Sprekers, die niet konden spreken.
Defensie-problemen ter sprake gebracht.
Parlementaire welsprekendheid.
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 29 NOVEMBER 1934
VU het Parlement
SSZMrVan Rapp&rd
ZBxiUettlcutd
Het Zuid-Slavische
memorandum.
Verklaring van Hongarije op
memorandum van Zuid-Slavië.
MATUSCHKA WEER UITGELEVERD.
DE AFFAIRE-PETROWITSJ.
AFBREKENDE LIEFDE.
Engelsche minister verdedigt
de jeugd.
BRUG BIJ ANTWERPEN
INGESTORT.
Aantal slachtoffers nog niet bekend.
GROOT BEDRAG AAN GOUDEN
DOLLARS GESTOLEN.
Uit scheepskluis.
„STAATSVIJAND NR. I" BREEKT
DOOR POLITIECORDON.
DRIEMAAL DEN DOOD IN HET
AANGEZICHT GEZIEN.
PERISCOPEN IN DE GEVANGENIS.
Luchtvaart
Hoe Batavia Uiverde.
DEN HAAG, 28 November.
Hebben de heeren Van Rappard (lib
en Ameling (a.r.) waardeering geuit
«oor 's ministers beleid, de sociaalde
mocraten hebben daarop natuurlijk heel
wat aan te merken De heeren Albarda,
K- ter Laan, Van Zadelhoff, Drop en
Faber stuurde hun fractie in het veld.
De eerste besprak inzonderheid het feit,
dat ook van wachtgelders een verklaring
■is geëischt, dat zij geen lid der S.D.A.P.
©f van een bij het N. V. V. aangesloten
vakorganisatie zijn. Volgens ir. Albarda
gaat dit in tegen de lijn van het Kabi
net, zooals minister Colijn ze heeft aan
gegeven, toen hij zeide, dat de vrijheid
der ambtenaren niet onnoodig zou wor
den beperkt. Ir. Albarda klaagde ook
over het lectuurverbod voor uitgaven
van „De Arbeiderspers" en over het ver
bod van lidmaatschap van sociaaldemo
cratische vereeniging-en voor vrouwen
;gn kinderen van militaire ambtenaren
door militaire autoriteiten. De heeren
irilanu6 (c.h.) en Ameling spaarden op
hun beurt de S.D.A.P. hun kritiek niet,
waarop de heer Prop in een lange rede
antwoordde, de schuld dezer partij aan
het gebeurde met „De Zeven Provinciën"
afwijzende. De heer Ter Laan viel den
windsman aan, omdat deze thans niet
fs gekomen met de twaalf millioen be
zuiniging, welke de regeering het vorige
I jaar heeft aangekondigd. De heer Van
Zadelhoff trachtte, het standpunt zijner
partij te verduidelijken, volgens hetwelk
haar eisch van nationale ontwapening
wel gehandhaafd blijft, maar de inter
nationale ontwapening nu in de eerste
plaats moet worden gevraagd, en ds.
Faber hield een wijsgeerig-geschied-
kundig betoog ten gunste van den Vol
kenbond (waarbij hij, volgens de ge
woonte van dezen kanselredenaar, één
keer „mijne hoorders" zeide in plaats
van „mijnheer, de president", wat voor
zitter Ruys de Beerenbrouck zelf in een
lach deed schieten). De heer Drop deed
s den minister een soort schema aan de
hand voor een veiligheidsvloot voor In-
dië, wat de heeren Sneevloet (r s.) en
Roestam Effendi (c.p.) aanstonds een
dankbare aanleiding gaf, om, behalve
tegen de regeering, tegen de S.D.A.P.
los te branden. Toen de Indische com
munist zijn rede aanving, verwachtte
men, dat de president hem spoedig het
woord te kiezen. Indien hij die rede zelf
veler verrassing las hij een speech voor,
welke den voorzitter slechts éénmaal
noopte, hem te verzoeken, een ander
woord te kiezen, ndien hij die rede zelf
heeft opgesteld, heeft hij zich de kunst,
om zich parlementair uit te drukken,
verrassend plotseling eigen gemaakt.
