SeuUteim Rechtszaken De Alkmaarsche wissellooper voor de Rechtbank. De officier eischt twee jaar. DE FREGATVOGEL. «Afoooe untte tanden, ivcmoL iocq&oo Jiadiopcogcaituna I t m. v. orkest, koor en piano. 8 8 8 8 Repliek. Gistermiddag stond voor de Alkmaar sche Rechtbank de 23-jarige wisselloo- per A. G. terecht, die er 12 November ten nadeele van de Alkmaarsche Mid- denstandsbank met 7000 van door ging en 10 dagen later, door de Alkmaar sche politie werd gearresteerd. Verdach te was toen nog in het bezit van 6650, terwijl de door hem gekochte nieuwe kleeren in beslag waren genomen. Na zijn arrestatie werd hij in het Huis van Bewaring opgesloten. Zooals wij reeds mededeelden vulde zich de publieke tribune voor de open bare behandeling van de zaak geheel met belangstellenden. De verdachte, een keurig gekleede slanke verschijning, hoorde in rechte houding, met een zekere fierheid, de voorlezing van de dagvaarding aan. De president onderwierp hem aan een verhoor over het ten laste gelegde en steriotiep bekende hij met een „ja edel achtbare". In Amsterdam had hij zijn intrek ge nomen bij een vriendje en hij had daar nieuwe kleeren gekocht en verschillen de inkoopen gedaan. Aan het vriendje had hij 160 geschonken. Als eerste getuige werd Mr. Offers, agent van de Ned. Bank gehoord, die mededeelingen deed over den gang van stortingen door banken. Het bewuste stortingsbewijs was niet door hem on derteekend. De volgende getuige, de heer C. 0 o s t- w ou der, directeur van de Midden- standsbank te Alkmaar, deelde mede dat verdachte bij de bank als wissellooper werkzaam was. Op den morgen van 12 November had hij aan verdachte 6000 mee gegeven om dit bedrag bij de Nederl. Ba ik te storten. De president las deze verkla ring uit het dossier voor en die werden door den getuige bevestigd. Op een vraag van den president zeide getuige dat verdachte gunstig bij hem bekend stond en op het kantoor zijn werk opgewekt deed. Een half jaar was verdachte bij hem werkzaam voor 10 in de week. De president voegde verdachte toe dat hij in dezen tijd blij moest zijn niet een derge.ijke betrekking, waar hij een dergelijk bedrag nog kon verdienen. Getuige W. Blankenvoort, boek houder te Haarlem, was 12 Nov. als boekhouder-kassier bij de Midden- standsbank werkzaam en had voor 12 uur van verdachte het stortingsbewijs terug gekregen en hem een portefeuille met wissels mede gegeven, om na inning aan de bank af te dragen. De verdediger stelde aan getuige de vraag of hij, hoewel het theoretisch was voorgeschreven, er in de praktijk wel altijd op let, of de handteekening ac- coord is. Getuige verklaarde dat men zich hiervan uit gewoonte vluchtig over tuigt. Wanneer de handteekening in blokletters zou zijn gep aatst zou het hem dadelijk zijn opgevallen dat ze valsch was. De getuigen van Rozendaal, van Be- suyen en Sunder verklaarden de in ae dagvaarding genoemde bedragen ter voldoening van verschuldigde wissels te hebben afgedragen aan virdachte Aan alle getuigen werd, na hun ver hoor, verlof verleend om te vertrekken. De in beslag genomen toiletartikelen, benevens een hoed, een jas en een koffer, werden door verdachte, die toegaf deze zaken van het ontvreemde geld te heb ben gekocht, herkend. De President, die zich welwillend veel moeite gaf om iets van het ziele- leven van den verdachte geopenbaard te krijgen, wees hem er op, dat hij hst goede in zijn familie geleerd had en nu door zijn verkeerde daden in moeilijk heden