VERKADE S BISCUITS Stad en Omgeving. Drie paladijnen voor de vredesbeweging. IN DE KAPELKERK. ds. Padt uit Zutphen De tweede spreker Om)0ia#w(Q)id& fadaÊiMüt! Jladiopcoqcamma ««o606® lepo fouitteton DE FREGATVOGEL. •r Vanwege de afd. Alkmaar werd gister avond in de Kapelkerk een „getuigenis avond" gehouden voor de vredesgedachte. Er was een behoorlijk aantal belangstel lenden opgekomen. Na inleidend orgelspel nam ds. F. K u i - Eer, doopsgezind predikant hier ter stede, et woord. Hij las voor Rom. 12 1 en 2 en schetste daarna het doel van „Kerk en Vre de". Hii stelde vast, dat de kerk aan de we reld gelijkvormig is geworden, speciaal op het gebied van oorlog en oorlogsvoorberei ding en daarom is het, zei hij, dat getracht moet worden naar vernieuwing van het ge moed. Na te zijn voorgegaan in gebed, verzocht spr. gezamenlijk te zingen Ps. 25 2 en toen kreeg het woord, die begon met te zeggen, dat trouw aan het geweten en ons ideaal moet leeren, dat nimmer toevlucht mag worden genomen tot oorlog, niét omdat we bang zijn, maar omdat we niet willen meedoen aan de misdaad, die oorlog is. Er is een kern van menschen, die weet waarom het gaat en die daarvoor alles veil heeft, leven en vrijheid. Onbewust stellen velen daarop hun vertrouwen. Geloovige menschen stellen hun hoop op den geest, op God. In onzen tijd wordt het leven meer en meer ontgeestelijkt, wij leven in een wereld, waar men het meest rekent met het brute geweld. Het kan idealisme zijn geweldig groot, als men meent te moeten strijden voor zijn vaderland, maar dat idea lisme is ontgeestelijkt, omdat het voortkomt uit het geweld. Parallel met dat idealisme loopt de angst, die onze generatie voortdrijft, angst voor na derend onheil, dat zich in al zijn verschrik kingen kan openbaren. De angst electriceen de wereld, maar men bedenke, dat angst anti-goddelijk is en als men op ons als geloo- vigen vertrouwt, moeten wij fier staan in de eeuwigheid, in den geest, in God. De stedenbouw, <fie zich richt op bescher ming tegen den gasoorlog, is anti-religieus, omdat de angst ae ondergrond ervan is. De cultuur komt te staan onder den gezichtshoek van den dood, rekent af met geest en God. Daartegenover staat „Kerk en Vrede", staan de menschen die vragen trouw te zijn aan hun beginsel. Luistert niet naar wijsgeerlge redeneering, die niet uitgaat van de allerdiepste diepten van het hart, zei spr., verwijzend naar de brochure „Gas", onlangs Verschenen. Is het voor deii godsdienstigen mensch mogelijk ook maar één vinger toe te geven aan 't stre ven, dat in die brochure naar voren komt? Spr. antwoordde ontkennend, omdat dat stre ven is geboren uit een speculatie op den doodsangst. Men leert er het bankroet van alle eeuwigheid, van God. Als wij gelooven in God, mag men niet zeggen: „wij zijn zoo ver nog nier, dat de natiën ontwapenen kun nen", er komt toch een moment in het le ven, dat men slechts kan antwoorden met een volstrekt „neen". Afwijzen, wegtrappen, doen wij de realiteit die opkomt uit het demonische leven. In ieder van ons leeft iets van de kracht, waarnaar men hunkert vanuit de beklem ming van den angst, en vandaar dat spr. stelde de vraag: „Zult ge trouw, volstrekt trouw zijn aan uw beginsel, staan tegenover het geweld?" Zoo ja, dan is er een kans voor het evangelie en voor de wereld. was ds. A 11 e m a van Zaandam. Hij las voor 1 Cor. 1 18—25 en vervolgde dan, dat