De heer Schilthuis (v.d.) verklaarde,
dat zijn fractie tegen de militaire be
grooting zal stemmen, omdat daarop
h. i. niet genoeg is bezuinigd. Men weet,
dat minister Marchant op het congresQ
zijner partij heeft betoogd, dat de homo
geniteit van het Kabinet alleen de cri-
sisonderwerpen betreft. Zijn partijge-
nooten zullen hem wel eens vragen, of
de defensiebegrooting dan niet ook in
het licht van de crisis moet worden be
zien. De positie der vrijzinnig-democra
ten in de regeering is nu wel zeer deli
caat geworden.
De heeren Duymaer van Twist, Zandt
(s.g.), Van Rappard en Tilanus vreezen,
dat de weermacht reeds te veel verzwakt
is en niet voldoende versterkt wordt, en
mr. Westerman (n.h.) verklaarde, dat de
weermacht lang niet sterk genoeg is,
waarbij de heer Schaepman (r.k.) bij in
terruptie onthulde, dat mr. Westerman
als lid der bezuinigingscommissie-Wel-
ter zich voor militaire bezuiniging ver
klaard had. De heer Schaepman prees
voor Indië een vloot van klein mate-,
riaal aan benevens een sterke lucht
macht, het laatste ook voor Nederland
Mr. Westerman en anderen voelden wel
voor een weerbelasting, d. i. een specia
le belasting, waarvan de opbrengst ten
goede zal komen aan de weermacht,
maar de heeren Ter Laan en Schilthuis
moesten daar niets van hebben.
geen oorlogsvoorbereiding 'ziiïT \t
voleens zlJn- Maar
volgens den heer Van Houten /e
deze geheele bescherming een utopie
De laatstgenoemde afgevaardigde dfê
eveneens voorstander van nationale oï t
wapening is, viel overigens Te inti^
volut onnairen aan, die, zoo eenigsïns
stee§d iiileTezLrId d€fensie b-
burgemeeesdterse?n hrt\&Zen yoor
v^ciënTTaf^ b6Veiliging hunner pro
vinciën fel af en meende de heer Dron
te kunnen constateeren riat
ie Kunnen constateeren, dat zij weinig
weerklank in de Kamer had givonden
de heeren Duymaer van Twist en Wes
terman uitten er hun waardeering voor
s Mmsters voornemen, om de burger-
coi veeers af te schaffen, ontmoet weinig
even! Ji* bezuiniging zal brengen, daar
tevens het contingent met 2000 man uit
gebreid ,en de diensttijd van 5K maand
op zes maanden gebracht zal worden.
Volgens den heer Ter Laan zal de af-
sc ïaffing, in plaats van bezuiniging,
een grootere uitgaaf van 472.000 ten
gevolge hebben. De heeren Duymaer van
Iwist en Tilanus zijn er lang niet zeker
van, dat ,uit een oogpunt van legerbe
lang, de afschaffing van de burgercor-
veeërs door de beide andere genoemde
maatregelen voldoende zal worden ge
compenseerd. Een bezwaar is ook de
vermeerdering van werkloosheid als
gevolg van het ontslag dezer categorie.
De heer Schaepman verklaarde, dat ver
schillende zijner politieke vrienden ern
stig, en sommige onoverkomelijk be
zwaar hebben tegen deze afschaffing,
omdat ,als de soldaten liet werk der bur-
gercoiveeërs zullen overnemen, hun
militaire geoefendheid er onder lijdt.
En mr. Arts (r.k.v.p.) méént, dat de zin
delijkheid der kazernes te veel zou ach
teruitgaan, als de corveeërs werden af
geschaft.
Een ander voornemen des ministers,
om het vooroefeningsinstituut op te
heffen, vindt steun bij de heeren Van
Rappard, Zandt en Tilanus, volgens wie
de voorgeoefenden niet genoeg militaire
geoefendheid opdoen, maar bezwaar bij
de heeren Ter Laan, Duymaer van Twist,
Schaepman, Arts en Van Houten, van
wie vooral de laatste vier zedelijke ge
varen van het kazerneleven vreezen.
(Voor de heeren Lingbeek (hg.), Zandt
en Tilanus waren deze zedelijke gevaren
aanleiding om, in elk geval aan te drin
gen op meer verzorging van de geeste
lijke belangen der militairen). De voor
standers van het vooroefeningsinstituut
herinnerden minister Deckers, die nu
voor afschaffing is, aan menige krach
tige verdediging ervan, door het Kamer
lid Deckers vroeger geleverd. De heer
Schaepman verklaarde, dat verschillen
de zijner politieke vrienden overwegen
de bezwaren tegen de afschaffing koes
terden. Maar of deze katholiek een gróót
deel zijner fractie achter zich heeft, is
niet bekend.
