Alkmaar's jeugdige werkloozeri
8
W» *1
8
8
Stad en Omgeving.
Het werk van de commissie
voor centraal jeugdwerk.
CRISIS-SYM PTOMEN.
JiadiopcoQtatMia
!huilteton
DE FREGATVOGEL.
Vrijdag II Januari.
HILVERSUM, 1875 M. (8.-12 -
HUIZEN, 301 M. (K- R- O-uitz)
(Alg. progr.) 8.-9.15 en 10.—
Gr.pl. 11.30 Voor zieken en ouden
van dagen. 12.15 Gr.pl. en orkest-
concert. 2.30 Zang en piano. 3.—
Orkestconcert. 3.45—4.— Gr.pl.
4 15 Zang en piano. 4.45 Gr.pl
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10 50 Morgenw-.'ding. 11-05 Le
zing. 11.20 Orgeispel R. New.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.20 Gr.platen. 12.50 Go'dy-orkest.
Gij, lezer, die nog tot 's werelds „geluk
kigen" behoort, die nog de vreugde van den
arbeid kent, al is dat dan vaak ook een twij
felachtige vreugde, hebt gij wel eens bij u zen
gedacht, wat u zoudt doen, indien u, bij uw
volle gezondheid, gedoemd zoudt zijn tot ab
solute werkloosheid?
O, ja, wij weten het, de dingen van allen
dag en al de dingen om ons heen, zijn al mis
troostig genoeg om nu nog in allen ernst over
bovengemelde vraag na te denken. En toch,
tóch zijn ook zij, die onontkomelijk gegre
pen zijn in de klauw van het werkloosheid-
spook, onze medemenschen.
Vanuit dit standpunt bezien, zijn wij op
informatie uitgeweest naar den stand van
Alkmaar's werkloosheid.
Wij hebben ons gewend tot de bevoegde
instanties en kunnen u thans in een overzich
telijk artikel een en ander mededeelen over
het schrijnend leed, dat door onze Alkmaar-
sche werkloozen moet worden gedragen.
Indien u plotseling voor het feit kwam te
staan, dat u van allen arbeid verstoken
zoudt zijn, wat zoudt gij dan doen in dat ge
val?
Ja, zult u denken, ik zou eerst met fris-
schen moed den boer opgaan om te trachten
m'n brood op de een of andere wijze te ver
dienen, 't kan niet schelen hoe en waarmee.
Arbeid als levensvreugde.
Goed, we nemen aan, dat een ieder van
ons dit zou probeere.i, wanneer 't tenminste
menschen willen zijn, die in den arbeid nog
een. stuk levensvreugde zien. Maar waar u
ook komt en wat u ook probeert, niets en nie
mand zal helpen en tenslotte gaat u de toe
komst met minder optimisme tegemoet zien.
Dan heb ik toch altijd nog m'n liefhebbe
rijen, hooren wij u zeggen. En de een zal dit
gaan doen, de ander dat. Maar daarbij zal
geen oogenblik de vraag uit uw gedachten
zijn: Hoe lang moet dit duren?
Zóó ongeveer hadden wij ons een denk
beeld gevormd, wanneer ook wij in het on
metelijk leger der werkloozen zouden zijn in-
gelascht. En wij gevoelden 't als onzen plicht
u in dezen barren wintertijd een en ander
te vertellen van het werk van hen, die nu
sinds jaren re^ds naar middelen zochten om
het ontzaglijke leed, ontstaan door geheele of
gedeeltelijke werkloosheid, eenigermate te
verzachten. Dat is het werk van de plaatse
lijke commissie voor ontwikkeling en ont
spanning van werkloozen te Alkmaar.
Het was 3 Nov. 1931, toen dus, vergele
ken bij thans, de werkloosheid nog in haar
kinderschoenen stond, dat bovenstaande com
missie een schrijven richtte tot het stadsbe
stuur met de vraag om mede te helpen spe
ciaal de jeugdige werkloozen te onttrekken
aan het straatleven. Immers, men ging uit
van de gedachte, dat wanneer de jeugdige
werkloozen (van alle richtingen) nog gered
zouden kunnen worden van een moreelen on
dergang, daartoe alle beschikbare middelen
moesten worden aangewend. Zoo was dan
uit deze commissie een nieuwe geboren, de
commissie voor Centraal Jeugdwerk, die zich
dus in het bijzonder zou bezig houden, om
door ontwikkeling en ontspanning de jeugd
te sparen voor 'n algeheele inzinking, welke
helaas maar al te veel bij de ouderen gecon
stateerd werd.
