdt van hem
en hij is zeer gelukkig.
Maar natuurlijk komt 't op den een of an
deren dag toch tot een uitbarsting, als zijn
vriend het meisje ontdekt en wanneer dan
dat meisje hem haar liefde weer geeft. Dat
is de grootste teleurstelling voor „Bumper"
en hij weet niets anders te doen, dan maar
weer de natuur in te trekken, het leven van
vrijbuiter te hervatten.
Dit in het kort, wat den inhoud betreft.
We kunnen deze film warm aanbevelen, een
avond van oprecht genot zal u geschonken
worden
Temeer, daar het voorprogramma ook uit-
gebreid en goed is. 0.m. nog een filmklucht
van Slim SummerviUe, een acteur, waar men
altijd om moet lachen. En dan nog actueel
binnen- en buitenlandsch nieuws.
A. B. T. brengt de 2e serie van ge
noemde film. In een 5-tal acten wordt
de jacht op de beide bendeleden voort
gezet. Richard Talmadge doet de toe
schouwers wederom verbaasd staan.
Staaltjes van wonderbaarlijke behendig-
springende lippen
en
APO TH EN
heid, ontwikkeld In een reeks van ge
vechten, achtervolgingstochten per auto
in razend tempo, houden er van het be-
gi.i tot het einde de spanning In, en be
reiken hun toppunt bij de tafreelen, die
zich onder de bemanning van 't schip,
dat den gentleman-bandiet tracht op te
sporen, voordoen. Het talrijke publiek
heeft gisteravond genoten van deze
film, en zal zeker niet verzuimen de 3e
en laatste serie van deze interessante
geschiedenis bij te wonen.
Vooraf gaat nog de mooie komische
film „Auto-Hotel", waarin Anny Ongra
op de haar eigen schitterende wijze 4e
hoofdrol vervult en met de andere me
dewerkenden, o.a. haar partner Eeflx
Bressart, in zeer ruime mate de lachlust
weet op te wekken.
Een aardige collectie „Wereldnieuws"
vervolmaakt deze vertooning, die zeker
zeer goed mag genoemd worden.
CINEMA EN THEATER.
Déze week schenkt „Het Weekblad" o,m.
aandacht aan het nieuwe stuk van „Shaw,
vastgeloopen" en vertoond door het Rot-
terdamsch Hofstad tooneel; Amsterdqmsche
kroniek (tooneel); de gebr. Wright, de eerste
menschen, die met een toestel vlogen en weer
behouden landden. Dolores del Rio's strijd
om hét bestaan met groot portret de
wetenschap op de planken (Leidsch studen-
tentöo'néel met medewerking van het gezet-
schap van Fritz Hirsch). Loflied op de
Uiver, een eenvoudig liedje van Henk
Stuurop, vele illu.» ratie's enz.
DEN HAAG, 23 November.
In 1928 is voor het eerst tijdelijk bui
ten werking gesteld het verbod van toe
lating van onderwijskrachten en leer
lingen tot de school, al6 zij niet ingeënt
zijn.
In een zeker aantal gevallen bleek na
de vaccinatie een ernstige ziekte voor te
komen, encephalitis. Men vond het niet
geoorloofd om ouders indirect te ver
plichten, hun kinderen te laten vacci
neeren, als dezen daardoor kans loopen,
ernstig en misschiep zelfs doodelijk ziek
te worden. Daar de, leerplichtwet r de
ouders verplicht, de kinderen naar
cnool te sturen, waren zij-ook^verplkhtw.
hen te laten inenten.
Sedert is de opschorting van den vac-
cinatiedwang steeds verlengd. Nog
steeds komt er na vaccinatie encephali
tis voor. En de geleerden hebben de oor
zaak nog niet gevonden. Thans heeft de
regeering weer voorgesteld, den vaccina
tieplicht, welke anders in 1935 opniou
vai: kracht zou worden, tot 1937 op te
schorten.
Mr. Wendelaar (lib.) zeide, dat zijn
fractie hier niet tegen zou stemmen, of-
scnoon zij het eigenlijk als een uiting
van individualisme beschouwde, wan-
near, ter voorkoming van een zeer kUin
aantal ziekte- en sterfgevallen, men ge
vaar doet ontstaan voor een epidemie,
waarvan een groote massa menrchen
slachtoffer kan werden. Minister Slote-
maker de Bruine haastte zich, te ver
klaren, dat men geen individualist n ag
worden genoemd, als men voor enkele
ziekte- en sterfgevallen de verantwoor
delijkheid niet aandurft, welke men
door wedernvoerinv van den vaccinatie-
p ">u nemen.