Ten aanzien van nog een ander plan
des ministers, invoering van het capituT
lantenstelsel, hield mr. Van Rappard,
bedenkingen opperende, zich voorloopig
in de ruimte. De heer Tilanus bewondert
het stelsel niet, maar verzet er zich
evnmin tegen. De heer Duymaer van
Twist vroeg een nadere toelichting. De
heer Van Houten betoogde dat in elk
geval de thans in dienst zijnden niet het
slachtoffer mogen worden van het stel
sel, wat zou kunnen gebeuren, als zij
b.v. moesten afvloeien. De heer Ter Laan
is tegenstander van het stelsel.
De verkorting van de herhalingsoefe
ningen vond bestrijding bij de heeren
Van Rappard en Duymaer van Twist.
Zooals men ziet, zal minister Deckers
heel wat hebben te weerleggen!
Het Zuid-Slavische memorandum, dat gis
termiddag bij den secretaris-generaal van
den Volkenbond is gedeponeerd, gaat na een
uitvoerige historische inleiding overtott het
eigenlijke vraagstuk van de verantwoorde
lijkheid voor den aanslag te Marseille.
De kwestie van de verantwoordehjkheid
aldus wordt gezegd, wordt opgehelderd door
dr|e de'keuze der misdadigers is geschied op
Hongaarschen grond onder de terra"^n'
die in speciale kampen lang en zorgvuldig
voor de uitvoering van dergelijke handelin
gen waren voorbereid.
2. de samenzweerders hebben het Hon-
gaarsche gebied ongehinderd en voorzien
van Hongaarsche passen verlaten.
3. de aanslag te Marseille is de uitwerking
van de terroristenactie die jarenlang p
eaarsch eebied is geleid en ondersteund.
De Hongaarsche regeering wordt verwe
ten, dat zij ondanks herhaalde t^rodsten^n
effectieve maatregelen tegen
de iaren 1930 tot 1934 genomen heelt, nerst
in Aoril 1934 heeft de Hongaarsche regeeri g
het aanwezig zijn van terroristen op Hon-
Jaarsch grondgcbied gedeeltelijk toegegeven.
Dank zij het dulden door de Hongaarsche
regeering en den steun der overheid, is een
coros van geoefende moordenaars en misda-
digers kunnen ontstaan in een ware misda
digersschool. In dit terroristenseminarium
hebben de organisatoren van den aanslag op
koning Alexander de uitvoerende organen
van hun wandaad gezocht en uitgekozen.
Volgens de bekentenis van een der mede
plichtigen aan den moord, Mijo Kraly, heeft
te Nagy Kanisza, werwaarts ongeveer 15 ter
roristen uit Janka Poeszta zijn overgebracht,
in aanwezigheid van kolonel Petrbewitsj een
soort selectie plaats gevonden, om de drie
personen, die den aanslag moesten plegen,
uit te kiezen. Deze drie personen Mijo Kraly,
Zvonimir Pospisil en Ivan Rajitsj hebben
vroeger in het kamp van Janka Poeszta ver
blijf gehouden. Deze drie individuen hebben
Nagy Kanisza met Hongaarsche paspoorten
verlaten. Dit is geconstateerd door de politie
van Lausanne en bevestigd door de bekente
nissen van de schuldigen voor de Fransche
autoriteiten.
Het bevel voor de reis naar Frankrijk met
Hongaarsche paspoorten, de spoorkaartjes
en het noodige geld waren door den te Boe
dapest wonenden leider der organisatie ge
zonden en overgebracht door den terrorist
Mijo Bzik. Ondanks de herhaalde beloften
der Hongaarsche regeering de terroristen
onder controle te zullen stellen, heeft men
den aanslag zonder moeilijkheden kunnen
voorbereiden.
De verantwoordelijkheid van de Hongaar
sche regeering wordt in het bizonder in het
licht gesteld door het feit, dat de aanwezig
heid van Mijo Kraly haar bekend was ge
worden en dat zijn uitlevering was geëischt,
doch dat men hardnekkig had geweigerd hem
te arresteeren.
