Het de Hamix naar de kust
van zon en palmen.
v.
Jaarvergadering Provinciale Commissie
uit de Veilingen.
Van de Afrikaansche kust naar de Rivièra.
DE ZEEMAN ONDER EN BOVEN
DE WATERLIJN.
Land- en Tuinbouw.
Belangrijke inleiding van den heer Valstar. Hij acht
het vaststellen van productieprijzen voor den tuinbouw
onuitvoerbaar.
DE REGEERINGSSTEUN IS
ONVOLDOENDE.
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 29 j?E_CEMBER 1934
Vanaf de commandobrug zien wij de
Middellandsche Zee tegen zonsondergang als
een sprookje van lichtende kleuren.
De zon is bijna door het water verzwol
gen, maar heeft de kleuren van den regen
boog uit elkaar getrokken en ze als S.O.S.-
seinen naar alle richtingen de aether inge-
slingerd.
Het schip drijft in een rose gloed, in het
nauwelijks bewegende water waarin wij va
ren, schijnt een kunstschilder zijn penseelen
uitgespoeld te hebben, maar de zee verslindt
aan de kim de laatste vurige zonne-resten en
dan valt heel vlug het duister van den ko
menden avond.
Het berglandschap aan de kust verduis
tert en vergrauwt en er komen kleine sterre
tjes in. Het is of iemand in zwart papier
gaatjes geprikt heeft waardoor het lamplicht
plotseling naar buiten komt schijnen.
Wij zullen Algiers niet alleen onbezocht
laten, wij zullen er niets anders van zien
dan een stad bij avond, die den voorbijgan
ger slechts een kleinigheid van haar karakter
laat kijken.
In het niet-Europeesche gedeelte verheffen
zich een reusachtige moskee en een minaret,
beiden door flootlight overgoten, zoodat zij
van grooten afstand zichtbaar zijn.
Een kustlicht vlamt op en zienderoogen
wordt het aantal sterretjes grooter. Er zijn
rose vlekken, die bij het naderglijden van de
Marnix lichtreclames voor bioscopen of si
garetten blijken, maar de kapitein heeft alleen
oog voor de groene en roode havenlichten,
de vuurbakens waar wij tegen vijf uur keurig
netjes doorheen varen.
Aan den vasten wal kan de Marnix blijk
baar niet komen. Wij zullen in deze zwarte
baai ten anker gaan en het schip laten
zwaaien.
De reusachtige ijzeren schakels vallen rin
kelend uit de kluisgaten, de Marnix laat zijn
anker steeds dieper vallen en weldra liggen
wij vast en zwaait het schip om deze spil
bijna 180 graden, zoodat het achtereinde
vlak bij den wal komt te liggen.
Er komt een reusachtige ponton langs
stuurboord en het oogenblik is aangebroken,
dat de voor Algiers bestemde passagiers
het zijn er niet vele ons gaan verlaten.
Vanuit het tweede-klas promenadedek
wordt de scheepstrap uitgelegd en in een
oogenblik staan er donkere, Fransch spreken
de mannetjes aan boord. Zij dragen een roo
de fez met de naam der Maatschappij Neder
land er op, zij tillen de zwaarste koffers met
gemak op hun schouders en dalen er de steile
trap mee af om hardloopend over de ponton
in de richting van de kade te verdwijnen.
Een scheepskraan heeft even een auto uit
een der luiken geheschen. Het was of een
reusachtige hand in het binnenste van het
schip greep, een speelgoedauto'tje uitzocht
en dat op een hoekje van het dek zette. Zoo
dadelijk zal diezelfde ijzeren hand dat dinge
tje nog even op de ponton laten zakken.
Alle passagiers hangen over de reeling en
kijken in de zwarte diepte. Er wordt ge
wuifd en geroepen en hofmeesters houden bo
ven aan de trap ieder tegen, die, die niet van
boord mag of er niet op thuis behoort. Don
kere vletjes dobberen om de groote scheeps
romp en er worden manden vol versche
groenten, fruit, aardappelen en groote vis-
schen aan boord gebracht.