Intusschen bepleitten mr. Wendelaar
en mevrouw De Vries—Bruins (s.d.) een
bevordering van vrijwillige vaccinatie
door propaganda hiervoor, waarbij dan
wel tevens op het gevaar voor encephali
tis zou moeten worden gewezen. Eén en
ander overeenkomstig een advies van
den centralen gezondheidsraad. Z. Exc.
gaf te kennen, zich van het resultaat
van zulk een propaganda, waarbij an
derzijds de aandacht op het gevaar
wordt gevestigd, niet veel voor te stel
len. Maar als er dan bij voorbeeld bij
wordt vermeld iets van den aard van
wat mr. Wendelaar thans zeide, name
lijk dat er op achttien duizend vaccina
ties één sterfgeval is voorgekomen, kun
nen wij ons voorstellen, dat een niet ge
ring aantal menschen besluit, dit risico
te aanvaarden. De minister zou met den
voorzitter van den gezondheidsraad
eens over de zaak praten
Ds Kersten (s g.), principiëel tegen
stander van alle vaccinatie, noemde be
vordering van vrijwil'ige vaccinatie een
misleiding van het volk. De heei Zijl
stra ar.) gaf echter te kennen, niet
principiëel tegen vaccinatie te zijn, maar
wel gekant te wezen tegen een door
sommigen voorgestane verplichting om
kinderen beneden het jaar te laten in
enten (beneden dien leeftijd is het aan
tal encephaltisgevallen na vaccinatie
vrijwel of heelemaal nihil).
Minister Colijn had voorgesteld om
aan een naamlooze vennootschap een
concessie te verleenen voor exploratie
(onderzoek door boringen) en exploitatie
van olieterreinen op Nieuw-Guinea De
Bataafsche, de Nederlandsche Kolonia e
en de Nederlandsche Pacific zullen deze'
vennootschap oprichten.
Mr. Westerman (n.h.) vond het jam
mer, dat er in het contract geen bepaling
was gekomen, dat driekwart van het
personeel uit Hollanders moet bestaan,
maar minister Colijn, die ervaring op
dit gebied heeft, antwoordde, dat er wel
eens technisch werk te doen is, waar
mede alleen buitenlanders, Amerikanen
b.v., bekend zijn. Volgens mr. Wester
man moet er voorts tegen worden ge
waakt, dat de belangen der kolonisten
door de oliemaatschappij in de verdruk
king zouden komen, doch Z. Exc. meenA
de, dat hun belangen door de aanwezig
heid van zulk een onderneming juist
zouden worden gebaat, aangezien zij nu
^afzetgebied voor hun producten zouden
v ndfetï Ihtusséhbrt waren er ettelijke
^1< dsJi-rJin de eerste plaats ir. Cratfiér
(s.d-die zich van de heele kolonisatie
op Nieuw-Guinea niet veel voorstelden.
Ir. Craiher deed zich weer kennen als
een principieel voorstander van staats
exploitatie. Daarentegen meent de be
windsman, dat olie in de laatste plaats
geschikt is voor staatsexploitatie, om
dat het product verwerkt en gedistribu
eerd moet worden, hetgeen, bij de pro
ductie-onderneming aansluitende,' be
drijven vereischt. Een bezwaar van ir.
Cramer, dat het hier een monopolie
voor de maatschappij zou betreffen,
weerlegde Z.Exc. door de mededeeling,
dat deze vennootschap 1 millioen H.A.
grond krijgt, terwijl Nieuw-Guinea 38
millioen H A. groot is. De bewindsman
stelde in het licht, dat men in verband
met dit laatste ook niet bang behoeft te
zijn, dat de inlandsche bevolking niet
voldoende bouwland zal behouden.
Intusscbn gewaagde baroen van Boet-
zelaer van Dubbeldam (c.h.) van bezwa
ren eener te Amsterdam gehouden zen
dingsconferentie tegen deze olieconces
sie, omdat een zoo primitieve bevolk'ng
als de Papoea's direct in aanraking zal
worden gebracht met een groot, modern
westersch concern. De minister ver
klaarde, dat de regeering tegen hieruit
voortvloeiende gevaren zou waken. De
heer Sneevliet (r.s.) zag reeds militaire
expedities tegen een in opstand komen
de bevolking in het verschiet, maar
Z Exc antwoordde, dat in de streken
waar het oliekapitaal werkt nooit zulke,
expedities in Indië noodig waren ge
weest. En tegenover 's heeren Wijn-
koop's meening, dat het geheele voorstel
slechts een voorbereidingsmaatregel
voor den komenden oorlog in het Verre
Oosten is, steide de minister, dat hij er
geen politieke bedoeling mede had. D*5
heeren Van Kempen (lib.) en Feber (rk
uitten hun instemming met het wets
ontwerp.
zeide ir. Cramer, dat hij zich van de
toekomst van Nieuw-Guinea in het al"
gemeen niets voorstelde, minister Co ijn
die diens pessimisme niet deelde, mek
te toch wel op, dat de resultaten d«''
exploitati op Nieuw-Guinea tot nu toe
volstrekt niet gunstig waren geweest.
Maar, liet hij er op volgen, het kan mee
vallen. Latere boringen hebben wel
betere resultaten. De Standard 011 *s
haar werk in Indië aangevangen op ter-
reien,- welke de Bataafsche had opgegé-
ven en verlaten!
Met de stemmen der sociaaldemocrft*
ten en communisten en des heeren Sufi®*
vliet tegen, heeft de Kamer het wets
ontwerp aangenomen,
v
Bij de voortzett'n" van het debat over
..Economische Zaken" heeft min'ster
SteenbetThe medegedeeld, d£tt er eeri
betere vertegenwoc rdiging van den land
bouw ih 'den Economischen Raad za'
komen.
Van verschillende kanten was er op
aangedrongen, dat de regeering crediet