De inpoldering van het IJselmeer. 'JUièÜcaties KEURING VOOR DEN DIENSTPLICHT. Bij den regeeringscommissaris te Beerta. Uitvoering N.O.-polder opgeschort. De 32e Nederlandsche Jaarbeurs. VRIJGESTELDEN. AFKEURING ENZ. DOOR BEDROG Art. 24 en 48 der Dienstplichtwet. STRAFBEPALINGEN. ARTIKEL 206 WETBOEK VAN STRAFRECHT. Een „dictatuur" die ten einde loopt. Binnenland 2 millioen van de begrooting teruggenomen. De KEURINGSRAAD zal voor de inge schrevenen voor den dienstplicht der lichting 1936 dezer gemeente zitting houden te ALIG MAAR in lokalen van het gebouw „De NIEUWE DOELEN", Doelenstraat 3, en wel op de navolgende dagen en uren: WOENSDAG, 27 MAART 1935: 10 uur voorm. tijd. ongeschikten lg. 1935 en ADi. J.30 nam. Do.Hahn. DONDERDAG, 28 MAART 1935: 10 uur voorm. Ham.Kok, A. 1,30 uur nam. Kok, J.—Le. VRIJDAG, 29 MAART 1935: 10 uur voorm. Li.—Roe. 1.30 uur nam. Roo—Ti. MAANDAG, 1 April 1935: 10 uur voorm. Trij.Z. Bovenvermelde letters duiden aan de be ginletters van de geslachtsnamen der inge schrevenen. OMVANG DER KEURING. Het onderzoek omtrent de geschiktheid van personen, die nog niet zijn ingelijfd, omvat een onderzoek naar de lichaamslengte en naar het al of niet bestaan van ziekten of ge breken. Het onderzoek tot het verkrijgen van ge gevens voor hun nadere bestemming bestaat in een onderzoek naar hun algemeene prac- tische intelligentie (verstand en bevattelijk heid). KEURINGSPLICHT. Voor zoover de Minister van Defensie het noodig acht, is ieder ingeschrevene verplicht zich te onderwerpen aan een onderzoek tot het beoordeelen van zijn geschiktheid voor den dienst in het algemeen en tot het verkrij gen van gegevens voor zijn nadere bestem ming en daartoe te verschijnen op plaats en tijd, welke hem worden aangewezen. Zij die wegens broederdienst of wegens het bekleeden van een geestelijk ambt of op leiding daartoe, zijn vrijgesteld, zullen niet aan den keuringsplicht worden onderwor pen. TIJDELIJK ONGESCHIKT VERKLAARDEN. Op den ingeschrevene, die tijdelijk onge schikt is verklaard, rust de in het vorig lid omschreven verplichting nogmaals in het jaar, volgende op dat, waarin deze uitspraak geschiedde, tenzij hij inmiddels geschikt of voorgoed ongeschikt is verklaard of van den dienst is uitgesloten. WIE NIET VOOR DEN KEURINGS RAAD BEHOEVEN TE VERSCHIJNEN. Voor den keuringsraad behoeven niet te verschijnen de ingeschrevenen: a. die zijn opgenomen in een krankzinni gen-, idioten-, doofstommen- of blind eng e- sticht; b. die doen blijken door ziekte of gebreken lot die verschijning buiten staat te zijn en niet zijn opgenomen in een gesticht als on- d<.r a bedoeld. De hier bedoelde personen worden onder zocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onder werpen. Het onderzoek geschiedt door een door den Voorzitter van den keuringsraad aan te wijzen geneeskundige. c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe dingsgesticht, een tuchtschool, een gevange nis of een rijkswerkinrichting; Voor het onderzoek van deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen als voor de categorie onder b gemeld. d. die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevisscherij bui tenslands. Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keu ring wenschen, zich voor den keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen, voor zoover zij geen gebruik hebben gemaakt van de ge legenheid om tot en met 31 Maart een derge lijk onderzoek te ondergaan vanwege den garnizoenscommandant in een garnizoen of den commandant der afdeeling mariniers te Rotterdam. e. die langer dan een maand in het bui tenland verblijven in een plaats, welke meer dan 15 K.