Het de Hamix naar de kust van zon en palmen. v. Jaarvergadering Provinciale Commissie uit de Veilingen. Van de Afrikaansche kust naar de Rivièra. DE ZEEMAN ONDER EN BOVEN DE WATERLIJN. Land- en Tuinbouw. Belangrijke inleiding van den heer Valstar. Hij acht het vaststellen van productieprijzen voor den tuinbouw onuitvoerbaar. DE REGEERINGSSTEUN IS ONVOLDOENDE. ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 29 j?E_CEMBER 1934 Vanaf de commandobrug zien wij de Middellandsche Zee tegen zonsondergang als een sprookje van lichtende kleuren. De zon is bijna door het water verzwol gen, maar heeft de kleuren van den regen boog uit elkaar getrokken en ze als S.O.S.- seinen naar alle richtingen de aether inge- slingerd. Het schip drijft in een rose gloed, in het nauwelijks bewegende water waarin wij va ren, schijnt een kunstschilder zijn penseelen uitgespoeld te hebben, maar de zee verslindt aan de kim de laatste vurige zonne-resten en dan valt heel vlug het duister van den ko menden avond. Het berglandschap aan de kust verduis tert en vergrauwt en er komen kleine sterre tjes in. Het is of iemand in zwart papier gaatjes geprikt heeft waardoor het lamplicht plotseling naar buiten komt schijnen. Wij zullen Algiers niet alleen onbezocht laten, wij zullen er niets anders van zien dan een stad bij avond, die den voorbijgan ger slechts een kleinigheid van haar karakter laat kijken. In het niet-Europeesche gedeelte verheffen zich een reusachtige moskee en een minaret, beiden door flootlight overgoten, zoodat zij van grooten afstand zichtbaar zijn. Een kustlicht vlamt op en zienderoogen wordt het aantal sterretjes grooter. Er zijn rose vlekken, die bij het naderglijden van de Marnix lichtreclames voor bioscopen of si garetten blijken, maar de kapitein heeft alleen oog voor de groene en roode havenlichten, de vuurbakens waar wij tegen vijf uur keurig netjes doorheen varen. Aan den vasten wal kan de Marnix blijk baar niet komen. Wij zullen in deze zwarte baai ten anker gaan en het schip laten zwaaien. De reusachtige ijzeren schakels vallen rin kelend uit de kluisgaten, de Marnix laat zijn anker steeds dieper vallen en weldra liggen wij vast en zwaait het schip om deze spil bijna 180 graden, zoodat het achtereinde vlak bij den wal komt te liggen. Er komt een reusachtige ponton langs stuurboord en het oogenblik is aangebroken, dat de voor Algiers bestemde passagiers het zijn er niet vele ons gaan verlaten. Vanuit het tweede-klas promenadedek wordt de scheepstrap uitgelegd en in een oogenblik staan er donkere, Fransch spreken de mannetjes aan boord. Zij dragen een roo de fez met de naam der Maatschappij Neder land er op, zij tillen de zwaarste koffers met gemak op hun schouders en dalen er de steile trap mee af om hardloopend over de ponton in de richting van de kade te verdwijnen. Een scheepskraan heeft even een auto uit een der luiken geheschen. Het was of een reusachtige hand in het binnenste van het schip greep, een speelgoedauto'tje uitzocht en dat op een hoekje van het dek zette. Zoo dadelijk zal diezelfde ijzeren hand dat dinge tje nog even op de ponton laten zakken. Alle passagiers hangen over de reeling en kijken in de zwarte diepte. Er wordt ge wuifd en geroepen en hofmeesters houden bo ven aan de trap ieder tegen, die, die niet van boord mag of er niet op thuis behoort. Don kere vletjes dobberen om de groote scheeps romp en er worden manden vol versche groenten, fruit, aardappelen en groote vis- schen aan boord gebracht. Vanaf het achterdek dringt het groote stadsleven tot ons door en zien wij lange rijen bewegende lichtjes, die, door een kijker opgenomen, rijdende tramwagens blijken. Helaas, de Marnix is slechts een der ships, that pass in the night en drie kwartier later dan in het vaarplan was vastgesteld, halen krachtige machines het anker weer naar bo ven. Klik, klik, zeggen de ijzeren