Vanaf het achterdek dringt het groote
stadsleven tot ons door en zien wij lange
rijen bewegende lichtjes, die, door een kijker
opgenomen, rijdende tramwagens blijken.
Helaas, de Marnix is slechts een der ships,
that pass in the night en drie kwartier later
dan in het vaarplan was vastgesteld, halen
krachtige machines het anker weer naar bo
ven. Klik, klik, zeggen de ijzeren schakels en
even later is de Marnix los, wendt den ste
ven en dan worden de lichtjes aan de Afri
kaansche kust zoo klein, dat het niet meer de
moeite is er verder naar te kijken.
Een der laatste avonden aan boord is het
captains-dinner gehouden.
Diner d'Adieu, zegt het menu, dat op een
lapje witte zijde gedruk is en met een vlag
getje van de Nederland aan een houten
mastje is bevestigd. Het kan opgehaald en
neergelaten worden met een koordje van
gouddraad en het staat dezen avond naast
het bord van allen, die voor dit diner bij el
kaar zijn gekomen.
Er is extra werk van toiletten gemaakt
en de eetzaal draagt meer dan ooit het ka
rakter van een diningroom in een der meest
luxieuse hotels van het vasteland.
De Maitre d'Hotel heeft zijn fraaiste kunst
stukken uitgestald, honderden kleine kleur-
lichtjes geven aan dat alles een wondere be
koring en na een der eerste gerechten staat
de kapitein van tafel op en begeeft zich naar
het gobelin waarachter de pantry der eerste
klasse is gelegen.
Het zal niet gemakkelijk vallen mannen te
vinden, die het ware zeemanschap met de
eigenschappen van een goed society-man
combineeren, maar de rijzige figuur, die
thans in zijn van onderscheidingsteekens
voorzien dinner-jaquet het glas opneemt is
niet alleen een good sailor maar ook 'n perfect
gentleman. Hij houdt een korte toespraak
tot de passagiers, die in een der eerstvolgen
de havens het schip zullen verlaten, hij wijst
op de overeenkomst tusschen een zeereis en
het leven, die beiden hun zonnige en donkere
dagen kennen, hij vertaalt dat alles nog eens
in het Engelsch en hij eindigt met een drie
werf en door alle aanwezigen krachtig on
dersteund „hoera" op het Koninklijk Huis,
waarna hij een dronk wijdt aan H.M. de
Koningin
De Madoereezen hebben aan elke tafel de
champagneglazen gevuld een attentie van
de Maatschappij Nederland en terwijl de
muziek het Wilhelmus inzet, staan allen op
en drinken op de gezondheid van Koningin
Wilhelmina.
Een Engelschman aan een tafeltje naast
het onze neemt zijn monocle uit het oog
het eenige ding, dat ons aan boord heeft ge
hinderd en schijnt te willen spreken, maar
een rijzige figuur aan een ander tafeltje is
hem voor en houdt een korte toespraak na
mens de Engelsche passagiers, waarin hij
eenige vriendelijke woorden over ons land,
het schip en den kapitein zegt.
De heer De Vries, een industrieel uit Am
sterdam, spreekt namens de Hollanders en
heeft daarbij gelegenheid niet alleen op on
ze scheepvaart, maar ook op onze prestaties
in de lucht en op den tocht van onze onder
zeeboot te wijzen en na hem spreekt de nestor
van ons clubje nog eenige vriendelijke woor
den namens de journalisten.
De kapitein komt even dank zeggen en na
dat hij zijn plaats weer heeft ingenomen
gaan plotseling de lichten uit en bij het
schijnsel van jlechts enkele kaarsen zien wij
van de breede marmeren wenteltrap een dub
bel rij inlanders afdalen.
