HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI- FOKKER EN DE K.L.M. £uditoaact De Nederlandsche vliegtuig-industrie. DE ONGELUKKEN MET DE VLIEGTUIGEN D.H. 86 IN AUSTRALIË. Een voorloopig rapport van de commissie van onderzoek De commissie van onderzoek naar luchtvaartongelukken in Australië heeft een voorloopig rapport uitgebracht no pens het vergaan van de twee vliegtui gen van het type DII 86, de Miss Hobart, die vergaan is in de Bassstraat tusschen Launceston en Melbourne en het nieuwe toestel van de Qautas, bestemd voor den Siimttieuws JjiQeMMiden Stukken DE ROODE KRUIS-COLLECTE. 1 ONFORTUINLIJKE LANDING VAN DE „EKSTER". Toestel licht beschadigd. De K.L.M. heeft bericht ontvangen, dat haar tcestel de „Ekster" van den sterdamKopenhagen, dat gistermorgen met acht passagiers aan boord te half twaalf van Schiphol was vertrokken, bij aankomst te Kopenhagen een minder fortuinlijke lan ding heeft gemaakt. Bij het uitrollen kwam het toestel in omgeploegd land terecht, waardoor de wielen in den grond wegzakten Het toestel werd licht beschadigd. De inzit tenden zijn allen ongedeerd gebleven. CONSTRUCTEUR SLOT GAAT VLIEGTUIG BOUWEN. Vliegtuigafdeeling van Pander overgebracht naar Vlissingen. De constructeur van den ex-Post-Pander- jager, de heer Slot, zal volgens de Tel. in opdracht van een geheim gehouden Neder- landschen opdrachtgever een burgervlieg tuig gaan bouwen bij de Kon. Maatschappij „De Schelde", te Vlissingen. Omdat bij de Panderfabrieken in Den Haag geen vol doende gelegenheid is voor expansie voor haar vliegtuigenbouwafdeeling zal deze overgebracht worden naar Vlissingen, waar bij de „Schelde" beter gelegenheid is. Daar men hier vlak bij het water zit. kan men zich hier ook beter op den bouw van watervlieg tuigen gaan toeleggen. Hoewel de overplaatsing nog niet geheel definitief is, kan, naar men ons van welinge lichte zijde verzekerde, het zoo goed als zeker geacht worden, dat het tot deze overplaat sing zal komen. Dit wil nog niet zeggen, dat de Panderfabrieken den vliegtuigbouw geheel gaan vaarwel zeggen. De firma Pan der zal zich voor de constructie blijven inte resseeren. De technische staf zal echter groo- tendeels van Den Haag naar Vlissingen worden overgeplaatst. In een interview heeft de heer Ples- man, directeur van de K. L. M., dezer dagen verklaard, dat de Nederlandsche vliegtuigindustrie door onvoldoenden spoed te betrachten de belangrijke werk gelegenheid, die door den bouw van 14 verkeersvliegtuigen wordt geschapen, aan Nederland heeft doen ontgaan. Naar aanleiding hiervan hebben wij ons gewend tot den heer ir. B. Stephan, adjunct-directeur van de N. V. Neder landsche vliegtuigenfabriek „Fokker". De heer Stephan verklaarde, dat een zoo ernstige beschuldiging als in ver meld interview weergegeven ongetwij feld een antwoord vereischt. Dit ant woord kan kort zijn. De K. L. M. heeft, zooals bekend is, bij de Nederlandsche vliegtuigenfabriek een paar nieuwe types zeer groote vier mo- torige vliegtuigen in ontwikkeling. Die ontwikkeling is ondernomen, omdat de K. L. M. van oordeel was, dat de groei ende behoefte van haar luchtnet in het bijzonder van de Indië-lijn, reeds zeer spoedig het gebruik van dergelijke grco- te vliegtuigen noodfg maakte. Dat de enorme ontwikkelingskosten, die vele tonnen gelds beloopen, van zulke groote vliegtuigen niet door de eerste exempla ren kunnen worden goedgemaakt, heeft dé Nederlandsche vliegtuigindustrie niet weerhouden om zich aan deze taak met al