HET ZEEMONSTER VAN NAGAS AKI.
FOUTEN-ZOEKPLAATJE
sir een p,aats zuid-
4
Teddy en de suikerpot.
Qxwtcu&ciek
ythaakcuBciek
11.
12.
Raadselhoekie
„WAF".
xxxxxxx
x
x
JVWv+t.
1d8. Toen zocht Drein een Chinees op die een groote
ïeederij had en ook de grootste schepen. Deze was wel
bereid het zeemonster te vervoeren, echter alleen
wanneer er een verzekering-maatschappij was te
vinden om alles te betalen wanneer het ondier den
boel kort en klein sloeg.
157. Eindelijk hadden ze iets gevonden. De kapitein
echter verwees ze naar de directeuren der maatschap
pij, daar hij zelf niet durfde te beslissen. Drein ging er
alleen op af maar de directeur van de stoomvaart
maatschappij vroeg of hij gek was. Het schip moest
met een lading Japanscbe theepotten naar Nederland.
Welke zijn de 7 lonten in dit plaatje!(Nadruk .erboden).
2.
Zuur Zaltbommel.
kalf
melk
boot
am b t
tong
mon d
Emm a
beer
zool
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
Verborgen steden in het buitenland.
Wat zal Oom Emiel in zijn schik zijn!
Het is toch bar! In dit opstel zijn
dertig fouten.
Zeg, 6ta Adriaan toch niet zoo in
den weg!
De wind is Oost en de vorst zal nog
wel aanhouden.
Vul deze 16 vakjes in met:
A 3 E II 10 2 G 2 L 2R 2T IS
maar doet het zóó, dat je van links
naar rechts n van boven naar bene
den leest:
Zeg. zal 'k j' eens wat vertellen?
Mijn Teddy was heel stout
En snoept' uit 't suikerpotje,
Omdat hij zooveel houdt
Van lekker zoete suiker.
Maar snoepen mag hij niet!
Vast dacht hij: 'k Durf te wedden,
Dat Rietje het niet zietl
Maar ikik kwam juist binnen.
Toen schrok hij zóó geducht,
Dat hij in 't donkerst hoekje
Der kamer is gevlucht!
Daar staat hij nu verlegen,
O, al een heelen tijd!
En van zijn leelijk snoepen
Heeft hij 'k denk 't zeker! spijt.
Ik zal het hem eens vragen.
Kcm Teddy, biecht eens op!
deedt jij bij het theeblad?
Ted buigt beschaamd zijn kop.
Dan fluistert hij: Lief Rietje,
Ik zal het nooit meer doen!
Ik wil 't hem maar vergeven
En geef hem vlug een zoen
Ni is Ted weer gelukkig
En ik ben ook weer blij.
Want, weet je, op Ted brommen,
Is eig'lijk niets voor mij!
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden).
3e een veel voorkomende vogel,
je 't gevraagde woord.
5e een visch.
fio een lichaamsdeel van een dier.
7e een medeklinker.
3. Welke omgekeerde onnoozele hals
dient om iets aan op te hangen?
4. Welk bloempje zegt wat tegen ons?
't Is voorjaar, als je 't ziet.
Kijk dan eens goed en 'k denk je zegt:
„Dat 's een r
(Nadruk verboden).
De voorzitter zeiae, dat wij daarom
moeten werken voor productieprijs, daar de
kwaliteits-vraag al op de agenda van het
Centraal Bureau der veilingen staat. Besloten
werd het H.B. hiermede in kennis te stellen.
Hierna sluiting.
Woensdagavond werd door de afd.
Koedijk van het Centraal Genootschap voor
kinderherstellings- en vacantiekolonies een
ledenvergadering gehouden in het lokaal van
den heer Jb. Groot onder leiding van den
heer M. Mulder.
Ingekomen was een dankbtuiging van den
heer Ketelaar voor de hem gebrachte hulde.
Het jaarverslag getuigde van een vrucht
baar werkzaam zijn in het afgeloopen jaar.
De rekening van den penningmeester* gaf
aan als ontvangst f 172,43, uitg. 103,4o,
saldo f 60,97.
Op 1 Januari 1935 was nog in kas 21,57.
Voorloopig zullen vier kinderen uitge
zonden worden op 16 Maart e.k te beginnen
en zij zullen geplaatst worden op het Rus
senduin te Bergen. Verschillende cor
poraties zegden financieelen steun toe. De
bestuursverkiezing gaf tot uitslag, dat de af
tredende leden de heeren A. Sloof, M. Mole
naar en mej. Davids—Wortel, werden her
kozen en de benoeming aannamen.
De voorzitter bracht dank aan den secre
taris, den heer A. Sloof, voor het vele werk,
door hem verricht.
Aan de Dammers!
r,n onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1374.
Zw^sch. op: 15, 19, 28, 36, 38 en dam
op 10.
W. 8 sch. op: 11, 21, 25, 27, 34, 45, 46, 48.
Oplossing.