Medewerking gevraagd.
Tevens werd aan verschillende plaatselij
ke vereenigingen een schrijven gericht om
vcor dit humane deel medewerking te willen
verkenen. De vraag waar 't op aankwam
was: hoe kan de ledige tijd van deze men
schen nuttig besteed worden?
Op 19 Dec. 1931 werd door den gemeente
secretaris, mr. Koelma, de commissie offi
cieel geïnstalleerd, bestaande uit vertegen
woordigers van:
Volksuniversiteit,
Alkm. Bestuurdersbond,
Chr. Bestuurdersbond,
Plaatselijk Arbeids-Secretariaat,
Instituut voor Arb.-ontwikkeling,
R.K. Dekenalen jeugdraad en
Jongelingsvereeniging „Zachereüs".
Deze gemengde commissie nu besloot de
ernstiee gevaren der werkloosheid onder de
óóe» teS en tc pogen door vakcur-
sussen aan de steeds funester woidende
digheid van de van arbeid verstootenen
hoofd to bieden. 700 werk-
Er waren in dien win er 600 tot 700 werx
loozen en het eerste werk was om lokaliteiten
te zoeken, waar de plannen practisch k
den worden ontplooid. De commissie waar
van wij den heer A. A. Wiese zien a.s
wende kracht door alle jaren heen, had zich
de volgende werkwijze ingedr.cht. Ontspan
ning door:
1. Vakcursussen,
2. Sport,
3. Filmvertooning,
4. Ontwikke'ingswerk (radiotechniek, hout
snijden enz.),
5. Schaken, dammen enz.
Wij zien hier dus terdege goed voorbereide
maatregelen om den nood te lenigen.
Het gemeentebestuur stelde voor dit doel
drie zalen beschikbaar, n.1. de kindervoe
dingzaal aan de Doelenstraat met de daar
tegen gelegen zaal van de Nieuwe Doele en
een zaal van den R.K. Gezellenbond aan het
Verdronkenoord (voor welke zaal echter
huur betaald meest worden).
Over elke zaal werd een opzichter aange-
ste'd uit de werkloozen gekozen, die tot taak
had het lokaal schoon te houden en toezicht
te houden, dat alles ordelijk zou verloopen.
Een zeer geringe vergoeding werd hem hier
voor toegedacht.
Geen politiek.
Verschillende particuliere instellingen hiel
pen in stilte mee, radio-installaties werden
gratis aangelegd, in één woord, alles was
tot in de perfectie geregeld.
De politiek was geheel en al buitengeslo
ten en mocht in geen enkel opzicht gewicht
in de schaal leggen. Partijbevoorrechting
was dus bij voorbaat uitgesloten en dit is in
het verleden als een zeer juist standpunt ge
bleken.
Inmiddels was de vertegenwoordiger van
het P.A.S. door omstandigheden na vijf
maanden uit de commissie getreden.
Met geestdriftig enthousiasme waren dus
de verschillende vakcursussen in elkaar ge
zet en in het allereerste begin hadden deze
ook goede resultaten.
Wat bemerkte men echter na verloop van
tijd
Dat de groep van jeugdige werkloozen in
twee deelen was te splitsen, n.1. die der idea
listen en die der onverschilligen. Steeds groo-
ter werd het deel der laatste groep en van
daag den dag zijn de idealisten in de goede
beteekenis van het woord slechts en helaas
nog sporadisch aan te wijzen.
En langzamerhand werd het de commissie
duidelijk, dat de cursussen alle zouden
doodloopen, en waar moest de fout ge
zocht worden?
Het aantal werkloozen was in twee jaar
tijds opgeloopen tot 1200 (uitsluitend man
nelijke) en de toestand werd met den dag
nijpender.
Toestand wordt nijpender.
De wereldcrisis nam een ongekenden om
vang aan en aan den levenshorizon was voor
eerst nog geen lichtend puntje te bekennen
Zwaar en somber trokken de wolken van
leed en ellende zich tesamen en als
een
spookachtige, onzichtbare gedaante waarde
de geesel der werkloosheid in het rond en
velde de slachtoffers bij tientallen, bij hon
derdtallen
Steeds grooter en grooter werd het leger
der zoekenden, het leger der moedeloozen en
dat der geestelijk ten doode gedoemden.
