Sprekers, die niet konden spreken. Defensie-problemen ter sprake gebracht. Parlementaire welsprekendheid. ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 29 NOVEMBER 1934 VU het Parlement SSZMrVan Rapp&rd ZBxiUettlcutd Het Zuid-Slavische memorandum. Verklaring van Hongarije op memorandum van Zuid-Slavië. MATUSCHKA WEER UITGELEVERD. DE AFFAIRE-PETROWITSJ. AFBREKENDE LIEFDE. Engelsche minister verdedigt de jeugd. BRUG BIJ ANTWERPEN INGESTORT. Aantal slachtoffers nog niet bekend. GROOT BEDRAG AAN GOUDEN DOLLARS GESTOLEN. Uit scheepskluis. „STAATSVIJAND NR. I" BREEKT DOOR POLITIECORDON. DRIEMAAL DEN DOOD IN HET AANGEZICHT GEZIEN. PERISCOPEN IN DE GEVANGENIS. Luchtvaart Hoe Batavia Uiverde. DEN HAAG, 28 November. Hebben de heeren Van Rappard (lib en Ameling (a.r.) waardeering geuit «oor 's ministers beleid, de sociaalde mocraten hebben daarop natuurlijk heel wat aan te merken De heeren Albarda, K- ter Laan, Van Zadelhoff, Drop en Faber stuurde hun fractie in het veld. De eerste besprak inzonderheid het feit, dat ook van wachtgelders een verklaring ■is geëischt, dat zij geen lid der S.D.A.P. ©f van een bij het N. V. V. aangesloten vakorganisatie zijn. Volgens ir. Albarda gaat dit in tegen de lijn van het Kabi net, zooals minister Colijn ze heeft aan gegeven, toen hij zeide, dat de vrijheid der ambtenaren niet onnoodig zou wor den beperkt. Ir. Albarda klaagde ook over het lectuurverbod voor uitgaven van „De Arbeiderspers" en over het ver bod van lidmaatschap van sociaaldemo cratische vereeniging-en voor vrouwen ;gn kinderen van militaire ambtenaren door militaire autoriteiten. De heeren irilanu6 (c.h.) en Ameling spaarden op hun beurt de S.D.A.P. hun kritiek niet, waarop de heer Prop in een lange rede antwoordde, de schuld dezer partij aan het gebeurde met „De Zeven Provinciën" afwijzende. De heer Ter Laan viel den windsman aan, omdat deze thans niet fs gekomen met de twaalf millioen be zuiniging, welke de regeering het vorige I jaar heeft aangekondigd. De heer Van Zadelhoff trachtte, het standpunt zijner partij te verduidelijken, volgens hetwelk haar eisch van nationale ontwapening wel gehandhaafd blijft, maar de inter nationale ontwapening nu in de eerste plaats moet worden gevraagd, en ds. Faber hield een wijsgeerig-geschied- kundig betoog ten gunste van den Vol kenbond (waarbij hij, volgens de ge woonte van dezen kanselredenaar, één keer „mijne hoorders" zeide in plaats van „mijnheer, de president", wat voor zitter Ruys de Beerenbrouck zelf in een lach deed schieten). De heer Drop deed s den minister een soort schema aan de hand voor een veiligheidsvloot voor In- dië, wat de heeren Sneevloet (r s.) en Roestam Effendi (c.p.) aanstonds een dankbare aanleiding gaf, om, behalve tegen de regeering, tegen de S.D.A.P. los te branden. Toen de Indische com munist zijn rede aanving, verwachtte men, dat de president hem spoedig het woord te kiezen. Indien hij die rede zelf veler verrassing las hij een speech voor, welke den voorzitter slechts éénmaal noopte, hem te verzoeken, een ander woord te kiezen, ndien hij die rede zelf heeft opgesteld, heeft hij zich de kunst, om zich parlementair uit te drukken, verrassend plotseling eigen gemaakt. De heer Schilthuis (v.d.) verklaarde, dat zijn fractie tegen de militaire be grooting zal stemmen, omdat daarop h. i. niet genoeg is bezuinigd. Men weet, dat minister Marchant op het congresQ zijner partij heeft betoogd, dat de homo geniteit van het Kabinet alleen de cri- sisonderwerpen betreft. Zijn partijge- nooten zullen hem wel eens vragen, of de defensiebegrooting dan niet ook in het licht van de