Stad m Omgeving.
SeuMetm
Jladiopcogcainum o©-»©©®.
Volkenbonden Vrede.
HET GEHEIMZINNI6E LANDHUIS
8
Rede van inr. A. Koelma over de
beteékenis van het Saargebied en
over zijn indrukken van de stem
ming.
De vergadering van de afd. Alkmaar van
„Volkenbond en vrede" was gisteravond ook
toegankelijk voor niet-leden. Zeer zeker
daaraan was het te danken, daf een vrij
groot aantal beeren en ook verschillende
dames in De Unie aanwezig waren.
Mr. W. C. B o s m a n sprak een kort ope
ningswoord, waarin hij het een voorrecht
noemde, dat mr. A. Koelma, gemeentesecre
taris, zich bereid had verklaard te spreken
over het onderwerp: „Het Saargebied uii
volkenrechtelijk oogpunt", een onderwerp,
waarover hij bevoegd is te spreken, ook door
dat hij bij de volksstemming in dat gebied
voorzitter was van een der stembureaux.
Mr. Koelma aan het woord.
Mr. K o e 1 m a begon met te zeggen, dat
hij niet zoozeer over zijn eigen ervaring in
het Saargebied zou spreken als wel over de
vraag wat de Saar leert over de ontwikke
ling der vredesgedachte.
Het Saargebied, vooral de aangrenzende
landstreken (Elzas en Lotharingen) zijn in
den loop der eeuwen vaak het terrein ge
weest van botsingen tusschen Duitschers en
Franschen, volken waarbij Nederland ten
zeerste is geïnteresseerd, 't Was een strijd
tusschen de Oermaansche en Frankische cul
tuur.
Men mag hopen nu aan het einde daarvan
te staan, omdat Hitier zei, dat er geen grens-
geschillen met Frankrijk meer "zouden zijn
als de Saar bij Duitschland kwam.
Om de beteekenis van het Saargebied te
kunnen beoordeelen, moet men in het ver
leden blikken Spr. herinnerde aan den kruis
tocht van Godtfriedt van Bouillon, aan den
tijd van Karei de Groote, aan het overlijden
van keizer Maximiliaan en het kiezen van
diens kleinzoon Karei als opvolger, en an
dere geschiedkundige feiten, waarbij het tel
kens ging over de opperheerschappij over de
christenlanden, waartoe Frankrijk en
Duitschland beide zich geroepen achtten
Daarbij kwam de Rijnkwestie ter sprake, die
in de zeventiende eeuw door Frankrijk
ernstig werd aangesneden: het zette bij het
v rdrag van Munster den voet in het Saar
gebied en breidde er daarna geleidelijk zijn
macht en invloed uit, totdat het bij het ver
drag van Rijswijk weder terug moest trekken
en slechts het stadje Saarlouis hield. Later
kwam het heele Saargebied weer bij Frank
rijk.
Spr. herinnerde voorts aan het bewind van
een prins van Nassau over het Saargebied.
Na den val van Napoleon werd de situatie
veranderd en het Saargebied werd in 1815
Duitsch, den tegenstand van Frankrijk ten
spijt.
De latere Fransche keizer Napoleon 111
had aspiraties, die ten doel hadden de Fran
sche grens tot den Rijn te verleggen, maar
de oorlog van 1870 eindigde heel anders:
zelfs Elzas en Lotharingen moesten worden
afgestaan.
Zoo bleef de toestand tot 1914, toen de
groote oorlog uitbrak, welke eindigde met
tijdelijken afstand van het Saargebied en af
stand van Elzas-Lotharingen door Duitsch
land. Spr. ging een en ander uitvoerig na,
daarbij aanhalende wat bij het vaststellen
van een en ander betoogd werd, o.m. wat
Clemenceau daarbij opmerkte.
Spr. memoreerde, dat destijds door den
secretaris van den Amerikaanschen presi
dent Wilson gezegd werd. dat deze overeen
komst er een was van roof.
