fejdsdkciften
feuilleton
„U kondt hem niet beletten u te-helften",
zei ik haar. „Ik kan u verzekeren, dat Mark
geen vrede ial hebben voor hij al het moge
lijke gedaan heeft u uit al uw moeilijkheden
te helpen".
(Wordt vervol gd3
Zeer veel zorg gaf het om de noodige
inkomsten te vinaen; noodgedwongen is
het werk dan ook 2 maanden stopgezet moe
ten worden.
Door bedanken, vertrek en overlijden vielen
55 leden af, 25 nieuwe leden traden toe,
zoodat een achteruitgang ontstond van 30
leden en het aantal in 1934 bedroeg 583.
Wegens bedanken van mevrouw Mulder
Klazener en het vertrek van mevrouw Oer-
rltsen—Rink, die tevens aan de beurt van
aftreden was, werden als nieuwe bestuurs
leden gekozen mevrouw Paleari—van
Nieuwkuijk en mevrouw Smit—Mulder.
Het jaarverslag werd onder applaus der
vergadering vastgesteld.
Rekening en verantwoording
penningmeester.
De heer D e L a n g e, die tevens penning
meester is, deed hierna rekening en verant
woording van zijn financieel beheer. Zij
sloot met een bedrag van 10012.60 aan las
ten en baten. Van de cijfers noemen wijon
derhoud verplegingmateriaal 28708, sala
rissen personeel 2660, provisie nieuwe le
den 18.21, afschrijving op gebouw, mate
riaal, meubilair en gereedschap samen
2838.69; naar de reserve wordt overge
schreven 7.43; aan contributies werd ont
vangen 102.052 25 (inbegrepen de door
eenige leden betaalde achterstallige contribu
tie); voor schadevergoeding voor gebroken
verplegingsartikelen 7 69.05.
Namens de commissie tot nazien der reke
ning enz. deelde de heer N o u w e n mede,
dat alle bescheiden zijn nagegaan en in orde
bevonden. De administratie munt uit door
overzichtelijkheid, het beheer word. uitste
kend gevoerd, de afschrijving op het gebouw
enz. was zeer ruim genomen. De commissie
adviseerde tot goedkeuring der rekening en
verantwoording.
De vergadering ging hiermee accoord,
waarna de penningmeester werd gedechar
geerd voor zijn beheer.
De voorzitter bracht een woord van
dank aan de commissie.
Verslag magazijn.
Devoorzitterlas hierna het door hem
en dr. Frederikse als commissie van beheer
opgestelde verslag over den toestand van het
magazijn. Geconstateerd werd, dat alle arti
kelen in uitstekenden staat van onderhoud
verkeeren. Voortgang is gemaakt met het ver
nieuwen der bedden en het aanschaffen van
matras-overtrekken, welke dienen tot behoud
der bedden. Dit kost 22 per stel. Er kwa
men weinig of geen klachten over de artike
len; aan gegronde aanmerkingen wordt
steeds voldaan. Den magazijnmeester werd
dank gebracht voor zijn goede zorgen.
De voorzitter gaf nog eenige toelich
tingen over de aanschaffing van nieuwe arti
kelen, het buiten gebruik stellen van sommi
ge voorwerpen, enz.
Het verslag werd goedgekeurd.
Rapport'afgevaardigde algemeene
vergadering te Amsterdam.
Het verslag van deze vergadering werd
uitgebracht door den heer D. S a a 1. Het vrij
uitvoerige rapport werd goedgekeurd, met
een woord vau dank van den voorzitter.
Bestuursverkiezing uitgesteld.
Aan de orde was hierna de verkiezing van
twee bestuursleden, ter voorziening in de va
catures, ontstaan door het aftreden van de
heeren Verkade en Venneker. Er waren ech
ter geen candidaten, omdat van r.k zijde zich
niemand beschikbaar had willen stellen.
De voorzitter noemde dit een gevolg
van de ter plaatse gevoerde actie en verklaar
de, dat de beide bestuurszetels beschikbaar
blijven voor de r.k. leden. Hij hoopte, dat te
gen de Scptember-vergadering de actie zal
zijn geluwd en dat dan in de vacatures kan
worden voorzien en de goede samenwerking
wordt hersteld, die toch in het belang is van
dë heele gemeente.
