HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI. fffoiHüciaat TUemm STOMPETOREN UITGEEST Wit-Gele Kruis. overheidsdienst in de steden, werden door spr. tegenover elkaar gesteld. Spr. gispte de houding der regeering, aangenomen in het 60 millioenenplan, waar de stedeling 60 et. per uur verdient, terwijl een boerenarbeider 23 ct. per uur krijgt Minister Marchant, vroeger een voorstander van afvloeiing in het ambtenarencorps, nam zelf mr. van Poelje tot hulp, wiens loon hooger is dan dat van zijn patroon. Op een verwijt daaromtrent uit de Tweede Kamer antwoordde de minister, dat men dat recht zou kunnen maken, door 's ministers eigen salaris te verhoogen. Spr. achtte het gelukkig, dat via de stemmen uit het volk de regee ring aanstalten maakt, om de cumulaties van functies en pensioenen tegen te gaan. Droeve beelden schilderde spr. van boeren uit zijn omgeving, door wie de sociale wetgeving, als zegelsplakken, niet uitge voerd kan worden. Hij vroeg zich af, wat er van ons volk zou worden, indien men den grond maar braak liet liggen. Ieder boeren bedrijf zou dan een werkobject van den staat kunnen worden. Boeren houden over het algemeen vol, totdat ze totaal uitgeput zijn, dikwijls een geheele familie hebben meege sleept in hun val. Spr. had een reden beluisterd door de radio, waar mijnheer Oud heel anders sprak dan minister Oud in de Kamer bij de be- grootingsdebatten over den steun aan de boeren. In een open brief aan dr. Colijn is er Jeschermd met de 200 millioen steun, e vraag rees daarin op, of dat wel gerecht vaardigd zou zijn, daar het een looden last was. Die categorie tegenstanders krijgt steun van den Christelijken Werkgeversbond. De regeering heeft gezegd, niet verder te kunnen gaan, dan zooveel mogelijk de be drijven in stand te houden. Spr. laakte de houding van de pachtheeren en hypotheek houders, waardoor kleine bedrijfshouders ten gronde gaan. De boer kan niet laten ver dienen, waardoor de ambachtslieden worden gedupeerd, met als natuurlijk gevolg achter uitgang van de winkeliers, bakkers en slagers. Spr. eischte dan ook voor allen een redelijk bestaan, wat bij den boer moet beginnen, daar hij de harteklop der wereld is. In oorlogstijd wist men drommels goed, dat de producten van het land onmisbaar waren, nu was het plicht, de bevolking van het land de helpende hand te bieden. In 1933. het jaar met zoo'n groot werkloozencijfer, waarin de armoe hoogtij vierde, zoodat het aantal zelfmoor den ontzettend steeg, zag men tevens groote hoeveelheden levensmiddelen naar de mest vaalt verhuizen. Toen in 1932 de Tarwewet in werking trad, werden er vele centrales opgericht. Spr.'s bedenking daartegen bleek juist, en hij achtte het de verdienste van den heer Smit, wiens optreden, in Drente vooral, zooveel succes had. De economische conferentie in Londen, waar minister Colijn Nederland ver tegenwoordigde, was een mislukking ge bleken. Alle landen sluiten zich op in de economische eenheid, daarom zag spr. al leen een uitweg om de productiemogelijkheid hier zoo op te voeren, dat export bijna niet noodig is. De heer Smit bouwde daar zijn programma uit op. Na lange studie had spr. zich daarbij aangesloten. Vooral de uitbreiding van den graanoogst, en den bouw voor de suikerproductie noemde spr. van groot belang, al botste hij hierbij op de meening van de K. v. K. en het Kamer lid Schilthuis. De margarine-industrie wilde spr. bestrijden, de boter van eigen bodem te gebruiken, achtte hij den juisten weg. Veel grond zal gescheurd moeten worden. De heer Louwes had reeds voorzichtiger dan spr. iets in dien geest uitgelaten. De heer van Rappard vroeg daarbij