I reinirff alles veilio' zonder krassen standaardbus reu zenbus NAAR EEN BEVREDIGENDEN TOESTAND VOOR DEN LANDBOUW. Land- en Tuinbouw. o® JLadiopcoqcamnui «*©©®oet EN DE FREGATVOGEL. Hoe verkrijgen wij een bevre digende toestand voor den Nederlandschen landbouw in het algemeen en van de vee houderij in het bijzonder? Wat kan het liberalisme daar toe doen wat de N. S. B.? De N. S. B. tot debat uitge- noodigd, doch aiwezig. Dit belangrijke onderwerp had de heer H. D. Louwes, lid der Tweede Kamer, gekozen voor zijn rede welke gisteravond door hem werd uitgesproken in het lokaal van den heer Renses te Stompetoren, welke vergade ring belegd was geworden door de afd. Oter- leefc van den Vrijheidsbond De vergadering kenmerkte zich door een zeer drukke opkomst. De voorzitter, de heer W. Groot, leidde de vergadering met een woord van dank tot den inleider en een hartelijk woord van welkom aan de aanwezigen. De heer Louwes wilde beginnen met voorop te stellen, dat aan het onderwerp ont zaglijke belangen vastzitten en de maatrege len diep in de bedrijfsvrijheid en het leven van de menschen ingrijpen. Het is moeilijk om tegenover alles rustig eigen inzicht te volgen en dingen te zeggeh die niet populair zijn. Het probleem, onze landbouw in crisistijd, is buitengewoon moeilijk omdat wij het verschijnsel niet be- heerschen en niet begrijpen. Bescheiden is het te trachten een dragelij- ken weg in de crisis te vinden. Wie had er b v. op gerekend, dat Duitsch- land, dat onze producten zoo noodig heeft, zijn betalingen stopzet en onze export weer op losse schroeven zet. In vogelvlucht bekeek spr. de ontwikke ling van het landbouwleven in de laatste 50 jaar, waarbij hij herinnerde aan de crisis in de negentiger jaren, toen de regeering den landbouw welbewust stuurde naar de ver edeling, met het gevolg, dat het plechtanker van ons huis in het buitenland kwam te liggen. Als feiten kan men thans nemen, dat het buitenland» ons plechtanker doorzaagt. De wereldmarkt voor onze eieren, vleesch, boter en groenten heeft een lage prijs gekregen en het verkeer der goederen wordt onmogelijk gemaakt. Een K.G. boter wordt thans op de Engel- sche wereldmarkt gebracht voor 40 cent en geen land zal thans meer onbekommerd het overschot van onze varkens ontvangen. Er is geen vrije markt meer. De crisis trof het eerst den akkerbouw Spr. stipte dit nader in onderdeden aan Daarop volgde met groote hevigheid de cri sis in de veeteelt en wanneer wij de uit komsten van de akkerbouw en de veehoude rijbedrijven nagaan, dan blijkt, dat beide be drijven in een ellendigen toestand verkeeren. Spr. verwees hiervoor naar de cijfers van het boekhoudbureau in Groningen. In 1934 ver anderde de toestand van het zuivelbedrijf nog nadeeliger, dank zij de goede oogsten bij den akkerbouw en ook het indexcijfer is voor den akkerbouw gunstiger. In verhouding tot 1914 krijgt de akkerbouw voor 1 in 1914 thans 0.95 en de veehouder 0.80 voor het pro duct. Steeds schept de samenleving andere vor men en sommige groepen, de boekdrukkers, de bouwvakken en de ambtenaren is het ge lukt langs den weg van de organisatie, zich van de wereldorganisatie los te maken. Spr. stelde de positie van de onbeschutte bedrij ven tegenover die van de beschutte Zoolang er was een stijgende welvaarts- lijn lieten de boeren de ontwikkelingsgang, ondanks de scheve verhoudingen, zijn gang gaan. De heer Smit uit Voorborg en anderen lieten reeds jaren een waarschuwend geluid hooren. Het Drentsche Landbouwcomité drong in 1921 reeds aan om te trachten invloed te ver krijgen op politiek gebied. Men luisterde niet, ook de landbouworganisaties deden dit niet. En deze verwaarloozing wreekt zich thans. In 1930 had de regeering alle beschutting kunnen wegslaan, of de onbeschutte kunnen helpen. Als liberaal oordeelde spr. 