Tegenover het internationale onderzoek
heeft de Hongaarsche regeering, aldus wordt
verder verklaard, een systematisch negatieve
houding ingenomen vol uitvluchten en tegen
strijdigheden.
De misdaad van Marseille wordt het na
tuurlijke resultaat genoemd van een sedert
lang georganiseerde misdadigersbende, wel
ke tegen Zuid-Slavië gekant was.
De autoriteiten van één staat staan on
machtig tegen dergelijke terroristische orga
nisaties en zonder internationale samenwer
king is de bestrijding van dezen bizonder ge
vaarlijken vorm van criminaliteit onmogelijk.
De Hongaarsche regeering heeft geen effec
tieve maatregelen willen treffen, waardoor
de tegen Zuidslavië gerichte daden van ter
reur konden leiden tot de misdaad van Mar
seille. De regeering van Zuidslavië be
schouwt het als haar voornaamste interna
tionalen plicht deze verantwoordelijkheid ter
kennis te brengen van het hoogste orgaan
der Volkenbondsgemeenschap.
De leider der Hongaarsche delegatie Eek-
hardt heeft Woensdagavond laat een tegen
verklaring gepubliceerd op het memoran
dum van Zuidslavië, waarin o.m. betoogd
wordt, dat het de regeering van Zuidslavië
er slechts om gaat Hongarije te belasteren
om zuiver politieke bedoelingen.
De Hongaarsche regeering zal daar nader
op in gaan, zoodra zij het memorandum
nauwkeurig zal hebben bestudeerd. De moor
denaar is, volgens Eckhardt, in Hongarije
geheel onbekend en heeft daar nimmer ge
woond. Juist is, dat drie der samenzweer
ders voor den aanslag in Hongarije hebben
gewoond. Hongarije heeft de regeering van
Zuidslavië reeds volledige opheldering ge
geven over het kamp van Janka Poeszta.
Sinds het laatste voorjaar heeft de Hongaar
sche regeering dé noodige maatregelen ge
nomen om er voor te zorgen, dat de Zuidsla-
vische emigranten Janka Poeszta verlaten.
Overigens is Janka Poeszta geen kamp, maar
een bescheiden boerderij, waar 30 of 40 Cro-
atische emigranten waren ondergebracht.
Het geheel was een particuliere aangelegen
heid. De Hongaarsche regeering is door de
opheffing van het kamp geheel tegemoet ge
komen aan de eischen van Zuidslavië. Voorts
protesteert Eckhardt tegen het bij de zaak be
trekken van Hongaarsche officieren. Even
min zou ooit van Hongaarsche zijde finan-
cieele steun zijn verleend. De autoriteiten
zijn steeds streng opgetreden bij strafbare
actie der emigranten. De ontevredenheid on
der de Croatische revolutionnairen spruit
volgens Eckhardt voort uit den binnenfand-
schen toestand van Zuidslavië. Hongarije
zal tegenover de geheele wereld zijn eer ver
dedigen en de waarheid bewijzen.
ZIJ, DIE HITLER BELEEDIGEN
Worden „in bescherming"
genomen.
Voor het huis van een telegraafbe-
ambte te Frankfurt am Main verzamel
de zich gisteravond een groep men-
schen, die hem ervan beschuldigde, dat
hij zich op lasterlijke wijze had uitge
laten over den rijkskanselier Adolf
Hitier en over de. N.S.D.A.P. Om hem
tegen de menigte te beschermen, werd
de man door de politie gearresteerd. De
justitie zal een onderzoek naar de zaak
instellen. Uit Essen wordt gemeld, dat
in de omgeving van de stad eveneens
drie personen wegens laster tegen amb-
tenare nin openbaren dienst zijn gear
resteerd.
De ter dood veroordeelde Matuschka is
gisteren geboeid en onder krachtige bewa
king per auto naar de Oostenrijksche grens
overgebracht en daar uitgeleverd aan de
Oostenrijksche autoriteiten. Matuschka moet
nog drie jaar zitten in een Oostenrijksch
tuchthuis. Daarna zal de vraag worden be
slist of hij zal worden uitgeleverd aan de
Hongaarsche overheid voor de voltrekking
van het doodvonnis.
