dagblad voor alkmaar en omstreken. Uit den Alkmaarschen Raad. No. 302 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeurs C. KRAK. Zaterdag 22 December 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang Dokter Van Slingerland heeft den Alkmaarschen belastingbetaler beklopt en bekeken en geconstateerd, dat deze in zeer zorgvollen toestand verkeert. Als de nieuwe ontvanger voor zijn taak niet de goede opleiding blijkt te hebben genoten, is er alle kans, dat hij weer promotie zal maken. Wat vandaag de aandacht trekt Slijterij „De Groene Flesch" TOUaSAINTSTRAAT 24 No. 4227. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 '5. tfroMe contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Toen Doornroosje honderd jaar geslapen had en wakker werd, stond er een sprookjes prins voor haar en kwam zij tot de aange name ontdekking, dat het dienzelfden dag nog trouwdag zou zijn. Er zijn menschen, die wel eens onder min der aangename omstandigheden wakker worden, zelfs menschen, die na een zorge- loozen slaap de oogen openen om plotseling tot het besef komen, dat zij in alles behalve pleizierige omstandigheden verkeeren. Zulk een uit zijn gemoedsrust opgeschrikt man is de Alkmaarsche belastingbetaler. Hij is enkele jaren in slaap gewiegd met de verzekering, dat er geen kou aan de lucht was omdat onze gemeentefinanciën in kern- gezonden toestand verkeerden. Hij heeft toen nog even om zich heen gekeken en ge zien, dat er in vrijwel alle gemeenten van ons vaderlandje iets bijzonders te constatee- ren was. Of de gemeenten waren noodlij dend of de belastingbetalers waren het ge. worden, maar men gelooft graag wat men graag ziet gebeuren en dus is de Alkmaar sche belastingbetaler weer ingesluimerd met de gedachte, dat het in deze moeilijke jaren een lot uit de loterij was een gemeente bestuur en in het bijzonder een wethouder van financiën te hebben, die te midden van aller financieelen achteruitgang het stads- scheepje zoo veilig langs de gevaarlijke klippen wist te leiden, dat wij van een roos- kleurigen toestand en kerngezonde financiën konden spreken. Evenwel, het ontwaken is minder aange naam geweest. Toen de Alkmaarsche belastingbetaler wakker werd stond er geen betooverde prin ses met trouwbeloften voor zijn bed, maar de schim van een deurwaarder, die wegens het niet tijdig betalen van alle mogelijke ge meentelasten de rest van zijn inboedel kwam opschrijven. Jarenlang hebt en we onder het tegen woordig regeeringsblok met de gedachte van een bijzonder bevoorrechte positie geleefd, we hebben het aangezien, dat allerlei reser vepotjes tot den bodem geleegd werden, dat dc gemeentelijke bedrijven, de veel geprezen financieele melkkoetjes, tot den laatsten droppel werden uitgemolken, maar we kon den dan ook triomfantelijk verklaren, dat de algemeene malaise onze deur vrijwel onopge merkt voorbijging. Wij behoefden niet voor belastingverhooging te vreezen, onze ambte naren werden in hun salarissen en loonen met een betrekkelijk gering percentage ge kort, wij konden nog wel geld vinden voor allerlei niet stnkt noodzakelijke subsidies, kortom, wij leefden onder de zegeningen van de verbonden rood-zwarte partijen en onze wethouder van financiën was niet als zijn voorganger een man, die krampachtig de koorden van de beurs hield, maar een optimist, die er slag van had ieder in zijn zorgeloozen kijk op de toekomst te doen dee- len. De wethouder is verdwenen en met hem schijnt ook de optimistische kijk op den toe stand van onze schatkist te zijn heengegaan. Er wordt plotseling niet meer gesproken van een kerngezonden toestand. Integendeel, de rood-zwarte hoofden werden bij elkaar gestoken