in een resolutie van den Wereldbond der Kerken, op de vergadering in Aug. j.1., ge zegd werd, dat de liefde voor de kerk toe neemt en verder, dat geconstateerd moest worden een toeneming van oorlogsvoorberei dingen. Dit komt, zei spr., omdat men lijdt aan een dwaasheid, prat gaat op de Wester- sche beschaving, enz. Daarmee is men vast- geloopen en er ontstond een algemeene drang naar bewapening. Waar zal dit op moeten uitloopen? Het evangelie wordt uitgescha keld, men stelt den machtsstaat boven den rechtsstaat. Een weldadige rust gaat er uit van het woord: „Hebt goeden moed, ik heb de we reld overwonnen", maar baat het ons? Ja, als we maar toezien hoe Jezus deze over winning kon behalen. Hij deed het door ne derlaag op nederlaag, onder bespotting, bij verraad en door den kruisdood. Hij gebruik te Zijn kracht niet voor zich zelf: Hij stierf als overwonnene, maar was overwinnaar door Zijn liefde. Hij beantwoordde het ge weld met zachtheid en goedheid en werd daardoor overwinnaar. Hebt goeden moed, zei Jezus en spr. legde den nadruk op het woord „goeden". Moed op het slagveld kan verlies beteekenen, omdat men zichzelf verloor. Wat de wereld laf noemde, werd voor Jezus de overwinning, de zwakheid Gods is sterker dan de menschen. Spr. blikte in de geschiedenis en wees er op hoe in de 16e eeuw een groep menschen de „dwaasheid" van het evangelie durfde aan vaarden, een moed waarvan men stil wordt, omdat men ziet welk een kracht God hen gaf. En thans? Wil men het wagen met de wijs heid en het geweld dezer wereld, of durft men het aan met de zoogenaamde zwakte en dwaasheid van God* die zoo krachtig kan zijn, dat de mensch staande kan blijven, zoo hij bidt en vertrouwt? Spr. was verheugd, dat verschillende rich tingen zich scharen om Kerk en Vrede, om dat zij allen het durven wagen met God, die zal blijken te zijn de eeuwige kracht om staande te blijven ook in deze booze tijden Dit is de eenige weg, de ware weg, die God ons wijst en in het evangelie laat zien. In aansluiting hierop liet spr. zingen Gez. 274 2 en 3. Onderwijl verliet hij den kansel, om plaats te maken voor Ds. Duetz uit Durgerdam die sprak over „Geloof en verantwoordelijk heid''. Het verschil tusschen hen, die al dan niet staan op het standpunt van Kerk en Vrede, gt in de woorden „Geloof en verantwoorde- jkheidsbesef'. Spr. wilde niet zeggen, dat ligt in de woorden „Geloof en verantwoorde lijkheidsbesef'. Spr. wilde niet zeggi één van de twee groepen méér of beter gelooft, maar er is tweeërlei geloof en tweeërlei verantwoordelijkheidsbesef. Spr. herinnerde er aan, hoe in de Tweede Kamer een christen-geloovige tegen de defensie-begrooting stemde, omdat hij zei, alleen op God te vertrouwen, waarop een ander vroeg: „Wat wilt ge dan, bordjes met „Verboden toegang" aan de grens?" Het alternatief ligt echter niet tusschen de weer macht en die bordjes, zei spr. De man, die over de bordjes sprak, had onbewust daarmee gezegd, dat men na ver lies van 't leger alleen op de bordjes kan vertrouwen. De christen-geloovige in de Tweede Kamer had een ander geloof: vertrouw alleen op God (met weglating van het bekende: „en houdt uw weermacht gereed.") Spr. herinnerde aan den woestijntocht van Ezra, toen hü twijfelde tusschen zijn ver trouwen op God en dat op de ruiters. Echter vervolgde spr. het gaat in onze dagen om menschen, die het niet meer kunnen klaarspelen te gelooven