Qemeenteuidm
HEILOO
HeuUCeton
DE FREGATVOGEL.
beVSnkV"in ee"ige brieVen Va"
Voortzetting behandeling
gemeentebegrooting.
Gisteravond kwam de raad weder bijeen
ter voortzetting van de Donderdag ge
schorste behandeling der gemeentebegrooting
voor 1935. Alle leden waren weder aanwe-
^la de opening werd de bespreking direct
aangevangen over den post onderhoud
wegen en voetpaden.
De heer G r e e u w merkte op, dat de Wes-
terweg waar mogelijk verbreed dient te wor
den, speciaal van de Schuine Hondsbossche-
laan tot den nieuwen zeeweg.
De heer Koste 1 ijk was dankbaar voor
de toezegging van B. en W., dat de Kerk-
laan verbeterd zal worden.
De heer S c h u ij t vroeg naar de reden
waarom de Westerweg bij het land van den
heer Haarman niet verbeterd is.
De voorzitter zei, dat de verbetering
heel spoedig tot stand zal komen, mits het
niet vriest.
Dr. Barnhoorn klaagde over een
boom bij het nieuwe Tuindorp, die leelijk in
den weg staat.
Devoorzitter dacht dat die boom en
de andere in de buurt alle zullen moeten val
len als offers aan het verkeer.
Bij subsidie bewaarscholen wil
de de heer Greeuw zien bepaald, dat de
subsidie niet wordt uitgekeerd voor kinderen
beneden drie jaar.
Opgemerkt werd, dat beneden dien leeftijd
als regel geen kinderen worden toegelaten.
Bij verstrekking van warme
melk zeiden B. en W. niet te gevoelen voor
algemeene invoering van schoolvoeding en/of
-kleeding. Waar noodzakelijk, zal een beroep
kunnen worden gedaan op het Burgerlijk
Armbestuur.
Op een opmerking van den heer Greeuw
zei de voorzitter, dat den onderwijzers
zal worden gevraagd om te rapporteeren
over gevallen van ondervoeding bij school
kinderen. Het B.A. zal dan kunnen bij
springen.
Bij kosten adviescommissie zei
de voorzitter, dat in overweging kan
worden genomen de leges voor bouwvergun
ningen iets te verhoogen.
Bij subsidie s portvereenigin-
gen vroeg de heer Barnhoorn of er
niet op kan worden aangedrongen óm bij het
houden van optochten e.d. in welvoegelijke
kleeding te verschijnen; dat geldt speciaal
voor jonge vrouwen en meisjes.
De voorzitter antwoordde, dat het
juist is, dat in bedoelden optocht (ter gelegen
heid van 't jubilé van den heer Heines) men-
schen verschenen in onwelvoegelijke klee
ding. De leider ervan had spr. verzekerd
ernstig te willen, dat meisjes boven 14 jaar
althans in behoorlijk lange rokken verschij
nen. De na dien gehoorde klacht had hij
sterk overdreven genoemd.
De heer Sc hu ij t zei, dat er toch velen in
het dorp zijn geweest, die er zich aan gestoo-
ten hebben.
De heer Barnhoorn merkte nog op, dat
het niet alleen in de rokken zit. Overigens
ging hij accoord met de verzekering van den
voorzitter, dat op een en ander zal worden
gelet.
De heer Greeuw besprak de s u b s i d i e
van deV.V. V. Deze vereeniging drijft
vrijwel op de subsidie van de gemeente. Kan
pji deze zelf de propaganda voor Heiloo niet
beter voeren? Overigens meende spr., dat de
subsidie van de gemeente het recht moet ge
ven toe te zien welke personen in het bestuur
van V.V.V. zitting krijgen.
De voorzitter vond de subsidie een
lastige kwestie. Misschien zal het beter wor
den, als de gemeente straks met de zee ver
bonden is. Dan zal er allicht ook des avonds
meer vertier komen en de behoefte ontstaan
om den vreemdeling het verblijf in de ge
meente aangenaam te maken.