-M. van de Nederlandsche grens is gelegen. Deze ingeschrevenen kunnen niettemin zoo zij keuring wenschen, zich bij den keu ringsraad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervoor aange geven wijze met een eigenhandig geteekend verzoekschrift vragen om het onderzoek voor een anderen keuringsraad te ondergaan. A die een geestelijk of een godsdienstig- cnenschlievend ambt bekleeden of tot zoo danig ambt worden opgeleid in den zin van art. 10 der wet. Peze '"geschrevenen kunnen zich evenwel, indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor den keuringsraad onderwerpen. ft- die als vrijwilliger behoort tot de land- ntocht uitgezonderd den vrijwilligen land storm tot de zeemacht of tot de overzee- sche weermacht. NIET- VERSCHITNING NA INZENDING GENEESKUNDIGE VERKLARING. Voor den ingeschrevene, op wien de ver plichting rust voor den keuringsraad te ver schijnen, doch die aan den raad een verkla ring zendt, welke den raad voldoenden grond geeft om den ingeschrevene, voorgoed of tij delijk ongeschikt te verklaren, komt bedoelde verplichting te vervallen. De verklaring moet op of na 1 Maart zijn afgegeven, bij voorkeur door TWEE genees kundigen, en worden ingezonden zoo spoedig "iegelijk nadat de ingeschrevene is opgeroe pen om voor den keuringsraad te verschijnen. Adres: Voorzitter Keuringsraad, stadhuis, Alkmaar. Uit de verklaring moet, zoo mogelijk, blij ken: a- dat de ingeschrevene met geslachts naam. voornamen en leeftijd aan te duiden voorgoed of tijdelijk ongeschikt voor den diuist wordt geoordeeld; b. de aard en de graad van de ziekte ol het gebrek, op grond waarvan de ongeschikt heid aanwezig wordt geacht, alsmede de be zwaren, door de ziekte of het gebrek veroor zaakt. KEURING ELDERS. (Verschijning voor een anderen Keuringsraad.) 2ij, die niet in deze gemeente of in de on middellijke nabijheid woonachtig zijn, kun nen zich elders aan de keuring onderwerpen. Daartoe richten zij vóór 18 Maart a.s. on- der opgave o.m. van de gemeente van in schrijving, een verzoek, op ongezegeld papier (gefrankeerd) aan: den Voorzitter van den Hen Keuringsraad te Haarlem, Juliana- laan 309. HERKEURING. Ten aanzien van eiken ingeschrevene, om trent wien de keuringsraad uitspraak heeft gedaan, kan bij den keuringsraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aange vraagd: a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of diens wettigen vertegen woordiger; b. door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of hun wettigen ver tegenwoordiger. De aanvraag moet berusten op aanneme lijke in het verzoekschrift omschreven gron den en uiterlijk den tienden dag na den dag waarop de uitspraak in het openbaar is medegedeeld, zijn ingeleverd bij den burge meester der gemeente, waar de ingeschreve ne, wien de uitspraak geldt, voor den dienst plicht ingeschreven is. Verschijnt de ingeschrevene niet voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn wetti gen vertegenwoordiger, als vervallen be schouwd, behoudens de door de Kroon vast te stellen uitzonderingen. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt gehouden. WENSCHEN OMTRENT INLIJVING ENZ. De voorzitter van den keuringsraad ver zamelt tijdens de zitting gegevens omtrent de indeeling. De ingeschrevenen hebben bij de keuring de gelegenheid hunne wenschen met betrek king tot de inlijving, bet garnizoen en het tijdvak van inlijving kenbaar te maken. De ingeschrevene kan den voorzitter eene schriftelijke verklaring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenig vak of eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Met de wenschen kan evenwel