crisis moet worden be zien. De positie der vrijzinnig-democra ten in de regeering is nu wel zeer deli caat geworden. De heeren Duymaer van Twist, Zandt (s.g.), Van Rappard en Tilanus vreezen, dat de weermacht reeds te veel verzwakt is en niet voldoende versterkt wordt, en mr. Westerman (n.h.) verklaarde, dat de weermacht lang niet sterk genoeg is, waarbij de heer Schaepman (r.k.) bij in terruptie onthulde, dat mr. Westerman als lid der bezuinigingscommissie-Wel- ter zich voor militaire bezuiniging ver klaard had. De heer Schaepman prees voor Indië een vloot van klein mate-, riaal aan benevens een sterke lucht macht, het laatste ook voor Nederland Mr. Westerman en anderen voelden wel voor een weerbelasting, d. i. een specia le belasting, waarvan de opbrengst ten goede zal komen aan de weermacht, maar de heeren Ter Laan en Schilthuis moesten daar niets van hebben. geen oorlogsvoorbereiding 'ziiïT \t voleens zlJn- Maar volgens den heer Van Houten /e deze geheele bescherming een utopie De laatstgenoemde afgevaardigde dfê eveneens voorstander van nationale oï t wapening is, viel overigens Te inti^ volut onnairen aan, die, zoo eenigsïns stee§d iiileTezLrId d€fensie b- burgemeeesdterse?n hrt\&Zen yoor v^ciënTTaf^ b6Veiliging hunner pro vinciën fel af en meende de heer Dron te kunnen constateeren riat ie Kunnen constateeren, dat zij weinig weerklank in de Kamer had givonden de heeren Duymaer van Twist en Wes terman uitten er hun waardeering voor s Mmsters voornemen, om de burger- coi veeers af te schaffen, ontmoet weinig even! Ji* bezuiniging zal brengen, daar tevens het contingent met 2000 man uit gebreid ,en de diensttijd van 5K maand op zes maanden gebracht zal worden. Volgens den heer Ter Laan zal de af- sc ïaffing, in plaats van bezuiniging, een grootere uitgaaf van 472.000 ten gevolge hebben. De heeren Duymaer van Iwist en Tilanus zijn er lang niet zeker van, dat ,uit een oogpunt van legerbe lang, de afschaffing van de burgercor- veeërs door de beide andere genoemde maatregelen voldoende zal worden ge compenseerd. Een bezwaar is ook de vermeerdering van werkloosheid als gevolg van het ontslag dezer categorie. De heer Schaepman verklaarde, dat ver schillende zijner politieke vrienden ern stig, en sommige onoverkomelijk be zwaar hebben tegen deze afschaffing, omdat ,als de soldaten liet werk der bur- gercoiveeërs zullen overnemen, hun militaire geoefendheid er onder lijdt. En mr. Arts (r.k.v.p.) méént, dat de zin delijkheid der kazernes te veel zou ach teruitgaan, als de corveeërs werden af geschaft. Een ander voornemen des ministers, om het vooroefeningsinstituut op te heffen, vindt steun bij de heeren Van Rappard, Zandt en Tilanus, volgens wie de voorgeoefenden niet genoeg militaire geoefendheid opdoen, maar bezwaar bij de heeren Ter Laan, Duymaer van Twist, Schaepman, Arts en Van Houten, van wie vooral de laatste vier zedelijke ge varen van het kazerneleven vreezen. (Voor de heeren Lingbeek (hg.), Zandt en Tilanus waren deze zedelijke gevaren aanleiding om, in elk geval aan te drin gen op meer verzorging van de geeste lijke belangen der militairen). De voor standers van het vooroefeningsinstituut herinnerden minister Deckers, die nu voor afschaffing is, aan menige krach tige verdediging ervan, door het Kamer lid Deckers vroeger geleverd. De heer Schaepman verklaarde, dat verschillen de zijner politieke vrienden overwegen de bezwaren tegen de afschaffing koes terden. Maar of deze katholiek een gróót deel zijner fractie achter zich heeft, is niet bekend. Ten aanzien van nog een ander plan des ministers, invoering van het capituT