De wereld ging en gaat nog steeds gebukt
onder de verschijnselen van deze niets-ont-
ziende crisis en het moesten sterke beenen
zijn, die zich konden verzetten tegen den
nood der tijden.
Vooralsnog stond de commissie voor een
schier onoplosbaar vraagstuk, al begreep
men wel, dat zij (de commisse) naar de werk
loozen moest komen en niet omgekeerd.
Het systeem van school-gaan en slechts
theoretische-kennis-op-doen had te eenenmale
gefaald, zuiver uit gebrek aan practischen
arbeid. Nóg was aanwezig de wil tot arbei
den, nóg konden velen gered worden. De
commissie zocht en vond contact met der££
lijke comité's uit de omgeving om zoodoende
tot een gezamenlijk en practisch arbeidster-
^De'vaak'ooic nfet-pópulaire wijze van cur-
susles geven mag in dit verband ook wel als
een belangrijke factor van het falen genoemd
Meer dan ooit was de hulp der autoritei
ten noodig en hoewel de stadsfinanciën ui
deze op hoogen prijs werden gesteld, zij pie
ken en blijken nog onvoldoende voor de nieu
we plannen, welke de nijvere commissie zicli
had gedacht.
In de eerste plaats zijn thans, nu het aan
tal werkloozen is opgeloopen tot ruim l4uu,
de lokalen voor ontspanning absoluut onge
schikt. Wc wijzen er met klem op, dat ac
ruimte in de zalen van't gebouw De Nieuw
Doele te klein is, dat de ventilatie meer dan
onvoldoende is, kortom, dat hierin ten spoe
digste verandering dient te komen. Door be
zuinigingsmaatregelen zijn b.v. verschillen
de scholen vrij gekomen, die o.i. zich uitste
kend voor dit doel zouden leenen en die thans
door minder urgente vereenigingsbelangen
in beslag worden genomen. Men bedenke
wel, dat de jeugd van thans het besturend
lichaam van straks zal zijn en dat dus niets
verzuimd mag worden om onze jeuga g
werkloozen voor een noodlottigen ondergang
te vrijwaren.
Dank zij den Armenraad en het Brokken-
huis kan aan de slechtgekleeden onder hen
behoorlijke kleeding verschaft worden, maar
dan blijft nog altijd de grapte moeilijkheid
van de matelooze onverschilligheid, waarin
de tegenwoordige werklooze jeugd verkeert.
En al weten wij, dat nog steeds ijzer niet
met handen gebroken kan worden en dat
ook andere dringende problemen om een op
lossing schreeuwen, toch zijn wij van oor
deel, dat het nieuwe plan tot het doen bou
wen van een les- en tevens entspannigsge-
bouw voor en door jeugdige werkloozen, ons
aller aandacht verdient.
Tot slot zouden we dus dit plan met zijn
argumentatie in uw warme belangstelling
willen aanbevelen
Verminderde werklust.
Immers, de ervaring van den laatsten tijd
wijst uit, dat door verschillende oorzaken de
lust, om de theoretische cursussen, te geven
door de commissie van ontwikkeling en ont
spanning, te volgen, vermindert.
Deze verminderde lust moet worden toe
geschreven:
1. aan den langen duur der werkloosheid,
waardoor bij een deel der werkloozen dof
heid en moedeloosheid en bij een ander deel
redeloosheid en hardheid en bij het meeren-
deel onverschilligheid is ontstaan.
2. Aan verminderde arbeidskracht en min
der arbeidsvreugd, tengevolge van het gedu
rende geruimen tijd niet verrichten van werk.
3. Aan het sterk verminderen van de wils
kracht, offervaardigheid en gemis aan ideaal,
hetgeen ook al weer aan de werkloosheid
moet worden toegeschreven.
4. Aan de moreele steeds toenemende de
pressie welke over de jongere werkloozen
komt en welke 't gevolg is van 't niet zien van
een uitweg om uit den tegppwoordigen toe
stand te geraken en we'k§ gepaard-gaat met
een zekeren angst om nooit meer aan
het werk tekoraén.
5. Aan het steeds maar zonder succes solli-
citeeren naar een betrekking, waardoor de
gedachte ontstaat: wat heb ik aan het vol
gen van cursussen?