Zij hebben kleine vuurtorens van suiker
waaruit blauwe vlammen komen en deze
zwijgende mannen, die elk het lichtbaken
voor zich uitdragen en zich aan het einde
vaji de eetzaal in een breede rij opstellen,
maken in den gloed der vlammende alcohol
een fantastischen indruk.
Het is een waardig slot van dit diner. De
gasten hebben allen op hun tafel een kleine
verrassing gevonden, de dames een doosje
zeep, de heeren sigaretten in een koker, die
aan een der schoorsteenen van de Marnix
herinnert en na het diner verzamelen allen
zich in de muzieksalon, waar weldra het
black and white van heerencostuums naast
zijde, fluweel en kant van damesiaponnen in
bonte mengeling over den spiegelgladden
dansvloer zweeft.
De Marnix van Sint Aldegonde is geen
speelgoedbootje, dat in Amsterdam opgewon
den wordt en tot Batavia kan blijven door
varen.
Het is een motorschip, dat elk etmaal 60
ton olie verstookt, waarbij de ton op 1016
K.G. wordt berekend. De hoofdmachinist, de
heer Ouwehand, die aan het hoofd van een
groote groep technisch personeel staat, heeft
ons tijdens de vaart in de Middellandsche
Zee vriendelijk in zijn bureau ontvangen en
ons daarna overgeleverd in de meest gun
stige beteekenis van het woord aan een
zijner officieren, die niet alleen een krachtige
stem heeft, zoodat wij hem boven het rumoer
der machines verstaan kunnen, maar die er
ook slag van heeft ons de werking der meest
ingewikkelde motoren in enkele woorden dui
delijk te maken.
Met dezen goeden gids zijn wij den laat-
sten morgen, dat wij aan boord waren diep
onder den zeespiegel in door gloeilampen
verlichte ruimten gedoken waar de ijzeren
spieren van de Marnix dag en nacht bezig
zijn het reusachtige schip door de golven te
stuwen.
Men spare ons een gedetailleerd overzicht
van alle technische bijzonderheden. Achttien
meter onder de commandobrug, negen a tien
meter onder de waterlijn is een doolhof van
ijzeren ladder-trappen, er staan Dieselmoto
ren van het Sulzer-type, dubbele rijen ma
chines, waardoor aan iedere zijde een ar
beidsvermogen van ruim zevenduizend P.K.
wordt ontwikkeld, en het schip een maximum
vaart van 18 mijlen 1 mijl is 1852 M.
kan verkrijgen. Het is glad en vet en duister
hier onder in het schip, het trilt en ronkt en
snort en schudt, zoodat onze begeleider zich
slechts met moeite verstaanbaar kan maken.
Wij komen bij de scheepstelegraaf waar een
officier de wacht houdt om alle bevelen van
de commandobrug dadelijk ten uitvoer te
kunnen brengen en wij loopen door de accu
mulatorenkamers, waar het aanraken van
metalen deelen levensgevaarlijk is, maar
waar de electrische kracht is verzameld, die
automatisch voor de bediening van het roer
en de lichtleidingen in werking treedt als de
motoren op een of ander wijze gestoord
mochten blijken.
Wij zien ae machtige cylinders draaien
waaraan de schroeven zijn bevestigd, wij
loopen over den dubbelen bodem, die slechts
een meter van de grondlijn der Marnix is
gescheiden en wij bekijken, de electrisch, hy
draulische stuurinrichting, waardoor het den
matroos op de brug mogelijk is het roer van
stand te laten veranderen.
Wij zijn, eerlijk gezegd, blij als wij weer
boven in de frissche zeelucht komen en onze
handen kunnen wasschen in water, dat door
de afgewerkte gassen dezer machines ver
warmd wordt.
Het leven van den zeeman boven de water
lijn is heel wat aantrekkelijker dan dat van
hen, die hun arbeid slechts bij kunstlicht kun
nen verrichten.