De heer I. Prins Az. vroeg of het be
stuur niet moet bestaan uit negen leden,
zoodat het onjuist zou zijn de vacatures niet
te vervullen.
De secretaris bevestigde het eerste
deel der vraag, maar voegde eraan toe, dat
het reglement zegt, dat het bestuur moet be
staan uit zes protestanten en drie r.k.
De heer Prins vroeg nog of het juist is,
dat aan de katholieken door de geestelijkheid
is verboden bestuurslid van het Witte Kruis
te zijn.
De heer Venneker zei, dat hem bij zijn
bedanken daarvan niets bekend was. Hij had
het nu in de kranten gelezen, maar wist niet
of het officieel juist was.
Spr- deelde mede. dat hij in onaangename
\oorvallen in bestuursvergaderingen aanlei
ding had gevonden te bedanken. Hij wilde
daarop niet diep ingaan, omdat dit thans niet
wenschelijk is.
Spr. memoreerde nog de wijze van het
„wippen' van dr. Bromberg als bestuurslid,
waarbij dr Pameiier geen enkel woord van
protest had laten hooren, hoewel hij even te
voren lof had gesproken van het Wit-Gele
kiuis, waarvan dr. Bromberg voorzitter is.
Spr. geloofde niet, dat men er voorloopig
'n zal slagen een r.k. bereid te vinden een
bestuursfunctie te vervullen, zoodat het open
houden van de zetels eigenlijk geen zin
5 j J?r' vond het nog afkeurenswaardig,
ti ^rg door de jongste reglements
wijziging is uitgesloten van het bestuurslid
maatschap, terwijl ieder ander r.k. het wel
zou mogen bekleeden.
Mr. d e L a n g e zei, dat de verkiezing van
den heer Huting volkomen reglementair is
geschied en een verrassing was voor het be
stuur, dat hem niet kende. Hij zond evenwel
bericht van aanneming zijner benoeming
In deze verkiezing hebben de heeren Ven
neker en Verkade aanleiding gevonden te be
danken.
Spr. noemde dr. Bromberg als bestuurslid
een bijzondere figuur, die buiten zijn mede
bestuursleden om als voorzitter der afd. van
het Wit-Gele Kruis en als hoofdbestuurslid
dezer vereeniging pogingen deed tot wijzi
ging van het contract tusschen het Witte
Kruis en het Wit-Gele Kruis. Daar kwamen
nog bij de kwestie van de circulaire en klei
nere dingen, die de animo tot samenwerking
met dr. Bromberg niet verhoogden. Dat dr.
Pameijer de canaidatuur van dr. Bromberg
niet enthousiast verdedigde, is dus volkomen
verklaarbaar.
De heer Venneker voerde hiertegen
aan, dat men van den lieer Huting niet wist
of hij geschikt was voor een bestuursfunctie,
terwijl dat van dr. Bromberg, die toch reeds
lid was van het hoofdbestuur van het Wit-
Gele Kruis en voorzitter der afd. Alkmaar
dezer vereeniging, wel bekend was.
De secretaris merkte op, dat het be
stuur geen discussie over de candidaten had
willen uitlokken.
De heer H. Jansen stelde voorop, dat
verondersteld mag worden, dat ieder be
stuurslid van het Witte Kruis de belangen
der vereeniging naar behooren behartigt. Als
dr. Bromberg dit naar de meening van het
bestuur niet deed, had men hem tot royement
moeten voordragen.
De heer W i e p j e s betoogde, dat niemand
een goed bestuurslid kan zijn van twee ver-
eenigingen, die eenzelfde doel nastreven. Dr.
Bromberg is bestuurslid van het Witte Kruis
Seweest en heeft daarmee gezondigd, daar het
oor de geestelijkheid niet is toegestaan.
Spr. betreurde den strijd tusschen het Wit-
Gele Kruis en het Witte Kruis.