De heer K o s t e 1 ij k geloofde, dat de sub
sidie zeker niet hooger zou zijn geworden,
als het bestuur was gebleven zooals voor
heen.
De heer Keesman betoogde, dat de
V.V.V. goed werk kan doen, als zij haar taak
goed begrijpt. Spr. wees op de V.V.V. te Ber
gen, die zeker veel doet.
De subsidie bleef ten slotte gehandhaafd.
Welke subsidies zijn toegekend.
Desecretarislasde lijst voor van de
vereenigingen enz., die gesubsidieerd wor
den, zijnde:
Gezinsverpleging 500.
Witte Kruis voor T.B.C.-besrijd'ing 150.—
Witte Kruis v. verstrekking van ijs 12.50
Herwonnen Levenskracht f 50.
Commissie Malaria-bestrijding 1 ct.
25.—
25.—
per inwoner
R.K. Openb. Leesbibliotheek
Bibliotheek Chr. Jongelingsver.
Openbare Leeszaal Alkmaar J 25.
Volksuniversiteit Alkmaar en O. 25.
D.O.V.E.S. 25-—
Geitenfokvereeniging Heiloo J 15.
Heiloo Vooruit f
Het Mobilisatiekruis 10.—
Bond Pluimveehouderij en Tamme
Konijnenteelt f J0-
Proef- en Schooltuin Kennemerland 10.—
Hollandsche Mij. van Landbouw 50.—
Afd. Heiloo van den L.T.B. f 80
Fanfarecorps Eensgezindheid 50.—
Fanfarecorps St. Cecilia J 50.
Bijz. Vrijwillige Landstorm, afd.
Heiloo
Ned. Ver. tot Afsch. van Alcoholh.
Drankt.i r. f 10-—
Stichting Badhuis van het Witte
Kruis J 300.
Rijwielpadver. „N.-Kennemerland 200.
R.K. Bewaarschool f 300
Ver. voor M.U.L.O. f 20.
Sticht. Landverhuizing Nederland1 10.
Ned. Ver. tot bevordering v. d. Ar
beid v. Onvolw. Arbeidskrachten 10.—
Commissie inz. Bestudeering en Be
strijding Iepenziekte 25.
Nat. Oranjebond, afd. Heiloo 10.
R.K. Voetbalver. H.S.V. 15
Floraliatentoonstelling door de afd.
Alkmaar en omstreken van de Bloe
misten Patroonsver. te houden 10.
Afd. Alkmaar van den Ned. Bond
voor den Diensthond 25.—
Afd. Heiloo van het Wit-Gele Kruis 200.—
Een principieel debat.
Dr. Barnhoorn vroeg waarom de
subsidie voor het Wit-Gele Kruis is bepaald
op 200, terwijl 500 was gevraagd
De voorzitter deelde mede, dat de
aanvraag wat laat inkwam, toen de ge
meentebegrooting al klaar was.
Spr. wees op het Witte Kruis, dat altijd
veel goed werk deed en nooit meer kreeg dan
500, waarbij later nog kwam de t.b.c.-
bestrijding, verstrekking van ijs en het bad
huis. De aanvraag om nog 500 voor het
Wit-Gele Kruis deed bij B. en W. de vrees
ontstaan, dat beide organisaties tengevolge
van de concurrentie niet zullen kunnen blij
ven bestaan. Spr. zelf was niet vóór subsidie
geweest, maar de wethouders hadden ge
meend 200 te moeten geven als blijk van
belangstelling in het werk der vereeniging.
