Alkmaar's jeugdige werkloozeri 8 W» *1 8 8 Stad en Omgeving. Het werk van de commissie voor centraal jeugdwerk. CRISIS-SYM PTOMEN. JiadiopcoQtatMia !huilteton DE FREGATVOGEL. Vrijdag II Januari. HILVERSUM, 1875 M. (8.-12 - HUIZEN, 301 M. (K- R- O-uitz) (Alg. progr.) 8.-9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Gr.pl. en orkest- concert. 2.30 Zang en piano. 3.— Orkestconcert. 3.45—4.— Gr.pl. 4 15 Zang en piano. 4.45 Gr.pl DROITWICH, 1500 M. 10.35 10 50 Morgenw-.'ding. 11-05 Le zing. 11.20 Orgeispel R. New. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.platen. 12.50 Go'dy-orkest. Gij, lezer, die nog tot 's werelds „geluk kigen" behoort, die nog de vreugde van den arbeid kent, al is dat dan vaak ook een twij felachtige vreugde, hebt gij wel eens bij u zen gedacht, wat u zoudt doen, indien u, bij uw volle gezondheid, gedoemd zoudt zijn tot ab solute werkloosheid? O, ja, wij weten het, de dingen van allen dag en al de dingen om ons heen, zijn al mis troostig genoeg om nu nog in allen ernst over bovengemelde vraag na te denken. En toch, tóch zijn ook zij, die onontkomelijk gegre pen zijn in de klauw van het werkloosheid- spook, onze medemenschen. Vanuit dit standpunt bezien, zijn wij op informatie uitgeweest naar den stand van Alkmaar's werkloosheid. Wij hebben ons gewend tot de bevoegde instanties en kunnen u thans in een overzich telijk artikel een en ander mededeelen over het schrijnend leed, dat door onze Alkmaar- sche werkloozen moet worden gedragen. Indien u plotseling voor het feit kwam te staan, dat u van allen arbeid verstoken zoudt zijn, wat zoudt gij dan doen in dat ge val? Ja, zult u denken, ik zou eerst met fris- schen moed den boer opgaan om te trachten m'n brood op de een of andere wijze te ver dienen, 't kan niet schelen hoe en waarmee. Arbeid als levensvreugde. Goed, we nemen aan, dat een ieder van ons dit zou probeere.i, wanneer 't tenminste menschen willen zijn, die in den arbeid nog een. stuk levensvreugde zien. Maar waar u ook komt en wat u ook probeert, niets en nie mand zal helpen en tenslotte gaat u de toe komst met minder optimisme tegemoet zien. Dan heb ik toch altijd nog m'n liefhebbe rijen, hooren wij u zeggen. En de een zal dit gaan doen, de ander dat. Maar daarbij zal geen oogenblik de vraag uit uw gedachten zijn: Hoe lang moet dit duren? Zóó ongeveer hadden wij ons een denk beeld gevormd, wanneer ook wij in het on metelijk leger der werkloozen zouden zijn in- gelascht. En wij gevoelden 't als onzen plicht u in dezen barren wintertijd een en ander te vertellen van het werk van hen, die nu sinds jaren re^ds naar middelen zochten om het ontzaglijke leed, ontstaan door geheele of gedeeltelijke werkloosheid, eenigermate te verzachten. Dat is het werk van de plaatse lijke commissie voor ontwikkeling en ont spanning van werkloozen te Alkmaar. Het was 3 Nov. 1931, toen dus, vergele ken bij thans, de werkloosheid nog in haar kinderschoenen stond, dat bovenstaande com missie een schrijven richtte tot het stadsbe stuur met de vraag om mede te helpen spe ciaal de jeugdige werkloozen te onttrekken aan het straatleven. Immers, men ging uit van de gedachte, dat wanneer de jeugdige werkloozen (van alle richtingen) nog gered zouden kunnen worden van een moreelen on dergang, daartoe alle beschikbare middelen moesten worden aangewend. Zoo was dan uit deze commissie een nieuwe geboren, de commissie voor Centraal Jeugdwerk, die zich dus in het bijzonder zou bezig