schakels en even later is de Marnix los, wendt den ste ven en dan worden de lichtjes aan de Afri kaansche kust zoo klein, dat het niet meer de moeite is er verder naar te kijken. Een der laatste avonden aan boord is het captains-dinner gehouden. Diner d'Adieu, zegt het menu, dat op een lapje witte zijde gedruk is en met een vlag getje van de Nederland aan een houten mastje is bevestigd. Het kan opgehaald en neergelaten worden met een koordje van gouddraad en het staat dezen avond naast het bord van allen, die voor dit diner bij el kaar zijn gekomen. Er is extra werk van toiletten gemaakt en de eetzaal draagt meer dan ooit het ka rakter van een diningroom in een der meest luxieuse hotels van het vasteland. De Maitre d'Hotel heeft zijn fraaiste kunst stukken uitgestald, honderden kleine kleur- lichtjes geven aan dat alles een wondere be koring en na een der eerste gerechten staat de kapitein van tafel op en begeeft zich naar het gobelin waarachter de pantry der eerste klasse is gelegen. Het zal niet gemakkelijk vallen mannen te vinden, die het ware zeemanschap met de eigenschappen van een goed society-man combineeren, maar de rijzige figuur, die thans in zijn van onderscheidingsteekens voorzien dinner-jaquet het glas opneemt is niet alleen een good sailor maar ook 'n perfect gentleman. Hij houdt een korte toespraak tot de passagiers, die in een der eerstvolgen de havens het schip zullen verlaten, hij wijst op de overeenkomst tusschen een zeereis en het leven, die beiden hun zonnige en donkere dagen kennen, hij vertaalt dat alles nog eens in het Engelsch en hij eindigt met een drie werf en door alle aanwezigen krachtig on dersteund „hoera" op het Koninklijk Huis, waarna hij een dronk wijdt aan H.M. de Koningin De Madoereezen hebben aan elke tafel de champagneglazen gevuld een attentie van de Maatschappij Nederland en terwijl de muziek het Wilhelmus inzet, staan allen op en drinken op de gezondheid van Koningin Wilhelmina. Een Engelschman aan een tafeltje naast het onze neemt zijn monocle uit het oog het eenige ding, dat ons aan boord heeft ge hinderd en schijnt te willen spreken, maar een rijzige figuur aan een ander tafeltje is hem voor en houdt een korte toespraak na mens de Engelsche passagiers, waarin hij eenige vriendelijke woorden over ons land, het schip en den kapitein zegt. De heer De Vries, een industrieel uit Am sterdam, spreekt namens de Hollanders en heeft daarbij gelegenheid niet alleen op on ze scheepvaart, maar ook op onze prestaties in de lucht en op den tocht van onze onder zeeboot te wijzen en na hem spreekt de nestor van ons clubje nog eenige vriendelijke woor den namens de journalisten. De kapitein komt even dank zeggen en na dat hij zijn plaats weer heeft ingenomen gaan plotseling de lichten uit en bij het schijnsel van jlechts enkele kaarsen zien wij van de breede marmeren wenteltrap een dub bel rij inlanders afdalen. Zij hebben kleine vuurtorens van suiker waaruit blauwe vlammen komen en deze zwijgende mannen, die elk het lichtbaken voor zich uitdragen en zich aan het einde vaji de eetzaal in een breede rij opstellen, maken in den gloed der vlammende alcohol een fantastischen indruk. Het is een waardig slot van dit diner. De gasten hebben allen op hun tafel een kleine verrassing gevonden, de dames een doosje zeep, de heeren sigaretten in een koker, die aan een der schoorsteenen van de Marnix herinnert en na het diner verzamelen allen zich in de muzieksalon, waar weldra het black and white van heerencostuums naast zijde, fluweel en kant van damesiaponnen in bonte mengeling over den spiegelgladden dansvloer zweeft. De Marnix van Sint Aldegonde is geen speelgoedbootje, dat in Amsterdam opgewon den wordt en tot Batavia kan blijven door varen. Het is een motorschip, dat elk etmaal 60 ton olie verstookt, waarbij de ton op 1016 K.G. wordt berekend. De hoofdmachinist, de