HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI-
FOKKER EN DE K.L.M.
£uditoaact
De Nederlandsche
vliegtuig-industrie.
DE ONGELUKKEN MET DE
VLIEGTUIGEN D.H. 86 IN
AUSTRALIË.
Een voorloopig rapport van de
commissie van onderzoek
De commissie van onderzoek naar
luchtvaartongelukken in Australië heeft
een voorloopig rapport uitgebracht no
pens het vergaan van de twee vliegtui
gen van het type DII 86, de Miss Hobart,
die vergaan is in de Bassstraat tusschen
Launceston en Melbourne en het nieuwe
toestel van de Qautas, bestemd voor den
Siimttieuws
JjiQeMMiden Stukken
DE ROODE KRUIS-COLLECTE.
1
ONFORTUINLIJKE LANDING VAN
DE „EKSTER".
Toestel licht beschadigd.
De K.L.M. heeft bericht ontvangen, dat
haar tcestel de „Ekster" van den
sterdamKopenhagen, dat gistermorgen
met acht passagiers aan boord te half twaalf
van Schiphol was vertrokken, bij aankomst
te Kopenhagen een minder fortuinlijke lan
ding heeft gemaakt. Bij het uitrollen kwam
het toestel in omgeploegd land terecht,
waardoor de wielen in den grond wegzakten
Het toestel werd licht beschadigd. De inzit
tenden zijn allen ongedeerd gebleven.
CONSTRUCTEUR SLOT GAAT
VLIEGTUIG BOUWEN.
Vliegtuigafdeeling van Pander
overgebracht naar Vlissingen.
De constructeur van den ex-Post-Pander-
jager, de heer Slot, zal volgens de Tel. in
opdracht van een geheim gehouden Neder-
landschen opdrachtgever een burgervlieg
tuig gaan bouwen bij de Kon. Maatschappij
„De Schelde", te Vlissingen. Omdat bij de
Panderfabrieken in Den Haag geen vol
doende gelegenheid is voor expansie voor
haar vliegtuigenbouwafdeeling zal deze
overgebracht worden naar Vlissingen, waar
bij de „Schelde" beter gelegenheid is. Daar
men hier vlak bij het water zit. kan men zich
hier ook beter op den bouw van watervlieg
tuigen gaan toeleggen.
Hoewel de overplaatsing nog niet geheel
definitief is, kan, naar men ons van welinge
lichte zijde verzekerde, het zoo goed als zeker
geacht worden, dat het tot deze overplaat
sing zal komen. Dit wil nog niet zeggen,
dat de Panderfabrieken den vliegtuigbouw
geheel gaan vaarwel zeggen. De firma Pan
der zal zich voor de constructie blijven inte
resseeren. De technische staf zal echter groo-
tendeels van Den Haag naar Vlissingen
worden overgeplaatst.
In een interview heeft de heer Ples-
man, directeur van de K. L. M., dezer
dagen verklaard, dat de Nederlandsche
vliegtuigindustrie door onvoldoenden
spoed te betrachten de belangrijke werk
gelegenheid, die door den bouw van 14
verkeersvliegtuigen wordt geschapen,
aan Nederland heeft doen ontgaan.
Naar aanleiding hiervan hebben wij
ons gewend tot den heer ir. B. Stephan,
adjunct-directeur van de N. V. Neder
landsche vliegtuigenfabriek „Fokker".
De heer Stephan verklaarde, dat een
zoo ernstige beschuldiging als in ver
meld interview weergegeven ongetwij
feld een antwoord vereischt. Dit ant
woord kan kort zijn.
De K. L. M. heeft, zooals bekend is, bij
de Nederlandsche vliegtuigenfabriek een
paar nieuwe types zeer groote vier mo-
torige vliegtuigen in ontwikkeling. Die
ontwikkeling is ondernomen, omdat de
K. L. M. van oordeel was, dat de groei
ende behoefte van haar luchtnet in het
bijzonder van de Indië-lijn, reeds zeer
spoedig het gebruik van dergelijke grco-
te vliegtuigen noodfg maakte. Dat de
enorme ontwikkelingskosten, die vele
tonnen gelds beloopen, van zulke groote
vliegtuigen niet door de eerste exempla
ren kunnen worden goedgemaakt, heeft
dé Nederlandsche vliegtuigindustrie
niet weerhouden om zich aan deze taak
met al haar krachten te geven. Zij deed
dit in het vertrouwen, dat zij op den
duur uit de in uitzicht gestelde series
de genomen verliezen zou kunnen dek
ken, althans dat aldus de werkgelegen
heid zou worden geschapen, waaraan
behoefte is.