De secretaris zei, dat er in het be
stuur met dr. Bromberg een geschil is ont
staan over de behartiging van de belangen
der afdeeling Witte Kruis en dit kan toch
nog geen reden zijn tot het voordragen voor
royement.
Aan den heer Wiepjes vroeg spr. om geen
geloofsdebatten te ontketenen, die voor de
vereeniging niet wenschelijk zijn.
De heer N o u w e n vroeg of de bestuurs
zetels beschikbaar zullen moeten blijven zoo
lang de verhouding tusschen protestantsche
en roomsche leden blijft zooals nu, dan wel
óf then door het verbod der geestelijkheid
aan r.k. om bestuurslid te zijn den toestand
zoodanig gewijzigd kan achten, dat de sa
menstelling van het bestuur anders kan wor
den dan op het oogenblik is voorgeschreven.
De secretaris zei, dat het bestuur dit
nog zal moeten overwegen. Het bestuur heeft
reeds nagegaan of het verbod alleen geldt
voor A'kmaar en zal tegen September nadere
voorstellen doen.
Het bestuursvoorstel tot aanhouding der
verkiezing werd aangehouden.
Een protest tegen de handelingen
van het hoofdbestuur.
De voorzitter deelde mede. dat het
bestuur aan het hoofdbestuur wil verzoeken
om op de agenda voor de najaarsvergadering
van het Witte Kruis te plaatsen een voorstel
Alkmaar om besprekingen uit te lokken over
de behandeling der afdeeling door het hoofd
bestuur.
Spr. lichtte toe. dat het bestuur in het bezit
is van een schrijven, waarin het hoofdbestuur
verklaart niet te zullen tornen aan het con
tract met het Wit-Gele Kruis. De autonome
afdeeling is daarna behandeld alsof zij niet
bestond; het hoofdbestuur heeft geen voor
schriften te geven over het al of niet hand
haven van het contract met het Wit-Gele
Kruis, nu de afdeeling geen advies daarover
heeft gevraagd.
De heer Jansen had waardeering voor
de houding van het bestuur in de Iwestie
met het Wit-Gele Kruis. Maar heeft het be
stuur niet met het hoofdbestuur daarover ge
confereerd
De heer Venneker vond het zeer juist,
dat gepoogd wordt licht in de zaak te bren
gen. Echter, zou het niet beter zijn om inlich
tingen te vragen over de verhouding tusschen
Witte Kruis en Wit-Gele Kruis? Er is tus
schen die twee hoofdvereenigingen toch een
overeenkomst getroffen, die het hoofdbestuur
van het Witte Kruis nu wenscht doorgevoerd
te zien, ook door de afdeeling Alkmaar. Er
moet toch een modus kunnen worden gevon
den, om jn Alkmaar weer tot goede samen
werking te komen, wat in het belang van al
len is.
Dat het hoofdbestuur van het Witte Kruis
bij de besprekingen met het Wit-Gele Kruis
de afdeelingen niet raadp'eegde, vond spreker
niet vreemd. Men moet de kwestie niet bekij
ken van het Alkmaarsche standpunt alleen,
maar als van belang voor alle afdeelingen
van beide Kruis-vereenigingen.
De secretaris keurde het af, dat het
hoofdbestuur het afdeelingsbestuur niet ge
raadpleegd heeft, nu het de structuur van net
Witte Kruis door de overeenkomst met het
Wit-Gele Kruis heeft gewijzigd. Het heeft nu
een contract opgesteld, dat het wil zien nage
leefd door alle afdeelingen, maar het stoot
daarbij op de bijzondere verhoudingen in de
afdeelingen.
Op een bespreking te Haarlem zijn de ver
tegenwoordigers der afdee'ing Alkmaar
eigenlijk afgeblaft door het hoofdbestuur, dat
eischte overnemjne van het contract met het
hoofdbestuur Wit-Gele Kruis gesloten door
het heofdbestuur Witte Kruis.
De heer Saai lichtte nog toe, dat een door
den heer Jansen bedoelde conferentie in Fe
bruari niet is doorgegaan.
Het indienen van het voorstel bij het
hoofdbestuur werd goedgekeurd.