de regeeringshulp. De minister was van mee ning, dat men op dat gebied moeilijk controle kan uitoefenen, doen spreker, die wist, dat alle boeren geen engelen zijn, zag in hen ook niet enkel bedriegers. Hij zag in hoogere invoerrechten op het graan de eenige manir om aan geld te komen, waar mee de veehouders kunnen worden gehol pen. Moeilijkheden zijn er. Er is geconfe reerd met lieden van allerlei richtingen in het Parlement, het succes bleek uit het ant woord van minister Colijn over de groote rompslomp van bureaucraten, dat hij 40 had opgeruimd op één crisisbureau. Spreker vroeg zich af, hoe het er daar had uitgezien. Tot slot vroeg spreker, alle hoofden bij elkaar te steken en luide stem te laten hooren in het Parlement, en met hart en ziel te pleiten voor de hulp, die de boeren stand noodig heeft. De hr. Buhrmann vroeg of spr. niet dacht dat tegenover uitbreiding van graanbouw ook die van hakvruchten moest komen, wil de men op technische gronden niet stranden. De heer C. Groot en C. Molenaar vroegen of hooger invoerrechten op graan de vee teelt niet nog meer zouden drukken. Het antwoord dat de heer Welleman op de eerste vraag gaf, was ontwijkend vaag, en daardoor gevoelde de heer Burhmann zich onbevredigend. De hr. Welleman wees daarna op een polder waar het wel ging, doch de heer Buhrmann antwoorade daarop, dat de graanoogst daaronder had geleden in die streek, waarop prompt het antwoord volgde dat het afgewacht moest worden. Spreker zag geen bezwaren in hoogere invoerrech ten, kon echter geen precies bedrag noèmen. Tot slot dankte de voorzitter, de heer van de Laan, den spr. en wekte de lieden op, zich aan te sluiten bij den bond van „Boe ren en Maatschappij WIERINGERWAARD. 'De afd. Wieringenvaard van de H. M. v. Landbouw vergaderde Vrijdagmiddag onder leiding van den heer P. Visser Az. in het lokaal van den heer H. v. d. Woude. Gememoreerd werd dat de toestand In den landbouw nog zeer nijpend is. De wensch werd uitgesproken dat 1935 eenige lichtpunten zal brengen zoodat we ons wat ruimer kunnen bewegen. De voorzitter deelde over een loonre geling mede, dat een collectief contract tot etand is gekomen tusschen eenige werkgevers en werknemers. De werkge vers hebben een afschrift daarvan ge kregen. Bij de vele ingekomen stukken was een circulaire van Landbouw en Maatschappij, waarbij een bijdrage werd verzocht voor het J. Smidsfonds. Het bestuur adviseerde daarop niet in te gaan als zijnde bij ons niet aan het juiste adres. Op een vraag van den heer Daan Kaan op welke motieven ant woordde de voorzitter dat de Holl. Mij, een en al landbouw en maatschappij is. Van den heer Raap te Anna Paulowna is bericht ontvangen dat de heer P. Visser Az. dit jaar aan de beurt van af treding is als vertrouwensman. De heer Visser werd weer met algemeene stem men als zoodanig aanbevolen. De heer Viseer dankte voor het in hem gestelde vertrouwen. Een circulaire van de commissie ter verbetering van melkwinning in Noord holland werd in handen gesteld van het bestuur der Volharding. Van het hoofdbestuur was nog een cir culaire ingekomen betreffende het aan stellen van een zaakvoerder, die orders kan aannemen voor een werktuigenbu reau dat coöperatief kan leveren. Hier over ontspon zich een zeer breedvoerige discussie. Volgens den voorzitter zit er een zwarte kant aan. De Middenstand wordt daardoor uitgeschakeld vooral omdat het niet alleen bij landbouwwerktuigen blijft. Zelfs wollea dekens kan men door d'e tusschenkomst bestellen. Door het hoofdbestuurslid, den heer Koster, werd toegelicht hoe men er toe gekomen is dit in 't leven te roepen. Het is uitgegaan van Friesland, waar