Terwijl echter de Nederlandsche in
dustrie zich met haar door de K. L. M.
geopend vooruitzicht voor oogen met de
ontwikkeling dezer groote types volop
bezig houdt, bleek het inzicht van de
K. L. M. zich te wijzigen. Niet een dade
lijke vergrooting maar een verhooging
van de frequentie met snellere kleinere
vliegtuigen wordt het parool.
Dat zulks in de eerste plaats met zich
mee brengt, dat de ongedekte ontwikke
lingskosten van de groote vliegtuigen
voor de Nederlandsche vliegtuig-in
dustrie een rem beteekenen, om de K. L.
M. op haar nieuwen weg te volgen,
dient te worden gereleveerd. Maar
evenzeer moet erop worden gewezen dat
het de Nederlandsche vliegtuigindustrie
niet tot verwijt mag strekken, dat zij
haar constructieve krachten en haar
financieele reserves concentreert op de
van haar verlangde groote vliegtuigen
die tevens de kleinere snelle vliegtuigen
van gelijksoortige kwaliteit als de Arrie-
rikaansche heeft ontwikkeld. Niet
slechts, dat elke inspanning en opoffe
ring een einde heeft. Van haar was dit
laatste bovendien niet gevraagd, omdat
men. immers meende groote vliegtuigen
noodig te hebben. Toen bleek dat het in
zicht der K. L. M. zich wijzigde, heeft de
Nederlandsche vliegtuig-industrie we
derom niet stil gezeten, maar zich aan
gepast, door zich de bouwlicentie en het
verkoopsrecht van een vliegtuigtype te
verzekeren dat voor de nieuwe behoef
ten paste. Zij kon dit des gereeder doen,
daar zij tevoren reeds 'n paar jaar door
studie of anderszins een diepsraande
studie van geheel metaal vliegtuigbouw
had gemaakt en tot de conclusie was ge
komen dat het Douglas-type het verst
was gevorderd. Zij détacheerde bij de
Amerikaansche Douglasfabriek eenige
ingenieurs om de licentie-gegevens te
verkrijgen en den bouw in Nederland
voor te bereiden. De K. L. M. nu wensch-
te 14 van deze machines geleverd te
krijgen en ca. 4 maanden geleden deed
de Nederlandsche vliegtuigenfabriek een
aanbieding hiervoor, welko erop was
gebaseerd, dat deze machines grooten-
deels in Nederland gebouwd zouden
worden. Indien er toen al op die aanbie
ding ware ingegaan, zou er voldoende
tijd zijn geweest voor het opzetten van
de fabricatie in Nederland.
Voor de K. L. M. was die aanbieding
een teleurstelling omdat zoowel tenge
volge van het feit dat de machines hier
te lande in kleiner serie dan in Amerika
zonden worden gebouwd als ten gevolge
van den invloed der ge dep ree ie e r d e
Amerikaansche valuta de bouw in Ne
derland duurder zou zijn dan in Ame
rika, ofschoon hij niet duurder zou zijn
gekomen dan de Amerikaansche machi
nes in Nederland geleverd zouden
moeten kosten. Ieder zal het prijzen, dat
zij tracht haar aarschaffing goedkoop
te doen, doch van haar mag ook worden
verwacht, dat zij en stellig onder de
thans geldende omstandigheden een
open oog heeft voor het belang eener
Nederlandsche vliegtuignijverheid en
begrijpt dat deze wier verliezen niet
door subsidies worden gedekt, niet kan
blijven bestaan, wanneer zij het eene
verlies op het andere moet stapelen.
Hoewel de Nederlandsche vliegtuigen
fabriek voorstelde dat de prijs onder
worpen zou zijn aan het oordeel van een
door de K. L. M en haar gekozen arbiter
bleef in lange onderhandeling, waarin
juist door de industrie telkens op spoed
bij de beslissing werd aangedrongen
deze prijskwestie een struikelblok.
