Stad m Omgeving. SeuMetm Jladiopcogcainum o©-»©©®. Volkenbonden Vrede. HET GEHEIMZINNI6E LANDHUIS 8 Rede van inr. A. Koelma over de beteékenis van het Saargebied en over zijn indrukken van de stem ming. De vergadering van de afd. Alkmaar van „Volkenbond en vrede" was gisteravond ook toegankelijk voor niet-leden. Zeer zeker daaraan was het te danken, daf een vrij groot aantal beeren en ook verschillende dames in De Unie aanwezig waren. Mr. W. C. B o s m a n sprak een kort ope ningswoord, waarin hij het een voorrecht noemde, dat mr. A. Koelma, gemeentesecre taris, zich bereid had verklaard te spreken over het onderwerp: „Het Saargebied uii volkenrechtelijk oogpunt", een onderwerp, waarover hij bevoegd is te spreken, ook door dat hij bij de volksstemming in dat gebied voorzitter was van een der stembureaux. Mr. Koelma aan het woord. Mr. K o e 1 m a begon met te zeggen, dat hij niet zoozeer over zijn eigen ervaring in het Saargebied zou spreken als wel over de vraag wat de Saar leert over de ontwikke ling der vredesgedachte. Het Saargebied, vooral de aangrenzende landstreken (Elzas en Lotharingen) zijn in den loop der eeuwen vaak het terrein ge weest van botsingen tusschen Duitschers en Franschen, volken waarbij Nederland ten zeerste is geïnteresseerd, 't Was een strijd tusschen de Oermaansche en Frankische cul tuur. Men mag hopen nu aan het einde daarvan te staan, omdat Hitier zei, dat er geen grens- geschillen met Frankrijk meer "zouden zijn als de Saar bij Duitschland kwam. Om de beteekenis van het Saargebied te kunnen beoordeelen, moet men in het ver leden blikken Spr. herinnerde aan den kruis tocht van Godtfriedt van Bouillon, aan den tijd van Karei de Groote, aan het overlijden van keizer Maximiliaan en het kiezen van diens kleinzoon Karei als opvolger, en an dere geschiedkundige feiten, waarbij het tel kens ging over de opperheerschappij over de christenlanden, waartoe Frankrijk en Duitschland beide zich geroepen achtten Daarbij kwam de Rijnkwestie ter sprake, die in de zeventiende eeuw door Frankrijk ernstig werd aangesneden: het zette bij het v rdrag van Munster den voet in het Saar gebied en breidde er daarna geleidelijk zijn macht en invloed uit, totdat het bij het ver drag van Rijswijk weder terug moest trekken en slechts het stadje Saarlouis hield. Later kwam het heele Saargebied weer bij Frank rijk. Spr. herinnerde voorts aan het bewind van een prins van Nassau over het Saargebied. Na den val van Napoleon werd de situatie veranderd en het Saargebied werd in 1815 Duitsch, den tegenstand van Frankrijk ten spijt. De latere Fransche keizer Napoleon 111 had aspiraties, die ten doel hadden de Fran sche grens tot den Rijn te verleggen, maar de oorlog van 1870 eindigde heel anders: zelfs Elzas en Lotharingen moesten worden afgestaan. Zoo bleef de toestand tot 1914, toen de groote oorlog uitbrak, welke eindigde met tijdelijken afstand van het Saargebied en af stand van Elzas-Lotharingen door Duitsch land. Spr. ging een en ander uitvoerig na, daarbij aanhalende wat bij het vaststellen van een en ander betoogd werd, o.m. wat Clemenceau daarbij opmerkte. Spr. memoreerde, dat destijds door den secretaris van den Amerikaanschen presi dent Wilson gezegd werd. dat deze overeen komst er een was van roof. Frankrijk bereikte, dat het Saargebied ge durende 15 jaren zijn rijkdom aan kolen zou afstaan aan Frankfijk, naar den vorm een succes voor dat land, maar, zei spr., in wezen de grondslag voor een overwinning van Duitschland. Spr. ging na hoe de commissie, die de regeering over het Saargebied moest uitoefe nen, werd samengesteld, waarbij een verhou ding