%\vl
2)amcufoiek
i
Wi
Si
0
m
0
m
m
m.
Ifchaakcukiek
m
i
0
m
3
m
m
Seuilleiw
t
V
11
>1
'li
£U1
41
bi
fü
1
1
1
fP5
HclLOO
UITGEEST
OTÊRLEEK
ZIJPE
SCHAGERBRUG
NOORDSCHARWOUDE
BEVERWIJK
T VELD
ZUIDSCHARWOUDE
7 ZAND
5 S-.fr»
co
m
DE FREGATVOGEL.
Sn/V»dat jt 2
'fcwwciaat ïlieuws
Voor de tweede maal in dit seizoen
gaf ,,'t Ontluikende Roosje" een uitvoe
ring. Opgevoerd werd Roelvinrb'0
„Freuleke", comedie in 3 bedrijven, on
der regie van den heer P. van 't eer
Freuleken is geen onbekend stuk. Een
jaar of acht terug kwam de Kamer er
ook mee voor het voetlicht, doch nu in
17e eeuwsch costuum. Het is een echt
speelstuk, doch dezen keer had de Ka
mer er alles op gezet om iets goeds te
brengen. En men is zóó geslaagd dat
beroepsspelers het niet zouden verbete
ren. De tjokvolle „Rustende Jager" was
dan ook geheel oor en men kreeg veel
applaus. Ook Jan Smit en zijn band
kreeg menigmaal een verdiend applaus.
I-.van van Aerschot (de heer A. Greeuw
Jr.) had de zeer moeilijke hoofdrol. Hij,
de man van uitgaan en genieten, speel
de zijn rol subliem. Doch ook zijn goed
karakter en zijn liefde voor Freuleke
werd uitstekend vertolkt. Baron van
Averling (de heer A. Roest) was een
echte edelman, een edelmah van den
ouden stempel, die zich liet gelden, een
geboren regent. Hulde voor zijn spel.
Job, de lamme Job, werd door den heer
van 't Veer uitgebeeld zooals we 'tnog
niet hebben gezien. Een beheerscht spel,
tot in de kleinste details verzorgd. Zijn
spel, als zijn gevoel hem te machtig
werd (in het 3e bedrijf) was een juweel
tje Miebetje (mej. C. de Jager) is een
oude bekende. Zij past zich aan in elke
rol. Haar rol als factotum in huis van
den baron was kostelijk en haar spel
toen zij „ontdekte" dat Amerika er was,
was geheel af. Henriette (mej. F. Rus),
de Fransche madam, was heel goed. Het
drukke Fransche gedoe werd goed
weergegeven. Henri (de heer D. de Ja
ger) was als man zonder wil of
karakter een goede verschijning; het
was allerminst een mooie rol. Florenti-
ne (mej. I. Vennik) gaf een vrij goedo
creatie van Flor. Haar beheerscht spel
in het laatste bedrijf was heel goed. Zij,
het evenbeeld van haar overleden moe
der, de dochter die zich voor ieder en
altijd geeft en zich zelf vergeet, werd
duidelijk belicht. Haar stem is wat
zwak, doch daar is weinig aan te doen.
Grimeering en kapwerk van de firma
Ridderickhof uit Hoorn waren uitste
kend verzorgd. De tooneeldecoratie van
de firma Groothuyzen te Alkmaar was
echt 17-eeuwsch. De costuums uit 't too-
neelmagazijn van „West-Frisia" te
Hoorn waren &f.
't Ontluikende Roosje doet alles om
de avonden te doen slagen. Men was
voldaan.
De gemeentebegrooting 1935, waar
over in comité een hartig woordje is ge
sproken, komt de volgende week aan de
orde.
Door B. en W. zijn onderhandelin
gen gedaan over aankoop van de per-
ceelen van J. Renes, C. Vennik, P. Klop
per en J. Over, benevens het terrein van
den heer de Rooij, naast de Rustende
Jager. Indien men tot overeenstemming
komt, zullen genoemde winkelhuizen
verdwijnen voor wegverbreeding.
Loop der bevolking in 1934.
Bevolking op 31 December 1933 3236
mannen en 2845 vrouwen, in totaal 6081.
Geboren 60 m. en 66 vr., totaal 126 Geves
tigd 501 m., 456 vr., totaal 957. Totaal 561
m., 522 vr., samen 1083.
Overleden 50 m., 28 vr., totaal 78. Ver
trokken 261 m., 268 vr, totaal 529. Totaal
311 m., 296 vr., samen 607.