Rondvraag.
De heer G. Koopmans zou op de
algemeene najaarsvergadering van het Witte
Kruis te Amsterdam inlichtingen wi'len vra
gen aangaande het vergiftigingsgeval aan de
Bleekerskade.
Mr. de Lange zei dat de zaak nog ge
rechtelijk in onderzoek is. Bovendien heeft de
afd. Alkmaar niets te maken met de ontsmet
ting.
Den heer Koopmans was dit be
kend, nrar hij vond het niet wcnschelijk, dat
men niets meer van de zaak zou hooren, als
het gerecht tot de conclusie zou komen, dat
er neen termen bestaan voor een vervolging.
Mei S c a 1 bracht het b»stuur dank voor
het a'tijd narrat-zijn voor de belangen van
het Witte Kruis. v
Geen ondervoede kinderen in
Alkmaar.
De voorzitter deelde mede, dat op 3
Oct. 1.1. het bestuur aan alle huisartsen hier
ter stede had medegedeeld, dat er voor onder
voede kinderen nog eenige gratis plaatsen
onen waren in de tehuizen van het Witte
Kruis Er was geen enkele opgaaf ingeko
men en nu is de aanmelding gesloten.
Steun Voor het badhuis noodip.
De secretaris zei nog. dat het bad
huis er niet rooskletirig voorstaat, er is een
nadcelig saldo. De.badluiiscomniissie zal zich
nu tot de Rijksverzekeringsbank wenden om
een langeren looptijd te krijgen voor de lee
ning. n -
Bovendien is een poging gedaan tot verbe
tering van den toestand door wiiziging in de
tarieven: eerste klas en do-/ baden ziin
aanzienlijk verlaagd, "de andere klassen zijn
reeds eerder verlaagd. Door tfe nu aange
kondigde verlaging zal een mindere in
komst ontstaan van ruim 200. welk bedrag
het bestuur hoont terug te krijgen door ver
meerderd gebruik van het badhuis. Spr.
wekte op tot prooaganda daarvoor.
Hierna sloot de voorzitter de vergade
ring met den wensch. dat het loop'nde jaar
een tiid zal zijn van vrede en goede samen
werking tusschen leden en bestuur.
EEN FILMAVOND VAN DE
REISVEREENIGING.
Met de Marnix naar de Rivièra.
Voor de afdeeling Alkmaar van de Neder-
landsche Reisvereeniging werd gister in 't
Gulden Vlies een filmavond gehouden, waar
op de heer de Vries, een der chefs van de af
deeling passage der Maatschappij Neder
land, een film vertoond heeft over een reis
met de Marnix van Sint Aldegonde naar
Genua.
Men weet, dat de Maatschappij Nederland
deze reis eerst kort geleden georganiseerd
heeft, althans de reis naar Ville Franche
aaii de Zuidkust van Frankrijk, vanwaar het
gemakkelijk is de geheele Fransche en Ita-
liaansche Rivièra te bezoeken.
Vanaf Genua gaat de reis door naar Port
Said en zijn dus noofdzakelijk de passagiers
voor Indië aan boord. Tot Ville Franche -en
tot Genua kan de tocht als toeristenreis be
schouwd worden, een uitstapje voor hen, die
voor een betrekkelijk gering bedrag wat van
Afrika en van Europa willen zien en die bo
vendien genieten willen van alle zorgen
welke een Maatschappij als de Nederland
aan haar passagiers besteedt.
Wij hebben ongeveer twee maanden ge
leden deze reis in een zestal artikelen in onze
courant weergegeven. Wij zijn op 28 Novem
ber van het vorige jaar te Amsterdam met de
Marnix uitgevaren, waren den volgenden
dag in Southampton, op 4 December in Al
giers en op 5 December in Ville Franche of
eigenlijk in Nice, dat slechts op zeer korten
afstand van de aanlegplaats is verwijderd
Voor wie nog zoo kort geleden deze reis
met hetzelfde mailschip gemaakt heeft, is
deze film nog interessanter dan voor de
velen, die de goede zorgen van de Maat-
schappij Nederland nog niet hebben leeren
kennen.
