DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. IJSBAAN SPORTPARK GEOPEND! Toch nog ijs? 2)xujdii&sch ^Buitenland Minister Colijn tegen devaluatie. SIR JOHN SIMON TE PARIJS. Rede voor de kamer van koophandel. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVER1ENTIENr Van 15 regels 1.25, elke rerfel meer O contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk- kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 34 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 9 Februari 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Uit het Parlement „Het kabinet is en blijft homogeen". totaalplan en dit zal steunen. Sir John Simon. UITSLUITEND VOOR KINDEREN. TOEGANG 10 CENT. RIJWIELSTALLING, MET VERZEKERING, 5 CENT. De Bildt seinde heden morgen: Des nachfs matige tot lichte vorst overdag lichte vorst tot temperatuur om het vries punt. Weinig of geen sneeuw. HET PROCES TEGEN HAUPTMANN. Hauotmann onschuldig? Waf vandaag de aandacht trekt,,. BEHANGSTALEN KIJKEN VADER VERBRANDT ZIJN KIND. ALKMAARSCHE COURANT. (Van onzen parlementairen medewerker). Den Haag, 8 Februari. Colijn heeft gesproken. Dus was er groote belangstelling, ook op die tribunes, en ge spannen aandacht. Ruim twee uur heeft hij het woord gevoerd, met de rust en een zekere plechtigheid, welke zijn betoogtrant kenmerken. Geen oogenblik is de attentie der hoorders verslapt. Zijn rede was weer helder als glas en systematisch opgebouwd. Wij hoorden een gereformeerd collega opmerken, dat zij dezelfde indeeling had als een preek. Hoe dit zij, in elk geval bleek ook uit deze speech de staatsman van groot formaat. Van wat hij over devaluatie zeide. kunnen velen, die ze aanprijzen, nog wat leeren. Men verwacht er een vermeerdering van den ex port van, verklaarde hij, maar onze uitvoer blijft toch beperkt door ae contingenteerin- gen van het buitenland. Men wijst erop, dat wij bij devaluatie een grooter bedrag aan guldens voor onze uitgevoerde goederen in handen krijgen, maar, stelde Z.Exc. hier tegenover, wij zullen ook meer guldens voor onze in te voeren goederen moeten betalen en onze invoer is grooter dan onze uit voer. Daarbij werkt devaluatie als een slecht invoerrecht, dat geen uitzondering maakt voor grondstoffen en eerste levensbehoeften. Men prijst devaluatie aan als middel, om de vaste lasten te doen dalen, en de boer zal dan ook gemakkelijker zijn schulden kunnen af doen, maar met den graanprijs stijgen ook de andere prijzen en dit maakt weer loons- verhooging voor den industrieel noodig. Van veel belang ook was, wat de minister president zeide over de industrialisatie, waar op van vele kanten wordt aangedrongen. De industrie heeft grondstoffen noodig en ons eigen land brengt ze niet voort Wij moeten ze dus uit andere landen laten komen, maar kunnen ze alleen betalen als wijzelven kunnen uitvoeren. Het buitenland is echter in dezen tijd waarlijk niet bijzonder happig op het ontvangen van onze producten. Hiermede wees de minister volstrekt niet alle Industria lisatie af, maar wel maakte hij de daarmede gepaard gaande moeilijkheid duidelijk en ook waarschuwde hij tegen te hooggespannen verwachtingen. Het is overigens merkwaar dig, dat het werkfonds nog niet één plan voor industrialisatie aan de regeering heeft toegezonden. Het werkfonds krijgt vele voor stellen ter onderzoek, maar, voor zoo ver zij de industrie betreffen, schijnen zij tot dusver niet voor uitvoering vatbaar. Moeten wij de coniingenteeringen vervan gen door een algerneene bescherming met behulp van hooge invoerrechten? Het voor deel van contingenteering, aldus Z.Excis, dat men er gemakkelijk af kan, als dit door veranderde omstandigheden noodig is. Het nadeel, dat het bedrijfsleven verstart en ondernemende menschen geen gelegenheid krijgen, nieuwe ondernemingen op te richten, daar de contingenteeringen verband houden met de bestaande binnenlandsche productie. Van bescherming is het