De raadselachtige dood van den Zuid-
Slavischen emigrant Petrowitsj. die tot ver
buiten Londen opzien heeft gebaard, schijnt
door het jongste' onderzoek te zijn opgehei
derd.
Het staat n.1. volgens het laatste gerechte
lijke onderzoek buiten twijfel, dat de man
in geestelijke verwarring de hand aan zich
zelf heeft geslagen. Een crimineel ambte
naar van Schotland Yard verklaarde, dat
Petrowitsj een bevel tot verdwijnen uit Enge
land had gekregen, aangezien hij er van ver
dacht werd in contact te staan met kringen,
die deelgenomen hebben aan den aanslag
op koning Alexander.
Officieel is voorts geconstateerd, dat
Petrowitsje door onbekenden is opgebeld
met de mededeeling, dat hij na het vertrek
van zijn. landgenoot Popowitsj aan de beurt
was, hij moest zorgen binnen 49 uren niet
meer in leven te zijn, daar men hem anders
wel zou kunnen vinden. Op den dag, dat hij
buiten Engeland vertrekken zou werd hij
dood gevonden. Het heeft er dus alles van,
dat hij uit vrees voor politieke tegenstan
ders zich van het leven heeft beroofd.
Het bestuur van het Londensche district,
waarin zich Kensington Garden bevindt,
heeft het ministerie van arbeid verzocht, om
voor kinderen den toegang tot het Peter
Panmonument te verbieden. Peter Pan is de
populaire kinderfiguur van Engeland en in
Kensington Garden kunnen de kinderen op,
bij en aan het monument spelen, zooveel zij
willen. Het gevolg is echter, dat het dis-
trictsbestuur voortdurend reparaties moet
betalen, daar aan het monument dierfiguren
zijn, waar de kinderen niet kunnen afblijven,
zoodat zij het monument beschadigen. Het
ministerie nu heeft met groote scherpte het
verzoek van het distrjetsbestuur van de
hand gewezen. De minister verklaarde, dat
het gedenkteeken expresseliik voor de kinde
ren was opgericht en de volwassenen zich
erover moeten verheugen, dat het zoo in
den smaak van de kleinen valt.
Toen men het monument oprichtte, reken
de men erop, dat er jaarlijks honderddui
zend kinderen bij zouden spelen. Thans spe
len inderdaad honderdduizend kinderen er
mee en in plaats van zich daarover te ver
heugen, moppert het districtsbestuur over
de kleine beschadigingen, die de stormach
tige liefde der kleinen vanzelfsprekend
veroorzaakt.
Liefde, zoo eindigt het antwoord van
den minister, richt steeds verwoestingen
aan. De mensch moet zich daarbij neerleg
gen.
In het stadje Willebroek bij Antwerpen
is gisteravond tengevolge van n aanvaring
de brug over. de rivier de Rupel ingestort.
Een schip, dat de rivier opvoer botste met
zulk een kracht tegen het kunstwerk, dat
het ineenstortte. Men weet nog niet hoeveel
slachtoffers er bij dit ongeluk te betreuren
zijn. In elk geval staat het vast, dat zich tij
dens de botsing verscheidene personen op
de brug bevonden. Het zou reeds zeker zijn,
dat een tweetal vrouwen zijn gedood.
Uit de kluis van den betaalmeester van
het Amerikaansche stoomschip President
Harding zijn in den nacht op Woensdag
4553 gouden dollars gestolen.
Waarschijnlijk hadden de dieven het voor
zien op een bedrag van 60.000 gouden dol
lars, welke door het schip naar Europa
zouden worden vervoerd. Deze zending
goud bevond zich toevallig niet in de kluis,
aangezien zij was aangevoerd, tijdens de af
wezigheid van den betaalmeester.
In de straten van Chicago kwam het gis
teren tot eeit schietpartij tusschen den nieu
wen „Staatsvijand nr. 1'- die John Dillinger
als zoodanig is opgevolgd en trouwens een
der voornaamste leden van Dillinger's voor
malige bende is, namelijk George Nelson,
bekend in de misdadigerswereld als „Baby
Face", en federale politie. Eenige beambten
der federale politie, die in een auto door de
stad reden, merkten een verdachte auto, die
hen met groote snelheid wilde passeeren.
