Pers-manoeuvre van het Duitsche front
Het koninklijk huwelijk in Engeland.
Nat. soc. koopen het weekblad „Westland".
Jladiopcogcamma
Seuitteion
Buitenland.
NIEUW ANTI-DUITSCH WEEKBLAD
OPGERICHT.
DE FREGATVOGEL.
NOODWEER BOVEN GRIEKENLAND.
Achttien personen verdronken.
Indrukken van de plechtigheid.
Woensdag 5 December.
HILVERSUM, 301 M. (VARA-
uitz.) 8.— Or.pl. 9.30 P. J. Kers:
Onze keuken. 10.VPRO-morgen-
wijding. 10.15 Voor Arb. in de
contiuubedr.: H. de Man, lezing en
gr.pl. 12.— De Zonnekloppers o. 1.
v Cor Steyn. 12.30 Orvitropia olv.
J. v. d. Horst. 1 B. Blez, hobó en
R. Schoute, piano. 1.10 Vervolg
concert. 1.30—2.— Trioconcert.
2.15 Kniples. 3.— Voor de kinde
ren. 5.30 De Notenkrakers olv. D-
Wins. 6.Gr.pl. 6.20 J. Huy>
saxofoon en R. Schoute, piano. o.30
E. Walis en zijn orkest. 7.02
„Broadway-schandalen". 8.30
12— Hou Stand en St. Nicolaas-
progr. mmv. VARA-tooneel olv. W.
v. Cappellen, diverse muziek-ensem-
bles, E. Busch en Alb. de Booy,
zang, Oome Keesje en verder rep.
uit Madrid.
HUIZEN, 1875 M. (NCRV-uitz.)
8— Schriftlezing en meditatie. 8.15
—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
0.1.v. ds. C. Bruins. 11.—12.
Kwintetconctrt. 12.15 Gr.pl. 12.30
Zang door mevr. G. van Vlader3"
cken mmv. J. Poortenaar, piano.
1.Verv. kwintetconcert. 1.3Ö Ver
volg zang en piano. 2.Gr.pl.
2.30 Voor jeugdige postzegelverza
melaars. 3.-3.45 Cello-recital L.
Schuyer m. m. v. M. Sluzewsky,
piano. 4.— Orgelconcert L.
Blaauw. 5.— Kinderuur. 6.—
Landbouwpr. 6.30—7.Afgestaan.
7.15 Gr.pl. 7.30 Voor de kleintjes.
8.NCRV-Klein-orkest en NCRV-
Harmonie-orkest olv. P. v. d. Hurk
mmv. R. Parker, orgel. 9.40 St.
Nicolaasprogr. 10.10 Vaz Dias.
10.20 Vervolg concert. 11.12.
Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.05 Le
zing. 11.20 Gr.pl. 11.50 Voor de
scolen. 12.05 Orgelspel Q. Mac-
Lean. 12.50 Ch. Manning en zijn
orkest. 1.50 Gr.pl. 2.25 Voor de
scholen. 3.15 Piano-recital E. Lush.
3.35 Sted. orkest Bournemouth o. 1.
v R. Austin mmv. P. Whitlock,
orgel. 5.05 Het Mac Arthur kwin
tet 5.35 BBC-Dansorkest olv. H.
Hall. 6.20 Ber. 6.50 en 7.05 Lezin
gen. 7.25 Zang door J. Armstrong,
tenor. 7.50 BBC-Symphonie-orkest
olv. A. Boult mmv. A. Catterall,
viool. 10.05 Ber. 10.35 Het Cele-
brity-Trio. 11.15 Voordr. 11.20
12.20 De Grosvenor House Band
olv. Sydney Lipton.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1648 M
7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Het
Goldy-orkest. 8.20 „Zampa", opera
van Hérold. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
—1.20 Strijkensemble olv. Bendix.
2.20 Gr.pl. 2.50 Omroeporkest olv.
Mahler, 7.20 Kamermuziek. 7 50
Voordr. 8.20—1.20 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl.
6.35 Kamer-orkest olv. Schrader.
11.20 Herb. Fröhlich en zijn orkest.
1235 Gr.pl. 1.35 Schrammelmu-
ziek 3.20 Gr.pl. 5.05 Zang en
piano. 6.50 „Caruso zingt (gr.pl.)