en er werd beraadslaagd op welke basis men elkander voor een verdere regee- ringsperiode zou kunnen vinden. Als een schip in gevaar verkeert, roept de kapitein de geheele bemanning bij elkander omdat elk van hen mede verantwoordelijk is voor de te nemen uesluiten. Als ons stadsscheepje in financiëel gevaar verkeert roept men alleen de vertegenwoor digers van de regeeringspartijen in consult en zij, die de andere volksgroepen in deze gemeente vertegenwoordigen, moeten maar raden en afwachten wat de heeren hebben besloten. Nog niet zoo lang geleden, toen er een politieke crisis dreigde, hebben wij in onze courant vermeld, dat er een suppletoire be grooting van het Maatschappelijk Hulp betoon van niet minder dan 40.000 te ver wachten was, dat de financieele toestand allesbehalve rooskleurig was en dat de ver bonden fracties het er over eens waren ge worden, dat men een bedrag van niet minder dan 7,4 procent op alle salarissen en loonen zou moeten korten. Toen de heer Vogelaar deze mededeeiin- gen in den Raad bracht, was het de heer Venneker, leider der r.k.-fraciie, die met ver heffing van stem uitriep, dat er „zooveel in de couranten stond" en „dat men niet dade lijk maar alles moest gelooven wat er ge schreven werd". Op dat moment wist de heer Venneker met groote zekerheid, dat wat wij geschreven hadden wel degelijk juis was en men mag versteld staan over de brutaliteit van dezen politieken voorman om op dat oogenblik de débacle van onze gemeentefinanciën tegen over de niet in het regeeringsblok betrokken raadsleden te durven ontkennen. Wij hebben toen de verwachting uitge sproken, dat de heer Venneker, wanneer onze mededeelingen inderdaad juist bleken, rui terlijk zou erkennen, dat zijn aanval op onze betrouwbaarheid willens en wetens on juist en daarom unfair zou zijn geweest, maar bij iemand als deze politicus is natuur lijk geen spoor van schuldbesef, laat staan van berouw te bekennen. Hij haalt het boete kleed wel even te voorschijn, maar alleen om het te bekijken. Hij legt het even vlug weer weg als hij het voor den dag heeft ge haald en betoogt hoogstens, „dat men hem wel verkeerd zal hebben begrepen". Intusschen zitten we hier met de gebakken peren en waren het nog maar gebakken peren, dan was dat tegen de Kerstdagen nog zoo slecht niet, maar het is ten slotte heel wat anders, het is een financieele strop, een bijna niet te dichten gat in onze gemeente- begrooting, een zoo weinig rooskleurige toe stand van onze financiën, dat de gemeente lijke volksvertegenwoordigers, die tot dus ver nog niet het voorrecht hadden voor vol aangezien te worden en dus mee te mogen beraadslagen, er met groote verwondering en met groote ongerustheid van hebben ken nis genomen. E>e nieuwe wethouder van financiën, de heer Van Slingerland, sprak niet meer van een rooskleurigen en kerngezonden toestand, maar liet duidelijk uitkomen, dat deze toe stand zeer zorgvol is, waarbij hij een dub bele klemtoon op de beide middelste letters van het eerste woord gelegd heeft. Dat was een ander geluid dan wij de laatste jaren gewoon waren en het is geen wonder, dat de heeren Hoytink en Vogelaar er op gewezen hebben, dat zij dit wel voorzien hadden maar nog nooit zoo duidelijk hadden hooren uitspreken. Nu de reserve-spaai varkentjes geslacht en de gemeentelijke koetjes uitgemolken zijn, nu er niets meer is om er de leelijke gaten mee te stoppen, kunnen drastische maatregelen niet langer achterwege blijven, en zullen zelfs de minst-kapitaalkrachtigen een Wang rijk offer moeten brengen om onze gemeente kunstmatig boven water te houden. Het is niet aangenaam te moeten besluiten de gemeentelijke opcenten op de