in God en toch de strijdmiddelen in gereedheid zouden moeten houden. Wij kunnen niet meer gelooven en tevens de weermacht behouden, en wij verschillen van hen, die dat nog wèl kunnen. Zij mee nen, dat het recht uog door macht en geweld te handhaven. Wij bunnen dat standpunt slechts aanvaarden, als men ons kan duide lijk maken, dat de weermiddelen ons van God gegeven zijn. En dat juist kunnen wij niet aannemen, omdat wij overtuigd zijn, dat zij uitgedacht werden in dienst van Mars, den krijgsgod. Wij vermogen niet te zien, dat de oorlog een recht kan zijn, wi meenen, dat in den oorlog nooit rech gedaan wordt en dat God ons leert, dat he beter is onrecht te lijden dan onrecht te doen. Wij, menschen van Kerk en Vrede, zijn geen idealisten van de leer der weerloosheid, wij zijn geloovigen en zijn overtuigd, dat wij als zendelingen tegenover de heidenen van Europa het geloof en het vertrouwen laten zien; wij willen geen bescherming van bommen of welke satanische middelen ook. Uit het tweeërlei geloof (van hen die op God vertrouwen en tevens hun kruit droog houden en hen die van geweld niet willen weten) vlóeit tweeërlei verantwoordelijkheid voort. Het eerste legt den plicht op om te zorgen voor voldoende bomvrije schuil plaatsen en gasvrije huizen en een groote, sterke weermacht. Wij, menschen van Kerk en Vrede, voelen een andere verantwoorde lijkheid: trouw aan het evangelie. (In dit verband zei spr., dat de Engelsche regeering wol goed zag, toen zij haar soldaten aan het front het Nieuwe Testament meegaf zonder de Bergrede). Wij voelen verant woordelijkheid voor onze mede-volksge- nooten, die wij het evangelie onvervalscht moeten prediken, het evangelie, dat wij niet door een staatsgebod willen doen gelijk schakelen met de wereld. Ons geloof zal niet altijd ons beveiligen in den zin, zooals Ezra werd beveiligd, maar wij meenen wel het recht te hebben tot den Voleinder des geloofs de bede op te zenden ons geloof te sterken, het geloof dat mee brengt de consekwente aanvaarding van het Kruis. Nadat gezamenlijk gezongen was Gez "uip dank betuigende aan de kerkvoogdij voor het 209 3, sprak ds. er een slotwoord, beschikbaar stellen der kerk voor dezen ge tuigenisavond. Hij meende dat het ons goed moet zijn te mogen getuigen van Christus, den Vrede-vorst. Dit zal niet altijd zoo zijn, maar het werk, in nederigheid begonnen, kan in heerlijkheid volbracht worden, er kan groei in zijn. Ook zij, die meenen, dat hun geloof niet krachtig genoeg is, kunnen lid zijn van Kerk en Vrede. Allen, die meenen, dat het bondgenootschap tusschen kerk en oorlog moet beëindigen, hebben hun plaats bij ons. Spr. ging voor in dankzegging, waarna de samenkomst besloten werd met het ge zamenlijk zingen van Gez. 205 1. GEMEENTEREKENING, DIENST 1933.- In bijlage no. 10 schrijven B. en W.: De Commissie, belast thet het onderzoek van de gemeenterekening över 1933, heeft het volgende rapport uitgebracht: De in uwe vergadering van 13 September U. aan onze commissie voor onderzoek ter hand gestelde rekening over het jaar 1933 van de gemeente en van de afzonderlijk be heerde takken van dienst, heeft in onze ver gadering van heden een onderwerp van be spreking uitgemaakt, en daarbij zijn de vol gende vragen naar voren gekomen. Onze commissie zal het op prijs stellen daarom trent van B. en W. eenige toelichting te mo gen ontvangen. I. Volgnr. 