8— Stunde der jungen Nation:
Die Kultur der Germanen. 8.30
Brahms-concert mmv. solisten en
orkest olv. Breuer. 9.55—11.20
Omroepkleinorkest olv. L. Eysoldt
ROME, 421 M. 8 05 „Rigoletto",
opera van Verdi. Orkestleiding: U,
Tansini. Koor: Casolari.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12 20 Gr.pl. 1.30-2.20 L. Lang-
lois' orkest. 5.20 Dansmuziek. 6.35
en 7.35 Gr.pl. 8.20 Symphoniecon-
cert 9.20 Dito. 10.30—11.20 Gr.pl.
484 M.: 12.20 L. Langlois' orkest.
130—2.20 en 5.20 Gr.pl. 6.35
Cello-recital. 7.20, 8.20 en 8.50
Gr.nl. 9.20 Omroeporkest o. 1. v.
André. Hierna tot 11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.30 „Unsere Saar Den
Weg frei zur Verstandigung 8.—
Zie Keulen. 8.30 Piano-recital Ed.
Erdmann. 9.20 Ber. 9.50 Radio
kwartiertje. 10.05 Weerber. 10,20—
11.50 Populair concert en Dans
muziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Deutschl.s. 8 05—9.20,
Keulen 9.20—13.30, Brussel (Fr)
13 30—14.20, Kalundborg 14.20—
15.20, Keulen 15.20—16.50. Lond.
Reg. 16.50—17.35, Brussel (Fr.)
17.35—18.55, Weenen 18.5521.40
Leipzig 21.40—23.20, Weenen
23.20-24.—.
l ijn 4: Parijs Radio 8 05—8 50,
Droitwich 10.35—11.05, Lond. Reg.
11.05—12.05, Droitwich 12.05—
14.20, Lond. Reg. 14.20—15.15,
Droitwich 15.1518.50, Lond. Reg.
18.50—19.50, Droitwich 19.50—
2235, Lond. Reg. 22.05—24.—.
Groot opzien zoowel in het Saar-
gebied zelf als in Frankrijk en
Duitschland werd veroorzaakt door
de verschijning van nummer 47 van
het onafhankelijke Duitsche week
blad „Westland", dat in een groot
artikel tegen de voorstanders van
handhaving van den status quo in
het Saargebied blijk gaf, in handen
van de nationaal-socialisten te zijn
overgegaan, waaromtrent hetzelfde
nummer verdere uitvoerige mede-
deelingen bevatte.
„Westland" verscheen verleden jaar als
onafhankelijk weekblad, dat krachtig stelling
nam tegen de nationaal-socialisten in het
Saargebied en een doeltreffende propaganda
voerde voor handhaving van den status quo.
Het behoorde tot de meest gelezen bladen
zoowel in het Saargebied als in het buiten
land en bereikte een vrij groote oplaag.
Zelfs de nieuwe nationaal-socialistische uit
gevers van het blad geven toe, dat het tot de
best geredigeerde status quo-tijdschriften be
hoorde en het blad had dan ook in den kor
ten tijd van zijn bestaan vrij grooten invloed
gekregen. Het was verleden jaar gesticht
door een Duitsch emigrant, Thalheimer, die
het blad uit zijn particulier vermogen en dat
van zijn familie financierde.
Juist tengevolge van de groote oplaag en
door het ontbreken van advertenties kostte
de uitgifte van „Westland" voortdurend
geld, zoodat Thalheimer tenslotte het blad
niet langer uit eigen middelen kon finan
cieren. De moeilijke financieele positie van
het blad was in vrij groote kringen bekend,
evenals het feit, dat Thalheimer financieele
hulp zochj, om de uitgifte althans tot aan de
volkstemming op 13 Januari a.s. te kunnen
voortzetten.
Het Duitsche front, dat hiervan eveneens
op de hoogte was, kwam op het denkbeeld
van de zwakke financieele positie van „West
land" gebruik te maken om den voorstanders
van den status quo een van hun beste wa
pens te otnemen en zoo mogelijk tegen hen te
keeren. Volgens de oude „Westland"-redac-
tie zou het plan in overleg met het Rijkspro-
paganda-ministerie te Berlijn zijn uitge
werkt en zou met behulp der Duitsche regee
ring of der N.S.D.A.P. een aanzienlijk be
drag voor het doel zijn bijeengebracht.