personeele belasting van 85 op 200 te brengen, de ge meente naar een andere klasse te doen ver huizen en door dat alles den kleinen man, dien men altijd heeft willen sparen, voor een groot deel de dupe van onze gemeentelijke politiek te doen worden. Het is evenmin prettig de ambtenaren en werklieden der gemeente de Kerstboodschap thuis te sturen, dat hun salaris met ingang van 1 Januari weer eens met 7,4 pet. naar beneden zal gaan en het is volkomen begrij pelijk, dat een voorzichtig maar veel te weinig geconsulteerd financier als de heer Hoytink er zijn spijt over uitspreekt, dat men ver leden jaar niet naar hem geluisterd heeft, omdat, door wat hij toen reeds voorstelde, de salarisverlaging veel geleidelijker tot stand zou zijn gekomen. Niemand kan het ten slotte helpen, dat de crisis ook onze gemeente niet voorbijgaat, dat ook wij in financieel opzicht moeten bloeden, maar een voorzichtig financier had ons niet jarenlang in gerusten slaap gehou den maar zou datgene wat noodzakelijk komen moest over meerdere jaren verdeeld hebben, zoodat wij niet plotseling voor het nemen van dergelijke drastische maatregelen gesteld werden. Dat is de schuld van e n regeeringspoli- tiek, die terwille van eigen partijglorie een belangrijk deel van den raad van het mede- regeeren uitsluit en terwille van de kiezers tot dusver nog altijd den indruk gewekt heeft, dat, dank zij het beleid van deze groepen en dc daaruit voortgekomen wet houé.-s, alleen Alkmaar zou ontkomen aan hetgeen andere gemeenten oedreigde of reeds had getroffen. Het is de groote fout, dat in Alkmaar lange jaren het getal en niet de geheele raad geregeerd heeft. Wij hebben een elftal gekend dat vaak allesbehalve sportief was en wij hebben een dertiental gekend en wij zijn door deze getallen geregeerd geworden, waarbij het er totaal niet op aankwam welke meening in de niet in het verbond opgenomen fracties heerschte, waardoor jarenlang groote poli tieke groepen van onze bevolking practisch van eenige zeggenschap in het regeerings- beleid werden uitgesloten. Nu het misloopt wijt men den slechten stand van zaken voornamelijk aan de regee ring, die groote slokop in Den Haag, die ons zooveel afhandig gemaakt zou hebben, maar de heer Hoytink heeft zeer terecht naar voren gebracht, dat wat de regeering dit jaar geeft en wat zij neemt slechts een verschil van on geveer f 27.000 uitmaakt, een bedrag, dat, hoe groot het ook in deze tijden mag schijnen, ten slotte niet van overwegend belang is op een millioenenbegrooting als die van onze gemeente. Wij zitten in den put en wij moeten maar zien, dat wij er weer uitkomen en nu het zoo ver is wordt er een dringend beroep gedaan op alle raadsleden, die tot dusver buiten den gang van zaken zijn gehouden om hun stem, ten bate van Alkmaar's financieele redding, niet aan de noodgedwongen te nemen maat regelen te onthouden. Zij hebben aan die roepstem gehoor ge geven, zij hebben hun droeven plicht gedaan in het belang der gemeenschap, welke ook zij vertegenwoordigen, maar het is te ver wachten, dat zij bij de beschouwingen der gemeentebegrooting nog wel eens het een en ander in herinnering zullen brengen. De Verdronken Oord- en Mientbewoners hebben natuurlijk al vernomen, dat hun verzoek om de grachten te dempen met op een na algemeene Sjemmen door den Raad verworpen is, en eerlijk gezegd hebben wij dat wel zien aankomen. Er wordt in allerlei steden een voortdu- renden strijd gestreden tusschen het oude stadsschoon en het moderne verkeer en het is helaas noodzakelijk, dat veel van dal ouden en mooie aan de eischen van dezen tijd ten offer valt. Wij hebben destijds geen oogenblik geaar zeld er toe mede te