lantenstelsel, hield mr. Van Rappard, bedenkingen opperende, zich voorloopig in de ruimte. De heer Tilanus bewondert het stelsel niet, maar verzet er zich evnmin tegen. De heer Duymaer van Twist vroeg een nadere toelichting. De heer Van Houten betoogde dat in elk geval de thans in dienst zijnden niet het slachtoffer mogen worden van het stel sel, wat zou kunnen gebeuren, als zij b.v. moesten afvloeien. De heer Ter Laan is tegenstander van het stelsel. De verkorting van de herhalingsoefe ningen vond bestrijding bij de heeren Van Rappard en Duymaer van Twist. Zooals men ziet, zal minister Deckers heel wat hebben te weerleggen! Het Zuid-Slavische memorandum, dat gis termiddag bij den secretaris-generaal van den Volkenbond is gedeponeerd, gaat na een uitvoerige historische inleiding overtott het eigenlijke vraagstuk van de verantwoorde lijkheid voor den aanslag te Marseille. De kwestie van de verantwoordehjkheid aldus wordt gezegd, wordt opgehelderd door dr|e de'keuze der misdadigers is geschied op Hongaarschen grond onder de terra"^n' die in speciale kampen lang en zorgvuldig voor de uitvoering van dergelijke handelin gen waren voorbereid. 2. de samenzweerders hebben het Hon- gaarsche gebied ongehinderd en voorzien van Hongaarsche passen verlaten. 3. de aanslag te Marseille is de uitwerking van de terroristenactie die jarenlang p eaarsch eebied is geleid en ondersteund. De Hongaarsche regeering wordt verwe ten, dat zij ondanks herhaalde t^rodsten^n effectieve maatregelen tegen de iaren 1930 tot 1934 genomen heelt, nerst in Aoril 1934 heeft de Hongaarsche regeeri g het aanwezig zijn van terroristen op Hon- Jaarsch grondgcbied gedeeltelijk toegegeven. Dank zij het dulden door de Hongaarsche regeering en den steun der overheid, is een coros van geoefende moordenaars en misda- digers kunnen ontstaan in een ware misda digersschool. In dit terroristenseminarium hebben de organisatoren van den aanslag op koning Alexander de uitvoerende organen van hun wandaad gezocht en uitgekozen. Volgens de bekentenis van een der mede plichtigen aan den moord, Mijo Kraly, heeft te Nagy Kanisza, werwaarts ongeveer 15 ter roristen uit Janka Poeszta zijn overgebracht, in aanwezigheid van kolonel Petrbewitsj een soort selectie plaats gevonden, om de drie personen, die den aanslag moesten plegen, uit te kiezen. Deze drie personen Mijo Kraly, Zvonimir Pospisil en Ivan Rajitsj hebben vroeger in het kamp van Janka Poeszta ver blijf gehouden. Deze drie individuen hebben Nagy Kanisza met Hongaarsche paspoorten verlaten. Dit is geconstateerd door de politie van Lausanne en bevestigd door de bekente nissen van de schuldigen voor de Fransche autoriteiten. Het bevel voor de reis naar Frankrijk met Hongaarsche paspoorten, de spoorkaartjes en het noodige geld waren door den te Boe dapest wonenden leider der organisatie ge zonden en overgebracht door den terrorist Mijo Bzik. Ondanks de herhaalde beloften der Hongaarsche regeering de terroristen onder controle te zullen stellen, heeft men den aanslag zonder moeilijkheden kunnen voorbereiden. De verantwoordelijkheid van de Hongaar sche regeering wordt in het bizonder in het licht gesteld door het feit, dat de aanwezig heid van Mijo Kraly haar bekend was ge worden en dat zijn uitlevering was geëischt, doch dat men hardnekkig had geweigerd hem te arresteeren. Tegenover het internationale onderzoek heeft de Hongaarsche regeering, aldus wordt verder verklaard, een systematisch negatieve houding ingenomen vol uitvluchten en tegen strijdigheden. De misdaad van Marseille wordt het na tuurlijke resultaat genoemd van een sedert lang georganiseerde