was geraakt. De verdachte gaf eindelijk toe, dat hij misschien eenigszins verkeerd had geleefd. Op een vraag van den President, of verdachte niet wilde erkennen, dat zijn leefwijze verkeerd is geweest, bleef hij het antwoord schuldig. door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 33) „Laat ons de zaak hooren; je hebt moei lijkheden?" „Ik? Geen denken aan". „Een vriend dan?" „Ja, een vriend". „Iemand geschoten, Renney?" Renney keek hem van onder zijn wenk brauwen aan en gromde. „In hoeverre kent u mij?" „Iedereen kent je, Renney". „Dat is zoo", zuchtte Renney. „Ik zal een nieuw baantje moeten zoeken. Er is geen kans voor mij om voor verrassingen te zorgen". „Wien heeft hij geschoten?" „Laat ik het zoo zeggen", zeide de boef, „een man wil gratie hebben en hij „Ah! Dat is moeilijk werk", zeide Joe Green, hem in de rede vallend. „Ik weet niet zeker, of ik daarmede iets te maken wil hebben. Een begenadiging je hebt de lui De President wees verdachte er op, dat hij moet bedenken, dat er straks nog een persoon Geus overblijft, die door de maatschappij moet worstelen en spr. vroeg hem, hoe dan zijn leven zal zijn. De verdachte zeide, dat hij al trachten goed te maken, wat hij misdre ven heeft. De President, blijkbaar vergeten de, dat nagenoeg het geheele ontvreem de bedrag terecht is gekomen, merkte op, dat verdachte waarschijnlijk be doelde, dat hij zal trachten goed te leven, omdat het hem wel in zijn verder leven moeilijk zal vallen, de J 7006 op tafel te brengen. Verdachte bewaarde hierop het stilzwijgen. Het requisitoir. De Officier van Justitie, Mr. Van der Feen de Lille, ving zijn betoog aan met er op te wijzen, dat hier terecht staat een jonge man uit een bekend, ge acht Alkmaarsch gezin, van wien nie mand en zeker zijn ouders niet, wiens trots hij in huis was, gedacht zal heb ben, dat hij zich door dergelijke feiten zou moeten verantwoorden. Tot op den laatsten dag van de ont knooping hadden zijn goede ouders geen notie van de schande, die verd. over de familie en zichzelf heeft gebracht. Steeds was verd. thuis opgevoed en dit ging goed, totdat de leeftijd kwam, waarin de knaap zich ontwikkelt tot jongen man. Langzamerhand ontwikkel- kelde hij zich in een richting, die niet gewoon is en zeker niet naar den smaak van de ouders zou zijn geweest, wan neer zij dit hadden geweten. Naast de eerste Andries Geus ont stond een tweede, wiens verschijning met het klimmen der jaren grooter werd. De eerste bleef staan als zoon des huizes, de andere in huis onbekend, verkeerde buitenshuis. Door zekere speciale eigen schappen ontwikkelde hij zich in een zekere richting, die beslissend zou zijn voor zijn verdere leven. Spr. noemde die richting slecht, verd. doet dit niet. Het gevolg was, dat hij twee rollen moest spelen. Naarmate de kloof tus- schen beide grooter werd, werd het voor hem moeilijker, zich thuis te handha ven. Hij moest leugentjes verzinnen en goed praten, wat niet goed te praten was. Op het laatst was zijn toestand thuis onhoudbaar geworden. Dit werd de aanleiding voor de bij hem opkomen de gedachte, dat hij uit Alkmaar en uit huis weg moest. Niettegenstaande hij een betrekking had, waarin hij wel geen kapitalen verdiende, maar die hem toch, omdat hij ook geregeld bij de Posterijen was, in staat stelde om te leven, aan gezien hij niet getrouwd was en zijn ouders hem het vel niet over de ooren haalden, moest hij weg. Hij verkeerde in de ongelukkige om standigheid, dat hij wissellooper bij een bank was en op geregelde tijden veel geld bij zich had. Vaak moest hij veel geld storten en hij maakte de handtee kening na van den agent van de Ned. Bank om eens zijn slag te kunnen slaan. 