6. Aan de omstandigheid, dat de werkloo
zen ouder worden, waardoor de lust ont
breekt om op de schoolbanken te gaan zitten,
en wanneer mén er toch heen gaat, zulks
met tegenzin wordt gedaan.
7. Aan het ontbreken van eenige belooning,
hetzij op financieel, hetzij op ander gebied,
voor het volgen van de cursussen en het ver
richten van den daaraan verbonden arbeid.
8. Aan de omstandigheid, dat de cursussen
niet de voldoening geven, die men er zich
van zou voor stellen, doordat de werkloozen
te weinig practische resultaten van hun werk
zien, omdat geen scheppende of blijvende
arbeid wordt verricht.
Het zal derhalve noodzakelijk zijn te
zoeken naar andere wegen en middelen, om
de jeugdwerkloosheid te verzachten, teneinde
de werklooze jeugd, die steeds meer en meer
verwildert, in goede banen te leiden.
Het eerste en voornaamste middel is het
verrichten van werkzaamheden, die voor de
jeugdige werkloozen aantrekkelijk zijn.
Dezen arbeid zou de cemmiss:e dan willen
zien toegepast naast de werkverschaffing,
zoodat de gevolgen van de werkloosheid in
zekeren zift voor de jeugd wordt weggeno
men.
Het nieuwe voorstel,
Aan de uitvoering van het voorstel der
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
34)
Renney schoof heen en weer op zijn sL.«,
maar kon niets verzinnen om te antwoor
den. Eindelijk riep hij uit: „Wel, hoeveel
verlangt u?
Joe Green keek naar het plafond en blies
langzaam wolken rook uit. Op zijn dik ge
zicht teekende zich langzaam een uitdruk
king van diep nadenken af; blijkbaar was
hij aan het rekenen.
„Goed", zeide hij toen, „jij bent gemach
tigd om Edgar Asprey hier bij mij te verte
genwoordigen, is het niet?"
„Ben ik hierheen gereden om wat op te
snijden?" vroeg de boef met een zuur ge
zicht. „Ik heb een ruin daar in den stal, die
nooit meer een voet voor den anderen zal
zetten, zoolang hij leeft".
„Al beter en beter", zeide Joe Green, „de
zaak is zoo dringend, dat je bijna een paard
doodgereden hebt om hier te komen!" Hij
leunde achterover in zijn stoel en glimlach
te vergenoegd.
Renney sprong op. „O. hel", riep hij uit,
„alles wat ik zeg is verkeerd".
„O, neen, in het geheel niet", zeide de po
liticus, „maar ik zou wel kunnen zeggen,
dat je geen handig diplomaat bent. Wai
moet Edgar een haast hebben om je te zen
den! Wat een haast!" Hij grinnikte medelij
dend.
„Schei nu uit en laat -hooren wat je ver
langt!" riep Renney uit, die de marteling
niet langer kon verduren.
„Een geval, dat spoed vereischt, hè? Hij
is misschien al bij den gouverneur!
„Hemel en aarde", riep Renney uit, „hij
staat op het oogenblik voor den gouverneur
en pleit voor zijn leven!"
„Ah", zeide Lachende Joe Green, „als we
dan eens zouden zeggen laat eens zien
ik denk, dat vijfenzeventig duizend dol
lars wel genoeg zullen zijn!"
HOOFDSTUK XXVI
Het was den kleinen revolverbandiet te
moede, alsof hem een fortuin afhandig was
gemaakt; tien of vijftienduizend dollar zag
hij uit zijn zakken verdwijnen en uit het ven
ster geworpen worden in den schoot van
dezen dikken man. Zijn oogen werden hel
groen, terwijl hij den politicus aanstaarde
Toen zeide hij: „Doe ae deur open, ik ga
weg!"
Hij wachtte woedend, overtuigd, dat dit
gezegde den bluf van Joe Green zou doen
mislukken; tot zijn verwondering echter
ging Green kalm naar de deur, draaide het
slot om en deed haar wijd open.
„Het spijt me, dat wij niet tot zaken kon
den komen", zeide hij.