haar krachten te geven. Zij deed dit in het vertrouwen, dat zij op den duur uit de in uitzicht gestelde series de genomen verliezen zou kunnen dek ken, althans dat aldus de werkgelegen heid zou worden geschapen, waaraan behoefte is. Terwijl echter de Nederlandsche in dustrie zich met haar door de K. L. M. geopend vooruitzicht voor oogen met de ontwikkeling dezer groote types volop bezig houdt, bleek het inzicht van de K. L. M. zich te wijzigen. Niet een dade lijke vergrooting maar een verhooging van de frequentie met snellere kleinere vliegtuigen wordt het parool. Dat zulks in de eerste plaats met zich mee brengt, dat de ongedekte ontwikke lingskosten van de groote vliegtuigen voor de Nederlandsche vliegtuig-in dustrie een rem beteekenen, om de K. L. M. op haar nieuwen weg te volgen, dient te worden gereleveerd. Maar evenzeer moet erop worden gewezen dat het de Nederlandsche vliegtuigindustrie niet tot verwijt mag strekken, dat zij haar constructieve krachten en haar financieele reserves concentreert op de van haar verlangde groote vliegtuigen die tevens de kleinere snelle vliegtuigen van gelijksoortige kwaliteit als de Arrie- rikaansche heeft ontwikkeld. Niet slechts, dat elke inspanning en opoffe ring een einde heeft. Van haar was dit laatste bovendien niet gevraagd, omdat men. immers meende groote vliegtuigen noodig te hebben. Toen bleek dat het in zicht der K. L. M. zich wijzigde, heeft de Nederlandsche vliegtuig-industrie we derom niet stil gezeten, maar zich aan gepast, door zich de bouwlicentie en het verkoopsrecht van een vliegtuigtype te verzekeren dat voor de nieuwe behoef ten paste. Zij kon dit des gereeder doen, daar zij tevoren reeds 'n paar jaar door studie of anderszins een diepsraande studie van geheel metaal vliegtuigbouw had gemaakt en tot de conclusie was ge komen dat het Douglas-type het verst was gevorderd. Zij détacheerde bij de Amerikaansche Douglasfabriek eenige ingenieurs om de licentie-gegevens te verkrijgen en den bouw in Nederland voor te bereiden. De K. L. M. nu wensch- te 14 van deze machines geleverd te krijgen en ca. 4 maanden geleden deed de Nederlandsche vliegtuigenfabriek een aanbieding hiervoor, welko erop was gebaseerd, dat deze machines grooten- deels in Nederland gebouwd zouden worden. Indien er toen al op die aanbie ding ware ingegaan, zou er voldoende tijd zijn geweest voor het opzetten van de fabricatie in Nederland. Voor de K. L. M. was die aanbieding een teleurstelling omdat zoowel tenge volge van het feit dat de machines hier te lande in kleiner serie dan in Amerika zonden worden gebouwd als ten gevolge van den invloed der ge dep ree ie e r d e Amerikaansche valuta de bouw in Ne derland duurder zou zijn dan in Ame rika, ofschoon hij niet duurder zou zijn gekomen dan de Amerikaansche machi nes in Nederland geleverd zouden moeten kosten. Ieder zal het prijzen, dat zij tracht haar aarschaffing goedkoop te doen, doch van haar mag ook worden verwacht, dat zij en stellig onder de thans geldende omstandigheden een open oog heeft voor het belang eener Nederlandsche vliegtuignijverheid en begrijpt dat deze wier verliezen niet door subsidies worden gedekt, niet kan blijven bestaan, wanneer zij het eene verlies op het andere moet stapelen. Hoewel de Nederlandsche vliegtuigen fabriek voorstelde dat de prijs onder worpen zou zijn aan het oordeel van een door de K. L. M en haar gekozen arbiter bleef in lange onderhandeling, waarin juist door de industrie telkens op spoed bij de