Frankrijk bereikte, dat het Saargebied ge
durende 15 jaren zijn rijkdom aan kolen zou
afstaan aan Frankfijk, naar den vorm een
succes voor dat land, maar, zei spr., in
wezen de grondslag voor een overwinning
van Duitschland.
Spr. ging na hoe de commissie, die de
regeering over het Saargebied moest uitoefe
nen, werd samengesteld, waarbij een verhou
ding met Duitschland niet uitgeschakeld
werd, het behield volgens eigen meening de
souverniteit over het gebied, hoewel het dat
recht niet kon uitoefenen.
Hiertegen werden bezwaren ingebracht,
volgens welke een dergelijke verhouding
staatsrechtelijk niet mogelijk is.
Thans, na de stemming van 13 Jan. J.L, is
het Saargebied Duitsch geworden.
Moet nu deze uitslag worden beschouwd
als het doorbreken van nieuwe opvattingen
in de samenleving der volkeren? Spr meen
de van ja. Het ideale van wereldvrede is nog
niet bereikt, maar toch is het wel vast, dat de
oude veete tusschen twee volken in het Saar-
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Prietsley, door H. A. C S.
33)
En nu als ik jonger of dommer
was, zou ik mij kunnen verbeelden, dat
Marjorie tegen den verkeerden man was
aangeloopen, en ik tegen de verkeerde
vrouw, en dat wij misschien maar even had
den rond te neuzen in een paar salons, om
andere menschen te vinden en zoo alles in
orde te krijgen. Maar ik weet, dat er voor mij
tenminste want voor haar kan ik niet
spreken zoo'n twijfelachtige troost niet
bestaat. Indien ik Marjorie niet redelijk-ge
lukkig kan maken, noch zij mij, dan is voor
mij, voor goed, iets gebroken. Je herinnert
je wat Conrad ergens zegt: „Wij leven zoo
als wij droomen alleen?" Ik dwaal door
dit huis, wandel naar de verdorrende bos-
schen en terug, met dien zin en het is een
zin in ieder opzicht die, meedoogenloos,
in mijn hersens dreunt. Er zijn tijden ge
weest, dat 't scheen, of ik noch alleen leefde,
noch alleen droomae, en nu vraag ik mij
verwonderd af, of dit maar de laatste en
grootste der illusies is, die verdwijnen moet,
of inderdaad man en vrouw slechts een paai
kussen in het donker kunnen wisselen, en
gebied niet is uitgevocht en. Da
is het resultaat van den Volkenbond. Wie zal
zeggen, wat er aan de wereld is bespaard ge
bleven door de beraadslagingen van Gene ver*
Volkenbond en vrede behooren bij elkaar.
Dat is ook de les van de volksstemming in
het Saargebied. (Applaus.)
Indrukken van de stemming.
Mr. L d e b o e r was eenigszins teleur
gesteld, omdat hij niets had gehoord ovei
indrukken van mr. Koelma in verband met
het plebisciet.
Mr. S c h e n k e v e 1 d sloot zich hierbij
aan, vragende om mededeelingen daarovei,
in het bijzonder over de kwestie van hef
Hitlerianisme in het Saargebied. waar toch
ook het socialisme en de rk kerk veel aan
hangers tellen, die hadden kunnen stemmen
voor behoud van den status quo. Zij hebben
dat blijkbaar niet gedaan, gezien de groote
meerderheid vóór Duitschland. Gebeurde dit
ondanks of dank zij Hitier?
Voorts vroeg spr. of Knox voortdurend lid
van de bestuurscommissie is geweest.
De heer H e r m e s vroeg een en ander
over de Nederlandsche mariniers, die naar
het Saargebied werden gedirigeerd bij de
volksstemming.
Mr. Koel ma verwees in zijn antwoord
naar den aanhef zijner rede Hij meende, dat
het onbescheiden zou zijn, als hij nog eens
over zijn persoonlijke ervaring sprak Maar
nu er nadrukkelijk om werd gevraagd, meen
de hij daaraan te moeten voldoen.