Zoo kwam Thalheimer in verbinding met
een te Parijs gevestigd Duitscher, leider van
een Fransch advertentiebureau, Weissen-
berg, die na eenige onderhandelingen ver
klaarde een bedrag van 200.000 frs. te wil
len investeeren in het blad, dat daardoor
practisch in zijn handen zou overgaan. Het
geld was volgens hem afkomstig van een
wegens belastingmoeilijkheden uit Duitsch
land gevlucht emigrant, die het bedrag
gaarne over had voor goede propaganda
tegen het Derde Rijk. Weissenberg zegde
toe, geen enkelen invloed op de redactie van
„Westland" te willen uitoefenen. Niettemin
meldde zich kort hierna iemand bij de redac
tie van „Westland", die verklaarde gevol
machtigde van Weissenberg te zijn. Door de
hieruit voortvloeiende verwikkeling hoorde
de redactie voor de eerste maal, dat het blad
van eigenaar was veranderd. Eenparig wei
gerden de redacteuren, zelfs toen zij alle ge-
wenschte toezeggingen van volledige vrijheid
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
5).
„Niet hef bestaan van een gentleman",
antwoordde hij. „Zoo staan de zaken", ver
volgde hij samenvattend, „ik zou meer
proeven kunnen geven als u dat zoudt
wenschen".
„O, neen, dank u".
„Goed, nu weet u, wat ik kan doen, ver
telt u mij dan, hoe ik u helpen kan. Ik ver
geet de kaarten nog", voegde hij er bij.
„Die kwamen later".
„U bedoelt
„Gemerkte kaarten natuurlijk".
„U hebt vaak uw hand op fortuinen kun
nen leggen, is het niet?"
„Meer dan eens".
„Maar nu bent u hier in een kleine stad
in het Westen en niet zoo erg voorspoedig,
naar het mij voorkomt".
„Ik heb altijd goede rente genoten om zoo
te zeggen, maar nooit het geluk gehad een
som in handen te krijgen, die al£ hoofdsom
kon dienen. Als de rente op was en ik
heb een duren smaak dan moest ik weer
opnieuw beginnen. Maar ik ben in de West
geboren en daarom kom ik steeds terug".
„U bent in veel plaatsen geweest?"
„Duizenden, ja natuurlijk".
van handelen kregen en hun zelfs verbete
ring van hun positie werd beloofd, hun ar
beid voort te zetten zoolang niet duidelijk
was, uit welke bron het geld, waarmee de
krant gekocht was, afkomstig was.
De nieuwe eigenaar Weissenberg was in
middels naar Saarbrücken gekomen om de
redacteuren ervan te overtuigen, dat het geld
noch uit Fransche, noch uit nationaal-socia-
iistische bron afkomstig was, doch door een
anti-nationaal-socialistisch Duitscher be
schikbaar was gesteld. Hij verklaarde zich
bereid de volmacht die hij den reeds genoem
den gevolmachtigde had gegeven terug te
trekken en noemde het benoemen van deze
gevolmachtigde een fout, aangezien de be
trokken man volgens hem hoogst onbetrouw
baar zou zijn. Tevergeefs trachtte hij op deze
voorwaarden de redacteuren er toe te be
wegen hun werk aan te krant te hervatten.
Het wantrouwen der redacteuren werd op
nieuw gewekt, toen zij daarna Weissenberg
in een hotel te Saarbrücken in een vertrou
welijk gesprek met den gevolmachtigde von
den. Tegelijkertijd werd bekend, dat een be
kend nationaal-socialistisch Duitsch journa
list reeds had rondverteld, dat „Westland"
door het Duitsche front was gekocht en ook
de Parijsche vertegenwoordiger van D.N P>
had in vertrouwen mededeel ingen over de
manoeuvre gedaan. Beiden bleken volkomen
op de hoogte van het verloop der onderhan
delingen en zoo werd het den redacteuren
van „Westland" duidelijk, dat het geld van
nationaal-socialistische zijde afkomstig
moest zijn.
Op 1 December verscheen een uit 8 pagi
na's bestaand nummer van „Westland ge
drukt op een andere drukkerij en verzorgd
door een nationaal-socialistisch redacteur,
waarin op felle wijze tegen de aanhangers
van den status quo werd te keer gegaan en
werd onthuld, hoe dezen voor een luttel be
drag hun principes hadden verkocht.