21. Bureaubehoeften secretarie. Bij dit volgnummer is het onze commissie opgevallen, dat verschillende inkoopen voor de secretarie worden gedaan buiten de stad, terwijl mag worden aangenomen, dat een en Om enkele prijzen te noemen: MARIA. 20 cl. p.rpond SANFRANCISC0227,el.per7,pond PETIT BEURRE 20 ct. per pond CAFE NOIR 25 c». perpond Woensdag 23 Januari. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.— Orgelspel J. Jong. 8.30 Or.pl. 9.30 P. J. Kers Jr.: Onze keuken. 10.— VPRO morgenwij ding. 10.15 Voor Arb. in de conti- nubedr.: De Notenkrakers o.l.v, D. Wins, E. Wal is en zijn orkest, O. Smit, viola en R. Schcte, piano en dr. F. M. Wibaut, lezing. 12. Or.pl. 12.30 Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 10.— De Zonnekloppers olv. Cor Steyn. 1.30 De Flierefluiters o. 1. v. E. Walis. 2.— Voor de vrouw. 2.15 Kniples. 3.— Voor de kinde ren. 5.30 Orgelspel Johan Jong 5 45 De Notenkrakers olv. D. Wins 6 E. Walis en zijn orkest. 6.30 RVU.: dr. J. C. Proost—Thoden van Velzen: prof. de Sitter-herden- king. 7.— Sportuitz. 7.20 J. Huy, saxofoon en J. Vogel, piano. 7.30 J. W. Matthijsen: Voor het platte land. 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 Vaz Das en VAR-varia. 8,10 Or. pl. 8.30 C. Steyn, accordeon en J. Jong, piano. 8.45 Gr.platen. 9. VARA-orkest olv. H. de Groot, m. m v S. Askenasse, piano. 10.— Gr.pl. 10.20 De Gouvernante, spel van Zweig, bew. Lemaire, m. m. v. het VARA-tooneel olv. W. van Cap pellen. 11Orgelspel Cor Steyn. 11.30-12.— Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz) 8— Schriftlezing en meditatie. 8 15 —9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst olv, ds. D. Tom. 11.—12.En semble v. d. Horst. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst. 1.30 Zang Co v. d. Mark, mmv. Th. v. d Pas, piano. 2.15 Orgelconcert F Kloek. 3.— Chr. lectuur. 3.30— 3.45 en 4.— Gr.pl. 4.15 Deel. 4.45 Gr.pl. 5.— Kinderuur, 6Land- bouwpr. 6.30—7,— Afgestaan. 7. Politieber., Ned. Chr. Persbureau 7.15 Gr.pl. 7.30 Lezing P. Hoger- vorst. 8.Vaz Dias. 8.05 Samen komst Leger des Heils olv. Brig. A. C. Beekhuis. 9.35 Vaz Dias. 9.40 „Op de Ernst Sillemhoeve", progr van het Ned. Jongelingsverbond. Spr. o.a. jhr. S. van Sitters en ds. P. Veen. 10.40-11.30 Gr.pl, DROITWICH, 1500 M. 10.35 10.50 Morgenwijding. 11.20 Gr.pl. 11.50 Fransche causerie. 12.05 Or- felspel Q. MacLean. 12 50 Ch. lanning en zijn orkest. 1.50 Or gelconcert B. Mason. 2.25 Voor de schoen. 3.10 Causerie. 3.35 StecL orkest van Bournemouth o. 1. v. R. Austin, mmv. N. Orloff, piano. 5.05 Het MacArthur kwintet. 5.35 Het Broadhurst septet. 6.20 Ber. 6.50 en 7.05 Lezingen. 7.25 Hhn- delCöncert. 7.50 Reg. King en zijn orkest. 8.35 Concert inleiding. 8 50 BBC-symph.-concert m.m.v. orkest, koor en B. Huberman, viool. Dir. Alb. Coates. 11.— Voordr. 11.10— 12.20 Het Casani Club orkest o.l.v. Ch. Kunz. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8 20 Gr.pl. 12.35 Ooldy-orkest. 8.20 Kolisch kwartet, zang en deel. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORO, 1261 M. 1120 —1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.20 Concert uit rest. Ritz. 4.20—4.50 Or.pl. 7.20 Omroeporkest o. 1. v. Gröndahl. 8.35 IJslandsche mu ziek. 9.40—10.20 Deensche muziek olv. Oröndahl. KEULEN, 456 M. 5.20 Or.pl. 6 35 Orkestconcert o. 1. v. Müller. 12.35 Omroepkwintet. 3.20 Werag- kamerorkest olv. Hagestedt en so listen. 