Zelfs haar médedeeling, dat zij bereid
was a priori alle gegevens van haar
prijsberekening aan het oordeel van
den arbiter te onderwerpen, bracht
daarin geen verandering. De kwestie is
daarna acuut geworden, omdat als ge
volg van de deelneming der K. L. M. in
de Melbourne-race haar concurrenten
op de lijnen naar het verre Oosten wak
ker zijn geschud en ook gaan streven
naar versnelling. De rustige voorberei
ding op snellere diensten moest nu wor
den verhaast en afgescheiden van het
verschil van meening over den prijs is
thans, nu inmiddels vier maanden zijn
verloopen, de Nederlandsche vliegtuig
industrie in de situatie gebracht dat de
te verstrekken opdracht niet meer tijdig
uitgevoerd zou kunnen worden door
bouw te Nederland waardoor deze vlieg
tuigen in het buitenland moesten wor
den besteld. Dit is des te meer te betreu
ren omdat, zoo besloot de heer Stephan,
het onderhoud de roem der K. L. M als
luchtverkeersmaatschappij mede berust
op de prestatie en den offerzin van de
Nederlandsche vFegtuig-industrie.
DE VLIEGER ULM NOG STEEDS
VERDWENEN.
Hoewel men dag en nacht bezig is met de
opsporing van den Australischen vlieger,
Ulm, is men er nog niet in geslaagd ook
maar iets van hem te ontdekken.
De bekende vlieger Kingsford Smith heeft
telegrafisch uit Los Angeles medegedeeld er
vast van overtuigd te zijn, dat het vliegtuig
van Ulm verscheidene dagen boven water zal
kunnen blijven.
Daarom verzoekt hij dringend de naspo
ringen niet te willen opgeven.
De hoop opgegeven.
Men begint de hoop op te geven, om Ulm
en zijn makkers, die met hun „Star of Aus-
tralian" een noodlanding op zee hebben
moeten maken, nog levend te vinden.
De periode van 48 uur, die hun toestel
naar men aanneemt drijvend kon blijven,
was gistermiddag tegen drie uur verstreken.
De vaartuigen en vliegtuigen, die de wate
ren rondom de Hawaiï-eilanden voortzetten,
zetten hun speurtochten voort. In marine
kringen houdt men nog rekening met de
mogelijkheid, dat Ulm en zijn metgezellen
misschien zijn opgepikt door een aer zeer
vele Japansche visscherssampans, die in
deze wateren met heele vloten tegelijk vis-
schen.
Het weer op zee slecht.
Naar de meening der meteorologen moet
alle hoop op reaaing van den vermisten
vlieger Ulm en zijn begeleiders worden op
gegeven, aangezien de weersgesteldheid op
zee zoo ongunstig is, dat nair
worden aangenomen, dat het vliegtuig na
zijn noodlanding op het water nog eenige
dagen drijvende zou zijn gebleven.
EEN VLIEOERS-VROUW SPREEKT.
Geen nieuwe kleeding als motor
noodig is.
De vrouw van kolonel Roscoe Turner, die
als derde aankwam in de LondenMel
bourne luchtrace, heeft regels vastgelegd
voor vrouwen van vliegers.
Echtgenooten van beroemde vliegers, zoo
zegt zij, moeten zich niet bezorgd maken, als
haar mannen in de lucht zijn. Zij moeten
geen nieuwe kleeding verwachten als er een
nieuwe motor noodig is, en vooral moeten zij
zich niet ongerust maken als er jongemeisjes
zijn, die zich voor de vliegerij en voor vlie
gers sterk interesseeren.
Reeds tien jaar ben ik de vrouw van een
vlieger, aldus mevrouw Turner, en ik weet
hoe kinderachtig het is om nieuwe kleeren te
vragen als het geld aan een nieuw toestel
besteed moet worden.