't eerste beter. De regeering was echter genoodzaakt het tweede te doen en zoo ontstonden de cri- siswetten om den landbouw een prijspeil te geven, dat in het Nederlandsche leven past Thans kan gezegd worden, dat de Neder landsche boerenstand veel heeft weten te bereiken, al verkreeg het nog niet meer dan een noodverband. Op het prijspeil rust nog een te hoog las- tenpeil, zoodat de landbouw nog- verre staat van een bestaanspeil. Spr. standpunt is, dat de bepalingen voot de veehouderij zoo moeten worden vastge steld, dat deze de producten van den akker bouwers kan koopen. L De politiek moet dus zijn om de veehoude rij op te heffen tot het peil waarop de akker bouw zich thans bevindt. Het is de vraag daartoe maatrege.en aan te wijzen. Erkent moet worden, dat dé vee houderij en de pluimveeteelt een deel van zijn bestaansgrond, door het verloren gaan van exportmogelijkheid, heeft verloren. Aan alle kanten belemmeringen voor de invoer van ons product. Het veredelingsbedrijf op ons bedrijf moet voor een groot deel worden afgebroken. Niemand kan zeggen wat de toekomstige, boterpolitiek van Engeland zal zijn en of Duitschland kan betalen en wat de politiek van Frankrijk zal zijn. Het is dus even gevaarlijk te veel af te breken als te weinig af te breken. De regeering moet weten, wat niémand weten kan en daarom moet men met de poli tiek voorzichtig zijn. Algemeen kan 'verwacht worden dat onze "export in zijn gewedige omvang niet meer zal tefugkeeren. Men moet dus regelen, de vrije productie is alleen mogelijk bij een vrije afzet. De zaak moet dus in handen worden ge nomen, anders blijven de prijzen funest. Spr. verwacht, dat de landen er toe zul len moeten komen om samen te werken, maar daarvan is nog geen sprake. De feiten wijzen er op, dat Engeland ook onze boter straks gaat contingenteeren. Wij moeten dus min der vleesch en zuivelproducten produceeren en meer akkerbouwproducten, omdat min der krachtvoer moet worden ingevoerd. De Rotterdammers die een deel van de ha ven moesten stil leggen, eischen ten onrechte braakleggen van gronden. De bodem braak- leggen brengt nationaal verlies. Zoolang we nog arbeidsgelegenheid te kort komen is het onverantwoordelijk de bodem niet te ge bruiken. Wij moeten de Nederlandsche bo dem blijven gebruiken anders moeten wij ge'd naar Amerika sturen, terwijl er hier dui zenden werkloos rondloopen. Spr. verwees naar het verhandelde in de Octcbervergadering van de Groninger Mij. van Landbouw, waar men inzag, dat de ak kerbouw alleen kan estaan als er een koop krachtige veehouderij achter staat. Spr, oor deelde in dit licht de regeeringsmaatrëgelen gerechtvaardigd. Voorts besprak hij de margarinekwestie waarbij hij voorop stelde dat men niet mag; 'afwijken van wat plicht en geweten voor schrijft en dat eischt dat men ook de maxga- rineindustrie als eep deel ziet van het be drijfsleven. Thans werkt die Industrie mét' Indische vetten en tegen de producten van de In dische bodem moeten