slechts re kening worden gehouden voor zoover de dienstbelangen het toelaten. Blijkt, dat iemand voorgoed ongeschikt is verklaard als gevolg van bedróg, dan wordt de desbetreffende uitspraak door den minis ter vervallen verklaard en wordt de persoon, wien het geldt, geplaatst in de vernouding tot den dienstplicht, waarin hij zou hebben verkeerd, indien hij niet ongeschikt verklaard was. Met hechtenis van ten hoogste veertien da gen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft: a. hij, die niet voldoet aan de op hem rus tende verplichting, zich aan een keuring te onderwerpen en daartoe te verschijnen op plaats en tijd, welke hem worden aangewe zen; b. degene, die de in verband met deze wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden wordt gestraft hij, die opzet telijk een der in het vorige lid bedoelde feilen pleegt. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft: le. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongeschikt maakt of laat ma ken; 2e. hij die een ander op diens verzoek op zettelijk voor den dienst ongeschikt maakt Indien het laatste geval den dood ten gevolg heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Alkmaar, 12 Maart 1935. De Burgemeester voornoemd, F. H. VAN KINSCHOT (Van onzen reisredacteur.) Een unieke staatsrechtelijke positie in Ne derland bek.eedt op het oogenblik de burge meester van de Groningsche gemeente Beer ta, de heer J. H. Nannenga, die als regee ringscommissaris de gemeente bestuurt, in de plaats van den raad, wien deze bevoegdheid eenigen tijd geleden bij rijkswet is ontnomen. Er bestaat groote kans, dat deze bijzondere functie niet heel lang meer gehandhaafd zal blijven, reden voor ons. om eens met den heer Nannenga te gaan praten en hem het een en ander te vragen over zijn werkzaamheden als eenig Nederlandsch „dictator" in een overi gens parlementair geregeerd land. Deze regeeringscommissaris heeft overigens allerminst de allures van een dictator. De heer Nannenga ontving ons in zijn woning te Nieuw-Beerta, een fraaie groote boerderij van het type, dat men in de provincie Gronin gen veel aantreft, een omgeving van weldadi ge rust en sobere welvarendheid. Des mor gens is de burgemeester op het gemeentehuis te Beerta, des middags werkt hij thuis, zoo als hij dat ook vroeger deed toen hij als hoofd der gemeente met een raad de gemeente be stuurde. En als men hem vraagt of hij dezen toestand met een naar huis gestuurden raad en een éénhoofdig gemeentebestuur ideaal vindt, dan blijkt dat allerminst het geval. Het is een toestand, waar ik zelf als democraat en liberaal geen vrede mee kan hebben, maar die door de omstandigheden noodzakelijk is geworden, aldus de burgemeester. Het einde in zicht? De raad had het er wel naar gemaakt. Dit college bestaat uit 4 communisten, 3 sociaal democraten en 4 liberalen en vrijzinnig-de mocraten. Nu was het betreurenswaardige, dat de sociaal-democraten zich geheel op sleeptouw lieten nemen door de communis ten, zoodat er met den raad, waarin zich op deze wijze een zeer recalcitrante meerderheid had gevormd, geen land meer te bezeilen was. Dit optreden van de sociaal-democrati sche gemeenteraadsleden geschiedde evenwel tegen den wil van de meerderheid van hun partijgenooten in de gemeente, maar er was niets aan te doen. De regeering is zeer lank moedig geweest, doch het bleek in alle op zichten, dat de raad onmachtig was om de gemeente behoorlijk te besturen. Straks komen er echter weer gemeente raadsverkiezingen en het staat nu al vast, dat de raad niet in zijn oude samenstelling zal te- rugkeeren. Er zullen door de afdeeling der S.D.A.P. geheel