12 November deed hij dit. Het was de gewoonte, dat hij niet eerder terug kwam dan 's middags 4 uur. Toen hij op 12 Nov. de 6000 in handen kreeg, was het 's morgens 9 uur en het zou half 5 worden voor men argwaan kreeg. Hij inde nog eenige wissels en had bij elkander 7000. De handteekening van Mr. Offers was inderdaad aardig nage maakt en spr. kan begrijpen, dat de kas sier die aanvaard heeft. In de praktijk moet men kunnen vertrouwen op de menschen, met wie men werkt. De politie werd pas 's avonds om 8 uur met het feit in kennis gesteld en zag zich voor een moeilijke taak gesteld. De wereld is groot, maar wij hebben goede rechercheurs en het geluk moet ook een beetje dienen. Men kreeg een spoor naar met langs de geheele lijn te smeren. Ik geloof niet. dat ik daar belang in stel, Renney". „Toch wel", antwoordde deze, „wacht, tot ik er meer van vertel". „Schie' op!" „'t Is zoo: neem eens aan, dat iemand om Doos 20 ct. Tube 40 en 60 ct. gratie wil vragen en ze willen dat voorko men?" „Wat duivel, wat kan jou dat interessee ren? Ben je bang voor den een of ander?" „Ik? Neen!" antwoordde Renney nijdig. „Ik wilde het alleen maar vragen... ver onderstel!" „Ik veronderstel nooit", verzekerde Joe Green. „Geef mij de feiten en dan zal ik zien, wat ik doen kan". „Moet u de namen ook hebben?" „Ja, absoluut". „Er werd indertijd een moord gepleegd in Sankeytown; Sam Lapaz werd vijf jaar geleden door Robert Asprey gedood. „Daar weet ik van". „Dat is nu de kwestie". „En jij Renney, wat heb jij er mee uit staande?" „Wat maakt dat uit? De zaak is, dat Ro- heit Asprey op weg is naar den gouverneur en dat de gouverneur al aan Asprey's doch ter beloofd heeft dat, als haar vader met hem komt spreken, hij zal doen, wat-ie kan", „Dat is de kwestie", gaf de ander toe, „maar ik tracht altijd eerst uit te vinden vóór alles, wat achter de kwestie zit Nu dan. wie is het, die de zaak gedaan wil heb ben?" „Ik". „Jij! en waarom?" Renney fronste de wenkbrauwen. Plotseling zeide Green zacht: De kv. stie is, dat mijn oude vriend Edgar A-prey die gratieverlening wil beletten en ik ge Amsterdam, men kende do eigenaardig heden van den jongen man en vermoed de dus in welke kringen men moest zoe ken. Van Amsterdam leidde het spoor naar Den Haag. Verdachte heelt buitengewoon naïef gehandeld. Een ieder, die een dergelijk geweldig mis drijf begaat, zal er wel voor zorgen uit han den van de politie tc blijven cm te prohtee- ren van het geld. Verdachte heeft dat niet gedaan. Hij is wel een beetje naief te werk gegaan. Hij heeft ge dacht van het geld twee jaar te kunnen leven en stelde zich op het standpunt: Wie dan weer leeft, wie dan weer zorgt. Op zijn vingers heeft hij kunnen natellen, dat hij niet rustig in het bezit van het geld zou worden gelaten. Ock heeft hij er niet over gedacht, dat het bezit moest branden in zijn handen. Hoe haalt men het in zijn hoofd, van dergelijk geld rustig een paar jaar te kunnen leven. Een eerlijk mensch en tot nog toe is hij een eerlijk mensch geweest, kan daar geen week van leven. Hij blijft eenige dagen in Amsterdam, gaat met groot risico naar Den Haag. De Alkmaarsche politie, vermoedende dat hij wel eens een avond naar den schouwburg zou gaan, postte bij eiken schouwburg. Op