Wij voelden, dat er van een uitslag in de
richting van den status quo geen sorake zou
zijn. De Duitschers vonden, dat de bevolking
zelf de heele kwestie best kon oplossen, de
stemming was een gevolg van het veroor
deelde vredesverdrag, de aanwezigheid van
de vele buitenlanders als leiders der stem
ming was opgezet door wat de Duitschers
de „gruwel-campagne" noemden van de anti-
Hitlerianen in het buitenland. Aanvankelijk
waren de buitenlanders met weinig welwil
lendheid ontvangen, maar na een uiteenzet
ting van den toestand schikte men er zich in
Met de Nederlanders en Zwitsers had men
nog al vrede, maar met de Luxemourgers,
die immers Fransch spreken en pro-geal
lieerd waren in den oorlog, had men niet
veel op. In de stad. waar spr. had vertoefd,
waren de Nederlanders ontvangen met een
vriendelijk „Heil Hitier".
De winkels voor versieringsartikelen had
den het druk, aanvankelijk hoofdzakelijk met
den verkoop van groen, omdat er nog geen
vlaggen mochten hangen, maar toch reeds
twee dagen vóór het bekend worden van den
uitslag werd het stadhuis van Saarbrücken
versierd. Het bleek dus. dat men officieel
aannam, dat het gebied Duitsch zou worden
De meest optimistische verwachtingen dei
Saarlanders werden in dezen nog overtrof
fen: meer dan 90 was vóór Duitschland
De groote propaganda voor Duitschland
werd naar spr 's meening door dat land ge
steund. De propaganda voor Frankrijk was
veel minder sterk georganiseerd.
Spr. toonde eenige platen, zooals die door
Duitschers werden gebruikt, alsmede een
verkiezingskrant, terwijl hij voorts herinner
de aan het reeds in 1920 gedichte stemmings
lied. Het ging niet om vóór of tegen Hitier.
volgens me krant, maar over de vraag: al
of niet Duitsch? Van een Kulturkampf of
van concentratiekampen zou volgens de
Duitschers geen sprake zijn In het algeme»n
werden in het Saargebied de buitenlandschp
kranten als weinig waarheidlievend aange
merkt.
De stemming verliep pijnlijk nauwkeurig
zei spr. De bureaux warén samengesteld uit
Saarlanders, van het Duitsche en het Fran
sche front evenveel onder een neutraal voor
zitter. Zij en ook de plaatsvervangers waren
den heelen dag vol ambitie aanwezig, waar
uit wel bleek, dat zij beseften, dat het ging
om groote dingen en men elkaar geregeld
controleerde of in alles wel op de juiste voor
geschreven wijze werd gehandeld.
Spr. ging de regeling der stemming na:
de kiezerslijsten waren alfabetisch samenge
steld, de personen wier familienaam met de
zelfde letter aanving, moesten in één bureau
hun stem uitbrengen Om te bewijzen, dat
een kiezer had gestemd, moest deze zijn
paraaf plaatsen vóór het ontvangen van zijn
stembiljet en na het inleveren ervan. Spe
ciaal werd gelet op de identiteit der stem
mers, om te voorkomen dat onbevoegden aan
de stemming deelnamen; het vergelijken van
de foto's op de identiteitskaarten met de be
trokken personen zelve was echter niet goed
mogelijk gebleken. De stemming speelde zich
eigenlijk af vóór 4 uur in den namiddag.