beslissing werd aangedrongen deze prijskwestie een struikelblok. Zelfs haar médedeeling, dat zij bereid was a priori alle gegevens van haar prijsberekening aan het oordeel van den arbiter te onderwerpen, bracht daarin geen verandering. De kwestie is daarna acuut geworden, omdat als ge volg van de deelneming der K. L. M. in de Melbourne-race haar concurrenten op de lijnen naar het verre Oosten wak ker zijn geschud en ook gaan streven naar versnelling. De rustige voorberei ding op snellere diensten moest nu wor den verhaast en afgescheiden van het verschil van meening over den prijs is thans, nu inmiddels vier maanden zijn verloopen, de Nederlandsche vliegtuig industrie in de situatie gebracht dat de te verstrekken opdracht niet meer tijdig uitgevoerd zou kunnen worden door bouw te Nederland waardoor deze vlieg tuigen in het buitenland moesten wor den besteld. Dit is des te meer te betreu ren omdat, zoo besloot de heer Stephan, het onderhoud de roem der K. L. M als luchtverkeersmaatschappij mede berust op de prestatie en den offerzin van de Nederlandsche vFegtuig-industrie. DE VLIEGER ULM NOG STEEDS VERDWENEN. Hoewel men dag en nacht bezig is met de opsporing van den Australischen vlieger, Ulm, is men er nog niet in geslaagd ook maar iets van hem te ontdekken. De bekende vlieger Kingsford Smith heeft telegrafisch uit Los Angeles medegedeeld er vast van overtuigd te zijn, dat het vliegtuig van Ulm verscheidene dagen boven water zal kunnen blijven. Daarom verzoekt hij dringend de naspo ringen niet te willen opgeven. De hoop opgegeven. Men begint de hoop op te geven, om Ulm en zijn makkers, die met hun „Star of Aus- tralian" een noodlanding op zee hebben moeten maken, nog levend te vinden. De periode van 48 uur, die hun toestel naar men aanneemt drijvend kon blijven, was gistermiddag tegen drie uur verstreken. De vaartuigen en vliegtuigen, die de wate ren rondom de Hawaiï-eilanden voortzetten, zetten hun speurtochten voort. In marine kringen houdt men nog rekening met de mogelijkheid, dat Ulm en zijn metgezellen misschien zijn opgepikt door een aer zeer vele Japansche visscherssampans, die in deze wateren met heele vloten tegelijk vis- schen. Het weer op zee slecht. Naar de meening der meteorologen moet alle hoop op reaaing van den vermisten vlieger Ulm en zijn begeleiders worden op gegeven, aangezien de weersgesteldheid op zee zoo ongunstig is, dat nair worden aangenomen, dat het vliegtuig na zijn noodlanding op het water nog eenige dagen drijvende zou zijn gebleven. EEN VLIEOERS-VROUW SPREEKT. Geen nieuwe kleeding als motor noodig is. De vrouw van kolonel Roscoe Turner, die als derde aankwam in de LondenMel bourne luchtrace, heeft regels vastgelegd voor vrouwen van vliegers. Echtgenooten van beroemde vliegers, zoo zegt zij, moeten zich niet bezorgd maken, als haar mannen in de lucht zijn. Zij moeten geen nieuwe kleeding verwachten als er een nieuwe motor noodig is, en vooral moeten zij zich niet ongerust maken als er jongemeisjes zijn, die zich voor de vliegerij en voor vlie gers sterk interesseeren. Reeds tien jaar ben ik de vrouw van een vlieger, aldus mevrouw Turner, en ik weet hoe kinderachtig het is om nieuwe kleeren te vragen als het geld aan een nieuw toestel besteed moet worden. De vlucht naar Melbourne heeft men man 30.000 pond sterling gekost. Het toestel alleen werd gekocht voor 16.000 pond. De rest werd besteed aan benzine, reiskosten enz Mijn man heeft met vliegen ruim 60.000 pond verdiend, maar al dat