Renney was niet vaak in zijn leven zoo
geïmponeerd geweest; hij liep naar de deur,
maar op den drempel keerde hij zich om en
schudde zijn vuist in Green's gezicht. „Jij
4.-8.en 11.—12.VARA, de
AVRO van 12—4.— en de VPRO
van 8.-11- uur). 8— Gr.pl
10— VPRO-morgen wijding. 1(M 5
Voordracht R. Numaii. 10.35 Or-
roeporkest o.l. v. N. Oerharz. 2.30
Voordracht door D. Wal land en
zang door H. Angenent, a. d. vleu
gel E. Veen. In de pauze gr.pl 4.üo
Kniples. 4.50 Gr.pl. 5.— Voor de
kinaeren. 5.30 Gr.pl. 5.45 De /on
nel loppers olv. C. Steyn. 6.15 Or-
vitropia olv J. v. d. Horst. 7.
Gr.pl. 7.30 Dr. F. M. Wibaut:
Geordende productie (I). 7.57 Her
haling SOS-ber. 8.- Lezing da. J.
W. van Nieuwenhuijzen. 8.30 Con
cert L .Klemm, zang. 9.Lezing
dr. J C. A. Fetter. 9.30 Verv. con
cert. 10.— Vaz Dias., Vrijz. Godsd
Persbureau. 10.15 O. van Tussen
broek: Moderne woninginrichting.
11.— Jazzmuziek (gr.pl 11.30
12.Gramofoonplaten
5.— Causerie. 5.30 Schlagermu-
ziek en gr.pl. 7.15 Causerie. 7.35
Koorconcert. 8.Vaz Dias en gr.
pl 8.15 Schlagermuziek. 9.— Le
zing 9.15 Concert mm\. vioolsolist.
10.— Gr.pl. 10.15 Orkestconcert.
10.45 Vaz Dias 10.5012.
Gramofoonplaten.
11.50 Trocadero cinema-orkest olv
A van Dam. 12.50 BBC-dans-
orkest olv. H. Hall. 1.35 Birming-
ham strijkkwartet. 2.20 Schotsche
studio-orkest. 3.05 Gr.pl. 3.50 Im-
perial Hydro Hotel orkest o.l v. L.
Clarke. 4.35 Hotel Metropole
orkest olv. E. Colombo. 5.35 Troise
and his Mandoliers. 6.20 Bei. 6.50
Lezingen. 7.30 Handn concert 7.50
Fred Hartley en zijn Novelty kwin
tet. 8 35 Lezing. 8.55 BBC-orkest
olv. Lewis. 9.50 Bzr. 10.2\> Lezing.
10.40 Hungaria Zigeunerorkest o.
1. v. G. Garay. 11.35—12.20 Harry
Roy en zijn orkest.
8 20 „Résurrection' spel van Ba-
taille 10.50 Dansmuziek.
7.25 „Die Zauberflöte' opera van
Mozart. 8.55 O-'-P1; muziek"
recital. 9.55 BaiaiatUnrnziek.
10.2511.50 Daismuzek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pL
6 35 Gr.pl. 10— Concert. 11-20
Órkestconcert. 3.20 Uit Frankfort:
Omroeporkest olv. Merten. Hierna
dansmuziek. 7.35 Rijkszending.
9 50 Uit Stuttgart: Omroeporkest.
11.20 NS-Rijkssymph.-orkest. 12.20
—1.20 Concert.
ROME, 421 M. 8 05 „Primarosa",
operette van Pietri.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-j
12 20 Gr pl. 12.50 Omroeporkest
Jlv Cason 2.-2.20 Or.pl 5^20
Salonorkest olv. Walpot. 6.20 Or.
pl. 6.35 en 7.35 Salonorkest o l.v.
Walpot. 8.20 Zang door Ré Koster
8 50 Hoorspel. 9.40 Symph.-concert
1030—1120 John Rutten s orkest.
484 M.: 12.20 0r.pl. 12.50 Salon
orkest olv. Walpot 2. 2.20 Gr pl.
5 20 Symph.-concert. 6.35 or.pl
7 35 Pianorecital. 8 20 Uitz. voor
oud-strijders. 12.30 Gr.pl. 11.45—
12.20 Populair concert.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.20 Rijkszending. 9 20 en
1005 Ber. 10.20 Dansmuziek.
11.20—1-20 NS-Rij'ssymph.-orkest
olv.H. Hoens en gr.pl.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum-
Lijn 2: Huizen-
Lijn 3: Keulen 7.50—8.05,
Keulen 9.20—12.20, Parijs Radio
12.20—14.20, Lond. Reg. 14.20—
14 50, Kalundborg 14.50—15.20,
Keulen 15.20-17.20, Beromünster
17.20—17.50, Brussel VI. 17.50—
18 45, Weenen 18.4521.40, Leip-
zig 21.40—23.20, Weenen 23 20—
24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8058-50,
Droitwich 10.351.05, Lond. Reg.