Wij zagen het trotsche zeekasteel weer
zooals het de Amsterdamsche haven verliet,
wij debarkeerden weer in Southampton en
maakten de trip naar Londen, wij gleden
weer of liever gezegd wij dobberden weer
door de golf van Biscaje en wij legden
weer in Algiers aan om er ditmaal ruim
schoots gelegenheid te vinden een uitstapje
door de Europeesche en door de Mohamme-
daansche stad te maken
Dan komt Ville Franche in 't zicht en ach
tereenvolgens verschijnen de voornaamste
plaatsen van de Fransche Rivièra op het
coek, Nice, Menton, Cannes en dan volgt de
Italiaansche met Genua, Nervi, Rortofiuo
en Rapallo. Voor wie nog zoo kort geleden
deze reis gemaakt heeft, is de film buitenge
woon interessant.
En toch heeft de samensteller daarvan ons
inziens iets over het hoofd gezien. Hij heeft
te weinig van het leven aan boord opgeno
men. Wie bijna acht dagen op een der groot
ste en modernste zeekasteelen is, wil van een
dergelijk schip wel iets meer zien, dan deze
film biedt Wat wij er nu van te zien kregen,
was eigenlijk alleen het sportdek en het
zwembad, benevens een brokstukje van de
eetzaal en een fragmentje van de keuken Er
is aan boord van de Marnix nog zooveel
meer te bewonderen. De eetzaal zelf is een
wonder van binnenhuisarchitectuur en er
zijn daarnaast nog rooksaions en muziek
salons, er is een kinderkamer, er zijn luxieuze
zalen in de tweede klasse, er is nog zooveel
meer te bewonderen in de machine-afdeeliog
en in de voorraadkamers en koelcellen van
een zeekasteel als de Marrfix. Van dat alles
wordt ons door deze film slechts weinig ont
huld, maar des te meer heeft de regisseur
zich toegelegd op een weergave van de trips,
zoowel in Southampton vanwaar menb.v
naar Wight of Lonaen kan gaan als in A!-j
giers. Van het bezoek aan de laatste plaats,
die verreweg voor Europeanen de interes
santste is, w<erden keurige filmbeelden ge
geven, een uitgebreide serie opnamen van de
meest karakteristieke stadsgedeelten waar
van voornamelijk de Mohammedaansche wij
ken belangwekkend zijn.
Van de Fransche Rivièra.gaat het naar
Italië. Wij hadden niet alleen ecu opname
van het casino van Monte Carlo, maar zoo
mogelijk ook iets van de speelzalen zelf op
het doek willen zien. Genua waar bleef
een kijkje op het Campo Santo? Nervi en
Rappalo met Portofino, zij werden op inte
ressante wijze in beeld gebracht en het laat
ste wat wij van deze bootreis zien, is het
aankomen van passagiers en mail uit Hol
land, die met den specialen trein naar Genua
zijn overgebracht en daardoor de reis langs
Frankrijk en Portugal hebben uitgewonnen.
Natuurlijk kan een film als deze niet alles
laten zien wat er op een dergelijke reis te be
donderen en te genieten valt. Wie deze tocht
gemaakt heeft, weet, dat er nog zooveel in
teressants is, dat men op de film niet të zien
krijgt en dat voornamelijk de accomodatie
aan boord en de verzorging van de passa
giers iets heel bijzonders is, iets zoo mar
kants, dat het tal van Engelschen, die met
vacantie naar de Rivièra gaan, genoopt heeft
de booten van de Nederland te kiezen.
De heer De Vries heelt deze film op duide
lijke wijze toegelicht en de toeschouwers hier
en daar met zijn humoristische opmerkingen
het aanschouwen nog veraangenaamd. Hij
heeft daarbij, op verzoek van den voorzitter,
medegedeeld, dat een enkele reis van Am
sterdam naar Genua in de eerste klas 150
(retour 225) en in de tweede klas waar
men eveneens zeer geriefelijk reist 100
(retour 150) kost. Inderdaad, er zijn reizen
THEODORUS NIEMEIJER GRONINGEN
van kleineren omvang waar men minÏÏer ais
gasten van een luxe hotel beschouwd wordt
en waarvoor men heel wat meer zal moeten
betalen.