andere personen canaidaat worden gesteld, wier gevoelens met die van de meerderheid in de afdeeling overeenstem men. De waarschijnlijkheid is groot, dat de regeering het met den nieuwen raad weer zal willen probeeren, al is nu natuurlijk niet vooruit te zeggen, hoe deze zal zijn samenge steld. Bovendien is de bevoegdheid van den regeeringscommissaris maar van tijdelijken aard en zal straks over eventueele verlen ging een besluit moeten worden genomen. Als dat niet geschiedt, komt de gemeenteraad in September van dit jaar vanzelf weer in functie. De bevolking tevreden. Wij vroegen den heer Nannenga hoe het staat met zijn verhouding tot de bevolking, let werk, dat ik doe, was het antwoord, heeft de instemming van het góed gezinde deel er van, al blijven de communisten natuurlijk ontevreden. Van deze mededeeling kregen we nog de overigens onnoodige bevestiging in ge sprekken met enkele bewoners der gemeente, die allen vol lof waren over de wijze waarop deze „dictatuur" wordt uitgeoefend. Trouwens, van dictatuur in den eigenlijken zin is hier geen sprake. De regeeringscom missaris bestuurt de gemeente precies zooals van een redelijken raad verwacht mag worr den. Ik heb de bevoegdheden van den raad, zeide de heer Nannenga, en daar is feitelijk alles mee gezegd. Evenals vele raadsbesluiten nog aan hoogere goedkeuring zijn onderwor pen, zoo moeten ook op sommige besluiten van mij de Kroon of Ged. Staten hun goed keuring geven. U heeft nogal eens een besluit van den vroegeren gemeenteraad ingetrokken, vroegen we. Dat is inderdaad enkele malen het ge val geweest, maar het betrof hier meeren- deels besluiten, die nimmer in werking zijn getreden, omdat de-boogere goedkeuring er op niet was verkregen. De eenvoudigste weg was dan een intrekking, waarmede aan an dere instanties werk werd bespaard. En heeft u ook wel eens gebruik ge maakt van uw bevoegdheid tot het vaststellen van strafverordeningen? Dat is gelukkig nooit noodig geweest. Sluitende begrooting. Het voornaamste werk van den regeerings commissaris is geweest te zorgen voor een sluitende begrooting, hetgeen voor dit jaar waarschijnlijk ook gelukt is. Daarbij is gere kend op 99 pCt. subsidie in de kosten van werkverschaffing en steunverleening, een sub sidie waarop de gemeente recht heeft, nu aan bepaalde door het rijk gestelde voorwaarden is voldaan Deze uitgaven hebben in het af- geloopen jaar ruim 55.000 bedragen. De gemeente is de financieele moeilijkheden nog niet geheel te boven, maar noodlijdend is ze niet meer. De slechte financieele toestand is evenwel niet de schuld van de communisten, doch van de moeilijke tijdsomstandigheden Als de communisten hun zin hadden gekre gen, was de gemeente er nog erger aan toe geweest, aldus de heer Nannenga, maar de Kroon en Ged. Staten hebben veel kunnen tegenhouden. De begrooting moest in belangrijke mate besnoeid worden. Op de afdeeling onderwijs is veel bezuinigd: van 25 leerkrachten is men nu gekomen tot 15, hetgeen in de eerste plaats het rijk ten goede komt. Een u.l.o.-school is opgeheven wegens gebrek aan leerlingen, ontstaan door de verhooging van het aantal leerlingen per klasse. Alle boventallige on derwijzers zijn ontslagen. Verder waren er geen belangrijke objecten om te bezuinigen, zoo deelde de burgemeester ons mede; het moest van kleinigheden komen en van enkele nieuwe belastingen, zooals een vermakelijk heidsbelasting, begrafenis- en grafrechten, herziening van de legesverordening etc. Die dingen heeft de regeering eigenlijk afgedwon gen. Tenslotte is ook een wijziging aange bracht in de heffing van opcenten op de per- soneele belasting. Regeering