In de kringen der anti-fascisten en aan
hangers van den status quo in het Saarge
bied dreigde deze onthulling, waarmee men
zich van een van de beste propaganda-mid-
delen tegen de nationaal-socialisten beroofd
zag, even een paniek te wekken. De redac
teuren van „Westland"' zaten echter niet stil
en zagen kans, eenige Saarlanders en ge
ëmigreerde Duitschers te vinden, die bereid
waren hun de middelen voor een nieuwe
krant te verschaffen.
Op 2 December j.1. verscheen onder hun
redactie het eerste nummer van „Grens
land", een uit 16 pagina's bestaan orgaan
dat denzelfden vorm en geest heeft als het
oude „Westland".
De redactie verklaart, dat door haar voor
zichtigheid en de onvoorzichtigheid der
nationaal-socialistische agenten de nazi's
practisch slechts de leege „kop" van het blad
„Westland" plus de schulden die het blad
had, hebben gekocht, zoodat zij bij de
transactie in totaal een bedrag van 800.000
frs. zouden hebben weggegooid. Het zou
namelijk volgens de „Grenzlbnd"-redactie
in de bedoeling der nationaal-socialisten
hebben gelegen, de oude redactie rustig aan
„Westland" te laten voortwerken en dan pas
in Januari, kort voor de volksstemming,
plotseling met een sensationeele onthulling
te komen, dat deze redactie evenals het blad
zelf niets dan een werktuig van Fransche
machten waren geweest, en daarmee een sen
sationeel einde aan het bestaan van het blad
te maken door het onmiddellijk voor de
volksstemming voor nationaal-socialistische
propaganda te gebruiken.
„Engeland en Frankrijk naar het schijnt.
En ook Italië?"
„En Duitschland en Rusland".
„Werkelijk?"
„En een tocht in Afrika, een tijdlang in
Engelsch Indië".
,Wat hebt u daar wel gedaan?"
„Tijgers geschoten", zeide Geraldi, „en
gestudeerd".
„Wat?"
„Hoe te leven zonder werk".
„Als de Bramanen, bedoelt u?"
„Neen, juist het tegenovergestelde".
Miss Asprey lachte, zij scheen er plezier
in te hebben.
„Nog andere plaatsen?"
„Ik maakte jacht op een groot paard in
Arabië en ik reisde een groote parel na
over de Zuidzee-eilanden. Dat zijn mijn
voornaamste reizen".
„U spreekt zeker veel talen, is het niet?"
„Ja, een half dozijn, een ervan een doo-
de, waarop ik trotsch ben".
„Maar hoe hebt u dat kunnen doen? Of
hebt u een fotografisch brein?"
„In het geheel niet, maar bij zulk een le
ven heeft men veel vrijen tijd. Weet u, wat
de meeste mannen doodt?"
„Wat dan?"
„Acht uur per dag op een kantoor zit
ten, nog twee uur om te komen en te gaan,
nog eenige uren niets doen of wat onzin
om uit te rusten; dat zijn twaalf van de
vierentwintig uur. ziet, zij hebben niet
veel tijd over om te leven".
„Daar heb ik nooit aan gedacht", gaf
miss Asprey toe.
nis. En zij deden het. De pronk kwam in dit
geval van de mannen. Zij gaven kleur en
schittering en glorie aan het tooneel; zij de
den het in scharlaken en goud, in kant en
pluimen van ambts- en gala-gewaden, minis
ters en oud-ministers, diplomaten, generaals,
admiraals, bisschoppen en aartsbisschoppen.
En dan was er de lijfgarde van den Koning
met den koninklijken standaard, een prach
tige stoet van glanzend èn kleurig getooide
mannen in roode lange jassen met vergulde
epauletten en koperen helmen op, waaruit
als ontspringende fonteinen pluimen om
hoog schoteen. Zij stonden naast de pilaren,
die de afscheiding tusschen het sacrarium en
het schip van de kerk markeeren, als pilaren
naast pilaren, handen aan slagzwaarden,
wakers aan de poort van het religieus hart
van het rijk. Zoo wil het de traditie, die ouder
is dan de Middeleeuwen en die beklijft
beklijven moet, vindt men, indien Engeland
wil blijven leven in niets zoo treffend als
in majesteitelijk ceremonieel. Geen wonder,
dat met zulke middelen de Britten aan hun
plechtigheden den hoogsten luister en de
diepste indrukwekkendheid kunnen geven.
