HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS
ïlJShSir8**^^ Ik kan m'i zelfs jou
behS ni Voor den «eest ha'en,
JUaoinciaal Tlieum
SeuiCletoti
De aanstaande verkiezingen.
Voor de aanstaande verkiezingen stelden
B. en W. voor hét stembureau voor district I
te vestigen in de raadszaal en dat voor
district II in het gebouw achter het café Ot-
tink, waar men meer beschut zit dan in het
vroeger daarvoor bestemde lokaal. Goedge-
Als leden voor het bureau in het eerste
district stelden B. en W. voor: ambshalve
voorzitter de burgemeester, leden de heeren
I Visser en M. Mulder; plaatsvervangende
leden de heeren P. Hart en A. Sloof; voor
district II: voorzitter de heer W. Visser,
leden de heeren J. Kramer en A. Groen;
plaatsvervangers de heeren M. Oud en A.
Schuur.
De heer Mulder bedankte voor zijn
aanwijzing, met het oog op zijn aftreden als
raadslid. Hij had de functie nu al 16 jaar
waargenomen. Gaarne zou hij zien, dat zijn
fractie ook voortaan in het hoofdstembureau
en een stembureau vertegenwoordigd was.
Devoorzitter deed een poging om
den heer Mulder te bewegen op zijn besluit
terug te komen, maar had! daarmee geen
succes, waarna in de plaats van dezen werd
aangewezen de heer Hart, die daarmee ge
noegen nam. De heer Smit werd aangewezen
als diens plaatsvervanger.
Het heele voorstel van B. en W. werd hier
op goedgekeurd.
Weigering betaling electrischen
stroom.
Door de heeren Hart en Mulder was
de vraag ingediend, of het juist was, dat zij,
die weigerden bij te betalen op hun strooni-
rekening als de gegeven garantie niet was
verbruikt, van die betaling vrijgesteld wer
den en of zij, die wél betaalden, dan ook
restitutie kregen.
Devoorzitter antwoordde, dat deze
kwestie behoort tot de competentie van B. en
W. Zij beslissen op verzoeken om vrijstelling
van de betaling. Gaan belanghebbenden met
die beslissing niet accoord, kan kunnen zij
zich tot den raad wenden.
De heer Har fvond diriden juisten weg,
omdat nu eenmaal is besloten, dat zal moe
ten worden bijbetaald. Maar nu hoort men
beweren, dat zij, die deze betaling weigeren,
daarvan worden vrijgesteld. Spr. en de heer
Mulder wenschten nu te weten of deze be
wering op waarheid berust.
Devoorzitter antwoordde ontken
nend.
De heer Hart merkte nog op, dat men
gaat doorredeneeren, alsof er geen recht is
Hoe zit het nu? Spr. noemde van een rij na
men, die men hem had medegedeeld, de hee
ren Wagemaker en P. Blom. Eerstgenoemde
zou zijn vrijgesteld na weigering, de ander
zou hebben betaald. Spr. vroeg nu afwikke
ling van de kwestie door B. en W. en daarna
bericht aan den raad, cm te kunnen nagaan
of men hem „beduveld" heeft. Als dit zoo
mocht blijken te zijn, zou hij tegen herha
ling wel maatregelen nemen.
Ook de heer Groen sprak over deze
kwestie. Hij had klagers gewezen op het
raadsbesluit, zooals dit is aangeplakt en ge
publiceerd in de bladen. Deze bekendmaking
moet volgens spr. voldoende zijn.
De heer Smit vroeg of de betrokken per
sonen nog een aanschrijving ontvangen.
De voorzitter vona de verplichting
daartoe twijfelachtig.
De hooge personeele belasting.
De heer Hart wees erop, dat ook ae
caféhouders ernstige nadeelen van de heer-
schende crisis ondervinden. Eén hunner zal
wegens de hooge lasten, die hij moet beta
len, zijn zaak tegen Mei a.s. sluiten. Spr.
vroeg of het mogelijk is, dat belanghebben
den een herschatting vragen voor de perso
neele belasting.
Devoorzitter antwoordde bevesti
gend, maar het zal hun niet veel geven, want
zij staan reeds op het wettelijk minimum.