met Duitschland niet uitgeschakeld werd, het behield volgens eigen meening de souverniteit over het gebied, hoewel het dat recht niet kon uitoefenen. Hiertegen werden bezwaren ingebracht, volgens welke een dergelijke verhouding staatsrechtelijk niet mogelijk is. Thans, na de stemming van 13 Jan. J.L, is het Saargebied Duitsch geworden. Moet nu deze uitslag worden beschouwd als het doorbreken van nieuwe opvattingen in de samenleving der volkeren? Spr meen de van ja. Het ideale van wereldvrede is nog niet bereikt, maar toch is het wel vast, dat de oude veete tusschen twee volken in het Saar- uit het Engelsch van Hugh Walpole en J. B. Prietsley, door H. A. C S. 33) En nu als ik jonger of dommer was, zou ik mij kunnen verbeelden, dat Marjorie tegen den verkeerden man was aangeloopen, en ik tegen de verkeerde vrouw, en dat wij misschien maar even had den rond te neuzen in een paar salons, om andere menschen te vinden en zoo alles in orde te krijgen. Maar ik weet, dat er voor mij tenminste want voor haar kan ik niet spreken zoo'n twijfelachtige troost niet bestaat. Indien ik Marjorie niet redelijk-ge lukkig kan maken, noch zij mij, dan is voor mij, voor goed, iets gebroken. Je herinnert je wat Conrad ergens zegt: „Wij leven zoo als wij droomen alleen?" Ik dwaal door dit huis, wandel naar de verdorrende bos- schen en terug, met dien zin en het is een zin in ieder opzicht die, meedoogenloos, in mijn hersens dreunt. Er zijn tijden ge weest, dat 't scheen, of ik noch alleen leefde, noch alleen droomae, en nu vraag ik mij verwonderd af, of dit maar de laatste en grootste der illusies is, die verdwijnen moet, of inderdaad man en vrouw slechts een paai kussen in het donker kunnen wisselen, en gebied niet is uitgevocht en. Da is het resultaat van den Volkenbond. Wie zal zeggen, wat er aan de wereld is bespaard ge bleven door de beraadslagingen van Gene ver* Volkenbond en vrede behooren bij elkaar. Dat is ook de les van de volksstemming in het Saargebied. (Applaus.) Indrukken van de stemming. Mr. L d e b o e r was eenigszins teleur gesteld, omdat hij niets had gehoord ovei indrukken van mr. Koelma in verband met het plebisciet. Mr. S c h e n k e v e 1 d sloot zich hierbij aan, vragende om mededeelingen daarovei, in het bijzonder over de kwestie van hef Hitlerianisme in het Saargebied. waar toch ook het socialisme en de rk kerk veel aan hangers tellen, die hadden kunnen stemmen voor behoud van den status quo. Zij hebben dat blijkbaar niet gedaan, gezien de groote meerderheid vóór Duitschland. Gebeurde dit ondanks of dank zij Hitier? Voorts vroeg spr. of Knox voortdurend lid van de bestuurscommissie is geweest. De heer H e r m e s vroeg een en ander over de Nederlandsche mariniers, die naar het Saargebied werden gedirigeerd bij de volksstemming. Mr. Koel ma verwees in zijn antwoord naar den aanhef zijner rede Hij meende, dat het onbescheiden zou zijn, als hij nog eens over zijn persoonlijke ervaring sprak Maar nu er nadrukkelijk om werd gevraagd, meen de hij daaraan te moeten voldoen. Wij voelden, dat er van een uitslag in de richting van den status quo geen sorake zou zijn. De Duitschers vonden, dat de bevolking zelf de heele kwestie best kon oplossen, de stemming was een gevolg van het veroor deelde vredesverdrag, de aanwezigheid van de vele buitenlanders als leiders der stem ming was opgezet door wat de Duitschers de „gruwel-campagne" noemden van de anti- Hitlerianen in het buitenland. Aanvankelijk waren de buitenlanders met weinig welwil lendheid ontvangen, maar na een uiteenzet ting van den toestand schikte men er zich in Met de Nederlanders en Zwitsers