men twee prijscouranten heeft laten maken, welke soms een verschil aangaven van 30 De middenstand heeft een beschut bedrijf en dat hebben de landbo uvers niet Ten slotte werd met één ster. tegen besloten de alhier bestaande aankoop- vereeniging als zaakvoerder op te geven. De heer Koster gaf nog in overweging vooraf een regeling te maken omtrent de betaling. De rekening van den penningmeester was in orde bevonden. Wat de afdeeling betreft waren de ontvangsten 450.62, uitgaven 408.05, batig saldo 42.57. De aankoopvereeniging gaf de volgende cijfers: ontvangsten met inbegrip saldo vorig jaar 951.49, uitgaven 87738, batig saldo 74.08. Als afgevaardigden naar de te houden algemeene vergade ringen werden gekozen voor afd. land bouw de heer P. Visser Az. en afd. vee houderij de heer Daan Kaan. Bij de rondvraag zeide de heer Rade maker, dat hij met genoegen heeft ge zien dat het water gisteren zoo erg laag was en vroeg het oordeel van de verga dering om aan het polderbestuur te ver zoeken gedurende den winter het water steeds op dezen stand (2.80) te houden. Op een vraag van den heer P. Blaau- boer, hoe de heer Haringhuizen als dijk graaf hierover denkt, zeide deze dat hij zich hier in deze vergadering daarover nist kan uitlaten. Na uitvoerige b> spre kingen werd het vooretel van den heer Rademaker met een stem tegen aange nomen. Met een woord van dank aan de afgetreden bestuursleden en den wensch dat allen Dinsdag bij gelegenheid van den te houden praatavond door den heer Lienesch present zullen zijn, werd de bijeenkomst gesloten. DE RUNDVEETEELTREGELING VOOR 1935. Ingaande 1 Maart a.s, In de Staatscourant zal dezer dagen een besluit van den minister van economische za ken worden gepubliceerd, waarbij is be paald: 1. dat het „Reglement Rundveeteeltregeling 1934" ten aanzien van de toewijziging van runderen van 1 Maart af niet meer van toe passing zal zijn II. als regelen, bedoeld in artikel 4, lid 3, van het Crisis-Rundveebesluit 1934 I, voor het tijdvak, aanvangende met ingang van 1 Maart aa. en eindigende op nader door ge noemden minister te bepalen tijdstip, vast te stellen het „Reglement Rundveeteeltregeling 1935", zooals dat bij deze beschikking is ge voegd. Aan dit Reglement Rundveeteeltregeling 1935. is ontleend: Artikel 1 bepaalt o.m., dat in dit reglement wordt verstaan onder „Stierkalveren": man nelijk rundvee, al dan niet gecastreerd, val lende binnen de in artikel 3 van het Crisis- Rundveebesluit 1934 I bedoelde gewichts- grenzen; „Vaarskalveren'': vrouwelijk rund vee, vallende binnen de in artikel 3 van het Crisis-Rundveebesluit 1934 I bedoelde ge- wichtsgrenzen. De gewichtsgrenzen zijn dus gehand haafd. Artikel 3. 1. Voor iederen georganiseerde bij één der Gewestelijken stelt het bestuur der Gewestelijke vast het aantal hem toe te wijzen vaarskalveren en het aantal hem toe te wijzen niet geregistreerde stierkalveren, zulks in overleg met de districtscommissie, binnen welker district de betrokken georga niseerde zijn bedrijf uitoefent. 2. Wanneer blijkt, dat een georganiseerde geen gebruik heeft gemaakt van eenige hem door de Centrale gedurende het door haar te bepalen tijdvak geboden gelegenheid tot het aan die Centrale, ter door haar daartoe aangewezen leveringsplaats, ter afneming aanbieden van een door haar aangewezen aantal runderen, vervallen van rechtswege de toewijzingen aan dien georganiseerde, krach tens het eerste lid van dit artikel van dit re glement vastgesteld voor zoover betreft een aantal vaarskalveren, en, zoo noodig, boven dien een aantal niet geregistreerde stierkal veren, te zamen gelijk aan het aantal runde ren, ten aanzien waarvan geen gebruik is ge maakt van de gelegenheid tot aanbieding als vorenbedoeld. 