De vlucht naar Melbourne heeft men man
30.000 pond sterling gekost. Het toestel
alleen werd gekocht voor 16.000 pond. De
rest werd besteed aan benzine, reiskosten enz
Mijn man heeft met vliegen ruim 60.000
pond verdiend, maar al dat geld is besteed
aan vliegtuigen.
dienst Brisbane-Singapore, dat 15 No
vember bij Longreach te pletter is ge
vallen. Het rappor beveelt aan proeven
ypa DH 86, dat zich in Australië be
te nemen met het derde toestel van het
vindt (en dat voorloopig op stal is gezet)
om de bestuurbaarheid bij het gieren na
te gaan.
De commissie zegt, volgens het ver
slag in de Times, dat het „niet mogelijk
is de rechtstreeksche oorzaak na te gaan
van het ongeluk bij Longreach, maar dat
uit getuigenverklaringen blijkt, dat het
type DH 86 gevoelig is bij 't gieren". Zij
wijst er op, dat vliegtuigen bij gierende
beweging geneigd zijn hun snelheid vlug
te vergrooten en dat zelfs bij dubbele
besturing een vlieger, die geen brevet
heeft voor speciale toestellen geen
oogenblik alleen aan het roer gelaten
mag worden. Uit de getuigenverklarin
gen blijkt, dat Charlton, de mecaniciën,
geen brevet had, maar wel belangrijke
ervaring in het besturen van vliegtui
gen. Hij bestuurde het toestel toen het
ongeluk plaats greep, terwijl Creates, de
tweede vlieger, die de andere stuurstoel
innam, met de draadlooze bezig was. Het
feit, dat Prendergast, de commandant
van het toestel, zich in de kajuit bevond,
wijst er op, dat Charlton niet meer even
tjes zijn plaats had ingenomen en ook,
dat Prendergast volkomen vertrouwen
had in beide mannen in de stuurhut.
Uit de verklaringen blijkt, dat het
toestel in een rechtsche vrille is geraakt.
De vrille was overwonnen even voordat
het toestel tegen den grond sloeg. Uit
hot onderzoek van het wrak is gebleken,
dat de verschillende stuurinrichtingen
gaaf waren en uit een oppervlakkig on
derzoek van de motoren is niets geble
ken van motorstoring in de lucht.
Wat de Miss Hobart betreft, werkt de
commissie op, dat de inhoud van de
benzinehouders van dit type geen vol
doende veiligheidsmarge laat bij ongun
stig weer voor een rechtstreekschen
overtocht van Launcesterton naar
Melbourne. Voorts is zij van oordeel, dat
het verwisselen van bestuurder in toe
stellen met enkele besturing beslist ge
vaarlijk is en beveelt zij den aanleg aan
van noodlandingsterreinen op de groote
luchtverbindingen, die weer met het
groote wegennet verbonden moeten zijn.
Tot zoover het rapport der commissie,
waar men niet zoo heel veel wijzer uit
worda. De Nederlandsch-Indischc bla
den, die wij thans met de mail hebben
ontvangen, wijden bijzondere aandacht
aan het ongeluk.
In het Bataviasch Nieuwsblad van 22
November lezen wij:
„Het lijkt van belang, mede te deelen
wat op Tjililitan is gebeurd bij de lan
ding van de De Havilland 86.
„Zoodra het toestel stil stond, sprong
de mecanicien eruit om op de vleugels
toe te loopen en deze te onderzoeken.
„Hoewel geen der leden van de beman
ning zich uitliet over de reden tot deze
handeling, vertelde de eerste bestuurder
Prendergast wel dat het hout van het
toestel nogal aan het „werken" was.
„Men heeft daaruit toen begrepen dat
hij de gewone werking van hout tenge
volge van weersinvloeden bedoelde,
maar nu het viermotorige toestel bij
Longreach door een overigens onver
klaarbare oorzaak is neergestort, wordt
het waarschijnlijker dat Prendergast
doelde op ernstiger verschijnselen dan
de normale
„Gemeld is reeds dat Prendergast aan
den vertegenwoordiger van Maclaine
Watson en Co. mededeelde dat het
vliegtuig tusschen Calcutta en Rangoon
in den staart van een typhoon is ge
raakt, maar dien goed doorstond.
Achteraf lijkt het niet onmogelijk dat
de De Havilland ernstig te lijden heeft
gehad van den typhoon.