De heer Hart vroeg voor belanghebben
den de medewerking van B. en W. bij een
verzoek om verlaging.
Devoorzitter zeide, dat het college
daar niets aan kan doen.
De gaskachels in de school.
De heer Kramer vroeg naar de gas
kachels in de school.
Devoorzitter antwoordde, dat zij
wel voldoen, voorzoover zij tot heden ge
plaatst zijn. Als zij alle zijn geplaatst, zal
worden nagegaan of het gebruik misschien
nog iets zuiniger kan.
Gaat de heer Hart mee naar
Den Haag?
De heer Mulder vroeg of de voorzitter
van de afdeeling van den Tuindersbond nu
a.s. Zaterdag ook mag meegaan ter audiën
tie naar Den Haag.
Devoorzitter deelde mede, dat op
het verzoek daartoe antwoord is gevraagd
tegen heden(Vrijdag)ochtend.
Hierna werd de openbare vergadering ge
sloten.
i
KOEDIJK
Door de afd. Koedijk van het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling werd in het lo
kaal van den heer M. K. de Weerd, een open
bare Heijermansherdenkingsavond gehouden,
waarvoor groote belangstelling bestond. De
leiding van dezen avoncï was bij den heer P.
Hart. Deze opende met een woord van wel
kom en wees op het eenjarig bestaan. Men
telt 40 leden, die al een arbeiaersavondschool
in het leven hebben geroepen en nu een
Heijermansavond houden, met als spreker de
heer H. J. van Wieling, die begon de jonge
vereeniging te feliciteeren. Hij gaf nu een be
spreking over Heijermans als schrijver voor
de s.d.a.p. Hij was als tooneelschrijver nr.
één, omdat zijn stukken een diepen inhoud
hebben. Spr. noemde Droomkoninkje en
schetste het werken van het tooneel voor de
menschheid en het uitbeelden van toestanden
uit de samenleving. Hij wees op Allerzielen,
dat als niet-godsdienstig door sommige bur
gemeesters wordt veroordeeld. Spreker gaf
hieruit eenige fragmenten, waarbij de figuren
van pastoor Nansen en Bronk naar voren
komen met Rita daar tusschen, wat met span
ning gevolgd werd.
Na een kleine pauze volgden enkele Falk-
landjes.
Daar de heer Van Wieling vertrekken
moest, dankte de voorzitter hem voor het ge-
bodene van dezen avond en riep hem een tot
weerziens toe. (Applaus.)
Door den voorzitter werd nog gewezen op
de aanwezigheid van den onderwijzer van de
Arbeidersavondschool en een 70-tal boeken
om bij ruiling te lezen. Spr. wekte verder de
aanwezigen op om deze nuttige vereeniging
te steunen. Het was een mooie en leerzame
avond.
Woensdagmiddag werd door de afd.
Koedijk van den N.T.B. een demonstratie ge
houden door de gemeente, waar een belang
rijk aantal vrouwen en mannen aan deel
namen. Te 2 uur ging het bestuur der afd.
naar B. en W. om verdere besprekingen te
houden. De demonstranten werd vrijheid ge
geven in het café Groot te verpoozen. De
voorzitter deed na afloop der conferentie
mededeelingen van het besprokenen ten ge
meentehuize. B. en W. zullen een aanvraag
doen om den voorzitter der afdeeling op
audiëntie mede tegenwoordig te doen zijn
Zaterdag 23 Februari des morgens 10 uur
zal de audiëntie plaats hebben bij den
regeeringscommissaris Valstar. Wanneer hei
noodig is, zal de tuinbouw een onderhoud
aanvragen. Hierna sprak het hoofdbestuurs
lid Hoogland een opwekkend woord om ook
de actie te steunen zooals in Maas en Waal,
waarvoor in Zuidscharwoude een. vergade-
ring was. Wij hebben te strijden voor een be
staan. Wij kunnen niet altijd van steun
leven. Daarom zal er nog meer gestreden
moeten worden.
De voorzitter werkte nog op om een krach
tige actie te voeren en achtte de medewerking
der vrouwen noodig. Men moet zich laten
ontmoedigen door de thuisblijvers. Vele leden
boden hun medewerking aan.