misdadigersbende, wel ke tegen Zuid-Slavië gekant was. De autoriteiten van één staat staan on machtig tegen dergelijke terroristische orga nisaties en zonder internationale samenwer king is de bestrijding van dezen bizonder ge vaarlijken vorm van criminaliteit onmogelijk. De Hongaarsche regeering heeft geen effec tieve maatregelen willen treffen, waardoor de tegen Zuidslavië gerichte daden van ter reur konden leiden tot de misdaad van Mar seille. De regeering van Zuidslavië be schouwt het als haar voornaamste interna tionalen plicht deze verantwoordelijkheid ter kennis te brengen van het hoogste orgaan der Volkenbondsgemeenschap. De leider der Hongaarsche delegatie Eek- hardt heeft Woensdagavond laat een tegen verklaring gepubliceerd op het memoran dum van Zuidslavië, waarin o.m. betoogd wordt, dat het de regeering van Zuidslavië er slechts om gaat Hongarije te belasteren om zuiver politieke bedoelingen. De Hongaarsche regeering zal daar nader op in gaan, zoodra zij het memorandum nauwkeurig zal hebben bestudeerd. De moor denaar is, volgens Eckhardt, in Hongarije geheel onbekend en heeft daar nimmer ge woond. Juist is, dat drie der samenzweer ders voor den aanslag in Hongarije hebben gewoond. Hongarije heeft de regeering van Zuidslavië reeds volledige opheldering ge geven over het kamp van Janka Poeszta. Sinds het laatste voorjaar heeft de Hongaar sche regeering dé noodige maatregelen ge nomen om er voor te zorgen, dat de Zuidsla- vische emigranten Janka Poeszta verlaten. Overigens is Janka Poeszta geen kamp, maar een bescheiden boerderij, waar 30 of 40 Cro- atische emigranten waren ondergebracht. Het geheel was een particuliere aangelegen heid. De Hongaarsche regeering is door de opheffing van het kamp geheel tegemoet ge komen aan de eischen van Zuidslavië. Voorts protesteert Eckhardt tegen het bij de zaak be trekken van Hongaarsche officieren. Even min zou ooit van Hongaarsche zijde finan- cieele steun zijn verleend. De autoriteiten zijn steeds streng opgetreden bij strafbare actie der emigranten. De ontevredenheid on der de Croatische revolutionnairen spruit volgens Eckhardt voort uit den binnenfand- schen toestand van Zuidslavië. Hongarije zal tegenover de geheele wereld zijn eer ver dedigen en de waarheid bewijzen. ZIJ, DIE HITLER BELEEDIGEN Worden „in bescherming" genomen. Voor het huis van een telegraafbe- ambte te Frankfurt am Main verzamel de zich gisteravond een groep men- schen, die hem ervan beschuldigde, dat hij zich op lasterlijke wijze had uitge laten over den rijkskanselier Adolf Hitier en over de. N.S.D.A.P. Om hem tegen de menigte te beschermen, werd de man door de politie gearresteerd. De justitie zal een onderzoek naar de zaak instellen. Uit Essen wordt gemeld, dat in de omgeving van de stad eveneens drie personen wegens laster tegen amb- tenare nin openbaren dienst zijn gear resteerd. De ter dood veroordeelde Matuschka is gisteren geboeid en onder krachtige bewa king per auto naar de Oostenrijksche grens overgebracht en daar uitgeleverd aan de Oostenrijksche autoriteiten. Matuschka moet nog drie jaar zitten in een Oostenrijksch tuchthuis. Daarna zal de vraag worden be slist of hij zal worden uitgeleverd aan de Hongaarsche overheid voor de voltrekking van het doodvonnis. De raadselachtige dood van den Zuid- Slavischen emigrant Petrowitsj. die tot ver buiten Londen opzien heeft gebaard, schijnt door het jongste' onderzoek te zijn opgehei derd. Het staat n.1. volgens het laatste gerechte lijke onderzoek buiten twijfel, dat de man in geestelijke verwarring de hand aan zich zelf heeft geslagen. Een crimineel