De heer Barnhoorn antwoordde, dat
van concurrentie geen sprajce is; de voor
schriften van het departement van binnen-
landsche zaken zijn daar borg voor. De
Kruis-vereenigingen zijn daarbij gelijkbe
rechtigd en de niet-roomsche inspecteur der
volksgezondheid, dr. Doyer, werkte krachtig
mee tot oprichting van het Wit-Gele Kruis
te Heiloo. Spr. betoogde nog, dat de katho
lieke burgers prijs stellen op verpleging
door een gelijkgezinde verpleegster. Er be
staat wel zekerheid, dat daarnaast ook de
verpleegster van het Witte Kruis een taak
zal houden. Spr. deelde mede, dat het Wit-
Gele Kruis thans in Heiloo 400 leden heeft
en het Witte Kruis 500. De subsidiebedra
gen toonen wel groot verschil 200 en
650) ten nadeele van het Wit-Gele Kruis,
dat zeker aanspraak mag maken op 400
Spr. wees er nog op, dat het voor de vereeni
ging van groot belang is of zij al dan niet
méér subsidie krijgt, omdat de provincie de
helft geeft van wat de gemeente toestaat.
De voorzitter merkte op, dat „Gezins
verpleging" geen onderdeel is van het Witte
Kruis. De omstandigheden zijn zóó, dat de
verpleegster dier vereeniging den laatsten
tijd alleen voor Heiloo werkzaam kan zijn
Haar werkterrein weer te moeten combinee
ren met de omgeving, zooals vroeger, wat
misschien een gevolg zou moeten worden
van de oprichting van het Wit-Gele Kruis,
zou spr. zeer bejammeren. Daarom betreur
de hij het, dat hier nu ook een katholieke
verpleegster is aangesteld.
De vereeniging voor kraamverzorging, die
werkt voor alle gezindten, zal allicht ook ai
weer nadeel hebben van het Wit-Gele Kruis.
De heer Barnhoorn wees erop, dat
het niet de bedoeling is de verpleegster ook
weer te laten werken in andere plaatsen,
maar dat het allicht mogelijk zal zijn de
vereeniging het Witte Kruis te combineeren
met andere in de omgeving. De verpleegster
zal rustig in Heiloo kunnen blijven werken,
zooals ook de r.k. verpleegster niet in Eg-
mond behoeft te werken, hoewel het Wit-Gele
Kruis is gecombineerd met gelijke vereeni
ging aldaar.
door George Owen Baxter.
Naar den Amerikaanschen roman
bewerkt door J. M. P.
42)
HOOFDSTUK XXXII.
In de boekerij van de woning der As-
irey's stond de oude dominee Cornish bij
ie tafel en steunde de eene hand op het
lad; toen hij zeker was van de plaats,
vaar hij stond, zette hij een van de twee
rillen af en keek de huwelijksceremonie
oor. Vanaf dit oogenblik kon de half
linde man vijf voet van zich af niets meer
en dan een mist. In dien mist stond een
:hte figuur de vrouw, en een donkere
guur de man. Hij had hen beiden de
and gedrukt en tot mevrouw Asprey ge-
egd: „Ik heb u en uw man in den laatsten
ijd niet meer gezien, mevrouw Asprey". Zij
v/as bijna flauw gevallen, maar de domi-
,ee had zich met zijn verstrooiden glimlach
mgewend. Hij miste Robert Asprey, maar
zag geen verband tusschen diens afwezig-
eid en het huwelijk, dat mevrouw Asprey
op dien dag zou sluiten. Hij was werkelijk
erg oud en daarbij wat opgewonden, want
Edgar had hem onderweg naar huis iets
gezegd over het bouwen van een nieuwen
vleugel aan de kerk, waarin een bibliotheek
kon worden gehuisvest.
Dominee Cornish sloot de oogen en her
haalde een korte toespraak, die hij vijftig
jaar geleden had samengesteld en die hij
steeds bij trouwplechtigheden uitsprak. Me
vrouw Asprey was heel kalm en gedurende
een van de pauzen in de rede van den do
minee fluisterde zij: „Edgar, je beeft zoo".
„Dat komt, lieve Olivetta, omdat jij de
heele wereld voor mij beteekent; ik kan niet
gelooven, dat dit gelukkige oogenblik is
aangebroken".