heer Ouwehand, die aan het hoofd van een groote groep technisch personeel staat, heeft ons tijdens de vaart in de Middellandsche Zee vriendelijk in zijn bureau ontvangen en ons daarna overgeleverd in de meest gun stige beteekenis van het woord aan een zijner officieren, die niet alleen een krachtige stem heeft, zoodat wij hem boven het rumoer der machines verstaan kunnen, maar die er ook slag van heeft ons de werking der meest ingewikkelde motoren in enkele woorden dui delijk te maken. Met dezen goeden gids zijn wij den laat- sten morgen, dat wij aan boord waren diep onder den zeespiegel in door gloeilampen verlichte ruimten gedoken waar de ijzeren spieren van de Marnix dag en nacht bezig zijn het reusachtige schip door de golven te stuwen. Men spare ons een gedetailleerd overzicht van alle technische bijzonderheden. Achttien meter onder de commandobrug, negen a tien meter onder de waterlijn is een doolhof van ijzeren ladder-trappen, er staan Dieselmoto ren van het Sulzer-type, dubbele rijen ma chines, waardoor aan iedere zijde een ar beidsvermogen van ruim zevenduizend P.K. wordt ontwikkeld, en het schip een maximum vaart van 18 mijlen 1 mijl is 1852 M. kan verkrijgen. Het is glad en vet en duister hier onder in het schip, het trilt en ronkt en snort en schudt, zoodat onze begeleider zich slechts met moeite verstaanbaar kan maken. Wij komen bij de scheepstelegraaf waar een officier de wacht houdt om alle bevelen van de commandobrug dadelijk ten uitvoer te kunnen brengen en wij loopen door de accu mulatorenkamers, waar het aanraken van metalen deelen levensgevaarlijk is, maar waar de electrische kracht is verzameld, die automatisch voor de bediening van het roer en de lichtleidingen in werking treedt als de motoren op een of ander wijze gestoord mochten blijken. Wij zien ae machtige cylinders draaien waaraan de schroeven zijn bevestigd, wij loopen over den dubbelen bodem, die slechts een meter van de grondlijn der Marnix is gescheiden en wij bekijken, de electrisch, hy draulische stuurinrichting, waardoor het den matroos op de brug mogelijk is het roer van stand te laten veranderen. Wij zijn, eerlijk gezegd, blij als wij weer boven in de frissche zeelucht komen en onze handen kunnen wasschen in water, dat door de afgewerkte gassen dezer machines ver warmd wordt. Het leven van den zeeman boven de water lijn is heel wat aantrekkelijker dan dat van hen, die hun arbeid slechts bij kunstlicht kun nen verrichten. Hoe dichter wij de Cöte d'Azur naderen, hoe warmer het blijkt te worden. E>e meeste Engelschen verschijnen in zomerpakken met lichte pantalons, het zwembad heeft plotse ling klanten gekregen en op het sportdek wordt getennist of worden dekspelen uitge voerd. Er wordt druk gekiekt en de fotograaf, die zijn winkel en donkere kamer op het bo vendek heeft zal meer werk krijgen dan hem lief is. Het is 5 December. Vanavond zullen wij in Ville Franche van boord gaan, maar vóór dien tijd moeten wij nog Sint Nicolaas en zijn knecht begroeten, die de kinderen van alle pasagisers een prettigen middag zullen bereiden. Tj. De vergadering was gistermiddag flink druk bezocht. Onder de aanwezigen bevon den zich o.a. de heeren A. W. Michels, lid van Oed. Staten van Noordholland, J. G. Hazeloop, rijkstuinbouwconsulent te Alk maar en J. Groen, lid der Tweede Kamer, te Zuidscharwoude. De voorzitter, de heer P. Slot A. P.zn., uit Broek op Langendijk, heette spe ciaal de gasten hartelijk welkom, mededee- lende dat mr. Niemöller en de heer Riet- sema niet aanwezig konden zijn. Vervolgens hield spr. een openingsrede. Het is zoo zei spr. wel niet het juiste tijdstip om een volledige balans op te maken, maar wel is te constateeren, dat de uitkom sten van verreweg de meeste tuinbouwbedrij ven een troosteloos beeld geven. In het begin van het jaar konden tegen redelijke prijzen enkele artikelen in Duitschland