Hoe het zij, de woorden van Prender
gast zoowel als de handeling van den
mecanicien duiden erop, dat er tijdens
de vlucht van Singapore naar hier ver
schijnselen zijn waargenomen die een
zekere ongerustheid hebben gewekt."
Eenige dagen later had hetzelfde blad
een onderhoud met den Deenschen vlie
ger Hansen, die juist terugkeerde uit
Australië. Hij wist niets naders van het
ongeluk af maar hij dacht, evenals het
Bataviaasch Nieuwsblad aan Vleugel
breuk.
Uit het Soerabaaisch Handelsblad
haalt het Nieuwsblad vervolgens een
brief aan van den heer W. Alofsen van
de suikerfabriek Pandaan, die tijdens
het verblijf van het vliegtuig op het
vliegveld Darmo aanwezig was:
„Zondag 11 November was ik even
eens op het Darmovliegveld aanwezig en
volgde met aandacht de aankomst en
het vertrek en hetgeen daartusschen
voorviel van het Engelsche vliegtuig.
Door den mecanicien werd hier de
rechtervleugelpunt onderzocht en 1 J
deed dit door zijn vuist op den boven
kant van dit vleugelpunt met kracht i-
drukken. „„v.t-
Bij het aanslaan van de meest recni
sche motor (dezelfde motor welke bij nei
eerste vertrek was blijven stilstaa
zwiepte de vleugelpunt enorm en De-
droeg de uitslag volgens mijn idee w
1 d.M. Bij al de vliegtuigen welke ik tot
op heden heb zien starten, heb ik.zo
iets nooit waargenomen, zelfs niet bij u
lichte sportvliegtuigen."
Uit dezen brief leidt het Nieuwsblad
af, dat zijn veronderstelling, dat me
hier te maken heeft met een vleuge -
breuk, de meest aannemelijke is. Bovei -
dien is daar het feit, dat het toestel van
300 meter neerstortte.
„Een viermotorig vliegtuig valt niet
zoo maar neer. En al zouden alle moto
ren plotseling stoppen, dan kan men n
glijvlucht een noodlanding maken
Het blad schrijft dan verder:
„Dat de reden van het ongeluk in een
zeer ernstige technische fout moet 8®le"
gen hebben .bewijst het stilzwijgen dei
F.nffplschfin.
De Havilland-fabriek geniet over de
geheele wereld een goede reputatie.
Haar verkeersvliegtuigen, hoewel van
verouderd model, worden door tal van
maatschappijen gebruikt. De toestellen
voor de Qantas-lijn zijn echter van een
geheel nieuw type, dat blijkbaar niet
voldoende is „uitgeprobeerd".
Men begrijpt, dat wanneer het uitlekt,
dat het ongeluk te wijten is aan een gro
ve technische fout der fabriek, haar re
putatie een danigen knauw krijgt, waar
van zij zich niet licht zal kunnen her
stellen.
Tenslotte willen wij nog opmerken,
dat het geheim houden van de oorzaak
van het tragische ongeluk niet in het
belang is van de ontwikkeling der com-
mercieele luchtvaart. Elk ongeluk, on
der welke omstandigheden ook ge
schied, kan altijd een nuttige les inhou
den voor andere vliegtuigbouwers".
„FRASQUITA" IN
CINEMA AMERICAIN.
Onder het hoofdje „Zeer genoeglijke film-
operette" schrijft de telegraaf het volgende
over de film „Frasquita", die van vanavond
af in Cinema Americain draait:
De autentieke Franz Léhar voert den diri
geerstok bij de ouverture voor deze door hem
gecomponeerde filmoperette en zijn hals
flonkert van eeremetaal en zijn linker-revers
hangt zwaar van miniatuur-decoraties. Twee
honderd meter Léhar en wie kan beweren dat
dit geen attractie is men had hem zich wat
lyrischer voorgesteld eigenlijk, dezen com
ponist van wereld-Schlager. En dan begint
de operette.