wij anders staan dan tegenover de producten van een onbekende wereldzee, waar de walvisch wordt gevan- gen. Het is een kwestie van berekefiing hoe men uit het totaal vetten het meeste Voordeel kan halen voor den Nederlandschen boer. De kwestie moet uitsluitend met een koel verstand bezien worden. Het be'ang van de Engelsche markt voor onze boter, mag men niet onderschatten, Uit voerig stond spr. hierbij stil. De margarine kost thans 1 in den klein handel per K.G. De productieprijs is 0.25, zoodat 0.75 voor den boer op 1 K.G. mar garine geheven kan worden. De prijs van de boter op de Engelsche markt is 0.40 per KG. Vervangd men'het KG- margarine vooi ■boter dan kan rtten"daarop dus slecht 0.60 voor dén boeT halen en' defoaag-js hoe halen wij het meest liit de beschikbare venen voor den Nederlandschen boer."' Komende tot de kwestie, van het zuivel- potje zeide spr., dat het hem aangenaam zou zij, dit direct den boer ten goede te laten komen. De regeering heeft „neen" gezegd en wij kunnen niet verder. Er zijn hog meerproblemen, doch hoofd zaak is om te trachten de Veehouderij op te trekken tot het peil van den akkerbouw en is dit niet mogelijk dan moet er nivileering ko men. doch als uiterste maatregel. Hierop pauzeerde spr. vöor het tweede deel van zijn rede. (Applaus.) Wat kan het liberalisme doen en wat d* N S. B. Naar spr. oordeel moet .(te boerenstand in Nederland er goed op bedacht zijn, dat hij voor zijn politieke invloed uitkomt, omdat de Staat steeds meer ingrijpt, en niemand zijn belangen beter kan behartigen dan hij zelf. Spr. oordee de politieke partijen altijd nog een gelukig verschijnsel, omdat ze naast de fouten, draagsters zijn van, groote beginse len. r ft Ht liberalisme komt op voor de persoon lijke vrijheid, zoowel geestelijk als maat schappelijk. Wij zijn voor een sterk gezag, voor hand having van goede zeden';en gehoorzaamheid (/aan .de )vet, maar daarnaast willen wij dat j de ihensch voor zich en zjjn gezin kan zor gen.' Nu de wereld aan alle kanten op ons aan valt en'het schip van Staat in den storm is, mag men de stuurlui, niet te veel tusschen de beenen loopen, omdat beslissingen a la mi nuut in dezen tijd noodig zijn. Noch de Tweede Kamer, noch de Eerste Kamer zijn eeri belemmering geweest om den minister van economische zaken tot opperheer in Ne derland te maken, omdat besluitvaardigheid noodig was.. De controle van. de volksvertegenwoordi ging, een groote waarborg, is echter bestuur geb'even, zoodat elke contingenteering gecon troleerd wordt. Kamer en regeering kunnen over het regeeringsbeleid §preken en dat is e'en kostelijk goed. De hiinister is in ieder geval verantwoor ding schuldig en ons staatsbestel verdient dan ook nog verdedigd te worden. De regeering. moet blijven in zijn eigen récht en in dat opzicht spreekt het liberalis me mee. In de afdeelingén werken de kamer leden opbouwend met "de regeering mede. Voorts stelde spr. in' hét licht, dat er geen partij is die,als de liberale.staatspartij naar verhouding zoo veel plaats voor het platte land inruimde. Spr. vaste overtuiging is, dat men met een eigen boerenpartij mindér bereikt, dan dat men er voor zorgt, dat er menschep voor het land aan de tafels van de 1 bëginselpartijen zitten. In eigen kring hééft ihen geen tegen spraak, maar in kringen-met anderen moet men zich kunnen vérdedfgèn 'én spri is over tuigd, dat de liberale