een gegeven moment ziet verdachte bij een schouwburg een Alkmaarsche politieman staan en hij overtuigt zich of dit ook bij een andere schouwburg het geval was, wat in derdaad bleek. Toen moest hij toch weten, dat de politie wist, dat hij in Den Haag zat. Toch was hij zoo naief om daar te blijven en hielp hij mede, voor zich de valstrik te spannen, waarover spr. niet in details zal tre den en het gevolg was dan ook, dat hij kort daarop gearresteerd werd op het Stations plein in Den Haag. Nu is het uit. Eén van de dingen, die spr. gefrappeerd hebben, was zijn antwoord op een vraag, of hij voorloopig in vrijheid wil de. Hij antwoordde toen: „Waar moet ik eigenlijk naar toe?" Wanneer ik zijn vader was geweest, zou ik door den grond gezakt zijn, wanneer mijn zoon, toen hij de keus kreeg tusschen het huis van bewaring of naar huis, antwoordde: „Waar moet ik naar toe?" Dit beteekende met andere woorden: Ik ga liever niet naar huis. Voor spr. is dit een bewijs, dat verd. sinds zijn slechte leefwijze, die hij zelf .„mis schien een verkeerde leefwijze" noemt, heel wat heeft doorgemaakt. Spr. bleef van mee ning, dat een dergelijke leefwijze, die ver dachte niet verkeerd vindt, naar den onder gang leidt. Verdachte zal nog heel wat moe ten leeren, voor hij weer een behoorlijk lid der maatschappij wordt. Naast de ernst van het misdrijf wenschte spr. ook den dader te beschouwen. Wij heb ben .niet met een misdadiger te doen, doch met iemand, waarmede wij medelijden moe ten hebben. En dit des te meer, omdat hij het zelf niet inziet. Wanneer het een misdadiger betrof, zou spr. niet geaarzeld hebben, voor de ernstige feiten drie tot vier jaar gevange nisstraf te eischen. Thans meende spr. zich te kunnen bepalen tot het vorderen van twee jaar gevangenisstraf. Het pleidooi De verdediger, Mr. Judell, ving zijn pleidooi aan, met er op te wijzen, dat de verdachte de factoren: plaats en tijd, tegen zich heeft. Men behoeft niet in Alkmaar te wonen, om daarvan veel goeds te kunnen zeggen, maar Alkmaar is geen wereldstad en men kan zich er niet hoeden voor sensa tie. Vele personen, inwoners van naam, zijn genoemd in het Alkmaarsche zedenschan- daal. Ook verdachte, die daarin niet betrok ken was. Het door hem verduisterde bedrag van 7000 gaat boven de grens van het in Alk maar veroorloofde en hij heeft als benadeel de gekozen een bankinstelling en bovendien de handteekening van een der meest geachte inwoners van Alkmaar nagemaakt. Wanneer men bedenkt, dat dit geschied is in een tijd. waarin de Alkmaarsche bevolking geprikkeld en overstuur was van het Alkmaarsche ze- denschandaal, dan behoeft men zich er niet over te verbazen, dat dit feit meer dan een buitengewone sensatie heeft teweeggebracht. Pleiter achtte het zich tot plicht, de zaak tot kleinere proporties terug te brengen en zal daarom een andere lezing geven, dan de officier heeft gedaan. Na zes jaar een behoorlijke werkkring te hebben vervuld, geraakte de 23-jarige jonge man geruimen tijd werkloos en het gelukte hem een betrekking te krijgen als bankloo- er. Voor hem was het dubbel onaangenaam, ten onrechte genoemd te worden in het ze- denschandaal, omdat hij vanaf zijn geboorte een a-normaal gevoelsleven had. Hij werd aangewezen als de schandvlek van het naar loof, dat dat de waarheid is. Heb ik ge lijk?" 6 Renney beheerschte zijn gelaatsuitdruk king, maar hij kon niet beletten, dat zijn oogen wat wijder open gingen. „Als we het dan daarop eens