1. 25—20 1. 15 24
2. 46—41 2. 36 47
3 48—43 3. 38 49
4. 27—22 4. 49 40 (3 sch.)
5. 22 :33 5. 47:29
6. 45: 5!
Uit de partij.
Dat de meester-spelers in hun partijen
ock wel eens een blunder maken trok al
bijzoider de aandacht in de volgende
partijstand Molimard—Fabre.
Zw. 10 sch. Op: 6, 13, 14, 16, 17, 19, 20,
23,24,26.
W. 10 sch. op: 27, 28, 31, 32, 33, 35, 36,
37, 39, 40.
Zwart was hier aan zet. Aangewezen
was 1721, maar zwart speelde 23—29?
Wit maakte van deze blunder een dank
baar gebruik en liet volgen:
1. 3530 1. 24:44
2. 33 15 2. 44 22
3. 27:20!
In den volgenden stand:
Zw. 9 sch. op: 3, 9, 11, 17, 18, 21, 24,
25 30.
W. 9 sch. op: 28, 29, 31, 33, 37, 38, 39,
43, 46.
heeft wit als laatsten zet 3429 gespeeld.
Zwart maakte van dezen zwakken zet
gebruik om als volgt te winnen.
1. 3—249? 1. 30-34
2. 39:19 2. 18.23
3. 29:18 3. 21—27
4. 31 :22 4. 9—13!
5. 18:9 of 19 18 5. 3 41
6. 46:37 6. 17:48
Heel mooi gezien!
Zw. 1 2sch. op: 7, 8,10, 12, 14, 16, 17,18,
20, 25, 30, 45.
W. 12 sch. op: 26, 27, 28, 32, 34, 37, 38,
39, 40, 42, 43, 50.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Probleem Ó35.
K. A. K. Larsen.
abcdefgh
Tweezet.
Oplossing probleem 535.
1. Df5
Eindspel 064.
abt defgh
Wit speelt en wint.
1. Pe4f Kdd4 (Kd5? 2. Pc3f naast Ph2)
2. Kf3 Le5 (of a) 3. Lc3 Kd5 4. Pe3f Ke6
5. Pc5f 6. Pb7f Ke6 7. Pd8f Kd7 (Kd6
Pc4f Kf6 Pg4f) 8. Le5 Pg6 9. Lf6 en mat.
a) 2. Pf7 3. Lf2J! niet 3. Ph2ff
Pe5f 4. Kf4 Pd3f ook niet 3. Le3f? Kd3
4. Ph2 Pg5f enz. 5. Kd5 (Kd3 4 Pc5f 4.
Ph2 Pe5f 5. Ke3 Pc4 6. Kf4 en wint.
Eindspel 865.
A. Trotsky.
abcdefgh
Wit speelt en wint.
I. Ld4.f Kg8. 2. Ph7! Lf5f (anders volgt
3. PfGf) 3. Kf5 Kh7 4. Pbd7 Lc7 (LdG Lg3
Lh 5. Pf6f Kh6 6. Le3f Kg7 7. Pe8 met
Looperwinst.
Stonewall-verdediging.
Gespeeld in 't grootmeestertournooi te
Treplitz—Schönau in 1922.
Wit: Maroczy. Zw. Dr. Tartakower
(naar noten vaa den zwartspeler).
1. d4 e6
2. c4 f5 Tot zoover Hollandsch.
3. Pc3 Pf6
4. a3 Om Lb4 te beletten en even
tueel een pionnen-opmarsch op de
damevleugel voor te bereiden Beter
10.
11.
12.
13.
14.
1.
15.
15.
16.
17.
1.
19.
19.
20
21.
22.
22.
23.
23.
24.
25.
25.
26.
27.
28.
28.
29.
29.
30.
30
3'..
32.
33.
34.
35.
was evenwel 4. e3 waarop zou vol-
Ktn 4b6. en Lb7.
Le7.
e3 00
Lf3 d5 Deze stelling heet de
Stonewall.
Pf3 c6 Zwart wil Pe4 spelen en
daarom zich verzekeren van een
pion op d5.
0—0 Pe4
Dc2 Beter waren 9. Pe5 om met
f3 't lastige paard verjagen.
Ld6 DWeze L. zet verbergt
offers.
b3 Pbd7
Lb2 Wit speelt te positioneel.
Hij vertrouwt teveel op zijn hechte
stelling. Zwart ziet echter verder,
daarom
Tf6ü
Tfel. Om fl vrij te maken voor de
L.
Th6 Nu dreigt 13..... Lh2f
en 14. Ph2 Dh3 en wint.
g3 Df6
Lfl. Na 14. Pd2 (tegen 14
g5 15g4) volgt 14. Pf2 15.
Kf2 Th2f. 16. Kgl. Lg3 en spoedig
Dh4 met winst.
4.g5.
Tadl Altijd nog in de hoop zich
los te kunnen werken, waarna wits
stukken goed staan.
g4
Pe4 fe4
Pd2 Th2H Een schoon offer, dat
lang niet direct de winst geeft.