geleverd worden. Maar daarna kwamen de betalings moeilijkheden en zoo kwam het, dat voor de groenten (vroege aardappelen en boom-en uitgezonderd) de prijzen niet loonend zijn geweest. Alle export is lam geslagen door het niet betalen door Duitschland. De bedrij ven zitten thans dieper in den put dan ooit te voren, zoodat vele dreigen ten onder te gaan. Sprekende over de overheidshulp aan den tuinbouw, noemde spr. den geldelijken steun onvoldoende, al wilde hij toch met waardee ring van die hulp gewagen. De hulp begon met de provinciale voorschotten in 1931 en toen kwamen in 1932 de rentelooze voor schotten van het rijk (gesteund door de ge meenten); in het najaar '32 richtte de pro vincie het in- en verkoopbureau op ter verze kering van een minimumprijs en daarna zijn de steunwetten gekomen, waardoor het ver schil tusschen opbrengst en kostprijs gedeel telijk werd bijbetaald. Voor verdere hulp blijft het oog op de regeering gericht. Spr. was er dankbaar voor, dat bij de uitvoering van allerlei maatregelen mannen zijn uitge zocht, die het vertrouwen genieten van vak- genooten. De leiding hierbij mag niet in handen komen van ambtenaren, maar moet blijven bij menschen uit de practijk. Door dit alles is de taak der veilingen ten zeerste veranderd, zooals spr. nader aangaf, er op wijzende, dat alle werk met groote nauwkeurigheid wordt gedaan in het belang van de aanvoerders-kweekers. Maar ook ten opzichte van de voorlichting hebben de vei lingen een breedere taak gekregen. Hierdoor kunnen veel verkeerde dingen worden voor komen. Spr. hoopte, dat de veilingen ook in deze het vertrouwen der leden zullen mogen behouden. Nu de vooruitzichten steeds donkerder worden, is het taak zich tot het uiterste in te spannen, als daardoor iets ten goede kan worden bijgedragen. Spr. deed daarvoor een beroep op alle leden en richtte ten slotte tot Hem, die alles regeert, de bede, dat het Hem moge behagen door de donkere wolken het licht te doen doorbreken. Jaarverslag 1933. Aan het jaarverslag van den secretaris, den heer P. Klant te Warmenhuizen, ont- leenen wij het volgende: Door allerlei maatregelen wordt de vrij heid van den tuinder zwaar aan banden ge legd, maar hoe zwaar dat ook valt, we zien dat het noodzakelijk is. Het verplicht veilen gaf voor de leden der veilingen geen moei lijkheid, omdat de organisatie dit reeds vrijwillig op zich had genomen. Van ingrij penden aard was de teeltbeperking, die ech ter over het algemeen door de tuinders se rieus is opgevat en uitgevoerd. Speciaal bij de vroege aardappelen was het resultaat van dezen maatregel goed, al was ook de droge zomer een belangrijke factor daarbij. In elk geval is bereikt dat de teelt van tuin bouwproducten in de landbouwbedrijven is ingekrompen, wat zeker met volkomen vrij heid in dezen niet het geval zou zijn geweest. Uitvoerig stond de secretaris stil bij de belemmeringen in het handels- en betalings verkeer, die van alle ons omringende landen werden ondervonden. De verwachting werd uitgesproken dat de op 14 Nov. geopende onderhandelingen met Amerika gunstig re sultaat zullen hebben. Geconstateerd werd dat het steunbedrag voor de bedrijven die het diepst in den put zaten, te gering was om het hoofd boven water te houden. Er zullen nog heel wat slachtoffers vallen, indien dit bedrag, hoe wel reeds verhoogd tot 7Y, millioen, niet nog een belangrijke verhooging ondervindt. Het prijsverloop van de groenten en het fruit was in vele gevallen tot nadeel van den kweeker en bovendien leed nog veel onder de ongunstige weersomstandigheden. Uitvoerig werd een en ander nagegaan. De omzetcij fers aan de veilingen bedroegen slechts 8.200.515 tegen 22.074.606 in 1929 en 9.381.418 in 1932. Van de tuindersvoorschotten 1923, ver leend aan 592 personen, zijn geheel afgelost 343, de overige beloopen een bedrag van 29.761. Het nadeel dat de provincie leed bij deze