ambte naar van Schotland Yard verklaarde, dat Petrowitsj een bevel tot verdwijnen uit Enge land had gekregen, aangezien hij er van ver dacht werd in contact te staan met kringen, die deelgenomen hebben aan den aanslag op koning Alexander. Officieel is voorts geconstateerd, dat Petrowitsje door onbekenden is opgebeld met de mededeeling, dat hij na het vertrek van zijn. landgenoot Popowitsj aan de beurt was, hij moest zorgen binnen 49 uren niet meer in leven te zijn, daar men hem anders wel zou kunnen vinden. Op den dag, dat hij buiten Engeland vertrekken zou werd hij dood gevonden. Het heeft er dus alles van, dat hij uit vrees voor politieke tegenstan ders zich van het leven heeft beroofd. Het bestuur van het Londensche district, waarin zich Kensington Garden bevindt, heeft het ministerie van arbeid verzocht, om voor kinderen den toegang tot het Peter Panmonument te verbieden. Peter Pan is de populaire kinderfiguur van Engeland en in Kensington Garden kunnen de kinderen op, bij en aan het monument spelen, zooveel zij willen. Het gevolg is echter, dat het dis- trictsbestuur voortdurend reparaties moet betalen, daar aan het monument dierfiguren zijn, waar de kinderen niet kunnen afblijven, zoodat zij het monument beschadigen. Het ministerie nu heeft met groote scherpte het verzoek van het distrjetsbestuur van de hand gewezen. De minister verklaarde, dat het gedenkteeken expresseliik voor de kinde ren was opgericht en de volwassenen zich erover moeten verheugen, dat het zoo in den smaak van de kleinen valt. Toen men het monument oprichtte, reken de men erop, dat er jaarlijks honderddui zend kinderen bij zouden spelen. Thans spe len inderdaad honderdduizend kinderen er mee en in plaats van zich daarover te ver heugen, moppert het districtsbestuur over de kleine beschadigingen, die de stormach tige liefde der kleinen vanzelfsprekend veroorzaakt. Liefde, zoo eindigt het antwoord van den minister, richt steeds verwoestingen aan. De mensch moet zich daarbij neerleg gen. In het stadje Willebroek bij Antwerpen is gisteravond tengevolge van n aanvaring de brug over. de rivier de Rupel ingestort. Een schip, dat de rivier opvoer botste met zulk een kracht tegen het kunstwerk, dat het ineenstortte. Men weet nog niet hoeveel slachtoffers er bij dit ongeluk te betreuren zijn. In elk geval staat het vast, dat zich tij dens de botsing verscheidene personen op de brug bevonden. Het zou reeds zeker zijn, dat een tweetal vrouwen zijn gedood. Uit de kluis van den betaalmeester van het Amerikaansche stoomschip President Harding zijn in den nacht op Woensdag 4553 gouden dollars gestolen. Waarschijnlijk hadden de dieven het voor zien op een bedrag van 60.000 gouden dol lars, welke door het schip naar Europa zouden worden vervoerd. Deze zending goud bevond zich toevallig niet in de kluis, aangezien zij was aangevoerd, tijdens de af wezigheid van den betaalmeester. In de straten van Chicago kwam het gis teren tot eeit schietpartij tusschen den nieu wen „Staatsvijand nr. 1'- die John Dillinger als zoodanig is opgevolgd en trouwens een der voornaamste leden van Dillinger's voor malige bende is, namelijk George Nelson, bekend in de misdadigerswereld als „Baby Face", en federale politie. Eenige beambten der federale politie, die in een auto door de stad reden, merkten een verdachte auto, die hen met groote snelheid wilde passeeren. Toen zij deze auto waarin twee mannen en een vrouw zaten, sommeerden om te stop pen, werd uit een machine-geweer het vuur op hen geopend. Er volgde een vuurgevecht, waarbij een agent werd gedood en een tweede zwaar werd gewond. De verdachte