voordeel, dat het bedrijfsleven kan worden vrijgelaten, maar het nadeel, dat de invoer den binnenland- schen prijs niet meer mede bepaalt, zoodat de verbruiker moet bloeden. De regeering geeft voorloopig nog de voorkeur aan con tingenteering. al zal zij misschien bescher ming toepassen voor bepaalde bedrijven, die zich moeten kunnen ontwikkelen. Wijzende op de moeilijkheid om tot loon daling te komen (door de regeering noodig geacht voor verlaging van de productie kosten), wekte de minister sensatie, door een circulaire voor te lezen van „een combinatie' bevattende tarieven voor bestratingswerken waaraan de mededeeling was toegevoegd, dat dit tarieven waren voor uitvoering van werken voor het werkfonds en dat voor nor male werken de tarieven lager waren. Intus- schen schijnt deze circulaire door een onder nemingscombinatie te zijn opgesteld. Wat de loonen aangaat, verleent de regeering steun aan werken, als zij daarbij blijven be neden die der collectieve contracten. In het krasse staaltje, dat de bewindsman mede deelde, was sprake niet van een collectief contract, maar van een circulaire met tarieven. Met betrekking tot ordening stuurde de kabinetsleider ordenaars, die de gemeen schap als een melkkoe beschouwen, met de kous op den kop naar huis. Maar dit betee- kent niet, dat de regeering op dit gebied niets zou willen. Het wetsontwerp inzake de verbindendverklaring van collectieve arbeids overeenkomsten leert anders. En door op dit wetsontwerp te wijzen, wilde Z. Exc tevens den heer Pollema de klaarheid geven, welke deze had gevraagd. Het algerneene bezuinigingsontwerp, ver namen wij voorts, is bijna gereed. Het za'. vertelde minister Oud later, aan de regeering machtiging geven om bij het opmaken var. de begrooting voor 1937 aanstonds de noodzakelijke bezuinigingen aan te brengen. Op dit oogenblik moeten de inkomsten over het locpende jaar 13 millioen lager worden geraamd dan tijdens het opmaken van de be grooting voor 1935, d. i. een half jaar ge leden. Voorts heeft daarna de regeering zes millioen voor de gemeenten beschikbaar ge steld, welk bedrag ó]5 één of andere wijze zal moeten worden gevonden. En de regee ring zal de scheepvaart dit jaar moeten gaan steunen. In het geheel, berekende minister Oud moet er op dit oogenblik 25 millioen méér worden bezuinigd, dan bij het opmaken van de begrooting voor 1935 (De scheep vaart krijgt dus zes millioen). Minister Oud za1 tevreden zijn, als, wan neer het kabinet in 1937 naat huis gaat, de begrooting sluitend is gemaakt en als de be lasting dan misschien nog wat is verlaagd Maar om het zoo ver te krijgen, deden beide minister een beroep op het parlement om medewerking, vooral bij de weldra te ver wachten machtigingswet, die tot allerlei concrete bezuinigingen zal leiden. Ook de minister van Financiën leverde een geharnast betoog der ter handhaving van den gulden op zijn tegenwoordige goud- waarde. Hij wees, evenals minister Colijn, niet alleen opheffing van den gouden stan daard af, maar ook een beheerschte deva luatie. waarbij de gulden de waarde zou krijgen van een kleiner gewicht aan goud. De regeering verdedigde tegen het verwijt, dat zij niet genoeg bezuinigt, betoogde mi nister Oud, dat zij steeds nieuwe tegen vallers krijgt en dat zulks ook voor de spoorwegen geldt, die veel hebben bezui nigd. maar welker inkomsten telkenjare meer verminderden, dan de bezuiniging bedroeg. Van minister Colijn zijn wij ongemerkt op minister Oud overgegaan Dit mag ons niet worden aangerekend. Wordt in deze dagen de eenheid van het kabinet niet voor op gesteld? Minister Colijn deed het nu nog weer, door nadrukkelijk te verklaren, dat het geheele kabinet het met de ministers Steen- berghe en Marchant eens is. Den eerste geldt de economische politiek (dus ook hij wil geen bescherming) en den tweedede spelling. De premier verwees voor een s'pellingdebat naar de begrooting van Onderwijs, zeggende, dat