Toen zij deze auto waarin twee mannen en
een vrouw zaten, sommeerden om te stop
pen, werd uit een machine-geweer het vuur
op hen geopend. Er volgde een vuurgevecht,
waarbij een agent werd gedood en een
tweede zwaar werd gewond. De verdachte
auto ontkwam.
Later dook te Evanston, een voorstad van
Chicago, een andere auto op welker drie in
zittenden gewond waren. Het bleek, dat de
chauffeur George Nelson was. De geheele
politie van Chicago en omgeving werd ge
alarmeerd om den wagen van Nelson op te
sporen. Men vermoedt, dat de vrouw die zich
in de auto bevond zwaar gewond is.
Sedert den dood van Dillinger wordt Nel
son door de geheele politie der Vereenigde
Staten gezocht.
„Baby Face" Nelson doodge
schoten.
De procureur-generaal Cummings heeft
medegedeeld, dat de beruchte Amerikaan
sche gangster George Nelson, „Baby Face
Nelson", in de buurt van Miles Conter
(Illinois) dood is aangetroffen met vijf scho
ten in de maag, twee schotwonden in de
borst en tien in de beenen. Nelson schijnt te
zijn bezweken aan de verwondingen, welke
hij Dinsdag bij het vuurgevecht met politie
beambten heeft opgeloojien. Zooals gemeld
werd, heeft Nelson bij dit gevecht twee po
litiebeambten gedood.
Peter Kaliscick, een schooljongen uit New-
York, heeft in eenige seconden drie kansen
gehad om zijn leven te verliezen. Hij viel van
'n brug boven de Island-Railway en dit was
al voldoende om het leven er bij in te
schieten.
Hij kwam terecht op de draden van de
hoogspanning, en hierdoor maakte hij een
goede kans geëlectrocuteerd te worden.
Tenslotte kwam hij op de spoorbaan te
recht, waar juist een trein in aantocht was.
De machinist stopte echter nog net op tijd.
De jongen overleefde dus alle drie ongeval
len en hij ligt nu in het ziekenhuis om te her
stellen van den schrik en van zijn brand
wonden.
In de Yatala-gevangenis te Adelaïde in
Australië hebben de gevangenen erover ge
klaagd, dat ze niet konden slapen, doordat de
cipiers eenige malen per nacht met branden
de lantaarns de cellen kwamen inspecteeren.
Daarom heeft men nu een nieuw inspectie
systeem ingevoerd. Door middel van peris
copen kan men nu van buiten af in de cel
kijken, met behulp van een minimaal lampje,
dat de gevangenen niet in hun slaap stoort.
De periscopen worden in den muur aan
gebracht en door een rasterwerk beschermd.
In den kouden en mistigen December
avond van 1933 vloog de Pelikaan naar
zijn nest. Smirnoff had thuis een zieke
vrouw, die dagenlang op hem ge
wacht had, de geheele bemanning had
met een gewoon en langzaam verkeers-
toestel dagen lang en nachten lang ge
vochten tegen de natuur-elementen; van
bemanning en toestel was de volle
100 geëischt. Toen kwam de lanling
in de mist, de grooteche landing op
Schiphol. Vier vermoeide kerels stapten
uit het toestel, keken uit naar hun
naaste familieleden
En in dien kouden nacht moesten zij
eerst redevoeringen aanhooren, die te
lang waren, om interessant te kunnen
zijn.
De sprekers begrepen niet, dat een
enkel woord voldoende geweest was, dat
een kernachtige en welgemeende uit
drukking met een krachtige hand tien
maal zooveel beteekend had dan de
fraaie, van buiten geleerde zinnen, die
nu werden afgedraaid.
Het publiek begreep alles veel beter
dan de sprekers en stak zijn meening
niet onder stoelen en banken
Op een fraaien Novembermiddag
streek de Uiver neer op Schiphol, waar
meer dan 80.000 menschen de beman
ning een spontane hulde brachten. En
weer waren er verschillende sprekers,
die heel veelnieuws brachten.
Zij vertelden, hoe vlug de Uiver naar
Batavia gevlogen was, hoe de beman
ning met tegenspoed te kampen had,
hoe bij Albury een noodlanding moest
worden gemaakt.