geld is besteed aan vliegtuigen. dienst Brisbane-Singapore, dat 15 No vember bij Longreach te pletter is ge vallen. Het rappor beveelt aan proeven ypa DH 86, dat zich in Australië be te nemen met het derde toestel van het vindt (en dat voorloopig op stal is gezet) om de bestuurbaarheid bij het gieren na te gaan. De commissie zegt, volgens het ver slag in de Times, dat het „niet mogelijk is de rechtstreeksche oorzaak na te gaan van het ongeluk bij Longreach, maar dat uit getuigenverklaringen blijkt, dat het type DH 86 gevoelig is bij 't gieren". Zij wijst er op, dat vliegtuigen bij gierende beweging geneigd zijn hun snelheid vlug te vergrooten en dat zelfs bij dubbele besturing een vlieger, die geen brevet heeft voor speciale toestellen geen oogenblik alleen aan het roer gelaten mag worden. Uit de getuigenverklarin gen blijkt, dat Charlton, de mecaniciën, geen brevet had, maar wel belangrijke ervaring in het besturen van vliegtui gen. Hij bestuurde het toestel toen het ongeluk plaats greep, terwijl Creates, de tweede vlieger, die de andere stuurstoel innam, met de draadlooze bezig was. Het feit, dat Prendergast, de commandant van het toestel, zich in de kajuit bevond, wijst er op, dat Charlton niet meer even tjes zijn plaats had ingenomen en ook, dat Prendergast volkomen vertrouwen had in beide mannen in de stuurhut. Uit de verklaringen blijkt, dat het toestel in een rechtsche vrille is geraakt. De vrille was overwonnen even voordat het toestel tegen den grond sloeg. Uit hot onderzoek van het wrak is gebleken, dat de verschillende stuurinrichtingen gaaf waren en uit een oppervlakkig on derzoek van de motoren is niets geble ken van motorstoring in de lucht. Wat de Miss Hobart betreft, werkt de commissie op, dat de inhoud van de benzinehouders van dit type geen vol doende veiligheidsmarge laat bij ongun stig weer voor een rechtstreekschen overtocht van Launcesterton naar Melbourne. Voorts is zij van oordeel, dat het verwisselen van bestuurder in toe stellen met enkele besturing beslist ge vaarlijk is en beveelt zij den aanleg aan van noodlandingsterreinen op de groote luchtverbindingen, die weer met het groote wegennet verbonden moeten zijn. Tot zoover het rapport der commissie, waar men niet zoo heel veel wijzer uit worda. De Nederlandsch-Indischc bla den, die wij thans met de mail hebben ontvangen, wijden bijzondere aandacht aan het ongeluk. In het Bataviasch Nieuwsblad van 22 November lezen wij: „Het lijkt van belang, mede te deelen wat op Tjililitan is gebeurd bij de lan ding van de De Havilland 86. „Zoodra het toestel stil stond, sprong de mecanicien eruit om op de vleugels toe te loopen en deze te onderzoeken. „Hoewel geen der leden van de beman ning zich uitliet over de reden tot deze handeling, vertelde de eerste bestuurder Prendergast wel dat het hout van het toestel nogal aan het „werken" was. „Men heeft daaruit toen begrepen dat hij de gewone werking van hout tenge volge van weersinvloeden bedoelde, maar nu het viermotorige toestel bij Longreach door een overigens onver klaarbare oorzaak is neergestort, wordt het waarschijnlijker dat Prendergast doelde op ernstiger verschijnselen dan de normale „Gemeld is reeds dat Prendergast aan den vertegenwoordiger van Maclaine Watson en Co. mededeelde dat het vliegtuig tusschen Calcutta en Rangoon in den staart van een typhoon is ge raakt, maar dien goed doorstond. Achteraf lijkt het niet onmogelijk dat de De Havilland ernstig te lijden heeft gehad van den