werken om van onze antieke Langestraat een modernen ver keersweg te maken omdat men nu eenmaal niet in het hartje van de stad een openlucht museum van oude bouwkunst kan vasthou den en tegelijkertijd een winkelstraat met rijverkeer kan hebben welke voor den mid denstand ter plaatse een dringende eisch was. Wij zullen geenszins ontkennen, dat een gedempt Verdronken Oord voor het auto verkeer, zelfs voor het vrachtautoverkeer, heel wat gemakkelijker zou zijn dan zooals de toestand op dit oogenblik is, maar tege lijkertijd rijst de vraag of de demping van deze mooie oude grachten inderdaad strikt noodzakelijk mag genoemd worden. Het verkeer naar de Bierkade kan immers langs de geheel geasphalteerde, breede Laat worden geleid en wanneer er daarbij moeilijkheden zijn bij den ongemakkelijken Limmerhoek, welnu laat men daar, des noods door demping van de Turfmarkt, een toestand scheppen waardoor het verkeer geen stagnatie meer zal ondervinden Wanneer dat het geval is behoeven de auto's niet over het Verdronken Oord te gaan en is het niet noodig deze mooie oude gracht te herscheppen in een leelijk parkeerterrein. Natuurlijk geeft dit eenig ongemak aan de middenstanders die juist hier hun zaken en pakhuizen hebben, maar men moet in deze tijden terdege overwegen of hun belangen voor het welzijn van onze gemeente opwe gen tegen de noodzakelijkheid Alkmaar van zijn karakteristieke schoonheid te be- rooven en daardoor een groote bron van inkomsten het vreemdelingenverkeer te belemmeren. Er is in den Raad zoo juist op gewezen, dat de marktbelangen en de kaashandel er straks ook wel op kunnen wijzen, dat het een eisch van den tijd is, dat met de oude traditie gebroken wordt en de hinderlijke vreemdelingen des Vrijdags zullen verdwij nen, maar men draagt ook hier geduldig de lasten van deze invasie omdat het voor Alk maar van groot belang is een eigen karak ter te bezitten, dat waard is van over de grenzen te worden bekeken. Alkmaars mooie oude grachten zijn 't, die deze stad uit pit- toreks en architectonisch oogpunt zijn groo te waarde geven en, hoewel wij dat oude en mooie niet altijd kunnen sparen, wij moeten toch trachten het zoo lang mogelijk te behouden en het niet nog afgescheiden van de kosten, die in dezen tijd ook een voorname factor zijn aan het verkeer ten offer laten vallen zoolang er nog maat regelen te nemen zijn om dat verkeer in an dere en niet minder slechte banen te leiden Wanneer er een oplossing bij den Lim merhoek gevonden wordt en wanneer er te gelijkertijd een betere ligplaats voor de ge meentelijke vletten kan worden gevonden, zullen zoowel het verkeer als de Verdron ken Oord-bewoners daarmede gebaat zijn. „Het zal op den duur toch tot demping moeten komen", heeft de heer Stoutjesdijk in een oppositioneele bui gezegd. Misschien zal dat inderdaad het geval zijn, maar laten wij voor Alkmaar als woonstad en als centrum van vreemde lingenverkeer hopen, dat eerst onze klein kinderen voor een dergelijke taak gesteld zullen worden. Als een winkelier ziet, dat de klanten zijn winkel voorbijgaan en bij zijn goedkoo peren buurman naar binnen stappen, neemt hij wel eens een kloek besluit en annonceert, dat hij zijn voorraad beneden inkoopsprijs zal gaan verkoopen. Wij zijn er van overtuigd, dat het gas, dat hier ter stede geproduceerd wordt nog niet beneden inkoopsprijs verkocht wordt, maar het is in deze moeilijke tijden voor de gemeente een merkwaardig besluit opnieuw bij een bedrijf, dat als melkkoetje moet fun- geeren, een prijsverlaging aan te kondigen waardoor de gemeente jaarlijks 25.000 minder in het laadje zal krijgen. Wanneer dit niet strikt noodzakelijk was zou men er