houden, om door ontwikkeling en ontspanning de jeugd te sparen voor 'n algeheele inzinking, welke helaas maar al te veel bij de ouderen gecon stateerd werd. Medewerking gevraagd. Tevens werd aan verschillende plaatselij ke vereenigingen een schrijven gericht om vcor dit humane deel medewerking te willen verkenen. De vraag waar 't op aankwam was: hoe kan de ledige tijd van deze men schen nuttig besteed worden? Op 19 Dec. 1931 werd door den gemeente secretaris, mr. Koelma, de commissie offi cieel geïnstalleerd, bestaande uit vertegen woordigers van: Volksuniversiteit, Alkm. Bestuurdersbond, Chr. Bestuurdersbond, Plaatselijk Arbeids-Secretariaat, Instituut voor Arb.-ontwikkeling, R.K. Dekenalen jeugdraad en Jongelingsvereeniging „Zachereüs". Deze gemengde commissie nu besloot de ernstiee gevaren der werkloosheid onder de óóe» teS en tc pogen door vakcur- sussen aan de steeds funester woidende digheid van de van arbeid verstootenen hoofd to bieden. 700 werk- Er waren in dien win er 600 tot 700 werx loozen en het eerste werk was om lokaliteiten te zoeken, waar de plannen practisch k den worden ontplooid. De commissie waar van wij den heer A. A. Wiese zien a.s wende kracht door alle jaren heen, had zich de volgende werkwijze ingedr.cht. Ontspan ning door: 1. Vakcursussen, 2. Sport, 3. Filmvertooning, 4. Ontwikke'ingswerk (radiotechniek, hout snijden enz.), 5. Schaken, dammen enz. Wij zien hier dus terdege goed voorbereide maatregelen om den nood te lenigen. Het gemeentebestuur stelde voor dit doel drie zalen beschikbaar, n.1. de kindervoe dingzaal aan de Doelenstraat met de daar tegen gelegen zaal van de Nieuwe Doele en een zaal van den R.K. Gezellenbond aan het Verdronkenoord (voor welke zaal echter huur betaald meest worden). Over elke zaal werd een opzichter aange- ste'd uit de werkloozen gekozen, die tot taak had het lokaal schoon te houden en toezicht te houden, dat alles ordelijk zou verloopen. Een zeer geringe vergoeding werd hem hier voor toegedacht. Geen politiek. Verschillende particuliere instellingen hiel pen in stilte mee, radio-installaties werden gratis aangelegd, in één woord, alles was tot in de perfectie geregeld. De politiek was geheel en al buitengeslo ten en mocht in geen enkel opzicht gewicht in de schaal leggen. Partijbevoorrechting was dus bij voorbaat uitgesloten en dit is in het verleden als een zeer juist standpunt ge bleken. Inmiddels was de vertegenwoordiger van het P.A.S. door omstandigheden na vijf maanden uit de commissie getreden. Met geestdriftig enthousiasme waren dus de verschillende vakcursussen in elkaar ge zet en in het allereerste begin hadden deze ook goede resultaten. Wat bemerkte men echter na verloop van tijd Dat de groep van jeugdige werkloozen in twee deelen was te splitsen, n.1. die der idea listen en die der onverschilligen. Steeds groo- ter werd het deel der laatste groep en van daag den dag zijn de idealisten in de goede beteekenis van het woord slechts en helaas nog sporadisch aan te wijzen. En langzamerhand werd het de commissie duidelijk, dat de cursussen alle zouden doodloopen, en waar moest de fout ge zocht worden? Het aantal werkloozen was in twee jaar tijds opgeloopen tot 1200 (uitsluitend man nelijke) en de toestand werd met den dag nijpender. Toestand wordt nijpender. De wereldcrisis nam een ongekenden om vang aan en aan den levenshorizon was voor eerst nog geen lichtend puntje te bekennen Zwaar en somber trokken de wolken van leed