Vermeerdering 250 m., 226 vr., totaal 476.
Totaal 31 December 1934 3486 m., 3071 vr.,
totaal 6557 personen.
In het jaar 1934 zijn te Heiloo 146 -wo
ningen voltooid.
Woensdag werd de eerste droge veiling
gehouden van anemonen, ranonkels, gladi
olen enz. De veiling werd gehouden in het
hotel de Ooievaar door de directie H. Kabel
en A. van der Eng Hzn.
De aanvoer was voor de eerste maal groot
te noemen.
De zaal was geheel gevuld door het pu
bliek; gedurende de veiling bleek dat er ech
ter meer kijklustigen dan kooplustigen aan-
Woensdag a.s. wordt de volgende veiling
gehouden.
WEST-GIT AFTDIJK
Vv.iiv.-cge den Ncderl. Bond van ar
beiders in het landbouw-, tuinbouw- en
zuivelbedrijf, afdeeling Graft, werd
Woensdag 9 dezer in de zaal van den
heer C. v. d. Oord de film vertoond: van
bol tot bloem. De vele aanwezigen keer
den van deze leerzame film voldaan
huiswaarts.
WARMENHU'7*N
Bevolking op 1 Januari 1934: 1228 m.,
1145 vr., totaal 2373 personen.
Vermeerdering door geboorte *8 m. 36 vr
totaal 58 pers., vestiging 30 m.. 37 vr, totaal
67 pers. Geheele vermeerdering 58 m., 0/ vr
totaal 125 personen.
Vermindering door sterfte lCm., 11 vr,
totaal 21 pers., vertrek 56 m., 74 vr., totaal
130 pers. Geheele vermindering 66 m 85 vr.,
totaal 151 personen.
Verschil tusschen vermeerdering en ver
mindering 8 m., 18 vr., totaal 26 personen.
Bevolking op 1 Januari 1935: 1220 m.,
1127 vr., totaal 2347 personen
Aantal huwelijken: 16.
Op 1 Januari 1934 bestond deze ge
meente uit 406 mannen en 392 vrouwen.
Totaal 798. Ingekomen personen 42 m.
en 38 vr., geboren 9 m. en 4 vr., samen
457 m. en 434 vr. Vertrokken personen 50
m. en 45 vr., overleden 2 m. Blijft op 31
December 1934 405 mannen en 369 vrou
wen. Totaal 794. Gedurende 1934 zijn 6
huwelijken voltrokken.
De grenzen van de o. 1 school te Schager-
brug en te Oudesluis zijn met ingang van
1 Januari 1935 gewijzigd en zijn nu weer
geworden zooals eenige jvren geleden.
De wijkverpleegster voor Noord-Zijpe,
mej. A. Meurs, heeft in het afgeloopen jaar
ruim 3900 bezoeken afgelegd.
Ten lokaie van den heer J. Modder alhier
werd een openbare vergadering gehouden
door den Alg. Nederl. Bouwvakarbeiders
bond.
Als spreker trad op de heer E. Sinoo,
hoofdbestuurslid er secretaris van genoem
den bond, met het onderwerp: „Heldenstrijd
tegen dictatuur'.
Na een inleiding over het ontstaan en den
groei van de arbeidersbeweging behandelde
de spreker de sociaal-democratische bewe
ging en wat die in Oostenrijk vóór en -ia
den wereldoorlog tot gevolg heeft gehad.
Voorts werd besproken den strijd die de
sociaal-democratie het vorig jaar in Oosten
rijk heeft gevoerd tegen de dictatuur en waar
in zij het ondeispit heeft moeten delven.
De boeiende rede werd door lichtbeelden
geïllustreerd.
De bijeenkomst werd onder dankzegging
aan den heer Sinoo gesloten door den voor
zitter van de afd. Zijpe, den heer J. v. d.
Werf.
*De GATO, de tentoonstelling, welke
gehouden werd naar aanleiding van het
25-jarig bestaan van de gemeenschappe
lijke gasfabriek der Langendijker ge
meenten en St. Pancras, is weer achter
den rug. Het bezoek is zeer groot ge
weest. De directeur heeft den laatsten
avond zijn tevredenheid over het groote
aantal bezoekers uitgesproken. Behalve
den laatsten avond waren er ruim dui
zend bezoekers geweest. Er zijn kook
demonstraties gegeven, zeide spr.. niet
alleen om het koken te leeren, doch om
het geleerde toe te passen in de huis
houding. Bij de demonstraties heeft men
niet aangemoedigd tot koopen. Dat zou
de demonstratie ongunstig hebben be
ïnvloed. Doch het doel is geweest, de be
vordering van het gasverbruik van de
fabriek van U zelf, zoo richtte spr. zich
tot zijn gehoor.