Haar vermoeid gelaat werd bijna schoon,
toen zij zwijgend naar hem op zag. Toen
begon de stem van den dominee weer, even
onzeker als zijn gang. Hij sprak in golven,
een hooge golf en een lage golf; het eerste
gedeelte van een zin was bijna onhoorbaar,
maar het einde werd luid uitgesproken.
Er ruischte iets aan het einde van de ka
mer. Edgar Asprey zeide iets tusschen de
tanden, dat mevrouw Asprey voorkwam
veel te gelijken op: „vervloekt".
„Ik weet een reden, waarom dit huwelijk
niet kan doorgaan", zeide Louise.
De stem klonk dun en ijl als ver gerin
kel in dominee Cornish' ooren; hij wendde
zich met moeite om.
„Zoo, zoo, zoo", zeide de goede man, „is
dat zoo, is dat zoo? En wat weet ie dan.
m'n kleine meid?» J
Zij trad nader en de dominee kwam met
schrik tot de ontdekking, dat eenige dozij
nen jaren de werkelijke Louise scheidden
van zijn herinnering aan haar; zij was een
vrouw, geen kind.
„Louise", zeide Edgar Asprey, trillende
Spr. wees er nogmaals .op, dat na her
haalde besprekingen ook van hoogerhand
de zekerheid bestaat, dat de Kruisvereenigin-
gen elkaar geen concurrentie aandoen.
Do voorzitter wees er op, dat zon Ier
de oprichting vaai het Wit Dele Kiuis 1«
subsidie voor het Witte Kruis toch niet
met 500 zou zijn verhoogd. Hel zou
onbillijk zijn ten bate van het W G K-
de subsidie van het W. K. van 500
150 is voor t. b. c.-bestrijding) te ^al-
veeren, omdat dit de ondergang zou
beteekenen van het W. K.'
De heer Barnhoorn zou de verdee
ling willen bepleiten van 4 5, dit zal
toch moeten gebeuren. Als de verpleeg
ster van Gezinsverpleging slechts een
arm bestaan heeft, zooals de voorzitter
had gezegd, is de zaak niet goed gere
geld. Dat zal beter moeten worden nu
regelingen zijn getroffen vanwege de
Volksgezondheid.
D s heer Keesman betreurde de schei
ding naar het geloof; men zou meer eco
nomisch kunnen werken met twee zus
ters (één protestant en één kath.) voor
één organisatie en ook kon het magazijn
dan beter zijn ingericht. Uit hoofde van
de volksgezondheid zou spr. zijn stem
echter geven aan de subsidie voor het
Wit Gele Kruis.
De heer Kostelijk onderschreef
dit. Waar blijft men met al die split
sing? Mankeerde er iets aan de verzor
ging der zieken? Spr. had daar nooit
van gehoord. Als de verpleging hier vol
doende was wat spr. wel aannam
dan zijn B. en W. ver genoeg gegaan.
De heer Barnhoorn erken le de
uitstekende werking van het Witte
K -uis. de zuster was overal zeer gezien.
Het is hier echter alleen de kwestie, dat
men graag een zuster van dezelfde reli-
gieuse overtuiging aan zijn ziekbed ziet.
De heer Vahl wees op de toename
van de bevolking, waardoor de aan tel
ling van nog een verpleegster heel ge
woon is te noemen en dat de r. k daar
voor iemand wenschen van hun eigen
richting, is verklaarbaar. Spr. meende
echter, dat de nieuwe vereeniging haar
sporen nog moet verdienen. Daarom zou
hij voorloopig niet verder willen gaan
dan B. en W.
De heer Keesman zou gaarne heb
ben gezien, dat overeenstemming was ge
zocht over de aanstelling van een tweede
zuster (die dan r.k. kon zijn) met het
Witte Kruis. Spr. zou de beslissing over
de subcidie willen aanhouden.
De heer Greeuw vond de houding
van B. en W. nogal tegemoetkomend en
meende dat het Wit Gele Kruis voldaan
kan zijn. Moet dan een volgend jaar de
subsidie-verdeeling nader onder oogen
worden gezien, dan kan men dat altijd
nog doen.