typhoon. Hoe het zij, de woorden van Prender gast zoowel als de handeling van den mecanicien duiden erop, dat er tijdens de vlucht van Singapore naar hier ver schijnselen zijn waargenomen die een zekere ongerustheid hebben gewekt." Eenige dagen later had hetzelfde blad een onderhoud met den Deenschen vlie ger Hansen, die juist terugkeerde uit Australië. Hij wist niets naders van het ongeluk af maar hij dacht, evenals het Bataviaasch Nieuwsblad aan Vleugel breuk. Uit het Soerabaaisch Handelsblad haalt het Nieuwsblad vervolgens een brief aan van den heer W. Alofsen van de suikerfabriek Pandaan, die tijdens het verblijf van het vliegtuig op het vliegveld Darmo aanwezig was: „Zondag 11 November was ik even eens op het Darmovliegveld aanwezig en volgde met aandacht de aankomst en het vertrek en hetgeen daartusschen voorviel van het Engelsche vliegtuig. Door den mecanicien werd hier de rechtervleugelpunt onderzocht en 1 J deed dit door zijn vuist op den boven kant van dit vleugelpunt met kracht i- drukken. „„v.t- Bij het aanslaan van de meest recni sche motor (dezelfde motor welke bij nei eerste vertrek was blijven stilstaa zwiepte de vleugelpunt enorm en De- droeg de uitslag volgens mijn idee w 1 d.M. Bij al de vliegtuigen welke ik tot op heden heb zien starten, heb ik.zo iets nooit waargenomen, zelfs niet bij u lichte sportvliegtuigen." Uit dezen brief leidt het Nieuwsblad af, dat zijn veronderstelling, dat me hier te maken heeft met een vleuge - breuk, de meest aannemelijke is. Bovei - dien is daar het feit, dat het toestel van 300 meter neerstortte. „Een viermotorig vliegtuig valt niet zoo maar neer. En al zouden alle moto ren plotseling stoppen, dan kan men n glijvlucht een noodlanding maken Het blad schrijft dan verder: „Dat de reden van het ongeluk in een zeer ernstige technische fout moet 8®le" gen hebben .bewijst het stilzwijgen dei F.nffplschfin. De Havilland-fabriek geniet over de geheele wereld een goede reputatie. Haar verkeersvliegtuigen, hoewel van verouderd model, worden door tal van maatschappijen gebruikt. De toestellen voor de Qantas-lijn zijn echter van een geheel nieuw type, dat blijkbaar niet voldoende is „uitgeprobeerd". Men begrijpt, dat wanneer het uitlekt, dat het ongeluk te wijten is aan een gro ve technische fout der fabriek, haar re putatie een danigen knauw krijgt, waar van zij zich niet licht zal kunnen her stellen. Tenslotte willen wij nog opmerken, dat het geheim houden van de oorzaak van het tragische ongeluk niet in het belang is van de ontwikkeling der com- mercieele luchtvaart. Elk ongeluk, on der welke omstandigheden ook ge schied, kan altijd een nuttige les inhou den voor andere vliegtuigbouwers". „FRASQUITA" IN CINEMA AMERICAIN. Onder het hoofdje „Zeer genoeglijke film- operette" schrijft de telegraaf het volgende over de film „Frasquita", die van vanavond af in Cinema Americain draait: De autentieke Franz Léhar voert den diri geerstok bij de ouverture voor deze door hem gecomponeerde filmoperette en zijn hals flonkert van eeremetaal en zijn linker-revers hangt zwaar van miniatuur-decoraties. Twee honderd meter Léhar en wie kan beweren dat dit geen attractie is men had hem zich wat lyrischer voorgesteld eigenlijk, dezen com ponist van wereld-Schlager. En dan begint de operette. Een vriendenpaar het zijn Heinz Ruh- mann en Hans Heinz Bollmann begeven zich per auto naar de verloofde van de laat ste en zij woont aan de Rivièra, met haar grafelijke papa. Doch onderweg ontmoeten zij een