Voorbeeldig, zelfs merkwaardig, was de stil
te, in de bureaux betracht door de stemmers,
wel een bewijs van hun overtuiging van den
ernst der zaakgeen enkele van de voorzit
ters der verschillende bureaux behoefde ge-
dan elkaar in het daglicht aanstaren, hun
schouders ophalen, en zich omdraaien. Ik
voel nu. dat er mij niets te doen over blijft
dan 'n laatste poging om de dingen recht te
zetten en dan, als aat mislukt, het heele
sprookje der liefde op de hoop gelukkige
sprookjes te gooien, oij de prentenboeken,
eens zoo wonderbaar, ciie nu in flarden lig-
fen te beschimmelen in onze rommelkamers
k kan leven zonder Marjorie, maar de we
reld, waarin ik dan zal leven, zal niet die
zijn, welke ik eens voor mijn oogen zag uit
strekken. Misschien is het dit. wat gebeurt:
de wereld wordt hoe langer noe enger, tot
dat zij tenslotte niet grooter is dan het graf,
waarin wij terecht zullen komen. Maar
neen, dat geloof ik niet.
Ik geef er de voorkeur aan te gelooven,
dat ik een verduivelde dwaas ben, die toe
vallig nog verliefd is op zijn vrouw, en be
gint, juist begint, zich op te vreten, omdat
zij van zijn dwaasheid is weggewandeld. En
ik geniet niet van mijn maaltijden (erg
slecht): er is niemand hier, met wie ik be
hoefte heb te praten en de bladeren vliegen
door de lucht. Op 't oogenblik, dat ik defi
nitief nieuws heb en ik leef van de post
zal ik dit huis sluiten of den tuinman en zijn
vrouw op het huis laten passen en er van
door zijn gegaan met den eerstvolgenden
trein. Werkloosheid is de vloek van dit le
ven. Al de groote pessimisten, vermoed ik,
waren menschen, die nooit in beweging
kwamen. Schrijf mij ineens.
Steeds je ROBERT.
bruik te maken van de hem toegewezen be
voegdheden tot het handhaven der orde.
Spr. weidde vervolgens uit over de wijze
van het tellen der stemmen en wat daaraan
vastzit De uitgebreide militaire maatregelen
voorkwamen elke ordeverstoring. De organi
satie van alles was schitterend, behalve die
ten behoeve van de leden der stembureaux,
want deze heeren waren door de plebisciet
commissie geheel verwaarloosd voorzoover
het betrof het geven van- gelegenheid tot het
gebruiken van ververschingen.
Het mededeelen van den officieelen uit
slag van de stemming noemde spr. een histo
risch moment, dat echter door de in den
Wartburg (waar de telling plaats had) aan
wezigen zonder uiterlijke bewogenheid werd
aangehoord. Anders was het echter in de
straten Spr. deed daarover eenige interes
sante mededeelingen.
Dè tien procent der bevolking, die tegen
Duitschland had gestemd en zich daarmee
aan onaangename bejegening van de
Duitschgezinden zou blootstellen, heeft on
getwijfeld veel getrotseerd.
De wijze van uitoefening van het Volken
bondsregiem over het Saargebied had onge
twijfeld kwaad bloed gezet. De Saarlanders
zullen gedacht hebben: „als we toch „ge-
maszregelt" moeten worden, dan liever dit
door eigen menschen".
Over de ontvangst ..der Hollandsche
voorzitters van de stembureaux vertelde spr
dat die niet geschiedde door de mariniers,
maar door de plebisciet-commissie. Er waren
wel mariniers bij den trein, maar dat was
voor het in ontvangst nemen der in Haarlem
gedrukte stembiljetten, die in groote kisten
verpakt waren. Wel hebben de heeren nog
contact kunnen krijgen met de mariniers,
maar dat was niet ambtelijk.
De militairen hebben een gemakkelijke
taak geteld, want de gemoedelijke Saarlan
ders legflen hen niet veel in den weg.
Met een gevoel van teleurstelling moesten
de Nederlandsche stembureau-voorzitters
terug: Zij waren gaarne nog een dag ge
bleven, maar de plebisciet-commissie had op
de -spoorkaartjes reeds den dag van vertrek
(15 Jan.) aangegeven.
Bij de sluiting bracht mr. B o s m a n den
spreker woorden van dank, speciaal voor
het tweede gedeelte zijner rede.
Huishoudelijke vergadering.