Hoe dichter wij de Cöte d'Azur naderen,
hoe warmer het blijkt te worden. E>e meeste
Engelschen verschijnen in zomerpakken met
lichte pantalons, het zwembad heeft plotse
ling klanten gekregen en op het sportdek
wordt getennist of worden dekspelen uitge
voerd. Er wordt druk gekiekt en de fotograaf,
die zijn winkel en donkere kamer op het bo
vendek heeft zal meer werk krijgen dan hem
lief is.
Het is 5 December. Vanavond zullen wij in
Ville Franche van boord gaan, maar vóór
dien tijd moeten wij nog Sint Nicolaas en
zijn knecht begroeten, die de kinderen van
alle pasagisers een prettigen middag zullen
bereiden.
Tj.
De vergadering was gistermiddag flink
druk bezocht. Onder de aanwezigen bevon
den zich o.a. de heeren A. W. Michels, lid
van Oed. Staten van Noordholland, J. G.
Hazeloop, rijkstuinbouwconsulent te Alk
maar en J. Groen, lid der Tweede Kamer, te
Zuidscharwoude.
De voorzitter, de heer P. Slot A.
P.zn., uit Broek op Langendijk, heette spe
ciaal de gasten hartelijk welkom, mededee-
lende dat mr. Niemöller en de heer Riet-
sema niet aanwezig konden zijn.
Vervolgens hield spr. een openingsrede.
Het is zoo zei spr. wel niet het juiste
tijdstip om een volledige balans op te maken,
maar wel is te constateeren, dat de uitkom
sten van verreweg de meeste tuinbouwbedrij
ven een troosteloos beeld geven. In het begin
van het jaar konden tegen redelijke prijzen
enkele artikelen in Duitschland geleverd
worden. Maar daarna kwamen de betalings
moeilijkheden en zoo kwam het, dat voor de
groenten (vroege aardappelen en boom-en
uitgezonderd) de prijzen niet loonend zijn
geweest. Alle export is lam geslagen door
het niet betalen door Duitschland. De bedrij
ven zitten thans dieper in den put dan ooit
te voren, zoodat vele dreigen ten onder te
gaan.
Sprekende over de overheidshulp aan den
tuinbouw, noemde spr. den geldelijken steun
onvoldoende, al wilde hij toch met waardee
ring van die hulp gewagen. De hulp begon
met de provinciale voorschotten in 1931 en
toen kwamen in 1932 de rentelooze voor
schotten van het rijk (gesteund door de ge
meenten); in het najaar '32 richtte de pro
vincie het in- en verkoopbureau op ter verze
kering van een minimumprijs en daarna zijn
de steunwetten gekomen, waardoor het ver
schil tusschen opbrengst en kostprijs gedeel
telijk werd bijbetaald. Voor verdere hulp
blijft het oog op de regeering gericht. Spr.
was er dankbaar voor, dat bij de uitvoering
van allerlei maatregelen mannen zijn uitge
zocht, die het vertrouwen genieten van vak-
genooten. De leiding hierbij mag niet in
handen komen van ambtenaren, maar moet
blijven bij menschen uit de practijk.
Door dit alles is de taak der veilingen ten
zeerste veranderd, zooals spr. nader aangaf,
er op wijzende, dat alle werk met groote
nauwkeurigheid wordt gedaan in het belang
van de aanvoerders-kweekers. Maar ook ten
opzichte van de voorlichting hebben de vei
lingen een breedere taak gekregen. Hierdoor
kunnen veel verkeerde dingen worden voor
komen. Spr. hoopte, dat de veilingen ook in
deze het vertrouwen der leden zullen mogen
behouden.
Nu de vooruitzichten steeds donkerder
worden, is het taak zich tot het uiterste in te
spannen, als daardoor iets ten goede kan
worden bijgedragen. Spr. deed daarvoor een
beroep op alle leden en richtte ten slotte tot
Hem, die alles regeert, de bede, dat het Hem
moge behagen door de donkere wolken het
licht te doen doorbreken.
Jaarverslag 1933.