auto ontkwam. Later dook te Evanston, een voorstad van Chicago, een andere auto op welker drie in zittenden gewond waren. Het bleek, dat de chauffeur George Nelson was. De geheele politie van Chicago en omgeving werd ge alarmeerd om den wagen van Nelson op te sporen. Men vermoedt, dat de vrouw die zich in de auto bevond zwaar gewond is. Sedert den dood van Dillinger wordt Nel son door de geheele politie der Vereenigde Staten gezocht. „Baby Face" Nelson doodge schoten. De procureur-generaal Cummings heeft medegedeeld, dat de beruchte Amerikaan sche gangster George Nelson, „Baby Face Nelson", in de buurt van Miles Conter (Illinois) dood is aangetroffen met vijf scho ten in de maag, twee schotwonden in de borst en tien in de beenen. Nelson schijnt te zijn bezweken aan de verwondingen, welke hij Dinsdag bij het vuurgevecht met politie beambten heeft opgeloojien. Zooals gemeld werd, heeft Nelson bij dit gevecht twee po litiebeambten gedood. Peter Kaliscick, een schooljongen uit New- York, heeft in eenige seconden drie kansen gehad om zijn leven te verliezen. Hij viel van 'n brug boven de Island-Railway en dit was al voldoende om het leven er bij in te schieten. Hij kwam terecht op de draden van de hoogspanning, en hierdoor maakte hij een goede kans geëlectrocuteerd te worden. Tenslotte kwam hij op de spoorbaan te recht, waar juist een trein in aantocht was. De machinist stopte echter nog net op tijd. De jongen overleefde dus alle drie ongeval len en hij ligt nu in het ziekenhuis om te her stellen van den schrik en van zijn brand wonden. In de Yatala-gevangenis te Adelaïde in Australië hebben de gevangenen erover ge klaagd, dat ze niet konden slapen, doordat de cipiers eenige malen per nacht met branden de lantaarns de cellen kwamen inspecteeren. Daarom heeft men nu een nieuw inspectie systeem ingevoerd. Door middel van peris copen kan men nu van buiten af in de cel kijken, met behulp van een minimaal lampje, dat de gevangenen niet in hun slaap stoort. De periscopen worden in den muur aan gebracht en door een rasterwerk beschermd. In den kouden en mistigen December avond van 1933 vloog de Pelikaan naar zijn nest. Smirnoff had thuis een zieke vrouw, die dagenlang op hem ge wacht had, de geheele bemanning had met een gewoon en langzaam verkeers- toestel dagen lang en nachten lang ge vochten tegen de natuur-elementen; van bemanning en toestel was de volle 100 geëischt. Toen kwam de lanling in de mist, de grooteche landing op Schiphol. Vier vermoeide kerels stapten uit het toestel, keken uit naar hun naaste familieleden En in dien kouden nacht moesten zij eerst redevoeringen aanhooren, die te lang waren, om interessant te kunnen zijn. De sprekers begrepen niet, dat een enkel woord voldoende geweest was, dat een kernachtige en welgemeende uit drukking met een krachtige hand tien maal zooveel beteekend had dan de fraaie, van buiten geleerde zinnen, die nu werden afgedraaid. Het publiek begreep alles veel beter dan de sprekers en stak zijn meening niet onder stoelen en banken Op een fraaien Novembermiddag streek de Uiver neer op Schiphol, waar meer dan 80.000 menschen de beman ning een spontane hulde brachten. En weer waren er verschillende sprekers, die heel veelnieuws brachten. Zij vertelden, hoe vlug de Uiver naar Batavia gevlogen was, hoe de beman ning met tegenspoed te kampen had, hoe bij Albury een noodlanding moest worden gemaakt. Dat allemaal was voor al die duizen den totaal onbekend. Eigenlijk wist nie mand het, dat de Uiver naar Melbourne was geweest, niemand begreep iets van de tocht naar Australië, geen krant, geen radio had ook