Er is daarna eerst een korte huishoudelijke
vergadering gehouden, waarin als bestuurs
leden werden herkozen de aftredende heeren
S. W. Arntz, G. A. Conijn. en A. v. d. El-
burg. In plaats van den heer Ti. Adema en
mej. S. P. Bartstra, die als zoodanig bedankt
hadden, werden als nieuwe bestuursleden ge
kozen de heeren mr. G. Ai de Lange, alhier
en A. Visser te Bergen.
Bestuursvergadering.
In de daarna gehouden bestuursvergade
ring bedankte mr. A. Schenkeveld wegens
drukke werkzaamheden als secretaris. In zijn
plaats werd als zoodanig gekozen mr. 0. A
de Lange, die deze benoeming aanvaardde.
Daarop werd mr. Schenkeveld benoemd tot
vice-voorzitter, die deze benoeming eveneens
aannam.
Alkmaarsche Politierechter
Zitting van Maandag 4 Maart.
SPIONNEN ZIJN NIET POPULAIR.
De niet ter audiëntie verschenen heer Roe
land Z. te Helder had in den nacht van 29
op 30 L-erember een spionnetje bevestigd
aan de woning van den heer Scf reuder aan
de Kerkgracht, afgerukt en tegen de keien
Beste Bob,
„De Bruine Stier".
Garrowdale.
Als deze onsamenhangend is,- moet je het
vergeven, ik weet niet of ik hem ooit verzen
den zal. Ik schrijf, dadelijk na de gebeurte
nis, opdat zij zuiver verteld zal worden. Ik
zit aan mijn tafel met een neus, waaruit het
gestroomd heeft, een half dicht oog en een
buil op mijn voorhoofd, grooter, daar ben ik
zeker van, dan een voetbal. Ondanks een
stevige, onvermengde whisky, ben ik nog erg
slap, zooals je, als je dezen ooit krijgt, aan
mijn schrift merken zult. Ik ga je niets an
ders, hoop ik, dan feiten geven, of, in ieder
geval, mijn indruk van de naakte feiten.
Ik vertelde je in mijn laatste, in haast ge
krabbeld briefje, geloof ik, hoe Rossett se
nior mijn kamer binnenstormde, eenige on
samenhangende dingen over zijn zoon ram
melde, over de nieuwe maan en den duivel,
en weer wegstormde. Nu, vanavond vond ik
dit briefje op mijn tafel. Alleen dit:
„Wil je dit voor mij doen? Ga naar Lon
den, zoek mijn broer en help hem. Laat hij
niet weten, dat ik het je vroeg. Hij gaat bij
na eiken avond naar de nachtclub ae Dol
fijn in Hare Street. Ik heb aan elke moge
lijkheid gedacht en ik heb niemand om mij
te helpen. Als je niet gezegd hadt, wat je,
den laatsten keer, zei, zou ik niet gedurfd
hebben De dingen worden mjj te moeilijk.
Jij hebt mij zóóver gekregen, dat ik je ver
trouw, zooals ik nooit iemand vertrouwd
Donderdag 7 Maart.
HILVERSUM, 1875 M. (AVRO-
uitz.) 8.Gr.pl. 9.Omroep
orkest olv, N. Treep. 10.— Mor
genwijding. 10.15 Gr.pl, 10.30 Ver
volg Omroeporkest. 11.— Knipcur
sus kinderkleeding. 11.30 Ensemble
Lismonde en gr.pl. 1.30 Gr.pl. 2
Kamermuziek door het St. Gallen-
kwartet. 3.-3.45 Naaicursus. 4.—
Voor zieken en ouden van dagen.
4.30 Gr.pl. 4.45 Hoorspel voor de
jeugd. 5.30 Omroeporkest olv. N.
Treep. 6.30 Sportpr. H. Hollander.
7 Radio-volkszang olv. P. C.
Poortman. 7.30 Engelsche les Fred
Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Gr.pl.
8.15 Concertgebouw-orkest o. 1. v.
Prof. dr. W. Mengelberg mmv. C.