veTfegenwoordigérs dit doen naar hun bescheiden krachten, al be schikken zij nieh over het wondermiddel om de crisis cp te lossen. Hoe staat het nationaal-socia- Iisme hier tegenover? Komende tot deze vraag, stelde spr. voor op, dat hij het met het. .beginsel van het na tionaal-socialisme fundamenteel, oneens is, omdat Het leidersbeginsel doof en door on- Nederlandsch is. Volkeren die zelfbestuur hebben gekend en getoond hebben zich zelf te kunnen regeeren hebben aan het leidersbe ginsel geen behoefte In een nationaal-socia- listische staat wordt de controle van de volksvertegenwoordiging ten eenemale uitge schakeld. De volksvertegenwoordigers wor den daar stroopoppen, die geen minister Vrijdag 30 November. HILVERSUM, 301 M. (8.12 4.—8—en 11.-12.— VARA, de AVRO van 12.-4.— en de VPRO van 8.—11.uur). 8— Gr.pl- 10.— VPRO-morgenwijding. 10.15 Del. R. Numan. 10.35 Gr.pl. 11- Verv. deel. 11.30 Gr.pl. 12.- Rem- brandt-Theater-orkest olv. D. Har- togs. 1.45 Voordracht F. Kramer. 2.15 Kamermuziek door H. Grin, viool. Fr. Kloek, viola en J. de Vente, fluit. 2.45 Gr.pl. 4.— Knip- les. 4.45 Gr.pl. 5Voor de kinde ren. 5.30 De Notenkrakers olv. D. Wins. 6.— Gr.pl. 6.15 Verv. De Notenkrakers. 6.30 Gr.pl. 6.45 E. Walis en zijn orkest. 7.Orgelspel Johan Jong. 7.30 H. Vos: Het plan de Man. 7.50 Gr.pl. 7.57 Herh. SOS-ber. 8.Causerie prof. dr M. C. v. Mourik Broekman. 8.30 Mary Kahn en Sini Ottens, pianoduetten. 9Dr. H. de Vos: Rede en open baring. 9.30 Verv. concert. 10.20 Vaz Dias en Vrijz. Godsd Pers bureau. 10.15 Lezing J. v. Kasteel. 11.—12.Gramofoonmuziek. HUIZEN, 1875 M. (KRO-progr.) (A'g. progr.) 8.—9.15 en 10. Gr.pl. 11.30—12.— Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Gr.pl. 1Orkestconcert, en gr.pl, 3. Gr.pl. 4 Orkestcmcert en gr.pl. 5 Lezing. 5.30 Schlagermuziek en gr.pl. 7.15 Lezing. 7.35 Gr.pl. 8.Vaz Dias en gr.pl. 8.15 Or kestconcert. 9.Orkestconcert m. m. v. solist. 9.35 Gr.pl. 9.40 Cello- soli. 9 50 Orkestconcert. 10.30 Vaz Dias. 10.35 Populair concert. 11.15 12.Gramofoonmuziek. DROITWICH, 1500 M. 10-35 10.50 Morgenwijding. 11.05 Cau serie. 11.20 Orgelspel R. New. 11.50 Voor de scholen. 12.10 New Victoria Cinema-Orkest olv. S. Pha- sey. 12.50 BBC-dansorkest olv. H. Hall. 1.35 Concert door strijk kwartet. 2.20 Voor de scholen. 3.20 Voordr. 3.35 Lezing. 4.— BBC- Northern Orkest olv. T. H. Morri- son. 4.50 E. Colombo en zijn orkest. 6.35 Mantovani en zijn Ti- pica-orkest. 6.20 Ber. 6.5G en 7.10 Lezingen. 7.30 Koorconcert. 7.50 „The Kentucky Minstrels", neger revue olv. H. S. Pepper. 8.50 St. Andrew's Day-progr. 9.50 Ber. 10 20 Maj. C. H. Douglas: Causes of War. 10.35 BBC-orkest o.l.v. J. Lewis. 11.30 Voordr. 11.3512.20 Harry Roy en zijn band. PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M Programma niet ontvangen. KALUNDBORG, 1261 M. 1120 1.20 Strijkorkest olv. H. Ander- sen 2.20—4.— Concert uit rest. Wivex. 7.30 Fluit duet. 7.45 Radio- tooneel. 9.50 Mandolineconcert olv. Hammerich. 10.20—11.50 Dans muziek. KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl. 6 35 Gr.pl. 11.20 Omroepklein- orkest olv. Eysoldt. 1.35 Omroep- kwintet. 3.20 Uit Koningsbergen: Omroepkleinorkest o.l.v. Wilcken. 7.35 Uit Breslau: „Lachende Poe- terei", literair-muzikaal progr. 8 20 Omroepkinderkoor olv. Hüsch. 8.40 Omroeporkest o. 1. v. Buschkötter. 10.2011.20 Orkestconcert o.l.v, Engels. ROME. 421 M. 8.05 Orkest en A. Serato, viool. Hierna: Populair concert. BRUSSEL, 322 ei. 