maar iets verteld van den grootsten luchtwedstrijd, ooit gehouden 't Was allemaal nieuws, wat de spre kers vertelden. Alleen.... de sprekers vergisten zich; van de 80.000 en meer menschen was er niet een, die niet wist, wat er gebeurd was. En weer werd het publiek onrustig en stak zijn meening niet onder stoelen of banken. Slechts een spreker, de oude generaal Snijders, werd rustig aange hoord, omdat deze zich bepaalde tot een korte, gloedvolle rede, die hij met hel dere stem uitsprak. De Uiverbemanning stond met stalen gezichten op het podium. Geen spier van hun gelaat vertrok; zij toonden interes se voor alle speeches, deden tenminste zoo. Maarzij hadden routine opgedaan. Want in Batavia hadden zij naar18 sprekers moeten luisteren! Men leze het volgende relaas, dat het Bat. Nieuwsblad schreef over de huldi ging na hun terugkeer uit Australië, een huldiging, die plaats vond in de socië teit Concorda: Ineens een geweldig gebrul: Parmen- tier, Moll, Van Bruggen en Prins waren verschenen. Hun komst was niet van te voren aangekondigd, zoodat de veilig heidsklep onvoldoende gelegenheid kreeg open te gaan en dat de rest van de spanning straks zou losbreken, stond vast. De bemanning zette zich en zat eerst half verscholen achter enkele kapitale bloemstukken. Daardoor werd alweer een gelegenheid tot juichen ontnomen. De menschen wilden ze zien, en het weg schuiven van de staketsels deed wel wat vreugde ontstaan, doch een spontane uitbarsting werd het niet meer. Het spe len van het Wilhelmus bracht door het meezingen eenige orde, doch toen de laatste klank verklonken was, begon een algemeen gejuich opnieuw. Waren de Uiverianen, na een aankon diging van hun verschijnen, ontvangen met algemeen gejuich, was het volks lied gespeeld, nadat zij op het podium waren en had de muziek daarop een pot pourri van nationale liederen ingezet, dan zouden de menschen door het zin gen en juichen wat moe zijn geworden Nu barstte de te lang opgehouden geest drift immers ompulsief en steeds op def tige oogenblikken los. Het begin. Het begon bij het begin. De heer Sa- lomons scheen als conférencier wat te zeggen en hij zwaaide met een papier. De menschen juichten. Hij wilde wat roepen en het juichen werd een gebrul. Hij betoogde met zijn armen om stilte en een orkaan van lawaai steeg op. Behalve in het officieele gedeelte van de zaal waren de aanwezigen niet ge komen om te luisteren, zij wilden zien en juichen en zingen. Dat hebben zij ook gedaan en zoo is de avond geworden +ot een pantomime met begeleiding van zang, gelach en geroep. De eerste spieker was ir. Vreede, voor zitter van de Vereeniging voor Lucht vaart, die dezen a-"ond georganiseerd had. Hij had vele vellen in zijn hand en hij stond vlak voor de microfoon. Hij moest dus wel spreken, maar hield even op, en maakte een gebaar de zaal in, wat daar werd opgevat als een verzoek om de longen nog meer uit te zetten. Eindelijk gaf hij het op. Een trompetsignaal bracht even stilte. Het werd zuiver geblazen en ging pianis simo uit. De blazer werd oogenblikk lijk gehuldigd door eer orkaan van vreugde uitingen en de heer Vreede leek we;; te vagen in een golf van geluid, die uit de zaal opkwam. Toen ging de pantomime verdeiEr werden bladen omgeslagen en een handdruk aan de bemanning toon de, dat afdeeling I van de huldiging was afgeloopen. Daarna optreden van mr. Spit voorzit ter van de Volksraad. Hij bleek een beter acteur. Hij zette zijn woorden kracht bij door forse gebaren en bewe gingen van zijn handen. Het werd wat stiller. Er was nu wat te zien, doch niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9