Flesch, viool. In de pauze pianospel
door E. Petry. 10.30 Disco-nieuws
11.- Vaz Dias. 11.10—12.— Ma
jo Marco en zijn dansorkest.
HUIZEN, 301 M. (8.—9.15 en
11.-2.- KRO, de NCRV van
10.-11.— en 2.-11.30 uur). 8-
9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen
dienst olv. ds. G. Ubbink. 10.45
Gr.pl. 11.30-12.- Godsd half
uur. 12.15 Orkestconcert en gr.pl.
2— Handwerkcursus. 3.— Vrou
wenhalfuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4
Bijbellezing door ds. C. J. v. Paas-
sen, mmv. zang en orgel. 5.— Han
denarbeid v. d. jeug'i. 5.30 Concert
door het Utrechtsen Piano-kwartet.
6.43 Causerie A. Stapelkamp. 7.—
Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl.
7.30 Journ. weekoverzicht door C
A. Cr avé. 8.— Vaz Dias. 8.05 Ned
Herv. Gem. Zangkoor „Het Lied"
en de Chr. Muziekver. „De Ba
zuin". Leiding G. Akkerman. Om
9.— Causerie ds. C. J. Koningsber
ger en om 10.05 Vaz Dias. 10.30—
11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35-
10.50 Morgenwijding. 11.25 Gr.pl.
11.50 Voor de scholen. 12.10 Het
Rutland Square en New Victoria-
orkest olv. Austin 1.20 Gr.pl. 2.25
Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4 10
Gr.pl. 5.05 Orgelconcert E. Mor
gan. 5.35 Sydney Kyte en zijn
Band. 6.20 Ber. 6.50 Handel-con
eert 7.10 Duitsche les. 7.40 Gr.pl.
7.50 Lezing. 8.20 Al en Bob Har-
vey in hun repertoire! 8.35 „Am-
brose Applejohn's Adventure" van
W. Hackert. Muziek van C. Chig-
nell. 9.50 Ber. 10.20 Korte dienst.
10.35 De „New Aeolian Players"
mmv. F. Drake, voordracht. 11.35
12.20 Het BBC-dansorkest o.l.v.
Henry Hall.
RADIO-PARIS, 1648 M. 7.20 en
8 20 Gr pl. 12.35 Kamermuziek o.
f v. M. Doyen. 4.20 Hoorspel. 9.05
Nat. orkest olv. André mmv. G.
Béthune, viool. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M- 11.20
1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.25
-4.05 Concert uit rest. Ritz. 7.20
Symph.-concert mmv. orkest en so
listen olv. Fr. Busch. 9.45—11.50
Dansmuziek.
KEULEN, 456 M- 5.20 Or.pl.
6.20 Orkestconcert. 11 .(20 Kamer
orkest olv. Hagestedt. 3J.20 Concert
uit München olv. Kloss. 5.05 Vo
caal Trio en solisten. 6.50 Gr.pl.
7 30 Omroep-orkest, -mannenkoor
en solisten. 10.—11.20 Omroepkl -
orkest olv. Eysoldt.
ROME, 421 M. 8.05 Symphonie-
concert olv. Reiter.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest
2 —2.20 Gr.pl. 5,20 Kamermuziek.
7.35 Gr.pl. 8.20 Hoorspel. 9.20
Mahler-concert door orkest en so
listen. 10.4011.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pl 12.50 Salon-orkest.
1 50—2.20 en 5.20 Or.pl. 6 35 Om
roeporkest. 7.35 Gr.pl. 8 20 Om
roeporkest. 9.35 Gr.pl. 9.50 Draai-
orgelmuziek. 10.05 en 10.3011.20
Gr.pl.
DEUTSCHLANDSF.NDER, 1571
M. 8.50 „Der Günstling" opera
van Rud. Wagner-Regeny. Dirigent
K. Böhm. 9.05 Actueele uitz. 9.20
en 10.05 Ber. 10.20—11.50 Dans
muziek olv. Hans Bund
OEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Deutschls. 8.05—8.20,
Keulen 9 20—11.20, Kalundborg
11.20-12.05, Parijs Radio 12.05—
12-35, Brussel (VI.) 12.35—14.25,
Kalundborg 14 25—15.20, Lond.