zeker niet toe overgaan en het wijst er dan ook wel op, dat het petroleum- verbruik in den laatsten tijd groote afme tingen heeft aangenomen en dat men reso luut tot een offer besloot om erger te voorkomen. Helaas zijn al deze offers in werkelijk heid maar schijnoffers omdat de gemeente voor het sluitend maken van haar begroo ting die gelden toch niet zal kunnen missen en de burgerij ze in een anderen vorm wel weer op tafel zal moeten brengen. Toen de heer Van der Vegt als gemeente ontvanger bedankte zal hij niet vermoed hebben, dat zijn heengaan den Raad voor moeilijke problemen zou stellen. Het was te verwachten, dat er een oproep voor een nieuwen ontvanger zou woeden ge daan en wij zouden deze betrekking gaarne gegund hebben aan den heer Van de Poll, den tegenwoordigen gedelegeerde, den be scheiden, sympathieken werker, die reeds jarenlang bij afwezigheid van zijn chef, diens functie tot aller tevredenheid heeft waargenomen. Er kwam evenwel 'n ingewikkelde kwestie naar voren. Het schijnt, aat de heer Schier- beek, onze gemeentelijke verificateur en con troleur, in deze functies althans in de eerstgenoemde niet geheel op zijn plaats was en men heeft dit vriendelijk uitgedrukt door te zeggen, dat zijn opleiding eigenlijk niet in deze richting was gegaan. Nu er een vacature in het ontvangerskan toor kwam, meenden B. en W. een dubbelen slag te kunnen slaan. Wanneer de heer Schierbeek nu eens tot gemeente-ontvanger gepromoveerd1 werd was deze plaats bezet door een ambtenaar, die men dan in allen gevalle niet op wachtgeld behoefde te stel len en men zou dan tegelijkertijd in zijn plaats een verificateur kunnen aanstelilen, die het klappen van de financieele zweep in alle toonaarden kende, zoodat ook daar het beste van het beste zou worden verkregen. Dat alles stond in het teeken der bezuini ging, maar de heer Vogelaar vond een an dere bezuiniging uit waardoor de heer Van de Poll gemeente-ontvanger zou kunnen worden en men de plaats van den gedele geerde niet door een nieuw te benoemen ambtenaar zou moeten bezetten. Helaas, het was voorbeschikt dat Barber tje -of in dit geval de tegenwoordige ge delegeerde zou moeten hangen. De tijden waren er niet naar den heer Schierbeek op wachtgeld te stellen en de uitdrukking van Multatuli, dat iemand door gebrek aan zwaarte omhoog kan vallen, is ook hier ter stede bewaardheid geworden. De heer Schierbeek is gemeente-ontvanger geworden of za! het althans worden omdat men hem voor de verificatie liever niet houden wilde en het te kostbaar was om hem op wachtgeld te plaatsen. Een felle strijd drie bijlagen zijn er zelfs over verschenen is nog gestreden over de vraag of de gemeentelijke verificatie nu voortaan door een te benoemen ambte naar er werd zelfs al beweerd, dat het college hiervoor al een candidaat op de no minatie had staan dan wel door het Cen traal bureau voor verificatie en financieele adviezen van de Ver. van Nederlandsche Ge meenten zou moeten geschieden. De heer Bonsema, die als wethouder omgezwaaid was en voorstander van deze laatste oplos sing was geworden, heefi ten slotte zijn zin gekregen, dank zij voornamelijk den steun van zijn pariijgenooten. die niet gaarne van uit Den Haag geregeerd, maar blijkbaar wel gecontroleerd wenschen te worden. 