3. Het aantal kalveren, ten aanzien waar van toewijzingen, ingevolge het bepaalde in het vorige lid van rechtswege zijn vervallen, kan door het dagelijksche bestuur der gewes telijke niet aan eenigen anderen georgani seerde worden toegewezen. Artikel 4. 1. Het dagelijksche bestuur der Centrale stelt, met inachtneming van het be paalde in de volgende leden van dit artikel, onder goedkeuring van den minister van eco nomische zaken, de regelen vast, overeen komstig welke de dagelijksche besturen der gewestelijken de rundveeteelt bij eiken rund veehouder dienen te beperken. 2. Bij grootere rundveestapels kan de teelt naar verhouding meer beperkt worden dan bij kleinere. 3. Bij rundveestapels van bedrijven, ten aanzien van welke de rundveeteelt als "en onmisbaar dee! kan worden aangemerkt, wordt naar verhouding de teelt niet zoo zwaar beperkt als bij rundveestapels van andere bedrijven. Geregistreerde stierkalveren. Artikel 5. 1. Boven de voor elk gewest vastgestelde aantallen mogen door de dage lijksche besturen der gewestelijken gere gistreerde stierkalveren worden toegewezen, mits: le. de moeders van die atierkalvercn vol doen aan de volgende productie-eischen die bij den bekenden tabel zijn vastgesteld Het onderschrift van dezen tabel luidt: bovenstaande eischen gelden bij een gemid deld vetgehalte van 3.20 pCt. of meer. Voor koeien met 3 tot 3.20 pCt. vet in de melk wordt voor elke 0.01 pCt., dat dit vetgehalte minder bedraagt dan 3.20 pCt., met inachtne ming van den leeftijd en den duur der lacta- tie-periode, het minimum aantal kilogrammen melk met 30 K.G. vermeerderd. Lijsten met een lager gemiddeld vetgehalte dan 3 pCt. zijn altijd onvoldoende. 2e. ten aanzien van die moeders, ten minste de, zoo noodig naar beneden tot een geheel getal afgeronde, helft der melklijsten, welke aanwezig kunnen zijn, berekend van de eerste maal, dat het betreffende dier in controle was, aan de gestelde minimum-eischen vol doet, met uitzondering van moeders, welke nog geen volledige melklijst hebben, in welk geval beide grootmoeders aan bovengenoem de productie-eischen moeten voldoen, of uit de nog niet afgesloten melklijst der moeder dient te blijken, dat het aantal K.G. melk, door deze moeder gedurende de eerste 100 dagen der loopende lactatie-periode gepro duceerd, ten minste gelijk is aan de helft van het aantal K.G. melk, dat ten aanzien van koeien van gelijken leeftijd voor een periode tot 301 dagen en bij een vetgehalte van 3.20 tot 3.30 pCt. verlangd wordt, en voorts met uitzondering van moeder als tweedekalfs- koeien, welke slechts één, door bijzondere omstandigheden niet aan de meergenoemde eischen voldoende, melklijst hebben, in welk geval alle, ter beoordeeling van den Hoofd controledienst op de melkcontrole in de be treffende provincie, normale lijsten van beide grootmoeders, welke aanwezig kunnen zijn, gerekend van de eerste maal, dat de betref fende dieren in controle waren, aan die eischen moeten voldoen. 3e. voor wat betreft stamboek-stierkalve ren, de vaders zijn stamboekstieren. 4e. voor wat betreft fokvereenigings-stier- kalveren, de vaders zijn ófwel stamboekstie ren, ófwel stieren, ten aanzien van welke vanwege een der provinciale commissiën voor de bevordering van Rijkswege van de veefok kerij een premie werd toegekend, dan wel werd verklaard, dat zij premiewaardig zijn. 2. Ten aanzien van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde productie-eischen zal, in alle onder 2e omsdireven gevallen, met het in aanmerking nemen van 5 achtereenvol gende melklijsten volstaan kunnen worden. Erkende rundveestapels. Artikel 6. 