zigeunerkaravaan met een wonder lijke sopraan. Het moet U niet verwonderen dat ook Bollmann, die den architect Harald speelt, met een voor architecten ongewoon schoon geluid begenadigd is en zoo zijn wij dan niet alleen in de wonderschoone natuur van de Rivièra aangeland, doch tevens mid den in het gezang, wat eigenlijk in een ope-' rette niet zoo vreemd is. Jarmila Novotna heet de ster die tot dusverre nog in het duis ter zich verborg zij is onaannemelijker in het zigeurnerkamp dan in de operette en het duurt ook niet lang of zij belandt waar zij wezen moet in de revue behangen met overigens valsche briljanten en in het alge meen gelogeerd op een wijze die de crisis en de operette beschaamt. De architect is verliefd op de Zigeunerin en zijn verloofde zou hem dat wellicht kwa lijk nemen, wanneer wij niet, zingend en mu- siceerend, tot het punt genaderd waren dat de vriend verliefd wordt op de verloofde zijns vriends, dingen die wij in de operette oogluikend plegen toe te laten, wijl de han deling anders te veel op den prozaïschen gang der dagelijksche dingen zou gaan lij ken, waarbij iedereen ten slotte en als regel naar het stadhuis gaat met degene met wie hij zulks afgesproken heeft. Dat komt alles in orde. De architect huwt de zigeunerin en van den zigeuner die weer verliefd was op de zigeunerin hooren wij niets meer, omdat hij den tact heeft te verdwijnen. Dat alles zou zeer muzikaal en aange naam zijn veel schoons van natuuropna men en zulks wanneer daar niet de twee wonderlijke snaaksche heeren Hans Moser en Rudolf Carl waren, als de bedienden van m ^ct en den graaf. Deze twee ver- rukkehjke dwazen, die zich ter wille van den lach zouden moeten associeeren, om dan een paar te vormen, dat Laurel en Hardy verre in esprit overtreft, vermaken ons en zicht- baar zichzelf. En zij maken dan ook van deze film een uiterst genoegehjk amuse- mentsstuk, dat men maar moet gaan zien, om te lachen en ook om zich het hart te doen streelen door den koning der operettecom- ponisten, Franz Léhar. Geachte Redactie, In Uw blad van 6 Dec. j.1. komt een aan beveling voor van mr. A. M. Ledeboer, kringcominissaris van het Ned. Roode Kruis. Oppervlakkig ziet dit artikel er heel on schuldig uit, zoodat men geneigd zou zijn zonder bezwaar de aanbevolen collecte te steunen. Nietwaar, mr. A. M. Ledeboer schrijft over ijselijke verkeersongevallen, de steeds toene- menden ongevallen langs den weg enz. enz. en dit alles moet helpen den indruk te vesti gen dat het Roode Kruis zoo nuttig en nood zakelijk is. Maar mr. A. M. Ledeboer blijft mijns inziens in gebreke wanneer hii er niet bij vertelt dat in wezen bet Roode Kruis een oorlogsinstituut is, hetwelk ten le ten doel heeft het strijdende leger in zijn vernieti- gingstaak te steunen. De wijze, waarop het dit doet, heb ik op een vergadering, Woens dag 28 Nov. te Limmen gehouden, willen de volgende woorden de zaal inslingerde; Ik geloof, dat ik nu voldoende heb aange- toom lüUllu dat'het Roode Kruis met militairisme niets te maken heeft en tart een ieder, die het anders durft te beweren, met mij in t strijd- perk te treden." Nu, ik vond dit royaal van mr. Ledeboer en dacht hiervan een dankbaar gebruik te maken, maar had buiten het rechtsgevoel van de aanwezige intellectueelen, waaronder ook de r e c h t e r, gerekend. Mij werd op kleingeestige manier het woord ontnow men. Het gaf den indruk, dat de rechter zich tegenover den arbeidersjongen wat onzeker gevoelde, nu hij de wet niet te