De Maatschappij Nederland biedt hier
voor betrekkelijk weinig geld alle reisiustigen
een tocht van ongeveer twee weken naar ver
schillende landen, ja zelfs naar verschillende
werelddeelen en wie de zorgen van deze
Maatschappij voor haar gasten heeft leeren
waardeeren, kan niet anders dan deze uit
stapjes van harte aanbevelen.
De heer Sietsma, voorzitter der Alkmaar-
schè Afdeeling van de Reisvereeniging,
dankte aan het slot den heer De Vries in
hartelijk, woorden voor de vertooning van
deze interessante film en voor zijn duidelijke
en aangename explicatie.
Hoe de bonbons gemaakt worden.
Vervolgens werd nog een- film van de bon
bon-fabriek van de firma Ringers te Rotter
dam vertoond, waarbij de aanwezigen op
eehige smakelijke voorbeelden van het daar
vervaardigde fabrikaat onthaald werden
Ringers chocolade en bonbons zijn van een
wereldvermaardheid en goede wijn of in
dit geval goede chocolade behoeft geen
krans Het geheele prooédé wordt op de film
weergegeven vanaf het oogenblik, dat de
cacaoboonen de fabriek binnenkomen tot dat
waarop de luxieuse bonbondoQzen deze fa
briek verlaten. Een kijkje in een chocolade
fabriek is altijd interessant en deze film was
dat in het bijzonder, omdat het hier een be
drijf betreft, waarvan de wieg in Alkmaar
gestaan heeft en dat den naam draagt van
een onzer verdienstelijkste burgers, een
naam welke door zijn zonen tot ver buiten
onze landsgrenzen bekend is geworden.
Ook voor de vertooning van deze film
heeft de heer Sietsma aan het slot van den
avond zijn welgemeenden dank uitgesproken.
Oooisch Buitenleven".
De heer A, J. Herwig te Bussum, bij tuin
en bloemenliefhebbers wel bekend door zijn
wekelijksche radiopraatjes, is ook redacteur-
uitgever van een zeer mooi en rijk geïllus
treerd maandblad „Gooiscb Buitenleven".
Het Maari-nummer van dit periodiek
ziet er weer zeer verzorgd uit. Aan de
groote internationale bloemententoonstelling
te Heemstede de „Flora 1935" wordt de
volle aandacht besteed. Naast een achttal
mooie afbeeldingen van deze en de vorige
„Flora", vinden we een artikel van den
secretaris van het comité den heer H. J.
Voors, tevens de architect van deze exposi
tie. De heer Ernst H. Krelage schreef een
belangrijk artikel „Uit de geschiedenis van
de Bloembollenteelt".
J. H. Meijer bespreekt de minder bekende,
maar zeer mooie eenjarige zaaiplant Com-
melina Coelestis en W. M. van Hengelaar
de zomerbolgewassen voor potcultuur, terwijl
de plantendokter schrijft over het voorkomen
van ziekten in onze bolgewassen.
Voor liefhebbers van kamerplanten is het
maandelijksche Succulentenpraatje van G.
D.iDuursma en een artikeltje over het
zaaien van Cactussen door een abonné.
J. W. Kruimer schrijft over Maatwerk in
den Qroententuin, terwijl mej. v. d. Bosch
het kunstmatig broeden van eieren behan
delt.
Voor dë natuurliefhebbers schreef Jan P.
Stpijbos: „Lente in het Land en W. H. de
Wette over „Als de winfèr vlucht", beide
artikelen, met unique foto's.
Trouwens het geheele-maandblad is uit
muntend en rijk geïllustreerd en typogra
fisch zeer goed verzorgd.