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. en salonorkest o. 1. v. Walpot. 1.30—2.20 Gr.pl. en viool- recital. 5 20 Gr.pl. 6.50 Salon- orkest oiv. Walpot. 7.35 en 8.20 Gr pl 8.35 Gevar. concert. 10.30 Volksliederen. 10.45 Cabaret-progr. mmv. mandoline- en strijkorkest. 11 15—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1.302.20 Salonorkest olv. André. 5,20 Symph.-concert.. 6-35 Gr.pl. 6.50 Pianorecital. 8.20 Om roeporkest o.l.v. André. 10.30 11.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 Zie Keulen. 8.20 Dans muziek (gr.pl.) 9.20 Politiek over zicht. 9.30 Ber. 9.50 Causerie over Finland. 10.05 Weerber. 10.20 11.20 Willi Wende en zijn orkest. Lijn Lijn Lijn Keulen GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. 1: Hilversum. 2: Huizen. 3: Deutschl s. 8.059.20, 9.20—14.20, Kalundborg 14.20—15.20, Keulen 15.20—16.50 Lond. Reg. 16.50—17.20, Brussel Fr. 17.20—17.50, Stuttgart 17.50 —19.10, Weenen 19.10-20.30, Be- romünster 20.30—21.35, Brussel Fr. 21.35—23.20, Weenen 23.20— 24.—. Lijn 4: Parijs 8.05—8.50, Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg. 11.05—11.20, Droitwich 11.20— 14.25, Lond. Reg. 14.25-16.—, Droitwich 16.18.50, North Reg, 18.50—19.20, Lond. Reg. 19 20— 19.50, Droitwich 195020.50, Lond. Reg. 20.5024. naar huis kunnen sturen. Zij mogen daar al leen maar ja-knikken. Wanneer er ooit een gunstige gelegenheid komt voor corruptie en groote staatsmisda den, dan is dit in de Staat met het leidersbe ginsel, waar de controle van de volksverte genwoordiging is uitgeschakeld. Een leider, zelfs een leider met de beste bedoelingen be zield is nooit onfeilbaar. Ook hij tast mis in het nemen van beslissingen en het aanstel len van zijn volgelingen. In een staat met het leidersbeginsel is er geen macht die in het openbaar met den leider in het strijdperk kan treden. De nationale staat wordt dan ook een on duldbare tirannie, wanneer de staatsmacht de eenheid oplegt. E>e consekwentie van de na tionale staat is een regeeringsbeleid, zooals Rusland dat kende voor 1905, met een al machtige Tsaar als wereldlijk en geestelijk NU. NU, 15 CTS. ,27!cts. OP ELKE BUS EÈN BON VÓÓR GESCHENKE^ -- DE BÖNS VAN DE REUZENBUS HEBBEN DUBBELE WAARDE hoofd van de bevolking, wiens wil wet was in Staat en Kerk. In Nederland is dan ook het nationaal- socialisme niet bestaanbaar. Spr. volgt trouw, wat er van nationaal-socialistische zijde wordt gezegd en hij moest constateerën, dat dit nog met geen enkele eigen aparte, nieuwe gedachte tegenover de moeilijkheden, waarin wij ons bevinden, is gekomen. Ons tegenwoordig staatsbestel gelijkt veel op wat het nationaal-socialisme wil. De arbeid van den minister van economische zaken gelijkt op het samengaan met corpo raties. Voor het crisis-beleid hebben wij ge schapen, wat noodig is. En in onze organi saties heerscht een betere orde dan in Duitschland en Italië, die zich corporatieve staten noemen. Wij hebben gehouden de controle van de volksvertegenwoordiging op de daden der regeering en dat is het juist, wat het nationaal-socialisme mist. Voor de werkloosheidsbestrijding en de veehouderij-problemen is het nationaal- socialisme met geen enkele nieuwe gedaihte naar voren gekomen. Di' voorjaar betoogde ir Mussert, dat minister Slotemaker de Bruine als dominé niet op de ministerstoel hoorde, van