Zwart moet aannemen. Niettegen
staande de nog minder ontwikkelde
stukken van zwart is 't offer goed.
Zwart dreigt met Pf6! Ph5. Pg3.
Kh2. Df2f
Khl! Fijn gespeeld. Na 19. Lg2
volgt Dg3f. of Lg3f. 20. Khl Df6! 21.
Te2. Lf2! 22. Tf2! Df2.
Pf6. Beter dan 19. Dg3 20.
Pbl en wit kan zich verdedigen.
Te2 Dg3
Pbl. Ph5 Na 21Dh4 volgt
Th2! en met dit kwaliteitsoffer is
zwarts aanval doodgeloopen.
Dd2 Om e3 te dekken als de T.
weg wil. Na 22. Tg2 volgt Dh3f 23.
Kgl. Ld7! 24. Te2 Dg3f 25. Tg2 De3+
26. Df2 Df2 en zwart heeft voldoen
de materiaal trug voor zijn geoffer
de Toren.
Ld7! Een pracht stille zet.
Tf2. Om Tf8 te verhinderen.
Dh4.f
Kgl. Lg3.1
Lc3 Wit wil zich kwaliteitsver
lies getroosten.
Lf2f
Df2 g3.
Dg2 Tf8 Nu pas i6 zwart volledig
ontwikkeld en er dreigt 27
Tf2 28. Dhl. Th2 en wint de dame.
Lel. Verhindert Tf2 maar maakt
de volgende zet mogelijk.
Tflfü
Kfl. Na Dfl vólgt Dh2 mat.
e5. dreigt Lh3.
Kgl Na 30. Ke2 volgt Lg4 31. Kd2
Dh2. 32. Dh2 gh2 en wint.
Lg4.
Lg3 Pg3
Tel Pf5 Mogelijk doordat de T.
onbeschermd is.
Df2. Dg5
d5 Lf3f
Kfl Pg3f. Wit geeft op. Er volgt
na 36. Kgl. Phl. en wint.
OPLOSSING VAN HET SPREEK
WOORD UTI HET VORIGE NUMMER.
Het spreekwoord uit het vorige num
mer was:
Vele varkens verdunnen de brij.
(Nadruk verboden).
Oplossingen der raadsels nit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
1. Lausanne. Neus, Anna, sla, leus. sul.
2- M Muurbloem,
put
Gouwe
moerbei
Muurbloem
m a a J t ij d
storm
kei
m
3. Heeft Oom Jacob Leida te logeeren
gevraagd? (biel.)
Wat zijn Hector en Caro groote hon
den geworden(rog).
Tante Hortense zal Moeder het boek
sturen. (zalm).
Hij had de laa'ste uren voor zijn ver
trek nog veel to doen. (steur).
4. Een schildwacht.
Voor kleineren.
1. De letter a.
2. Berk, elBerkel.
3. Als de hond hem bijt.
Want het was geen bakkersjongen,
LI een melkboer met een fiets,
Maar een mooi gekruld, wit hondje,
Dat op stoep zat, anders niets.
Al.e kind'ren kwamen kijken,
Vroegen, of het blijven mocht,
En terwijl ze met hem speelden,
Werd er gauw een mand gezocht.
En het keek zoo stil en vragend,
Naar het meisje in de gang.
En het piepte zachtjes klagend:
Mag ik blijven? 'k ben zoo bang!
Daarna gingen J" aan 't bedenken:
Welke naam het mooiste was.
Carla vond het beste „Witje"
Jaapje zei: Ik noem hem „Kas"
Maar toen zij aan zusje vroegen,
Welken naam, of zij hem gaf,
Ze; het kleintje heel parmantig:
Wel, ik noem hem enkel „Waf"
PAULINE.
(Nadruk verboden).
Ie rij een
2e iets ,wat door den schoenmaker
gebruikt wordt.
3e een viervoetig dier.
4e een ander woord voor genees
heer.
Maak plaat en in ons land van:
Dlna Gempap
Eva Torns
Dora Nopel
Teun Pons
Lena Herm
4. Welk gebouw noemt tevens een me
nigte visschen?
Voor kleineren.
1. Mijn eerste is groen en zie je in Hol
land veel, mijn tweede dient om
vvnrm1!i 16 b,erg€n en mii" Reheel
wordt door den jager gebruikt.
2. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjes!ijnen komt de
X
X
X
le rij een medeklinker.
26 mILiï'i6-11 plantïe- dat men
meestal in het bosch vindt.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1375 van M. J. Houtkooper
te Alkmaar.
Op een avond, 't was al donker,
Werd er hard ->p eens gebeld
En het meisje, dat ging kijken,
Stond er waarlijk van versteld.
Och klein beestje, 'k zal eens vragen,
Of mevrouw dat hebben wil.
Blijf dan hier maar even wachten
Op het matje, zit maar stil!