Dr. Barnhoorn meende, dat, nu
van hoogerhand een regeling tusschen
de verschillende Kruis-y(ereenigingen is
ingesteld, de gemeente zich niet op het
bekrompen standpunt, moet stellen om
nog eens de kat üiLdeuiopm te kijken.
De heer Kosteljfjc protesteerde
t-gen het woord „bekrompen", 't Is van
B. en W. een royaal gebaar.
De heer Barnhoorn maakte er een
voorstel van om 400 te geven.
Wethouder Opdam adviseerde den
raad zonder stemming de gevraagde
2CD méér toe te staan ter wille van
goede verhoudingen en alles wat daar
vóór is aangevoerd. Spr. meende dat de
400 goed besteed zal zijn.
Weth. Maas Geesteranus ap
precieerde de mededeelingen van dr.
Parnhoorn, maar wenschte althans voor
dit jaar het voorstel van B. en W. te
handhaven, dat voor een jonge vereeni
ging toch zeker wel een blijk van erken
ning is.
Dr. Barnhoorn verzocht nu, de
subsidie-aanvraag aan te houden tot de
volgende vergadering en inmiddels dr.
Doyer uit te noodigen van advies te
dienen.
Devoorzitter zou liever de kwes
tie terstond afhandelen. Spr. zou het
liefst één vereeniging zien met twee
zucters, één r.k. en één protestant. Men
had dan slechts één magazijn noodig, dat
veel beter en veel economischer zou kun
nen zijn. In het algemee'n keurde spr. de
splitsing van ons.volk in verschillen le
hokjes af, ook ten aanzien van de
scholen.
Weth O p d a m „U gaat te ver, mijn
heer de voorzitter".
Verschillende heeren spraken nog over
het voorstel en over de vraag of uitstel
len van een beslissing al dan niet ge-
wenscht zou zijn. De voor z. wees er
hierbij nog eens op, dat het Witte Kru s
in Heiloo buiten ie wijkverpleegster van
Gezinsverpleging staat.
Tenslotte werd besloten 200 te geven,
onder voorwaarde, dat men daar nader
op terug zal komen, als dr. Doyer ge
hoord is.
Salaris administrateur G. E. B
en ambtenaren ter secretarie.
B. en W. stelden voor, de jaarwedde
van den administrateur van het G. E B.,
thans 1800, te verhoogen met de twee
eerste periodieke verhoogingen ad 100
er de beide andere op de gewone wijze
te doen doorgaan. Door dezen maatregel
n.eenden B. en '.V. tegemoet te komen
aan een eisch van billijkheid, gezien de
vole werkzaamheden en de groote ver
antwoordelijkheid, die op de schouders
van dezen ambtenaar drukken.
Voorts deelden B. en W. den raad
mede. de jaarwedden van de ambtena
ren ter secretarie W. van de Val' en C.
Lodde** te laag te achten. Deze bedragen
thans 1670 en 1280. Zij stelden v er
dio te brengen op 1800 en 1500.
Laatstbedoelde ambtenaar heeft zijn
maximum nog niet bereikt en hij zou
•«anspraak dienen te blijven behouden
op nog één periodieke verhooging (75
nótto,.
De toelage van len volontair ter secre
tarie stelden B. en W. voor te bepalen op
800, waarboven de toelage voor het
be^it van het diploma gemeent-aadmi-
ni^tratie ad 100 zou behooren te wer
den uitgekeerd.
De minderheid van het college kon
zich met deze verhoogingen niet ver
eenigen en was van oordeel, dat thans
geen salarisverhoogingen dienen te wor
den toegekend.
De heer K e e s m a n zou liever de sala
rissen van alle ambtenaren gelijktijdig wil
len bezien. Voor den administrateur geldt
het drukke werk niet alléén, maar ook voor
de lijnwerkers en de wegwerkers. Zij kunnen
niet verlaagd worden zooals naar spr.
meende, door enkele leden zal worden voor
gesteld als de administrateur verhoogd
wordt. Spr. kon de voorgestelde verhooging
aanvaarden, mits de anderen niet verlaagd
worden.