Het gas is populair geweest. Er zijn
25U0 gebruikers geweest. Het gas is nog
van goede kwaliteit. Het product
goed en in het gebruik ook niet duui,
als men nagaat, dat een volledige maal
tijd voor zes cent kan worden klaar ge
maakt. Dat is toch niet te duur. Met de
waschmachine is het evenzoo. Als het
gasverbruik toeneemt, zeide de heei
Smit, kan het goedkooper worden. Er
zit geen winstbejag bij ons voor. Spr-
wekte op, gastoestellen aan te schaffen
en er zal bij de commissie van beh*eJ"
worden voorgesteld, de gelegenheid tot
het in huurkoop geven open te stellen
Nadat een bak-demonstratie was ge
geven ging men tot de verloting over.
Te ongeveer half elf werd de tentoon
stelling door den voorzitter der gascom-
missie, de heer J. Kroonenburg gesloten,
die er op wees, dat men, gezien het
enorme bezoek, zijn doel bereikt bad. In
het bijzonder dankte spr. den heet
Uiterwijk voor zijn gegeven demonstra
ties en de firma's voor bun belangeloozo
medewerking aan de tentoonstelling.
Vervolgens dankte de voorzitter (Jen
directeur voor zijn vele werkzaamheden
om tenslotte den wensch uit te spreken
dat de verdere resultaten der tentoon
stelling gunstig mogen zijn voor het
bedrijf en spr. drukte de bezoekers op
bet hart trouw te blijven aan de gas
fabriek.
Broeitulpen.
Uitgezonderd een enkel bos van
extra kwaliteit gaan de meeste bolbloe-
men voor een zacht prijsje weg, nu de
export zoo goed als stil ligt, en de koop
kracht voor het binnenland gering is.
Woensdag werd betaald als volgt:
Min. Copland 1841 c., min. Pitt 55
95 c., Telescopium 2550 c., Victors
25—30 c., A. Pierson 12—34 c., Moore
12—18 c., Oostenrijk 1525 c., Iellow
10—18 c„ Prins 20—30 c„ Ibes 15—25 c.,
F'amingo 1424 c, Rose la reine 1219
c., Hn. Schlegel 14—22 c., Duc de Berlin
917 c., Prosepine 817 c., Scarlet duc
6—12 c., Duc Wit Max 10—20 c., Calvpso
14—23 c., Couronne d'or 18—28 c., Elto-
reador 2636 c., Anna Roozen 1625 c.,
Albino 5585 c., alles per dozijn.
Met bol en per 20 of 25 stuks:
Moore 2536 c., Couronne d'or 3246
c., Iellow 2436 c.
Hyacinthen per 10 stuks 25—65 c.,
Crocussen 1025 c., div. Narcissen 15
25 c.
De aanvoeren van Copland hebben
thans vrijwel haar hoogtepunt bereikt.
„De Hanze".
Maandag hield de R.K. Middenstands-
vereeniging hare jaarvergadering, tevens
propaganda- en feestvergadering ten lokale
van den heer J. P. Pepping aan de Weel.
Door den heer Put werd als secretaris,
een uitgebreid jaarverslag uitgebracht, wat
in dank werd aanvaard.
De penningmeester, de heer S. v. d. Stoop,
bracht verslag uit over de financiën, waar
van de ontvangsten bedroegen 680.24 en
de uitgaven 551.51, zoodat een batig
slot overbleef van 128.73.
Een en ander werd goedgekeurd.
De periodiek aftreaende bestuursleden, de
heeren W. Kolkman en S. v. d. Stoop, wer
den met algemeene stemmen herkozen.
Vervolgens wera het woord verleend aan
den heer Mol, propagandist. Spr. ving aan
met de mededeeling, dat de kwestie met den
Geestelijken Adviseur is opgelost, daar deze
aanneemt, dat op de bewuste vergadering
niets onparlementairs is gezegd en dat van
die zijde ook geen bezwaar meer bestaat,
dat de tegenwoordige voorzitter in functie
blijft.