Dat allemaal was voor al die duizen
den totaal onbekend. Eigenlijk wist nie
mand het, dat de Uiver naar Melbourne
was geweest, niemand begreep iets van
de tocht naar Australië, geen krant,
geen radio had ook maar iets verteld
van den grootsten luchtwedstrijd, ooit
gehouden
't Was allemaal nieuws, wat de spre
kers vertelden. Alleen.... de sprekers
vergisten zich; van de 80.000 en meer
menschen was er niet een, die niet wist,
wat er gebeurd was.
En weer werd het publiek onrustig en
stak zijn meening niet onder stoelen of
banken. Slechts een spreker, de oude
generaal Snijders, werd rustig aange
hoord, omdat deze zich bepaalde tot een
korte, gloedvolle rede, die hij met hel
dere stem uitsprak.
De Uiverbemanning stond met stalen
gezichten op het podium. Geen spier van
hun gelaat vertrok; zij toonden interes
se voor alle speeches, deden tenminste
zoo.
Maarzij hadden routine opgedaan.
Want in Batavia hadden zij naar18
sprekers moeten luisteren!
Men leze het volgende relaas, dat het
Bat. Nieuwsblad schreef over de huldi
ging na hun terugkeer uit Australië, een
huldiging, die plaats vond in de socië
teit Concorda:
Ineens een geweldig gebrul: Parmen-
tier, Moll, Van Bruggen en Prins waren
verschenen. Hun komst was niet van te
voren aangekondigd, zoodat de veilig
heidsklep onvoldoende gelegenheid
kreeg open te gaan en dat de rest van
de spanning straks zou losbreken, stond
vast.
De bemanning zette zich en zat eerst
half verscholen achter enkele kapitale
bloemstukken. Daardoor werd alweer
een gelegenheid tot juichen ontnomen.
De menschen wilden ze zien, en het weg
schuiven van de staketsels deed wel wat
vreugde ontstaan, doch een spontane
uitbarsting werd het niet meer. Het spe
len van het Wilhelmus bracht door het
meezingen eenige orde, doch toen de
laatste klank verklonken was, begon een
algemeen gejuich opnieuw.
Waren de Uiverianen, na een aankon
diging van hun verschijnen, ontvangen
met algemeen gejuich, was het volks
lied gespeeld, nadat zij op het podium
waren en had de muziek daarop een pot
pourri van nationale liederen ingezet,
dan zouden de menschen door het zin
gen en juichen wat moe zijn geworden
Nu barstte de te lang opgehouden geest
drift immers ompulsief en steeds op def
tige oogenblikken los.
Het begin.
Het begon bij het begin. De heer Sa-
lomons scheen als conférencier wat te
zeggen en hij zwaaide met een papier.
De menschen juichten. Hij wilde wat
roepen en het juichen werd een gebrul.
Hij betoogde met zijn armen om stilte en
een orkaan van lawaai steeg op.
Behalve in het officieele gedeelte van
de zaal waren de aanwezigen niet ge
komen om te luisteren, zij wilden zien
en juichen en zingen. Dat hebben zij ook
gedaan en zoo is de avond geworden +ot
een pantomime met begeleiding van
zang, gelach en geroep.
De eerste spieker was ir. Vreede, voor
zitter van de Vereeniging voor Lucht
vaart, die dezen a-"ond georganiseerd
had. Hij had vele vellen in zijn hand en
hij stond vlak voor de microfoon. Hij
moest dus wel spreken, maar hield even
op, en maakte een gebaar de zaal in,
wat daar werd opgevat als een verzoek
om de longen nog meer uit te zetten.
Eindelijk gaf hij het op.
Een trompetsignaal bracht even stilte.
Het werd zuiver geblazen en ging pianis
simo uit. De blazer werd oogenblikk lijk
gehuldigd door eer orkaan van vreugde
uitingen en de heer Vreede leek we;; te
vagen in een golf van geluid, die uit de
zaal opkwam. Toen ging de pantomime
verdeiEr werden bladen omgeslagen en
een handdruk aan de bemanning toon
de, dat afdeeling I van de huldiging
was afgeloopen.
Daarna optreden van mr. Spit voorzit
ter van de Volksraad. Hij bleek een
beter acteur. Hij zette zijn woorden
kracht bij door forse gebaren en bewe
gingen van zijn handen. Het werd wat
stiller. Er was nu wat te zien, doch niet