en ellende zich tesamen en als een spookachtige, onzichtbare gedaante waarde de geesel der werkloosheid in het rond en velde de slachtoffers bij tientallen, bij hon derdtallen Steeds grooter en grooter werd het leger der zoekenden, het leger der moedeloozen en dat der geestelijk ten doode gedoemden. De wereld ging en gaat nog steeds gebukt onder de verschijnselen van deze niets-ont- ziende crisis en het moesten sterke beenen zijn, die zich konden verzetten tegen den nood der tijden. Vooralsnog stond de commissie voor een schier onoplosbaar vraagstuk, al begreep men wel, dat zij (de commisse) naar de werk loozen moest komen en niet omgekeerd. Het systeem van school-gaan en slechts theoretische-kennis-op-doen had te eenenmale gefaald, zuiver uit gebrek aan practischen arbeid. Nóg was aanwezig de wil tot arbei den, nóg konden velen gered worden. De commissie zocht en vond contact met der££ lijke comité's uit de omgeving om zoodoende tot een gezamenlijk en practisch arbeidster- ^De'vaak'ooic nfet-pópulaire wijze van cur- susles geven mag in dit verband ook wel als een belangrijke factor van het falen genoemd Meer dan ooit was de hulp der autoritei ten noodig en hoewel de stadsfinanciën ui deze op hoogen prijs werden gesteld, zij pie ken en blijken nog onvoldoende voor de nieu we plannen, welke de nijvere commissie zicli had gedacht. In de eerste plaats zijn thans, nu het aan tal werkloozen is opgeloopen tot ruim l4uu, de lokalen voor ontspanning absoluut onge schikt. Wc wijzen er met klem op, dat ac ruimte in de zalen van't gebouw De Nieuw Doele te klein is, dat de ventilatie meer dan onvoldoende is, kortom, dat hierin ten spoe digste verandering dient te komen. Door be zuinigingsmaatregelen zijn b.v. verschillen de scholen vrij gekomen, die o.i. zich uitste kend voor dit doel zouden leenen en die thans door minder urgente vereenigingsbelangen in beslag worden genomen. Men bedenke wel, dat de jeugd van thans het besturend lichaam van straks zal zijn en dat dus niets verzuimd mag worden om onze jeuga g werkloozen voor een noodlottigen ondergang te vrijwaren. Dank zij den Armenraad en het Brokken- huis kan aan de slechtgekleeden onder hen behoorlijke kleeding verschaft worden, maar dan blijft nog altijd de grapte moeilijkheid van de matelooze onverschilligheid, waarin de tegenwoordige werklooze jeugd verkeert. En al weten wij, dat nog steeds ijzer niet met handen gebroken kan worden en dat ook andere dringende problemen om een op lossing schreeuwen, toch zijn wij van oor deel, dat het nieuwe plan tot het doen bou wen van een les- en tevens entspannigsge- bouw voor en door jeugdige werkloozen, ons aller aandacht verdient. Tot slot zouden we dus dit plan met zijn argumentatie in uw warme belangstelling willen aanbevelen Verminderde werklust. Immers, de ervaring van den laatsten tijd wijst uit, dat door verschillende oorzaken de lust, om de theoretische cursussen, te geven door de commissie van ontwikkeling en ont spanning, te volgen, vermindert. Deze verminderde lust moet worden toe geschreven: 1. aan den langen duur der werkloosheid, waardoor bij een deel der werkloozen dof heid en moedeloosheid en bij een ander deel redeloosheid en hardheid en bij het meeren- deel onverschilligheid is ontstaan. 2. Aan verminderde arbeidskracht en min der arbeidsvreugd, tengevolge van het gedu rende geruimen tijd niet verrichten van werk. 3. Aan het sterk verminderen van de wils kracht, offervaardigheid en gemis aan ideaal, hetgeen ook al weer aan de werkloosheid moet worden toegeschreven. 