had men nog al vrede, maar met de Luxemourgers, die immers Fransch spreken en pro-geal lieerd waren in den oorlog, had men niet veel op. In de stad. waar spr. had vertoefd, waren de Nederlanders ontvangen met een vriendelijk „Heil Hitier". De winkels voor versieringsartikelen had den het druk, aanvankelijk hoofdzakelijk met den verkoop van groen, omdat er nog geen vlaggen mochten hangen, maar toch reeds twee dagen vóór het bekend worden van den uitslag werd het stadhuis van Saarbrücken versierd. Het bleek dus. dat men officieel aannam, dat het gebied Duitsch zou worden De meest optimistische verwachtingen dei Saarlanders werden in dezen nog overtrof fen: meer dan 90 was vóór Duitschland De groote propaganda voor Duitschland werd naar spr 's meening door dat land ge steund. De propaganda voor Frankrijk was veel minder sterk georganiseerd. Spr. toonde eenige platen, zooals die door Duitschers werden gebruikt, alsmede een verkiezingskrant, terwijl hij voorts herinner de aan het reeds in 1920 gedichte stemmings lied. Het ging niet om vóór of tegen Hitier. volgens me krant, maar over de vraag: al of niet Duitsch? Van een Kulturkampf of van concentratiekampen zou volgens de Duitschers geen sprake zijn In het algeme»n werden in het Saargebied de buitenlandschp kranten als weinig waarheidlievend aange merkt. De stemming verliep pijnlijk nauwkeurig zei spr. De bureaux warén samengesteld uit Saarlanders, van het Duitsche en het Fran sche front evenveel onder een neutraal voor zitter. Zij en ook de plaatsvervangers waren den heelen dag vol ambitie aanwezig, waar uit wel bleek, dat zij beseften, dat het ging om groote dingen en men elkaar geregeld controleerde of in alles wel op de juiste voor geschreven wijze werd gehandeld. Spr. ging de regeling der stemming na: de kiezerslijsten waren alfabetisch samenge steld, de personen wier familienaam met de zelfde letter aanving, moesten in één bureau hun stem uitbrengen Om te bewijzen, dat een kiezer had gestemd, moest deze zijn paraaf plaatsen vóór het ontvangen van zijn stembiljet en na het inleveren ervan. Spe ciaal werd gelet op de identiteit der stem mers, om te voorkomen dat onbevoegden aan de stemming deelnamen; het vergelijken van de foto's op de identiteitskaarten met de be trokken personen zelve was echter niet goed mogelijk gebleken. De stemming speelde zich eigenlijk af vóór 4 uur in den namiddag. Voorbeeldig, zelfs merkwaardig, was de stil te, in de bureaux betracht door de stemmers, wel een bewijs van hun overtuiging van den ernst der zaakgeen enkele van de voorzit ters der verschillende bureaux behoefde ge- dan elkaar in het daglicht aanstaren, hun schouders ophalen, en zich omdraaien. Ik voel nu. dat er mij niets te doen over blijft dan 'n laatste poging om de dingen recht te zetten en dan, als aat mislukt, het heele sprookje der liefde op de hoop gelukkige sprookjes te gooien, oij de prentenboeken, eens zoo wonderbaar, ciie nu in flarden lig- fen te beschimmelen in onze rommelkamers k kan leven zonder Marjorie, maar de we reld, waarin ik dan zal leven, zal niet die zijn, welke ik eens voor mijn oogen zag uit strekken. Misschien is het dit. wat gebeurt: de wereld wordt hoe langer noe enger, tot dat zij tenslotte niet grooter is dan het graf, waarin wij terecht zullen komen. Maar neen, dat geloof ik niet. Ik geef er de voorkeur aan te gelooven, dat ik een verduivelde dwaas ben, die toe vallig nog verliefd is op zijn vrouw, en be gint, juist begint, zich op te vreten, omdat zij van zijn dwaasheid is weggewandeld. En ik geniet niet van mijn maaltijden (erg slecht): er is niemand hier, met wie ik be