Als een droom.
De mist van den dag was de kerk binnen
gedrongen en deed zijn best, van deze won
derlijke werkelijkheid een droom te maken.
Het gezang van het koor vulde de lucht, ter
wijl de bruidsstoet stil voortbewoog door het
schip, over den rooden looper, gelegd over
de graven der beroemden. De bruid, een
hand licht op den arm van haar vader, was
wit-en-zilver van hoofd tot voetenen terwij!
zij langzaam voortging tusschen de luister
rijke rijen aan den eenen en den anderen
kant, vloeide haar lange witte bruidssluier
achterwaarts in de handen van de twee klein
ste bruidsmeisjes, prinses Elizabeth en lady
Mary Cambridge, twee fijne figuurtjes in
witte kleedjes ais schuim. De sluier golvend
van het hooge bruidshoofd naar de kleine
kinderen deed denken aan een waterval,
waarin zii spelenderwüze de k'eine handen
spoelden. En dan volgden meer lieflijke
fantasie in wit en zilver de andere bruids
meisjes met ranke bouquetten wüte bloemen
in de armen.
In de i./are glorie ep de verstillende waar
digheid van dit gebeuren zat als k'einste gast
op een laag stoeltje bij de trappen naar liet
altaar de kleine Margaret Rose aan haar jurk
je te plukken, een kleine kleuter van jonge
menschelijkheid in verlichtend contrast met
de bijna neerdrukkende en stan'e schittering
van de rijen voorname getuigen aan weers
zijden van het schip. Er was een andere echt
menschelijke noot in deze wonderlijke en in
al haar glans zoo formeele gebeurtenis. De
ze werd verschaft door niemand minder
dan den hoogsten kerkprelaat van het land,
den aartsbisschop van Canterbury, in zijn
rede tot den Hertog van Kent en zijn vrouw,
terstond na de huwelijksinzegening. Nimmer
in de geschiedenis, zoo verklaarde hij, waren
er zooveel getuigen geweest van een huwe
lijk. Want tallooze menschen deden aan den
dienst mee in hun woningen dank zij een
wonderbaarlijke uitvinding der wetenschap.
Zij waren bruiloftsgasten in milboenen en
hun goede wenschen waren hun huwelijks
geschenk. De hoofden van de bruid en den
bruidegom waren in gelükwenschen uit alle
deelen van het land, uit alle deelen van het
rij gehuld. Maar hij verzocht het jong ge
huwde paar ondanks de blijde opgewonden
heid van het cogenblik te willen luisteren
naar een ernstig woord. Alle goede wenschen
van de gansche wereld konden geen geluk
geven. Dat kon alleen komen uit hen zelf, uit
den geest welke hen bezielde. Indien de pas
getrouwden hun juist aan elkaar gedane be
loften niet beschouwden als een formaliteit
maar als een eerewoord, te houden met on
kreukbare trouw, dan zou hun huiselijk le
ven niet alleen in geluk verzekerd zijn, maar
tevens een glanzend voorbeeld zijn voor an
deren.
Dat was in de Abbey. Er er buiten ston
den de massa's te wachten op den terugkeer
van George en Marina, thans in den echt
verbonden, naar den open dïag. Al konden
weinigen een blik werpen op de glazen koet
sen, aie de koninklijke families terug zouden
brengen aar het paleis, al konden weinigen
het oogenblik vaststellen waarop de popu
laire man en zijn zoo snel populair gewor
den vrouw de kerk zouden verlaten, toen dit
eenmaal was geschied, wist de wereld' in wij
den omtrek er alles van. Want dit verlaten
van het jonge paar van de kerk viel samen
met een plotselinge uitbarsting van gelui van
alle bellen in den klokkentoren, dat uren
lang aanhield. Op dat cogenblik steeg de
vreugde van de menigte ten top en uitbundig
gejuich schaterde tegen de griize kerkmuren
op en plantte zich voort over de mistige wa
teren van de Theems.
„Terwijl elk moment van mijn leven aan
mij behoort, behalve wanneer ik door de
wet word vervolgd".
„Is dat vaak voorgekomen?"
„Een dozijn maal of zoo".