voorschotten, beliep 75.060. De resultaten van de voorbeeldbedrijven waren over 1933 voor alle ongunstig. Het v rlies bedroeg in Bovenkarspel 2375, te ITeemskerk 3072 en te Broek op Langen dijk 3222. In beide eerstgenoemde plaat sen was het verlies iets minder dan in 1932, in de laatstgenoemde vrijwel even hoog! Voor het loopende jaar zijn de verliezen ver minderd doordat de bedrijven zijn verhuurd De teeltopbrengsten waren voldoende, de slechte resultaten zijn alleen te zoeken in de lage prijzen der producten. Het aantal aangesloten veilingen bleef ge- I lijk op 35, verschillende ervan maken moei lijke tijden door; een vijftal dreigt ged p te worden door de opheffing van 6e sp lijn HoornMedemblik. Het jaarverslag werd goedgekeura q De heer R. Wognumte Schoorl merkte naar aanleiding van de notulen op, dat ver zuimd is op te nemen zijn vraag om vo - taan zoo mogelijk niet meer op Vrijdag vergaderen. En bovendien: nu is deze ver gadering weder op Vrijdag uitgeschreven. De vo or zi11er antwoordde, dat oit niet anders kon omdat de heer Valstar, wiens aanwezigheid op hoogen prijs wordt ge steld, niet anders kon. De notulen van de algemeene vergadering van 29 Dec. 1933 en de buitengewone alg. vergadering van 6 Juni 1.1. werden hierop vastgesteld, alsmede het verslag van de 'handelingen gedurende het achttiende boek- Rekening 1933. De rekening en verantwoording 1933/34 werd op advies der financieele commissie goedgekeurd. Zij sluit met 5847.54 in baten en lasten (nadeelig saldo 2426.26). Voor 1935 werden als leden van die com missie aangewezen de veilingen St. Joseph te Medemblik, Obdam en Westerblokker. Contributie onveranderd. De contributie voor het komende jaar werd weder bepaald op 1/30 pcb van den omzet met een minimum van 10. De begrooting. De begrootifig 1934/35 werd zonder eeni ge bespreking vastgesteld op 5166 in ont vangsten en uitgaven- met een geraamd na deelig saldo van f 950 (te bestrijden uit de reserves). Bestuursverkiezing. Als bestuursleden werden met algemeene stemmen herkozen de heeren W. Gutker te Warmenhuizen, D. Koolhaas te Twisk en T. Roosje te Grootebroek. Ingevolge een besluit van de vorige ver gadering stelde het bestuur voor een beslis sing te nemen of al dan niet het aantal be stuursleden zal worden uitgebreid tot negen leden. Zonder nadere bespreking werd dat be sluit genomen. Als nieuwe bestuursleden werden door het bestuur gecandideerd de heeren J. A. Woelders, secretaris der veiling Deemster e. o. te Purmerend en C. Gortzak, idem te Hilversum. Uit de vergadering wer den daar nog aan toegevoegd de heeren C. Hoebe te Wognum, van der Deure te Zwaag, Bakker te Avenhorn, terwijl War menhuizen bepleitte een plaats toe te kennen aan de Zuidelijke veilingen. Gekozen werden de heeren Gortzak met 47 en Woelders met 41 van de 54 stemmen. Rede F. V. Valstar. De heer F. V. Valstar, xegeeringscommis- saris en voorzitter van het Centraal Bureau der Veilingen, hield vervolgens een rede over den steun van den tuinbouw. Hij begon met te constateeren den slechten toestand in den tuinbouw in Noordholland en trad in een beschouwing over de oorza ken: kunstmatige (hooge tarieven en con- tingenteeringen) en andere (teruggang koopkracht, betalingsmoeilijkheden en waar devermindering van het betaalmiddel in verschillende landen). Er mag niet op wor den gerekend dat de welvaart in de naaste toekomst zal terugkeeren en het valt zwaar de bedrijven aan te tpassen op het lagere peil, waarop zij thans zijn beland. De zware verplichtingen, in betere tijden door de tuinders op zich genomen, wegen als een looden last. Naarmate in den intensieven tuinbouw meer kapitaal werd vastgelegd, werden de moeilijkheden grooter, en -nu komt bij velen de vraag op: Waarom zou men den consument niet laten betalen? Hij heeft toch geen recht op prijzen die liggen beneden den productieprijs? In brood en an