hoefte heb te praten en de bladeren vliegen door de lucht. Op 't oogenblik, dat ik defi nitief nieuws heb en ik leef van de post zal ik dit huis sluiten of den tuinman en zijn vrouw op het huis laten passen en er van door zijn gegaan met den eerstvolgenden trein. Werkloosheid is de vloek van dit le ven. Al de groote pessimisten, vermoed ik, waren menschen, die nooit in beweging kwamen. Schrijf mij ineens. Steeds je ROBERT. bruik te maken van de hem toegewezen be voegdheden tot het handhaven der orde. Spr. weidde vervolgens uit over de wijze van het tellen der stemmen en wat daaraan vastzit De uitgebreide militaire maatregelen voorkwamen elke ordeverstoring. De organi satie van alles was schitterend, behalve die ten behoeve van de leden der stembureaux, want deze heeren waren door de plebisciet commissie geheel verwaarloosd voorzoover het betrof het geven van- gelegenheid tot het gebruiken van ververschingen. Het mededeelen van den officieelen uit slag van de stemming noemde spr. een histo risch moment, dat echter door de in den Wartburg (waar de telling plaats had) aan wezigen zonder uiterlijke bewogenheid werd aangehoord. Anders was het echter in de straten Spr. deed daarover eenige interes sante mededeelingen. Dè tien procent der bevolking, die tegen Duitschland had gestemd en zich daarmee aan onaangename bejegening van de Duitschgezinden zou blootstellen, heeft on getwijfeld veel getrotseerd. De wijze van uitoefening van het Volken bondsregiem over het Saargebied had onge twijfeld kwaad bloed gezet. De Saarlanders zullen gedacht hebben: „als we toch „ge- maszregelt" moeten worden, dan liever dit door eigen menschen". Over de ontvangst ..der Hollandsche voorzitters van de stembureaux vertelde spr dat die niet geschiedde door de mariniers, maar door de plebisciet-commissie. Er waren wel mariniers bij den trein, maar dat was voor het in ontvangst nemen der in Haarlem gedrukte stembiljetten, die in groote kisten verpakt waren. Wel hebben de heeren nog contact kunnen krijgen met de mariniers, maar dat was niet ambtelijk. De militairen hebben een gemakkelijke taak geteld, want de gemoedelijke Saarlan ders legflen hen niet veel in den weg. Met een gevoel van teleurstelling moesten de Nederlandsche stembureau-voorzitters terug: Zij waren gaarne nog een dag ge bleven, maar de plebisciet-commissie had op de -spoorkaartjes reeds den dag van vertrek (15 Jan.) aangegeven. Bij de sluiting bracht mr. B o s m a n den spreker woorden van dank, speciaal voor het tweede gedeelte zijner rede. Huishoudelijke vergadering. Er is daarna eerst een korte huishoudelijke vergadering gehouden, waarin als bestuurs leden werden herkozen de aftredende heeren S. W. Arntz, G. A. Conijn. en A. v. d. El- burg. In plaats van den heer Ti. Adema en mej. S. P. Bartstra, die als zoodanig bedankt hadden, werden als nieuwe bestuursleden ge kozen de heeren mr. G. Ai de Lange, alhier en A. Visser te Bergen. Bestuursvergadering. In de daarna gehouden bestuursvergade ring bedankte mr. A. Schenkeveld wegens drukke werkzaamheden als secretaris. In zijn plaats werd als zoodanig gekozen mr. 0. A de Lange, die deze benoeming aanvaardde. Daarop werd mr. Schenkeveld benoemd tot vice-voorzitter, die deze benoeming eveneens aannam. Alkmaarsche Politierechter Zitting van Maandag 4 Maart. SPIONNEN ZIJN NIET POPULAIR. De niet ter audiëntie verschenen heer Roe land Z. te Helder had in den nacht van 29 op 30 L-erember een spionnetje bevestigd aan de woning van den heer Scf reuder aan de Kerkgracht, afgerukt en tegen de keien Beste Bob, „De Bruine Stier". Garrowdale. Als deze onsamenhangend is,- moet