De heer K o s t e 1 ij k merkte op, dat de
administrateur hoofd is van een tak van
dienst, dat maakt de zaak z.i. wel wat an
ders.
Den heer Greeuw was het opgevallen,
dat de eerste ambtenaar ter secretarie buiten
de verhoogingen is gehouden. Dit had on
aangenaam aangedaan.
E)e v o o r z i 11 e r zei, dat B. en W.
slechts voorstellen de plooien glad te strij
ken, die in het Georganiseerd Overleg zijn
aangewezen. In dezen tijd zijn B. en w. hui
verig salarissen te verhoogen. Het salaris
van de eerste ambtenaar ter secretarie steekt
te ver uit boven de andere, vandaar de voor
gestelde verbetering van deze, die dan nog
lager zijn dan iri vele andere: gemeenten.
Spr. zou het betreuren, als de salhrissen
van lijnwerkers en wegwerkers zouden moe
ten worden verlaagd.
De heer Greeuw meende, dat de admi
nistrateur destijds is aangesteld op een te
laag salaris.
Devoorzitter meende, dat het be
neden de waardigheid van den raad is om
een billijke verhooging van den één afhanke
lijk te stellen van ae beslissing over het sala
ris van anderen.
Het salaris van den administra
teur werd hierop z.h.s. bepaald zoo
als B. en W. het voorstelden.
De heer Opdam pleitte ervoor, om den
ambtenaren, wier salarissen in 1930 wer
den vastgesteld, toen de tijdsomstandigheden
gunstiger waren dan thans, op te leggen
nun eigen pensioenstorting te betalen.
De heer Keesman zou de commissie
voor Georganiseerd Overleg daarover eerst
willen doen vergaderen.
De heer V a h 1 merkte op, dat het toch
wel verwonderlijk is, dat het gladstrijken van-
plooien als regel verhooging beteekent. Hij
zou het zóó willen opvatten, dat er hier wat
bij komt en dóór wat af gaat.
De heer Keesman gaf een opsomming
van salarissen van secretarie-ambtenaren in
gemeenten van dezelfde klasse als Heiloo
Zij zijn overal hooger dan hier en daarom
zou spr. niet willen tornen aan het eenmaal
vastgestelde.
De heer Opdam meende, dat de ambte
naren, ondanks de kleine verlaging die hij
hen zou willen opleggen, nog wel tevreden
zullen blijven, gezien de groote offers die
elders wel gevraagd worden.
Dr Barnhoorn was het eens met dot
vorigen spreker. Dat thans, nu gevochten
moet worden om f 200, een verhoog.ng wordt
voorgesteld alleen om eenigszins beter te
staan tegenover andere gemeenten, doet
vreemd aan en geeft aanleiding te vragen.
Was dat verschil er al lang of is het pas
ontstaan? Overigens geloofde spr^ dat de
door den heer Keesman meegedeelde salaris
sen wel zullen worden verlaagd in vele ge
meenten, zoodat die dan meer in overeen
stemming komen met Heiloo. Onze ambtena
ren mogen zich gelukkig prijzen, nu hun
salarissen niet worden aangetast.
Devoorzitter meende, dat de be-
doelde gemeenten nog ver boven Heiloo blij
ven, ook als er enkele procenten zouden af
gaan. Overigens herinnerde spr. eraan, dat
de minister niet wil, dat de salarissen van
ambtenaren, voorzoover zij aan den lagen
kant zijn, zullen lijden onder de opgelegde
vermindering. En de salarissen te Heiloo zijn
zeker niet hoog. t
De volontair ter secretarie doet het werk
van een ambtenaar, alleen door den nood
der tijden wordt hij niet als zoodanig aan-
gesteld. Een verhooging van diens toelage
vond spr. billijk.
De heer K o s t e lij k releveerde, dat a le
ter secretarie werkzame krachten het diplo
ma voor gemeente-administratie hebben,
maar toch zal slechts één hunner den secre
taris vervangen.