4. Aan de moreele steeds toenemende de pressie welke over de jongere werkloozen komt en welke 't gevolg is van 't niet zien van een uitweg om uit den tegppwoordigen toe stand te geraken en we'k§ gepaard-gaat met een zekeren angst om nooit meer aan het werk tekoraén. 5. Aan het steeds maar zonder succes solli- citeeren naar een betrekking, waardoor de gedachte ontstaat: wat heb ik aan het vol gen van cursussen? 6. Aan de omstandigheid, dat de werkloo zen ouder worden, waardoor de lust ont breekt om op de schoolbanken te gaan zitten, en wanneer mén er toch heen gaat, zulks met tegenzin wordt gedaan. 7. Aan het ontbreken van eenige belooning, hetzij op financieel, hetzij op ander gebied, voor het volgen van de cursussen en het ver richten van den daaraan verbonden arbeid. 8. Aan de omstandigheid, dat de cursussen niet de voldoening geven, die men er zich van zou voor stellen, doordat de werkloozen te weinig practische resultaten van hun werk zien, omdat geen scheppende of blijvende arbeid wordt verricht. Het zal derhalve noodzakelijk zijn te zoeken naar andere wegen en middelen, om de jeugdwerkloosheid te verzachten, teneinde de werklooze jeugd, die steeds meer en meer verwildert, in goede banen te leiden. Het eerste en voornaamste middel is het verrichten van werkzaamheden, die voor de jeugdige werkloozen aantrekkelijk zijn. Dezen arbeid zou de cemmiss:e dan willen zien toegepast naast de werkverschaffing, zoodat de gevolgen van de werkloosheid in zekeren zift voor de jeugd wordt weggeno men. Het nieuwe voorstel, Aan de uitvoering van het voorstel der door George Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 34) Renney schoof heen en weer op zijn sL.«, maar kon niets verzinnen om te antwoor den. Eindelijk riep hij uit: „Wel, hoeveel verlangt u? Joe Green keek naar het plafond en blies langzaam wolken rook uit. Op zijn dik ge zicht teekende zich langzaam een uitdruk king van diep nadenken af; blijkbaar was hij aan het rekenen. „Goed", zeide hij toen, „jij bent gemach tigd om Edgar Asprey hier bij mij te verte genwoordigen, is het niet?" „Ben ik hierheen gereden om wat op te snijden?" vroeg de boef met een zuur ge zicht. „Ik heb een ruin daar in den stal, die nooit meer een voet voor den anderen zal zetten, zoolang hij leeft". „Al beter en beter", zeide Joe Green, „de zaak is zoo dringend, dat je bijna een paard doodgereden hebt om hier te komen!" Hij leunde achterover in zijn stoel en glimlach te vergenoegd. Renney sprong op. „O. hel", riep hij uit, „alles wat ik zeg is verkeerd". „O, neen, in het geheel niet", zeide de po liticus, „maar ik zou wel kunnen zeggen, dat je geen handig diplomaat bent. Wai moet Edgar een haast hebben om je te zen den! Wat een haast!" Hij grinnikte medelij dend. „Schei nu uit en laat -hooren wat je ver langt!" riep Renney uit, die de marteling niet langer kon verduren. „Een geval, dat spoed vereischt, hè? Hij is misschien al bij den gouverneur! „Hemel en aarde", riep Renney uit, „hij staat op het oogenblik voor den gouverneur en pleit voor zijn leven!" „Ah", zeide Lachende Joe Green, „als we dan eens zouden zeggen laat eens zien ik denk, dat vijfenzeventig duizend dol lars wel genoeg zullen zijn!" HOOFDSTUK XXVI Het was den kleinen revolverbandiet te moede, alsof hem een fortuin afhandig was gemaakt; tien of vijftienduizend dollar zag hij uit zijn zakken verdwijnen en uit