1. Boven de voor elk gewest vastgestelde aantallen mogen door de dage lijksche besturen der Gewestelijke vaarskal veren worden toegewezen aan eigenaren van veestapels, welke daartoe door de Centrale, gehoord het advies der betrokken Geweste lijke, voor het loopende kalenderjaar zijn er kend. 2. Om voor de in het vorig lid van dit ar tikel bedoelde erkenning in aanmerking te ko men, zal de betreffende veestapel moeten vol doen aan de te zijnen aanzien hierna te om schrijven eischen: a. de fokveestapel bestaat uit dieren, welke tot hetzelfde slag behooren en voor een naar het oordeel der Centrale voldoend deel zijn ingeschreven in een der registers van een Rundveestamboek, in artikel 1 onder 5e ge noemd; b. gedurende ten minste een naar het oor deel der Centrale voldoend aantal kalender jaren, onmiddellijk voorafgaande aan het loopende kalenderjaar, en gedurende het loo pende kalenderjaar tot het tijdstip, waarop erkenning werd aangevraagd, een geregeld toegepaste melkcontrole in voldoende mate heeft plaats gehad c. gedurende ten minste een naar het oor deel der Centrale voldoende aantal kalender jaren, onmiddellijk voorafgaande aan het loopende kalenderjaar en gedurende het loo pende kalenderjaar tot het tijdstip, waarop erkenning werd aangevraagd, voor den ge- heelen fokveestapel regelmatig gebruik ge maakt is van stamboekstieren. 2e. voor wat betreft een fokvereenigings- veestapel, soortgelijke eischen, met dien ver stande. dat voor den geheelen veestapel re gelmatig gebruik gemaakt is van stamboek stieren of van stieren, ten aanzien van welke vanwege een der provinciale commissiën voor de bevordering van rijkswege van de veefokkerij een premie werd toegekend, dan wel werd verklaard, dat zij premiewaardig zijn; 3e. voor wat betreft een tuberculose-vrijen veestapel, o.m. dat de betrokken georgani seerde lid is van een door de Centrale erken de rundertuberculosebestrijdingsorganisatie. 3. Indien eenige georganiseerde voor een erkenning van zijn veestapel, als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, in aanmerking wenscht te komen, zal deze georganiseerde bij de betreffende Gewestelijke 20 moeten storten, van welk bedrag, indien voornoem de erkenning niet wordt verleend, of aan dezen georganiseerde geen identiteitsbewijs voor eenig, boventallig aan te houden, vaars- kalf wordt verstrekt, 15 zal woeden ge restitueerd. Toewijzing krachtens dit artikel mag niet plaats hebben en vervalt indien zij reeds is geschied van rechtswege ten aanzien van iederen georganiseerde, die blijkt niet te hebben gebruik gemaakt van eenige gelegen heid tot aanbieding als in het 2e lid van art. 3 bedoeld. Artikel 7 regelt de erkenning als runder- tuberculosebestrijdingsorganisatie. Artikel 8 regelt de tot de Gewestelijken te richten aanvragen tot een toewijzing van in artikel 6 bedoelde vaarskalveren. Artikel 9 regelt de vereischten, waaraan de in artikel 6 bedoelde vaarskalveren moe ten voldoen. NIEUWE NIEDORP. Een algemeene vergadering van deel hebbers van het Onderling Veefonds werd gehouden in Prins Maurits te N. Niedorp. De voorzitter, de heer D. Pool, opende met een woord van welkom en hoopte, dat de besprekingen van aangenamen en zakelijken aard zullen zijn. De totale ontvangsten hebben bedragen 4400,01 en de uitgaven 4297,03, saldo 102,98. Opgemerkt werd evenwel, dat in dit saldo is begrepen de nog achterstallige omslag over het afgeloopen jaar. Alles werd in de volkmaaktste orde be vonden. De rekening werd goedgekeurd. Vervolgens werd het jaarverslag gelezen. Aan 10 omslagen werd ontvangen