minister Marchant daarbij zou spreken namens het geheele kabinet. Mr. Fock. spre kende mede namens leden van alle fracties op één na, legde /ich daarbij, onder protest neer. Wij hebben nog een paar nieuwtjes geno teerd Het anti-cumulatie-wetsontwerp circuleert thans onder de ministers. Het bezuinigingswetsontwerp zal een machtiging bevatten ook op het gebied van huurver laging. Minister Colijn heeft op 5 Januari gespro ken met den minister-president van Frankrijk over de mogelijkheid van een initiatief van het goudblok om met de devaluatielanden tot een internationale stabilisatie te geraken. (De premier zeide dit niet met zoovele woorden, maar liet het doorschemeren). Tusschen andere landen wordt steeds over een stabiiisatie overleg gepleegd. Ook heeft de premier laten doorschemeren, dat men in Engelsche regeeringskringen het heelemaal niet prettig zou vinden, als ons land tot devaluatie overging. De Engelsche minister van binnenlandsche zaken, Sir John Simon, is gistermiddag in Parijs aangekomen. Natuurlijk stelt men de vraag, met welke bedoeling Simon naar Parijs ging. En om te beginnen, moeten wij mededeelen, dat er geen officieele ministe- rieele besprekingen zullen worden gehouden en ook niet gehouden zijn. Toch heeft Sir John Simon gisteravond nog gelegenheid gehad, om aan een diner van de Fransch-Engelsche Kamer van Koophandel zich te onderhouden met minister Flandin en natuurlijk ging het hoofdzakelijk over de tot dusverre ontstane uitwerking van de overeen komsten van Londen. Het is waarschijnlijk, dat de houding van Italië ten opzichte van de voorgestelde lucht- conventie in het bijzonder besproken zal worden. In overeenstemming hiermede wordt uit Rome en Londen gemeld, dat Italië hetl ucht- accoord niet zou willen onderteekenen, daar het slecfits voor West-Europa geldt en de Italiaansche grenzen niet garandeert. De „Paris Soir" concludeert daaruit, dat Italië belang hecht aan het behoud van het evenwicht van Locarno en niet door de lucht- conventie de in het verdrag van Locarno be paalde wederzijdsche garanties verloren zou willen zien gaan. Het blad verwacht, dat deze kwestie opgelost zal kunnen worden door „symmetrische en beperkte overeen- kosten" In diplomatieke kringen in Engeland ver wacht men, naar het schijnt, voor zoo ver kan worden opgemaakt uit de ontvangen berichten, dat Italië ondanks zijn standpunt inzake de luchtconventie zich niet afzijdig zal houden van het Engelsch-Fransche Flandin en Simon zullen ook hun stam. punt bepalen ten opzichte van de berichten uit Oost- en Midden-Europa, volgens welke de voormalige bondgenooten van Duitsch- land de nietigheidsverklaring van de mili taire bepalingen van het vredesverdrag ook voor zichzelf zouden opeischen. In semi-officieele kringen weigert men. naar Havas uit Londen meldt, op deze kwes tie in te gaan, aangezien volgens opvatting van deze kringen allereerst de Duitsche be wapeningskwestie in den zin van de En gelsch-Fransche verklaring moet worden ge regeld Sir John Simon zou vandaag in de om geving van Parijs een spel golf spelen en in het begin van den middag per vliegtuig naar Londen terugkeeren. Wat Sir Simon vertelde op de K. v. K. In zijn rede, uitgesproken op het banket van de Britsche kamer van Koophandel te Parijs heeft Sir John Simon om. gezegd, dat het hem verheugde de traditie te kunnen volgen volgens welke een lid van de Engel sche regeering deelnam aan deze jaarlijk- sche bijeenkomst. Het deel der kamer van koophandel ligt in de Fransch-Engelsche commercieele betrekkingen, maar het is al tijd goed er aan te denken, dat er verband bestaat tusschen politieke toestanden en han delsbetrekkingen. Europa lijdt onder een economische ver lamming. die grootendeels veroorzaakt is door politieke onzekerheden en politieke vrees. Het zakenleven is afhankelijk van ver trouwen en niets zou zoo veel uitwerken voor het herstel van het economische vertrouwen