het ven ster geworpen worden in den schoot van dezen dikken man. Zijn oogen werden hel groen, terwijl hij den politicus aanstaarde Toen zeide hij: „Doe ae deur open, ik ga weg!" Hij wachtte woedend, overtuigd, dat dit gezegde den bluf van Joe Green zou doen mislukken; tot zijn verwondering echter ging Green kalm naar de deur, draaide het slot om en deed haar wijd open. „Het spijt me, dat wij niet tot zaken kon den komen", zeide hij. Renney was niet vaak in zijn leven zoo geïmponeerd geweest; hij liep naar de deur, maar op den drempel keerde hij zich om en schudde zijn vuist in Green's gezicht. „Jij 4.-8.en 11.—12.VARA, de AVRO van 12—4.— en de VPRO van 8.-11- uur). 8— Gr.pl 10— VPRO-morgen wijding. 1(M 5 Voordracht R. Numaii. 10.35 Or- roeporkest o.l. v. N. Oerharz. 2.30 Voordracht door D. Wal land en zang door H. Angenent, a. d. vleu gel E. Veen. In de pauze gr.pl 4.üo Kniples. 4.50 Gr.pl. 5.— Voor de kinaeren. 5.30 Gr.pl. 5.45 De /on nel loppers olv. C. Steyn. 6.15 Or- vitropia olv J. v. d. Horst. 7. Gr.pl. 7.30 Dr. F. M. Wibaut: Geordende productie (I). 7.57 Her haling SOS-ber. 8.- Lezing da. J. W. van Nieuwenhuijzen. 8.30 Con cert L .Klemm, zang. 9.Lezing dr. J C. A. Fetter. 9.30 Verv. con cert. 10.— Vaz Dias., Vrijz. Godsd Persbureau. 10.15 O. van Tussen broek: Moderne woninginrichting. 11.— Jazzmuziek (gr.pl 11.30 12.Gramofoonplaten 5.— Causerie. 5.30 Schlagermu- ziek en gr.pl. 7.15 Causerie. 7.35 Koorconcert. 8.Vaz Dias en gr. pl 8.15 Schlagermuziek. 9.— Le zing 9.15 Concert mm\. vioolsolist. 10.— Gr.pl. 10.15 Orkestconcert. 10.45 Vaz Dias 10.5012. Gramofoonplaten. 11.50 Trocadero cinema-orkest olv A van Dam. 12.50 BBC-dans- orkest olv. H. Hall. 1.35 Birming- ham strijkkwartet. 2.20 Schotsche studio-orkest. 3.05 Gr.pl. 3.50 Im- perial Hydro Hotel orkest o.l v. L. Clarke. 4.35 Hotel Metropole orkest olv. E. Colombo. 5.35 Troise and his Mandoliers. 6.20 Bei. 6.50 Lezingen. 7.30 Handn concert 7.50 Fred Hartley en zijn Novelty kwin tet. 8 35 Lezing. 8.55 BBC-orkest olv. Lewis. 9.50 Bzr. 10.2\> Lezing. 10.40 Hungaria Zigeunerorkest o. 1. v. G. Garay. 11.35—12.20 Harry Roy en zijn orkest. 8 20 „Résurrection' spel van Ba- taille 10.50 Dansmuziek. 7.25 „Die Zauberflöte' opera van Mozart. 8.55 O-'-P1; muziek" recital. 9.55 BaiaiatUnrnziek. 10.2511.50 Daismuzek. KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pL 6 35 Gr.pl. 10— Concert. 11-20 Órkestconcert. 3.20 Uit Frankfort: Omroeporkest olv. Merten. Hierna dansmuziek. 7.35 Rijkszending. 9 50 Uit Stuttgart: Omroeporkest. 11.20 NS-Rijkssymph.-orkest. 12.20 —1.20 Concert. ROME, 421 M. 8 05 „Primarosa", operette van Pietri. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-j 12 20 Gr pl. 12.50 Omroeporkest Jlv Cason 2.-2.20 Or.pl 5^20 Salonorkest olv. Walpot. 6.20 Or. pl. 6.35 en 7.35 Salonorkest o l.v. Walpot. 8.20 Zang door Ré Koster 8 50 Hoorspel. 9.40 Symph.-concert 1030—1120 John Rutten s orkest. 484 M.: 12.20 0r.pl. 12.50 Salon orkest olv. Walpot 2. 2.20 Gr pl. 5 20 Symph.-concert. 6.35 or.pl 7 35 Pianorecital. 8 20 Uitz. voor oud-strijders. 12.30 Gr.pl. 11.45— 12.20 Populair concert. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Rijkszending. 9 20 en 1005 Ber. 10.20 Dansmuziek. 11.20—1-20 NS-Rij'ssymph.-orkest olv.H. Hoens en gr.pl. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum- Lijn 2: Huizen- Lijn 3: Keulen 7.50—8.05, Keulen 9.20—12.20, Parijs Radio 12.20—14.20, Lond. Reg. 14.20— 14 50, Kalundborg 14.50—15.20, Keulen 15.20-17.20, Beromünster 17.20—17.50, Brussel VI. 17.50— 18 45, Weenen 18.4521.40, Leip- zig 21.40—23.20, Weenen 23 20— 24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8058-50, Droitwich 10.351.05, Lond. Reg. 11.05—11.20, Droitwich 11.20— 18.35, Brussel (Fr.) 18.35—18.50. Lond. Reg. 18.50-20.20, Brussel (VI.) 20.20—20.50, Beromünster 20.50—21.35, Boedapest 21.35— 22.40, Droitwich 22.40—24.—. stommeling!" riep hij uit. „Vijftigduizend dollars was zijn limiet en hij was een idioot om zooveel te bieden". „Vijftigduizend", zeide Joe Green, „goed, we kunnen het daarop houden!" Renney kon zijn ooren niet gelooven en leunde tegen den deurpost. „Ik wilde alleen maar weten, wat zijn limiet was", zeide Lachende Joe. „Het zou dwaas van mij geweest zijn om goed geld weg te werpen, hê?" Iets in den rosachtigen glans van zijn oogen deed Renney verbleeken van teleur stelling en haat; hij werd zelfs bang, daar hij inzag, dat hij aan alle kanten over troefd was. „Ik wou, dat ik me mijn nek had afgesneden", zeide hij. „Natuurlijk, natuurlijk", zeide Green, „maar toch moet je niet vergeten, dat ik 'n man ten, die zijn vrienden nooit in den steek laat. Eenmaal binnen de deur, kun je altijd in mijn huis blijven, m'n jongen En ik geloof, dat deze avond je tot mijn vriend gemaakt heeft". Langzaam, met moeite, kwam Renney over naar het andere kamp; hij hield op te mokken. Deze kennismaking, dat wist hij wel, zou hem meer dan eens zijn nek kun nen redden en in den laatsten tijd had hij voorgevoelens gehad van een aanstaanden val. Een kampioen bokser, neergeslagen door een veracht amateur, kon geen ellen diger gevoel hebfcen dan Renney, toen hij •zoo volkomen door Geraldi werd uitge speeld. Hij beschouwde de kennismaking met Joe Green daarom met greote voldoe- ning en was zelfs in staat te glimlachen. commissie zijn groote voordeelen verbonden de voornaamste zijn: 1. De bestaande vakbekwaamheid blijft be houden; 2. De vakbekwaamheid in 't algemeen zal er door verbeteren. 3. E>e jongeren zullen langen tijd uit hun neerdrukkende positie bevrijd worden. 4. Door het verrichten van practischen ar beid voelen deze werkers zich weer nuttig en zijn weer ingeschakeld in het productiepro ces. 5. Indien een geringe belooning in geld voor dezen verrichten arbeid zou kunnen worden verstrekt, zou dit voor de werkloozen de gelegenheid openen om in bescheiden mate in geestelijke en materieele behoeften te voor-, zien. 6. Door deelneming aan het productiepro ces zijn de jongeren in staat zich weer meer volwaardig te voelen. 7. Door het verrichten van arbeid, blijft de jeugd ook lichamelijk in betere conditie. 8. Ook de jeugdige arbeiders van het plat te'and vinden in ait arbeidsproces den noo- digen arbeid, daar samenwerking met de omliggende gemeenten op hoogen prijs wordt gesteld Na vorenstaande uiteenzetting zal het dui delijk zijn, dat de commissiegezocht heeft naar een werkobject, waaraan \ele catego rieën arbeiders kunnen medewerken, dat aan trekkelijk is en geen schade doet aan het par ticuliere initiatief of aan het particuliere be drijfsleven Dit werkobject moet zoodanig zijn, dat het een blijvend werkstuk wordt. „Laat ons dat maar aannemen", zeide hij „Goed zoo", gaf Joe Green toe, „en als we nu eens de details zouden behande len?" „Wat duivel wil je nu nog uit mij halen?" vroeg Renney angstig. „Wees maar gerust, m'n jongen, ik vil nooit een vriend Ik zal je nog wat zeggen; als deze zaak doorgaat, dan