Reg. 15.20—17.40, Leipzig 17.40-
18.50, Keulen 18.50-19 30, Bero-
munster 19.30-20.50, Parijs Ra
dio 20.50-24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50,
Deutschl s. 9.35—10.35, Droitwicb
10.35—11.05, Lond. Reg. 11 05—
12.10, Droitwich 12.1014.20,
Lond Reg. 14.20—15.20, Droit
wich 15.20-18.20, Parijs Radio
18.20-19 20, Weenen 19 20—20.20
Droitwich 20.20—21.50, Boedapest
21.50—22.20, Droitwich 22.20-
22.5, Lond. Reg. 22.35—24.—.
geslingerd. De schade was niet vergoed. De
vandaal Werd veroordeeld tot t 20 boete of
20 dagen.
ZIJN BEROUW KWAM WEL WAT LAAT,
MAAR TOCH NOG TIJDIG.
Een heer uit Abbekerk, Piet Bdie zich
echter in den nacht van 8 Januari niei als
„heer" gedroeg, had den gem.-veldw. Stam.
die slecnis zijn plicht deed door een vriend
te bekeuren, omdat hij zonder licht reed, 'n
„gluiper" genoemd. Verdachte zag ech
ter thans gelukkig zelf de domheid van zijn
optreden in. Eisch 14 dagen in het ins'ituut
voor domheidsgenezing. Uitspraak 12
boete of 10 dagen.
'N AANBEVELENSWAARDIG
CANDIDAAI VOOR N WASCH-
INR1CHTING.
Adriaan W.. een omslagen chauffeur van
den heer v. a. Wijst, taxi-ondernemer te
Helder nam bij zijn vertrek bij wijze van
souvenir twee bussen benzine mede, om, zoo
hij thans den politierechter trachtte te sugge-
reeren, zijn Zondagsche pak schoon te
maken. De wederrechtelijke toeëigening van
deze benzine werd echter beschouwd als
diefstal en de zindelijke Aariaai. werd veroor
deeld tot 15 boete of 10 dagen
IN DE PEPERSTRAAT SCHIJNEN
HEETGEBAKERDE BUREN TE WONEN.
Onlangs stond oe heer Petr. Joh. V. te
Hoorn terecht, omdat hij op 15 Juni zekere
juffiouw Kaldenbach 'n stomp in het gelaat
had gegeven ter gelegenheid van een uitge
broken felle burenruzie in de Peperstraat
Het bleek toen noodig alsnog 'n instructie in
te stellen, welk onderzoek thans geëindigd
was. De officier bleek nu voldoende inge-
De stippen staan er voor enkele woorden,
die ik met kan lezen. Ze zijn gevlekt, door
er over heen te vloeien, alsof zij plotseling
gestoord is. Ik kan je niet laten begrijpen,
zonder je den brief te laten zien, welk een
ellendig gevoel van een crisis hij mij gaf.
Meer dan misschien noodig is. Ik weet het
niet. Waarschijnlijk zal ik het nooit weten,
maar ik ben zóó gespannen en ongerust ge
weest de laatste dagen, dat ik over geen en
kel ding meer een zuiver oordeel heb.