5.05 Zang. 6.20 Schubert- liederen door R. Pfarr, bariton. 7.30 Uit Stuttgart: Unsere Saar den Weg frei zur Versthndigung. 7.55 V. d. Deutschlansender: Stun- de der jungen Nation. 8.20 Gevar, progr. 9.40 Dansmuziek (gr.pl.) 10.20 „Matthias Claudius". und Rebekka Claudius", hoorspel van Erkelenz en gr.pl. ROME, 421 M. 8.20 „Phedra", opera van Pizzetti. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-: 12.20 en 1.30—2.20 L. Langlois orkest 5.20 Gr.pl. 6.35 Sonaten- concert. 7.35 Gr.pl. 8.20 Symph.- concert. 10.30 Spaansch-Ameri- kaansch concert. 11.—11.20 Dans muziek. 484 M.; 12.20 Gr.pl. 12.30 Omroeporkest olv. André. 1.50— 2.20 Gr.pl. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Gr.pl. 6.50 Waalsche muziek. 8.20 Mandolineconcert. 8.50 Omroep orkest o. 1. v. André. 10.30—11 20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 „Unsere Saar den Weg frei zur Versthndigung^7.50 „Stunde der jungem Nation Mein denken ist mein Handeln". 8.20 Omroeporkest olv. Fr. Wicke. 9.20 en 10.05 Ber. 10.20—11.20 Gr.pl. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Keulen 7-508.05, Deutschl s. 9.9.20, Keulen 9.20— 11.20, Kalundborg 11.20—12.20, Brussel VI. 12.20-14.20 Kalund- borg 14.2015.20, Keulen 15.20— 16.50, Lond. Reg. 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20-18.20, Keulen 18.20—19.10, Beromünster 19.10— 20.05, Poste Paris 20.05—20.30, Beromünster 20.30—21.40, Parijs 21.40—22.50, Ween en 22.50-24-— Lijn 4: Parijs 805—8.50, Droitwich 10.3511.05, Lond. Reg. 11.05—12.05, Droitwich 12.05— 14.20, Lond. Reg. 14.20-15.35, Droitwich 15.35—18.20, Leipzig 18.20-19.25, Droitwich 19.25— 24.-. ander ook bij leveranciers hier ter stede kan worden betrokken. Bij gelijke kwaliteit mag alleen een belangrijk prijsverschil leiden tot aankoop buiten ae gemeente. II. Volgnr. 24. Aankoop meubelen Stad huis. Op dezen post is geboekt geworden de aankoop van een wandbord voor 48 en idem van een teekening voor 200. Onze commissie is van oordeel, dat in dezen tijd achterwege dienen kunstvoorwerpen uitgaven voor dergelijke )lih III. Volgnr. 29. Reiskosten. Volgens een ven. vroeger gedane toezegging zouden de decla raties voor reis- en verblijfkosten worden in gericht overeenkomstig het Rijksreisbesluit. Onze commissie constateert, dat dit thans nog niet het geval is. Wat is daarvan de re den? Verder verzoekt onze commissie van B. en W. te mogen vernemen, welk standpunt wordt ingenomen betreffende het vergoeden van reis- en verblijfkosten aan ambtenaren voor het bijwonen van vergaderingen van vereenigingen, waarvan genoemde ambtena ren lid zijn. IV. Volgnr. 37. Kosten 10-}aarl. tafel re gisters Burg. Stand 300. Onze commissie heeft geconstateerd, dat deze telkens na 10 jaar terugkeerende werkzaamheden zijn ver richt geworden door ambtenaren ter secreta rie, die daarvoor een afzonderlijke belooning hebben ontvangen. Naar het oordeel van onze commissie behoorden deze werkzaam heden gerekend te kunnen worden tot de ge wone taak van de secretarie en is afzonder lijke belooning daarvoor niet juist. Mocht het al noodzakelijk zijn, bijv. m verband met den ijd, daarvoor ander perso neel aan te nemen, dan ware het wenschelijk geweest een of meer' werklooze kantoorbe dienden werkzaam te stellen. V. Volgnr. 