OUDE NIEDORP
Woensdag werd te Oude Niedorp door
den Bond voor Staatspensionneering een pro-
paganda-avond gehouden. Spr. was ds.
Schermerhorn over het onderwerpde groote
reis der menschheid.
Spr. las een gedicht uit een Duitsche bun
del, getiteld: Spoorweggelijkenis, van Erich
Kessner. Dit was voor spr. aanleiding ge
weest tot inspiratie voor de door hem te hou
den rede
Gelijk men in het gedicht niet kwam tot
een einde, zei spr., komt men ook bij de groo
te reis der menschheid niet tot een einde. Het
begin der menschheid is volgens de geloovi-
gen gelegen in het paradijs. De menschen
hebben echter nasporingen gedaan en kwa
men daarbij tot de conclusie, dat de mensch
heid, zooals volgens den bijbel niet 6000 jaar
bestaat en in 6 dagen is geschapen, maar
lOO.OOOen jaren, zonder schepping, doch door
ontwikkeling. Dit zou, volgens spr., verband
houden met het evolutieproces der mensch
heid. In den loop der eeuwen rees de mensch
heid op uit den dierstaat. De menschen had
den hét vefmogen om scheppend te leven. De
mensch had gelijke Wapenen als de dieren
om zich te handhaven, doch daarbij een
scheppenden voorsprong. Ook kon de mensch
gebruik maken van list, waardoor hij zich
kon handhaven tegenover de voorhistorische
dieren. De oorspronkelijke mensch kon niet
spreken, doch wist dit te ontwikkelen. Daar-
na besprak spreker hoe een mensch tenslotte
is voortgekomen uit een ééncellig leven,
waaruit tenslotte alles voortgekomen is. Vol
gens spr. zal er eeuwig strijd bestaan. Hier
door heeft tenslotte de evolutie der mensch
heid plaats. Die wordingsgeschiedenis legt
voor ons vast, dat alles gedreven wordt door
den geest der menschen. De ontwikkeling zal
gepaard gaan met de redelijkheid. Wat goed
is, behaalt overwinning. In ieder mensch is
geloof in evolutie, zich openbarende in het
heelal. Wanneer wij menschen niet gelooven.
dat de wereld van tegenwoordig zich niet
wijzigt, dan is er geen redding. Er komt ten
slotte een wereld zonder ellende, door voort
durende stijging der evolutie. De kortzichtig
heid der menschen maakt dat ze zich niet
plaatsen voor levensvraagstukken. De men
schen beperken zich meestal tot het zien van
hun eigen bestaan. Zij denken niet aan het lot
hunner medemenschen. Zij stellen hun leven
niet in dienst der gemeenschap. Om dit wei
te doen is gemeenschapsgevoel noodig. Wij
moeten daarbij niet op een afstand van el
kaar blijven en medewerken tot het levenspro
ces, maar met hart en ziel dat proces verwe
zenlijken.
Reactie is een factor in 's menschen ge
schiedenis en prikkelt tot actie. Verscheidene
menschen echter voelen ook niet, dat krach
ten de evoltie beheerschen. Een deel der men
schen ziet naar wat is geweest (reactie), an
deren daarentegen zien het gaan naar een
bepaald doel (actie). De menschen willen lie
ver niet herinnerd worden aan de leugen
waarin zij leven. Kapitalisten en nog vele an
deren hebben een gemakkelijk leven. Weer
anderen leven in de diepste ellende. Eerstbe-
doelden voelen dit en willen liever niet aan
de werkelijkheid herinnerd worden. Hierin
ligt de grond om de dingen te zien zooals ze
werkelijk zijn.
Spr. noemde het kapitaal moreel verwer
pelijk. Zelfopvoeding en zelfverheffing zal
tenslotte leiden tot overwinning.
Aan den eenen kant bestaat de bestaans-
strijd, aan den anderen kant de behoefte om
zedelijk te groeien. Nu is het zaak om te be
reiken wat he goede is. De waarde van de
mensch lig in wat hij innerlijk heeft, zijn
geestelijke kwaliteiten. Spr.'s geloof daarin,
grondt zich in de menschelijke solidariteit.