ƒ2913,10. Afgekeurd werden 28 koeien en 1 hokkeling. waarvan 3 stuks werden afgekeurd voor de consumptie, totaal opbrengst 1303,96 Aan kosten van opname werd ontvangen ƒ50. Naar de verwerkingsinrichting te Schagen zijn gegaan 5 stuks, waarvan goedgekeurd 2 stuks. De totale opbrengst was 132,50. In totaal werd aan schade uitbetaald 3595,61. Aan veearts, deskundige hulp bij 't kalven, salarissen, drukwerken e.d. 701,42. De omslag over de laatste vier jaren is ge weest: 4,55, f 5,60, 5,60 en in 1934 6,80. Verzekerd waren gemiddeld 389 koeien, 67 hokkelirtgen en 67 kalveren; het vorig jaar 408 koeien, 91 hokkelingen en 75 kalveren. Op 1 Januari 1935 waren ingeschreven 433 koeien en 56 hokkelingen, op 1 Januari 1934 441 koeien en 77 hokkelingen. Aantal deelhebbers op 1 Jan. 19331934 en 1935 was steeds 71. Door den heer Silver is bij 19 deelhebbers deskundige hulp verleend bij 't kalven. Voor het verslag werd den secretaris, den heer Hart, dank gebracht. Hierna las de secretaris het door den vee arts Rempt samengestelde critisch versl van de door hem behandelde en afgekeur dieren voor. Toen de heer Rempt ter verga dering kwam, nam deze zelf de voorlezing ter hand. Een en ander gaf een keurig over zicht, waarin tevens verschillende aanwij zingen werden gegeven, die bij navolging zeer zeker in het belang van 't fonds zullen zijn. De aanwezigen toonden door groote aandacht hunne belangstelling voor dit ver slag. Na lezing werden tot den samensteller waardeerende woorden gericht. In plaats van den heer Nieuweboer werd tot rekeningcommissielid aangewezen de heer C. Groot Jz. De heer R. Mijts, periodiek af tredend als commissaris, werd met groote meerderheid van stemmen herkozen en nam zijn benoeming wederom aan. In de rondvraag werd druk besproken hoe te handelen bij verschennselen van strepto- coccen en wat het meest in 't belang van het fonds is. De heer Rempt zeide, dat de behandeling niet zoo eenvoudig is. Zeer veel melken en wanneer er verder veel zorg ook op het ge bied van zindelijkheid aan wordt besteed, dan is succes niet buitengesloten. Het blijft echter een leelijk verschijnsel. Ook de stalinspectie werd besproken. De commissarissen werd op het hart gedrukt, dat zij oo zindelijkheid e.d. toch uiterst goed toezien. Waar het niet wenschelijk wordt ge acht. deze zaak verder in het openbaar te be spreken, heeft een en ander toch de volle aandacht van de commissarissen. Hoewel voor een soepele toepassing wordt gevoeld, werd het toch raadzaam geacht wat den nog achterstalligen omslag betreft, dien niet te lang te laten oploopen om stroppen voor het fonds te voorkomen. De wensche- lijkheid werd besproken, om wanneer een der deelhebbers met t.b.c.-vrijen stal koeien te koop heeft, deze zooveel mogelijk onder de deelhebbers te verkoopen. Nog werd medegedeeld, dat wanneer tas- schentijds een beest wordt jpkocht, dit na tuurlijk onmiddellijk moet worden aangege ven. Hiervoor worden echter geen kosten van opname gerekend. Ten slotte werd besproken de mogelijkheid om te komen tot verlaging van den omslag. Hoewel nogal eens wordt gemeend, dat de omslag hoog is, kan zulks vergeleken bij vele andere fondsen toch weer worden tegenge sproken. De heer Rempt zeide althans met meerdere fondsen kennis te hebben gemaakt, die meest al duurder zijn. Men zou kunnen verlagen door geen vrijen veearts en vrije deskundige hulp bij 't kalven meer te geven. De vergadering gevoelde er echter niets voor dit af te voeren. Tot een algeheele oplossing over dit punt kwam men niet. De voorzitter sprak den wensch uit, dat een volgend jaar wat minder dieren verloren zullen gaan, wat natuurlijk den