4t Het is teeken end voor de toestanden welke tot dusver in onze gemeente getolereerd wer den, dat B. en W. moesten verklaren, dat een tekort van 40.000 bij Maatschappelijk Hulpbetoon door hen niet voorzien is Het is teekenend voor de waarde der financieele overzichten en verantwoordingen welke Do Joego-Slavisch-e crisis. (Dag. Overzicht). Zwendel aan de Azorenkust. (Bui tenland). Brand aan boord van de „Tabian", (Binnenland). Prof. Karl Barth te Keulen voor een jaar uit zijn ambt gezet. (Bui tenland). De achtergrond van den moord op Kirow. (Buitenland). Nadere berichten van de „Uiver". (Luchtvaart). Onder Raalte is een aanhangwa gen op den onbewaakten overweg gegrepen; de chauffeur gedood. (Binnenland). Uit het parlementaire leven. (Ar tikelen). Met de „Marnix" naar de kust van zon en palmen (III). (Artikelen). (Zie verder eventueel laatste berichten.) is vanaf heden aangesloten onder JEadrea voor Gedistilleerd en Wijnen voor de feestdagen. Tot 2 Jan. '35 bij aankoop van een flesch Wijn een spel schitterende bridgekaarten cadeau. iedere week aan B. en W. verstrekt worden, maar de burgemeester, die door het over nemen van de desbetreffende portefeuille een eigen kijk op de financieele geste dezer zoo kostbare instelling heeft verkregen, heeft toegezegd, dat thans maatregelen zijn geno men om ^dergelijke onaangename verrassin gen in de toekomst zooveel mogelijk te voor komen. Dank zij een interpellatie is ten slotte komen vast te staan, dat er inderdaad bij het gasvergiftigingsgeval aan de Bleekers- kade van eenige grove, zelfs van eenige aanwijsbare schuld niet kan worden ge sproken. De mededeeling van dr. Heijermans in de Telegraaf, dat cyaangas te Amsterdam alleen maar voor het ontsmetten van sche pen en fabrieken gebruikt wordt, heeft be grijpelijkerwijze de vraag doen rijzen, wat men daar dan wel voor het ontsmetten van woningen gebruikt en of in Alkmaar niet een betere en minder gevaarlijke werkwijze kan gevolgd worden. Het staat nu wel vast, dat er hier ter stede gewerkt is met de daarvoor door den minis ter aangewezen middelen en wethouder Bon sema verklaarde ronduit, dat hij er niet in geslaagd was te vernemen welke gassen er in Amsterdam wel gebruikt zouden worden. Wanneer men daar inderdaad een minder gevaarlijk systeem heeft waaraan wij in tusschen hard beginnen te twijfelen was het zeker de plicht van dr. Heijermans ge weest, daarvan nadere mededeelingen te doen. Thans rustte op onzen ontsmettingsdienst een oogenblik de verderking van noodeloos roekeloos optreden, een verdenking, welke deze in geen enkel opzicht verdiend heeft. Hoewel van Alkmaar de victorie begint kwamen de vragen over de faillissements aanvragen van het Victorie-bad eerst aan het einde der overladen agenda. Wethouder Bons.ma heeft uiteengezet, dat het hier slechts een geschil over een be twiste vordering betrof en dat de gemeente in den persoon van den secretaris wel bemiddeld maar "iet zelf betaald heeft. Het bad, welks exVohatie dank zij een Barnum en Baily-achtige reclame een drieduizend gulden winst had opgeleverd, blijkt evenwel dertigduizend gulden meer te hebben gekost dan verwacht was, een be drag, dat op een bouwsom van 65.000, om het zacht uit te drukken, eenige verwonde ring mag wekken. De gemeene zou evenwel safe staan, daar alleen de ondernemende bouwers voor de stroppen moeten opkomen. Het is algemeen bekend, dat de combinatie waarmede de gemeente in zee, of beter ge zegd, in het bad is gegaan, allesbehalve kapitaalkrachtig was. Wij helpen B. en W. dan ook hopen, dat de financieele toestand van deze onderneming in de toekomst kern gezond zal blijken maar wij kunnen de ge dachten niet van ons afzetten, dat op den korten duur de financieele stroppen niet al leen aan den kant der Amsterdamsche com binatie, maar ook aan de zijde van onze ge meente zullen vallen. In 1573 heeft het zeewater Alkmaar de victorie bezorgd, in negentienhonderd en zooveel zou het badwater de gemeente wel eens een onaangename verrassing kunnen bereiden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1