Spr. vond het moeilijk om het kapitalisme
weg te krijgen. Hij had al eens gehoord, dat
machines weg moesten. Dit zou dan .leiden
tot verbetering van de toestanden. Dit is vol
gens spr. absoluut onjuist. De machines zijn
een zege voor de menschheid, als ze maar op
de goede manier worden gebruikt.
De reis der menschheid, vervolgde spr.,
gaat altijd door eti komt nimmer aan een
eind. Hoe, vroeg spr. zich af, zal het zijn als
het einddoel eenmqal bereikt is. Zou dit be
geerlijk zijn. Nee, zei'spr,, omdat dan elk
streven weg is. Het strijden doet leven. De
allergrootste vreugde bij dit strijden is ten
slotte 't weten, dat we in onszelf een over
winning hebben behaald en verkeerde nei
gingen uitbannen, een enkel leven is waarde
loos.
De geestelijke traagheid der menschen is
één van de belemmeringen der vooruitgang.
Het doel van het leven is, ernstig en diep te
leven, met het volle besef van het leven zelf.
De meeste menschen echter weten niet waar
om ze leven. Het leven van velen is een wan-
hopigen strijd. Zij zien steeds anderen die in
grooen overvloed leven. Wij bestaan allen,
maar we leven niet alleen. Het leven kunnen
we bereiken door te weten wat onze taak is
in de gemeenschap. Wij moeten van ons leven
iets maken. Het naast is het voor een mensch
wanneer hij stervende is, de gedachte, niet
te hebben geleefd. Velen vinden het leven
doelloos. Bij even dieper doordenken wordt
het leven de openbaring van de groote we
reld. De zin van het leven is, om zoo waar
achtig mogelijk te zijn.
Naar aanleiding van de woorden van den
voorzitter merkte spr. vervolgens op, dat het
een schande is om de arme menschen die in
de maatschappij hebben meegewerkt zoo er-
VERPLEEGSTER DRIEMAAL
GEVALLEN.
gerlijk op hun ouden dag, aan hun lot over
te laten. Alle menschen hebben dezelfde be
hoeften en dus dezelfde rechten. Hij achtte
het streven van den bond uitstekend en zei-
de, dat het doel moet leiden op grond van het
geen hij in zijn rede had gezegd, tot absolute
opheffing van armoede. Juist in dezen tijd
verliezen de menschen hun geloof in verbe
tering. Ze willen terug naar de oude idee.
Er zal volgens hen een Mess:as, een redder,
moeten komen. Het geloof in ^en redden, een
dictator, zooals Hitier en Mussolini. Spr.
noemde dat onzin. Het is alleen mogelijk door
eigen werk nieuw te bouwen. In het volk
moet het initiatief daarvoor en de daad daar
toe, leven.
De voorzitter sloot de vergadering en
merkte na gehouden rondvraag op, dat 15
nieuwe leden zich voor den bond hadden op
gegeven.
HEILOO
De afdeeling Schagen van bovengenoem-
den bond hield Dinsdag een propaganda-
avond waaraan welwillende medewerking
verleenden de Schager Orkestvereeniging
en het dameskoor, beide onder leiding van
den heer Jb. I. Hovenier uit Bergen. De be
langstelling was niet bevredigend te noe
men, de zaal was ten halve gevuld, toen de
voorzitter der afdeeling, de heer H. Wou
denberg, den avond opende. Als spreker
trad op ds. N. J. C. Schermerhorn, die tot
onderwerp van zijn rede had gekozen: De
groote reis der menschheid.
Ds. Schermerhorn ving zijn rede aan met
een gedicht van den j'ongen Duitschen dich
ter Erich Kessel, die in zijn pennevrucht het
leven van den mensch vergelijkt met een
trein, welke steeds doorrijdt zonder dat de
reizigers weten waarheen.
Slechts af en toe stopt de trein om enkelen
uit te laten die dan afstappen op het perron
der doodën. Denkers en strijders, droomers
en slapers, zij allen zullen eens moeten uit
stappen; zij allen hebben het zelfde doel.
Spr. ging in den breede alle reizigers na,
om tot de slotconclusie te komen, dat de
strijders zijn de opbouwers van een betere
wereld, de menschen waarop men zal moeten
rekenen. Spr. riep allen op ten strijd, hier
dan meer in het bijzonder om te kunnen ge
raken tot een verbannen van het oud en arm.