Aan het jaarverslag van den secretaris,
den heer P. Klant te Warmenhuizen, ont-
leenen wij het volgende:
Door allerlei maatregelen wordt de vrij
heid van den tuinder zwaar aan banden ge
legd, maar hoe zwaar dat ook valt, we zien
dat het noodzakelijk is. Het verplicht veilen
gaf voor de leden der veilingen geen moei
lijkheid, omdat de organisatie dit reeds
vrijwillig op zich had genomen. Van ingrij
penden aard was de teeltbeperking, die ech
ter over het algemeen door de tuinders se
rieus is opgevat en uitgevoerd. Speciaal bij
de vroege aardappelen was het resultaat
van dezen maatregel goed, al was ook de
droge zomer een belangrijke factor daarbij.
In elk geval is bereikt dat de teelt van tuin
bouwproducten in de landbouwbedrijven is
ingekrompen, wat zeker met volkomen vrij
heid in dezen niet het geval zou zijn geweest.
Uitvoerig stond de secretaris stil bij de
belemmeringen in het handels- en betalings
verkeer, die van alle ons omringende landen
werden ondervonden. De verwachting werd
uitgesproken dat de op 14 Nov. geopende
onderhandelingen met Amerika gunstig re
sultaat zullen hebben.
Geconstateerd werd dat het steunbedrag
voor de bedrijven die het diepst in den put
zaten, te gering was om het hoofd boven
water te houden. Er zullen nog heel wat
slachtoffers vallen, indien dit bedrag, hoe
wel reeds verhoogd tot 7Y, millioen, niet
nog een belangrijke verhooging ondervindt.
Het prijsverloop van de groenten en het
fruit was in vele gevallen tot nadeel van den
kweeker en bovendien leed nog veel onder de
ongunstige weersomstandigheden. Uitvoerig
werd een en ander nagegaan. De omzetcij
fers aan de veilingen bedroegen slechts
8.200.515 tegen 22.074.606 in 1929 en
9.381.418 in 1932.
Van de tuindersvoorschotten 1923, ver
leend aan 592 personen, zijn geheel afgelost
343, de overige beloopen een bedrag van
29.761. Het nadeel dat de provincie leed
bij deze voorschotten, beliep 75.060.
De resultaten van de voorbeeldbedrijven
waren over 1933 voor alle ongunstig. Het
v rlies bedroeg in Bovenkarspel 2375, te
ITeemskerk 3072 en te Broek op Langen
dijk 3222. In beide eerstgenoemde plaat
sen was het verlies iets minder dan in 1932,
in de laatstgenoemde vrijwel even hoog!
Voor het loopende jaar zijn de verliezen ver
minderd doordat de bedrijven zijn verhuurd
De teeltopbrengsten waren voldoende, de
slechte resultaten zijn alleen te zoeken in de
lage prijzen der producten.
Het aantal aangesloten veilingen bleef ge-
I lijk op 35, verschillende ervan maken moei
lijke tijden door; een vijftal dreigt ged p
te worden door de opheffing van 6e sp
lijn HoornMedemblik.
Het jaarverslag werd goedgekeura q
De heer R. Wognumte Schoorl merkte
naar aanleiding van de notulen op, dat ver
zuimd is op te nemen zijn vraag om vo -
taan zoo mogelijk niet meer op Vrijdag
vergaderen. En bovendien: nu is deze ver
gadering weder op Vrijdag uitgeschreven.
De vo or zi11er antwoordde, dat oit
niet anders kon omdat de heer Valstar, wiens
aanwezigheid op hoogen prijs wordt ge
steld, niet anders kon.
De notulen van de algemeene vergadering
van 29 Dec. 1933 en de buitengewone alg.
vergadering van 6 Juni 1.1. werden hierop
vastgesteld, alsmede het verslag van de
'handelingen gedurende het achttiende boek-
Rekening 1933.