meesten in vloed op den omslag heeft en sloot met dank voor de aangename besprekingen. WARMENHUIZEN Van bol en bloem. Door tusschenkomst van den L.T.B. was de Haarlemsche veiling N.V. bereid gevonden deze film te vertoonen in het Patronaatsge bouw. Nadat de voorzitter van den LT.B. allen het welkom had toegeroepen hield de heer Schrama, directeur van de Haarlemsche veiling, een inleidend woord. De zaal was tot in alle hoeken gevuld, wat zeker een voldoe ning was zoowel voor den heer Schrama en zijn helpers als voor het bestuur van den L. T.B. Alle leden en ook vele niet-leden, welke bollen verbouwen, waren aanwezig. Het ge sproken woord tijdens de film viel bij het pu bliek zeer in den smaak en bracht de stem ming erin. Bij t einde besprak de heer Schrama het misverstand wat bij velen bestaat over de Haarlemsche veiling N.V. en de Coöperatieve veiling in liquidatie. De heer W. Dekker dankte de aanwezigen voor de talrijke opkomst, gaf in overweging de gesproken woorden ter harte te nemen en hoopte, dat de aanwezigen door deze film meer liefde zullen krijgen voor onze mooie Hollandsche bollen en bloemen. HEEMSKERK. Jaarvergadering Bloembollenculuur. De leden onzer afdeeling kwamen Woens dagavond in „Flora" bijeen. Tijdens de opening herdacht de voorzitter in gevoelvolle woorden het overlijden van wijlen den heer W v. d. Laan, doch tevens begroette hij op enthousiaste wijze de as. tentoonstelling „Flora". Een verzoek om steun werd voorgelezen van de Hillegomsche aH. inzake onze gulden op gelijk peil te brengen met het pond. Zulks met het oog op onze Engelsche handel. Uit het financieel verslag bleek, dat het kassaldo even 6G bedroeg. De periodiek aftredende bestuursleden, de heeren C. v. Duivenvoorde, P. de Vries Thz en P J. v. d Ploeg zagen hun mandaat her nieuwd. Tot afgevaardigden naar de a.s. Algem. Vergadering werden benoemd de leden H. Sinnege en P. J. v. d. Ploeg Jz., die vrij man daat meekregen. Ten slotte prees de heer H. Sinnege het denkbeeld om voor 1935 hem, die de meeste leden voor onze afdeeling zal aanwerven, een stoffelijk aandenken te geven. *Op do boerderij „Boomvrucht" van den heer C. Klerk Jz. te Stompetoren werd Donderdagmorgen een proef geno- n en met een vladerverdeeler, beschik baar gesteld door het Instituut voor landbouwwerktuigen en gebouwen te Wageningen. Deze kettingeg, welke een werkbreedte heeft van 2 Meter, is aan den bovenkant bezet met 2 mesjes voor het uittrekken van het mos, aan den onderkant zijn plaatjes aangebracht voor het verdoelen der vladen. Binnen kort zal de Hollandsche Maatschappij van Landbouw in samenwerking met het landbouwwerktuigenbureau een proef nemen met een mestverspreider, tevens hooischudder. 'Bovengenoemde vereeniging verga derde in het Gezellenhuis. Uit het ver slag van den penningmeester bleek, dat de ontvangsten bedroegen 1048.25, waaronder 91 als opbrengst van col» lecten in de kerk gehoudeu. Het batig saldo, na aftrek van de nog verschul digde zaalhuur, was 22.68. 135. Aan de andere zijde van het gebergte was een gtheele keten van rotsen die tot aan de zee liepen. Piet Prikkel en Drein Drentel stonden er vol bewon dering naar te kijken. Er was een bord op aangebracht waarop stond: „Pas op, gevaarlijk!" Ze begrepen ech ter niet wat er gevaarlijk kon zijn. 136. Plotseling echter zagen ze over den raad een s'aart verschijnen en een geweldig glibberig lichaam, voorzien van vinnen en een grooten visschenstaart legde zich ter ruste. „Het Zeemonster van Nagasaki", riepen belden uit één mond. Nu begrepen ze wat het bordje „pas op, gevaarlijk", beteekende.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7