Steun aan den ouderdom is slechts een
kleine vergoeding voor al wat werd gedaan
in een lang en moeilijk leven.
De aanwezigen brachten den spreker een
warm applaus na beëindiging van zijn
boeiende rede.
Het zou ons te ver voeren, uitvoerig te
bespreken, datgene, wat de Orkestvereeni
ging en het dameskoor ons bracht Laten
we volstaan met te verklaren, dat het ge-
bodene zeer goed was en een dankbaar ap
plaus steeds weer opklonk.
In de jaarvergadering van de Coöp.
Land- en Tuinoouwvereen. „Akkerbouw"
bleek, dat de omzet van kunstmest belangrijk
was verlaagd, doordat in de Wieringermeer
zelf een coöperatie was gesticht. De totale
omzet der vereeniging bedroeg 53.916.69
(buiten de Wieringermeer), terwijl er
11000 minder schuld te boeken viel. De
totale winsten hebben bedragen 7502.77;
de totaal-verliezen 5141.90; zoodat er een
saldo winst is ad. 2360.87.
23)
,Ik vind £et echter heel moeilijk aan je te
fh vnnr" VS weer zoover gekomen, dat
jij voor mij iets onwerkelijks geworden bent
behalve dat je een nog al lange neus en een
^de" kin hebt-'t is heelemaal niet
iinZ 5 iedereen is thans zoo voor mij,
Mnds gisteravond. Ik ben bezig aan jou te
schrijven, niet in jouw belang of tot jouw
vermaak, maar alleen, omdat deze wonder-
a?iLe -',n^ei]'wanneer ik ze op papier zet,
duidelijker feiten zullen schijnen. Ik vroeg
gistermorgen, voor ik ging wandelen, aan
i rump, of hij nooit, ondanks zijn pessimis
tische filosofie, gevoeld had, dat het goed
was om te leven. Ja, antwoordde hij, dat
had hij eens gevoeld, en het was bij die ge
legenheid een zeer gevaarlijke toestand; hij
was blij, dat hij het heelemaal uit zijn sy
steem had weggewerkt. Hij sprak er over,
alsof het bof of mazelen waren. Ik vroeg
hem echter, bij welke gelegenheid het ge
weest was; ik verwachtte, dat hij zinspelen
zou op zijn eerste ontmoeting met mrs.
Trump. Maar niets daarvan. Hij zei. dat de
eenige gelegenheid, welke hij zich herinne
ren kon, waarbij hij wezenlijk het gevoel ge
had had, dat het goed was om te leven, ge
weest was, toen hij vernam, dat zijn schoon
vader op zee was verdronken. Hij legde mij
uit, dal hij geen wrok had gehad tegen zijn
schoonvader, maar dat deze een zóó onaan
genaam mensch was geweest, tegelijk zóó
gezond, dat, gezien zijn levensopvatting,
hij er zeker van was, dat hij dezen mensch
voor eeuwig en altijd bij zich zou houden,
terwijl hij zijn biertjes opdronk en zijn eten
at, en hem razend maakte met zijn dronken
vroolijken aard en zijn voortdurende aardige
geldleeningen. De schoonvader was echter
naar Ramsgate gegaan, voor een verzetje,
was in een klein bootje gaan varen en ver
dronken. Toen hij de tijding kreeg, had mr.
Trump werkelijk het gevoel gehad, dat het
goed was te leven; 't was, zei hij, een gul
den dag geweest. Mijn dag, gisteren, was
ook een gulden dag en om redenen, die
dat durf ik mij verbeelden beter zijn dan
die van mr. Trump.
Maar eerst moet ik je wat meer vertellen
van mijn vriendschap met Rossett; deze is
snel aan het groeien, 't Is niet zoo, dat hij
aan mij behoefte heeft, maar meer zoo, dat
hij behoefte heeft aan een soort van vat,
waarin hij een stroom van dronken, zelfvol
daan, hevig egoïsme kan laten afvloeien. Ik
heb nooit van zijn leven zoo'n onverdraag
lijken egoïst leeren kennen. Ieder, die eenig
karakter heeft, is natuurlijk een egoïst, en,
wanneer het karakter wat beteekent, kan je
dat egoïsme vergeven, en je er zelfs over ver
heugen, maar het afschuwelijkste, dat er in
de wereld is, is een egoïsme zonder karakter.