in Europa als het tot stand brengen van poli tieke kalmeering en goed begrip tusschen de naties en het wegnemen van die argwanen en onzekerheden, die de zakenlieden doen aarzelen, wanneer zij stoutmoedig zouden willen zijn en die den internationalen handel belemmeren. Sor. kon de gelegenheid niet laten voorbijgaan zonder tot uiting te bren gen met hoeveel genoegen de regeering in Londen het bezoek had ontvangen van de Fransche ministens. „Wij gelooven, dat wij goed werk hebben gedaan tezamen, niet alleen voor onze beide landen, maar goed werk voor de wereld en goed werk voor den vrede". Dit werk is tegen geen enkel land gericht Wij doelen niet op een af andere be perkte overeenstemming, maar trachten den vrede te bevorderen en het welzijn van allen door voorstellen naar voren te brengen voor een vrije en gelijke onderhandeling tusschen alle betrokkenen, opdat de opbouw van den vrede moge rusten op de veiligste en meest wijze fundeeringen. Wanneer erkend wordt, dat wij tezamen aan het werk zijn in dien geest en wanneer de anderen, die wij uitnoo- digen met ons te beraadslagen hun bijdrage willen leveren in denzelfden begrijpenden geest, dan geloof ik, dat in 1935 wij een grooten vooruitgang kunnen zien naar het tot stand brengen van die toestanden, waarvan politiek vertrouwen en commercieele bloei afhankelijk zijn. Minister Marchandeau antwoordde. Als vertegenwoordiger der Fransche re geering antwoordde de minister van handel, Marchandeau, op de door Sir John Simon gehouden redevoering aan den maaltijd der Fransch-Engelsche Handelskamer te Parijs De minister sprak in hoofdzaak over de FranschEngelsche handelsbetrekkingen, doch memoreerde evenzeer de Fransch-En gelsche besprekingen te Londen, die gunsti ge, vruchtdragende resultaten hebben opge leverd. De vriendschapsbanden tusschen Frankrijk en Engeland zijn narwer aangehaald. Sir John Simon verdient den bijzonderen dank der Fransche regeering, omdat hij on vermoeid werkt aan de handhaving en de verdieping van de FranschEngelsche over eenstemming, welke onontbeerlijk is voor het welzijn van de beide naties en de handhaving van den wereldvrede. Indien men met leedwezen moet constatee- ren, dat het FranschEngelsche handelsver keer is achteruitgegaan, kan men aan de an dere zijde niet negeeren, dat, vergeleken met den achteruitgang van de economische be trekkingen van Frankrijk met de andere lan den, dit nog steeds een gunstig resultaat moet worden genoemd. Hiermede wordt een zeker vertrouwen gerechtvaardigd, dat kan worden bevorderd door het gelukkige resul taat der besprekingen van Londen. DE TOESTAND IN HONGARIJE. Ontspanning in den binnen- landsch politieken toestand. Van bevoegde zijde worden de geruchten, die in den laatsten tijd in omloop gekomen zijn over een voor de deur staande ontbin ding van het Hongaarsche parlement, over belangrijke mutaties in de leidende functies en over een radio-rede waarin de Eerste Minister de openbare meening van het land zou willen inlichten over den binnenland sche politieken toestand ten stelligste tegen gesproken. In welingelichte politieke kringen wordt bekend dat in uitvoerige besprekingen die de Rijksbestuurder Horty de laatste dagen ge voerd heeft met een reeks toonaangevende persoonlijkheden een zekere verzoening der opvattingen tot stand is kunnen worden ge bracht. De Rijksbestuurder heeft heden Aartsher tog Albrecht ontvangen die vervolgens een langdurig onderhoud heeft gehad met Mi nister-president Goemboes. Van toonaangevende zijde wordt algemeen een ontsnapping en kalmeering van den toestand geconstateerd. Het scherpe per soonlijke conflict tusschen Graaf Bethlei en Tibor von Eckhardt is, naar verluidt, op verlangen van den Rijksbestuurder ge schorst. In welingelichte kringen neemt men aan, dat tot het indienen van de kiesrechtvoor- stellen der regeering, welke aan het eind van de maand eerst in de Commissie der Regeeringspartij