Een vriendenpaar het zijn Heinz Ruh-
mann en Hans Heinz Bollmann begeven
zich per auto naar de verloofde van de laat
ste en zij woont aan de Rivièra, met haar
grafelijke papa. Doch onderweg ontmoeten
zij een zigeunerkaravaan met een wonder
lijke sopraan. Het moet U niet verwonderen
dat ook Bollmann, die den architect Harald
speelt, met een voor architecten ongewoon
schoon geluid begenadigd is en zoo zijn wij
dan niet alleen in de wonderschoone natuur
van de Rivièra aangeland, doch tevens mid
den in het gezang, wat eigenlijk in een ope-'
rette niet zoo vreemd is. Jarmila Novotna
heet de ster die tot dusverre nog in het duis
ter zich verborg zij is onaannemelijker in
het zigeurnerkamp dan in de operette en het
duurt ook niet lang of zij belandt waar zij
wezen moet in de revue behangen met
overigens valsche briljanten en in het alge
meen gelogeerd op een wijze die de crisis
en de operette beschaamt.
De architect is verliefd op de Zigeunerin
en zijn verloofde zou hem dat wellicht kwa
lijk nemen, wanneer wij niet, zingend en mu-
siceerend, tot het punt genaderd waren dat
de vriend verliefd wordt op de verloofde
zijns vriends, dingen die wij in de operette
oogluikend plegen toe te laten, wijl de han
deling anders te veel op den prozaïschen
gang der dagelijksche dingen zou gaan lij
ken, waarbij iedereen ten slotte en als regel
naar het stadhuis gaat met degene met wie
hij zulks afgesproken heeft. Dat komt alles
in orde. De architect huwt de zigeunerin en
van den zigeuner die weer verliefd was op de
zigeunerin hooren wij niets meer, omdat hij
den tact heeft te verdwijnen.
Dat alles zou zeer muzikaal en aange
naam zijn veel schoons van natuuropna
men en zulks wanneer daar niet de twee
wonderlijke snaaksche heeren Hans Moser
en Rudolf Carl waren, als de bedienden van
m ^ct en den graaf. Deze twee ver-
rukkehjke dwazen, die zich ter wille van den
lach zouden moeten associeeren, om dan een
paar te vormen, dat Laurel en Hardy verre
in esprit overtreft, vermaken ons en zicht-
baar zichzelf. En zij maken dan ook van
deze film een uiterst genoegehjk amuse-
mentsstuk, dat men maar moet gaan zien,
om te lachen en ook om zich het hart te doen
streelen door den koning der operettecom-
ponisten, Franz Léhar.
Geachte Redactie,
In Uw blad van 6 Dec. j.1. komt een aan
beveling voor van mr. A. M. Ledeboer,
kringcominissaris van het Ned. Roode Kruis.
Oppervlakkig ziet dit artikel er heel on
schuldig uit, zoodat men geneigd zou zijn
zonder bezwaar de aanbevolen collecte te
steunen.
Nietwaar, mr. A. M. Ledeboer schrijft over
ijselijke verkeersongevallen, de steeds toene-
menden ongevallen langs den weg enz. enz.
en dit alles moet helpen den indruk te vesti
gen dat het Roode Kruis zoo nuttig en nood
zakelijk is. Maar mr. A. M. Ledeboer blijft
mijns inziens in gebreke wanneer hii er niet
bij vertelt dat in wezen bet Roode Kruis een
oorlogsinstituut is, hetwelk ten le ten doel
heeft het strijdende leger in zijn vernieti-
gingstaak te steunen. De wijze, waarop het
dit doet, heb ik op een vergadering, Woens
dag 28 Nov. te Limmen gehouden, willen
de volgende woorden de zaal inslingerde;
Ik geloof, dat ik nu voldoende heb aange-
toom
lüUllu dat'het Roode Kruis met militairisme
niets te maken heeft en tart een ieder, die het
anders durft te beweren, met mij in t strijd-
perk te treden."