Rossett is geen persoonlijkheid; hij is alleen
maar een geweldige, overloopende massa
van hartstochten, wreedheden en domheden,
maar behalve deze heeft hij het pathos van
een dier, dat in een strik gevangen is.
Zijn bewegingen zijn als van iemand, die
hevige verborgen pijn lijdt, maar hij weet
niet waarom, hij weet inderdaad niets. Hij
gelooft, dat hij een prachtig creatuur is, een
soort van Gevangen Prometheus en, als hij
zich maar kan bevrijden, zal hij de wonder
baarlijkste dingen doen. Hij heeft een ver
achting voor ieder en alles; zijn woorden
vloed is vol van verhalen, hoe hij beter is
dan die of die.
Zijn eenige groote kwaliteit is zijn
liefde voor dezen grond, die hem iets van 'n
mysterie verleent, alsof hij een boom was,
die voortdurend in den storm staat, of een
huis, dat op het punt is van in elkaar te val
len, of een rivier, die tot een brullenden
stroom is geworden en zijn kracht voelt,
maar niet weet, wat er mee aan te vangen.
Ik geloof, dat hij hoe langer hoe wanho-
pender wordt, ten deele omdat hij van drank
is doortrokken, ten deele omdat hij allerlei
soort van financieele moeilijkheden heeft en
geen uitweg ziet, ten deele ómdat hij zich
werkelijk verlaten gevoelt, op dezelfde ma
nier als een dier in den dierentuin. Ik heb 'n
afkeer van hem en zou van hem weg willen
vluchten naar den versten uithoek der we
reld, ware Jean er niet, maar ik weet,
dat zij in een steeds toenemend gevaar is,
tengevolge van zijn buien en wildheid. Ik
heb het gevoel, dat het niet te laat is wan
neer er maar iemand was die de zorg ovei
hem op zich zou nemen; had hij geld genoeg
en 'n hem overdonderende geweldige vrouw,
die hem ordelijk en sober zou maken, dan zou
hij geloof ik, veranderen in een van die er
nog al goed uitziende, domme en pedante
oude heeren, die voldoend afgerost door een
hardvochtige vrouw, zoó getemd zijn, dat zij
een zeker soort maatschappelijk fatsoen heb
ben bereikt. Kon ik maar zoo'n vrouw vin
den, dan zou Jean vrij zijn!
En nu het groote feit van mijn leven. Eer
gisteravond, tusschen vijf en zes, op den
weg tusschen hier en Farthing Hall, praatte
ik met Jean! Ik liep opeens tegen haar aan.
men schijnt in dit geheimzinnige dal altijd
opeens tegen elkaar aan te loopep; zij liep
vlug en rende bijna tegen mij aan. Zoodra
ik mij bewust werd, dat zij het was, en merk-
het, dat zij het plan had mij voorbij te loo
pen, met een nogal stijf buiginkje en zon
der een woord, bleef ik vóór haar staan en
dwong haar stil te staan. Ik vertelde haar,
dat ik dagen er op gewacht had met haar te
spreken en dat ik met haar wou spreken en
toen ontdekte ik, dat, hoe zij het ook mocht
verbergen, zij blij was mij te zien. En toen
ik dat wist, was ik zóó gelukkig, dat de we
gen, het riviertje en de beschaduwde heu
vels omgetooverd werden in iets wonder
baars. Ik verloor mijn hoodfd niet, ik zei geen
van de dingen, waarop ik mij dagen lang
had voorbereid, om ze haar te zeggen; al
leen daar en toen, zonder veel woorden, ver
telde ik haar, dat ik haar, van het eerste
oogenblik af, dat ik haar in den schouwburg
zag, had liefgehad, dat ik haar met opzet
gevolgd was, dat ik mij er niet over schaam
de het te doen en dat zoo lang ik voelde, dat
ik van eenig nut voor haar kon zijn, ik in
haar nabijheid zou blijven, of zij het prettig
vond of niet, dat ik haar niet hinderen of
verontrusten wou, maar dat ik er was en er
wilde blijven.