Een interessante vragenbus en de gewone
rubriek yVan maand tot maand." volmaken
tenslotte'dit aardige nummer.
fanteliitpM6 ide rest voorstellen, de triom-
het onmirfafnaan »de Bruine Stier",
vtroleffprp J 'fformeeren naar jou, het
morton nieuws dat jij dienzelfden
Tn.mn ,.naar. Londen waart gevlogen
uaA f» dle blijkbaar een saaien dag had ge-
i n,er °ver dacht naar bed te gaan,
mio aan'fwamen, had er een geweldig
"Peaer'n en liet het dan ook uitkomen, hoe
nv, aar misgeloopen waren.
»U bent een mensch met gedachten, mijn-
neer, dat kan ik zien", zei hij, nadat hij
voor waf eten voor ons had gezorgd. „U
jaat u niet in de war brengen door zoo iets.
t Is typisch, dat is het, typisch. Alles haast,
naast, haast. En waar gaan we heen? Wij
veten net niet. Niemand weet het. 't Is alles
als een Kally-eides-koop. Zonder plan, dat
perk je, mijnheer. Wat wij noodig hebben,
m een ar'st°eratie van het intellect. Als de
Mensch zijn eigen lot niet kan controleeren,
wie zal het dan voor hem doen? Dat is de
kwestie".
„Trump". Een reusachtige vrouwenstem
kwam ergens van achter de toonbank van
daan.
»Een minuut", zei hij tegen ons, op een
geheel anderen toon. „dat is mijn vrouw, die
roept". En weg snelde hij.
George Shepherd gaf mij een knipoogje
„Hij kan je van je stoel praten", merkte hij
óp, „maar hier in huis is hij niet de baas.
Toch een aardig ventje, en het is een goed
kwartier hier. U zult het hier best hebben".
Heel gauw ging hij weer in zijn wagen, om
door die stormachtige natte duisternis naar
Keswick terug te keeren. Ik had geopperd,
dat hij den nacht over zou blijven in „de
Bruine Stier", maar hij Wou er niet van
hooren. Toen moest ik hem wel meer geven
dan hij vroeg, en hij was gevoelig genoeg
om het aan te nemen. Ik ging naar buiten
om hem te zien vertrekken.
„Ik hoop, dat je een beteren tocht terug
hebt", zei ik tegen hem. „Ik ben bang dat ik
je er in heb laten loopen, vanavond
„Dat is niets. Dat hoort er bij", antwoord
de hij.
„U weet, wat het is". Geloei van de ma
chine en weg was hij.
Toen ik terugkwam en Trump mij begon
te vertellen wat de wereld noodig had, zei
ik, dat wat zij werkelijk noodig had, was
meer Shepheraisme. Maar ik kon het hem
niet aan zijn verstand brengen. Ik was toen
erg moe en nadat ik bedankt had Winwcod
Reade's „Martelaarschap van den Man" te
leenen, wat Trump mij wou opdringen, ging
ik naar bed, en viel spoedig in slaap.
Nu is het ontbijt gekorpen en gegaan, en
ik rook mijn tweede pijp. 't Regent nog hard
en terwijl ik uit het raam tuur (ik zie juist
een glimp van jouw Farthing Hall), lijkt het
Garrowdale, waarvan ik tegenover jou zoo
den lof zong, een oude ijdele droom.
Later.
Ik liet dezen brief open en ging 'n boom
opzetten met Trump (die een zeer verstan
dige kerel zou zijn als hij nooit iets gelezen
had), wel geloovend, dat er later op den dag
misschien iets zou gebeuren, 't Is gebeurd.
Na de lunch klaarde het op, dus ging ik uit
om een eindje te wandelen, om iets van de
berglucht op te snuiven en een blik te wer
pen op Farthing Hall. Ik denk, natuurlijk,
een heele boel meer over Marjorie en mijn
eigen zaken, dan over de jouwe, maar ik
heb toch nog voor mijzelf geen zekerheid
over mijn gaan naar Lambdale. Er op uit
trok ik dus, langs Farthing Hall, dat er erg
grijs, naargeestig en verlaten uitzag, en den
eenzamen, kronkelenden weg op, dien jij nu
wel goed moet kennen. Ik ontmoette geen
sterveling, tot ik omgekeerd was en onge
veer een Kilometer van „de Bruine Stier af
was. Toen zag ik iemand mij tegemoet ko
men. Het was een meisje met twee honden.