dere levensbehoeften worden toch ook de productieprijzen van tarwe, enz. betaald door den consument! Spr. vond het middel van prijsregeling voor tuinbouwproducten in het binnenland schijnbaar eenvoudig en ten volle verdedig baar uit een billijkheidsoogpunt. Het niet in het binnenland te plaatsen kwantum kon dan tegen lager prijs voor export worden verkocht of, indien zulks niet mogelijk zou zijn, onder de armen worden verdeeld. Over het principe, dat de tuinder een loonenden prijs voor zijn producten moet hebben kan volgens spr. geen meeningsverschil bestaan. Het is maar de vraag welken weg er kan worden gevonden om dien prijs te krijgen De regeering heeft door verstrekking van een bedrag den grootsten nood gelenigd, maar dit kon de oplossing niet brengen, noch tot herstel van prijzen leiden. Om tot dit laatste te komen, werd een tweetal maat regelen genomen, n.1. het stellen van mini mumprijzen aan de veilingen en de teelt-be perking, welke beide maatregelen ook voor 1935 weer zullen worden toegepast. Deze minimumprijzen echter zijn geen prijzen waarmee de tuinder 00 den duur te vreden kan zijn, want het zijn afbraakprij- zen, waaraan de tuinbouw onherroepelijk te gronde moet gaan. De tuinder heeft een prijs noodig, die ver daarboven ligt en die naar de meening van sommigen door een aantal maatregelen is te bereiken door dat deel van den aanvoer, dat in het binnenland te plaatsen is. Echter, een behoorlijk plan waaruit duidelijk blijkt wat men precies wil en hoe het practisch uitvoerbaar is om door prijsregeling op de veiling den consument den productieprijs te laten betalen, is aan de regeering nog nooit voorgelegd. De wit- tekool-regeling-1933 en de vroege-aardappe- len-regeling-1934, beide maatregelen uitge voerd door de Ned. Groenten- en Fruitcen- trale, bewijzen nog niet meer dan dat de re geenng en de veilingen bereid zijn mede het kind at bijna niet en hoestte maar door. „Ons kind kreeg hevige aanvallen van slijmhoest. Het kind werd hoe langer hoe zwakker, at bijna niets en hoestte maar door. Het had het zoo benauwd, dat wij vaak dachten dat hij ln een hoestbui zou blijven. Geen enkel geneesmiddel hielp hem, totdat wij op het gelukkige idee kwamen eens Abdijsiroop te probeeren Na één flesch kwam er veel slijm los| hetgeen groote verlichting gaf en na 3 flesschen Abdijsiroop was onze lieve kleine weer gezond". Zoo schreef ons mevr. F. v. L„ wier orlgineele brief voor leder ter inzage ligt. Als Uw lieve kleine kinkhoest heeft), kunt Ge met Abdijsiroop de angstaan jagende benauwdheden verminderen, de slijmoplossing vermeerderen en de adem haling vergemakkelijken. Daarmede be strijdt Ge en voorkomt Ge het hijgen en het afmattende hoesten zult Ge zien ver minderen en ophouden. Dank zij haar bijzondere samenstelling uit kruiden extracten heeft Akker's Abdijsiroop een buitengewoon geneeskrachtige werking bij aandoeningen der ademhalingsorganen, zooals Hoest, Bronchitis, Asthma, Slijm en Kinkhoest. Thans per flesch /I ƒ150 en 2.75. Abdijsiroop-Bonbons („ge stolde" Abdijsiroop) voor buitenshuis 35 cent en 60 cent per doos. Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met bijslag Omzet-belaating. te werken om den tuinbouw te helpen en te steunen ook op dit gebied. Er is een groot verschil tusschen de minimumprijzen die we hebben en de productieprijzen die we moe ten hebben, en het is de vraag wat er zal gebeuren, als wij op de veilingen den pro- ductieprijs gaan stellen als onderste grens, waarvoor door den handel voor het binnen land kan worden gekocht. Maar het is voor een heele reeks van tuinbouwproducten vol maakt onmogelijk, practisch onuit voerbaar en om tal van redenen ongewenscht om dezen weg in te slaan. Die is onbegaanbaar. Bij de prijsdaling van groenten en fruit spelen geheel andere factoren een rol dan bij de landbouwproducten. Met als voor beeld te nemen de sterke