en dan begin Maart in het Parlement besproken zullen worden, het verdere uitvechten der binnenlandsch poli tiek tegenstellingen zal worden uitgesteld, aangezien volgens opvatting der regeering de internationale toestand en de voor de deur staande belangrijke buitenlandsch po litieke atmosfeer onvocrwaardelijk eischen. Bij hel voortgezette getuigenverhoor is gis teren nog Brevoort Bolmer, de bezitter van een tankstation in de nabijheid van Lindbergh's landhuis gehoord. Zijn verklaringen hebben Hauptmann sterk ontlast. Bolmer zeide n.1., dat een groene auto met verscheidene inzittenden vóór de ontvoering van het kindje I.indbergh dikwijls bij het tank station was voorbij gekomen. Minister Colijn tegen devaluatie. (Uit het parlement). Sir John Simon te Parijs. (Dag. Overzicht). Het Hauptmann-proces. (Buiten land). Bij een razzia op misdadigere te New York werden Vrijdag 700 per sonen gearresteerd. (Buitenland). In Weenen heerscht groote op winding in verband met de her nieuwde activiteit der nazi's. (Bui tenland). Een explosie in een opiumfabriek te Sjanghai eischte 15 dooden. (Bui tenland). Een telefooonkabel tusschen Neder land en Engeland over 3K K.M. weg gezakt. (Binnenland). Het hooge water. (Binnenland). Prof. Max Liebermann. f (Kun-t). Onze reisredacteur bespreekt de a.s. bloemententoonstelling te Heem stede. (Artikelen). Uit het parlementaire leven. (Ar tikelen). Geheime distilleerderij in Ber gen ontdekt. (Stad). (Zie verder eventueel laaide berichten). COLLECTIE 1935 AANWEZIG SIMON J. MOLENAAR, Hofplein Den laatsten keer had de getuige dezen auto op den middag van den dag der ontvoering ge zien. In den wagen hadden zich een man en een vrouw bevonden. Aan den achterkant was een ladder gevonden en Hauptmann had zich niet in het voertuig bevonden. De getuige deed nog naar voren komen, dat hij bij het benzine innemen gelegenheid had gehad de ladder nauwkeurig te bezien en hij geloofde haar in de voor de ontvoering gebruikte ladder te herkennen. Als laatste getuige in het proces is tenslotte nog de timmerman en molenbouwer Ewald Mielke als houtdeskundige verhoord. Hij verklaarde, dat het veelbesproken stuk van de ladder in geenen deele van het zelfde hout was, als de plank van Hauptmann's zol dervloer. Hierna werd bekend gemaakt, dat het getui genverhoor geëindigd is. In het geheel hebben meer dan 50 getuigen a décharge een voor Hauptmann gunstige verklaring afgelegd. ERNSTIGE BESCHULDIGINGEN TEGEN BANQUE BELGE DU TRAVAIL. In het vroegere hoofdkantoor van de Banque beige du travail te Gent is Vrijdag een vertegenwoordiger van het Brusselsche parket verschenen, die met den officier van Justitie van Gent een huiszoeking verichtte. Reeds Donderdag was in de bureaux der bank te Brussel een onderzoek ingesteld. De directie der bank, zoowel als de ge rechtelijke ambtenaren weigeren informaties te verstrekken over de oorzaak van de maat regelen. Beweerd wordt, dat de beschuldiging is geuit, dat de balans van 1933 vervalscht zou zijn. Te Gent zijn voorts huiszoekingen ver richt in de woningen van den djrecteur en den hoofdboekhouder van de 'bank, zoomede bij de maatschappijen, welke met de banque du travail in relatie hebben gestaan. De bank is eenigen tijd geleden in decon fiture geraakt. Het zoontje van een mohammedaanschen landbouwer te Nieuw-Delhi die een bedrag van 400 roepijen (ongeveer 220) aan bankbil jetten, zijnde de geheele opbrengst van zijn katoenoogst, in een lade had opgeborgen, wist de bankbiljetten in handen te krijgen en wierp deze juist in het vuur, toen zijn vader thuis kwam. Deze ontstak hierover zóó in woede, dat hij het kind opnam en eveneens in het vuur wierp, waar het verbrandde, nadat de moeder ver geefs getracht had, het nog te redden. De moeder, buiten zich zelf van droefheid, pleegde daarop zelfmoord door in een put te springen. De man is gearresteerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1