hielden?" zeide hij. Joe Green knikte, wendde zich daarop naar de deur, opende die op een kier, om zich er van te overtuigen, dat er niemand was en deed haar eindelijk dicht en op slot; h'J ging zelfs zoo ver om den sleutel in zijn zak te laten glijden. „Ga zitten", .zeide hij. Renney ging zitten; Green zette zich te genover hem en nam een sigaar, wikkelde het papier los en sneed langzaam en voor zichtig de punt af, gedurig van zijn werk opziende naar het plafonaj alsof hij diep nadacht. hij""6* 'S AsPrey> h*?" mompelde Hij stak de sigaar aan en met de eerste rookwolk, die hij uitblies, zeide hij: „Dan zal hij veel moeten betalen!" Renney schrok; hij had gehoopt op dertig van de vijftig duizend dollars voor zich zelf; hij verminderde dat nu tot vijftien dui zend. „Hoezoo?" vroeg hij. „O, ik heb er niets op tegen om het je te veitellen antwoordde Lachende Joe ureen. hen advocaat of een dokter bere kent zijn honorarium naar het jaarlijksche inkomen van zijn cliënt. Dat is mijn metho „Een percentage, hè?" 6' Donderdag 10 Januari. HILVERSUM. 1875 M. (AVRO- uitz.) 8— Gr.pl. 9.— Ensemble Rentmeester. 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Verv. concert. 11.— Voordr. door J. Hunsche— Verkade en zang door J. van Driel. Aan den vleugel: Egb. Veen. 12. Cantabile-orkest o. 1. v. Beeckman. 2 Pianorecital B. Renden. 2.30 Gr.pl. 3.-3.45 Naaicursus. 4.— Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Stafmuziek 6de R. I. olv. L. de Morée. 5.— Voor de kinderen. 5.30 Vervolg concert. 6.30 Sportpr. H. Hollander. 7.— Radio-Volkszang olv. P. C. Poortman. 7.30 Engel- sche les Fred Fry. 8 Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 Concertgebouw orkest olv. E. van Beinum, mmv. P van Egmond Jr., orgel. 8.45 Con cert door leden van de N V. Ita- liaansche Opera mmv. het Omroep-' orkest olv. R. Arduini. 9.30 Gr pl. 9.45 Verv. opiera-concert. 10.30 Gr. 1. 11.-Vaz Dias. 11.10—12 it „Tanzklause", A'dam: Majo Marco en zijn orkest. HUIZEN, 301 M. (8.-915 en 11.-2.— KRO, de NCRV van 10.11.en 2.-11.30 uur). 8.— 9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen dienst olv. ds. J. v. d. Woude. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gr.pl. 2.— Hand- werkcursus. 3.Vrouwenhalfuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4.— Bijbellezing ds. M. G. Blauw, mmv. bariton en orgel. 5.Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 A'damsch Salonorkest olv. Kiekens. 6.45 Causerie A. Sta pelkamp. 7.— Ned. Chr. Pers bureau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Journ Weekoverzicht door C. A. Crayé. 8.Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 9.— Causerie door H. A. Gregory. 9.30 Concert door H. Hermann, viool en L. Blaauw, orgel. 10.Vaz Dias. 10.30-11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35— 10.50 Morgenwijding. 11.05 Le zing. 11.25 Gr.pl. 12.05 Rutland Square en New Victoria-orkest olv. N. Austin. 1.20 Gr.pl. 2.20 Jack Martin en het Hotel Majestic- orkest. 3.20 Vesper. 4.10 Gr.pl. 5.05 Orgelspel G. D. Cunningham 5.35 Sydney Kyte en zijn orkest. 6 20 Ber. 6.50 Handel-concert. 7.10 Duitsche les. 7-40 Gr.pl. 7.50 Le zing. 8.20 Radio Militair-orkest o. 1. v. B. Walton O'Donnell, mmv. D. Buchan, piano. 9.— „In the sha- dow", spel van Giddy. 9.50 Berich ten. 10.20 Kerkdienst. 10.35 BBC- orkest olv. J. Barbirolli, m. m. v. Freda Townson, alt. 11.35—12 20 BBC-dansorkest olv. H. Hall. RADIO PARIS. 1648 M- 7 20 en 8.20 Gr pl. 12.50 Pascal-orkest. 