Zij zei geen onnoodige dingen, geen onzin,
dat ik bijvoorbeeld brutaal was, dat zij aan
haar vader zou vertellen, dat ik een schurk
en een bandiet was, niets van dien aard. Zij
zei eenvoudig, dat ik mijn tijd verknoeide,
dat zij, zooals ik wist, geëngageerd was, dat
zij van niemand hulp noodig had, dat het
haar speet, dat ze laat was en gaan moest.
Ik vroeg haar toen of zij zooveel vrienden
had, dat zij 't zich veroorlooven kon 'n goe
den te verliezen. Zij antwoordde, terwijl ze
erg vlug sprak, maar mij aankeek met een
wonderlijk soort vriendelijkheid, alsof ze
blij was, ondanks haar zelf, dat ik gezegd
had wat ik zei, dat het leven hdar geen ge
legenheid gaf om vrienden te maken, dat
zij mij erg bedankte en hoopte, dat ik niet in
zoo'n stille plaats, zonder dat het nut had,
zou blijven. Ik antwoordde, dat het niet
zonder nut was, en dat, zoolang zij daar
was, ik er ook zou zijn. Zij zei toen iets, dat
voor mij zóó prachtig was om te hooren,
dat ik het, sindsdien, steeds bij mijzelf her
haald heb. Haar woorden waren ongeveer
zoo: ,,'f is voor ons hopeloos om vrienden
te zijn; ik had soms behoef ie er een te heb
ben, maar lang geleden realiseerde ik mij,
dat ik, wat ik te doen heb, alleen kon doen
onder zekere voorwaarden. U weet niets van
mij af, U zoudt mij heelemaal niet belang
rijk vinden, indien u mij beter kende en u
moet mij niet beter leeren kennen. Maar ik
zou graag willen zeggen - ik heb sinds
gisteravond steeds gewenscht het te zeggen
dat het heerlijk was dat iemand tegen
mij sprak, zooals u het deedt. Ik zal hét
nooit vergeten, en zal u altijd dankbaar
zijn, maar, als u het voelt, zooals u zegt, als
u werkelijk mij wenscht te helpen, laten we
elkaar dan, als het u blieft, niet meer zien.
Als u mij wenscht te helpen, ga dan morgen
weg en vergeet mij, er is heelemaal geen
hoop op iets anders".
Toen keek ze mij aan, alsof zij mij werke
lijk voor het eerst zag en behoefte had zich
mij in haar geheugen te prenten. Het was
donker, en we konden elkaar slechts met
moeite zien. Ik zei alleen: „wat u mij vraagt
is onmogelijk, maar ik zal u niet hinderen, ik
zal alleen wachten tot u mij noodig zult
hebben". Daarna gingen wij uit elkaar. Be
grijp je nu, waarom ik gelukkig ben?
Je toegenegen MARK.
(Wordt vervolgd
Een demonstratie.
Omdat zij verstijfd was door rheumatiek
„Drie maanden geleden," schrijft een
verpleegster, „wa6 ik volkomen verstijfd
door rheumatiek. Het was inderdaad
zoo erg, dat wanneer ik op een divan of
bed ging liggen om te rusten, ik niet
meer op kon staan of twee menschen
moesten me helpen, en mijn voeten
moesten opgetild worden om ze op een
stoel te leggen. Ook heb ik drie keer een
leelijken val gedaan, toen ik eens alleen
uitging. Mijn linkerbeen, van de heup
af naar beneden, leek geheel onbruik
baar te worden. Op 't laatst moest ik
met iemand loopen en nog een stok ge
bruiken. Ik placht uren lang in mijn
kamer te zitten huilen, omdat ik niet
werken kon, en ten slotte kon ik zelfs
mijn eigen haar niet meer doen. Een
kennisje bezocht me eens en zei: „Oh,
zuster, probeer toch eens Kruschen
Salts!" Ik liet dadelijk een flacon ha'en
en 't resultaat is eenvoudig wonderlijk.
Nu kan ik allerlei dingen doen, die ik
drie maanden geleden niet kon. Ik kan
loopen, dansen, springen en weer echt
van 't leven genieten." Zuster M:
Enkele ingrediënten van Kruschen
Salts drijven het overtollig urinezuur,
de oorzaak der rheumatiek, uit het
lichaam.