en Gedeputeerde Staten hebben voortdurend achter me gestaan, ging de heer Nannenga verder; door den financieelen nood was voortdurend overleg noodig, niet zoozeer als gevolg van den bijzonderen toe stand Die bijzondere toestand gaf weinig drukte extrade soesah van den raad verviel met al zijn besluiten, die weer voor vernieti ging moesten worden voorgedragen. In zooverre was het dus wel makkelijk, al is het gelukkig, dat deze toestand niet blij vend is. Verminderde inkomsten. De opbrengst der belastingen is geweldig gedaald. Hoofdzakelijk moesten ze door de boeren worden opgebracht en thans betalen de meesten geen inkomstenbelasting meer. De heele gemeente bestaat van den landbouw, dus is ze zeer eenzijdig georiënteerd. De landbouwsteun heeft vele boeren er bovenop gehouden en de vermindering ervan is ge compenseerd door een grooteren oogst. Wie heelemaal van zijn bedrijf moet leven en nog huur moet betalen, heeft een sober bestaan; voor wie een eigen bedrijf heeft, gaat het nog wel. ALi\ Het meerendeel der bevolking bestaat uit landarbeiders, waarvan er vele communist zijn. De loonen zijn er laag, althans in ver gelijking met de industrie, niet in vergelijking met andere landbouwstreken. De werkgevers hebben echter onlangs besloten, dat dit jaar de loonen niet verder verlaagd zullen wor den. Onder de landarbeiders is evenwel groo te werkloosheid. Dit is minder het gevolg van mechanisatie van het bedrijf, dan wel van het streven om het werk met zoo weinig mogelijk arbeidskrachten te verrichten. Vroe ger werkten ook velen elders in den lande en in het buitenland, wat nu niet meer kan. Ver der is er ook geen gelegenheid meer tot emi gratie naar Amerika, waar indertijd veel ge bruik van is gemaakt. De bevolking is sedert de laatste 100 jaar door dit alles ongeveer stabiel gebleven, nu vooral door geboorte beperking en verhuizing. Met een beetje goeden wil houden we hier nog wel het hoofd boven water, zoo besloot de heer Nannenga het onderhoud, en als straks eventueel de nieuwe raad wil mede- Werken, zal het wel weer gaan. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van het Zuiderzeefonds 1935. Des regeering sluit zich aan bij vele leden die in verdere inzoldering op den duur meer voor- dan nadeelen zien. Bij den financieelen toestand, zooals zich deze thans laat aan zien, is echter groote voorzichtigheid gebo den. Op het crediet van den Staat kan niet onbegrensd een beroep worden gedaan zoo lang het herstel der Staatsfinanciën nog niet zoover is gevorderd, dat een in hoofdzaak sluitende Rijksbegrooting wordt verkregen. De mogelijkheid daarvan kan eerst worden overzien na de totstandkoming van de nog in dit zittingsjaar te behandelen wetsontwer pen om tot de onmisbare verdere verbetering van de financiën te komen. Op grond hiervan meent de regeering, dat het geen zin heeft, het op deze begrooting onder art. 8 voor de N. O. inzoldering uitge trokken bedrag van 2 millioen te handhaven; zij geeft er de voorkeur aan. dien post voors hands terug te nemen in afwachting van de uitkomst der bemoeiingen inzake verbetering der Rijksfinanciën. In een bijgevoegde nota van wijziging is met dit voornemen rekening gehouden. Ver dere wijzigingen zijn gevolg van het streven der regeering om de Rijksuitgaven, welke uit deze begrooting voortvloeien, tot een in verband met de omstandigheden noodzakelijk en zoo laag mogelijk peil terug te brengen Eén en ander zal echter niet ten gevolge hebben, dat de voorbereiding van een finan- ciëel aannemelijk plan voor de N. O. inpol dering zal worden gestaakt. Voortbouwende op den ter zake reeds ver richten arbeid is aan de