5 20 „Zaïre", spel van Voltaire. 9.05 „Roméo et Juliette", van Ber- lioz, mmv. solisten, koor en orkest, olv. Inghelbrecht. 10.50 Dansmu ziek. KALUNDBORO, 1261 M. 1120 —1.20 Concert uit rest. Wiyex 2.20 —4.05 Concert uit rest. Ritz. 7.30 Syniph.-concert mmv. orkest, koor en R. Serkin, piano, olv. dr. F. Buscli 10.20—11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl. 6 35 Orkestconcert. 10,10 Kamer» muziek. 11.20 Weragkamerorkeat. 12.35 Dansmuziek» 3.20 Uit Stutt» gart: Omroeporkest olv. Oorllch, 7.50 Omroeporkest, koor en solis ten 9.50 Kamermuziek. 10.20 Vroo» lijk programma. 11.20—1.20 Om- roepori.est olv. Rosbaud, mmv. so listen (Uit Frankfort). ROME, 421 M. 8.05 Concert m. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Omroeporkest olv. André en gr.pl. 1.30—2.20 Oevar. concert. 8.20 Radiotooneel. 8.50 Or.pl. 9.20 Omroeporkest o. 1. v. André. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest olv. Dou- liez. 1.50-2.20, 5.20 en 6.35 Or.pl. 8.20 Symphonieconcert. 9.35 en 10.30-11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Kernspreuk en ber. 7.30 „Januari", spel olv. H. f lansen. 8.20 Dansmuziek. 9.20 en 10.05 Ber. 10.20 Vroolijk progr. uit Keu len olv. C. Baumgarten. 11.20— 1.20 Uit Frankfort: Omroeporkest olv. Rosbaud, mmv. folisten. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Liin 2: Huizen- Lijn 3: Keulen 7.50—8.05, DeutschLs. 9.—9.20, Keulen 9.20 12.20, Parijs Radio 12.20-14.20, Kalundborg 14.20—15.20, Keulen 15.20-17.20, Brussel (Fr.) 17.20 —17.50, Leipzig 17.50—21.55, Brussel Fr. 21.55—22.25, Weenen 22.25—24.— Lijn 4: Parijs Radio 8058-50, Droitwich 10.35—11.05 Lond. Reg. 11.05—11.25, Droitwich 11.25— 18.35, Brussel (Fr.) 18.35-19.35, Lond. Reg. 19.35—22.20, Droit- wich 22.20-24.—. buiten godsdienstig bekend staande gezin Als zoon wist hij, dat het een schijn-indruk was, die het gezin naar buiten maakte en dat die indruk niet in overeenstemming was met de werkelijkheid binnen vier muren; Pleiter kan daarover geen inlichtingen geven; hij weet ook niet, of het juist is, maar op grond van hetgeen verdachte hem meedeelde, moest deze wel tot dien indruk komen. Verdachte schijnt ook een tijd door de re cherche te zijn nagegaan, wat hem zeer heeft geprikkeld en mede daardoor werd in hem net dwang-idee geboren, dat hij uit Alkmaar weg moest. Criminologisch bezien is de wijze, waarop hij zich na de uitvoering van zijn daad heeft gedragen, stumperig geweest. In de lijn van een misdadiger ligt het niet om een dergelijk bedrag op zak te houden. Hij rs nog niet eens een derde klas misdadiger. Vóór de Alkmaar sche commissaris van politie met zijn staf uit den trein stapte, was hij reeds in handen van de Haagsche politie gevallen. Als verzachtende omstandigheid moet voor hem gelden zijn dwang-idee. Pleiter refereert zich, wat de straf betreft, gaarne aan de Rechtbank. Het heeft hem. evenals den offi cier gefrappeerd, dat verdachte zich in het huis van bewaring meer thuis gevoelt, dan in zijn eigen huis. Gevangenisstraf komt plei ter voor den verdachte niet de geschikte straf voor. Pleiter behoort niet tot de juristen, die h tort et h travers een psychiatrisch onderzoek vragen. Ten aanzien van dezen verdachte is pleiter naar zijn eerlijke overtuiging tot de conclusie gekomen, dat deze jongeman niet „Juist!" „Ik weet niet, of die Asprey wel zoo rijk is". „Dat is hij niet", zeide de politicus, hij heeft geen rooden cent, maar het vermogen, dat