hulp kon roe- ^Trouwens ondergeteekende deed blijkbaar niet alléén een dergelijke ervaring op. In het orgaan van den Ned. Bond tot redding van drenkelingen komt een artikel voor van het bestuur van de afd. Noordwijk aan Zee van dien bond. Daaruit blijkt, wat al het ;ezwam van mr. Ledeboer en generaal Bak ker waard is. Men tracht andere soortgelijke vereenigingen, zooals N.R.B. en E.H.B.O. onder den voet te loopen en deinst dan blijk baar voor geen middel, hoe onmenschefijk ook, terug, zoodat het bestuur van den N.R. B. afd. Noordwijk de vraag stelt: „Is dit soms de vredestaak en de humaniteit van het Roode Kruis?'' En dan volgt er een staaltje van naastenliefde, waar een inboorling zich voor zou schamen. Ook aan dit bestuur werd op een Roode Kruis-vergadering op grievende wijze door generaal Bakker geweigerd het woord te voeren. Het Roode Kruis is een oorlogsinstituut en behoort zich als zoodanig ook aan te dienen. Het Roode Kruis is als instituut voor eer ste hulp bij ongelukken overbodig, ia zelfs schadelijk, wijl het 't werk van E.H.B.O. en N.R.B. systematisch afbreuk doet tot schade van slachtoffers van een ongeval (zit ht\. orgaan van N.R.B. van 15 Nov. j.1.) Het Roode Kruis steunen is steun aan het militairisme en met menschenliefde en huma niteit heeft dit niets te maken. Daartegen gaat mijn protest. Moge de bevolking haar gaven aan nuttiger en huma ner instellingen schenken! Met dank voor de plaatsing teeken ik Hoogachtend, P. SCHILP. Mr. A. M. Ledeboer, wien wij bovenstaand ingezonden stuk ter inzage verstrekten, ten einde van den inhoud kennis te nemen en zijn eventueele opmerkingen aanstonds ken baar te maken, merkt 't volgende op: De heer Schilp spreekt blijkbaar tegen beter weten in. Ook hem is te Limmen voor gelezen het artikel 3 van de Statuten van het Ned. Roode Kruis, thans luidende: „Geboren te midden van oorlogsleed, ge- .dreven door naastenliefde, stelt het Roode „Kruis zich ten doel, zoowel in tijd van „vrede als in tijd van oorlog de mensch- „heid te dienen door hulp te verleenen aan „zieken, gewonden, zwakken en hulpbehoe venden en door mede te werken aan alle „maatregelen, waardoor menschelijk leed „kan worden voorkomen en verzacht." Op insinuaties wensch ik niet in te gaan en de leiding der vergadering te Limmen be rustte niet in mijn handen, 't geen den heer Schilp bekend is. Al 't overige heeft dunkt mij met de alge meen erkende vredestaak van het Ned. Roode Kruis niets te maken. Ik geef den heer Schilp in overweging eens kennis te nemen van de brochure van den heer Jan van Zutphen: Waarom tegen „H« Roode Kruis"? Is dht Anti-Oorlogsactie? 5. Na het bezoek aan den directeur ging Drein Dren tel en Piet Prikkel naar een meneer die een groot boek geschreven had. Dat boek heette: „Dieren kijken je aan en daar stonden allemaal foto's in vqn dieren die je aankijken. „Meneer", zei Piet Prikkel, „we gaan eens kijken hoe een zeeslang je aankijkt". „Mooi", antwoordde de meneer „als je er soms een kiekje van kunt meebrengen, dan houd ik me aanbevolen. f 'i laatst® *?ezoek was voor den directeur van een filmfabriek. „Wat zou U er van zeggen als we onder* weg eens een paar filmpjes maakten?'' vroeg Piet. „Neen meneer Prikkel, antwoordde de directeur er zijn tegenwoordig al zooveel menschen die dei ken dat zij een zeeslang gezien hebben, dat het voor de film niet de moeite waard is. Van Uw terugkomst wil ik echter wel een opname maken" K^omsi wu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 10