De rekening en verantwoording 1933/34
werd op advies der financieele commissie
goedgekeurd. Zij sluit met 5847.54 in baten
en lasten (nadeelig saldo 2426.26).
Voor 1935 werden als leden van die com
missie aangewezen de veilingen St. Joseph te
Medemblik, Obdam en Westerblokker.
Contributie onveranderd.
De contributie voor het komende jaar werd
weder bepaald op 1/30 pcb van den omzet
met een minimum van 10.
De begrooting.
De begrootifig 1934/35 werd zonder eeni
ge bespreking vastgesteld op 5166 in ont
vangsten en uitgaven- met een geraamd na
deelig saldo van f 950 (te bestrijden uit de
reserves).
Bestuursverkiezing.
Als bestuursleden werden met algemeene
stemmen herkozen de heeren W. Gutker te
Warmenhuizen, D. Koolhaas te Twisk en T.
Roosje te Grootebroek.
Ingevolge een besluit van de vorige ver
gadering stelde het bestuur voor een beslis
sing te nemen of al dan niet het aantal be
stuursleden zal worden uitgebreid tot negen
leden.
Zonder nadere bespreking werd dat be
sluit genomen. Als nieuwe bestuursleden
werden door het bestuur gecandideerd de
heeren J. A. Woelders, secretaris der veiling
Deemster e. o. te Purmerend en C. Gortzak,
idem te Hilversum. Uit de vergadering wer
den daar nog aan toegevoegd de heeren C.
Hoebe te Wognum, van der Deure te
Zwaag, Bakker te Avenhorn, terwijl War
menhuizen bepleitte een plaats toe te kennen
aan de Zuidelijke veilingen.
Gekozen werden de heeren Gortzak met 47
en Woelders met 41 van de 54 stemmen.
Rede F. V. Valstar.
De heer F. V. Valstar, xegeeringscommis-
saris en voorzitter van het Centraal Bureau
der Veilingen, hield vervolgens een rede
over den steun van den tuinbouw.
Hij begon met te constateeren den slechten
toestand in den tuinbouw in Noordholland
en trad in een beschouwing over de oorza
ken: kunstmatige (hooge tarieven en con-
tingenteeringen) en andere (teruggang
koopkracht, betalingsmoeilijkheden en waar
devermindering van het betaalmiddel in
verschillende landen). Er mag niet op wor
den gerekend dat de welvaart in de naaste
toekomst zal terugkeeren en het valt zwaar
de bedrijven aan te tpassen op het lagere
peil, waarop zij thans zijn beland. De
zware verplichtingen, in betere tijden door
de tuinders op zich genomen, wegen als een
looden last. Naarmate in den intensieven
tuinbouw meer kapitaal werd vastgelegd,
werden de moeilijkheden grooter, en -nu
komt bij velen de vraag op: Waarom zou
men den consument niet laten betalen? Hij
heeft toch geen recht op prijzen die liggen
beneden den productieprijs? In brood en an
dere levensbehoeften worden toch ook de
productieprijzen van tarwe, enz. betaald
door den consument!
Spr. vond het middel van prijsregeling
voor tuinbouwproducten in het binnenland
schijnbaar eenvoudig en ten volle verdedig
baar uit een billijkheidsoogpunt. Het niet in
het binnenland te plaatsen kwantum kon
dan tegen lager prijs voor export worden
verkocht of, indien zulks niet mogelijk zou
zijn, onder de armen worden verdeeld. Over
het principe, dat de tuinder een loonenden
prijs voor zijn producten moet hebben kan
volgens spr. geen meeningsverschil bestaan.
Het is maar de vraag welken weg er kan
worden gevonden om dien prijs te krijgen
De regeering heeft door verstrekking van
een bedrag den grootsten nood gelenigd,
maar dit kon de oplossing niet brengen,
noch tot herstel van prijzen leiden. Om tot
dit laatste te komen, werd een tweetal maat
regelen genomen, n.1. het stellen van mini
mumprijzen aan de veilingen en de teelt-be
perking, welke beide maatregelen ook voor
1935 weer zullen worden toegepast.