Hoe dan ook, nadat ik geprobeerd had
wat eten naar binnen te slikken, en het mis-
ukt was en ik, als een krankzinnige, mijn
kamer honderd keer had rondgewandeld,
kon ik het niet langer uithouden en liep
naar buiten, den door de maan verlichten
weg op. Alles was zwart en wit, als de
dood, en zoo stil, als binnen in een graf. Ik
weet niet, wat ik van plan was te doen. Ik
weet niet, of ik wel eenige bedoeling had,
maar vnf minuten later, liep ik over het
kiezelpad en bonsde op de zware, zwarte
deur. Rossett deed zelf open. Hij had'n ka
merjapon en n pyama aan, ofscnoon 't pas
negen uur was, en het huis achter hem was,
net als altlid. vervloekt stil. Ik was zóó ver
rast, toen ik.hem zoo gekleed, of liever onge
kleed, zag, dat het mij opeens een gevoel
van verlegenheid en beleefdheid gaf, alsof
ik mij tegenover hem moest verdedigen om-
dal i( h™ uil bed bad geklopl, dal !k'g°?n
woord kon zeggen Het licht van de |E
viel voluit op hem en gaf hem een zonder-
licht en vorderde 20 boete of 10 dagen.
Vonnis conform.
HOOGHEEMRAADSTEER. DIE AAN
HUN VINGERS BLEEF KLEVEN.
Twee verdachten, die bleken te zijn de
landbouwer Bruin A. te St. Maarten en zijn
knecht Romme v. d. B. 'u arbeider uit Kol-
horn, stonden teiecht wegens diefstal van
een ijzeren vat met teer dat in een sloot lag
Ze hadden later deze teer z.g. willen smelten
boven het fornuis, met het resultaat, dat het
heele huis in den brand vloog. Een buiten
dienst gestelde melkbus met teer gevuld was
als stuk van overtuiging op de zitting. Be
doelde teer was eigendom van het Hoog
heemraadschap en verontieinigde de sloot.
Volgens den neer Nicolai. technisch ambte
naar, was deze teer z.g. Shellspra, 'n afval
product.
Gevorderd werd ter zake dezen kruimel,
diefstai tegen de manus ministra Bruin 10
boete of 5 dagen en tegen Romme 6 boete
of 3 dagen.
Uitspraak le 5 boete of 3 dagen: 2e f 2
boete of 1 dag.
HOLLANDSCH BELOISCH CONFLICT.
De 65 jarige heer Klaas Eggeli te Zwaag
gevoelde zich op 17 December ten zeerste
„gebelgd" ovei 'n paar inderdaad niet zeer
vleiende kwalificaties, hem draadloos toege
zonden door den Belgischen koopman Fran-
ciscus B., geduiende een ruzie ontstaan over
de waterioozing van den polder. De oude
heer diende een klacht in en smaakte thans
de voldoening, dat zijn beieediger weftl
veroorceeld tot f 7 boete of 5 dagen.
EINDELIJK EENS 'N DANKBARE
CLIENT.
De 20-jarige slagei Jan G W. uit Midden-
„Wel, wat wensch je?" zei hij. Wat
wenschte ik? Ik wist het niet. Ik kon ner
gens aan denken dan aan zijn blauw zijden
kamerjapon en zijn mooie borst. Hij scheen
mij te hypnotiseeren.
„Ik wou u graag spreken", antwoordde
ik zwakjes.
Hij maakte een beweging, dat ik binnen
moest komen, zonder dat hij een woord zei-
Ik ging langs hem heen de zitkamer binnen.
De gordijnen waren niet neergelaten. Dé
heuvels keken naar binnen en het maanlicht
plaste over dén geheelen vloer en deed al de
snuisterijen er zoo onwezenlijk mogelijk uit
zien.
„Wel, wat wensch je?" vroeg hij weer.
Ik wil je bekennen, Bob. heel openhartig,
dat ik bang was. Ik mag ]e dan ook wel
waarschuwen, voor wij verder gaan, dat ik
geen erg mooie rol gespeeld heb in dit too-
neeltje. Hij keek woedend. Zijn borst was
bloot en elk zwart haar er op leek mij te be
dreigen. Ik stamelde eenige nonsens. Toen
zei Hij zooiets als dit:
„Je hebt mij weken lang geplaagd. Ik ben
misselijk van je. Je haalde mijn zoon over
om weg te loopen en nu tracht je mijn doch
ter te verleiden. Er uit".
(Wordt vervolgd
Eng gigantisch voorkomen, alsof hij negen
voet lang en van marmer was.