diensten der Zuider zeewerken en van de Wieringermeer opdracht verstrekt, gezamenlijk dergelijk plan verder te onderzoeken en uit te werken. Zulks is geschied in afwachting van de reorganisatie van de diensten en lichamen, welke tot nu toe bij de leiding en uitvoering van den afsluitings- en inpolderingsarbeid een taak te vervullen hadden. Het kwam ge raden voor, deze diensten en lichamen zoo veel noodig ongerept te houden, totdat zij door de nieuw te vormen organen zouden kunnen worden vervangen, aangezien deze nieuwe organen moeten worden gegrond op een nog tot stand te brengen wet, waarvan de behan deling nog eenigen tijd zal vorderen Intusschen kan worden medegedeeld, dat een wetsontwerp tot regeling van de hierbe- doelde aangelegenheid het Departement heeft verlaten Reorganisatie van den dienst. Nu de afsluitingsarbeid ten einde is ge bracht en de ontginningsarbeid in den Wie- ringermeerpolder het eerste stadium achter den rug heeft en in regelmatige banen is ge leid, meent de minister, dat bij den verderen arbeid de personeelbezetting, welke daarvoor noodig wordt geacht, reeds onmiddellijk zoo goed mogelijk op dien arbeid behoort te wor den ingericht en dat daarbij de vereischte so berheid moet worden betracht. Dit heeft er toe geleid, dat de directie van de Wieringermeer, welke uit 3 leden bestond, van wie 2 een andere bestemming hebben ge- volgd, niet is aangevuld, dat met ontbinding der z.g. proefpoldercommissie de werkzaam heden daarvan aan de Wieringermeer-direc- tie zijn opgedragen en dat aan de directie wordt toegevoegd een ingenieur met eenig personeel van den dienst der Zuiderzeewer ken voor de behartiging van de Waterstaats aangelegenheden in de Wieringermeer. Een onderdeel, de studie van de gevolgen van d« afsluiting van de Zuiderzee op de waterstan den in de Waddenzee, de regeling van de waterstanden in het IJselmeer, net onder houd van den afsluitdijk en van de spui- en schutsluizen en de bediening dier sluizen be hoort op den duur aan den dienst van den Rijkswaterstaat te worden opgedragen. De minister stelt zich voor, dat deze over gang zoo goed mogelijk wordt bevorderd door den heer De Blocq v. Kuffeler, die van de functie van Directeur-Generaal der Zui derzeewerken zal worden ontheven en hoofd ingenieur van den Rijkswaterstaat met ver lof is, voor te dragen voor benoeming tot hoofdingenieur-directeur van den Rijkswa terstaat, hem daarna bij dien dienst te her plaatsen als hoofdingenieur-directeur van den Algemeenen Dienst en hem voorts te be lasten met de leiding van den dienst der Zui derzeewerken. Als zoodanig blijft hij dan be last met het uitwerken, te zamen met het lid van de directie van van een definitief Eiian voor oen N.u.-polder en met de afwik- eling van de overige Zuiderzeewerken, welke werkzaamheden nog eenige jaren in beslag zullen nemen. De Wieringermeer. Van den minister zal niet worden ver wacht, dat hij thans met een voorstel tot Staats-socialiseering van de gronden in de Wieringermeer komen zal. Omtrent den vorm van Staats-exploitatie is nog geen defi nitieve beslissing genomen. Wel is de mi nister *)ot de overtuiging gekomen, dat ook aan bedrijven van normale grootte als vorm van Staatsexploitatie behoefte bestaat ten einde een graadmeter te verkrijgen voor de bepaling van de waarde van den grond bij verkoop en bij verpachting beide. Op het oogenblik worden in de Wieringermeer be halve de aan particulieren uitgegeven bedrij ven, ongeveer 11.000 H A. door den Staat geëxploiteerd. De juistheid van het betoog, dat er tal- looze gegronde klachten zijn met betrekking tot de uitvoering van de Zuiderzeesteunwet, is