je het vergeven, ik weet niet of ik hem ooit verzen den zal. Ik schrijf, dadelijk na de gebeurte nis, opdat zij zuiver verteld zal worden. Ik zit aan mijn tafel met een neus, waaruit het gestroomd heeft, een half dicht oog en een buil op mijn voorhoofd, grooter, daar ben ik zeker van, dan een voetbal. Ondanks een stevige, onvermengde whisky, ben ik nog erg slap, zooals je, als je dezen ooit krijgt, aan mijn schrift merken zult. Ik ga je niets an ders, hoop ik, dan feiten geven, of, in ieder geval, mijn indruk van de naakte feiten. Ik vertelde je in mijn laatste, in haast ge krabbeld briefje, geloof ik, hoe Rossett se nior mijn kamer binnenstormde, eenige on samenhangende dingen over zijn zoon ram melde, over de nieuwe maan en den duivel, en weer wegstormde. Nu, vanavond vond ik dit briefje op mijn tafel. Alleen dit: „Wil je dit voor mij doen? Ga naar Lon den, zoek mijn broer en help hem. Laat hij niet weten, dat ik het je vroeg. Hij gaat bij na eiken avond naar de nachtclub ae Dol fijn in Hare Street. Ik heb aan elke moge lijkheid gedacht en ik heb niemand om mij te helpen. Als je niet gezegd hadt, wat je, den laatsten keer, zei, zou ik niet gedurfd hebben De dingen worden mjj te moeilijk. Jij hebt mij zóóver gekregen, dat ik je ver trouw, zooals ik nooit iemand vertrouwd Donderdag 7 Maart. HILVERSUM, 1875 M. (AVRO- uitz.) 8.Gr.pl. 9.Omroep orkest olv, N. Treep. 10.— Mor genwijding. 10.15 Gr.pl, 10.30 Ver volg Omroeporkest. 11.— Knipcur sus kinderkleeding. 11.30 Ensemble Lismonde en gr.pl. 1.30 Gr.pl. 2 Kamermuziek door het St. Gallen- kwartet. 3.-3.45 Naaicursus. 4.— Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.45 Hoorspel voor de jeugd. 5.30 Omroeporkest olv. N. Treep. 6.30 Sportpr. H. Hollander. 7 Radio-volkszang olv. P. C. Poortman. 7.30 Engelsche les Fred Fry. 8.— Vaz Dias. 8.05 Gr.pl. 8.15 Concertgebouw-orkest o. 1. v. Prof. dr. W. Mengelberg mmv. C. Flesch, viool. In de pauze pianospel door E. Petry. 10.30 Disco-nieuws 11.- Vaz Dias. 11.10—12.— Ma jo Marco en zijn dansorkest. HUIZEN, 301 M. (8.—9.15 en 11.-2.- KRO, de NCRV van 10.-11.— en 2.-11.30 uur). 8- 9.15 en 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen dienst olv. ds. G. Ubbink. 10.45 Gr.pl. 11.30-12.- Godsd half uur. 12.15 Orkestconcert en gr.pl. 2— Handwerkcursus. 3.— Vrou wenhalfuur. 3.30—3.45 Gr.pl. 4 Bijbellezing door ds. C. J. v. Paas- sen, mmv. zang en orgel. 5.— Han denarbeid v. d. jeug'i. 5.30 Concert door het Utrechtsen Piano-kwartet. 6.43 Causerie A. Stapelkamp. 7.— Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Journ. weekoverzicht door C A. Cr avé. 8.— Vaz Dias. 8.05 Ned Herv. Gem. Zangkoor „Het Lied" en de Chr. Muziekver. „De Ba zuin". Leiding G. Akkerman. Om 9.— Causerie ds. C. J. Koningsber ger en om 10.05 Vaz Dias. 10.30— 11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.35- 10.50 Morgenwijding. 11.25 Gr.pl. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Het Rutland Square en New Victoria- orkest olv. Austin 1.20 Gr.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4 10 Gr.pl. 5.05 Orgelconcert E. Mor gan. 5.35 Sydney Kyte en zijn Band. 6.20 Ber. 6.50 Handel-con eert 7.10 Duitsche les. 7.40 Gr.pl. 7.50 Lezing. 8.20 Al en Bob Har- vey in hun repertoire! 8.35 „Am- brose Applejohn's Adventure" van W. Hackert. Muziek van C. Chig- nell. 9.50 Ber. 10.20 Korte dienst. 10.35 De „New Aeolian Players" mmv. F. Drake, voordracht. 11.35 12.20 Het BBC-dansorkest o.l.v. Henry Hall. RADIO-PARIS, 1648 M. 7.20 en 8 20 Gr pl. 12.35 Kamermuziek o. f v. M. Doyen. 4.20 Hoorspel. 9.05 Nat. orkest olv. André mmv. G. Béthune, viool. 