Spr. schetste vervolgens op zeer duide
lijke- en bevattelijke wijze aan welke eischen
de leden der r. k. Middenstandsvereeniging
individueel en organisatorisch behooren te
voldoen, wil men een allessinds bloeiende
vereeniging krijgen en in het grootere ver
band en reden aanspraak maken op steun
vanwege de regeering. Ook werd daarbij
in het daglicht gesteld het standpunt wat de
middenstandsvrouw behoort in te nemen
en hoe de middenstand elkaar onderling be
hoort te steunen.
Na eenige mededeelingen te hebben ge
daan betreffende de gevoerde actie door
het hoofdbestuur bij de regeering en de
aandacht te hebben gevestigd opdegtMte
wTude van een goed verzorgde bockhou
rtinVr bij den miduenstander, sloot spreker
Sr leerzaam beloog, hetwelk met applaus
'gn dtf daarop volgende rondvraag bracht
de heer E. van Leeuwen een klacht naar
voren betreffende z.g. beunhazerij. Na eeni
ge bespreking werd aesloten om samen
werking te tiachten hieraan paal en perk
SteDe"iieer Kolkman informeerde, of na de
oDlossnS van de bekende kwest.e nu ook op
medewerking mag worden gerekend, in-
plaats van de tot heden ondervonden tegen-
W<DeTe'er Mol meende te mogen aannemen,
dat in deze een keerpunt is ingetreden.
Nadat de heer Put nog een l<*rza™
voordracht hield betreffende de onderlinge
steun van den middenstand en de burge
meester een opwekkend en aanmoedige>i
woord had gesproken tot bevordering van
de onderlinge vrede, werd deze bijeenkom;,
door den voorzitter gesloten, waarna net
feestelijk gedeelte aanving.
De R.K. Kiesvereniging „Recht en Orde
vergaderde Woensdag bij Th Rijper-.
voorzitter opende met den Christel ijk
groet. Sprekende over de a s. verkiezing zei e
de voorzitter 'n beetje huiverig de
tegemoet ziende, daar de groote eenheid doo
de ellendige tijdsomstandigheden nu ver
broken was. De voorzitter maande allen drin
gend aan de eenheid te bewaren.
Toegevoegd aan de groslijst van t Knng-
bestuur als candidaat voor de Prov. Staten
werd de heer L. Schrijver.
De heer Jb. Groen Az. besprak vervolgens
verschillende politieke vragen, o.a. de hou
ding van de R.K. Staatspartij ten opzichte van
't ministerie Colijn; ten opzichte van de
S. D. A. P. enz.
De kunstrijder, de heer B. de Wit
Az. alhier, is door den Bond uitgenoo-
digd om proef te rijden op de kunst
ijsbaan te Amsterdam.
Aan de Dammers I
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1366.
Stand.
Zw. 14 sch. op: 2, 6/14. 17, 19. 23. 29.
W. 14 sch. op: 21, 25, 26, 27, 28, 31, 32
35, 37, 38, 40, 43, 45, 49.
Oplossing.
1. 25-20 1 14 -25
2. 35—30 2. 25 34
3. 38—33 3. 29:38
4. 40:18 4. 13:33
5 32—28 5. 33 22
6. 27 :18 6. 12:23
7. 21: 5!
Uit de partij.
Het volgende eindspel is voor wit te
winnen en wel heel gemakkelijk ale
men 't maar weet
8 i<$ 11"? ?'i
1
%7^/A
Zw. 2 sch. op: 23 en 32.
W. 2 sch. op: 34, 35 en dam op 30.
Wit is aan zet en speelt 30—25. Zwart
ziet nu de dreiging 25—14 en speelt daar
om 23—29. Wit 34 23, zw. 32—37. Wit nu
25—20!! de winnende zet. Zw. 37—41
Wit 20—47. Zw. 41—46. Wit 47—24. Zw
46 30 en wit 35 24.
De lezer onderzoeke nu eens voor zich
zelf waarom 30—24 als eerste zet niet
wint.
In de volgende positie
lis c
t
I e
fa V
Cr
M:
Wm
mm w>,
M
ÉSU
Zw. 9 6ch. op: 7/11,13,15, 20,26 en dam
op 14.
W. 11 sch op: 23, 24, 27, 28, 29, 33, 85,
38, 39. 48. 49.
wint wit als volgt:
1. 27-21 t 26:17
2. 28-22 2. 14:19
3. 29-24 3. 17:39
4. 49-43 4. 19:30
5. 43: 1.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1367
Adam.
van S. E. v. d. Meer,
Zw. 1 3sch. op: 8, 9,11,13,14, 17,18,19,
01 OO 01 OA 31
W. '13 sch' op: 22. 25, 28, 32, 34. 35, 37,
38. 39, 42, 43, 44. 47.