„U hebt vaak voor vervolging moeten
vluchten; hebt u zelf wel eens vervolgd?"
„Heel veel".
„Waarom?"
„Om mijn eigen wet ten uitvoer te leg
gen".
„Hoezoo?"
„Gewoonlijk werk ik alleen, maar nu en
dan moet men hulp nemen. En bijna altijd
tracht de helper u in het eind te bedrie
gen".
„Werkelijk?"
„Natuurlijk; en dan moet men op pad
gaan om zijn eigen deel op te éischen".
„Dat zal wel bijzonder moeilijk zijn".
„Zeker, dat is, waarom ik bijvoorbeeld
naar Indië ging".
„Wel", zeide het meisje tenslotte, „ik
denk, dat hel wel gaan zal. Ik bedoel, dat ik
u zou willen vragen om een spoor voor mij
te zoeken".
Hij had geen tijd om te antwoorden,
want er werd snel en haastig op de deur
geklopt en de kruk werd ongeduldig heen
en weer gerukt, alsof iemand in de gang
was, die het recht had binnen gelaten te
worden.
„Dat is moeder", zeide het meisje
De fregatvogel was al reeds achter het
gordijn gesprongen.
„Neen, dat liever niet", zeide zij. „Ik wil
liever, dat u deze moeilijkheid dadelijk on
Waarom die enorme, belang
stelling?
De vraag is besproken hoe het komt dat
dit huwelijk zulk een weergalooze belang
stelling heeft getrokken en zooveel diepe op
getogenheid heeft gewekt. Men vergelijkt de
tooneelen en gevoelens van deze gebeurtenis
met vroegere huwelijken van de koninklijke
familie en ontdekt, dat de geschiedenis van
koninklijke bruiloften nimmer iets heeft ge
kend dat met deze jongste gebeurtenissen
kan worden vergeleken. Het was zoo spon
taan. Het antwoord is wellicht meervoudig.
Dit is geen huwelijk van politiek of dynas
tiek overleg. Het volk heeft terstond het ge
voel gekregen dat hier twee jonge knappe
menschen slechts d'oor de liefde tot elkaar
waren gebracht. De Prinses, hoe continen
taal ook in haar manieren en gebaren, heeft
in vroegere jaren lang in Engeland ge
woond, is er gedeeltelijk opgevoed en kent
Engelsch als haar moedertaal. Zij is elegant,
schoon en intelligent, een persoonlijkheid, een
karakter en voor het gevoel van het volk ze
ker de uitgekozen levensgezellin voor den
populairen Prins. „Here is a real romance",
zeggen de Engelschen, en vooral de Engel-
sche vrouwen, die voor een deel den nacht
onder den blooten hemel doorbrachten om
den besen blik te kunnen werpen op het ge
liefde paar. En een aanzienlijk deel van de
vervoering en de uitbundigheid, welke deze
schoone gebeurtenis hebben gekenmerkt,
moet zeker komen op rekening van den kom
mervollen tijd, waarvan de onrust, de onze
kerheid en de eentonige alledaagschheid
zwaarder en zwaarder op het volk komen te
der de oogen ziet, als u er niets op tegen
tiebt".
Hij keek haar vastberaden aan. „Goed",
zeide hij toen.
Daarop ging zij naar de deur om open
te doen.
HOOFDSTUK V.
Mevrouw Asprey stormde de kamer bin
nen; zij was juist het tegenovergestelde van
haar dochter, die noch lang, noch kort,
noch dik, noch slank was, terwijl haar moe
der beslist klein was. Zij had het hoofd en
den nek van een meisje, behalve wanneer
het licht op de rimpels viel, die haar twee
enveertig jaren verrieden, maar de rest was
veel te zwaar, zoodat zij hijgde en met hor
ten en stooten sprak na het trappen klim
men.
Op haar hijgenden boezem schitterde een
collier en juweelen glinsterden, als zij haar
handen bewoog.
„Louise!" riep zij buiten adem uit, „heb
]e ooit zooiets gehoord? Heb je het ooit
kunnen denken, kunnen droomen? Ze kwa
men zoo maar ons huis binnen! Zij belden
zelfs in het geheel niet aan! Ik zal neef
Edgar zeggen, dat hij eenvoudig een
voudig heb je ooit zooiets gehoord,
Louise?"