zal ik, op het oogenbhk. dat het geld mij betaald wordt, dadelijk vijfduizend dollars aan jou geven als commissie". Renney zette groote oogen op. „Goede hemel", hiigde hij. „Ik weet, wie mijn vrienden zijn", her haalde Green, zijn bewering bekrachtigend, ..Je zult een der onzen zijn, m'n vriend, en ik zal je de hand boven het hoofd houden als je in moeilijkheden komt". Joe Oreen had werkelijk een behaaglijk gevoel; hij zag al, hoe hij dat geld zouYe- V-°°?'s c<? boer ziin °°M z'et opko- ir.en; drieduizend voor Mullaiey die om meer geldjammerde, tien duizend in de par- Inkas. vijfduizend voor den nieuwen vleugel dien hij zrti vrouw beloofd had aan het huis te zullen louwen, acht duizend vcor Jcrmin den redacteur, omdat Jermin een fideele ke rel was, wiens kranten zoowat den eebeelen staat achter zich hadden. Dan zou hij em slordige tienduizend aan zijn bankdeposito kunnen toevoegen en dan waren er nog bij na tienduizend over voor geheime en privé uitgavenhij kon Renney gemakkelijk die vijfduizend geven. Daarbij zag zijn actief i" dadelijk de plaats, waar hij zulk een Met de cursussen kan men de jongeren niet blijven boeien en tevens kan men slechts maar een klein gedeelte van de werklooze jeugd hier mede bereiken. De schoolschheid bij de theoretische cur sussen stoot de jeugd af, vooral die welke op de ambachtsschool zijn geweest en die reeds eenigen jaren in de werkplaatssfeer hebben gewerkt. Vooral geldt dit laatste voor de onge schoolden. Meer practisch werk is in de toe komst absoluut noodzakelijk, waarmede men dan ook in verschillende steden met mede werking van regeering en gemeente-autoritei ten op dit gebied is begonnen. Aan dit gebouw kunnen de volgende cate gorieën jeugdige arbeiders medewerken: tim merlieden, metselaars, loodgieters, electri- ciens. meubelmakers, schilders, bankwerkers, smeden, tuinlieden, grondwerkers. De lust en waardeering voor dit werk zal zeker bij de jeugd aanwezig zijn, hierdoor zal de groei van de cursussen toenemen. Een niet onbelangrijke factor is een vlotte en zakelijke samenwerking met de gemeente lijke arbeidsbeurs. De theoretische lessen zouden practisch besproken kunnen worden, zoodat op de juiste wijze zou worden gearbeid. Een niet te onderschatten voordeel moet worden gezien in de omstandigheid, dat de verschillende categorieën van arbeid, teza men en met elkaar aan eenzelfde werk wer ken, waardoor de prikkel zal ontstaan om het beste te geven en niet voor anderen onder te doen. dienaar van de politieke machine zou kunnen gebruiken een man, om eens in de zoo veel jaar een beroep op te doen als er in de oppositie een vacante plaats gewenscht was. Dit alles berekende hij met zijn vluggen geest; hij zag, dat hij Renney in de palm van zijn hand hield en nu ging hij verder met de voorbereiding van het werk. „Je weet van dien moord af, hê?" „Ja". „Was Robert Asprey dien avond dron ken?" „Hij had wat gedronken". „Was hij dronken?" ra k"6"16'' neCn' ^aarv00r 'fhoot „Ooed zoo, hij schoot te raak. Wat had de Mexicaan gedaan?" "w'90'1 Kes,5erid natuurlijk". '"Waarom speelde Asprey met zulk een schurk?" een vijfden man te hebben". Lachende Joe schrok, hij had dien avond ook een vijfden man uitgenoodigd. „En toen?" „Hij wilde een vuilen streek uithalen". „Hoe vuil?" „Azen wegmoffelen". „Toch niet!" ..Ja zeker, hij kon dat wel, hij was han dig". „Eu Asprey?" „Asprey vond het uit". „En viel hem aan?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6