Deze minimumprijzen echter zijn geen
prijzen waarmee de tuinder 00 den duur te
vreden kan zijn, want het zijn afbraakprij-
zen, waaraan de tuinbouw onherroepelijk te
gronde moet gaan. De tuinder heeft een
prijs noodig, die ver daarboven ligt en die
naar de meening van sommigen door een
aantal maatregelen is te bereiken door dat
deel van den aanvoer, dat in het binnenland
te plaatsen is. Echter, een behoorlijk plan
waaruit duidelijk blijkt wat men precies wil
en hoe het practisch uitvoerbaar is om door
prijsregeling op de veiling den consument
den productieprijs te laten betalen, is aan
de regeering nog nooit voorgelegd. De wit-
tekool-regeling-1933 en de vroege-aardappe-
len-regeling-1934, beide maatregelen uitge
voerd door de Ned. Groenten- en Fruitcen-
trale, bewijzen nog niet meer dan dat de re
geenng en de veilingen bereid zijn mede
het kind at bijna niet en
hoestte maar door.
„Ons kind kreeg hevige aanvallen van
slijmhoest. Het kind werd hoe langer hoe
zwakker, at bijna niets en hoestte maar
door. Het had het zoo benauwd, dat wij
vaak dachten dat hij ln een hoestbui zou
blijven. Geen enkel geneesmiddel hielp
hem, totdat wij op het gelukkige idee
kwamen eens Abdijsiroop te probeeren
Na één flesch kwam er veel slijm los|
hetgeen groote verlichting gaf en na 3
flesschen Abdijsiroop was onze lieve
kleine weer gezond". Zoo schreef ons
mevr. F. v. L„ wier orlgineele brief voor
leder ter inzage ligt.
Als Uw lieve kleine kinkhoest heeft),
kunt Ge met Abdijsiroop de angstaan
jagende benauwdheden verminderen, de
slijmoplossing vermeerderen en de adem
haling vergemakkelijken. Daarmede be
strijdt Ge en voorkomt Ge het hijgen en
het afmattende hoesten zult Ge zien ver
minderen en ophouden. Dank zij haar
bijzondere samenstelling uit kruiden
extracten heeft Akker's Abdijsiroop een
buitengewoon geneeskrachtige werking bij
aandoeningen der ademhalingsorganen,
zooals Hoest, Bronchitis, Asthma, Slijm
en Kinkhoest. Thans per flesch /I
ƒ150 en 2.75. Abdijsiroop-Bonbons („ge
stolde" Abdijsiroop) voor buitenshuis 35
cent en 60 cent per doos.
Bovengenoemde prijs wordt verhoogd
met bijslag Omzet-belaating.
te werken om den tuinbouw te helpen en te
steunen ook op dit gebied. Er is een groot
verschil tusschen de minimumprijzen die we
hebben en de productieprijzen die we moe
ten hebben, en het is de vraag wat er zal
gebeuren, als wij op de veilingen den pro-
ductieprijs gaan stellen als onderste grens,
waarvoor door den handel voor het binnen
land kan worden gekocht.
Maar het is voor een heele
reeks van tuinbouwproducten vol
maakt onmogelijk, practisch onuit
voerbaar en om tal van redenen
ongewenscht om dezen weg in te
slaan. Die is onbegaanbaar.
Bij de prijsdaling van groenten en fruit
spelen geheel andere factoren een rol dan
bij de landbouwproducten. Met als voor
beeld te nemen de sterke prijsverschillen in
soorten bloemkool en bospeen op slechts
een enkele veiling toonde spr. aan dat het
volmaakt onmogelijk is door het stellen van
de productieprijzen op de prijsvorming in te
grijpen. Deze prijsverschillen waren niet
anders dan een gevolg van kwaliteitsver
schillen en waren een normaal verloop.