70. Kosten uitbreidingsplan der gemeente. Onze commissie zal gaarne worden ingelicht over de telken jare terugkee rende hooge uitgaven voor het ontwerpen van een uitbreidingsplan der gemeente. In deze rekening Is geboekt een uitgave van 1822.15, hetgeen onze commissie zeer hoog voorkomt. VI. Volgnr. 79. Kosten van medailles en huldeblijken eerste raming 500 uit gegeven 601.42. Onze commissie zal gaarne vernemen of de hieronder geboekte uitgaven '•^rrrrVrVT r door Oeorge Owen Baxter. Naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 44) „Je komt van Sankeytown". „Wat?'.' „Sankeytown. Wil je de namen ook we ten?" „Wacht even", zeide de ander. „Laat mij je naam hooren, hè?" „Dat is niet afgesproken", zeide Geraldi. „Zeker", zeide de ander. „Ik moet ie ge zicht zien en weten, wie je bent. Strijk een lucifer af, wil je?" Geraldi wachtte een oogenblik, terwijl hij nadacht; als zijn gezicht gezien werd, zou de ander stellig schieten. Hij reikte in zijn zak. „Een oogenblik", zeide hij. Hij haalde een doos lucifers te voorschijn en streek er verscheidene af, maar hoewel zij hoorbaar krasten en afbra ken, gingen zij niet aan, om de eenvoudige reden, dat Geraldi de achtereinden afstreek van ae koppen. „Die verduivelde lucifers deugen niet", klaagde hij, „hier jong, strijk er een af en licht me bij, wil je?" „Ook goed", zeide de ander. „Ken ik je?" J 1 „Je zult lachen als je me ziet", zeide Ge raldi en kwam naderbij. De boodschapper was nu met beide han den bezig met de lucifers en toen hij den eersten aanstak en de vlam bij Geraldi's ge l u 1 ""ft UUJ SXvl UvlU o den blauwen loop van een colt. „Allemachtig", hijgde de man, „GeraldiI" en hij hief de handen dadelijk boven ziin hoofd. Dood me niet, Geraldi", zeide hij, ,,ik heb je nooit wat gedaan, ouwe jongen!" „Waar zijn de paperassen?" vroeg de fregatvogel. „Hier in mijn zadeltasch, aan den linker kant". Geraldi klapte den revolverkoppel van den ander open en de wapens vielen kletterend op den grond. „Doe je handen omlaag en steek een lu cifer aan", zeide hij, „maar denk er om, dat ik je in de gaten houd". „Reken daar maar op", zeide de ander met een zenuwachtigen lach. „Met jou neem ik geen kansen. Er is geen geld genoeg in de wereld om me daarvoor te huren". „Wie ben jij?" „Wally Dace". „Waar hoor je thuis?" „Ik werkte voor Chalmers". „En nu voor Asprey?" „Hij wilde dit werkje gedaan heb ben". „Weet je, wat er in die zadeltasch zit?" „Papieren voor kolonel Green". „Hè?" „Dat is alles, wat ze mij verteld hebben en dat ik hard moest rijden". „Hm", zeide Geraldi. Voorzichtig en zoo, dat elke beweging duidelijk en langzaam was, maakte de man de zadeltasch open, nam er een pak papie ren uit en reikte dat aan Geraldi ovef. Er was geen twijfel aan; hij was de juiste man. „Wie is er met je meegereden?" vroeg Geraldi achterdochtig, dat er meer dan één zou kunnen zijn. „Ik kwam alleen". „Dace, wil je naar mij luisteren?" „Zeker, Geraldi" „Ik heb deze papieren nu en ze zijn ver duiveld veel waard. Als je met het nieuws bij Green komt zal hij je als een dief laten opsluiten; als je terug gaat naar Asprey om hem te vertellen, wat er gebeurd is, dan zal hij je levend villen. Wat denk je te doen? „Vluchten". „Hier zijn vijftig dollars; wees voorzich tig". „Dat is netjes van jou, Geraldi, hoewel je me ruïneert. Adieu!" „Adieu", zeide Geraldi. „Steek hier recht het bosch door en als je hier terug komt „Wees maar niet bang!" „Goed dan, adieu!" Wally Dace reed het bosch in, waar het kraken van hout onder de paardenhoeven