waaruit de werkloosheid bestre den moet worden. De minister heeft toen gezegd: „Wanneer U een middel heeft om een einde aan de werkloosheid te maken, kom daar dan mee voor den dag, dan zal ik het uitvoeren". De heer Mussert is toen met een antwoord gekomen en hij heeft enkele conclusies ge steld, die geen enkele concrete^ gedachte be vatten, waardoor mc.gen één werklooze méér aan het werk kon komen. Slechts al- 1). door George Owen' Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. HOOFDSTUK I. De waard stond in de deur; hij had zich niet den tijd gegund om te kloppen, maar had den deurknop zachtjes omgedraaid, zoo dat de wind de deur wijd open woei. Hij zag zijn gast in zijn hemdsmouwen aan de kale tafel zitten, tusschen het ledikant en het raam; hij zag, dat het hemd van zij was, maar zoo versleten, dat een der ellebogen er doorheen stak, terwijl James Geraldi, beter bekend als Slanke Jim, zich oefende met een spel kaarten. Niettegenstaande zijn booze bui was de waard geboeid door de handigheid van den jongeling; in zijn vinger werden de tweeën vijftig kaarten tot een vloeibare eenheid, Het wasschen veroorzaakte slechts een zacht fluisterend geluid, zoo handig en vlug schudde hij de kaarten. Toen deelde hij de kaarten uit, onderwijl zacht mompe lend: Jij verliest ik verlies hij wint. Hij nam de kaarten weer op en waschte ze met dezelfde geluidlcoze gratie. De waard had echter genoeg gezien „Jij verliest, jong", zei hij ruw. Slanke Jim bewoog hoofd noch handen, maar klemde z'n voeten kalm achter de voonpooten van zijn stoel, zooda't hij gereed was om, in geval van nood, naar elke rich ting te kunnen opspringen. Daarna wendde hij langzaam het hoofd en keek zijn gast heer met een beminnelijken glimlach aan. Slanke Jim was een knappe jonge man met blauwe oogen, ravenzwart haar en ha gelwitte tanden. Hij bezat de loome, krach tige schoonheid van een zwarten luipaard, die slaperig door de tralies van zijn kooi kijkt; maar veronderstel eens, dat'dé traliès zouden worden weggenomen wat dan? De waard dacht hieraan ook, teen de'rus tige, tevreden blik van zijn gast op hem ge richt werd, maar aan den anderen kant had hij ook eenig vertrouwen op breede schou ders en dood gewicht, zelfs wanneer een groot gedeelte van dat gewicht geconcen treerd was in de maagstreek. Daarbij was er in geval van nood een hard voorwerp in zijn rechter heupzak, welke speciaal was gemaakt om een blauwstalen Coltrevolver met langen loop te bevatten. Hij waagde zich dus de kamer in, maar slechts een enkelen stap. „Ga zitten, meneer Chalmers", zeide Jim, „neem een stoel en laat ons samen wat kaar ten". „Ik heb gezien, hoe je met de kaarten omgaat", zeide de groote man, „en ik heb bemerkt, dat je het geweten hebt van een valk of van een hojigerigen, praifiewolf Maar ik zou wel eens willen weten waarom je, als je al zulke dingen kunt doen, niet rijk bent, inplaats van mij drie weken huur schuldig te zijn?' „Dat zal ik u zeggen",, zeide Geraldi met een zucht en met een fliiweelen stem. „Ik heb de meeste jaren van mijn leven ver knoeid", „Zoo, en hoe dan, jong?" „Met werken",, zeiae Jim, en hij zuchtte weer. „Mét werken? Is dat dan werken, jong- mensch?". „O", zeide de ander, „maar dit is een nieuwe ontdekking van mij. Dit is een talent, waarvan ik nooit gedacht 'heb gebruik te maken, totdat ik in uwe charmante stad kwam, meneer Chalmers". „Je hebt