Andere zouten in Kruschen voorkomen
dat dit kwaadaardig zuur zich ooit weer
in Uw organisme kan ophoopen. Kru
schen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten 0.90
en 1.60 per flacon, omzetbelasting in
begrepen. Let op, dat op het etiket op de
flesch zoowel als op de buitenverpak
king de naam Rowntree Handels.. Maat
schappij Amsterdam voorkomt
De feestavond van „Eensge
zindheid".
'Woensdagavond gaf het fanfarecorps
„Eensgezindheid" voor een volle zaal
de jaarlijksche uitvoering. Dat was in
derdaad zoo, want jong Eensgezindheid,
het jongste jeugdclubje zou een paar
nummers geven en daarna zou hun een
vaandel worden aangeboden. Tot goed
begrip van een en ander zij gemeld, dat
Eensgezindheid twee jeugdcorpsen
heeft, waarvan de jongste, bestaande uit
19 leden maar een 10 weken oefent.
Doch directeur Meijns is een wonder-
mensch die ons groote corps in de eere-
afdeeling bracht, de andere jeugdclub
met reuzenschreden doet vooruit gaan
en zoowaar is geslaagd om bij deze kin
deren (kinderen van 10 12 jaar) als
muziekkennis bij te brengen. Alles bijeen
genomen was het een feestavond en de
heer W. Bruul, die den avond opende,
glunderde toen .orize hoop daar zat,
want 't is bekend welk warm hart hij
„Eensgezindheid" toedraagt.
De heer BruuL bracht .dank aap zoo-
velen die Eensgezindheid steunen. Toen
het vorig jaar de" tweede jeugdgroep
werd opgericht moesten er instrumenten
zijn. Ja, hoe aan geld te komen? Maar
weer een beroep op de burgerij doen?
Ja, want er was geen andere oplossing
en het resultaat der collecte heeft de
verwachting verre overtroffen, waarvoor
spr. dank bracht. Daarna releveerde
spr. de werkzaamheden over het afge-
loopen jaar en de behaalde prijzen welke
van dien aard zijn dat men in de afdee
ling uitmuntendheid is overgegaan Zich
tot de jongelui wendend, zeide spr., dat
hij voor hun een verrassing heeft. Een
vriend biedt een „eigen" vaandel aan
en de eerste een eerste prijs en een me
daille te Halfweg behaald, hangt er
reeds aan.
De Heer G. Wilbrink, die daarvoor een
spontaan applaus ontving, zette het
mooie vaandeltje in den standaard. Het
vaandel, waarop met goudletter „Jong
Eensgezindheid" staat en waarboven
het wapen van Hoiloo, op donkeren ach-
tergroqd is geborduurd, is zeer fraai.
De heer Bruil bracht den heer G Wil
brink dank. Zonder een der vrienden van
Eensgezindheid te kort te doen meende
spr. toch een woord van dank te moeten
brengen an Jan Kilmbrink, wien ook
niets te veel is en die zich met hart en
ziol geeft voor het jeugd corps. Na een
bijzonder dankwoord van den heer A.
Meijus, directeur, kon het spel beginnen.
De avond werd gevuld met muziek van
het corps en Jong Eensgezindheid. Het
viel ons op hoe de eerste jeugdclub is
vooruit gegaan. Over ons corps kunnen
we wel zwijgen. De groote aandacht
waarmede men de nummers volgde (en
welke zware nummers) was het beste
bewijs hoe men hun werk op prijs stelt.
Na afloop was er bal.
'In ons bericht over het bedanken
van den heer Joh. J. Vahl als raadslid
hebben we gezegd dat we niet zoo ze
ker waren van den steun der chrtetelijk-
historischen. De christ. hist. kiesver-
eeniging maakt ons er op attent dat dit
onjuist is. Dit is inderdaad zoo, we be
doelden de anti-revolutionnairen. Ook
maakt men ons er op attent dat de heer
Vahl in 1931 heeft gezegd dat het de
laatste keer was dat hij zich herkiesbaar
stelde.
SCHAGEN
Bond voor Staatspensionneering.
ANDIJK