hij beheert, is een hoop waard en hij is bijna op het punt dat op te slokken. Bob Asprey had tien of twintigduizend in St. Louis-Modock belegd; dat fonds steeg van vijf-en-twintig tot zes-honderd en nog wat; dat is slechts één belegging. Die knaap wist wel hoe zijn fondsen te kiezen; hij had in zicht, verduiveld als hij dat niet had! Zijn neef is nu van plan den room er af te schep pen! Ik zeg, dat hij verduiveld veel zal moeten betalen". „Hoeveel is verduiveld veel?" vroeg Ren ney angstig. „Wacht even, laat me dien moord eens nagaan; die jongen heette Sam Lapaz hè? „Juist". „Heb je Lapaz gekend?" „Als mijzelf!" „Vertel eens wat van hem, omdat ik het mij maar gedeeltelijk herinner". les' WaS 1,8 ed 8chooi«L dat is al- uit'TJat kan niet alles zijn. Wat voerde hij KtoËrt™. ,0' vaI' „Je kende liem, hè?" „Zeker!" „Familie?" „Hij had een vrouw en een paar kinderen; geheel geestelijk aansprakelijk is als een nor maal mensch. Pleiter zou het daarom in het belang van dezen verdachte op prijs stellen, wanneer, alvorens er vonnis wordt gewezen, alsnog een onderzoek wordt ingesteld naar verdachte's geestvermogens. Het is mogelijk, dat dan blijkt, dat pleiter goed gezien neeft, maar dan behoort ook de straf een andere te zijn dan die de officier heeft geëischt. Op een vraag van den president zegt ver dachte, dat hij dit verzoek ondersteunt, aan gezien ook hij gelooft, dat zijn gedachten- gang niet geheel normaal is. De Officier oordeelde het waarschu wend woord van den verdediger tot de Recht, bank niet op zijn plaats. Spr. wenschte den verdediger te vragen, of uit iets was geble ken, dat hier de zaak door de geprikkeldheid van het Alkmaarsche publiek in verband met het Alkmaarsche zedenschandaal buiten zijn proportie was behandeld. Die geprikkeldheid kan spr. niets schelen, hier wordt de zaak objectief beschouwd, afgezien van de opinie, die er onder het publiek heerscht. Voorts wenschte spr. recht te zetten, dat de jongeman niet in de valstrik van de Alk maarsche politie was gevallen. Het is de Alkmaarsche commissaris van politie ge weest, die hem heeft gearresteerd. Voor het psychiatrisch onderzoek gevoelt spr. niets. Dit zou wel het geval zijn, wan neer men hier met een zedendelict te doen had. Spr. was er bovendien van overtuigd, dat op 12 November 1934 de toestand van verdachte niet zóó was, dat verdachte's ge- elke schooier heeft die". „Kinderen, hè?" „Ja, een drom". „Politiek?" „Wat bedoelt u?" „Kende hij iemand?" „Hier en daar in speelholen". „Vrienden?" „Niemand!" „Zelfs niet onder zijn eigen soort?" „Luister", zeide Renney langzaam, „ik zei, dat deze snaak een schoft was. Ik-piecn- de dat, hij was een gauwdief, ewgift- menger, een moordenaar-in-het-donker en f,!" Vtli ,Pe!er'Er niets goeds aan hem, beha ve dat hij te glad was om dik wijls dronken te zijn". „Eindelijk snap ik het" zeide de politi- »ü?'„"CnJe ^en8cht. dat Robert Asprey niet zal worden begenadigd voor het dooden van zulk een man!" Renney zag in, dat hij zich te veel bloot gegeven had; hij voelde, dat zijn winstmar ge tot niets geslonken was en hij beet zich op de lippen en keek mokkend naar den vloer. „Ik zeg nog eens, dat het Edgar Asprey oen flinke som zal kosten. En dan ben Ik er .nog niet zoo zeker van, dat ik het voor hem kan klaarspelen Kerels als die Lapaz moes- 'en bij hun getoorte vergiftigd worden Ik weet dat en jij wed het en de gouverneur weet het ook*'. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6