11.05—11.20, Droitwich 11.20—
18.35, Brussel (Fr.) 18.35—18.50.
Lond. Reg. 18.50-20.20, Brussel
(VI.) 20.20—20.50, Beromünster
20.50—21.35, Boedapest 21.35—
22.40, Droitwich 22.40—24.—.
stommeling!" riep hij uit. „Vijftigduizend
dollars was zijn limiet en hij was een idioot
om zooveel te bieden".
„Vijftigduizend", zeide Joe Green,
„goed, we kunnen het daarop houden!"
Renney kon zijn ooren niet gelooven en
leunde tegen den deurpost.
„Ik wilde alleen maar weten, wat zijn
limiet was", zeide Lachende Joe. „Het zou
dwaas van mij geweest zijn om goed geld
weg te werpen, hê?"
Iets in den rosachtigen glans van zijn
oogen deed Renney verbleeken van teleur
stelling en haat; hij werd zelfs bang, daar
hij inzag, dat hij aan alle kanten over
troefd was. „Ik wou, dat ik me mijn nek
had afgesneden", zeide hij.
„Natuurlijk, natuurlijk", zeide Green,
„maar toch moet je niet vergeten, dat ik 'n
man ten, die zijn vrienden nooit in den
steek laat. Eenmaal binnen de deur, kun je
altijd in mijn huis blijven, m'n jongen En
ik geloof, dat deze avond je tot mijn vriend
gemaakt heeft".
Langzaam, met moeite, kwam Renney
over naar het andere kamp; hij hield op te
mokken. Deze kennismaking, dat wist hij
wel, zou hem meer dan eens zijn nek kun
nen redden en in den laatsten tijd had hij
voorgevoelens gehad van een aanstaanden
val. Een kampioen bokser, neergeslagen
door een veracht amateur, kon geen ellen
diger gevoel hebfcen dan Renney, toen hij
•zoo volkomen door Geraldi werd uitge
speeld. Hij beschouwde de kennismaking
met Joe Green daarom met greote voldoe-
ning en was zelfs in staat te glimlachen.
commissie zijn groote voordeelen verbonden
de voornaamste zijn:
1. De bestaande vakbekwaamheid blijft be
houden;
2. De vakbekwaamheid in 't algemeen zal
er door verbeteren.
3. E>e jongeren zullen langen tijd uit hun
neerdrukkende positie bevrijd worden.
4. Door het verrichten van practischen ar
beid voelen deze werkers zich weer nuttig en
zijn weer ingeschakeld in het productiepro
ces.
5. Indien een geringe belooning in geld
voor dezen verrichten arbeid zou kunnen
worden verstrekt, zou dit voor de werkloozen
de gelegenheid openen om in bescheiden mate
in geestelijke en materieele behoeften te voor-,
zien.
6. Door deelneming aan het productiepro
ces zijn de jongeren in staat zich weer meer
volwaardig te voelen.
7. Door het verrichten van arbeid, blijft
de jeugd ook lichamelijk in betere conditie.
8. Ook de jeugdige arbeiders van het plat
te'and vinden in ait arbeidsproces den noo-
digen arbeid, daar samenwerking met de
omliggende gemeenten op hoogen prijs
wordt gesteld
Na vorenstaande uiteenzetting zal het dui
delijk zijn, dat de commissiegezocht heeft
naar een werkobject, waaraan \ele catego
rieën arbeiders kunnen medewerken, dat aan
trekkelijk is en geen schade doet aan het par
ticuliere initiatief of aan het particuliere be
drijfsleven
Dit werkobject moet zoodanig zijn, dat het
een blijvend werkstuk wordt.
„Laat ons dat maar aannemen", zeide
hij
„Goed zoo", gaf Joe Green toe, „en als
we nu eens de details zouden behande
len?"
„Wat duivel wil je nu nog uit mij halen?"
vroeg Renney angstig.