Ook al stelt men den prijs, waarbeneden
niet zou mogen worden verkocht, lager dan
den productieprijs, dan nog valt een groote
hoeveelheid af, omdat het, hoewel nog een
geschikt handelsproduct, om grootte, kleur
of een geringe afwijking een mindere waar
deering geniet, hetgeen dan een lageren
prijs ten gevolge heeft. De hoeveelheden,
althans een zeer belangrijk deel ervan, die
altijd voor belangrijk mindere prijzen hun
weg nog vonden naar den minder gesitueer
den consument, zouden door dezen prijs-
vloer onverkocht blijven. Het zou beteekenen
een volledige ommekeer in de prijsvorming
en den handel in tuinbouwproducten en een
nog verdere uitschakeling van den binnen-
landschen consument, op wiens behoud
thans meer dan ooit moet worden prijs ge
steld. Bovendien, hoe stelt men zich voor, te
handelen met hen, die door betere zorg, bete
re bemesting, beteren grond of betere zaad
keus voor een gedeelte of misschien voor
den geheelen oogst nog boven den productie
prijs of het dezen benaderende prijspeil zijn
gekomen?
Bedoelt men deze meer-opbrengst eraf te ne
men ten behoeve van het deel dat den richt
prijs niet behaalde? Zou dit niet het groot
ste nadeel zijn, dat men den tuinbouw kan
toebrengen? Dit nadeel zou de doodssteek
zijn aan alle vakkennis en persoonlijke ener
gie van den tuinder.
Of stelt men zich voor dat er een andere
bron zou zijn te ontsluiten, om daaruit bij
te vullen wat noodig is om tot een gefixeer-
den richtprijs bij te betalen? Dat zou een
premie op onvolwaardigheid beteekenen.
Het is bovendien lang niet zeker, dat, al
moet een product gedurende een bepaalden
tijd beneden den productieprijs verkocht wor
den, de opbrengst over de geheele oogstpe-
riode gerekend niet loonend zal kunnen zijn.
Dit argument voert tot de gedachte om als
binnenlandschen prijs te stellen b.v 80 pet.
van den werkelijken prijs, maar dit percen
tage is een greep in de lucht. Onder bepaal
de omstandigheden kan verkoopen tegen 40
pet. van den productieprijs nog voordeeliger
zijn.
Hij die in ernst meent, dat voor
den tuinbouw op dezen weg een
loonende prijs voor de producten te
vinden is, dwaalt en spiegelt zich
zelf en anderen mogelijkheden voor,
die onbereikbaar zijn.
Er is nog een andere reden, waarom van
het inslaan van dezen weg moet worden af
gezien- Wat moet er met het onverkochte;
deel gebeuren, tenzij men de tuinbouwcul-
tuur boven wat reeds moest worden inge
perkt nog met misschien een vierde of een
derde meent te kunnen verminderen? In
dien men dit niet wil, moet men
zich uitspreken wat men wèl wil-
De voorstanders van de belasting van den
consument tot aan den productieprijs willen
de niet-verkochte groenden innemen om onder
het armste en niet meer koopkrachtige deel
der bevolking te distribueeren Wij moeten
ons dan wel realiseeren, dat die groep, die
nu al ten deele van den afzet van tuinbouw
producten door ongunstige economische om
standigheden steeds grooter wordt, nog
sterk zal toenemen, omdat een groot deel der
bevolking geen dure groenten eten zal orn
aat het dit niet kan, want het opvoeren van
den prijs tot den productieprijs betetkent 'at
alle groente positief duurder zal worden en er
geen goedkoope groente meer te krijgen zal
zijn.
Willen wij de laatste kansen op onzen ex
port in- dezen tijd niet verliezen, dan zullen
wij een prima product moeten exporteeren.
Het zou funeste gevolgen voor onzen export
hebben, indien voor d-" veelal lage export-
pi ijzen alleen de afwijkende kwaliteiten
exporteerd zouden kunnen worden. Dan wa-