kon gehoord worden. Eindelijk stierf dit ook weg en inplaats daarvan hoorde Geral di het galopppeeren van een paard op den weg. De ruiter hield zijn paard in en kwam in matigen draf naderbij en toen hij voorbij reed zag Geraldi tusschen de boomen ver scholen, de bekénde stilhouet van Renney tegen $en sterrenhemel afgeteekend. HOOFDSTUK XXXIV. In het kantoor van Chalmers' hotel in Sankeytown werd heftig gestreden; daar waren zijn drie neven bijeen gekomen, want het was gebleken, dat de doode geen testa ment had nagelaten en derhalve moest de erfenis onder de naaste familieleden gelij kelijk verdeeld worden, te weten, ieder van de drie neven zou een derde ontvangen De groote vraag was, hoe de erfenis moest worden verdeeld, want zij bestond uit drie dingen, land, hotel en vee op een ranch in de buurt. Geen van de drie wilde zich te vreden stellen met een gedeelte, geen van hen wist, welk deel te kiezen. Zij waren den geheelen nacht opgebleven, in de hoop een oplossing te vinden, maar geen enkele kwam in zicht. Zij hadden koning Alcohol geraad- pW,l £rooten arbiter en koning Al cohol had hen gek gemaakt van den haat je gens elkander. Nu waren zij als drie grommende hon den, drie ruige honden, met het haar over de oogen, de linkerhanden om de whiskev- glazen geklemd en de rechter vrij voor d- wapens. Zij bemerkten niet, dat het grauw van den dageraad door de vensters scheen voordat de deur zacht geopend werd en een s.anke, jonge man in de schaduw bleef Sladn. „Jullie bent de erfgenamen van Chal mers, naar ik hoor" zeide hij vriendelijk. „En wat duivel wil je van ons?" vroeg één van het trio. g »Ik wil niets, ik wil wat geven" zeide hii yl /a ,ullieuz?ggen dat ik je °om dul- /.etui dollars schuldig ben en ik ben geko men om die terug te betalen". Hij legdfeen klein pakje geld op tafel bij de deur toen stapte hij weer terug. „Opdat jullie zullen weten, dat ik deze leening heb afbetaald", zeide de vreemde- Ung-» »»zal Ik je mijn naam geven. Ik ben Oeraldi". Hij sloot de deur en ging de gang door, terwijl drie kogels uit drie revolvers ae deur van boven tot onder open spleten. Drie flinke kerels renden de gang op, maar er was geen Geraldi te zien. Eén van hen liep naar de voordeur en vond die aan den buitenkant gesloten; de andere twee ren den daarop van de achterdeur terug en met vereende krachten braken zij de voordeur open maar op de veranda gekomen zagen zij, dat Geraldi al uit het gezicht verdwe nen was. Kort daarna werd er op de achterdeur bij bam Lorenz geklopt. De kleine pandhuis- Jjief het hoofd op en luisterde in twijfel, het geklop werd herhaald: twee tik- ken met een pauze er tusschen, twee, zachte tikKen en een zware bons na de pauze Sam i^teniZi.8pron8 mc* ecn zucht «it bed; hij gaf zich geen tijd om een badmantel om te li!1' 00 n'et 0m ziJn Pantoffels aan te trekken, maar zonder te aenken om de lange splinters van den houten vloer van zijn win* z°nder te achten op de koude ochtend lucht liep hij vlug naar de geheime deur, schoof de goed geoliede grendels weg en deed de deur met al zijn kracht snel open. Hij schrojf terug bij ,het zien van Geraldi; toen liep hij met een uitroep langs hem en nam bet hoofd van de grijze merrie in zijn armen. „Je bent dus terug! Je bent dus terug, werkelijk terug", riep de kleine man. „O, wat is ze heet! (Wordt vervolgd 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6