Het zal misschien wenschelijk zijn, éen
der ambtenaren te belasten met werk tot hulp
van den te benoemen gemeente-opzichter.
Devoorzitter meende, dat het
budget der gemeente daardoor niet ontlast
wordt, eerder het tegendeel. Van de secre
tarie zal niemand kunnen worden gemist, er
is te veel werk, ook nog als één der ambte
naren den gemeente-opzichter ter zijde werd
gesteld, waarvoor thans alle werk ter secre
tarie wordt gedaan. Er is geen ruimte meer
ter secretarie, anders moest er noodzakelijk
nog een ambtenaar bij komen.
De heer K o s t e 1 ij k betoogde, dat vol
gens zijn voorstel de secretarie zou worden
ontlast en er meer evenwicht zou komen in
de salarissen der ambtenaren.
Het voorstel tot verhooging der
salarissen van de secretarie-ambte
naren van de Vall en Lodder en van
de vergoeding van den volontair
werd verworpen met zes tegen vijf
stemmen. Tegen waren de heeren
de Jager, Kostelijk, Vahl, Opdam,
Dekker en Barnhoorn.
De salarissen van de lijn- en de wegwer
kers zijn zei de voorzitter ingevolge
J ver
advies van het Georganiseerd Overleg
ogd met het bedrag der pensioenstoni
Neen, zeiden de heeren Dekker en
Opdam, dat zou slechts gelden tot de be
handeling der begrooting.
Over dit meeningsverschil werd langdurig
gediscussieerd.
De heer Dekker stelde daarna voor, de
ambenaren over de heele linie voorzoover
zij boven 1500 verdienen huu eigen pen-
sioensforting te laten betalen, uit hoofde van
billijkheid tegenover de talloos velen, die
lijden onder de huidige crisis.
De heer O p d a m zou die korting willen
voor de eerste ambtenaar ter secretarie, de
beide lijnwerkers en de beide wegwerkers.
Devoorzitter ontried aanneming
van dit voorstel.
De heer Vahl meende, dat men de sala
rissen moet vergelijken met die in het vrije
bedrijf.
Dr. Barnhoorn gaf in overweging
het voorstel terug te nemen, omdat het uit
zonderingen beoogt. Beter is een algeheele
herziening der salarissen voor te bereiden.
De heer Vahl was het daarmee eens.
Devoorzitterkon ermee accoord
gaan, als men de afhandeling dan uitstelt
tot de volgende begrooting.
De heer MaasOeesteranus hield
zich aan den minister, die geen pensioen
premie wil zien afgetrokken van de lagere
salarissen.
De heer S c h u y t meende, dat een verge
lijking van de loonen in het vrije bedrijf lang
niet altijd mogelijk is, b.v. niet voor de
lijnwerkers.
Ten slotte werd het voorstel-Dekker—Op
dam aangehouden.
Belastingverhooging.
B. en W. deelden mede, dat tengevol
ge van de voornemens der regeering om
aa.i de gemeenten in plaats van de ge-
heele hoofdsom der personeele belasting
slechts het V» deel daarvan uit te keeren,
van welke voornemens pas werd ge-
van woede, „als jeHij hield op, hij
stikte bijna.
„O, wat doet ze nu? Wat gaat ze nu
doen?" kermde mevrouw Asprey.
„Er is een reden, waarom dit huwelijk
niet kan plaats vinden", zeide Louise weer.
„Een reden? Wat voor reden?" vroeg do
minee Cornish, haar van dichtbij aanzien
de.
„Mijn vader leeft nog", zeide zij.
Mevrouw Asprev gaf een gil, niet luid,
maar hij scheen haar uit het aart te wellen
„Ik wist wel, aat er iets niet in orde was",
riep zij uit.
„Het is een leugen, het is een leugen!"
zeide Edgar Asprey, „Louise. de hemel ver
geve je om zooiets te zeggen".