Zeer interessant!
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Probleem no. 527.
J. Buchwald, Weenen.
m
''■fa///',
W». e??
a b 0 d e f g b
Tweezet.
Oplossing tweezet no. 527.
1. Lf8.
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
36)
De politicus knikte. „Ik zie, dat hij zijn
beste beentje heeft voorgezet", zeide hij.
„Zonder twijfel sprak hij over zijn politieke
tegenstanders, overhaaste justitie en zulke
zaken meer".
„Ja", gaf de gouverneur toe, „dat deed
hij precies, maar als je zijn overtuiging had
fehoord en zijn manier van spreken
ijn stem daalde en hij wachtte, tot Green
zou spreken, maar deze bleef bescheiden
zwijgen.
Eindelijk voegde de gouverneur er slap
jes aan toe: „Ik heb beloofd hem gratie te
verleenen".
„Groote hemel" barstte Green uit.
„Wat?"
„Neem mij niet kwalijk", mompelde Joe
Green en keek ernstig naar den vloer.
„Mijn waarde Joe, dat schijnt je onaan
genaam te treffen!"
„Mij? Wel, het is een lastig geval; wij
kunnen ons niet veroorlooven om veel stem
men tegen ons te krijgen, is het wel?"
„Ik zou denken", antwoordde Fuller,
„dat dat soort van zaken altijd populair
is".
„Gratieverleningen zijn dat gewoonlijk
wel", zeide de ander, „maar natuurlijk zul
len de menschen er beu van worden om de
bandieten vrij te zien uitgaan. Daar heb
ben we Chandler ook al, verleden maand".
De gouverneur beet zich op de lippen. „Ik
heb gezworen", zeide hij, „om mijn plicht te
doen, zooals ik dien opvat".
„En natuurlijk doet u dat; ik hoop, dat
ik niet de man ben, om dat in twijfel te
trekken".
„Noem mij geen „u", Joe".
„Het viel mij uit den mond, Tom. Ik ge
loof, dat het komt omdat ik tegen je op
zie".
„Kom, kom", zeide de gouverneur, niette
min gevleid glimlachend, „kom, kom. Maar
werkelijk, ik geloof, dat Robert Asprey een
eerlijk man is. Ik sprak zijn dochter niet
lang geleden en ik mocht haar ook wel; nu
heb ik den vader gezien en ik heb hem
mijn belofte gegeven". t
Joe Green zuchtte diep, maar bewaarde
een somber stilzwijgen.
„Waarom neem je dat zoo ernstig op?"
vroeg Fuller eenigszins ongeduldig.
„Je hebt misschien gelijk", zeide Green,
„jij hebt meer kijk op menschen dan ik na
tuurlijk".
„Dat geloof ik niet", zeide de gouverneur
'haastig. „Ik geloof dat in het geheel niet.
Daarbij, ik weet niets van het geval af, be
halve een vage herinnering".
„Asprey vertelde de toedracht toch, denk
ik".
„Ja".
„Wat hoe beschouwt hij het geval?"
„Volgens hem was het een eenvoudige
zaak. De Mexicaan was een bekend dobbe
laar en een valschspeler. Ik geloof, dat hij
een aas wegmoffelde en Asprey betrapte
hem daarop; daarop vloog hij Asprey te
'ijf en deze schoot uit zelfverdediging
Joe Green schudde bedenkelijk het noofd;
daarop knikte hij, alsof hij de zaak door
zag.
„Het is duidelijk, dat het je niet bevalt",
zeide Thomas Fuller.
„Het spijt me", zeide Green.
„Spreek dan ronduit".
„Ik dacht er alleen maar aan, dat Robert
Asprey uit de gevangenis vluchtte. Hij wil
de niet eens de uitspraak van de jury af
wachten".
„Hij verklaarde dat; er was veel vijan
digheid tegen hem indertijd".
„Werd de zaak niet in zijn eigen stad be
handeld?"
„Ik geloof van wel, ja".
„Zooveel vijanden in zijn eigen stad?
Dat klinkt nogal slecht, is 't niet?"
„Ach, Joe, denk eens na hoeveel vijanden
ik in deze stad heb!"