Toen wij dichter bij elkaar waren, zag ik,
dat het een heel jong meisje was, donker
bleek, slank. Ik kon haar gezicht heel goed
zien, toen ze dicherbij kwam, omdat ze geen
hoed op had. Dit kon alleen jouw Jean Ros-
sett zijn. Ik had ongeveer tien seconden om
te overdenken, wat ik moest doen. Ik wist,
dat elke aarzeling fataal zou zijn, dus wan
delde ik recht op haar af en bleef vóór haar
stdcin
„Vergeef me, maar bent u miss Rossett?"
vroeg ik. Zij was het blijkbaar en zonder
haar tijd te latei, om iets te zeggen, ging ik
door: „ik kwam hier mijn vriend, Mark
French, opzoeken. Hij is naar Londen te-
ruggegaan blijkbaar, en ik ben benieuwd of
u misschien een boodschap van hem voor
mij hebt. Mijn naar is Newlands".
Bij mijn eerste woorden had ze gekeken,
alsof ze van een plotselinge vrees werd be
vangen, waarschijnlijk omdat ze zich ver
beeldde, dat ik een geldschieter was, of een
detective, die haar broer zocht. Toen ik jou
noemde, keek zij opeens opgelucht en verle
gen.
„Ja, ik heb gehoord hier aarzelde zij
een oogenblik mr. French noemde u zijn
grootsten vriend, 't Spijt mij zoo, dat u hem
hebt misgeloopen. U moet weten 't spijt
mij, dat het mijn schuld is, omdat ik hem
vioeg te gaan".
Toen ik iets mompelde, dat het er niet toe
deed, deed zij iets fijns. Met een fikschen
zwaai veegde ze alie verlegenheid, schuw
heid, aarzeling, mogelijke verdenkingen yveg,
trok haar kin op en keek mij strak aan, met
oogen, die eerlijk en toch angstig waren.
„Mr. Newlands", begon zii. ,.Ik ben er ze
ker van, dat mr. French Zij aarzelde.
„Ik ben er zeker van dat hij u iets verteld
heeft van wat hier gebeurt. Hij is vertrok
ken om te probeeren mijn broer te helpen
Misschien nad ik zelf moeten gaan, maar
ik voelde, dat iKmijn vader niet alleen kon
laten, die den laatsten tijd niet erg wel
was".
„Mark zal al het mogelijke doen", zei ik
vlug. „Daar kunt u zeker van zijn".
„ja, dat weet ik. Ofschoon ik hem niet
had mogen sturen. Ik had er geen recht
toe",
„Tob daar niet over. U moet begrijpen
dat u alle recht'daartoe hadt".
Zij keek nu zeer verdrietig. „Er was nie
mand anders", zei ze somber. „Ik dacht er
lang over na
„Hij had nooit hier moeten komen", barst
te zij uit ,,'t Was moeilijk genoeg voor hij
kwam, maar het was daarna nog erger.
Maar ik had behoefte o, ik weet het niet
iemand, die kon begrijpen maar enkele
oogenblikken in het leven, mijn dingen
iets om over na te denken. Maar ik zie nu in,
dat dat verkeerd was, dat ik den eersten
keer had moeten weigeren met hem te spre
ken, dat hij nooit had moeten komen".
„Zoudt u werkelijk gelukkiger geweest
zijn, indien hij nooit gekomen was?" vroeg
ik, terwijl ik haar in de oogen keek. Het was
een wreede vraag, maar ik voelde, dat het
daarna gemakkelijker zou zijn als zij ge
dwongen werd uit te spreken, wat zij wer
kelijk voor jou voelde.
„Ja", antwoordde zij, vlug en onwaar,
juist zooals wij den geheelen dag antwoor
den. Daarna kwam zij met de waarheid te
voorschijn, zooals ik wist dat zij doen zou.
„Neen, dat zou ik in werkelijkheid niet zijn
In diepste diepte ben ik blij. 't Maakt alles
anders en ik zal het nooit vergeten",