„Meneer Chalmers", begon haar doch
ter.
„Die dat wezen!" riep mevrouw uit.
„Die die onmogelijke vent! Alsof iemand
in ons huis zou durven komen behalve
dat teugellooze rapaille zelf, dat
„Maar er is toch nog iemand gekomen",
rusten. Dit te vergeten, zich te verliezen in
vreugde en vervoering over zulk een gehiSi
kige gebeurtenis als dit huwelijk is een na
tuurlijk, begrijpelijk en gezond verschijnsel.
TREINONTSPORING TE BRUSSEL.
Een personentrein uit Gent is te
Brussel-Kleineiland door verkeerden
wisselstand gederailleerd. De stoker
werd ernstig gekwetst, terwijl een
vrouwelijke passagier inwendige kneu
zingen opliep.
Tengevolge van de hevige stormen en
zwaren regenval in' de omgeving van
Athene, zijn verleden week 18 personen ver
dronken.
Er hebben vele ongelukken plaats gehad
Zoo werd een wagen, waarop zich een aan
tal personen bevonden door het snel stijfffl-
de water opgenomen en meegevoerd. AH
die zich op den wagen bevonden, vonden to
verdrinkingsdood.
De voornaamste brug over de Cephissus.
die Athene met Phalerum, een zomerverblijf
plaats, verbindt, is vernield. Heele huizen
zijn weggevaagd.
Het lijden der slachtoffers wordt nog ver
groot door de bittere koude, die thans
heerscht.
De regeering heeft een steunactie ingezet
voor de families, die door de gebeurtenissen
getroffen zijn.
zeide het meisje.
„Louisie".
„Ja!"
„Dat kan niet. Hoe weet je dat? Hoe zou
hij hebben kunnen binnen komen?"
„Wilt u beloven, dat u niet zult gillenr
„Ja, ja, ja!"
„Hij kwam mijn kamer binnen
„Ah!" gilde de moeder, dadelijk haar
woord brekend. „Louise! Meen je daf.
Hier? In deze kamer? Hoe vreeselijk! wat
heb je wel gedaan? Heb je gegild? Ben je
flauw gevallen? Heeft hij iets wef$en0'
men? Kind, waar is je juweelenkistje?
„Ik weet het niet", zeide Louisie.
„Je weet het niet?"
„Neen, maar hier is de persoon in kwes-
tie!"
Mevrouw Asprey wendde zich om; haar
dochter bleef aicht naast haar staan, zoo
dat zij in staat was zich aan den sterk1en
jongen schouder van haar dochter vast
houden.
„Goede hemel! Goede hemel! Goede n
mei!" riep mevrouw Asprey. „Wat moeu
we doen, Louisie, wat moeten we dO'e
Moeten wij onze handen opsteken? Gaat nj
schieten?"
Beneden sloeg een deur dicht.
„Daar is neef Edgar", zeide^ Louis
„zoudt u hem niet binnen roepen?"
„Ik durf mij niet te bewegen'" kermde
mevrouw Asprey. ,nru.
„Hij zal ons niets doen", zeide haar d
ter. „Maar het zou beter zijn als u
Edgar zoudt roepen".
(Wordt vervolgd-'
Van onzen Londenschen correspondent.
Prinses Marina en de Hertog van Kent
zijn man en vrouw geworden m een trouw-
dienst. die in zijn kern gelijk is aan dien
voor de nederigste bruiden en bruidegommen
in het rustigste dorpje van het land. De om
geving en ae omstandigheden alleen waren
anders. Het interieur van de Westminster
Abbey, het oude Godshuis van het Britsche
Rijk, diep vergrijsd en verzacht, in. ouderdom
van acht eeuwen, gaf het intieme tooneel, in
tiem ja, maar grootsch en indrukwekkend in
praal en plechtigheid. Er is niemand hoo
vaardig genoeg in Engeland, geen hoog-
waard ïghe idsbek leede r, geen ceremoniemees
ter van het Hof, om het antieke middenschip
van de kerk anders te doen schijnen, kleuri
ger, nieuwer te doen zijn dan het is. Geen de
coratie van de kerk kon betrokken worden in
de algemeene versieringen voor het groote
eest. De praal en dé sier moesten worden ge
leverd door hen, die van nabij getuige moch
ten zijn van deze blijde en schoone gebeurte