„Wees maar gerust, m'n jongen, ik vil
nooit een vriend Ik zal je nog wat zeggen;
als deze zaak doorgaat, dan zal ik, op het
oogenbhk. dat het geld mij betaald wordt,
dadelijk vijfduizend dollars aan jou geven
als commissie".
Renney zette groote oogen op. „Goede
hemel", hiigde hij.
„Ik weet, wie mijn vrienden zijn", her
haalde Green, zijn bewering bekrachtigend,
..Je zult een der onzen zijn, m'n vriend, en
ik zal je de hand boven het hoofd houden
als je in moeilijkheden komt".
Joe Oreen had werkelijk een behaaglijk
gevoel; hij zag al, hoe hij dat geld zouYe-
V-°°?'s c<? boer ziin °°M z'et opko-
ir.en; drieduizend voor Mullaiey die om
meer geldjammerde, tien duizend in de par-
Inkas. vijfduizend voor den nieuwen vleugel
dien hij zrti vrouw beloofd had aan het huis
te zullen louwen, acht duizend vcor Jcrmin
den redacteur, omdat Jermin een fideele ke
rel was, wiens kranten zoowat den eebeelen
staat achter zich hadden. Dan zou hij em
slordige tienduizend aan zijn bankdeposito
kunnen toevoegen en dan waren er nog bij
na tienduizend over voor geheime en privé
uitgavenhij kon Renney gemakkelijk die
vijfduizend geven. Daarbij zag zijn actief
i" dadelijk de plaats, waar hij zulk een
Met de cursussen kan men de jongeren
niet blijven boeien en tevens kan men slechts
maar een klein gedeelte van de werklooze
jeugd hier mede bereiken.
De schoolschheid bij de theoretische cur
sussen stoot de jeugd af, vooral die welke op
de ambachtsschool zijn geweest en die reeds
eenigen jaren in de werkplaatssfeer hebben
gewerkt.
Vooral geldt dit laatste voor de onge
schoolden. Meer practisch werk is in de toe
komst absoluut noodzakelijk, waarmede men
dan ook in verschillende steden met mede
werking van regeering en gemeente-autoritei
ten op dit gebied is begonnen.
Aan dit gebouw kunnen de volgende cate
gorieën jeugdige arbeiders medewerken: tim
merlieden, metselaars, loodgieters, electri-
ciens. meubelmakers, schilders, bankwerkers,
smeden, tuinlieden, grondwerkers.
De lust en waardeering voor dit werk zal
zeker bij de jeugd aanwezig zijn, hierdoor
zal de groei van de cursussen toenemen.
Een niet onbelangrijke factor is een vlotte
en zakelijke samenwerking met de gemeente
lijke arbeidsbeurs.
De theoretische lessen zouden practisch
besproken kunnen worden, zoodat op de
juiste wijze zou worden gearbeid.
Een niet te onderschatten voordeel moet
worden gezien in de omstandigheid, dat de
verschillende categorieën van arbeid, teza
men en met elkaar aan eenzelfde werk wer
ken, waardoor de prikkel zal ontstaan om
het beste te geven en niet voor anderen onder
te doen.
dienaar van de politieke machine zou kunnen
gebruiken een man, om eens in de zoo
veel jaar een beroep op te doen als er in
de oppositie een vacante plaats gewenscht
was.
Dit alles berekende hij met zijn vluggen
geest; hij zag, dat hij Renney in de palm
van zijn hand hield en nu ging hij verder
met de voorbereiding van het werk.
„Je weet van dien moord af, hê?"
„Ja".
„Was Robert Asprey dien avond dron
ken?"
„Hij had wat gedronken".
„Was hij dronken?"
ra k"6"16'' neCn' ^aarv00r 'fhoot
„Ooed zoo, hij schoot te raak. Wat had
de Mexicaan gedaan?"
"w'90'1 Kes,5erid natuurlijk".
'"Waarom speelde Asprey met zulk een
schurk?"
een vijfden man te hebben".
Lachende Joe schrok, hij had dien avond
ook een vijfden man uitgenoodigd.
„En toen?"
„Hij wilde een vuilen streek uithalen".
„Hoe vuil?"
„Azen wegmoffelen".
„Toch niet!"
..Ja zeker, hij kon dat wel, hij was han
dig".
„Eu Asprey?"
„Asprey vond het uit".
„En viel hem aan?"
(Wordt vervolgd).