prijsverschillen in soorten bloemkool en bospeen op slechts een enkele veiling toonde spr. aan dat het volmaakt onmogelijk is door het stellen van de productieprijzen op de prijsvorming in te grijpen. Deze prijsverschillen waren niet anders dan een gevolg van kwaliteitsver schillen en waren een normaal verloop. Ook al stelt men den prijs, waarbeneden niet zou mogen worden verkocht, lager dan den productieprijs, dan nog valt een groote hoeveelheid af, omdat het, hoewel nog een geschikt handelsproduct, om grootte, kleur of een geringe afwijking een mindere waar deering geniet, hetgeen dan een lageren prijs ten gevolge heeft. De hoeveelheden, althans een zeer belangrijk deel ervan, die altijd voor belangrijk mindere prijzen hun weg nog vonden naar den minder gesitueer den consument, zouden door dezen prijs- vloer onverkocht blijven. Het zou beteekenen een volledige ommekeer in de prijsvorming en den handel in tuinbouwproducten en een nog verdere uitschakeling van den binnen- landschen consument, op wiens behoud thans meer dan ooit moet worden prijs ge steld. Bovendien, hoe stelt men zich voor, te handelen met hen, die door betere zorg, bete re bemesting, beteren grond of betere zaad keus voor een gedeelte of misschien voor den geheelen oogst nog boven den productie prijs of het dezen benaderende prijspeil zijn gekomen? Bedoelt men deze meer-opbrengst eraf te ne men ten behoeve van het deel dat den richt prijs niet behaalde? Zou dit niet het groot ste nadeel zijn, dat men den tuinbouw kan toebrengen? Dit nadeel zou de doodssteek zijn aan alle vakkennis en persoonlijke ener gie van den tuinder. Of stelt men zich voor dat er een andere bron zou zijn te ontsluiten, om daaruit bij te vullen wat noodig is om tot een gefixeer- den richtprijs bij te betalen? Dat zou een premie op onvolwaardigheid beteekenen. Het is bovendien lang niet zeker, dat, al moet een product gedurende een bepaalden tijd beneden den productieprijs verkocht wor den, de opbrengst over de geheele oogstpe- riode gerekend niet loonend zal kunnen zijn. Dit argument voert tot de gedachte om als binnenlandschen prijs te stellen b.v 80 pet. van den werkelijken prijs, maar dit percen tage is een greep in de lucht. Onder bepaal de omstandigheden kan verkoopen tegen 40 pet. van den productieprijs nog voordeeliger zijn. Hij die in ernst meent, dat voor den tuinbouw op dezen weg een loonende prijs voor de producten te vinden is, dwaalt en spiegelt zich zelf en anderen mogelijkheden voor, die onbereikbaar zijn. Er is nog een andere reden, waarom van het inslaan van dezen weg moet worden af gezien- Wat moet er met het onverkochte; deel gebeuren, tenzij men de tuinbouwcul- tuur boven wat reeds moest worden inge perkt nog met misschien een vierde of een derde meent te kunnen verminderen? In dien men dit niet wil, moet men zich uitspreken wat men wèl wil- De voorstanders van de belasting van den consument tot aan den productieprijs willen de niet-verkochte groenden innemen om onder het armste en niet meer koopkrachtige deel der bevolking te distribueeren Wij moeten ons dan wel realiseeren, dat die groep, die nu al ten deele van den afzet van tuinbouw producten door ongunstige economische om standigheden steeds grooter wordt, nog sterk zal toenemen, omdat een groot deel der bevolking geen dure groenten eten zal orn aat het dit niet kan, want het opvoeren van den prijs tot den productieprijs betetkent 'at alle groente positief duurder zal worden en er geen goedkoope groente meer te krijgen zal zijn. Willen wij de laatste kansen op onzen ex port in- dezen tijd niet verliezen, dan zullen wij een prima product moeten exporteeren. Het zou funeste gevolgen voor onzen export hebben, indien voor d-" veelal lage export- pi ijzen alleen de afwijkende kwaliteiten exporteerd zouden kunnen worden. Dan wa-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 14