„Dat is erg verwarrend", zeide dominee
Cornish. „Robert
„Is al vijf jaar dood", viel Edgar hem in
de rede
„Hij leeft op dit oogenblik ert u weet
dat heel goed", antwoordde Louise. „Ik
heb een brief van hem in mijn hand!"
Iedereen in de kamer ging een stap ach
teruit, zelfs neef Edgar kromp ineen en
greep de leuning van een stoet vast.
„Ik geloof het niet", bracht hij met moei
te uit.
„Het is waar! Het is waar!" riep me
vrouw Asprey uit. „O, Edgar, hoe vreese-
lijk, hoe vreeselijk, vreeselijk! Waarom wil
de je dan met mij trouwen? Wat moet ik
doen, wat zullen de menschen zeggen, wat
zal Robert
Geheel overstuur zou zij gevallen zijn,
als neef Edgar haar niet had opgevangen
en in een stoel gezet. Hij legde zijn hand
op haar voorhoofd.
„Wees nu kalm en rustig", zeide hij. „Ik
zal je laten zien, dat dit een kwaadaardige
intrige is. Louise, ik wil dien brief zien!"
Hij scheen mevrouw Asprey te hebben ge
hypnotiseerd; zij zat rechtop, bleek en stil,
wezenloos voor zich uit te staren.
„Ik zal u den brief nooit in handen ge
ven", zeide Louise.
„Geef hem dan aan dominee Cornish".
„Goed. Kunt u het zien, dominee? Wilt
u hem hardop voorlezen?"
De dominee nam den brief en las dien
Iqid voor; daaiop wendde hij zich om en
keek Edgar Asprey aan, maar deze was
weer geheel zichzelf. Zonder bitterheid
maar op droevigen toon, zeide hij tot Loui
se: ,.S.echtheid veroorzaakt leed en vandaag
ben je heel erg slecht en kwaadwillig ge
weest; wij zullen later de gelegenheid wel
hebben om de motieven van deze handeling
na te gaan. Nu zullen wij dit brutale meis
je eens een lesje geven".
Hij wendde zich tot mevrouw Asprev In
„Jazeide zij zachtjes.
tnt'ü" ault hetJ.ien"- zeide neef Edgar
tot den dominee. Hij ging naar 't schrijfbu
reau en opende een lade, waaruit hij een
bundel brieven nam. J
„Mag ik er een oper.en?"
1';^;. F-d.?ar"; zei«e mevrouw Asprey op
dezelfden levenloozen, hopeloozen toon.
Hij nam er een uit de envelop en legde
hem op tafel.
„Nu, dominee Cornish, wilt u de beide
handschriften eens naast elkander leg
gen?"
Louise zag opeens, waarom 't ging en ril
de van vrees. Vijf jaren geleden had haar
vader een omvangrijke correspondentie ge
voerd en veel geschreven; nu had hij in de
wildernis geleefd en zijn handen waren stijf
geworden van hef werken. Misschien had
hij al dien tijd geen duizend woorden ge
schreven. Geen wonder, dat de hand veran
derd was, zoodat alleen een groot expert
de gelijkenis zou kunnen aantoonen.
Mevrouw Asprey ging werktuigelijk naar
ae tafel en staarde naar de twee brieven
„Een buitengewoon verschil", mompelde do
minee Cornish.
„Dominee Cornish", zeide neef Edgar
toen, „de zaak is uiterst simpel. U bent te
goed om zelfs de wiarheid te vermoeden,
maar het is een feit, dat Louise mij altijd
heeft tegengewerkt; zij heeft mij steeds ge
baat. Hemel, dominee, het is heel duidelijk,
dat zij deze onhandige vervalsching heeft
gemaakt met 't doel om mij te ruïneeren en
het huwelijk te beletten. De hemel zij dank,
dat het mislukt is!"
Hij wendde zich om: „Olivetta, ik weet,
dat jouw vertrouwen niet geschokt is; laat
ons dadelijk met de ceremonie Voortgaan
en.....".
(Wordt vervolgd