„Er is een verschil tusschen mannen zoo
als jij en Asprey, hoop ik", zeide Green
boos. „Ik zeg je Tom, je doet verkeerd, om
iedereen te nemen voor wat hij moest zijn,
inplaats van wat hij is. Hemel, dat jij hier
kunt zitten en jezelf vergelijken met een
dronken, vechtenden, moordenden
Hij hield op en legde een hand op zijn
mond. „Het spijt me, dat ik zoover ging,
Tom". h
„Spreek alsof je in mijn plaats waart
Joe", zeide hij. „Veronderstel, dat ik Robert
Asprey ben, ik ben hier in de kamer geko
men, waar jij, de gouverneur, zit. Ik heb je
gevraagd om mij nog een kans te geven de
wereld er van te overtuigen, dat ik een eer
lijk man ben".
Joe Green aarzelde even en zeide toen:
„Ik geloof, dat ik je het beste met je eigen
woorden zou kunnen antwoorden, Tom".
„Mijn eigen woorden?"
„Ik herinner mij de rede, die je in Bent
ley Grossing hield, twee jaar geleden".
„Dat was na het gevecht bij de mij
nen?"
„Juist, het was de rede van dien dag,
waarop de opstootjes even radicaal uit wa
ren, alsof je de militie had te hulp geroe
pen".
„Neen, neen", zeide de gouverneur ver
heugd glimlachend, „werkelijk....".
„Ik weet, wat ik zeg", zeide de politicus.
„Dien dag zei je de woorden klinken mij
nog in de ooren: De wet is niemands
persoonlijk eigendom. Een man kan een re
volver in zijn zak steken, maar hij kan niet
de wet in zijn zak steken. Er zullen geen vre
de en geen orde in dit land zijn, voordat de
burgers inzien, dat het recht niet alleen
moet worden overgelaten aan de rechtban
ken, het moet ook op de straat zijn en onze
mannen moeten ledige handen hebben". Joe
Green zweeg en schudde het hoofd in be
wondering. „Herinner je je, hoe ze juichten,
toen je dat zei?"
„Deden zij dat? Juichten zij, Joe?" mom
pelde de gouverneür blozend als een meis-
J®*
„Zij deden het dak splijten", zeide Green
met overdrijving. „En zij hadden er reden
voor, zij luisterden naar mannentaal dien
dag. En ik zeg je, Tom, het doet mij leed,
verduiveld, het doet mij ontzettend leed te
denken, dat je beneden je eigen peil valt
beneden het standpunt, dat je kunt innemen'
Het doet mij nog meer leed, als ik er aan
denk hoe de gele pers je zal uitschelden Tot
I"lth.add.en ziJ "'ets aan te voeren dan
blinden haat, maar nu kunnen zij schreeu
wen over onstandvastigheid en natuurlijk
De gouverneur hield den adem in. „Daar
had ik niet aan gedacht", zeide hij zwak
jes.
„Omdat je hart te zuiver is
„Neen, neen!"
„Je handen te schoon en je ziel
„Kom, kom, Joe".
„En je medelijden te spoedig opgewekt".
„Joe, maak mij niet beter dan ik ben. Ik
ben net zulk een man als jij en geen zier be
ter".
„Als ik? Als je was zooals ik denk je
dan, dat die laffe moordenaar, die gemee-
ne falsaris, het gewaagd zou hebben om in
huis te komen en te vragen hem gratie te
verleenen? Neen, maar hij wist, dat hij je
kon ompraten, hij wist, dat je zelfs de mis
daden tegen jezelf je niet herinnert en daar
om zou je de details van deze zaak niet in
de puntjes meer weten. Je zou dus r.iets we
ten over de vrouw en de kinderen van den
armen kerel dien hij vermoordde!"
„Kinderen?" zeide de gouverneur bewo
gen en verschrikt.
„Vijf kinderen". Daarop voegde hij <r
achteloos aan toe: „Natuurlijk zou dit ons
eiken Mexicaansclien kiezer in de stad kos
ten, maar laat dat gaan. Ik zie liever de
conservatieven op het kussen, om alles, wat
wij in de laatste jaren hebben tot stand gf-
bracht, te niet te deen ik zou dat liever
zien dan dat ik je zou vragen om van mee-
ning te veranderen, mits je goede en geldi
ge redenen zoud hebben om te veranderen!"
„Redenen?" riep de gouverneur uit. „Goe
de hemel mijn beste jongen, moet ik nog
meer redenen hebben! Als hij vanavond om
tien uur terugkomt, zal ik hem in zijn ge-
zicht de waarheid zeggen en hem de deur
wijzen!"
(Wordt vervolgd).