Nu, ik vond dit royaal van mr. Ledeboer
en dacht hiervan een dankbaar gebruik te
maken, maar had buiten het rechtsgevoel
van de aanwezige intellectueelen, waaronder
ook de r e c h t e r, gerekend. Mij werd
op kleingeestige manier het woord ontnow
men. Het gaf den indruk, dat de rechter zich
tegenover den arbeidersjongen wat onzeker
gevoelde, nu hij de wet niet te hulp kon roe-
^Trouwens ondergeteekende deed blijkbaar
niet alléén een dergelijke ervaring op. In
het orgaan van den Ned. Bond tot redding
van drenkelingen komt een artikel voor van
het bestuur van de afd. Noordwijk aan Zee
van dien bond. Daaruit blijkt, wat al het
;ezwam van mr. Ledeboer en generaal Bak
ker waard is. Men tracht andere soortgelijke
vereenigingen, zooals N.R.B. en E.H.B.O.
onder den voet te loopen en deinst dan blijk
baar voor geen middel, hoe onmenschefijk
ook, terug, zoodat het bestuur van den N.R.
B. afd. Noordwijk de vraag stelt: „Is dit
soms de vredestaak en de humaniteit van het
Roode Kruis?'' En dan volgt er een staaltje
van naastenliefde, waar een inboorling zich
voor zou schamen.
Ook aan dit bestuur werd op een Roode
Kruis-vergadering op grievende wijze door
generaal Bakker geweigerd het woord te
voeren.
Het Roode Kruis is een oorlogsinstituut en
behoort zich als zoodanig ook aan te dienen.
Het Roode Kruis is als instituut voor eer
ste hulp bij ongelukken overbodig, ia zelfs
schadelijk, wijl het 't werk van E.H.B.O. en
N.R.B. systematisch afbreuk doet tot schade
van slachtoffers van een ongeval (zit ht\.
orgaan van N.R.B. van 15 Nov. j.1.)
Het Roode Kruis steunen is steun aan het
militairisme en met menschenliefde en huma
niteit heeft dit niets te maken.
Daartegen gaat mijn protest. Moge de
bevolking haar gaven aan nuttiger en huma
ner instellingen schenken!
Met dank voor de plaatsing teeken ik
Hoogachtend,
P. SCHILP.
Mr. A. M. Ledeboer, wien wij bovenstaand
ingezonden stuk ter inzage verstrekten, ten
einde van den inhoud kennis te nemen en
zijn eventueele opmerkingen aanstonds ken
baar te maken, merkt 't volgende op:
De heer Schilp spreekt blijkbaar tegen
beter weten in. Ook hem is te Limmen voor
gelezen het artikel 3 van de Statuten van het
Ned. Roode Kruis, thans luidende:
„Geboren te midden van oorlogsleed, ge-
.dreven door naastenliefde, stelt het Roode
„Kruis zich ten doel, zoowel in tijd van
„vrede als in tijd van oorlog de mensch-
„heid te dienen door hulp te verleenen aan
„zieken, gewonden, zwakken en hulpbehoe
venden en door mede te werken aan alle
„maatregelen, waardoor menschelijk leed
„kan worden voorkomen en verzacht."
Op insinuaties wensch ik niet in te gaan en
de leiding der vergadering te Limmen be
rustte niet in mijn handen, 't geen den heer
Schilp bekend is.
Al 't overige heeft dunkt mij met de alge
meen erkende vredestaak van het Ned. Roode
Kruis niets te maken.
Ik geef den heer Schilp in overweging eens
kennis te nemen van de brochure van den
heer Jan van Zutphen: Waarom tegen „H«
Roode Kruis"? Is dht Anti-Oorlogsactie?
5. Na het bezoek aan den directeur ging Drein Dren
tel en Piet Prikkel naar een meneer die een groot
boek geschreven had. Dat boek heette: „Dieren kijken
je aan en daar stonden allemaal foto's in vqn dieren
die je aankijken. „Meneer", zei Piet Prikkel, „we gaan
eens kijken hoe een zeeslang je aankijkt". „Mooi",
antwoordde de meneer „als je er soms een kiekje van
kunt meebrengen, dan houd ik me aanbevolen.
f 'i laatst® *?ezoek was voor den directeur van een
filmfabriek. „Wat zou U er van zeggen als we onder*
weg eens een paar filmpjes maakten?'' vroeg Piet.
„Neen meneer Prikkel, antwoordde de directeur er
zijn tegenwoordig al zooveel menschen die dei ken dat
zij een zeeslang gezien hebben, dat het voor de film
niet de moeite waard is. Van Uw terugkomst wil ik
echter wel een opname maken" K^omsi wu