10.50 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M- 11.20 1.20 Concert uit rest. Wivex. 2.25 -4.05 Concert uit rest. Ritz. 7.20 Symph.-concert mmv. orkest en so listen olv. Fr. Busch. 9.45—11.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M- 5.20 Or.pl. 6.20 Orkestconcert. 11 .(20 Kamer orkest olv. Hagestedt. 3J.20 Concert uit München olv. Kloss. 5.05 Vo caal Trio en solisten. 6.50 Gr.pl. 7 30 Omroep-orkest, -mannenkoor en solisten. 10.—11.20 Omroepkl - orkest olv. Eysoldt. ROME, 421 M. 8.05 Symphonie- concert olv. Reiter. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest 2 —2.20 Gr.pl. 5,20 Kamermuziek. 7.35 Gr.pl. 8.20 Hoorspel. 9.20 Mahler-concert door orkest en so listen. 10.4011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl 12.50 Salon-orkest. 1 50—2.20 en 5.20 Or.pl. 6 35 Om roeporkest. 7.35 Gr.pl. 8 20 Om roeporkest. 9.35 Gr.pl. 9.50 Draai- orgelmuziek. 10.05 en 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSF.NDER, 1571 M. 8.50 „Der Günstling" opera van Rud. Wagner-Regeny. Dirigent K. Böhm. 9.05 Actueele uitz. 9.20 en 10.05 Ber. 10.20—11.50 Dans muziek olv. Hans Bund OEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Deutschls. 8.05—8.20, Keulen 9 20—11.20, Kalundborg 11.20-12.05, Parijs Radio 12.05— 12-35, Brussel (VI.) 12.35—14.25, Kalundborg 14 25—15.20, Lond. Reg. 15.20—17.40, Leipzig 17.40- 18.50, Keulen 18.50-19 30, Bero- munster 19.30-20.50, Parijs Ra dio 20.50-24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Deutschl s. 9.35—10.35, Droitwicb 10.35—11.05, Lond. Reg. 11 05— 12.10, Droitwich 12.1014.20, Lond Reg. 14.20—15.20, Droit wich 15.20-18.20, Parijs Radio 18.20-19 20, Weenen 19 20—20.20 Droitwich 20.20—21.50, Boedapest 21.50—22.20, Droitwich 22.20- 22.5, Lond. Reg. 22.35—24.—. geslingerd. De schade was niet vergoed. De vandaal Werd veroordeeld tot t 20 boete of 20 dagen. ZIJN BEROUW KWAM WEL WAT LAAT, MAAR TOCH NOG TIJDIG. Een heer uit Abbekerk, Piet Bdie zich echter in den nacht van 8 Januari niei als „heer" gedroeg, had den gem.-veldw. Stam. die slecnis zijn plicht deed door een vriend te bekeuren, omdat hij zonder licht reed, 'n „gluiper" genoemd. Verdachte zag ech ter thans gelukkig zelf de domheid van zijn optreden in. Eisch 14 dagen in het ins'ituut voor domheidsgenezing. Uitspraak 12 boete of 10 dagen. 'N AANBEVELENSWAARDIG CANDIDAAI VOOR N WASCH- INR1CHTING. Adriaan W.. een omslagen chauffeur van den heer v. a. Wijst, taxi-ondernemer te Helder nam bij zijn vertrek bij wijze van souvenir twee bussen benzine mede, om, zoo hij thans den politierechter trachtte te sugge- reeren, zijn Zondagsche pak schoon te maken. De wederrechtelijke toeëigening van deze benzine werd echter beschouwd als diefstal en de zindelijke Aariaai. werd veroor deeld tot 15 boete of 10 dagen IN DE PEPERSTRAAT SCHIJNEN HEETGEBAKERDE BUREN TE WONEN. Onlangs stond oe heer Petr. Joh. V. te Hoorn terecht, omdat hij op 15 Juni zekere juffiouw Kaldenbach 'n stomp in het gelaat had gegeven ter gelegenheid van een uitge broken felle burenruzie in de Peperstraat Het bleek toen noodig alsnog 'n instructie in te stellen, welk onderzoek thans geëindigd was. De officier bleek nu voldoende inge- De stippen staan er voor enkele woorden, die ik met kan lezen. Ze zijn gevlekt, door er over heen te vloeien, alsof zij plotseling gestoord is. Ik kan je niet laten begrijpen, zonder je den brief te laten zien, welk een ellendig gevoel van een crisis hij mij gaf. Meer dan misschien noodig is. Ik weet het niet. Waarschijnlijk zal ik het nooit weten, maar ik ben zóó gespannen en ongerust ge weest de laatste dagen, dat ik over geen en kel ding meer