drie weken tijd gehad om deze charmante stad af te werken", bromde Chal mers, „maar ik heb nog geen geld op tafel gezien". „Dat komt, omdat er iets hapert aan deze elegante oude stad", zeide Slanke Jim. „En dat is?" „Er is. hier geen wild" zeide Geraldi „Iedereen hier heeft .Salomo tot grootva der". Meneer Chalmers lachte, maar keek Ge raldi eens van terzijde aan. „Betalen of de,kast.in", zeide hij. „Goed", zuchtte Cteraldi. Vanmiddag zal ik betalen". „Geen denken aan, jong. je zult het ver duiveld vlug doen en nu dadelijk".. Voor, een oogenbfik weelf de slaperige'uit drukking uit Geraldi's.blik. Hij, hief het hoofd een weinig op en er kwam even een valsche glinstering in zijn oogen toen hij naar den grooten, zwaren man opkeek. „U moet niet te hard zijn", zeide hij. „U moet bedenken dat ik langen tijd pech ge had heb, den ergsten tegenslag, weet u?" „Gelukkig voor het wild, hé" grijnsde de waard. „Ik kon het kleine grut gemakkelijk vin den", zeide Jim, „maar ik wil geen stekel baarsjes vangen en ook geen sufferds. Het zijn de door de wol geverfde spelers die ik zoek, meneer Chalmers". Je wilt dus de valsche spelers tot je slachtoffers maken, hé?" vroeg Charmers „Ik ben een fregatvogel, om het zoo uit te drukken", zeide Geraldi. „En wat is dat?" vroeg de waard be langstellend tegen wil en dank. „Een fregatvogel", zeide zijn gast, „is een vogel, die niet veel omvang heeft, zoo- u. z'5*"' en hiJ' strekte zich uit en wuifde met de hand, als om te beduiden, dat zijn honderdzestig of zeventig pond lenige spie ren niets te beteekenen hadden, „erg weinig omvang, maar hoofdzakelijk vleu gels, snavel en klauwen. Dit dier is steeds in de lucht". „Ik denk, dat jij ook niet vaak op het nest zit", merkte Chalmers op. „Het strijkt nooit op het water neer en toch leeft het van aas, net als ik". „Hoe vangt het de visch dan?" vroeg de waard belangstellend. „U moet niet vergeten, dat in het gedeelte van de wereld, waar deze vogel thuis hoort, er verscheidene zeevogels zijn, die van vis- schen leven. Zij vangen de visschen en stij gen langzaam er mede op, dan komt de fre gatvogel uit een wolk naar beneden gescho ten en slaat zijn klauwen in hun oogen Zij laten hun prooi vallen, de fregatvogel duikt dan omlaag door de lucht en vangt de visch weer op, misschien een handbreed boven het water. En zoo krijgt hij zijn diner te pak- ken". Meneer Chalmers krabde zijn kin. „neo je zooveel dunk van jezelf?" vroeg hij. Jim blimiachte gul, hoewel zijn oogen even slaperig bleven als tevoren. „Ik neem mijn kansen waar", zeide hij. „En verslijt intusschen je hemd, hé?" „Oefening baart perfectie", besloot de fre gatvogel. „Zeg, jongmensch" zeide Chalmers, „er wordt elk oogenblik een troep afzetters hier verwacht, die van de mijnen komen, waar zij de mijnwerkers hun maandloon hebben afgetroggeld. Wat zou je met deze lui kun nen beginnen?" „Ik kwam speciaal hierheen om ze te ont moeten", zeide fregatvogel. „Er is geen enkele gemeene streek met kaarten, die ze niet kennen en als ze je in de gaten kregen, zouden zij dien glimlach van je gezicht schieten, jong". „In alle dingen schuilt gevaar", ant woordde Geraldi. „Een speldeprik kan bloedvergiftiging veroorzaken of een bak' steen kan naar beneden vallen, of zelfs kun je stikken in een hap brood". Chalmers lachte binnensmonds. (Wordt vervolgd s

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6