den minister niet gebleken. De minister heeft nog geen beslissing ge nomen op de vraag, of de zeewiervisschers op Texel als belanghebbenden kunnen wor den aangemerkt. Hij wacht voor dit punt nog de resultaten van het onderzoek eener daar toe ingestelde commissie af. Wat de binnen- visschers op het Zwarte Water en het Zwol- sche Diep betreft, is hij van meening, dat deze niet kunnen worden gerekend tot de be langhebbenden, bedoeld in de Zuiderzee steunwet. Ondanks de crisis groote deel neming. Vele collectieve inzendingen. Gistermiddag is de twee en dertigste Neder landsche Jaarbeurs te Utrecht begonnen. Zonder eenige formaliteit geschiedde de ope ning: de poorten der jaarbeurs werden voor de bezoekers opengesteld en het zaken-doen begon. Vooraf hadden de vertegenwoordigers van de binnen- en buitenlandsche pers reeds een bezoek aan onze jaarbeurs gebracht. Hoewel nog lang niet alle stands gereed waren en overal in de groote jaarbeursgebouwen en op het Vreeburg nog getimmerd werd, kon den wij toch reeds een goeden indruk van het geheel krijgen, een indruk, die volkomen be vestigt de mededeelingen, welke ons door den secretaris-generaal, den heer W. Graadt van Roggen, werden gedaan. De secr.-gen. Graadt v. Roggen. De rede, welke hij voor de verzamelde journalisten ter inleiding van hun bezoek hield, getuigde van een zakelijken kijk op den economischen toestand, zooals wij dit van hem gewend zijn. Een verheugend teeken achtte nij het, dat het zakenleven zich bij de gewijzigde economische omstandigheden weet aan te passen en dat blijkt, dat de zakenmen- schen het hoofd koel houden. „De mentaliteit van hen, die meenen, aldus de heer Graadt van Roggen de huidige moeilijkheden al leen te boven te kunnen komen, door in elk geval, blindelings, maar iets nieuws te pro beeren en dat onbekende nieuwe toe te jui chen, alleen „omdat het nieuw is", past vol komen in het paradoxale beeld, dat de we reld, waarin wij leven, te zien geeft Zullen inderdaad de nieuwe tijden de oude normen kunnen ontberen, die nu klakkeloos over boord worden geworpen of wacht het aan breken van den nieuwen dageraad juist op het verkleinen van de door den wereldoorlog ingeleide, door de crisis vergroote, afwijkin gen dier oude normen?" Spr. constateerde, dat het merkwaardig is, dat het bedrijfsleven in sterke mate immuun blijkt te zijn geworden voor exessieve fluctua ties. Het is of men, temidden van het drijf zand, op de plaats, waar men staat, iets meer vasten grond onder de voeten krijgt; Inter nationaal doet zich het verschijnsel voor, dat vooral vóór ons land van het grootste be lang kan zijn. Er gaat 'n kreet naar „export" over de we reld en men gaat inzien, dat men ook nu nog evenals in de zoo zeer gesmade „oude" wereld-export zonder import niet kan be staan. Sprekende over den toestand in ons land, meende de heer Graadt van Roggen, dat deze sinds het vorige jaar niet slechter, noch beter, doch eerder verwarder is geworden. Dit schrijft hij toe aan de doorvoering en door werking van de vele crisismaatregelen, met name van liet contingenteerings- en clea- ringsysteem. Als lichtpunten noemde spr. de orders, welke de Nederlandsche industrie door sa menwerking gedurende den laatsten tijd heeft kunnen plaatsen in Rusland, Turkije en Zuid-Amerika en de dalende kapitaal-rente, hetgeen de kansen verhoogt om het bedrijfs leven zijn winstgevendheid te doen herkrij gen.. Tenslotte deed de heer Graadt van Roggen eenige mededeelingen over de jaarbeurs zel ve. De groote deelneming is te danken aan de energie en den ondernemingsgeest van hel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9