een zuiver oordeel heb. Hoe dan ook, nadat ik geprobeerd had wat eten naar binnen te slikken, en het mis- ukt was en ik, als een krankzinnige, mijn kamer honderd keer had rondgewandeld, kon ik het niet langer uithouden en liep naar buiten, den door de maan verlichten weg op. Alles was zwart en wit, als de dood, en zoo stil, als binnen in een graf. Ik weet niet, wat ik van plan was te doen. Ik weet niet, of ik wel eenige bedoeling had, maar vnf minuten later, liep ik over het kiezelpad en bonsde op de zware, zwarte deur. Rossett deed zelf open. Hij had'n ka merjapon en n pyama aan, ofscnoon 't pas negen uur was, en het huis achter hem was, net als altlid. vervloekt stil. Ik was zóó ver rast, toen ik.hem zoo gekleed, of liever onge kleed, zag, dat het mij opeens een gevoel van verlegenheid en beleefdheid gaf, alsof ik mij tegenover hem moest verdedigen om- dal i( h™ uil bed bad geklopl, dal !k'g°?n woord kon zeggen Het licht van de |E viel voluit op hem en gaf hem een zonder- licht en vorderde 20 boete of 10 dagen. Vonnis conform. HOOGHEEMRAADSTEER. DIE AAN HUN VINGERS BLEEF KLEVEN. Twee verdachten, die bleken te zijn de landbouwer Bruin A. te St. Maarten en zijn knecht Romme v. d. B. 'u arbeider uit Kol- horn, stonden teiecht wegens diefstal van een ijzeren vat met teer dat in een sloot lag Ze hadden later deze teer z.g. willen smelten boven het fornuis, met het resultaat, dat het heele huis in den brand vloog. Een buiten dienst gestelde melkbus met teer gevuld was als stuk van overtuiging op de zitting. Be doelde teer was eigendom van het Hoog heemraadschap en verontieinigde de sloot. Volgens den neer Nicolai. technisch ambte naar, was deze teer z.g. Shellspra, 'n afval product. Gevorderd werd ter zake dezen kruimel, diefstai tegen de manus ministra Bruin 10 boete of 5 dagen en tegen Romme 6 boete of 3 dagen. Uitspraak le 5 boete of 3 dagen: 2e f 2 boete of 1 dag. HOLLANDSCH BELOISCH CONFLICT. De 65 jarige heer Klaas Eggeli te Zwaag gevoelde zich op 17 December ten zeerste „gebelgd" ovei 'n paar inderdaad niet zeer vleiende kwalificaties, hem draadloos toege zonden door den Belgischen koopman Fran- ciscus B., geduiende een ruzie ontstaan over de waterioozing van den polder. De oude heer diende een klacht in en smaakte thans de voldoening, dat zijn beieediger weftl veroorceeld tot f 7 boete of 5 dagen. EINDELIJK EENS 'N DANKBARE CLIENT. De 20-jarige slagei Jan G W. uit Midden- „Wel, wat wensch je?" zei hij. Wat wenschte ik? Ik wist het niet. Ik kon ner gens aan denken dan aan zijn blauw zijden kamerjapon en zijn mooie borst. Hij scheen mij te hypnotiseeren. „Ik wou u graag spreken", antwoordde ik zwakjes. Hij maakte een beweging, dat ik binnen moest komen, zonder dat hij een woord zei- Ik ging langs hem heen de zitkamer binnen. De gordijnen waren niet neergelaten. Dé heuvels keken naar binnen en het maanlicht plaste over dén geheelen vloer en deed al de snuisterijen er zoo onwezenlijk mogelijk uit zien. „Wel, wat wensch je?" vroeg hij weer. Ik wil je bekennen, Bob. heel openhartig, dat ik bang was. Ik mag ]e dan ook wel waarschuwen, voor wij verder gaan, dat ik geen erg mooie rol gespeeld heb in dit too- neeltje. Hij keek woedend. Zijn borst was bloot en elk zwart haar er op leek mij te be dreigen. Ik stamelde eenige nonsens. Toen zei Hij zooiets als dit: „Je hebt mij weken lang geplaagd. Ik ben misselijk van je. Je haalde mijn zoon over om weg te loopen en nu tracht je mijn doch ter te verleiden. Er uit". (Wordt vervolgd Eng gigantisch voorkomen, alsof hij negen voet lang en van marmer was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6